CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 7de JAARGANG VRIJDAG 21 MEI 1926 NUMMER 1827 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal 2.90 Oii nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Onze Hoofdredactie. BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Zooals onze lezers reeds in ons blad hebben gelezen is onze hoofdredacteur de beer R Zuidema, met ingang van 1 September a.s. benoemd tot direc teur-hoofdredacteur van het A.R. dag blad „De Zeeuw." Niet zonder aarzeling heeft de heer Z. thans deze benoeming aangenomen en dus zal hij binnenkort zijn verdien stelijken arbeid aan ons blad neer leggen. Hoewel bet vertrek van den heer Z. eerst over eenige maanden plaats heeft kwam het directieven commis sarissen gewenscht voor, reeds nu, van de benoeming van onzen hoofdre dacteur tot directeur-hoofdredacteur van De Zeeuw" aan onze lezers of- fic;eel mededeeling te doen. Het is directie en commissarissen een behoefte bij deze mededeeling een woord van dank en waardeering te voegen, voor de wijze waarop onze hoofdredacteur, gedurende ruim zes jaar, zich van zijn taak heeft gekwe ten. Gaarne bieden wii hem onze har- lelijke gelukwenschen aan met deze promotie en drukken wij onze spijt uit dat hij juist nu, nu de eerste en moeilijkste jaren voor ons blad voor bij zijn, onzen kring van werkers gaat verlaten. Zeker, wij weten het, dat ook de bloei vap onze christelijke pers niet van menschen afhankelijk is. Immers de Heere regeert, en wie weet hoe spoedig de ledige plaats weer dooreen nieuwe kracht bezet is. Dit neemt echter niet weg, dat wij in den heer Z. verliezen een bekwaam man, wiens vertrek, behalve voor ons blad, voor onze antirevolutionaire partij in deze omgeving een gemis zal zijn Wij houden ons echter overtuigd, dat de heer Z. die niet gemakkelijk van dezen werkkring scheiden zal, de aangenaamste herinneringen aan zijn verblijf aan ons blad bij zijn vertrek naar Zeeland zal meenemen, hetwelk reeds bleek uit zijn bereidverklaring om bij eventueel gevraagde medewer king voor ons bjad, die con amore te verstrekken zoodat, hoewel hij van ons gaat, toch niet alle contact is ver broken. Directie en commissarissen stellen reeds serieuse pogingen in het werk om de vacante plaats door een nieu wen hoofdredacteur te doen bezetten en hopen zij binnenkort daaromtrent verblijdende mededeelingen aan onze lezers te kunnen doen. Moge God indeze keuze Zijn zegen schenken, opdat onze Nieuwe Leid- sche Courant in gestadigen groei en bloei moge blijven toenemen. DIRECTIE EN COMMISSARISSEN. V De Ziektewet. De droeve historie met de ziekte verzekering om met den heer Smeenk te spreken is nog steeds niet geëindigd. Het is nu reeds meer dan 14 jaren geleden dat Minister Talma zijn Ziek tewet tot stand bracht maar de in voering blijft nog altijd uit. Er wordt gestudeerd en nog- eens gestudeerd, maar daar blijft het bij. Begrijpelijkerwijs was er dus veel belangstelling voor de vraag welk standpunt Minister Slotemaker de Bruine ten opzichte van deze kwestie inneemt. Het antwoord dezer dagen in de Tweede Kamer gegeven, schijnt ons niet bepaald moedgevend. „Wat is aldus de Minister, mijn werkplan? Wat wil ik met de ziekte verzekering en wat'met de unificatie? Beide zijn lang aan de orde, niet alleen de Ziektewet, maar ook de uni ficatie. die al in 1922 bij den Hoogen Raad van Arbeid gebracht is, dus al vier jaar geleden. Ik begrijp volkomen den aandrang, uitgeoefend om onmiddellijk met de Ziektewet,te beginnen, omdat wij an ders alweer vertraging krijgen. Ik