NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 28 MEI 1926 1 W EEUE BLAD. WM DE BLADEN ZEGGEN. Het bed gespreid. Tn (ie Kroniek van de laatste af levering van „De Opbouw" bromt Mr. Marehant over den gang der politieke dingen. Enkele rake dingen zegt hij in zijn brom partij. Zoo merkt hij over de verhouding van Minister De Geer tot zijn voor ganger op: „Het inzicht in den financieelen toe stand en de bezuinigingsmethode ver schilt in wezen niet van zijn voorgan ger. „De minister De Geer voelt zich behagelijk in 'het door zijn voorganger gespreide bed" De halveering in plaats van de afschaffing der verdedigings belasting 11 moet dienen voor de „ka pitaalvorming". Het ontwerp-weelde- belasting'zal door een ontwerp weelde- verteringsbelasting worden gevolgd. De rijwielbelasting zal worden ge handhaafd en tegen den inhoud der wêt een blijvend karakter verkrijgen door de opbrengst geleidelijk te bestem men voor het wegenfonds. De verhoo ging van den kinderaftrek voor de In komstenbelasting zal vervallen we gens de moeilijkheden, die hieruit zou den rijzén voor de gemeentefinanciën „Of de bezuiniging door reorganisa tie van den staatsdienst vrucht zal dra gen, zullen wij moeten afwachten. Men kan wel betoogen, datthet budget om laag moet worden gebracht, maar daar mede is dit nog geen feit. Deze minis ter van financiën heeft thans de gele genheid om te toonen, dat hij langs een anderen weg het doel van zijn voorganger zou hebben-kunnen berei ken". Minister De Geer gevoelt zich beha- gelijk in het door Minister Colijn ge spreide bedl Het schijnt ons juist gezegd, zegt de Rotterd., echter heeft niet slechts de tegenwoordige bewindsman van financiën, maar geheel Nederland Mi nister Colijn te danken voor het door hem gespreide bed? KERK EN SCHOOL. NEL». HERV XVL.RK. Beroepen: Te Garsthuizen, cand. T. G. A. van Dgk te Enschedé. Bedankt: Voor Wommels, R W. Boers te Abbekerk. GivREF. KERKEN. Beroepen: Te Woubrugge. H. Hol trop. cand. te Zandvoort. Te Aalsmeer, J, Gillebaard, te Noord-Scharwoade. Te BorsselenDriewegen, J, de Boer, can didaai te Zwartsluis. Bedankt: Voor Kooten, W. A. .Wiersinga te Wormer. OHK. GERBF. KERK. Tweetal: Te Maassluis. N. Bjjde- mast te Rotterdam en J. B. G. Croes te Bussum. Ds. J. J. Busk3s. In de Parkkerk heeft Woensdagaw. Ds J. J. Buskes, gekomen uit Ooster end (Texel) zijn intrede gedaan als predikant bij de Geref. kerk van Am sterdam-Zuid) (buiten het kerkver band). In het inleidend woord van zijn pre dicate zeide bij 'teen plicht te achten de gemeente te zeggen, hoe hij zijn werk als dienaar des Woords ziet en hoe hij dat werk zal doen, in welken geest bij haar bet woord Gods hoopt te brengen. Spr. zal niet een program van actie ontwikelen. Dat heeft hij niet en wil hij ook niet hebben. Want een predi kant is geen partijleider, maar Gods- getuige en daarom los van menschen, partijen en verhoudingen, al heeft hij tot allen iets te zeggen. Niet wat spr. doen zal, doch hoe hij het doen zal moet duidelijk zijn Hel gaat dus om den geestelijken achter grond van zijn werk als dienaar des Woords. Als tekst van zijn intreepredicatie gaf spr. daarna de woorden uit Romei nen 1:11 en 12 (denzelfden tekst waar mede hij nu ruim twee jaren geleden zijn intrede in Oosterend deed): ..Ik verlang om u te zien, opdat ik u eeni ge geestelijke gave mocht mededeelen. ten einde gij versterkt zoudt wordpn. Dat is, om mede vertroost te worden onder u, door het onderling geloof, zoo het uwe als het mijne." Aan