CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
7de JAARGANG
VRIJDAG 21 MEI 1926
NUMMER 1827
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal 2.90
Oii nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Onze Hoofdredactie.
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
Zooals onze lezers reeds in ons blad
hebben gelezen is onze hoofdredacteur
de beer R Zuidema, met ingang van
1 September a.s. benoemd tot direc
teur-hoofdredacteur van het A.R. dag
blad „De Zeeuw."
Niet zonder aarzeling heeft de heer
Z. thans deze benoeming aangenomen
en dus zal hij binnenkort zijn verdien
stelijken arbeid aan ons blad neer
leggen.
Hoewel bet vertrek van den heer Z.
eerst over eenige maanden plaats
heeft kwam het directieven commis
sarissen gewenscht voor, reeds nu,
van de benoeming van onzen hoofdre
dacteur tot directeur-hoofdredacteur
van De Zeeuw" aan onze lezers of-
fic;eel mededeeling te doen.
Het is directie en commissarissen
een behoefte bij deze mededeeling een
woord van dank en waardeering te
voegen, voor de wijze waarop onze
hoofdredacteur, gedurende ruim zes
jaar, zich van zijn taak heeft gekwe
ten. Gaarne bieden wii hem onze har-
lelijke gelukwenschen aan met deze
promotie en drukken wij onze spijt
uit dat hij juist nu, nu de eerste en
moeilijkste jaren voor ons blad voor
bij zijn, onzen kring van werkers gaat
verlaten.
Zeker, wij weten het, dat ook de
bloei vap onze christelijke pers niet
van menschen afhankelijk is. Immers
de Heere regeert, en wie weet hoe
spoedig de ledige plaats weer dooreen
nieuwe kracht bezet is.
Dit neemt echter niet weg, dat wij
in den heer Z. verliezen een bekwaam
man, wiens vertrek, behalve voor ons
blad, voor onze antirevolutionaire
partij in deze omgeving een gemis zal
zijn
Wij houden ons echter overtuigd,
dat de heer Z. die niet gemakkelijk
van dezen werkkring scheiden zal, de
aangenaamste herinneringen aan zijn
verblijf aan ons blad bij zijn vertrek
naar Zeeland zal meenemen, hetwelk
reeds bleek uit zijn bereidverklaring
om bij eventueel gevraagde medewer
king voor ons bjad, die con amore te
verstrekken zoodat, hoewel hij van
ons gaat, toch niet alle contact is ver
broken.
Directie en commissarissen stellen
reeds serieuse pogingen in het werk
om de vacante plaats door een nieu
wen hoofdredacteur te doen bezetten
en hopen zij binnenkort daaromtrent
verblijdende mededeelingen aan onze
lezers te kunnen doen.
Moge God indeze keuze Zijn zegen
schenken, opdat onze Nieuwe Leid-
sche Courant in gestadigen groei en
bloei moge blijven toenemen.
DIRECTIE EN COMMISSARISSEN.
V De Ziektewet.
De droeve historie met de ziekte
verzekering om met den heer
Smeenk te spreken is nog steeds
niet geëindigd.
Het is nu reeds meer dan 14 jaren
geleden dat Minister Talma zijn Ziek
tewet tot stand bracht maar de in
voering blijft nog altijd uit.
Er wordt gestudeerd en nog- eens
gestudeerd, maar daar blijft het bij.
Begrijpelijkerwijs was er dus veel
belangstelling voor de vraag welk
standpunt Minister Slotemaker de
Bruine ten opzichte van deze kwestie
inneemt.
Het antwoord dezer dagen in de
Tweede Kamer gegeven, schijnt ons
niet bepaald moedgevend.
„Wat is aldus de Minister, mijn
werkplan? Wat wil ik met de ziekte
verzekering en wat'met de unificatie?
Beide zijn lang aan de orde, niet
alleen de Ziektewet, maar ook de uni
ficatie. die al in 1922 bij den Hoogen
Raad van Arbeid gebracht is, dus al
vier jaar geleden.
