NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 31 MEI 1920
TWEEDE BLAD.
De Ziekteverzekering.
De Maasbo cl'e*vesiigt de aan
dacht op hei feit dat de heer Slotema
ker de Braine sinds zijn optreden als
Minister zoozeer onder den indruk is
gekomen van den angst dat liii het eeo
nomisch-mogelijke zal gaan overschrij
den, dat hij geen enkele zaak be
spreekt, of hij maakt ze afhankelijk
van die zorg.
„Sterk komt men onder .den indruk,
zegt het blad, dat hij aan die beducht
heid wel eens te groote plaats kon in
ruimen en als Hamlet zou moeten kla
gen: overweging maakt bloodaards
van ons allen.
In de Eerste Kamer is hem dan ook
door den heer Wittert van Hoogland
beduid, dat de vorige Begeering, die
toch niet voor roekeloos kon doorgaan
de principieele beslissing reeds geno
men had. Minister Kooien toch bad
te dezen aanzien reeds stelling geno
men. Daarmee had hij zicb ook uitge
sproken over de» kwestie, of het Ne-
derlandsche bedrijfsleven den nieuw
op te leggen last zou kunnen verdra
gen. Daar is ook veel waarschijnlijk
heid, dat deze vraag geen vraag meel
is, omdat in 1903 de Ziektewet
reeds in het Staatsblad is verschenen
en in 1914 had moeten ingevoerd zijn.
Voor de nijverheid is de invoering
een kwestie, waarschijnlijk slechts
voor de helft der kosten. Immers men
neigt en van vele zijden toe om de
kosten-verdeeling, zooals ook de Ziek
tewet reeds bevat, in hoofdzaak lialf-
om-half te maken, werkgever en ver
zekerde voor gelijke deelen te laten
'bijdragen. Als onmiddellijke belasting
van de nijverheid komt dus bet volle
bedrag der premiën niet in aanmer
king. Dan boude men rekening met
bet feit, dat de uitkeering van ziekte-
geld reeds thans in veel gevallen
plaats vindt, zoodat lang niet alle uit
keering in den vervolge een nieuwen
last zou vormen.
Eindelijk gaat er van uitkeering bij
ziekte zulk een invloed op den ziekte
toestand zelf uit, welke invloed door
het stellen van ziekte-behandeling als
conditie nog versterkt wordt, flat het
aldus bestede geld een verhooging van
de volkskracht oplevert.
In de richting van de economische
mogelijkheid behoeft de Minister zijn
onderzoek dus niet uit te strekken.
Doch, alsof een of andere booze geest
gezworen haid, dat de Ziekteverzeke
ring ten eeuwigen dage onuitgevoerd
zal blijven, er is nog een tweede ob
stakel, dat dezelfde Minister zich zelf
stelt. Alsof hij verzekerd ware van een
lang of zelfs maar een normaal minis
terieel leven.
Overtuigd, dat de verschillende so
ciale verzekeringen (invaliditeits- en
ouaerdotmsverzekering en ziekteverze
kering) slecht bij elkaar aansluiten,
wer.scht bij een betere samenstelling,
een ^unificatie" tot stand te brengen.
Wat die unificatie zal inhouden, staat
den Minister zelf niet goed voor den
geest. Duidelijke aanwij-zing althans
beeft bij nog niet gegeven. Wie echter
eenmaal begint aan zulk 'n groot werk
als unificatie der sociale verzekerin
gen met haai* verschillende doelein
den en organilsataies kan moeilijk bet
eind voorzien.
Zelfs is bet een onbegonnen werk.
Von Posadowski, de groote Duitsche
verzekeringsman, is niet geslaagd om
een behoorlijke eenheid te scheppen.
Hier te lande heeft Minister Aalberse
van den beginne ai zich een* codifica
tie van de geheele sociale verzekering
gedroomd. Aanvankelijk heeft hij al
tijd deze codificatie in tijdsvolgorde
gedacht achter de invoering der Ziek
tewet. Later is dez,e codificatie, be
staande in een zekére wijziging van
elk der onderdeelen om ze goeid bijeen
te voegen, vervaagd en vervangen,
voorloopig althans, door de gedachte
van wijziging der Ziektewet, alvorens
zij zou worden ingevoerd. Deze be
perkte wijziging heeft Minister Aal
berse doen falen in zijn plan tot in
voering.
