NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDA 22 MEI 1926
Aan het einde der Week
Zoowel onze Oostelijke als onze Zui
delijke buren hebben weer een nieuw
ministerie gekregen.
In Duitschland ging de oplossing
der kabinetscrisis dezen keer wel heel
vlot. Alle ministers bleven in het be
zit van hun portefeuilles, alleen de
premier werd vervangen door Marx.
Marx is bij uitstek de man van het
compromis, de man die tact heeft om
de rol van bemi&delaar tusschen de
verschillende partijen te spelen. Het is
dan ook wel zeker, dat het hem ge
lukken zal, voor de vlaggenkwestie
een oplossing te vinden die alle par
tijen, althans alle regeeringspartijen
bevredigt.
Dat de oplossing der ministerieele
crisis in Duitschland ditmaal zoo
vlug van stapel liep, zal wel mede te
danken zijn aan de gebeurtenissen in
Polen. Een revolutie in een aangren
zend land is altijd een vingerwijzing
4fit men zelf ook een beetje voorzich
tig moet wezen. In dergelijke omstan
digheden is het niet gewenscht, lat
een staat lang regeeringsloos blijft.
Pilsoedski in Polen zit nu wei vast
in het zadel. De revolutie is weer ach
ter den rug; 't zijn een paar zware we
ken geweest, en 't is voorwaar geen
Wonder, dat enkele voormannen wat
overspannen zijn van de gebcuitenis-
sen van den jongsten tijd en ziek te
bed liggen.
Nu zal de volgende week da presi
dentsverkiezing plaats hebben, en als
niet alle voorteekenen bedriegen lijdt
het geen twijfel of Pilsoedski zal wel
de gelukkige zijn. Want Pilsoej3ki is
zeer populair in Polen, hij de socialis
tische generaal., wiens socialisme
klaarblijkelijk van een andere makelij
is dan dat zijner Hollandsche partijge-
nooten in de S.D.A.P., die op geregelde
tijden voor „ontwapening" demon-
streeren.
Trouwens in elk land zijn de socia
listen weer anders; welk een verschil
is er b.v. tusschen de Hollandsche S.
D. A. P.'ers en hun Belgische kamera
den die thans deel uitmaken van het
kabinet-Jaspar. Wij zouden een derge
lijk kabinet een „nationaal" kabinet
noemen; het bestaat uit democratische
en conservatieve katholieken, socia
listen, liberalen en partijloozen. En de
taak diê dit kabinet zich gesteld heeft
is in de eerste plaats de stabilisatie
van den frank, alzoo dezelfde taak die
de heer Colijn hier te lande met zoo
veel succes volbracht heeft ten op
zichte van ons betaalmiddel en waar
voor hij van de socialisten niet anders
dan ondank en verdachtmaking ge
oogst heeft.
De val van de franken, zoowel den
Belgischen als den Franschen, neemt
inderdaad de laatste weken afmetin
gen aan die herinneren aan den tijd
der Marken en Kronen en het is te be
grijpen, dat men zich in de betreffende
landen zich ernstig ongerust daarover
maakt.
Tot dusver heeft in deze landen ta
melijke welvaart geheerscht en was
de toestand er geheel anders dan hier
te lande, waar de arbeiders zuchten
onder de werkloosheid nu al zooveel
jaren lang, waar de middenstanders
slechte zaken maken en waar be
halve de menschen met vaste posities
eigenliik nipmanrf coed hopft.
Doch wanneer na de inflatie-perio
de een tijd van stabilisatie komt met
al den aankleve van dien, zooals we
dat in Oostenrijk en Duitschland ge
zien hebben, dan is de vrees niet denk
beeldig dat voor landen als België
en Frankrijk de moeilijkheden nog
komen zullen, waarvan wij hier te
lande'den terugslag weer zullen onder
vinden en de economische malaise
hier nog ernstiger afmetingen aan
nemen zal.
In Engeland is het aantal werkloo-
zen tengevolge van de staking ook
weer met een half millioen toegeno
men, doch het is te hopen dat dit
slechts een tijdelijke afbreking van
de dalende lijn zal zijn.