Ik begrijp volkomen den aandrang,
uitgeoefend om onmiddellijk met de
Ziektewet,te beginnen, omdat wij an
ders alweer vertraging krijgen. Ik
waag het toch om zeer kort te pleiten
voor tijd, dat ik den omgekeerden weg
volge en eerst onderzoeke hoe ver ik
zonder tijdverlies met de unificatie
komen kan, waarin dan de Ziektewet
onmiddellijk een plaats moet vinden
Ik geloof niet dat dit uitstel een
uitstel van jaren behoeft te zijn; ik
vermoed, dat, indien ik dat zou ont
dekken, ik de volgorde zou omkeeren
en beginnen met de Ziektewet. Ik kan
niets beloven ik heb al afgeleerd
optimistisch te zijn maar ik deuk
over een half jaar wel te wetnji boe
ik oordeel over de unificatie, n ff an
is geen vertraging er bet gevolg van
geweest."
De Minister wil dus vooruit, zooals
hij ook in het verdere gedeelte van
rijn rede nadrukkelijk liet uitkomen.
Toch vreezen we met groote vreeze,
dat het ook ditmaal weer hij goede^
voornemens zal blijven.
De zaak is, dat de Minister in de
zaken waarover het hier gaat, niet in
zit.
Wannere ik, aldus de Minister, een
algemeen systeem zou hebben van
'de gansche sociale verzekering, dan
zou de zaak gemakkelijk zijn.
Maar dat is juist wat dezen bewinds
man, die zich tot dusver met de prac-
tijk van de sociale wetgeving weinig
inliet, ontbreekt.
Hij moet beginnen met te studee-
ren over het algemeen systeem en dan
moet hij zich blijkens' wat hij verder
meedeelde nog een oordeel vormen
over de wijzè waarop de ziekteverze
kering zelve geregeld moet worden.
Er ié waarschijnlijk niemand, die
aan de goede bedoelingen van dezen
sympathieken Minister twijfelt.
Maar wel schijnt ons twijfel gewettigd
omtrent de vraag of in de practijk
iets tot stand zal worden gebracht.
7 Ziekteverzekering noodig.
Meermalen is de gedachte geopperd
dat een Ziektewet eigenlijk overbodig
is daar de groote meerderheid der ar
beiders toch reeds in geval van ziekte
een uitkeering ontvangt.
Ook de heer van "Gijn heeft zich in
de Tweede Kamer in dien geest uitge
sproken.
Deze opvatting werd echter door Mi
nister Slotemaker de Bruine bestre
den.
,.Ik hen verbaasd, zoo zeide hij, over
hetgeen ik heb gehoord, ook van den
heei' van Gijn inzake de getallen, waar
om het gaat. Ik erken, dat het moei
lijk is om zeer precies te spreken.
Maar de heer van Gijn is toch wel bui
tengewoon optimistisch als hij meent,
dat 70 of 80 pet. van de arbeiders
reeds op de een of andere wijze ziek-
tegeld krijgen.
Ik heb hier het resultaat van een
summier ambtelijk onderzoek: op 1
Juli 1925 hadden ongeveer 233.600
recht op ziekengeld, krachtens een col
lectieve arbeidsovereenkomst; 100.000
arbeiders waren door werkgevers ver
zekerd bij onderlinge verzekeringsin
stellingen waarvan een deel misschien
in het vorige getal reeds is vervat;
70.000 personen, maar niet alleen ar
beiders. waren verzekerd bij zieken
kassen; 100.000 arbeiders bij onderne-
mingskassen. Hetgeen dus beteekent
400.000 of 500.000 arbeiders-verzeker-
den. Onder de Ziektewet zouden val
len 1.300.000 en wanneer men unifor
meert en alle verzekerden brengt tot
dezelfde categorie, zouden er 1.800.000
onder vallen. De toestand is dus "niet
zoo gunstig als de heer van Gijn
meende."
Regeling van deze materie is drin
gend noodzakelijk.
STADSNIEUWS.
NED. CHRISTENVROUWENBCND.
De middagvergadering ving om twee
uur aan met het zingen van het Bonds
lied.
Vervolgens werd de uitslag bekend
gemaakt van de gehouden bestuurs
verkiezing. De aftredende leden, Mej.
Mr. Frida Katz, Mevr, Landwchr, Mej.
Burger en Mej. v. Beeck Calkoen, ble
ken met bijna algemeene stemmen te
zijn herbenoemd, en namen deze her
benoeming aan.