het einde zijner predicatie sprak ds. Buskes een kort persoonlijk woord. Daarin gaf hij allereerst uit drukking aan de smart, die hij gevoelt nu hij Oosterend heeft moeten verla ten vooral omdat het niet de gemeen te aldaar was, die hem noodzaakte te vertrekken. Dat hij van dit oogen- blik af predikant zal zijn van een Ger. kerk buiten het kerkverband, is voor hem hard, maar hij aanvaardt dit als een harde noodzakelijkheid. Mijn ver langen bliift echter, aldus spr. dat onze kerk, die toch niets anders wil zijn dan een Gereformeerde kerk. niets meer maar ook niets minder eenmaal weer in het verband der Gereformeerde kerken zal worden op genomen. Het is niet alleen mijn ver langen het is ook mijn gebed. Na gemeente en kerkeraad to heb ben gedankt voor de hartelijke ont vangst, sprak spr. dr. Geelkerken toe. Staatspensioen en kerk. Het hoofdbestuur van den Bond voor Staatspensionneering heeft aan de Sy nodes van de Ned. Hèrv. Kerk, Geréf. Kerken in Nederland en Chr. Geref. Kerk een brief gericht, waarin gewe zen wordt op de roeping der Kerken om afdoende te voorzien in den nood der ouden van dagen. Om die reden wendt genoemd "bestuur zich tot de synodes bovengenoemd, daar de zedelrk-godsdienstige geboden van de H. Sennit (Eert uw vader en uw moeder en Draagt elkanders lasten) niet het minst door aen steun en de mede werking der kerken moeten worden om gezet in practgk en wet. Christelijk Volksonderwijs. Gisteren is te Utrecht de 35 ste alge- meene vergadering gehouden van de Vereeniging voor Christelijk Volksonder wüs. Nadat de voorzitter, Prof. Dr. W. J. Aalders te Groningen, een welkomst woord had gesproken, in het bijzonder tot den eere-voorzitter, den oud-minis ter Dr. J. Th. de Visser, en Ds. H. H. Barger, de vergadering namens de af deeling Utrecht had begroet, hield Prof. Aalders een korte rede. De Oranje-collecte bracht f 544 op. Blqkens het jaarverslag steeg het aan tal aangesloten scholen van 378 tot 389. Van de 10 candidaten voor het na-exa men slaagden er 9. De voorzitter wees er op, dat het noodig is, dat meer candidaten deelne men aan het na-examen. De eere-voorzitter, oud-minister Dr. De Visser, sprak vervolgens. Met weemoed denkt spr. er aan, dat hg de eenig overgeblevene is van de stichters dezer vereeniging. In de plaats daarvan komt dankbare blijdschap, hg ziet, dat zooveel wakkere mannen de plaats van hen, die heengingen, in namen. God heeft wonderen, ook met deze Vereeniging gedaan. Spr. denkt terug aan de traagheid, bgzonder in de Neo.- Herv. kringen, om tot de vestiging yan Christelijke scholen te komen. Spr. vuur de tot volharding en groei aan. Hg is voor de toekomst niet geheel gerust. Er komt een nieuwe onderwijscommissie en spr. is |)ang, dat, als het komt tot vernieuwde bezuiniging, de Ned. Herv. kringen de schade ondervinden. Bij de R. K. en de Gereformeerden is men zoo goed dis binnen. De tragen zulien van nieuwe bezuiniging jnin of meer het slachtoffer zijn. S. r. drong er op aan, zooveel mogelijk over de geheele linie te bespoedigen de vestiging van Christelijke Ned. Herv. scholen. De vergadéring zong daarop Dr. De Visser toe: „Dat 's Heeren zegen op u daal". Als bestuursleden werden herkozen de heeren Prof. Dr. W. J. Aalders te Groningen, J. C. Ligtvoet te Den Haag en K. Brants te Haarlem, terwijl als bestuursliu gekozen werd Jhr. Dr. L. li. Quaries van Ufford. Op voorstel van het hoofdbestuur werd besloten,-de bemoeiingen uer ver eeniging ook uit te strekken tot het voorbereidend onderwijs en scholen voor dit onderwijs, de gelegenheid te geven zich b\j het C.V.