Uit het grijs verleden.
HET PINKSTERFEEST.
Zeven weken na het Paaschfeest
werd door het volk Israël een ander
feest gevierd, dat (ook thans nog bij
de Joden) den naam Wekenfeest
draagt, in het Hebreeuwsch: Sjaboeót-
feest (van sjaboea, dat „week" betee-
kent).
De tijd van het maaien ving in Pa
lestina aan bij het begin van den ger-
steoogst; dan werd, op den morgen na
den eersten Paaschsabbat, ter wijding-
van den oogst de eerstelingschoof voor
het aangezicht van Jahweh heen en
weder bewogen.
Met den tarweoogst eindigde de
maaitijd dan werd, als 't tweede der
groote feesten, het Wekenfeest ge
vierd, dat alzoo de beteekenis heeft
van een dankfeest voor den afgeloopen
tarweoogst. Het droeg een vroolijkk a-
rakter; uit vrijwillige gaven, waarbij
ieder naar de mate van zijn welstand
bijdroeg, werden maaltijden bereid,
waaraan allen aanzaten („gij en uw
zoon en uwe dochter, en uw dienst
knecht en uwe dienstmaagd, en de
vreemdeling en de wees en de weduwe
die in 't midden van u zijn". Deut.
16 11). Als motief voor deze weldadig
heid wordt genoemd: „gij zult geden
ken dat gij een diensknecht geweest
zijt in Egypte", (vs. 12).
Was de garve van het beweegoffer
op Paschen het teeken dat de oogst,
was begonnen, met het Wekenfeest
werd een spijsoffer aangeboden van de
twee eerstelingbrooden: een bewijs
dat de oogst afgeloopen is. Deze broo-
den waren gebakken van 2/10 efa (bij
na 6 L.) fijn tarwemeel; in tegenstel
ling met alle andere spijsoffers waren
zij gezuurd, wat te kennen gaf dat zij
het gewone voedsel des volks symboli
seerden. Zij werden als beweegoffer
den Heere aangeboden.
Het Wekenfeest ontving in lateren
tijd van de Rabbijnen den naam Pink
sterfeest, d. w. z. feest van den vijf
tigsten dag (van het Grieksche pentê-
kostê, dat „vijftigste" beteekent).
Dezen brachten het ook in verband
met de wetgeving op den Sinaï, die
plaats had op den vijftigsten dag na
den uittocht uit Egypte.
Niet slechts het Israël van den
ouden dag doch ook de gemeente des
Nieuwen Verbonds viert haar Pink
sterfeest, en zij gedenkt dan de uit
storting des Heiligen Geestes, die ge-
chiedde „als de dag van het Pinkster
feest vervuld werd" (Hand. 2)*
Evenals het Joodsche Paaschfeest
voorafbeelding van het Christelijke
was, geldt dit ook van het Pinkster
feest Het is het feest van de eerste
lingen der Gemeente; op de prediking
van Petrus werden er drieduizend ge
doopt. Het is de stichtingsdag der
Kerk, gelijk bij den Sinaï de Israëliti
sche staat werd gegrondvest.
Het is niet zeker, sedert wanneer dit
feest telken jare door de Christelijke
Kerk is gevierd ter herdenking van de
uitstorting des Heiligen Geestes.
Augustinus zegt, dat Pinksteren een
van die feesten is, die op de geheele
wereld gevierd worden en noch door
de Apostelen noch door een Synode
zijn ingevoerd.
Waarschijnlijk werd reeds in de eer
ste of tweede eeuw de vijftigste dag
na Paschen gevierd als laatste dag van
den Paas^htijd. Pas later begon men
dezen dag te vieren als den gedenkdag
van de uitstorting des Heiligen Gees
tes.
In de oude Kerk heersclite de ge
woonte, de nieuw-bekeerden bij voor
keur met Pasehen en Pinksteren te
doopen; deze plechtigheid had dan
plaats in den laten avond of den nacht
die volgens de toenmalige tijdrekening
reeds tot den volgenden dag behoorde.