Wat Minister Slotemaker van zins
is. lijkt terug te grijpen naar de groote
unificatie van Minister Aalberse. Wa
re dit nog maar het geVal en nam de
beer Slotemaker tevens aanstonds de
gedachte daarbij ovoi;. pm de Ziekte
wet eerst uit te voeren en daarna die
fameuse codificatie of unificatie ter
hand te nemen, dan behoefde piert ruin
der hednclit te zijn voor afstel tj?.:n
thans, nu hij èn de unificatie ter hand
neemt èn zich voorstelt op die unifica
tie te wachten alvorens hij de ziekte
verzekering invoert.
Zoo zou men alle reden kunnen heb
ben om met angst en beven zich af te
vragen, of de naam van dezen Minis
ter, zelfs al waren hem vier ministeii-
eele levensjaren geschonken, ooit aan
de invoering der ziekteverzekering
verbonden zal worden, waarom hij zelf
als Kamerlid nog pas zoo instantelijk
vroeg.
Afgezien van stelsels, van opzet of
organisatie der ziekteverzekering, iis
thans aller wensch, zooals de lieer Kor
tenhorst in de Tweede Kamer ook aan
gaf. gericht op een ziekteverzekering,,
welke clan ook.
Zou-de Minister niet goed doen, daar
op te letten en zijn eerste plan, uitvoe
ring der Ziektewet-Tal ma met de noo-
dige ruimte, voor vrije kassen, weer
frisch op te vatten en manmoedig in
een daad om te zetten?"
KERK EN SCHOOL^
NED. HERV. KERK.
Bedahkt: Voor Ouderkerk a. cL
IJssel, J. H. F. Remme te Amsterdam-
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Wagenborgen, cand.
A. Dondorp te Utreen t en cand. R.
Wiersema te Zandeweer.
Beroeipen: Te Batavia, J. Ubels üa
Heemstede. Te, Rottevalle, cand. H. Wier
sema te'Zandeweer.
Bedankt: Voor Koeten, W. A.
Wiersinga te Wormer.
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt: Voor Leiden, H. Kievit
te Veenendaal.
Ds. S. J. Vogelaar.
De classis Ommen der Geref. Kerken
heeft in haar vergadering van 25 Mei
het volgende besluit genomen:
De Classis Ommen, in buitengewone
vergadering bijeen op 25 Mei 1926,
besproken hebbende het verzoek van
den Kerkeraad van Iieemse om den
Dienaar des Woords weer tot vollen
■ambtelijken dienst vrij te laten;
van oordeel, dat zij' op de vorige bui
tengewone vergadering van 28 April
aangaande Ds. Vogelaar aan den Ker
keraad een welgegrond advies heeft ge
geven;
vernomen hebbende, dat de uitspraak
in hooger beroep zeer lang op zich
kan laten wachten;
besluit, gehoord het advies van De-
putaten ad. Art. 49 K.O., dit verzoek
toe te staan en verder met het oog op
fenoemde uitspraak een afwachtende
ouding aan te nemen.
Ds. P. v. Binnendijk f
Ds. P. van Binnendijk, predikant der
Ned. Herv. Gemeente te Wetsinge-Sau-
werd, is in den ouderdom van 08 jaar
overleden.
Ds. van Binnendijk stond achtereen
volgens te Garsthuizen, Augustinusga,
Stadskanaal, Obergum, 't Zand, en se
dert 17 Juni 1900 te Wetsinge.
Kerkbouw.
Zaterdagmiddag is de eerste steen
gelegd van het nieuwe kerkgebouw
der Geref. Kerk aan den Kloppersingel
te Haarlem. Architect is B. T. Boeyenga
uit Amsterdam.
Eerst sprak Dr. J. Brinkman? predi
kant der Kerk, die in het bijzonder
Ds. G. R. Kuyper, vroeger* predikant
der Geref. Kerk te Haarlem, thans pre-
dikant in Den Haag, hartelijk welkom
heette, waarna Ds. R. Mulder, emeri
tus-predikant der Geref.Kerk d.e oor
konde plaatste in de daarvoor in een
zuil bestemde ruimte. Hij metselde ver
volgens de ruimte dicht en sprak daar
bij een kort woord, er aan herinnerend
dat hi] .32 jaar de Kerk heeft gediend
en zoo ook heeft mogen medebouwen
aan de Kerk. Hij sprak den wensch uit,
dat Gods zegen op den bouw van de
kerk moge rusten.