Ö. aan te sluiten. De heer E. J. v. d. Eist te Utrecht sprak daarna over het onderwijs en de vaderlandsche geschiedenis op onze la gere scholen. Na rondvraag werd daarna de verga dering gesloten. Christelijk Nationaal Schoolonderwijs. Gisteren is te Utrecht de 64ste alge meens vergadering van de Vereeni ging voor Christelijk Nationaal School onderwijs gehouden. De voorzitter, Ds. B. v. Schelven uit O verveen, wees er op, dat de ver eeniging uit strijd geboren is en jaren lang in de hitte van den strijd heeft gestaan. Spr. herinnerde aan de kwes tie te Muiderherg, waar een onderwij zer aan de openbare school het natio nale element (vaderlandsche liederen, viering Koninginnedag enz.) stelsel matig weert. De strijd van onze broe ders, zeide spr. mag wel wat meer weerklank vinden in het land dan tot dusver, en spr. deed hij voorbaat een beroep op de offervaardigheid van de broederen. Wij noemen onze scholen graag scholen met den Bijbel, aldus ging spr. verder, en nu heeft het buitengewoon pijn gedaan, dat in Zwolle een hoog leeraar in de theologie opgetreden en te velde getrokken is tegen dien Bijbel op de school. Blijkens het vervolgens aan de orde gestelde jaarverslag hebben de inspec teurs vooral gelet op het onderwijs in Nederlandsche taal en lezen. De hoofd commissie streeft er naai', een betere regeling te treffen voor het examen voor de aanteekening op het diploma van den Schoolraad; ook is zij bereid gedelegeerden te zenden tot bijwoning van het eindexamen aan de kweek school, speciaal voor die vakken, die bliiten het rijksprogramma staan. Bij de bespreking over dit punt deelt de heer Eringa, rijksinspecteur, mede, dat het examen thans practisch ge heel vrij is. De gecommitteerden let ten alleen op de aanwezigheid van de voorgeschreven kennis, maar de exa minator is volkomen vrij in de rich ting, waarin hij vraagt, en de exami nandus in de richting, waarin hij ant woordt. In de hoofdcommissie werden ds. T. Ferwerda en de heer R. Venema, hei den te Amsterdam, als leden herkozen Naar aanleiding van een desbetref fende vraag delde de hoofdcommissie mede, dat voortaan in elk jaarverslag de rapporten der inspecteurs zullen sa mengevat worden. Vervolgens hield Dr. J. Waterink te Amsterdam, een rede over de waar de van de bioscoop voor het onderwijs. Spr. kwam tot de volgende conclu sies: le. tegenover het levende woord heeft de film geen heteekenis; 2e. algemeen vormende 'kracht in gunstigen zin moet haar worden ont zegd; 3e. de bioscoop is niet vrij van zede lijke gevaren. De beer Van der Spe k (Utrecht) oordeelde de eerste conclusie lichtelijk overdreven. Als zeer leerzame film toonde spr. de Shackleton-film, de na tuurwetenschappelijke film enz. De film is een goed leermiddel, al werkt het sterk op de emotie. Spr. zeide het ook met de tweede conclusie niet eens te zijn. Spr. geloofde niet dat het goed is de kinderen absoluut van kennis neming niet de bioscoop te onthouden Het is juist goed, als het nieuwe er af is. De heer Van W ij 1 e n (Rotterdam) zeide veel te voelen voor het betoog van den inleider, maar wij behoeven nog meer experiment om onze stellin gen te kunnen formuleeren. Het eco nomische gebruik is niet af te keuren» maar de fout is dat het kind niet ac tief kan medeleven. Ds van Grieken Rotterdam) zei de op hetzelfde standpunt te stean als inleider, maar is er toch niet door be vredigd. In hetgeen de heer