De naam „witte Zondag", die de
Pinksterdag in Engeland draagt, is
waarschijnlijk daarvan afkomstig, dat
de doopelingen witte kleederen droe
gen.
Het Pinksterfeest, al spreekt het niet
zoo sterk tot de verbeelding als het
Kerst- en Paaschfeest men heeft op
dezen dag veel minder met zintuige-
lijk waarneembare feiten te doen
heeft toch de zangers bij Gods genade
geïnspireerd tot heerlijke, godvruchti
ge hymnen.
De meest bekende is het „Veni
sancte Spiritus". Het is niet zeker, wie
de dichter daarvan is; de vervaardi
ging ervan wordt door sommigen aan
Paus Innoc'entius II (1198121G), door
anderen aan den Franschen koning
Robert II (9961031) toegeschreven.
„Veni sancte Spiritus,
et emitte coelitus
lucis tuae radium.
Veni pater pauperum,
Veni dator munerum
Veni lumen cordium".
„Heil'ge Geest, kom, laat uw stralen
uit den hemel op ons dalen,
Die der armen Vader zijtl
Kom, o Gever aller gaven,
kom het dorstig harte laven;
maak het door Uw licht verblijd.
SCHAAKRUBRIEK
Redacteur: J. Verstoep Jzn. Poort-
landlaan 40, De ut.
Probleem uo-15 (driezet).
Auteur: K. S. Howard, te Roclioster.
Zwart 9 stukken.
abcdeigh
Wit 6 stukken.
Oplossing probleem no. 14 (tweezcl)
1 DaO.
Geweigerd Dameganibiel.
Gespeeld in het meestertournooi te
Sommering, 13 Maart 1936.
Wit: A. Aljechin. Zwari. K. Treybal.
1 d2—d4 d7—do
2 c2—c4 c7—c6
3 e2—e3
Dit geeft den tegenstander de gele
genheid een Stone-wall op t.e bouwen,
betgeen met 3 Pgl—f3 te vermijden
was. Ik wilde bet echter dr. Treybal
mogelijk maken het ietwat gevaarlij
ke. maar toch wel niet geheel deugde
lijke wapen te kiezen, waarmede hij
mij in Karlsbad 1923 overwon.
3e7e5
4 Lfl—d3
Ik weet niet oi dit tegenmanoeuvre
(in verbinding met den volgenden zet)
nieuw is; in ieder geval is mij geene
aldus gespeelde partij bekend.
Eet daaraan verbonden denkbeeld
is duidelijk: wit houdt het oog gericht
op f5 en dreigt eventueel (b.v. na Pb8
d7) met c4 x d5 tot terugslaan met
den c-pion te dwingen, waarna hij de
c-lijn als verdere operatie-basis zou
kunnen benutten. Met zijn volgende
zetten tracht zwart dit plan te door
kruisen.
4 f7—fö
5 Ddlc2 Dd8—f6
6 Pblc3
Dreigt reeds 7 cd5: ed5: 8 Pd5: enz.
en dwingt vrijwel den tegenzet af.
6 Lc8d7
Daarmede wordt evenwel aan bet
koninginnepaard zijn natuurlijk veld
van uitgang ontnomen een nadeel
in de ontwikkeling, waaraan zwart
van nu af voortdurend lijden zal.
7 Pgl—f3 Lf8—d6
8 a2—a3
Verhindert 8Pa6 (met de drei
ging Pbi), wat nu eenvoudig met cö
benevens LaG: enz. beantwoord zou
worden.
8 Pg8—hG.
Niet 8 Pe7 wegens 9 e4! enz.
9 h2—h3 PhG—f7
10 b2—b3 g7—gG
Indien 10.... eo dan 11 deö, Peö:
12 Peö, Le5: 13 Lb2 benevens f4 enz.
Maar ook de tekstzet is bedenkelijk,
omdat hij de komende rochade ver
zwakte. Kansrijker ware dadelijk 10.
00, waarop Wit met 11 g4 voortge
gaan zou zijn.
11 Lel—b2
Dreigt reeds 12 Pe5! b.v. 12.. Leo:
d©5; Peö: 14 L©2! enz. met beslissende
diagonaal werking van den looperop
b2.
