NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 28 MEI 1926
1 W EEUE BLAD.
WM DE BLADEN ZEGGEN.
Het bed gespreid.
Tn (ie Kroniek van de laatste af
levering van „De Opbouw" bromt Mr.
Marehant over den gang der politieke
dingen.
Enkele rake dingen zegt hij in zijn
brom partij.
Zoo merkt hij over de verhouding
van Minister De Geer tot zijn voor
ganger op:
„Het inzicht in den financieelen toe
stand en de bezuinigingsmethode ver
schilt in wezen niet van zijn voorgan
ger. „De minister De Geer voelt zich
behagelijk in 'het door zijn voorganger
gespreide bed" De halveering in plaats
van de afschaffing der verdedigings
belasting 11 moet dienen voor de „ka
pitaalvorming". Het ontwerp-weelde-
belasting'zal door een ontwerp weelde-
verteringsbelasting worden gevolgd.
De rijwielbelasting zal worden ge
handhaafd en tegen den inhoud der
wêt een blijvend karakter verkrijgen
door de opbrengst geleidelijk te bestem
men voor het wegenfonds. De verhoo
ging van den kinderaftrek voor de In
komstenbelasting zal vervallen we
gens de moeilijkheden, die hieruit zou
den rijzén voor de gemeentefinanciën
„Of de bezuiniging door reorganisa
tie van den staatsdienst vrucht zal dra
gen, zullen wij moeten afwachten. Men
kan wel betoogen, datthet budget om
laag moet worden gebracht, maar daar
mede is dit nog geen feit. Deze minis
ter van financiën heeft thans de gele
genheid om te toonen, dat hij langs
een anderen weg het doel van zijn
voorganger zou hebben-kunnen berei
ken".
Minister De Geer gevoelt zich beha-
gelijk in het door Minister Colijn ge
spreide bedl
Het schijnt ons juist gezegd, zegt de
Rotterd., echter heeft niet slechts
de tegenwoordige bewindsman van
financiën, maar geheel Nederland Mi
nister Colijn te danken voor het door
hem gespreide bed?
KERK EN SCHOOL.
NEL». HERV XVL.RK.
Beroepen: Te Garsthuizen, cand.
T. G. A. van Dgk te Enschedé.
Bedankt: Voor Wommels, R W.
Boers te Abbekerk.
GivREF. KERKEN.
Beroepen: Te Woubrugge. H. Hol
trop. cand. te Zandvoort. Te Aalsmeer,
J, Gillebaard, te Noord-Scharwoade. Te
BorsselenDriewegen, J, de Boer, can
didaai te Zwartsluis.
Bedankt: Voor Kooten, W. A.
.Wiersinga te Wormer.
OHK. GERBF. KERK.
Tweetal: Te Maassluis. N. Bjjde-
mast te Rotterdam en J. B. G. Croes
te Bussum.
Ds. J. J. Busk3s.
In de Parkkerk heeft Woensdagaw.
Ds J. J. Buskes, gekomen uit Ooster
end (Texel) zijn intrede gedaan als
predikant bij de Geref. kerk van Am
sterdam-Zuid) (buiten het kerkver
band).
In het inleidend woord van zijn pre
dicate zeide bij 'teen plicht te achten
de gemeente te zeggen, hoe hij zijn
werk als dienaar des Woords ziet en
hoe hij dat werk zal doen, in welken
geest bij haar bet woord Gods hoopt
te brengen.
Spr. zal niet een program van actie
ontwikelen. Dat heeft hij niet en wil
hij ook niet hebben. Want een predi
kant is geen partijleider, maar Gods-
getuige en daarom los van menschen,
partijen en verhoudingen, al heeft hij
tot allen iets te zeggen.
Niet wat spr. doen zal, doch hoe hij
het doen zal moet duidelijk zijn Hel
gaat dus om den geestelijken achter
grond van zijn werk als dienaar des
Woords.
Als tekst van zijn intreepredicatie
gaf spr. daarna de woorden uit Romei
nen 1:11 en 12 (denzelfden tekst waar
mede hij nu ruim twee jaren geleden
zijn intrede in Oosterend deed): ..Ik
verlang om u te zien, opdat ik u eeni
ge geestelijke gave mocht mededeelen.
ten einde gij versterkt zoudt wordpn.