Ten slotte voerde Ds. Kuyper het
Woord.
De oorkonde bevatte den datum van
cleze plechtigheid en de namen van
verschillende -personen, die hun krach
ten aan het werk hebben gegeven.
Ds. Brinkman deeü de aanwezigen
zingen Ps. 103 en ging vervolgens vooï
in gebed.
Ér was groote belangstelling voor
de plechtigheid.
Het plan voor den bouw is een ver
volg van het ontwerp, dat indertijd ii
ingediend op de prijsvraag voor een
kerkgebouw "aan de De Wittenkade tb
Amsterdam.
Het gebouw zal 1200 zitplaatsen kun
nen bevatten.
Zaterdagavond^heeft te Wolpheze
de plechtige ingebruikneming plaats ge
had van het nieuwe kerkgebouw dat
daar gesticht is. door de Geref. Kerk
van Oosterbeek.
Deze kerk is het Jweede gebouw, dal
binnen een jaar tijds door de Geref.
Kerk van C-osterbeek werd gebouwd.
Hel is een kruiskerkje met een laag
.gehouden muurwerk en een stijle kap
met torentje. Het heeft een aaruigon
vorm en past heel-goed in het land
schap. De kosten bedroegen f 20.000
en (Ie kerk bevat 400 zitplaatsen.
Bij de plechtigheid waren o.a. te
genwoordig het gemeentebestuur van
Kenkum, 'alsmede afgevaardigden van
de naburige kerken Arnhem, Renkum,
en Wageningen.
Ook was vertegenwoordigd het be
stuur van de Krankzinnigenstichting
Wolfheze.
Ds. Koers, predikant der Kerk van
Oosterbeek, voerde het woord.
Een Gutenberg-bij bel.
Volgens een bericht uit Weenen heeft
het Benedictijner klooster bij Klagen-
furgt opnieuw een Gutenberg-biibel ver
kocht. ditmaal voor 45.000 pnd st. aan
een Amerikaan.
In het klooster blijft thans npg een
exemplaar over, dat beschouwd wordt
als de fraaiste van deze oude drukken
die van omstreeks 1480 dateeren.
Eenigen tijd geleden kocht Dr. Ro-
sènbach te Philadelphia een niet geheel
compleet exemplaar voor 21.800 pnd. st.
van Edward Goldston te Londen, die
er zelf volgens de „Daily Chronicle"
12.000 pnd. st. voor betaalde aan de
overheden van het klooster.
„Te veel onderwijzers."
De heer D. W. Okker, directeur der
Glir. Kweekschool te Dordrecht, ver
zoekt opname van het volgende:
Onder het opschrift: Te veel onder
wijzers?" komen er in den laatsten tijd
in de bladen berichten voor, die als
bewijs moeten dienen, dat er inderdaad
te veel onderwijzers zijn.
Die berichten moet men eenigszins
critisch lezen.
Want welk bewjjs ligt er nu b.v. in
de mededeeling, die ik in een der bla
den vond, dat zich ergens voor hoofd,
let wel, voor hoofd eener school, 80
sollicitanten hadden aangemeld?
En wat beteekent het voor onze Chr.
school, dat zich bij de neutrale, let wel,
neutrale, school van een Rotterdamsche
schoolvereeniging meer dan 200 solli
citanten aanmelden?
Dit bewijst immers niets voor onze
Christelijke school?
Daar tegenover staan andere feiten,
die aantoonen, dat het teveel aan Chris
telijke onderwijzers niet zoo groot is,
als men op grond van krantenberichten
zou denken.
Dat blijkt b.v. uit de moeite, die men
heeft om aan gpschikt tijdelijk perso
neel te komen. Of zou men anders b.v.
een gehuwde- onderwijzeres weer voor
tijdelijk benoemd hebben, zoöals dezett
dagen is gebeurd?
Nu zou men alle tendentieuze berich
ten over dit onderwerp met een glim
lach kunnen laten passeeren. wanneer
niet vaststond, dat ze onze Chr. school
ernstig schade zullen doen.
Er zijn al ouders, die hun kinderen
niet, zooals aanvankelijk hun voorne
men was, voor onderwijzer laten leeren
omdat er toch al zooveel zijn.