waag het toch om zeer kort te pleiten voor tijd, dat ik den omgekeerden weg volge en eerst onderzoeke hoe ver ik zonder tijdverlies met de unificatie komen kan, waarin dan de Ziektewet onmiddellijk een plaats moet vinden Ik geloof niet dat dit uitstel een uitstel van jaren behoeft te zijn; ik vermoed, dat, indien ik dat zou ont dekken, ik de volgorde zou omkeeren en beginnen met de Ziektewet. Ik kan niets beloven ik heb al afgeleerd optimistisch te zijn maar ik deuk over een half jaar wel te wetnji boe ik oordeel over de unificatie, n ff an is geen vertraging er bet gevolg van geweest." De Minister wil dus vooruit, zooals hij ook in het verdere gedeelte van rijn rede nadrukkelijk liet uitkomen. Toch vreezen we met groote vreeze, dat het ook ditmaal weer hij goede^ voornemens zal blijven. De zaak is, dat de Minister in de zaken waarover het hier gaat, niet in zit. Wannere ik, aldus de Minister, een algemeen systeem zou hebben van 'de gansche sociale verzekering, dan zou de zaak gemakkelijk zijn. Maar dat is juist wat dezen bewinds man, die zich tot dusver met de prac- tijk van de sociale wetgeving weinig inliet, ontbreekt. Hij moet beginnen met te studee- ren over het algemeen systeem en dan moet hij zich blijkens' wat hij verder meedeelde nog een oordeel vormen over de wijzè waarop de ziekteverze kering zelve geregeld moet worden. Er ié waarschijnlijk niemand, die aan de goede bedoelingen van dezen sympathieken Minister twijfelt. Maar wel schijnt ons twijfel gewettigd omtrent de vraag of in de practijk iets tot stand zal worden gebracht. 7 Ziekteverzekering noodig. Meermalen is de gedachte geopperd dat een Ziektewet eigenlijk overbodig is daar de groote meerderheid der ar beiders toch reeds in geval van ziekte een uitkeering ontvangt. Ook de heer van "Gijn heeft zich in de Tweede Kamer in dien geest uitge sproken. Deze opvatting werd echter door Mi nister Slotemaker de Bruine bestre den. ,.Ik hen verbaasd, zoo zeide hij, over hetgeen ik heb gehoord, ook van den heei' van Gijn inzake de getallen, waar om het gaat. Ik erken, dat het moei lijk is om zeer precies te spreken. Maar de heer van Gijn is toch wel bui tengewoon optimistisch als hij meent, dat 70 of 80 pet. van de arbeiders reeds op de een of andere wijze ziek- tegeld krijgen. Ik heb hier het resultaat van een summier ambtelijk onderzoek: op 1 Juli 1925 hadden ongeveer 233.600 recht op ziekengeld, krachtens een col lectieve arbeidsovereenkomst; 100.000 arbeiders waren door werkgevers ver zekerd bij onderlinge verzekeringsin stellingen waarvan een deel misschien in het vorige getal reeds is vervat; 70.000 personen, maar niet alleen ar beiders. waren verzekerd bij zieken kassen; 100.000 arbeiders bij onderne- mingskassen. Hetgeen dus beteekent 400.000 of 500.000 arbeiders-verzeker- den. Onder de Ziektewet zouden val len 1.300.000 en wanneer men unifor meert en alle verzekerden brengt tot dezelfde categorie, zouden er 1.800.000 onder vallen. De toestand is dus "niet zoo gunstig als de heer van Gijn meende." Regeling van deze materie is drin gend noodzakelijk. STADSNIEUWS. NED. CHRISTENVROUWENBCND. De middagvergadering ving om twee uur aan met het zingen van het Bonds lied. Vervolgens werd de uitslag bekend gemaakt van de gehouden bestuurs verkiezing. De aftredende leden, Mej. Mr. Frida Katz, Mevr, Landwchr, Mej. Burger en Mej. v. Beeck Calkoen, ble ken met bijna algemeene stemmen te zijn herbenoemd, en namen deze her benoeming aan. Door Mevr.., WesterbrinkWirtz werd daarna het bestuursvoorstel om in de afdeelingen