Door Mevr.., WesterbrinkWirtz
werd daarna het bestuursvoorstel om
in de afdeelingen dezen winter aan
dacht te wijden aan de kwestie der
meisjesopleiding na de lagere school,
mede voor de gezinstaak, toegelicht.
Uit verschillen1: mededeelingen van
de spreekster bleek, dat deze kwestie
momenteel in het centrum der belang
stelling staat.
De omstandigheid dat voorheen al
leen aandacht werd gewijd aan de
huishoudelijke taak die het mejsie
wachtte, heeft een reactie ten gevolge
p-ehad, \v—"bij m n v te ver is ge
gaan met de buiten-huiselijke oplei
ding, zobdat wij in onze do -n Ik v
schijnsel zien dat bestudeerde mannen
in de maatschappij geen plaats kun
nen vinden, terwijl die ingenomen
is door vrouwen. Anderzijds heeft de
huisvrouw de gr moeite om
zich de noodi^e vrouwelijke hulp te
ver ri ffen.
Zeer zeker kan de bestudeerde
vrouw een zegen zijn voor de maat
schappij. Maar toch dient tevens te
worden gewaakt voor het juiste even
wicht.
Achtereenvolgens gaf:spr. dan een
kort overzicht van hetgeen geschreven
is over en gedaan wordt voor een spe
ciale opleiding.
Spr. gaf in overweging in deze rich
ting verder te speuren en zich bij het
bespreken van mogelijke verbeterin
gen niet te bepalen tot erkende onder
wijsinrichtingen maar ook na te gaan
wat jeugdorganisaties enz. op dit ge
bied doen. De afd. Amsterdam van den
N. C. V. B. beeft in samenwerking met
„Patrimonium" een Naaischool opge
richt en ook de daar bestaande Pau-
lusvereeniging werkt op dit gebied
Verder zou iets zijn te bereiken door
splitsing van het M.U.L.O.-oifderwijs.
De inleiding van Mevr. W. Wirtz zal
in haar geheel in het bondsorgaan
worden opgenomen.
De spreker voor de middagvergade
ring, Prof. Mr. P. A. Diepen
horst, werd na door de vergadering
met apulaus te zijn begroet, door de
presidente met een enkel woord bij
zijn gehoor ingeleid, en nam vervol
gens het woord.
Spr. zei de uitnoodiging om in deze
vergadering een principieel strafrech
telijk onderwerp te behandelen om
verschillende redenen met genoegen
te hebben ontvangen.
De vrouw, aldus spr., neemt ten aan
zien van de criminaliteit in het mo-
reele leven van de Europeesche bevol
king een lichtende positie in.
Er dreigt voor onze geheele samen
leving een groot gevaar in de onder
mijning van de begrippen schuld, ver
antwoordelijkheid en straf. In dit ver
band noemde spr. dan eenige moderne
richtingen op het gebied van de straf
wetgeving die voor de begrippen zQn-
de en schuld een ernstig gevaar zijn.
Algemeen bekend is de leer van een
Italiaanschen geleerde Ceasar Lom-
broso, die voor eenige tientallen jaren
door zijn optreden een geheele omme
keer bracht in de heerschende opvat
tingen. Hij zag n.l. in de misdaad
slechts een noodzakelijk product van
's menschen verkeerden aanleg. De mis
dadige neiging in den mensch be
schouwde hij niet als zonde doch als
een ziekte, zoodat de drager ervan
niet voor straf, doqh slechts voor ver
betering in aanmerking komt.
Tegenwoordig wordt de leer van
Lombroso niet meer in alle deelen on
derschreven. Zijn stelsel kreeg reeds
een geweldigen schok toen hij moest
toestemmen, dat de misdadigers van
professie zeer dii'wiils de kenmerken
missen die hij had opgegeven als eigen
zijnde aan den voorbeschikten boef.
Het geloof sterft uit als zou een ca
tegorie menschen bij de geboorte reeds
worden begiftigd met kwaliteiten die
hen nopen tot het leiden van een mis
dadig leven. Zeker ook wij gelooven
aan een zedelijke ontaarding die zich
weerspiegelt in de gelaatstrekken,
maar omgekeerd kan niet uit de li
chamelijke eigenschappen zonder meer
worden afgeleid of de drager al of niet
tot misdadiger is voorbeschikt.