Dit is verkeerd.
Zeker/ er zijn te veel onderwijzers.
Maar voor de neutrale school. En
in de eerstvolgende jaren zullen ook
de pas geslaagden wel eenige moeite
hebben.
Maar de jongelui, die nu gaan be
ginnen?
Die moeten vragen: Hoe staat het in
19,50?
Zullen er in 1930 en in 1931 ook te
veel onderwijzers zijn?
Een onderzoek, ingesteld namens de
Vereeniging van Chr. onderwijzers in
Nederland heeft aangetoond, dat in '31
allen, die dan de akte Dezitten en op
geleid zijn aan .een Christelijke inrich
ting in de Christelijke school een plaats
kunnen gevonden hebben.
Voor <ie volgende jaren dreigt er dan
zelfs een tekort van eenige honderden
per jaar.
De toestand kan voor de aktebezitters
zelfs nog veel gunstiger worcfen. wan
neer de regeenng, zooals redelijker
wijze verwacht mag worden, de maar
regelen ten opzichte van het aantal on
derwijzers eenigszins verzacht.
Wat dreigt er dan, behalve stagna
tie in het onderwijs? Dat jongelui op
geleid voor en op neutrale inrichtin
gen hun weg trachten te vinden in de
Christelijke "school. Dat wil men toch
zeker niet?
Daarom moeten onze bladen voorzich
_tig zijn met. het opnemen van berichten
"als hier boven gesignaleerd.
En ouders, en onderwijzers, weer
houdt knappe en ijverige jongens en
meisjes niet, wanneer ze voor onder
wijzer willen leeren en het hun ver
langen is, later de Christelijke school
,te dienen. Ze zullen zeker hun weg
vinden. Bij ijverige studie en trouwe
plichtsbetrachting kunnen ze zich een
mooie t positie verwerven, niet aHeen
financieel, maar ook geestelijk.
Want wat is er heerlijker dan te
werken in een kring, waarin men gees
telijk één is.
BINNENLAND.
BELASTINGHERZIENING.
Verschilenöe belastingontwerpen
ingediend.
Ingediend zijn wetsontwerpen tot
herziening van verschillende belasting
wetten.
In de Memorie van. Toelichting wordt
er aan herinnerd, dat op 15 Februari
1925 een vijftal wetsontwerpen werd
ingediend, onderscheidenlijk tot aan
vulling der Zegelwet 191/, tot wijzi
ging der Successiewet, tot wijziging
der Wet op de Inkomstenbelasting
1914, tot herziening der Yerdeligings-
belasting II en tot wijziging van de
Leeningwet 1914.
Het ontwerp tot herziening van de
.Verdedigingsbelasting II werd 19 Oc
tober 1925 ingetrokken, nadat 14 Oc
tober te voren een ontwerp was aan-'
hangig gemaakt, waarbij de Verdedi-
gingsbelasting II geheel werd afge
schaft. Omtrent laatstgenoemd ontwerp
is 18 December 1925 Voorloopig 'er-
slag uitgebracht, welk verslag door
de inmiddels ingetreden Kabinetscri
sis tot dusver onbeantwoord is geble-
ven.
Ter wille van de duidelijkheid, resu
meert de minister hier nogweven de
voorstellen van zijn ambtsvoorganger,
in cijfers uitgedrukt.
Bi] aanneming dier ontwerpen zou
het Leeningfonds derven: wegens op
centen op de Personeele belasting fü.2
millioen; wegens opcenten op de Rijks-
inkomstenbelasting f2 millioen en we
gens afschaffing der Verdedigingsbe-
lasting II f26.5 millioen, totaal rond
f29 millioen. Het Leeningfonds heeft
voor 1926 een batig saldo van i 20
millioen; er zou dus te kort komen f 9
millioen.
Volgens het plan van de commissie-
Van Vuuren 'krijgt het Leeningfonds
in 1926 een bijdrage uit het vroegere
saldo van 5 millioen, zoodat uit de aan-;
vulling der Zegelwet tè dekken zou blij1
ven '4 millioen.
