CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
?u® JAARGANG
WOENSDAG 16 JUNI 1926
NUMMER 1849"
LE Dn COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
in Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Pe? week f 0.19
Franco per post per kwartaal I 2.90
Oil nummer beshnf ui? TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Geen organisatie.
t Deed even vreemd aan, toen E. J.
S ons in zijn Berlijnsche brit.vuij in
„De Standaard het volgende kwam
vertellen;
„Het verlangen in Duitsehland naai
een eigen Christelijke politieke partij,
eens zóó sterk gevoeld, dat het een
welgemeenden strijd kon ontketenen,
is langzamerhand zoo zwak geworden
dat het nu tot de verloren illusies
schijnt te behooren. De talrijke pogin
gen om een evangelische partij in het
leven te roepen, zijn helaas zonder uit
zondering mislukt: den plaatselijkeu,
krachtloozen acties kon geen ander iol
beschoren zijn; het Duitsche Christen
dom was nog niet rijp voor het erken
nen van de noodzakelijk- en zelfs van
ie mogelijkheid eener christelijk- poli
tiek. Bovendien was er geen eenheid
in de bewegingen, die van nature pa
rallel moesten loopen, maar onder in
vloed van het specifiek-Duitsche euvel
der verdeeldheid, zich niet richtten
ïaar het groote, dat samenbond, maar
naar het bijkomstige, waarin verschil
bestond.
Van strijd valt nu niets meer te be
speuren; de beweging is d">odge!oo-
pen; enkel het verlangen blijft hier en
daar zwijgend bestaan; van een Chris
telijke partij wordt niet meer gespro
ken. Er is na al de zorgen en moeiten
een rust ingetreden, maar niet de rust
der voldoening en der tevredenheid,
veelmeer de rust der gelatenheid en
Jer geslagenheid na een zware neder
laag
En wederom toont zich in Duitseh
land het oude beeld, dat wij in Hol
land niet goed kunnen begrijpen, om
dat onze staatspolitiek niet de span
ningen en tegenstellingen kent, waar
door die van de huidige Duitsche Re
publiek zich ongunstig kenmerkt, en
jmdat ons Calvinistisch Christendom
een centraliseerende. richting gevende
en streng begrenzende macht beduidt,
in tegenstelling met het veel vrijere
vrijheid maar ook besluiteloossheid la
tende Duitsch-evangelische Christen
dom. Wij Hollanders kunnen terug-
lien op een met succes baekroond po
gen; de Duitsche Christenen herinne
ren zich schuw de eerste jammerlijk
mislukte pogingen. En mag in menig
hart nog het oude overtuigingsvuur
gloeien, en de zekerheid heerschen, dat
eens toch het doel, de stichting van
een evangelische partij, bereikt zal
worden de meeste oud-strijders en
medelooperss hebben na de eerste te
genslagen versaagd en moedeloos op
gegeven.
En wederom kunnen we de Duitsche
evangelischen vinden in alle politieke
partijen, van uiterst links tot uiterst
rechts, van de Communistische tot de
Völkische".
Tot welke moeilijkheden dit voert
toont hij uitvoerig aan.
Nu echter het Christendom geen cen
trale plaats heeft in de politiek, is het
gevolg dat de politiek soms geschuwd
wordt. Het besef dat een Christen ook
daar een roeping heeft, sterft uit.
Wat gelukkig dat wij hier uit den
strijd van Groen en het organiseerend
talent van Kuyper een eigen partijfor
matie gekregen hebben.
Wat gelukkig ook m dat bij de ver
broken coalitie langzamerhand het be
sef weer ontwaakt dat het zoo op den
duur niet gaat.
Ten onzent wil het positieve Chris
tendom zich uiten.
Ja, Gode zij dankl
Fanatieke haat.
Dezer dagen lieeft de Alg. Ned. Ty
pografenbond, de bond, die er prat op
gaat „de oudste Vakbond van Neder
land" te zijn, haar 60-jarig bestaan ge
vierd.
De voorzitter, de heer F. van der
Wal, sprak een openingswoord uit, dat
allereerst bevatte een betuiging van
haat tegen de Christelijk georganiseer-
den. Hij zei o.m.: „Wij moeten de an-
ders-georganiseerden beschouwen als
ongeorganiseerden." En „wij mogen
niet vergeten, dat deze menschen fa
natieke tegenstanders zijn. Spr. wilde,
dat de bondsleden ook wat meer fana
tisme toonden."