Maar al is het geloof in den gebo
ren misdadiger dood, niet is in we
tenschappelijke kringen de meening
uitgestorven, dat iemands geestelijke
hoedanigheden afhangen van de eco
nomische omstandigheden.
De beste crimineele politiek, zoo
zegt men, is een sociale politiek. Geen
wonder, dat deze stelling gaarne werd
aanvaard door de aanhangers van het
historisch materialisme, van het socia
listisch vrederijk op aarde.
De hiermede geschetste richtingen
werden vervolgens door den spreker
aan een critische beschouwing onder
worpen.
Verdediging van de maatschappij
tegen den misdadiger in veler beginsel
op strafrechtelijk gebied.
Tegenover deze opvatting, die de
schuld wegdoezelt wenschen wij de be
grippen verantwoordelijkheid 1 en
schuld te handhaven.
Niet als zouden wij den invloed -der
stoffelijke omstandigheden op iemands
geestelijke hoedanigheid miskennen.
De bede van Agur, voorkomende in de
Spreuken, leert wel anders. Maar toch
hoede men zich voor overdrijving. De
gevallen zijn met den vinger aan te
wijzen waar iedere stoffelijke omstan
digheid als oorzaak gevende factor is
uitgesloten. Wanneer de materialisti
sche theorie juist was, zouden zij die
in gelijke stoffelijke omstandigheden
verkeeren, gelijk in den misdaad moe
ten vervallen, en de practijk leert an
ders, om maar bij den zondeval in het
paradijs te beginnen, waar in t geheel
geen stoffelijke nood tot overtreding
behoefde te leiden.
Het Christendom ontkent niet dat
stoffelijke nooden den strijd om staan
de te blijven benauwend kunnen ver
zwaren, doch houdt niettemin de nood
zakelijkheid van dien strijd staande
De mensch is boven het dier verheven,
behoeft niet aan vleeschelijke neigin
gen te zijn onderworpen doch heeft in
de genade de kracht gekregen om zich
daarboven te verheffen.
Wanneer de mis Wad van den
mensch inderdaad moet worden ver
klaard uit buiten hem liggende oorza
ken, hoe is dan te verklaren het na
den misdaad ontwakend schuldbesef?
Zoo handhaven wij dat de mensch
verantwoordelr1 is voor daden die
hij begaat, en dat Overheid als de
laatsbekleedster van God den mis
dadiger moet straffen. Wn keeren om
tee-en de ziekelijke opvatting die in
den misdadiger nog slechts ziet een
interess'M wezem dat geen straf, m.
alleen medelijden ziet. Een boek als
„Boefje" van Brusse verdient bewon
dering om de schrijfwijze, maar heeft
tevens een gevaarlijke strekking om
dat het de misdadigers voorstelt als
een afzonderlijke grqep van menschen
Daartegenover staat het getuigenis
der H. Schrift, die zegt dat er niemand
is die goed doet, niemand die verstan
dig is, maar dat allen een neiging tot
zonde hebben en afgeweken zijn.
Deze andere opvatting is ook van in
vloed op de straf.
De straf zij geen onnoodige kwelling
Ook in den misdadiger moet het schep
sel Gods worden geëerd, ook tegenover
hem moet het recht worden gehand
haafd. De christen-advocaat mag niet
slechts, maa" moet den gevallene bij
staan, niet om de schuld tejverkleinen,
maar om te waken tegen onrecht. Ook
in de zorg voor ontslagen gevangenen,
is voor de Chr. liefde nog veel te doen.
Maar daarnevens moet straf ook
straf blijven en niet uitsluitend als ge
neesmiddel worden beschouwd.
Ook op de voorkoming van den mis
daad is de chr. opvatting van invloed.
Van hoe gróoten invloed zij zijn, toch
richten wij ons niet het eerst op de uit
wendige verhoudingen, maar op het
hart omdat volgens de Schrift daar de
uitgangen des levens zijn.
Tenslotte wees spr. op het machtig
middel van de opvoeding en op de
hoogstbelangrijke plaats die vooral de
vrouw daarbij inneemt.
De spreker eindigde zijn toegejuich
te rede met een herinnering aan de be
de uit het Onze Vader: „Leidt ons niet
in verzoeking 1"
De presidente dankte Prof. Diepen
horst voor de wijze waarop hij dit on
derwerp had behandeld. Op haar ver
zoek, gesteund door Mej. Katz, ver
klaarde Prof. Diepenhorst zich bereid
zijn rede af te staan voor „De Chris
tenvrouw".