dezen winter aan dacht te wijden aan de kwestie der meisjesopleiding na de lagere school, mede voor de gezinstaak, toegelicht. Uit verschillen1: mededeelingen van de spreekster bleek, dat deze kwestie momenteel in het centrum der belang stelling staat. De omstandigheid dat voorheen al leen aandacht werd gewijd aan de huishoudelijke taak die het mejsie wachtte, heeft een reactie ten gevolge p-ehad, \v—"bij m n v te ver is ge gaan met de buiten-huiselijke oplei ding, zobdat wij in onze do -n Ik v schijnsel zien dat bestudeerde mannen in de maatschappij geen plaats kun nen vinden, terwijl die ingenomen is door vrouwen. Anderzijds heeft de huisvrouw de gr moeite om zich de noodi^e vrouwelijke hulp te ver ri ffen. Zeer zeker kan de bestudeerde vrouw een zegen zijn voor de maat schappij. Maar toch dient tevens te worden gewaakt voor het juiste even wicht. Achtereenvolgens gaf:spr. dan een kort overzicht van hetgeen geschreven is over en gedaan wordt voor een spe ciale opleiding. Spr. gaf in overweging in deze rich ting verder te speuren en zich bij het bespreken van mogelijke verbeterin gen niet te bepalen tot erkende onder wijsinrichtingen maar ook na te gaan wat jeugdorganisaties enz. op dit ge bied doen. De afd. Amsterdam van den N. C. V. B. beeft in samenwerking met „Patrimonium" een Naaischool opge richt en ook de daar bestaande Pau- lusvereeniging werkt op dit gebied Verder zou iets zijn te bereiken door splitsing van het M.U.L.O.-oifderwijs. De inleiding van Mevr. W. Wirtz zal in haar geheel in het bondsorgaan worden opgenomen. De spreker voor de middagvergade ring, Prof. Mr. P. A. Diepen horst, werd na door de vergadering met apulaus te zijn begroet, door de presidente met een enkel woord bij zijn gehoor ingeleid, en nam vervol gens het woord. Spr. zei de uitnoodiging om in deze vergadering een principieel strafrech telijk onderwerp te behandelen om verschillende redenen met genoegen te hebben ontvangen. De vrouw, aldus spr., neemt ten aan zien van de criminaliteit in het mo- reele leven van de Europeesche bevol king een lichtende positie in. Er dreigt voor onze geheele samen leving een groot gevaar in de onder mijning van de begrippen schuld, ver antwoordelijkheid en straf. In dit ver band noemde spr. dan eenige moderne richtingen op het gebied van de straf wetgeving die voor de begrippen zQn- de en schuld een ernstig gevaar zijn. Algemeen bekend is de leer van een Italiaanschen geleerde Ceasar Lom- broso, die voor eenige tientallen jaren door zijn optreden een geheele omme keer bracht in de heerschende opvat tingen. Hij zag n.l. in de misdaad slechts een noodzakelijk product van 's menschen verkeerden aanleg. De mis dadige neiging in den mensch be schouwde hij niet als zonde doch als een ziekte, zoodat de drager ervan niet voor straf, doqh slechts voor ver betering in aanmerking komt. Tegenwoordig wordt de leer van Lombroso niet meer in alle deelen on derschreven. Zijn stelsel kreeg reeds een geweldigen schok toen hij moest toestemmen, dat de misdadigers van professie zeer dii'wiils de kenmerken missen die hij had opgegeven als eigen zijnde aan den voorbeschikten boef. Het geloof sterft uit als zou een ca tegorie menschen bij de geboorte reeds worden begiftigd met kwaliteiten die hen nopen tot het leiden van een mis dadig leven. Zeker ook wij gelooven aan een zedelijke ontaarding die zich weerspiegelt in de gelaatstrekken, maar omgekeerd kan niet uit de li chamelijke eigenschappen zonder meer worden afgeleid of de drager al of niet tot misdadiger is voorbeschikt. Maar