In het verslag in „Het Volk" staat
hierbij: „Applaus en geroep: „zeer
juist!"
Een dergelijke uiting uit. modernen
kring, die heusch niet op zichzelf
staat, toont ons weer eens heel duide
lijk de mentaliteit, die in de moderne
vakbeweging heerscht.
Het gaat er bij haar niet in de eer
ste plaats om, dat de arbeider aan zijn
recht komt in het maatschappelijk le
ven, want dan zou deze bond met vol
doening kunnen terugzien op de, in
BUREAUHooigracht 35
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën pes regel 227i cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine edvertentlln bij vooruitbetaling
▼an ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
samenwerking met de katholieke en
christelijke organisaties bereikte re
sultaten Immers is er wel geen enkele
groep van arbeiders in de particuliere
bedrijven die een zoo groote mate van
bestaanszekerheid geniet als de typo
grafen.
Doch het schijnt wel of, waar in dit
bedrijf, dank zij de zegenrijke werking
der Collectieve» Arbeids-Overeenkomst
bedrijfsvredc heerscht en de haat zich
nu niet meer richten kan tegen de
..kapitalisten", men thans de anders
georganiseerde collega's tot object
neemt.
Want haten, „fanatiek" haten, wil
men tot eiken prijs, immers in dien
geest heeft men de menschen steeds
opgevoed.
Hoe mijlen ver staan toch de socia
listische organisaties van die, welke
den naam van Christus dragen afl
Daar gaat de strijd, moet hij althans
gaan om het recht Gods ook in het so
ciale leven; daar is de drijfveer de
liefde tot den naaste.
Dat daarom alle Christelijke arbei
ders zich aansluiten bij die vakorga
nisaties, waar zij volgens hun beroep
en beginsel een plaats behooren in te
nemen.
STADSNIEUWS.
De JAN STEEN-TENTOONSTELLING
Lezing Prof. W. Martin.
Gisteravond heeft Prof. Dr. W. Mar
tin, directeur van het Mauritshuis, op
uitnoodiging van de vereening „Oud
Leiden" en van de Leidsche kunstver-
eeniging in het Stedelijk museum De
Lakenhal" een lezing met lichtbeel
den gehouden over het leven en wer
ken van Jan Steen.
Spreker begon met ons land geluk
kig te prijzen, dat het sinds de Rern-
brandt-tentoonstelling te Amsterdam
telkens weer de gelegenheid aangrijpt
om naastv de groote kunstenaars van
heden, ook die van het verleden te
eeren door een kunstschouw van hun
oeuvre. Hij prijst de inwoners der
stad, die door financieel en steun het
mogelijk hebben gemaakt, dat deze
tentoonstelling binnen de Sleutelstad
de stad van Lucas van Leyden, Rem
brandt, Dou, de Mierissen en Jan
Steen kan worden gehouden.
Een toelichting tot de tentoonstel
ling zelve zal spr. niet geven, immers
daardoor blijft zij een verrassing tot
aan de opening. Doch spr. wil de be-
teekenis van Jan Steen uiteen zetten,
alsmede de ontwikkeling .van »ijn«
kunst.
Allereerst schetste Prof. Martin Jan
Steen s leerjaren, waarin toch wel de
gelijk de Utrechtsche Knupfer veel in
vloed op dezen jongen meester oefen
de. die tot zijn laatste levensjaren in
bijbelsche en mythologische taferee-
len Knupfer's lessen blijkt te heb
ben onthouden.
Daarna kwam de Haagsche tijd, de
tijd, waarin hij naar Grietje van Goy
en vrijt, die verder haar leven lang
zijn. trouwe gade is, die lief en leed
met hem deelt, en, met haar kinde
ren en hemzelf, zijn liefste model is.