v. d. Spek zegt zit toch ook ontzaglijk veel waars. De heer Van Baal (Scheveningen) zeide veel meer resultaat te verwach ten van het schoolmuseum, zooals dat in Den Haag onder leiding van jonkvr Elias bestaat. De inleider, Dr. W a t e r i nk, stelde met vreugde vast, dat bijna niemand spr.'s tweede stelling heeft bestreden De bioscoop maakt de fantasie dood, die wel leeft bij de plaat, welke een levende aanvulling noodzakelijk maakt. Een projectielantaarn vindt spr. zeer nuttig. Bij de replieken'verdedigde heer Van der Spek nogmaals den bioscoop. De vergadering werd daarna gesloten. Staatsexamen. Bg "beschikking van den .Min. van Onderwgs is bepaald, dat het Staats examen ter toelating tot de Universi teit zal worden afgenomen te Utrecht op de werkdagen van 16 Juli tot en met 31 Augustus a.s. Tot Zijnen dienst bereid. Onze ruimte laat niet toe, de rede voeringen op de vergadering- van den Geref. Meisjesbond gehouden, te ver slaan. Maar voor het slotwoord, dat Mej. H. S. S. Kuyper in een der zalen sprak, willen wg toch een uitzondering maken. Nadat den aanwezigen verzocht was te zingen Psalm 100:2, aan welk psalm vers de titel van haar slotwoord „Tot Zgnen dienst bereid" ontleend was, ving spr. haar rede aan. Geen grooter genade in ons leven, aldus spr., dan bereid te mogen zgn tot den dienst van God. De wereld en de tijdgeest lachen ons hierom uit, Zg prediken de heerlijkheid van het heerschen. Maar een kind van God leert het voor recht van te mogen dienen. Dan is ons werk Gods werk, dat Hij ons aanwgst. ook het kleinste en ge ringste is „dienst". Ja, ziek zgn en wachten, kan dienst zijn. Spr. denkt aan de zieke meisjes, die 't vooral vandaag zoo moeilijk hebben. Ook op 't ziekbed make Hij haar tot Zgnen dienst bereid. Heerlgke gedachte ook voor allen, die ons neden hooren kunnen. Spr. denkt ook aan de vier zuster verenigingen in Hongarije en de drie zusterverenigingen in België. In gedachte reiken wg naar de zus terhand. En nog verder gaan onze gedachten. In eindelooze rijen gaan en komen de kinderen, die God dienen. Niet alleen op de aarde, maar vooral ook in den hemel. Want de gezaligden dienen Hem ook daér dag en nacht in Zgnen tempel. En ook de engelen dienen Hem. En zoo omspant hemel en aarde één grootsche, heerlgke dienst, door God ingesteld, en door-Hem verdeeld over duizenden en tienduizenuen, een schare die niemand tellen kan „tot Zgnen dienst bereid'. Van die ontelbare schare mag onze Bond een klein onderdeel zgn. Unze verenigingen neipen onze meis jes opvoeden door haar eigen persoon lijke taak, in dien Heiligen dienst. God vraagt heel ons leven, ai onzen arbeiu, al ons doen en denken. En biddend kliniie ons aiuwourd (wat door allen stande gezongen werd): Neem mijn leven, laat het Heer, Toegewijd zijn aan Jw eer. Neem mijn Handen, dat ze 'tmerk Dragen van Uw liefdewerk. Enz. 'STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMÉR. Vergadering van gisteren. Aan de orde is de wijziging van a rt. 20 der Invaliditeitswet. De heer J. B. VAN DIJK (R.-K.) ver dedigt een amendement om het bedrag door bet rijk te storten in het invalidi- teitsfonds, te bepalen op f 1.800.000 de daarvoor in 1924 en 1925 vastgestelde som. Thans wordt voorgesteld de storting te stellen op f 9.423 000 over 1926 en dit bedrag te laten stijgen tot f 17.623.000 over de jaren 11a 1928, op grond van al lerlei berekeningen op zuiver hypothe- tischen grondslag. Spr. wijst erop, dat de gemaakte berekeningen zeer uit- eenloopen; allen houden hun bereke ning voor de juiste. Spr. meent dat door de storting van millioenen voor fondsvorming een veel te zware last wordt gelegd op het tegenwoordige ge- De heer VAN VUUREN (R.