11 Df6—e7
12 b3—bi d5 x c4
Zwart heeft slechts geringe keus in
plausibele zetten vandaar deze ge
welddadige bevrijdingsactie. Echter
ware minder kansloos 12Pg5, 13
Pg5: Dg5: 14 g3 benevens h4 enz.
13 Ld3 x c4 b7b5
14 Lc4b3 a7—a5
15 b4 x a5 Pb8—aG
Na 15: Ta5: lag 16 e4! La3: 17 0—0
enz. met beslissenden druk op het
centrum in de bedoeling.
1G e3e4 0-0
17 0—0 Pf7—g5
Een vergeefsche poging om door af
ruil den toestand te verlichten.
18 Pi3 x gó De7 x g5
19 ei—e5 Ld6—e7
20 d4d5ü 1
Stelling na 20 d4—d5!
(niet Dd2, 2G Lel, enz.) 26 Pe2, c5 enz.
met eenig tegenspel voor Zwart.
2 4Dg5—h4
25 epe6 b5b4
26 a3 x bi Dh4 x b4
27 Pc3e2 Ta8 x a5
28 Pe2d4 Ta5—co
29 Dc2eS Db4—c4
30 Lb2a3! Dc4 x e2
31 Pd4 x e2 Tc5 x d5
32 Tdl x d5 Le7 x a3
33 Td5—d3 La3—c5
34 Pe-2—d4! Opgegeven.
Annotaties van Aljechin in de Wie
ner Schachzeitung.
HET HEERTJE IN 'T ZWART.
c d
20 Pa6c5
Nog het beste. Op 20.. cdö: volgt 21
Pd5: Tac8 (ed5: 22 Ld5:f henevens
La8: en e6f enzj 22 Ddll Lc6, 23 >f4,
Dh4, 24 Pf6f enz.)
21 d5 x e6 Pc5 x b3
22 e6 x d7U
Het offer der kwaliteit lag reeds bij
19 e5 in het voornemen. Na 22 Db3:
Lc8 ware de zaak lang niet zoo een
voudig geweest.' aangezien 23 f4 we
gens Lc5f gevolgd door De7 niet op
ging en op andere zetten 23.. f4 be
nevens Df5 gedreigd had. Nu echter
worden de verbonden vrijpionnen in
verband met de opening van de dia
gonaal al—h8 oppermachtig.
22 Pb3 x al
23 Tfl x al Tf8d8
24 Tal—dl
Juister dan 24 Db3f. Kf8, 24 De6, f41
Over dit onderwerp schrijft „Het Va
(Ierland"
In de nieuwsbladen heeft eenigen tijd
geleden een bericht gestaan, dat een
der dijkdoorbraken tijdens de laatste
•fiverstrooining van het Zuidelijk deel
dés lands te wijten was aan een mol.
„Uit een mollegat spoot eerst het wa
ter"^ en daarna zakte een stuk dnk weg.
Dit mag voor een oogenblik ae aan
dacht vestigen op het aier, door Lode-
'wijk den Veertiende eens „het heertje
in 't zwart" genoemd, dat hem zoo'n
grooten dienst had bewezen, toen het
paard van Willem III over een van
z'n aarden koepeltjes was gestruikeld, in
1702, hetwelk den dood van onzen groo
ten stadhouder ten gevolge had.
Heertje in 't zwart, zoo mag Jiij te
recht hèeten, want het is een heertje,
dat er wezen mag, en zich gelden laat
en zwart is hjj in zijn kortharig pelsje
van geschoren fluweel, dat niets anders
onbedekt laat dan het rose varkenssnoet
je, het staarteinde en de voetzolen en
teenen.