De door zacht zonlicht doorwarmde
stadsgezichten' en landschappen met
velerhande geestige figuurtjes uit de
zen tijd, vormen als het ware den aan
loop tot zijn sterker gekarakteriseer
de, vaak grootsohe, vaak zeer gevoe
lige, in oneindige afwisseling van tech
niek, groepeering en coloriet gecom
poneerde tafereelen uit het burgerlijk
leven zijner omgeving, afgewisseld
met de vertolking van spreekwoor
den, het schilderen van levenslessen,
(Soo gewonnen, soo verteert; 't verloo-
pen huishouden enz.) in het geven van
vaak zeer omvangrijke en laboureuze
bijbelsche, mythologisch© en histori
sche schilderingen. Vooral over den
bijbelschilder Steen, nog te weinig be
grepen en gekend, weidd© prof. Mar
tin uit.
De meest grandiose scheppingen
van dezen meester dateeren uit zijn
Haarlemschen tijd (1661—1669), waar
toe met stelligheid het Driekoningen
feest te Cassel en het groote schilderij
van den Heer van Beuningen te Rot
terdam behooren.
Na den dood van zijn vrouw t© Lei
den teruggekeerd, wordt Jan Steen al
lengs kleuriger, soepeler, meer
Fransch. Een schilder zei dezer dagen,
voor een 1677 gedateerd werk staande;
„Het lijkt wel Watteau." Inderdaad,
in dit opzicht is Jan Steen een weg
wijzer naar nieuwe vormen geworden,
die eerst veel en veel later rijpen en
gemeen goed worden.
Spr. deed hierna door middel van
lichtbeelden den groei van Steen s
kunst uitkomen en vermeide zijn ge
hoor met een uiteenzetting van de on
geloof el ijke vee zijdigheid van dezen
rasschilder, daarbij telkens wijzend op
het gemak, waarmede hij werkte,
maar tevens op den grooten ernst, de
diepe studie, de onvertroffen scherpte
van zijn opmerkingsvermogen.
Aan het slot van zijn voordracht
schetste prof Martin de waardeering
voor Steen's werk tijdens zijn leven
en later, en de verspreiding ervan over
de wereld. Reeds in 1651 werden zijn
schilderijen naar Pommeren ver
stuurd. Hij was toen 25 jaar en stond
nog niet op de hoogte van zijn talent.
De schilders hebben hem altijd ge-
eerd; de publieke opinie is echter niet
altijd op zijn hand geweest. Sinds de
tweede helft der 19e eeuw groeit de
vereering voor zijn werk met den dag
en wordt hij door velen, na Rem
brandt als onze grootste schilder
beschouwd.
De opening.
Hedenmiddag te ongeveer half 1 is
Z. K. H. Prins Hendrik met eenige
heeren van zijn gevolg hier ter stede
gearriveerd in verhand met de ope
ning van de JanSteen-tentoonstelliug.
Nadat de Prins bij den loco-burge
meester, den heer A. L. Reimeringer
geluncht had, begaf hij zich naar de
Lakenhal, waar hedenmiddag 3 uur de
opening der tentoonstelling plaats
had.
Aanwezig waren, behalve den Prins,
tal van autoriteiten en directeuren
van kunstmusea in verschillende
De directeur van „De Lakenhal", Mr
Dr. van Overvoorde, nam het
woord en hield de volgende rede:
Koninklijke Hoogheid, wiens tegen
woordigheid door ons bijzonder woiut
op prijs gesteld, en hoogwaardigheids^
bekleeders van stad en land, geachte
aanwezigen, van harte heet ik U wel
kom namens de tentoonstellingscom
missie op dezen dag. die gewijd is aan
de nagedachtenis van een der grootste
meesters van de Oud-Hollandsche
schildersschool.
Onwillekeurig denken wij daarbij
terug aan een vorige tentoonstelling
alhier voor 20 jaar gehouden, toen wij
op indrukwekkende wijze den groofc-
sten Hollandschen meester heraach-
ten. Rembrandt, den grootsten onder
de grooten, den vorst onder de uitver
koren kunstenaars. Hem huldigden
wij op vorstelijke wijze, doch den
meester, dien wij thans herdenken ep
die in beteekenis wellicht onmiddel
lijk op Rembrandt volgt, meenden wij
beter te huldigen door, met verrniju'Ug
van allen uiterlijken luister, .alleen
zijn werken zelf tot U te doen spieken.