al is het geloof in den gebo ren misdadiger dood, niet is in we tenschappelijke kringen de meening uitgestorven, dat iemands geestelijke hoedanigheden afhangen van de eco nomische omstandigheden. De beste crimineele politiek, zoo zegt men, is een sociale politiek. Geen wonder, dat deze stelling gaarne werd aanvaard door de aanhangers van het historisch materialisme, van het socia listisch vrederijk op aarde. De hiermede geschetste richtingen werden vervolgens door den spreker aan een critische beschouwing onder worpen. Verdediging van de maatschappij tegen den misdadiger in veler beginsel op strafrechtelijk gebied. Tegenover deze opvatting, die de schuld wegdoezelt wenschen wij de be grippen verantwoordelijkheid 1 en schuld te handhaven. Niet als zouden wij den invloed -der stoffelijke omstandigheden op iemands geestelijke hoedanigheid miskennen. De bede van Agur, voorkomende in de Spreuken, leert wel anders. Maar toch hoede men zich voor overdrijving. De gevallen zijn met den vinger aan te wijzen waar iedere stoffelijke omstan digheid als oorzaak gevende factor is uitgesloten. Wanneer de materialisti sche theorie juist was, zouden zij die in gelijke stoffelijke omstandigheden verkeeren, gelijk in den misdaad moe ten vervallen, en de practijk leert an ders, om maar bij den zondeval in het paradijs te beginnen, waar in t geheel geen stoffelijke nood tot overtreding behoefde te leiden. Het Christendom ontkent niet dat stoffelijke nooden den strijd om staan de te blijven benauwend kunnen ver zwaren, doch houdt niettemin de nood zakelijkheid van dien strijd staande De mensch is boven het dier verheven, behoeft niet aan vleeschelijke neigin gen te zijn onderworpen doch heeft in de genade de kracht gekregen om zich daarboven te verheffen. Wanneer de mis Wad van den mensch inderdaad moet worden ver klaard uit buiten hem liggende oorza ken, hoe is dan te verklaren het na den misdaad ontwakend schuldbesef? Zoo handhaven wij dat de mensch verantwoordelr1 is voor daden die hij begaat, en dat Overheid als de laatsbekleedster van God den mis dadiger moet straffen. Wn keeren om tee-en de ziekelijke opvatting die in den misdadiger nog slechts ziet een interess'M wezem dat geen straf, m. alleen medelijden ziet. Een boek als „Boefje" van Brusse verdient bewon dering om de schrijfwijze, maar heeft tevens een gevaarlijke strekking om dat het de misdadigers voorstelt als een afzonderlijke grqep van menschen Daartegenover staat het getuigenis der H. Schrift, die zegt dat er niemand is die goed doet, niemand die verstan dig is, maar dat allen een neiging tot zonde hebben en afgeweken zijn. Deze andere opvatting is ook van in vloed op de straf. De straf zij geen onnoodige kwelling Ook in den misdadiger moet het schep sel Gods worden geëerd, ook tegenover hem moet het recht worden gehand haafd. De christen-advocaat mag niet slechts, maa" moet den gevallene bij staan, niet om de schuld tejverkleinen, maar om te waken tegen onrecht. Ook in de zorg voor ontslagen gevangenen, is voor de Chr. liefde nog veel te doen. Maar daarnevens moet straf ook straf blijven en niet uitsluitend als ge neesmiddel worden beschouwd. Ook op de voorkoming van den mis daad is de chr. opvatting van invloed. Van hoe gróoten invloed zij zijn, toch richten wij ons niet het eerst op de uit wendige verhoudingen, maar op het hart omdat volgens de Schrift daar de uitgangen des levens zijn. Tenslotte wees spr. op het machtig middel van de opvoeding en op de hoogstbelangrijke plaats die vooral de vrouw daarbij inneemt. De