De gewone Staatsdienst zou derven:
door de vermindering, der Successie
belasting 10 millioen, door wijziging
der Inkomstenbelasting 8 millioen en
door wijziging der Personeele belas
ting 1.5 millioen, totaal 19.5 millioen,
welke evenzeer door de opbrengst van
de aanvulling der Zegelwet zouden
moeten worden gedekt, terwijl dan het
meerdere, dat deze laatste zou op
leveren, boven f4 en f19.5 millioen,
zou besteed worden voor buitengewone
der crisisschuld.
AANVULLING DER ZEGELWET.
EEN WEELDEVERTERINGS
BELASTING.
Met de bovenstaande plannen kan
de minister zich voor e^n belangrijk
gedeelte vereenigen.
Ook hij; is van meening, dat, nu de
zware druk des belastingen een ern
stige belemmering vormt voor de we
deropleving der algemeene volkswel
vaart, de regeering in de eerste plaats
op een verlaging van de meest druk
kende heffingen bedacht moet zijn.
■En eveneens is hij van meening, dat,
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 31 Mei 1926.
Moet men aan voorteekenen waarde
hechten?
't Schijnt van wel.
"t Is nu ongeveer anderhalf jaar ge
leden, dat het „Vaderlandsch Ver
bond", een politieke organisatie, die
zich ten doel stelt het duurzaam staat
kundig en economisch herstel der na
tie en de verhooging van 's volks zede
lijke, geestelijke en stoffelijke wel
vaart werd opgericht.
In een der eerste geschriften van dit
Verbond las ik de volgende zinsnede:
„Merkwaardig is, dat bijna alle daar
over door de pers gevoerde beschou
wingen <deze nieuwe staatkundige ver
eeniging een zeer kort leven voorspel
len. Dit lijkt een gunstig voorteeken!'
En nu lees ik daar net in de kranten
dat op een vergadering te Utrecht op
voorste] van het hoofdbestuur is be
sloten de vereeniging te ontbinden om
dan straks met een troepje actualis-
ten een nieuwe organisatie te stichten
Van gunstige voorteekenen gespro
ken!
In 't belang van 's volks zedelijke,
geestelijke en stoffelijke welvaart"
hoop ik dat de nieuwe vereeniging on
der even gunstige- voorteekenen in de
luren zal worden gewikkeld.
OBSERVATOR.
belastingverlaging nog niet mogelijk
in zoover de stana van het budge"
maa'kt, het aanbeveling verdidht, den
huidigen druk, voor zoover die al te
oneconomisch werkt, te vervangen
door een heffing op biet-noodzakelijke
uitgaven,, welke tevens het nuttige ge
volg zal kunnen hebben, dat deze be
perkt woraen en dus te besparing be
vorderd wordt.
Het denkbeeld, dat aan de aanvul
ling der Zegelwet ten grondslag ligt,
zou hij dan ook willen handhaven;.
Het te dien aanzien aanhangige ont
werp wordt tharis vervangen door een
tweetal nieuwe oijtwerpen, waarvan
het eene een aanvulling der Zegelwet
beoogt, en het andere het in het Ie-
ven roepen van een afzonderlijke
„Weeldeverteringsbelasting".
Aan verschillende bedenkingen, uit
de belanghebbende klingen geuit,
wordt bij deze nieuwe ontwerpen tege
moet gekomen. De raming van de op
brengst van het nieuwe tweetal zal,
in verband met de aangebrachte wijzi
gingen, aanvankelijk lager gesteld wor
den dan van het oorspronkelijke ééne
wetsontwerp.
Werd de opbrengst van dit laatste
od t 88 millioen geschat en na eenige
gedane concessies, op ongeveer f 84
millioen, op veel meer dan f2ü mil
lioen durft de minister als opbrengst
van de beide thans ingediende wetsont
werpen niet te rekenen.
HERZIENING DER INKOMSTEN
BELASTING.
Tegemoetkoming aan de groote
gezinnen.
Een andere wijziging, welke de mi
nister in de plannen van zijn ambts
voorganger zou weiischen te brengen,
bestaat hierin, dat de aanhangige her
ziening der Inkomstenbelasting, welke
beoogt ^en ontlasting dqr groote gêzin-
nen, vervangen wordt eenerzijds door
'een afschaffing van -de ten behoeve
van het leeningfonds geheven opcenten
op de Personeele" belasting en op den
sui'keraccijns, anderzijds door een ver
laging van de hoofdsom der Personeele
belasting.