Steen stelde zich met een bescheiden
plaats tevreden en vatte zijn levensop
vatting samen in een rijmpje op het
bekende schilderij uit de collectie van
den hertog van Rutland:
„Drie dingen wensch ik en niet meer
Vooral te minnen Godt dea Heer,
Geen overvloet van Rijckdums schat,
Maar wens om 't geen de wijste badt
Een eerlijk leven op dit dal
In deze drie bestaet het al
Bij zijn leven nog weinig geschat,
hebben zijn werken eerst langzamer
hand bij allen de groote waardeering
gevonden, waarbij John Reynolds in
1769 voorging door Steen te vergelij
ken met Rafaël, en een der beste ken
ners van de oude schilderkunst in on
zen tijd vatte in weinig wourden zijn
oordeel samen: „zijn beste werken
stbfn gelijk met het uitnemeudste der
Grootsten. Dan weet men niet, wat
meer te bewonderen, de v lm aak te
teekening, de voortreffelijke composi
tie, de harmonische kleur of de
geestige uitdrukking van het karak
ter".
De oude Hollanders hebben echter
Steen meer om zijn snaaksche voor
stellingen gekend, dan om zijn kunst
werken geëerd en een waas van boer
tige, weinig fijne anecdoten omhulde
den persoon van den schilder en heeft
den vroolijken optimist en burger-fili-
soof neergehaald tot een drinkebroer
en eenminderwaardig sujet. Ook hier
volgde echter reeds in de vorige eeuw
volledig eerherstel. Reeds Van Eyndon
en Van der Willigen toonden in 1816
aan, dat deze begaafde kunstenaar, na
Rembrandt, d^ geniaalste vertegen
woordiger der Hollandsche schilder
school. die steeds frisch van concep
tie, met bewonderenswaardig talent
voor den opbouw zijner groepen en een
uitgelezen kleurenkeus zoo rake ka-
rakterteekeningen geeft, niet de per
soon kan zijn, zooals Houbraken en
zijne naschrijvers ons schetsen. T. van
Westhreene Tzn. heeft ten slotte in
zijn magistraal werk „Etude sur l art
en Hollande" in 1856 ons een juister
beeld geteekend en voor goed den las
ter teruggewezen. Steen zelf heeft
zich allerminst den rpl van een inge
togen puritein gedacht, doch gezien in
het kader van zijnen tijd blijkt hij den
levenslustigen filosoof, meer toeschou
wer dan deelgenoot in het festijn, den
verdediger van de toen geldende mo
raal, niet vrij van menschelijke gebre
ken, doch steeds weder terugkeerend
tot zijne kunst, waarin hij al ie groote
tijdgenooten nabij streeft ol overtreft,
ieder in zijn genre, doch daarbij tevens
zijne oorspronkelijkheid hooghoudend
In zijne kinderfiguren is hij onover
troffen en slechts een kunstenaar met
een edel hart kan zoo in zijne werken
zijn vaderhart doen soieken.
Al moge de schilder zich zelf niet
steeds gelijk blijven, in zijn beste wer
ken nadert hij zóó het volmaakte, dat
hij zich eene eereplaats heeft vermees-
terd onder de beste meesters.
Over zijn schilderstalenten en zijne
werken zal ik thans niet verder spie
ken na de uitnemende verhandeling
hierover nog gisteravond door onzen
kundigen onder-voorzitter Prof. Dr.
Martin alhier gegeven; alleen wil ik
nog wijzen op de groote beteekenis
van Jan Steen als schilder van ons
volksleven, die ons in zijne weikon de
Hollanders uit zijnen tijd schiluirt in
zijn rijke schakeeringen en zien daar
door zoo ech teen Hollander toont. Te
genover Rembrandt, die hoog stond
boven zijn tijd, is Jan Steen steeds de
Hollander gebleven met de gebreken
van zijne tijdgenooten, maar met een
onvervalscht Hollandsch hart. Daarom
is hij ons niet minder lief, en waneer
John Reynolds in 1769 schrijft: „In
dien hij het geluk had gehad ïu Italië
in plaats van in Leiden te wonen, zou
de hij op gelijke wijze (als Rafaël) ge
lukkig zijn geweest en zijn naam zou
onder de grootste steunsels der schil
derkunst pronken dan gelooven wij,
dat hij als echte Hollander niet min
der onder de eersten schittert, en ach
ten wij ons gelukkig,dat dit groote
talent steeds een onvervalscht deel is
gebleven van den Nederlandschen
stam.