-K.) be toogt dat fondsvorming met het out- werp niets te maken heeft. De heer SNOECK HENKEMANS (C.- H.) wil hans niet besluiten over de ver vanging van het--fondsstelsel door om slagstelsel. Het amendement wordt verder be streden door den heer VAN GIJN (V.B.) Wij hebben niet het stelsel van sociale voorzorg, maar van sociale ver zekering. De heer OUD (V.D.) wil thans be- lissing omtrent de fondsenkwestie en is dus voor het amendement. De heer VLIEGEN (S D.) is tegen het amendement. Ophouden met fondsvor ming befeekent den geheelen laat te leggen op werkgevers en arbeiders. De heer VAN AALTEN (V.D.) be strijdt den heer Vliegen. De heer VAN RIJCKEVORSEL (R,- K.) wil uitstel van het debat tot de unt« ficatie van de sociale verzekering. De heer DUYS (S.D.) bestrijdt den heer Oud, die z.i. gevaarlijke theorieën heeft verkondigd. De heer DE GEER, minister van Fi nanciën (minister Slotemaker de Brui ne moest in de Eerste Kamer zijn) ver dedigt het ontwerp. De vraag fondsstel sel of omslagstelsel is thans niet aan de orde. Wat het amendement betreft, merkt spr. op dat tot nu toe in de wet een storting van 21 mill, staat Slechts voor een jaar is daar van afgeweken en 1.8 millioen gestort Dat is nu geëindigd en nu is de storting van 21 millioen herleefd. Intusschen is gebleken, dat dit bedrag tot 17 millioen kan worden teruggebracht. Indien men het bedrag op f 1.800.000 bracht, dan zou de re geering haar ontwerp moeten intrek ken en zou de storting van 21 millioen herleven. Spr. sluit zich dus aan bij den aandrang op den heer Van Dijk om zijn amendement in te trekken. De heer J. B. VAN DIJK repliceert en trekt zijn amendement in. Het ontwerp wordt z. h s. aangeno men. Hierna kwam aan de orde een rege ling betrefffende het intercommunale autobusverkeer. Van verschillende kanten werden be zwaren geopperd, hoewel men moet toegeven dat een regeling noodzake lijk is. Het ontwerp, waarbij het concept stelsel wordt ingevoerd, zal dan ook als het in tweede lezing behandeld wordt enkele redactiewijzigingen bleken noodzakelijk wel met alg. st. worden aangenomen. In de avondvergadering werd de Oorlogsbegrooting behandeld. Een over zicht van de plannen van den minister vindt men elders in dit blad. EERSTE KAMER. Vergadering van Woensdag. Voortgegaan wordt met de behande ling van de begrooting van Water- De&heer SMEENGE (V.B.) pleit voor verbetering van den waterweg Gronin genLemmer. Verder uit hij een wensch ten opzichte van den afvoer van turf uit Drenthe en dringt hij aan op spoedige totstandkoming van het kanaal DelfzijlTwenthe. Voorts pleit hij, in verband met de ontwatering van het waterschap te Vollenhove, voor de belangen van de scheepvaart en de stad Zwartsluis. De heer MOLTMAKER (S.D.) acht de leiding van ons spoorwegbedrijf een zijdig en de tarievenpolitiek bij de spoorwegen niet juist. Hij wenscht uit breiding van den treineloop op Zonda gen en stopzetting van de subsidie voor de tramwegmaatschappij Zut- phenEmmerik. De behandeling van de waterstaats- begrooting zal, aangezien de Minister in de Tweede Kamer moet zijn, heden worden voortgezet. Aan de orde is de begrooting van Arbeid. De heer VAN DER LANDE (R.