Hnxbelioort tot de onderaardsche bees
ten en is daarvoor ook volkomen inge
richt. Hij is de rustelooze mijnwerker,
onafgebroken schier door den honger
voortgedreven, geen halve etmaal kan
hij zonder voedsel, zoodat hij dan ook
geen winterslaap houdt, zooals zoovel»
insecteneters, maar met al, wat hen tot
spijze strekt in wintertijd mee zakt naar
(Ie diepere aardlagen. Geen dier kan
beter toegerust zijn voor zijn levens
werk dan de mol. Alles is 'even rond
aan hem. Nergens zijn uitstekende dee-
len, die hem bij zijn arbeid kunnen hin
deren. Geen schouders, geen- heupen,
geen oorschelpen, wel ooren, maar die
gesloten kunnen worden, oogjes als raap
zaadkorreltjes, dicht met haar overdekt,
een partje van een goeden centimeter
Hij is een fluweelen rolletje, tonnetje,
mofje, cyiindertje, met een verleng-
stukje, de buitengewone fijne tastsnuit
en vier aanhangsels, de pooien, waarvan
de beide voorste beter handen konden
heeten, graaf handen. Deze staan met
den binnenkant naar buiten gekeerd
scheef van het lichaam ar, om links en
rechts als spaden dienst te doen, de aar
de te verwerken en naar buiten op te
noopen, tot korreiige hoopjes. In het
bezie van een stevig s.el nekspieren, zich
voortduwend met de achterpooten, door
woelt en doorwroet hij zijn jachtge
bied, zunder mueite op een vu>r.iaarsmor
gen de groene weide versierend met een
paar tientallen heuveltjes. 'Menigmaal
heb ik hem met een schop uit zoo'n hoop
gewipt en ervaren, dat hij ook boven
gronds zich aaruig ^kan redden, zelfs
er niet tegen opziet om in nood een
sloot over te. steken, waarbij net spreek
woord, zoo blind als een mol, allerminst
opgaat, ^ioileinan kan wel degel.jk Zien
en richting nouden, Hij kan de haren
vóór zijn kijkers oplicluen en deze Zciis
uitstulpen en uitrekken naar 'believen.
Wilt ge zijn eigenlijk verblijf vinden,
aan 111. ei ge ïeoten op den giV.ototenmois
hoop in üe buurt van zijn jachuveid,
zoo een met een ïoïddeliijn van wei
haast een meter, en uaaronder, een voet
of d ie in den grond. ,oevindt zicii e n
ketei, een 2D C.aL. in ujoisuee, ge-
voeru met mos, grashalmenen anuer
zacht iigsel en deksel. Van dit nest uit
en er omneen bovenover of ouder langs
Leidsche Penkrassen.
Amice,
Uit het verslag van den Gemeente
raad van Leiden in ons blad van Dins
dag, hebt ge wel gelezen dat het er
weef eens warm is toegegaan bij onze
vroede vaderen en moederen, 't Lijkt
me wel de moeite waard daaraan nog
even te herinneren, omdat daarbij
weer zoo duidelijk uitkwam de groo
te afkeer dien men bij de linksche par-
tijen heeft van het bijzonder onder
wijs.
Ook bij een vorig punt, het uitdiepen
van den Nieuwen Rijn en het maken
van een nieuwe walbeschoeiing, bleek
verschil van meening te bestaan. Men
was het volstrekt niet eens over de
noodzakelijkheid en de doelmatigheid
van het door B. en W. voorgestelde
plan, maar de discussie werd zakelijk
en zonder heftigheid gevoerd, zooals
het ook behoort.
Maar dat werd dadelijk anders toen
het advies van B. en W. op het ver
zoek van de Geref. Schoolvereeniging
aan de oude kwam. Niet alleen dat
de wettigheid van de aanvrage en de
noodzakelijkheid van het bouwen van
een nieuwe school werd bestreden,
maar van socialistische zijde ging
men te keer alsof hier de grootste
misdaad gepleegd stond te worden.
Van den antirevolutionairen woord
voerder heette het dat hij optrad als
een advocaat van kwade zaken. In
„Het Volk" van Woensdagavond werd
dit nog een beetje aangedikt en kon
men het volgende moois lezen:
„Dit raadsUid (de heer Zuidema)
anders steeds een echte bezuinjgings-
maniak, steunde krachtig deze plun-
derpoging op de gemeentekas. Hij deed
dit zelfs op zoo'n brutaal-listige wij
ze, dat Dubbeldeman hem minder par
lementair, doch daarom toch niet on
juist, een advocaat van kwade zaken
noemde."
y
Dit lezende en de roodo heeren in
den Raad hoorende sputteren, zou
men den indruk krijgen dat door ods
raadslid een heel slechte zaak verde
digd werd.