Verschillende plaatsen zijn Dauw
aan zijn leven verbonden, s Graven-
hage, Delft, Haarlem en Warmond tel
den hem bij tusschenpoozen tot hare
burgers, doch boven alleen heeft Lei
den het recht om hem tot haar groote
burgers te rekenen.
Hier werd hij geboren evenals zijn
eerste vrouw, Margaretha van Goyen,
met wie hij te 's-Gravenhage huwde,
hier werd hij het eerst in het St. Lu-
casgilde opgenomen, hier vond hij zijn
tweede gade en hier wer 1 hij in 1679
uit het van zijnen vader geërfde huis
grafwaarts gedragen.
Leiden was dus de aangewezen stad
voor zijn herdenking en dankbaar her
inneren wij hierbij aan den steun bij
de voorbereiding hiervan van zoo vele
zijden ondervonden. In de eerste plaats
die van onze geëerbiedigde Koningin,
de Koningin-Moeder en Prins Hendrik
der Nederlanden, die door het aanvaar
den van het beschermerschap zooveel
hebben bijgedragen tot de goede ont
vangst van onze verzoeken om inzen
dingen uit het buitenland.
De Ministers van onderwus, Kun
sten en Wetenchappen en van Finan
ciën verschaften ons bijzondere tege,-
moetkomingen en de gezanum van ons
land in den vreemde vereenden ons
hun hoog gewaardeerden steun en
voorlichting.
Het gemeentebestuur van Leiden
nam deel in het waarborgfonds en de
Commissie voor het Stedelijk Museum
verschafte ons belangeloos ae beschik
king over haar ruime künstzalen en
haar geschoolde werkkrachten
Groote erkentelijkheid gevoelen wij
tegenover de inzenders, die hun kost
bare kunstwerken tijdelijk beschik
baar stelden, en de deelnemers in het
waarborgfonds, die ons de uitvoering
vanonze "plannen mogelijk maakten.
Als voorzitter der tentoonstellings
commissie zij het mij ten slotte ver
gund ook een woord van dank te be
tuigen aan allen, die ais ommissiele-
den of als museumbeainbt^a tijd noch
moeite ontzagen, en in het bijzonder
aan onzen onvermoeiden en onvolpre
zen onder-voorzitter prof. dr. W. Mar
tin, die zoo'n groot aandeel nam aan
de voorbereiding en door zijn vele re
laties zooveel heeft bijgedragen tot
het bijeenbrengen van d^ze schoone
verzameling eerste klasse werken van
den meester.
Onze dank ook aan de Pers, die onze
plannen steeds welwillend tegemoet
trad en voor wier medewerking wij
ons blijven aanbevelen om tot velen te
doen doordringen, welk eer. zeldzame
schat van werken hier is bijeenge
bracht en hoe hier een wellicht nooit
meer weerkeerende gelegenheid ge
boden wordt om den meester nader te
leeren kennen en in zijn werken te be
wonderen. Met groote vrijmoedigheid
doen wij dit beroep op da Pers, omdat
wij de internationale hulde aan den
Hollandschen meester een daad ach
ten van nationale beteekenis Op poli
tiek gebied is ons land vrij van expan
siegeest en imperialisme, doch dank
baar grijpen wij de gelegenheid aan,
waar die zich aanbiedt, om door het
eeren van onze groote mannen uit het
heden en uit het verleden den roem
van het land tot ver bulten de ^reuzen
te doen weerklinken en daaimede
nieuwe gebieden te ontsluiten voor de
erkenning en waardeering van Hol
land's internationale beteekeis op het
vreedzame gebied van wetenschap en
kunst.
Na de rede van Mr f)r. van Over
voorde gaf deze het woord aan den
Prins voor de officieele opening, Aan
Belangrijkste nieuws ir dit Nummer.
Binnenland.
Een Nederlandsch stoomschip in ge
vaar.
De Jan Steententoonstelling te Lei
den geopend.
Buitenland.
Het Fransche kabinet is afgetreden.
Baldwin heeft in het Bxitsche Lager
huis belangrijke verklaringen over de
mijnwerkersstaking afgelegd.
Een kabinet Briand-Poincalré ln
Frankrijk?
welk verzoek Z. K. H. in een korte toe
spraak gevolg gaf.
Vervolgens werd de tentoonstelling
door de aanwezigen bezichtigd, terwijl
door eenige dames ververschingen
werden rondgediend.