Dat is, om mede vertroost te worden
onder u, door het onderling geloof,
zoo het uwe als het mijne."
Aan het einde zijner predicatie
sprak ds. Buskes een kort persoonlijk
woord. Daarin gaf hij allereerst uit
drukking aan de smart, die hij gevoelt
nu hij Oosterend heeft moeten verla
ten vooral omdat het niet de gemeen
te aldaar was, die hem noodzaakte
te vertrekken. Dat hij van dit oogen-
blik af predikant zal zijn van een Ger.
kerk buiten het kerkverband, is voor
hem hard, maar hij aanvaardt dit als
een harde noodzakelijkheid. Mijn ver
langen bliift echter, aldus spr.
dat onze kerk, die toch niets anders
wil zijn dan een Gereformeerde kerk.
niets meer maar ook niets minder
eenmaal weer in het verband der
Gereformeerde kerken zal worden op
genomen. Het is niet alleen mijn ver
langen het is ook mijn gebed.
Na gemeente en kerkeraad to heb
ben gedankt voor de hartelijke ont
vangst, sprak spr. dr. Geelkerken toe.
Staatspensioen en kerk.
Het hoofdbestuur van den Bond voor
Staatspensionneering heeft aan de Sy
nodes van de Ned. Hèrv. Kerk, Geréf.
Kerken in Nederland en Chr. Geref.
Kerk een brief gericht, waarin gewe
zen wordt op de roeping der Kerken
om afdoende te voorzien in den nood
der ouden van dagen.
Om die reden wendt genoemd "bestuur
zich tot de synodes bovengenoemd, daar
de zedelrk-godsdienstige geboden van
de H. Sennit (Eert uw vader en uw
moeder en Draagt elkanders lasten) niet
het minst door aen steun en de mede
werking der kerken moeten worden om
gezet in practgk en wet.
Christelijk Volksonderwijs.
Gisteren is te Utrecht de 35 ste alge-
meene vergadering gehouden van de
Vereeniging voor Christelijk Volksonder
wüs.
Nadat de voorzitter, Prof. Dr. W.
J. Aalders te Groningen, een welkomst
woord had gesproken, in het bijzonder
tot den eere-voorzitter, den oud-minis
ter Dr. J. Th. de Visser, en Ds. H.
H. Barger, de vergadering namens de
af deeling Utrecht had begroet, hield
Prof. Aalders een korte rede.
De Oranje-collecte bracht f 544 op.
Blqkens het jaarverslag steeg het aan
tal aangesloten scholen van 378 tot 389.
Van de 10 candidaten voor het na-exa
men slaagden er 9.
De voorzitter wees er op, dat het
noodig is, dat meer candidaten deelne
men aan het na-examen.
De eere-voorzitter, oud-minister Dr.
De Visser, sprak vervolgens.
Met weemoed denkt spr. er aan, dat
hg de eenig overgeblevene is van de
stichters dezer vereeniging. In de plaats
daarvan komt dankbare blijdschap,
hg ziet, dat zooveel wakkere mannen
de plaats van hen, die heengingen, in
namen.
God heeft wonderen, ook met deze
Vereeniging gedaan. Spr. denkt terug
aan de traagheid, bgzonder in de Neo.-
Herv. kringen, om tot de vestiging yan
Christelijke scholen te komen. Spr. vuur
de tot volharding en groei aan. Hg
is voor de toekomst niet geheel gerust.
Er komt een nieuwe onderwijscommissie
en spr. is |)ang, dat, als het komt tot
vernieuwde bezuiniging, de Ned. Herv.
kringen de schade ondervinden. Bij de
R. K. en de Gereformeerden is men
zoo goed dis binnen. De tragen zulien
van nieuwe bezuiniging jnin of meer
het slachtoffer zijn. S. r. drong er op
aan, zooveel mogelijk over de geheele
linie te bespoedigen de vestiging van
Christelijke Ned. Herv. scholen.
De vergadéring zong daarop Dr. De
Visser toe: „Dat 's Heeren zegen op
u daal".
Als bestuursleden werden herkozen
de heeren Prof. Dr. W. J. Aalders te
Groningen, J. C. Ligtvoet te Den Haag
en K. Brants te Haarlem, terwijl als
bestuursliu gekozen werd Jhr. Dr. L.
li. Quaries van Ufford.