Hierna werd de rondvraag gehou
den, waarbij Mevr. Wielenga (A'dam),
Mevr. Offringa, Mevr. Oosterom en
Mej. v. d. Molen (Haarlem) het woord
voerden.
Tenslotte bracht Mevr. Havelaar v.
Beeck Calkoen de Leidsche afdeeling
dank voor de gastvrije en goede ont
vangst, waarbij zij in het bijzonder de
secretaresse, Mej. v. Loo hulde bracht.
Nadat gezongen was het laatste cou
plet van het Bondslied ging Prof. Die
penhorst voor in dankgebed.
Verscheidene deelneemsters maak
ten nog gebruik van de gelegenheid
om de bezienswaardigheden der stad
te bezichtigen.
Chr. Gerei. Kerk.
In de laatste vergadering van d,e
classis 's-Gravenhage der Chr. Geref.
Kerk, gehouden te Leiden onder pre,-
sidium van Ds. Joh. Jansen, werden
benoemd tot afgevaardigden naar de
Part. Synode:
Primi: Ds. J. D. Barth, Ds. D. Dries-
sen, Ds. J. L. de Vries, Oud. Ds. H.
Janssen, Oud. A. Keizer, Oud. M. v.
d. Zwan.
Secundi: Ds. P. de Smit, Oud. F.
'W. van Geest, Ds. Joh. Jansen, Oud.
J. Ruissaard. Oud. T. v. d. Heuvel,
Oud. J. H. Langezaal.
Inzake een ingekomen bezwaar
schrift tegen de bekende zinsnede van
art. 36 der Geloofsbelijdenis, om te
weren en uit te roeien alle afgoderij
en valschen godsdienst, om het rijk
des antichrists ten gronde te werpen"
werd door de Classis uitgesproken,
„dat wij hier te doen hebben met een
h'oogst gewichtige zaak; dat het niet
goed is, deze zaak in onze kerk aan
de orde te stellen; en daarom het be
zwaarschrift aan den betrokken broe
der terug te zenden, zonder hem even
wel het recht te onthouden, zijn be
zwaren, eventueel kenbaar te maken
aan de Part. Synode."
Als rapporteur der Zendingscom
missie deelde Ds. J. L. de Vries mede,
dat haar arbeid zoover is gevorderd,
dat zij zeggen kan, dat waarschijnlijk
in de eerste, week van Juli een Zen
dingsdag zal worden gehouden, D.V.
dat als sprekers daar zullen voorgaan
de predikanten: J. D. Barth, D. Dries-
sen. H. Janssen (legerpredikant), Joh.
Jansen, P. de Smit en J. L. de Vries:
en dat als terrein is aangevraagd het
landgoed van H. M. de Koningin:
Raaphorst onder Wassenaar, waarop
nog het antwoord wordt ingewacht.
Maatschappij der Nederl. Letterkunde,
De Maatschappb der Nederlandsche
Letterkunde zal Woensdag 9 Juni haar
jaarljjkscho vergadering houden In het
Nutsgebouw alhier.
Aan deze vergadering .gaat Dinsdag
avond 8 Juni vooraf de jaar lij kscne
vergadering van de Commissie voor de
Geschied- en Oudheidkunde, Waar de
heer F. E. baron Mul er t, oud-kapitein
ter zee, een lezing zal houden over:
„Onze oudste betrekkingen tot den sul
tan vjuk Marokko*.
Gewone advert en tiSn per regel 22*/> cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel Uriel
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine advertentiSn bij vooruitbetaling -
ran ten hoogete 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent.
Binnenland.
Ged. Staten over do olectiische
stroomleveriong aan Boskoop.
Buitenland
De nlenwe Belgische regeering is
Sisaren toi s'-Mtl gekomen.
Een Dnitsche kruitfabriek in da
lucht gevlogen.
Er gaan in Frankrijk geruchten over
een kabinet PolncaréGaillaux.
De Britsche mijnwerkers hebben het
regeerlngsvoorstel verworpen.
Bti de opening. Woensdag van de ver-
fadering van ae Maatschappij der Ne-
erlandsche Letterkunde zal ao voorzit
ter, .Prof, Dr. H. Tl Golenbrander een
rede houden.