spreker eindigde zijn toegejuich te rede met een herinnering aan de be de uit het Onze Vader: „Leidt ons niet in verzoeking 1" De presidente dankte Prof. Diepen horst voor de wijze waarop hij dit on derwerp had behandeld. Op haar ver zoek, gesteund door Mej. Katz, ver klaarde Prof. Diepenhorst zich bereid zijn rede af te staan voor „De Chris tenvrouw". Hierna werd de rondvraag gehou den, waarbij Mevr. Wielenga (A'dam), Mevr. Offringa, Mevr. Oosterom en Mej. v. d. Molen (Haarlem) het woord voerden. Tenslotte bracht Mevr. Havelaar v. Beeck Calkoen de Leidsche afdeeling dank voor de gastvrije en goede ont vangst, waarbij zij in het bijzonder de secretaresse, Mej. v. Loo hulde bracht. Nadat gezongen was het laatste cou plet van het Bondslied ging Prof. Die penhorst voor in dankgebed. Verscheidene deelneemsters maak ten nog gebruik van de gelegenheid om de bezienswaardigheden der stad te bezichtigen. Chr. Gerei. Kerk. In de laatste vergadering van d,e classis 's-Gravenhage der Chr. Geref. Kerk, gehouden te Leiden onder pre,- sidium van Ds. Joh. Jansen, werden benoemd tot afgevaardigden naar de Part. Synode: Primi: Ds. J. D. Barth, Ds. D. Dries- sen, Ds. J. L. de Vries, Oud. Ds. H. Janssen, Oud. A. Keizer, Oud. M. v. d. Zwan. Secundi: Ds. P. de Smit, Oud. F. 'W. van Geest, Ds. Joh. Jansen, Oud. J. Ruissaard. Oud. T. v. d. Heuvel, Oud. J. H. Langezaal. Inzake een ingekomen bezwaar schrift tegen de bekende zinsnede van art. 36 der Geloofsbelijdenis, om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valschen godsdienst, om het rijk des antichrists ten gronde te werpen" werd door de Classis uitgesproken, „dat wij hier te doen hebben met een h'oogst gewichtige zaak; dat het niet goed is, deze zaak in onze kerk aan de orde te stellen; en daarom het be zwaarschrift aan den betrokken broe der terug te zenden, zonder hem even wel het recht te onthouden, zijn be zwaren, eventueel kenbaar te maken aan de Part. Synode." Als rapporteur der Zendingscom missie deelde Ds. J. L. de Vries mede, dat haar arbeid zoover is gevorderd, dat zij zeggen kan, dat waarschijnlijk in de eerste, week van Juli een Zen dingsdag zal worden gehouden, D.V. dat als sprekers daar zullen voorgaan de predikanten: J. D. Barth, D. Dries- sen. H. Janssen (legerpredikant), Joh. Jansen, P. de Smit en J. L. de Vries: en dat als terrein is aangevraagd het landgoed van H. M. de Koningin: Raaphorst onder Wassenaar, waarop nog het antwoord wordt ingewacht. Maatschappij der Nederl. Letterkunde, De Maatschappb der Nederlandsche Letterkunde zal Woensdag 9 Juni haar jaarljjkscho vergadering houden In het Nutsgebouw alhier. Aan deze vergadering .gaat Dinsdag avond 8 Juni vooraf de jaar lij kscne vergadering van de Commissie voor de Geschied- en Oudheidkunde, Waar de heer F. E. baron Mul er t, oud-kapitein ter zee, een lezing zal houden over: „Onze oudste betrekkingen tot den sul tan vjuk Marokko*. Gewone advert en tiSn per regel 22*/> cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel Uriel Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiSn bij vooruitbetaling - ran ten hoogete 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. Binnenland. Ged. Staten over do olectiische stroomleveriong aan Boskoop. Buitenland De nlenwe Belgische regeering is Sisaren toi s'-Mtl gekomen. Een Dnitsche kruitfabriek in da lucht gevlogen. Er gaan in Frankrijk geruchten over een kabinet PolncaréGaillaux. De Britsche mijnwerkers hebben het regeerlngsvoorstel verworpen. Bti de opening. Woensdag van de ver- fadering van ae Maatschappij