Op voorstel van het hoofdbestuur
werd besloten,-de bemoeiingen uer ver
eeniging ook uit te strekken tot het
voorbereidend onderwijs en scholen voor
dit onderwijs, de gelegenheid te geven
zich b\j het C.V.Ö. aan te sluiten.
De heer E. J. v. d. Eist te Utrecht
sprak daarna over het onderwijs en de
vaderlandsche geschiedenis op onze la
gere scholen.
Na rondvraag werd daarna de verga
dering gesloten.
Christelijk Nationaal Schoolonderwijs.
Gisteren is te Utrecht de 64ste alge
meens vergadering van de Vereeni
ging voor Christelijk Nationaal School
onderwijs gehouden.
De voorzitter, Ds. B. v. Schelven
uit O verveen, wees er op, dat de ver
eeniging uit strijd geboren is en jaren
lang in de hitte van den strijd heeft
gestaan. Spr. herinnerde aan de kwes
tie te Muiderherg, waar een onderwij
zer aan de openbare school het natio
nale element (vaderlandsche liederen,
viering Koninginnedag enz.) stelsel
matig weert. De strijd van onze broe
ders, zeide spr. mag wel wat meer
weerklank vinden in het land dan tot
dusver, en spr. deed hij voorbaat een
beroep op de offervaardigheid van de
broederen.
Wij noemen onze scholen graag
scholen met den Bijbel, aldus ging spr.
verder, en nu heeft het buitengewoon
pijn gedaan, dat in Zwolle een hoog
leeraar in de theologie opgetreden en
te velde getrokken is tegen dien Bijbel
op de school.
Blijkens het vervolgens aan de orde
gestelde jaarverslag hebben de inspec
teurs vooral gelet op het onderwijs in
Nederlandsche taal en lezen. De hoofd
commissie streeft er naai', een betere
regeling te treffen voor het examen
voor de aanteekening op het diploma
van den Schoolraad; ook is zij bereid
gedelegeerden te zenden tot bijwoning
van het eindexamen aan de kweek
school, speciaal voor die vakken, die
bliiten het rijksprogramma staan.
Bij de bespreking over dit punt deelt
de heer Eringa, rijksinspecteur, mede,
dat het examen thans practisch ge
heel vrij is. De gecommitteerden let
ten alleen op de aanwezigheid van de
voorgeschreven kennis, maar de exa
minator is volkomen vrij in de rich
ting, waarin hij vraagt, en de exami
nandus in de richting, waarin hij ant
woordt.
In de hoofdcommissie werden ds. T.
Ferwerda en de heer R. Venema, hei
den te Amsterdam, als leden herkozen
Naar aanleiding van een desbetref
fende vraag delde de hoofdcommissie
mede, dat voortaan in elk jaarverslag
de rapporten der inspecteurs zullen sa
mengevat worden.
Vervolgens hield Dr. J. Waterink
te Amsterdam, een rede over de waar
de van de bioscoop voor het onderwijs.
Spr. kwam tot de volgende conclu
sies:
le. tegenover het levende woord
heeft de film geen heteekenis;
2e. algemeen vormende 'kracht in
gunstigen zin moet haar worden ont
zegd;
3e. de bioscoop is niet vrij van zede
lijke gevaren.
De beer Van der Spe k (Utrecht)
oordeelde de eerste conclusie lichtelijk
overdreven. Als zeer leerzame film
toonde spr. de Shackleton-film, de na
tuurwetenschappelijke film enz. De
film is een goed leermiddel, al werkt
het sterk op de emotie. Spr. zeide het
ook met de tweede conclusie niet eens
te zijn. Spr. geloofde niet dat het goed
is de kinderen absoluut van kennis
neming niet de bioscoop te onthouden
Het is juist goed, als het nieuwe er
af is.
De heer Van W ij 1 e n (Rotterdam)
zeide veel te voelen voor het betoog
van den inleider, maar wij behoeven
nog meer experiment om onze stellin
gen te kunnen formuleeren. Het eco
nomische gebruik is niet af te keuren»
maar de fout is dat het kind niet ac
tief kan medeleven.
Ds van Grieken Rotterdam) zei
de op hetzelfde standpunt te stean als
inleider, maar is er toch niet door be
vredigd. In hetgeen de heer v. d. Spek
zegt zit toch ook ontzaglijk veel
waars.