Voorts vermeldt de agenda o.m.:
Voordracht van Dr. Gerard Brom, te
Nijmegen, over: „Onze schilders en
schrijvers in de vorige eeuw"
verslagen van de verschillende com
missies der Maatschappij en bekendma
king van den uitslag der stemming over
de te benoemen gewone en buitenland-
sche leden;
bekendmaking van het werk, dat door
het bestuur der Maatschappij voor het
jaar 1925'26 op advies van de Com
missie voor Schoone Letteren met den
jaarlgksch uitgeloofden priis van 1000
gulden wordt nekroond, alsmede een
voorstel, om uit de renten van het
Vaste Fonds een som van f 250 ai' te
staan aan den heer Di J. van der Ven
als bijdrage in de kosten, verbonden
aan de samenstelling van zijn „H^rfst-
en Oogstfilm van Nederlana'.
De agenda bevat verder een voorstel
tot wetswijziging, door in te voegen
een artikeï betreffende de toekenning
van een prijs voor meesterschap ten be
drage van f 1000 en van een artikel
tot toekenning van een jaarljjkschen
prijs tot aanmoediging tot hetzelfde be
drag.
Verder zal moeten worden voorzien
in" de vacature v^n bestuurslid. In de
plaats van Prof. van Ronkel, niet her
kiesbaar, worden aanbevolen de Prof.
Dr. J. H. Kern Hzn. en Dr. N. J. Krom
Ook zal moeten worden voorzien in
de vacatures in de commissie voor de
Schoone Letteren, in de «plaats van den
heer D. Coster, niet herkiesbaar, en
van mevrouw I. Bou,dier-Bakker, die
wenscht af te treden.
Hiervoor zijn de volgende dubbeltallen
opgemaakt: 1. Mej. F. de Meyiere en
mevr. A+- van Gogh-Kaulbach; 2. de
heeren J. W. F. Werumeus Buning en
C. L. Schepp.
Ook wordt voorgesteld de commissie
met twee leden uit te breiden, waarvoor
de volgende dubbeltallen zijn opge
maakt
1. Mevr. J. van Dulleman-De Wit
en mevr. A* ^an iihyn-Naeff en 2. mej.
E. Zernike en mevr. C. M. van Hille-
Gaerthé.
Fonds voor wandelparken.
Burgemeester en Wethouders heb
ben uit de ingezetenen der gemeente
benoemd tot leden van den Raad van
Bestuur der stichting „Fonds voor
Aanleg, Onderhoud en Beheer van
Wandelparken in Leiden", de heeren.
A. G. Bosman en B. F. Krantz.
De Commissaris van Politie te
Deventer maakt bekend, dat J. Bonje,
wonende te Deventer aan den Rijs-
weerdsweg No. 23, Lu verschillende
couranten advertenties plaatst, waar
hij hij kredieten en hypotheken ver
krijgbaar stelt. 'Omdat de resultaten
dikwijls teleurstellend zijn gebleken,
geeft bij in overweging, aan zijn bu
reau eerst inlichtingen in te winnen.
Gisternacht zijn in verschillende
wijken van de stad muntgasmeters ge
licht door onbevoegden. Het aantal be
kende gevallen bedroeg óp dit oogen-
blik zeven, w.o. er één was die een be
drag inhield van f 23.
In de Haarlemmertrekvaart, on
geveer ter hoogte van de "Groenoord-
straat, is gistermorgen om elf uuf een
met koolasch gel Men roeiboot door
den golfslag die een passeerende zand
bakkensleep veroorzaakte, volgeloo-
pen en gezonken.
De eigenaar, C. v. d. B. uit de Lust-
hoffstraat, had nog zijn hand opge
stoken om den kapitein van de sic
boot te waarschuwen, doch deze was
met onverminderde snelheid doorge
varen. V. d. B. kon zich nog tijdig in
veiligheid stellen, r hij dicht on
der den wal voer. Door den havendienst
werden waars chu wings teekens bij het
„wrak" geplaatst.
De wielrijder C. Mwas gister
morgen op den Stationsweg bijna het
slachtoffer geworden van een wat al
te haastigen chauffeur.
Terwijl hij naar de Steenstraat reed
•a uit de tae*nov«rg»oUld* rtchüna