der Ne- erlandsche Letterkunde zal ao voorzit ter, .Prof, Dr. H. Tl Golenbrander een rede houden. Voorts vermeldt de agenda o.m.: Voordracht van Dr. Gerard Brom, te Nijmegen, over: „Onze schilders en schrijvers in de vorige eeuw" verslagen van de verschillende com missies der Maatschappij en bekendma king van den uitslag der stemming over de te benoemen gewone en buitenland- sche leden; bekendmaking van het werk, dat door het bestuur der Maatschappij voor het jaar 1925'26 op advies van de Com missie voor Schoone Letteren met den jaarlgksch uitgeloofden priis van 1000 gulden wordt nekroond, alsmede een voorstel, om uit de renten van het Vaste Fonds een som van f 250 ai' te staan aan den heer Di J. van der Ven als bijdrage in de kosten, verbonden aan de samenstelling van zijn „H^rfst- en Oogstfilm van Nederlana'. De agenda bevat verder een voorstel tot wetswijziging, door in te voegen een artikeï betreffende de toekenning van een prijs voor meesterschap ten be drage van f 1000 en van een artikel tot toekenning van een jaarljjkschen prijs tot aanmoediging tot hetzelfde be drag. Verder zal moeten worden voorzien in" de vacature v^n bestuurslid. In de plaats van Prof. van Ronkel, niet her kiesbaar, worden aanbevolen de Prof. Dr. J. H. Kern Hzn. en Dr. N. J. Krom Ook zal moeten worden voorzien in de vacatures in de commissie voor de Schoone Letteren, in de «plaats van den heer D. Coster, niet herkiesbaar, en van mevrouw I. Bou,dier-Bakker, die wenscht af te treden. Hiervoor zijn de volgende dubbeltallen opgemaakt: 1. Mej. F. de Meyiere en mevr. A+- van Gogh-Kaulbach; 2. de heeren J. W. F. Werumeus Buning en C. L. Schepp. Ook wordt voorgesteld de commissie met twee leden uit te breiden, waarvoor de volgende dubbeltallen zijn opge maakt 1. Mevr. J. van Dulleman-De Wit en mevr. A* ^an iihyn-Naeff en 2. mej. E. Zernike en mevr. C. M. van Hille- Gaerthé. Fonds voor wandelparken. Burgemeester en Wethouders heb ben uit de ingezetenen der gemeente benoemd tot leden van den Raad van Bestuur der stichting „Fonds voor Aanleg, Onderhoud en Beheer van Wandelparken in Leiden", de heeren. A. G. Bosman en B. F. Krantz. De Commissaris van Politie te Deventer maakt bekend, dat J. Bonje, wonende te Deventer aan den Rijs- weerdsweg No. 23, Lu verschillende couranten advertenties plaatst, waar hij hij kredieten en hypotheken ver krijgbaar stelt. 'Omdat de resultaten dikwijls teleurstellend zijn gebleken, geeft bij in overweging, aan zijn bu reau eerst inlichtingen in te winnen. Gisternacht zijn in verschillende wijken van de stad muntgasmeters ge licht door onbevoegden. Het aantal be kende gevallen bedroeg óp dit oogen- blik zeven, w.o. er één was die een be drag inhield van f 23. In de Haarlemmertrekvaart, on geveer ter hoogte van de "Groenoord- straat, is gistermorgen om elf uuf een met koolasch gel Men roeiboot door den golfslag die een passeerende zand bakkensleep veroorzaakte, volgeloo- pen en gezonken. De eigenaar, C. v. d. B. uit de Lust- hoffstraat, had nog zijn hand opge stoken om den kapitein van de sic boot te waarschuwen, doch deze was met onverminderde snelheid doorge varen. V. d. B. kon zich nog tijdig in veiligheid stellen, r hij dicht on der den wal voer. Door den havendienst werden waars chu wings teekens bij het „wrak" geplaatst. De wielrijder C. Mwas gister morgen op den Stationsweg bijna het slachtoffer geworden van een wat al te haastigen chauffeur. Terwijl hij naar de Steenstraat reed •a uit de tae*nov«rg»oUld* rtchüna

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1