Ik wil er niet veel meer van zeggen,
amice, nu wat ik hierover reeds de
vorige week opmerkte, maar een en
kele opmerking schijnt mij toch wel
gewenscht.
De zaak komt heel eenvoudig hier
op neer, dat er in het stadsdeel waar
de Geref. School Lusthoflaan staat,
voor dit onderwijs groote belangstel
ling schijnt te eijn. Als er plaats is
voor 30 leerlingen, dan melden zich
een 60 nieuwe leerlingen aan. Een paar
jaar achtereen heeft men hier wat op
weten le vinden door z.g. „knobbel
klassen" te vormen, maar ook daar
mee is men nu aan het eind, zoodat
maatregelen genomen moeten worden.
Meerdere schoolruimte is noodza
kelijk en nu dit gevraagd is heeft do
Gemeente daarin te voorzien. Dat is
heel onpleizierig voor de vrijzinnige
en de socialistische heeren, die zijn
opgevoed met de gedachte, dat de voor
standers van 'tbijz onderwijs eigenlijk
burgers zijn van den tweeden of den
derden rang met wie men niet zooveel
consideratie heeft te gebruiken, maar
de zaak is nu eenmaal zoo.
Geen wonder dus amice, dat men,
wanneer dergelijke aanvragen aan de
orde komen, aan den vrijzinnigen kant
altijd een beetje geprikkeld, is. Men
kan het niet verkroppen dat het bij
zonder onderwijs bloeit en dat de open
bare school, waaraan men getracht
heeft de natie vast te klinken, lang
zaam maar zeker achteruitgaat.
En nu werd dat er niet beter op, nu
B. en W. in de stukken lieten door
schemeren, dat het schoolbestuur hoe
wel liet op meerdere schoolruimte
recht kan doen gelden, door een nieu
we school te vragen toch eigenlijk wel
een beetje buiten de schreef ging. Naar
het oordeel van B. en W* 2ou de sciiool
Lusthoflaan gemakkelijk tot een dub
bele school uitgebouwd kunnen wor
den, wat voor de Gemeente een min
dere uitgaaf van pl.m. f50.000 zou be-
teekenen. Een halve ton besparing,
dat is geen kleinigheid.
Het schoolbestuur is echter van oor
deel en naar het mij voorkomt op
goede gronden dat dit een bespa
ring is alleen op papier. Volgens B.
en W. zou het toch mogelijk zijn een
bestaande school uit te bouwen tot
een dubbele school, zóó dat de kosten
per lokaal gemiddeld op ongeveer
föOOO zouden komen. In den Raad
werd er reeds terecht de aandacht op
gevestigd, dat toen onlangs in een der
openbare scholen een kamer voor het
hoofd moest worden bijgebouwd, de
kosten daarvoor werden geraamd
en men was hierbij zéér zuinig te
werk gegaan op f 3150. Een eenvou
dige kamer, waarbij weinig behoeft
gebroken en verbouwd te worden voor
f3150 en dan een geheel schoollokaal
voor f5000? Dat lijkt al eén beetje
vreemd, waarhij dan nog komt, dat
hier toch ook een kamer voor 't hoofd
enz. noodig zou zijn. 't Lijkt daarom
al heel onwaarschijnlijk amice-, dat
de overgelegde begrooting juist kan
zijn en dat het kostenverschil zoo
groot zal zijn als door B. en W. werd
becijferd.
De tegenstanders van het verzoek
hadden ook dit nog in hun voordeel,
dat door B. en W. allerlei aanmerkin
gen werden gemaakt op de overglegde
handteekeningen. Hoewel toestem
mend, dat de zaak wettelijk in orde
was, dat aan alle wettelijke eischen
was voldaan, en dat de' Raad niet het
recht had de gevraagde piedewerking
te verleenen, werden toch allerlei
aanmerkingen gemaakt, waard o.or
men den indruk zou kunnen krijgen
dat hier toch een en ander niet in
orde was.