De aanhangige herziening der Rijks-
inkomstenbelasting heeft onder meer
het bezwaar, dat zij deze belasting
zou brengen op een plan, dat aanmer-
kelijk afwijkt Aan dat waarop de ge
meentelijke inkomstenbelastingen staan
en Avaarop deze zich, bij: gemis van in
directe heffingen, wel zullen moeten
'blijven handhaven. De band,^ die in
later jaren tusschen Rijks- en Gemeen
telijke Inkomstenbelasting veelal ge
legd is, zal hiermede ernstig bedreigd
Avorden en meermalen moeten %vor-
den prijsgegeven. Hiertegen bestaat
bedenking.
.Vooikeur hierboven schijnt te ver-
dienen een verlichting van den dru'k
der Personeele belasting, welke, vooral
in verband met de wijziging van art.
7 (kinderaftrek) voor een groot deel
FEUILLETON.
JONGE HELDEN.
(Uit den tijd der Hervorming).
6)
Een fel lichten, een knetterslag, en
vlak langs zijn oor suisde iets heen.
Men had het geraas gehoord, en er
was in de duisternis maar 1 uk-raak
geschoten.
„Wat zijn die lui heetgebakerd!"
dacht Robert. „Zij willen zeker weten,
of ik hun vriend of vijand hen. Maar
als dat hun doel is, zullen ze van mijn
aanwezigheid weinig zien."
Hij sprong van 't muurtje af, en
sloop aan den binnenkant verder.
Maar hij was en bleef vlak bij den weg
zoodat hij heel duidelijk den troep
kon hooren loopen. En terwijl hij zich
moe dacht over het doel van dezen in
zenuwachtige haast voortmarcheeren-
de troep, Averd het hem eensklaps dui
delijk: Dit was een vijandelijk leger,'
>p weg naar Genève, onder bedekking
der pikzwarte duisternis. Hef was in
tijd van vrede; de groote vijanid van
Genève, de Hertog van Savoye, had
zich door een plechtigen eed verbon
den, geen vinger naar haar uit teste
ken. Maar Avat beteekende dit dan?
De Paus kon absolutie geven van alle
verbroken eeden. De Geneefschen van
die dagen leefden als Damocles, met
het zwaard van Rome en van zijn va
zallen hoven het hoofd, en Robert Mus
grave zag, hoe in dezen nacht het
zwaard met vreeselijke dreiging da
lende was.
De jongen had maar één gedachte:
„Hoe kan ik Genève redden?" Hij tril
de van. top tot teen, terwijl zijn loom
heid vluchtte als een schaduw, toen
hij met kloeke vastberadenheid heslis-
te: Ik izal ze ongemerkt volgen, dan al-
alarm maken en dansterven!"
In dien zwarten nacht kon niemand
zijn naasten buurman onderscheiden.
Zich ongemerkt bij ide soldaten aan te
sluiten en met hen op te marcheeren,
was gemakkelijk genoeg. Beter was
nog, ze vooruit te wezen, en cle stad
te bereiken, voor zij die bereikt had
den. Maar dat was zoo goed als onuit
voerbaar. Hij moest doen wat hij kon,
niet wat hij zielsgraag wilde. Straks,
a!s de kans schoon was, en God hem
zou bijstaan, dan zou hii naar t front
sluipen, er eensklaps van door gaan,
en zoo Genève redden.
Het eerste plan a\-as spoedig vol
voerd. Bijna eer 'hij het wist, maakte
hij deel uit van de als een slang
voortschuivende groep, waaraan ide
spookachtige fakkelglans 'n duivelsch
karakter gaf, zooals zij daar voort
schreed als een op moordbeluste sluip
moordenaar. Bij het flikkerend licht
der lantaarns kon Robert onderschei
den. dat de manschappen zAvarte 'ku
rassen en helmen droegen;-sommigen
torsten vreemde dingen van touw en
hout en ijzer, waarvan hij 't doel niet
begreep.
Van geen vermoeidheid meer we-
tend, stapte Robert mee, een en al in
spanning voor het o ogenblik, 'dat hij
jiaar het front zou kunnen sluipen,
't W erd nog donkerder an ais ze straks
onder de dichte olmen kwamen, vlak
hij de stad, zou 'them wel gelukken;
hij hoorde reeds het trillen der tak
ken, zich'vermengend met het geklots
van de Arve.