De heer Van Baal (Scheveningen)
zeide veel meer resultaat te verwach
ten van het schoolmuseum, zooals dat
in Den Haag onder leiding van jonkvr
Elias bestaat.
De inleider, Dr. W a t e r i nk, stelde
met vreugde vast, dat bijna niemand
spr.'s tweede stelling heeft bestreden
De bioscoop maakt de fantasie dood,
die wel leeft bij de plaat, welke een
levende aanvulling noodzakelijk
maakt. Een projectielantaarn vindt
spr. zeer nuttig.
Bij de replieken'verdedigde heer
Van der Spek nogmaals den bioscoop.
De vergadering werd daarna gesloten.
Staatsexamen.
Bg "beschikking van den .Min. van
Onderwgs is bepaald, dat het Staats
examen ter toelating tot de Universi
teit zal worden afgenomen te Utrecht
op de werkdagen van 16 Juli tot en
met 31 Augustus a.s.
Tot Zijnen dienst bereid.
Onze ruimte laat niet toe, de rede
voeringen op de vergadering- van den
Geref. Meisjesbond gehouden, te ver
slaan.
Maar voor het slotwoord, dat Mej. H.
S. S. Kuyper in een der zalen sprak,
willen wg toch een uitzondering maken.
Nadat den aanwezigen verzocht was
te zingen Psalm 100:2, aan welk psalm
vers de titel van haar slotwoord „Tot
Zgnen dienst bereid" ontleend was, ving
spr. haar rede aan.
Geen grooter genade in ons leven,
aldus spr., dan bereid te mogen zgn
tot den dienst van God.
De wereld en de tijdgeest lachen ons
hierom uit, Zg prediken de heerlijkheid
van het heerschen.
Maar een kind van God leert het voor
recht van te mogen dienen.
Dan is ons werk Gods werk, dat Hij
ons aanwgst. ook het kleinste en ge
ringste is „dienst".
Ja, ziek zgn en wachten, kan dienst
zijn.
Spr. denkt aan de zieke meisjes, die
't vooral vandaag zoo moeilijk hebben.
Ook op 't ziekbed make Hij haar tot
Zgnen dienst bereid.
Heerlgke gedachte ook voor allen,
die ons neden hooren kunnen.
Spr. denkt ook aan de vier zuster
verenigingen in Hongarije en de drie
zusterverenigingen in België.
In gedachte reiken wg naar de zus
terhand.
En nog verder gaan onze gedachten.
In eindelooze rijen gaan en komen de
kinderen, die God dienen. Niet alleen
op de aarde, maar vooral ook in
den hemel. Want de gezaligden dienen
Hem ook daér dag en nacht in Zgnen
tempel.
En ook de engelen dienen Hem.
En zoo omspant hemel en aarde één
grootsche, heerlgke dienst, door God
ingesteld, en door-Hem verdeeld over
duizenden en tienduizenuen, een schare
die niemand tellen kan „tot Zgnen dienst
bereid'.
Van die ontelbare schare mag onze
Bond een klein onderdeel zgn.
Unze verenigingen neipen onze meis
jes opvoeden door haar eigen persoon
lijke taak, in dien Heiligen dienst.
God vraagt heel ons leven, ai onzen
arbeiu, al ons doen en denken.
En biddend kliniie ons aiuwourd (wat
door allen stande gezongen werd):
Neem mijn leven, laat het Heer,
Toegewijd zijn aan Jw eer.
Neem mijn Handen, dat ze 'tmerk
Dragen van Uw liefdewerk. Enz.
'STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMÉR.
Vergadering van gisteren.
Aan de orde is de wijziging van a rt.
20 der Invaliditeitswet.
De heer J. B. VAN DIJK (R.-K.) ver
dedigt een amendement om het bedrag
door bet rijk te storten in het invalidi-
teitsfonds, te bepalen op f 1.800.000 de
daarvoor in 1924 en 1925 vastgestelde
som.