't Spreekt wel vanzelf dat de lin
kerzijde dezep stok onmiddellijk aan
greep om daarmee de Geref. School
vereeniging te slaan, zoo zelfs, dat
naar ik van een ooggetuige noorde,
in den Raad geroepen werd, dat men
hier met een vies zaakje te doen had.
Intusschen, het voorstel is aange
nomen en al was het praeadvies van
B. en W nu juist niet bemoedigend,
toch hoop ik dat de gevraagde school
binnenkort zal verrijzen. Voor de S.D.
A.P. die waant dat zoóiets in „ons
mooie Kooipark" niet past en dat dit
park te goed is om het door een Chris
telijke school te ontsieren, zou dit een
groote teleurstelling zijn, maar daar
is nu eenmaal niets aan te doen. Men
zal er aan moeten wenner als dat nog
niet gebeurd is, dat de voorstanders
van Christelijk Onderwijs ook rechten
hebben en dat ze niet meer, zooals
men dat vroeger deed als onmondiger:
en rechtloozen in een hoek kunnen
worden geduwd.
Dat was een andere tijd dan tegen
woordig, amice. In verband met .de
herdenking van den sterfdag van
Groen van Prinsterer, heb ik in de
afgeloopen dagen enkele van zijn ge
schriften nog weer eens ter hand ge
nomen. En ook nu trof het me weer,
hioeveel belangstelling hij had voor
de christelijke school en hoe hij tot
zijn laatsten ademtocht streed voor
het goed recht van het Christelijk on
derwijs. Een goed georganiseerde par
tij had Groen niet achter zich. Hij
had volgelingen gekweekt én soldaten
opgeleid, maar het was hem niet ge
lukt ze in verband te stellen en er
een dicht aaneengesloten strijdbaar
leger van te maken. Men werkte in
die dagen nog veel naar eigen in
zicht, waarbij echter een dankbaar
gebruik werd gemaakt van Groens
adviezen. En die adviezen bij de stem
bus luidden telkens weer: denkt om
de school. Het school vraagstuk was'
in die dagen het eerste en het hoog
ste en heel zijn leven heeft Groen he-
steed om voor het Christelijk onder
wijs ruimte te krijg om
Wanneer ik de geschriften van
G'uen lees, amice, dan treft het mij
altijd weer, hoeveel er in betrekkelijk
korten tijd veranderd is en ook hoe
weinig wij dat vaak waarrieeven.
Onze scholen bobben ruimte gekre
gen. en meer dan men ooit liad dur
ven hopen.
De openbare school, dat liberale bol
werk, dat de eeuwen scheen te kun
nen verduren," is op het tweede plan
geraakt en wordt nu zelfs door haar
eigen vrienden verlaten.
De beginselen door Groen verkon
digd, hebben vat gekregen op ons
volksleven en de weinige volgelingen
die hij had zijn geworden tot mach
tige groepen, die in het politieke le
ven een beslissend woord spreken.
Groen van Prinsterer, die edele fi
guur werd uit alle openbare ambten
geweerd en zelfs voor een Koninklijke
onderscheiding kwam deze edeling,
die zoo groote verdiensten had, niet in
aanmerking, en nu is er geen enkele
deur meer voor onze mannen gesloten,
worden hun 'de grootste eereposten
aangeboden en de hoogste onderschei
dingen hun toegekend.
Zoo bezien is er een geweldige voor
uitgang. Maar des te meer is l&t nu
ook noodig aandacht te schenken aan
de waarschuwing van Groen, dat de
kracht van een partij niet zit in een
eminente leiding en in allerlei uiter
lijke dingen, maar alleen en uitslui
tend in het vasthouden aan de be
ginselen.
Daarop komt het aan amice. Als wij
onder alle omstandigheden ons laten
leiden door de beginselen die zijn naar
Gods Woord en als wij ons willen la
ten leiden door den Geest des Hee
ren, dan zal er voor ons een toekopist
zijn. Maar dan ook alleen.
VERITAS.