Af en toe hoorde bij naast zich ge
beden aan Maria en de Heiligen lispe
len; en onverwacht zei er een tegen
hem: „Hadden Ave dit zaakje maar
goed en AA'el achter 'den rug, maat!"
Robert was bevreesd, dat zijn stem
hem zou verraden; hij antwoordde dus
niet, maar maakte een geluid, waar
zijn huurman van alles uit kon opma
ken. «Op 't zelfde oogenbli'k hoorden 2e
het angstaanjagend gekras van een
uil boven zich. Robert merkte, dat zijn
huurman schrok, terwijl een ander
hem influisterde: .„Ik geloof, dat de
duivel die ketters waarschuwt, om op
hun hoede te wezen." Toen, wat lui
der: Hoofden je dat? Dat was geen
menschelijke stem, het kwam boven
uit do lucht."
„Stil toch!" riep er oen met gezag.
Even later klonk bet bevel: „Lichten
uit!' Het lichtgeflikker was eensklaps
uit: sommigen hadden hun fakkels
uitgeblazen, anderen het luikje in hun
lantaarn neergeschoten. „En nu voor
waarts!"
De troep ging verder, angstig stil in
de diepe duisternis.
Robert had. een gevoel, alsof hij zijn
halve leven al met deze Belialskinde-
ren, deze middernachtelijke verraders
had geloopen. 'tWas hem, als liep hij
in een nachtmerrie, en hij kon niets
doen en niets zeggen. Marcheerden ze
nu langs het Plainpaleis? Hij kon
niets anders onderscheiden clan de
rug van zijn voorman, dat-was al.
Eindelijk hoorde bij een commando.
„Halt! Front formeeren!" Terwijl ie
mand zijn lantaarnluikje opschoof, zag
Robert in eëns duidelijk de leiders van
den troep: een zwaargebouwde figuur
met bepluimden helm, en naast hem
een monnik in kap en mantel gehuld.
Nu was het zijn tijd; hij stond vlak
bij "de hoornen, en het was er pikduis
ter. Hij zou nu achter den troep zien
om te komen, en dan naar de naast-
bijzijnde stadspoort vliegen.
Helaas, juist één oogenblik te laat!
God zou Genève dien nacht niet red
den door de hand van Robert Musgra-
ve. Nauwelijks sloop hij weg, of hij
•werd bemerkt, gegrepen en naar het
licht gesleept.
„Ik ken je wel, Ragazzo" zei de man,
die hem gegrepen had; „altijd een laf
aard. jij hebt er geen slag van, een
touwladder op te klimmen. En nu wou
je wegloopen, terwijl wij ens gereed
maken tot den aanval. Kalm, kereltje!
We zullen je eens even .voor Brunau-
lieu brengen.'
Robert antwoordde slechts met een
grooten schreeuw, waarmee hij de
poortwachters in Genève hoopte te
waarschuwen. Maar de schrille jon
gensstem stierf doelloos weg, en wel
dra stoncl hij in 't schemerlicht der
lantaarns voor de twee bevelhebbers.
Wanhoop maakte zich van hem mees
ter; nuMvas alles verloren. Zijn eenige
hoop was nog, den vijand wat te kun
nen ophouden, want elke seconde
bood kans op redding. Hij keek eens
op, en zag een enorm grooten man voor
zich, wiens uiterlijk' Aveinig deed'den
ken aan een dapper en bekwaam be
velhebber.
„Wie ben je?" vroeg Brunaulieu.
„Ik ben een Brit, mijn naam is Ro
bert Musgrave."
„Dat is voldoende" sprak de com
mandant ruw. „Het wachtwoord?
Robert zweeg. „Weet je 'tniet? Ac
eoord, Manzoni, hang hem op aan dien
boom bij je! Of neen, dat kost tijd en
touw, en die tAvee kunnen we sparen.
Rijg hem aan je zwaard."
„Jawel kapitein!"
Terwijl l>ij met huivering zijn lot
overdacht, hoorde Robert eensklaps
een andere stem: „Wat, ik u bidden
mag .commandant, laat hem leven, hij
kan ons nog van dienst zijn." Tot Ro
berts groote verbazing vervolgde de
stem in 't Engelsch, of beter gezeg in
zuiver Schotsch: „Kijk hier, jongen,
wees niet bangl"