-K.) dringt aan op voorzichtigheid ten aan zien van sociale maatregelen, die niet internationaal worden toegepast. Dé heer WIBAÜT (S.D.) bestrijdt het standpunt van den minister ten op zichte van de woningvoorziening. Spreker vraagt meer bijslag aan ge meenten voor dekking van de exploi tatiekosten van arbeiderswoningen, en meer wonirigwetvoorschotten aan ver- eenigingen, waar de dekking van de exploitatiekosten verzekerd is. De heer DANZ (S.D.) erkent, dat de regeering de noodzakelijkheid inziet van werkverruiming door middel van productieve werkverschaffing; hij vraagt zich ^echter af of de regeering doordrongen is van de noodzakelijk-' heid om daarbij spoed te betrachten. Hij dringt aan op toepassing van de Arbeidswet, uitbreiding der arbeidsin spectie en ratificatie van de conferen tie van Washington. FEJLJILLETON. JONGE HELDEN. (Uit den tijd der Hervorming). 4) „Kijk eens, vi'ind, eerst vertel je haar, waarom ik vandaag niet komen kan; zij zal, met haar mildste hart van de wereld, mij dat dadelijk ver geven. En dan, wil je haar dit over handigen? 't Is voor haar verjaardag, zooals ze dat noemt." Hij haalde een-klein doosje van ge polijst hout te voorschijn, met. een zil veren sleuteltje aan let handvat ge bonden. Robert begreep al wat er iri zat. Jacques maakte het open, en toon de hem allerlei naaigereedschap: schaar, vingerhoed; naalden, spelden, alles van de beste qualiteit. De Geneef- schen waren zeer bekwaam in het kunstnaaldwerk; soms kwam men uit Katholieke landen naar Genève, om4 hun werk bewonderen. Robert uitte zijn verbazing over een zoo kostbaar geschenk onder deze on> standlgheden. „Och" verklaarde Jac ques „ik ben maar alleen met mijn moeder, en ik verdien in mijn vak goe I geld „Maar waarom geef je haar geen ring of broche, nu je toch in 't goud smidsvak bent; je hadt het dan zelf kunnen maken!" Mercier schudde zijn hoofd. „Meis jes van onzen stand dragon geen goud' zei hij. „Maar hun werk is naaien, en Jat doen ze best. en daarom vermoed ik dat mijn geschenk nog wel bij haar in den smaak zal vallen. En zeg baar, dat het een geschenk is, dat ik haar van harte geef." „Dat zal ik doen. En nu ga ik weg, en vlug ook. Maar eerst dien ik wel even naar huis te gaan, en bij de Ber nards te zeggen, dat ze niet op mij moeien wachten vanavond. De Bernards waren zeer geziene^Ge- neefsche burgers, bij wie Roberts va der kost en inwoning voor hem had ge kregen, zoolang hij te Genève stu deerde Zij zouden dan tegelijk wat toezicht op hem houden buiterf de les uren; daarbij hielden ze -ie teugels niet strak, wat wel verstandig was, temeer, daar de knaap niet de minste oorzaak tot klagen gaf. „Zeg Robert, denk krom, dat je je goed warm inpakt, want het is fel koud" voegde Mercier hem nog toe. „Vader heeft mij een jas met bont gevoeind meegegeven antwoordde Ro bert; „ik kan hem in de stad niet dra gen, dat is ons scholieren verboden. Maar zoodra ik buiten de poort ben, trek ik hem aan." Nu vrind. God zij met je" en be scherm e jel „O, maak je niet bevreesd, gevaar is er niet bij, hoewel de nacht bar donker zal wezen. Maar ik zal zien, dat ik van de Bernards een lantaarn te leen krijg. Sinds het sluiten van den vrede, zijn de Savoyaards heel rustig. Mijnheer Bernard zegt dat het handelsbelang hen daar- wel toe drijft.' Toen, jongensachtig blij met het avon tuur, dat hij zou beginnen, vervolgde •hij opgewonden: „O zeg Jacques, wat heb ik niet vaak naar dien ouden rid dertijd. verlangd! Als ik in 't College zit, zwerven mijn gedachten heen naar hen, die daar vóór mij gezeten hebben, en die Dr. Beza zich nog zoo goed herinnert; naar