De Prins legde veel belangstelling
voor de tentoonstelling aan den dag.
Hedenavond zal ten huize van Mr.
Dr. van Overvoorde te Wassenaar oen
diner plaats hebben, waaraan ook de
Prins zal aanzitten.
Bezoek Koningin-Moeder.
Omtrent het bezoek van H. M. de
Koningin-Moeder Donderdagmiddag
a.s. aan Leiden kan nog worden me
degedeeld, at H. M. per trein om half
twee zal aankomen. Op hei perron zal
zich bij het gevolg van H. M. bestaan
de uit freule van Ittersum, hofdame,
en kamerheer Graaf van Limburg Sti-
rum, voegen Harer Majesteits secre
taris Sixma baron van Heemstra.
Per auto zal naar de „Lakenhal" ge
reden worden ter bezichtiging der Jan
Steen-tentoonstel ling.
Na het bezoek der tentoonstelling
rijdt H. M. naar Boskoop om een be
zoek te brengen a. de pioenen-tentoon
stelling. Per auto keert H.M. daarna
naar Soestdijk terug.
Amerikaansche artsen in ons land.
Van 1823 dezer zullen ongeveer 80
Amerikaansche artsen in ons land ver
toeven, waar zij een bezoek zullen
brengen aan de universiteiten te Am
sterdam, Utrecht en Lelden en aan de
stad 's-Gravenhage.
In de universiteitssteden zullen ver
schillende hoogleeraren voor deze art
sen voordrachten houden en in den
Haag zullen eenige doctoren hetzelfde
Aoen. De bedoeling van het bezoek de
zer Amerikaansche artsen is, zich up
de hoogte te stellen van den gang van
het medisch onderwijs hier te lande,
alsmede om connecties aan te knoop n
met het oog op voortgezet medisch >n-'
derwijs voor artsen. Onder deze 'Vn.e-
rikaansche artsen bevinden zich, naar
ons wordt medegedeeld, William Hag
gard, president van de American Me
dical Association, n beroemd chiru g
aan de universiteit van Tenm-ssy en
prof. Louis Wil9on, president van de
Mayo Foundation, te Rochester.
De algemeene leiding berust bij ir.
William Peck uit Freeport.
Te Leiden zullen de artsen 22 dezer
des morgens 9 uur aankomen en zich
vervolgens naar het laboratorium i.i
prof. Einthoven begeven Prof. dr. J.
H. Zaayer zal het gezelschap daar iet
een toespraak verwelkomen, waarna
prof. Einthoven een voordracht .al
houden.
Daarna zal een bezoek worden g©-
bracht aan het Academisch Zn -
huis, waar enkele hoogleeraren voor
drachten zullen houden en demons'.m-
ties geven.
Woensdag 23 dezer zullen voor een
gedeelte dezer artsen in liet academ.
ziekenhuis demonstraties worden -ïe-
geven op het gebied der heelkunde en
aanverwante vakken.
Particuliere Synode.
Gisteren vergaderde alhier in de
Kerkeraadskanier aan de Hooigracht
de Particuliere Synode der Geref. Ker
ken van Zuid-Holland Noordelijk ge
deelte). Namens de saamroepen le'
Kerk van Leiden werd de vergadering
door Ds. Kouwenhoven geopend en
welkom geheeten.
Tot Moderamen werden gekozm als
Praeses Ds. Meijering van Katwuk a.
d. Rijn; als Assessor Ds. van Minnen
van 's-Gravenzande: als le scriba Ds.
Scheele van Oudewater, en als 2e -cri-
ba Ds. Wientjes van Oiidshoorn Door
verschillende Deputaten werden 'o
iaarlijksche rapporten uPgebrp~.hr., die
tot breede besprekingen aanleiding ge
ven. Dr. Dijk van Den Haag werd her
benoemd ais C.urator der Theo!, school
te Kampen, en de in sommige Depu-
taatschappen opengevallen plaats »n
door de Emerlteerlng van sommige
predikanten werden aangevuld
Een gunstig rapport kon worden
uitgebracht omtrent do Zending in
Solo op Java waartoe de vertegmwoor
digde i Classes samenwerken. Dr van
Katwijk kon in zijn m» 1edee:;igen
dienaangaande getuigen van rijken