Thans wordt voorgesteld de storting
te stellen op f 9.423 000 over 1926 en dit
bedrag te laten stijgen tot f 17.623.000
over de jaren 11a 1928, op grond van al
lerlei berekeningen op zuiver hypothe-
tischen grondslag. Spr. wijst erop, dat
de gemaakte berekeningen zeer uit-
eenloopen; allen houden hun bereke
ning voor de juiste. Spr. meent dat
door de storting van millioenen voor
fondsvorming een veel te zware last
wordt gelegd op het tegenwoordige ge-
De heer VAN VUUREN (R.-K.) be
toogt dat fondsvorming met het out-
werp niets te maken heeft.
De heer SNOECK HENKEMANS (C.-
H.) wil hans niet besluiten over de ver
vanging van het--fondsstelsel door om
slagstelsel.
Het amendement wordt verder be
streden door den heer VAN GIJN
(V.B.) Wij hebben niet het stelsel van
sociale voorzorg, maar van sociale ver
zekering.
De heer OUD (V.D.) wil thans be-
lissing omtrent de fondsenkwestie en
is dus voor het amendement.
De heer VLIEGEN (S D.) is tegen het
amendement. Ophouden met fondsvor
ming befeekent den geheelen laat te
leggen op werkgevers en arbeiders.
De heer VAN AALTEN (V.D.) be
strijdt den heer Vliegen.
De heer VAN RIJCKEVORSEL (R,-
K.) wil uitstel van het debat tot de unt«
ficatie van de sociale verzekering.
De heer DUYS (S.D.) bestrijdt den
heer Oud, die z.i. gevaarlijke theorieën
heeft verkondigd.
De heer DE GEER, minister van Fi
nanciën (minister Slotemaker de Brui
ne moest in de Eerste Kamer zijn) ver
dedigt het ontwerp. De vraag fondsstel
sel of omslagstelsel is thans niet aan
de orde.
Wat het amendement betreft, merkt
spr. op dat tot nu toe in de wet een
storting van 21 mill, staat Slechts voor
een jaar is daar van afgeweken en 1.8
millioen gestort Dat is nu geëindigd
en nu is de storting van 21 millioen
herleefd. Intusschen is gebleken, dat
dit bedrag tot 17 millioen kan worden
teruggebracht. Indien men het bedrag
op f 1.800.000 bracht, dan zou de re
geering haar ontwerp moeten intrek
ken en zou de storting van 21 millioen
herleven. Spr. sluit zich dus aan bij
den aandrang op den heer Van Dijk
om zijn amendement in te trekken.
De heer J. B. VAN DIJK repliceert
en trekt zijn amendement in.
Het ontwerp wordt z. h s. aangeno
men.
Hierna kwam aan de orde een rege
ling betrefffende het intercommunale
autobusverkeer.
Van verschillende kanten werden be
zwaren geopperd, hoewel men moet
toegeven dat een regeling noodzake
lijk is.
Het ontwerp, waarbij het concept
stelsel wordt ingevoerd, zal dan ook
als het in tweede lezing behandeld
wordt enkele redactiewijzigingen
bleken noodzakelijk wel met alg.
st. worden aangenomen.
In de avondvergadering werd de
Oorlogsbegrooting behandeld. Een over
zicht van de plannen van den minister
vindt men elders in dit blad.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Voortgegaan wordt met de behande
ling van de begrooting van Water-
De&heer SMEENGE (V.B.) pleit voor
verbetering van den waterweg Gronin
genLemmer. Verder uit hij een
wensch ten opzichte van den afvoer
van turf uit Drenthe en dringt hij aan
op spoedige totstandkoming van het
kanaal DelfzijlTwenthe. Voorts pleit
hij, in verband met de ontwatering
van het waterschap te Vollenhove,
voor de belangen van de scheepvaart
en de stad Zwartsluis.
De heer MOLTMAKER (S.D.) acht de
leiding van ons spoorwegbedrijf een
zijdig en de tarievenpolitiek bij de
spoorwegen niet juist. Hij wenscht uit
breiding van den treineloop op Zonda
gen en stopzetting van de subsidie
voor de tramwegmaatschappij Zut-
phenEmmerik.
De behandeling van de waterstaats-
begrooting zal, aangezien de Minister
in de Tweede Kamer moet zijn, heden
worden voortgezet.
Aan de orde is de begrooting van
Arbeid.
De heer VAN DER LANDE (R.-K.)
dringt aan op voorzichtigheid ten aan
zien van sociale maatregelen, die niet
internationaal worden toegepast.