de helden, waar van onze leeraars ons vertellen, die van Calvijn's lippen de waarheid boor den verkondigen, en die er voor ge storven zijn '.n Frankrijk, in Savoye, in Nederland, ja. waar niet! Zie, dat was een tijd van strijd en overwin ning! Zelfs een heiden wist nog wel, dat het zoet is voor zijn vaderland te sterven. Eu hoeveel te meer dan een Christen!" Zoo sprak de Geneefsche knaap, de leerling van den man, die zoovel en had uitgezonden, wier strijd met een martelaarskroon zou beëindigd wor den. Is het wonder, dat die zelfde hel dengeest nog leefde in het geslacht, ■Jat thans werd opgekweekt in wat we wel mogen noemen de school «Ier mar telaren? Verrast keek Mercier den geestdrif- tigen knaap aan. ,Maar wat zullen we nu hebben, Robert?' vroeg hij ver baasd. Je kijkt net, alsof je zelf „Ja juist!" barstte Robert uit. „Is er heerlijker roem? Te sterven in den strijd voor de waarheid, en het recht? Ik heb een oom gehad; die zoo gestorr ven is; ik was toen nog heel klein Op zee is hij gesneuveld, in den strijd tegen de Armada. Op z«oo'n oom ben ik trotschl Maar laat ik nu niet m'n tijd verpraten. Ik ga gauw naar do Corn&vinstraat. Tot ziens 1 Mercier keek hem met bewondering na. Ook hij dacht er wel eens zoo over. Doch thans, in zidh zelf sprekend overdacht hij, welk een flinke knaap Robert was. „Hij zal nog eens wat groots verrichten. Daar zijn onder Gods volk van die uitgekozen mannen zooals onze predikanten ze noemen. En dat geldt zoowel in 't kleine als in 'tgroote. Want niets is te groot voor Hem noch iets te klein. Ik geloof niet, dat het verkeerd is te denken, dat Hij ook mij heeft uitgekozen, om van nacht bij de Nieuwe Poort de wacht waar te nemen. En daarom, nu eerst flink aan 't werk, om op tijd klaar te zijn, en blijmoedig mijn taak te aan vaarden." De dichte duisternis van den De- cembernacht vervaagde reeds de oe vers der Arve, als waren ze één met het kil-klotsende water, toen Robert den terugweg naar Genève had aan vaard. Welgemoed, af en toe een lied je zingend, marcheerde hij met stevi- gen tred voort; hij was oprecht ver heugd over het mooie resultaat van zijn verren tocht. Veilig verborgen on der zijn wambuis, droeg hij M&delon s „teeken" voor haar galant mee. Zij had slechts verlangd naar een aanlei; ding, om den twist weer uit den weg te ruimen. Zij sprak met opgetogen heid over Jacques' goede hart, bewon derde zijn geschenk, en niet minder zijn jongen afgezant. Meer dan voor den 15-jarigen knaap goed was, werd hij door de feestvierende familieleden geprezen. En in de oogen van zijn gaat heer en gastvrouw, eenvoudige bur gerlui. waa hij in zijn met pels ge voerde overjas een wezen van hoo- gere orde, dat met bijzonderen eer bied moest bejegend worden Het viel hem dan ook /waar, af scheid te nemen van al die hartelijke Heden en.van hun gul onthaal. Toen hij eindelijk opstapte, brachten twee broore van Madeion hem een eind weg en wezen hem nauwkeurig de rich ting, die hij gaan moeet, zoomede een gevaarlijke kromming van den weg, Vlak bil de rivier, welke hij vermijden kon. Het ware hem beter geweeet. ale hij die laatste waarschuwing maar niet gehoord had. Het spreekwoord, dat een omweg nog niet altooe da 9lechtste weg ia. wordt some bewaar heid, en dan onderwinden de reiziger» het tot hun schade. ,,'t Wordt een bitter koude en «o stikduistere nacht" dacht Robert, tf* wijl hij zijn ja* tot boven toe dtw- kaoorpte. (Wordt vortoloèk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5