Dé heer WIBAÜT (S.D.) bestrijdt het
standpunt van den minister ten op
zichte van de woningvoorziening.
Spreker vraagt meer bijslag aan ge
meenten voor dekking van de exploi
tatiekosten van arbeiderswoningen, en
meer wonirigwetvoorschotten aan ver-
eenigingen, waar de dekking van de
exploitatiekosten verzekerd is.
De heer DANZ (S.D.) erkent, dat de
regeering de noodzakelijkheid inziet
van werkverruiming door middel van
productieve werkverschaffing; hij
vraagt zich ^echter af of de regeering
doordrongen is van de noodzakelijk-'
heid om daarbij spoed te betrachten.
Hij dringt aan op toepassing van de
Arbeidswet, uitbreiding der arbeidsin
spectie en ratificatie van de conferen
tie van Washington.
FEJLJILLETON.
JONGE HELDEN.
(Uit den tijd der Hervorming).
4)
„Kijk eens, vi'ind, eerst vertel je
haar, waarom ik vandaag niet komen
kan; zij zal, met haar mildste hart
van de wereld, mij dat dadelijk ver
geven. En dan, wil je haar dit over
handigen? 't Is voor haar verjaardag,
zooals ze dat noemt."
Hij haalde een-klein doosje van ge
polijst hout te voorschijn, met. een zil
veren sleuteltje aan let handvat ge
bonden. Robert begreep al wat er iri
zat. Jacques maakte het open, en toon
de hem allerlei naaigereedschap:
schaar, vingerhoed; naalden, spelden,
alles van de beste qualiteit. De Geneef-
schen waren zeer bekwaam in het
kunstnaaldwerk; soms kwam men uit
Katholieke landen naar Genève, om4
hun werk bewonderen.
Robert uitte zijn verbazing over een
zoo kostbaar geschenk onder deze on>
standlgheden. „Och" verklaarde Jac
ques „ik ben maar alleen met mijn
moeder, en ik verdien in mijn vak
goe I geld
„Maar waarom geef je haar geen
ring of broche, nu je toch in 't goud
smidsvak bent; je hadt het dan zelf
kunnen maken!"
Mercier schudde zijn hoofd. „Meis
jes van onzen stand dragon geen goud'
zei hij. „Maar hun werk is naaien, en
Jat doen ze best. en daarom vermoed
ik dat mijn geschenk nog wel bij haar
in den smaak zal vallen. En zeg baar,
dat het een geschenk is, dat ik haar
van harte geef."
„Dat zal ik doen. En nu ga ik weg,
en vlug ook. Maar eerst dien ik wel
even naar huis te gaan, en bij de Ber
nards te zeggen, dat ze niet op mij
moeien wachten vanavond.
De Bernards waren zeer geziene^Ge-
neefsche burgers, bij wie Roberts va
der kost en inwoning voor hem had ge
kregen, zoolang hij te Genève stu
deerde Zij zouden dan tegelijk wat
toezicht op hem houden buiterf de les
uren; daarbij hielden ze -ie teugels
niet strak, wat wel verstandig was,
temeer, daar de knaap niet de minste
oorzaak tot klagen gaf.
„Zeg Robert, denk krom, dat je je
goed warm inpakt, want het is fel
koud" voegde Mercier hem nog toe.
„Vader heeft mij een jas met bont
gevoeind meegegeven antwoordde Ro
bert; „ik kan hem in de stad niet dra
gen, dat is ons scholieren verboden.
Maar zoodra ik buiten de poort ben,
trek ik hem aan."
Nu vrind. God zij met je" en be
scherm e jel
„O, maak je niet bevreesd, gevaar
is er niet bij, hoewel de nacht bar
donker zal wezen. Maar ik zal zien,
dat ik van de Bernards een lantaarn
te leen krijg. Sinds het sluiten van
den vrede, zijn de Savoyaards heel
rustig. Mijnheer Bernard zegt dat het
handelsbelang hen daar- wel toe drijft.'
Toen, jongensachtig blij met het avon
tuur, dat hij zou beginnen, vervolgde
•hij opgewonden: „O zeg Jacques, wat
heb ik niet vaak naar dien ouden rid
dertijd. verlangd! Als ik in 't College
zit, zwerven mijn gedachten heen
naar hen, die daar vóór mij gezeten
hebben, en die Dr. Beza zich nog zoo
goed herinnert; naar de helden, waar
van onze leeraars ons vertellen, die
van Calvijn's lippen de waarheid boor
den verkondigen, en die er voor ge
storven zijn '.n Frankrijk, in Savoye,
in Nederland, ja. waar niet! Zie, dat
was een tijd van strijd en overwin
ning! Zelfs een heiden wist nog wel,
dat het zoet is voor zijn vaderland te
sterven. Eu hoeveel te meer dan een
Christen!"
Zoo sprak de Geneefsche knaap, de
leerling van den man, die zoovel en
had uitgezonden, wier strijd met een
martelaarskroon zou beëindigd wor
den. Is het wonder, dat die zelfde hel
dengeest nog leefde in het geslacht,
■Jat thans werd opgekweekt in wat we
wel mogen noemen de school «Ier mar
telaren?
Verrast keek Mercier den geestdrif-
tigen knaap aan. ,Maar wat zullen we
nu hebben, Robert?' vroeg hij ver
baasd. Je kijkt net, alsof je zelf
„Ja juist!" barstte Robert uit. „Is er
heerlijker roem? Te sterven in den
strijd voor de waarheid, en het recht?
Ik heb een oom gehad; die zoo gestorr
ven is; ik was toen nog heel klein
Op zee is hij gesneuveld, in den strijd
tegen de Armada. Op z«oo'n oom ben
ik trotschl Maar laat ik nu niet m'n
tijd verpraten. Ik ga gauw naar do
Corn&vinstraat. Tot ziens 1
Mercier keek hem met bewondering
na. Ook hij dacht er wel eens zoo
over. Doch thans, in zidh zelf sprekend
overdacht hij, welk een flinke knaap
Robert was. „Hij zal nog eens wat
groots verrichten. Daar zijn onder
Gods volk van die uitgekozen mannen
zooals onze predikanten ze noemen.
En dat geldt zoowel in 't kleine als in
'tgroote. Want niets is te groot voor
Hem noch iets te klein. Ik geloof niet,
dat het verkeerd is te denken, dat Hij
ook mij heeft uitgekozen, om van
nacht bij de Nieuwe Poort de wacht
waar te nemen. En daarom, nu eerst
flink aan 't werk, om op tijd klaar te
zijn, en blijmoedig mijn taak te aan
vaarden."
De dichte duisternis van den De-
cembernacht vervaagde reeds de oe
vers der Arve, als waren ze één met
het kil-klotsende water, toen Robert
den terugweg naar Genève had aan
vaard. Welgemoed, af en toe een lied
je zingend, marcheerde hij met stevi-
gen tred voort; hij was oprecht ver
heugd over het mooie resultaat van
zijn verren tocht. Veilig verborgen on
der zijn wambuis, droeg hij M&delon s
„teeken" voor haar galant mee. Zij
had slechts verlangd naar een aanlei;
ding, om den twist weer uit den weg
te ruimen. Zij sprak met opgetogen
heid over Jacques' goede hart, bewon
derde zijn geschenk, en niet minder
zijn jongen afgezant. Meer dan voor
den 15-jarigen knaap goed was, werd
hij door de feestvierende familieleden
geprezen. En in de oogen van zijn gaat
heer en gastvrouw, eenvoudige bur
gerlui. waa hij in zijn met pels ge
voerde overjas een wezen van hoo-
gere orde, dat met bijzonderen eer
bied moest bejegend worden
Het viel hem dan ook /waar, af
scheid te nemen van al die hartelijke
Heden en.van hun gul onthaal. Toen
hij eindelijk opstapte, brachten twee
broore van Madeion hem een eind weg
en wezen hem nauwkeurig de rich
ting, die hij gaan moeet, zoomede een
gevaarlijke kromming van den weg,
Vlak bil de rivier, welke hij vermijden
kon. Het ware hem beter geweeet. ale
hij die laatste waarschuwing maar
niet gehoord had. Het spreekwoord,
dat een omweg nog niet altooe da
9lechtste weg ia. wordt some bewaar
heid, en dan onderwinden de reiziger»
het tot hun schade.
,,'t Wordt een bitter koude en «o
stikduistere nacht" dacht Robert, tf*
wijl hij zijn ja* tot boven toe dtw-
kaoorpte.
(Wordt vortoloèk