Oi! oner bestaat uit TWEE Biaden. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS 7de JAARGANG DONDERDAG 20 MEI 1926 'NUMMËft 1Ó2€ IEDWB LEIDSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden «vaar agenten gevestigd zijn Per kwartaalI 2.50 Per wéék 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 EERSTE BLAD. V Aanranding van de vrijheid? De lieer Mr. P, E .Briët heeft bij de be handeling van de Bioscoopwet in de Eerste Kamer een rede gehouden, waarop wij hier nog tven terug willen komen. Van vrijzinnige zijde was betoogd, dat dit wetsontwerp brengt een onduld hare censuur, een aanranding vap de gewetensvrijheid en van de vrijheid van nieeningsuiting. Daartegen kwam de heer Briët in verzet. Na er op gewezen te hebben, dat men, als men spreekt over gewetensvrijheid, over de principieele tegenstelling tus- sclien dwang en vrijheid in geestelijke zaken aan heel andere onderwerpen denkt dan aan de bioscoop, vervolgde hij: „Vrijheid jn geestelijke zaken is. een nooit genoeg te waardeeren goed en de vrijzinnigen en sociaal-democraten zul len de anti-revolutionnaire partij, wier historische taak is strijd voor die vrijheid, naast zich vinden, zoodra die vrijheid mocht worden aangerand. Ik vergeet daarbij niet dat wij in on zen strijd voor geestelijke vrijheid de vrijzinnigen wel eens als tegenstander hebben aangetroffen, zelfs zoodanig, dat de heer Van Embden sprak van verwaten overschatting van eigen le vensaanschouwing door het liberalis me, die voor rechts niet alleen grie vend, maar tegenover haar geweld pleging was. Pk vergeet hierbij niet, dat zelfs de vrijheid van drukpers, een der groote oude vrijheden van het Engelsche volk mede gewrocht door het machtig ge luid van den Calvinist Milton, in de laatste dagen bij de sociaal-democra ten niet in volkomen veilige handen bleek te zijn, en dat de kunst bij de vermaterialiseering van het leven en hun neiging tot geestelijke nivellee ring, bij de sociaal-democraten vol strekt niet steeds in valige handen is Als wij denken aan dien machtigen strijd voor vrijheid van geweten, vrij heid van drukpers, vrijheid van school, komt dan niet de ophef, waarmede de linkerzijde'in de Tweede Kamer en in de pers en tharvs de heer Polak op komt voor de vrijheid van de bioscoop voorstelling, te staan in het licht van kleinheid van opvatting, kleinzielig heid en gebrek aan inzicht in wat groote levensvragen eigenlijk beteeke- nen?" BUREAUHooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Bescherming noodzakelijk. In het vèrvolg van zijne rede werd door den heer' Briët gewezen op Duitsrhland waar in de wetgeving ook de keuring van films voor volwasse nen is opgenomen. Wat hier als een onduldbare dwang wordt afgewezen, werd in Duitsrhland, nadat de ontzettende gevolgen van de opheffing van de censuur in de prac- tijk waren gezien, in de nieuwe Repu- blikeinsche Grondwet onder sociaal democratische leiding tot stand geko men, toegelaten. Hier echter komt heel de linkerzijde in de oppositie en spreekt men van een aanslag op de gewetensvrijheid enz daarbij blijk gevende de groote betee- kenis dier wporden niet te kennen. ,.De vraag, die voor ons ligt, zoo vervolgde de heer Briët, is geen an dere dan deze: „Mag de Overheid toe laten, dat de volksgeest verpest wordt door allerlei nonsens en prikkelbcel- den, die zich voor een koopje aan het, volk opdringen als.valsche kunst, in plaats van echte, zonder dat het pu bliek het merkt?" Wij beschermen he^t publiek tegen warenvervalsching. Deze valsche, dikwijls giftige koop waar, moet de Overheid evenzeer we ren." Zeer juist! V Principieele verschilpunten De aam lacht verdient ook wat door Mr Briët aan het adres van den heer Polak, die het ontwerp had bestreden, werd opgemerkt. „In den ^edachtengang -van den heer Polak is beperking ook hierom ondraaglijk en onmogelijk, omdat ze delijkheid geen vast .begrip is, omdat niemand kan omlijnen wat zedelijk heid is, en men du9 aan niemand kan overlaten om te beoordeelen wat on zedelijk is. Ik geloof niet, dat aan de overzijde de Tweede Kamer zoo klaar en duide lijk het anarchistisch standpunt op ze delijk gebied heeft durven poneeren. Het begrip zedelijkheid mi§t eiken vasten grondslag! Dan mist ook het recht eiken vas ten grondslag, vermits het recht op zedelijkheidsnormen is gegrond Dan mag geen enkele norm door dwang worden gehandhaafd, omdat de Overheid niet kan uitmaken wat recht is. De stelling van den heer Polak leidt tót anarchisme en bolsjewisme, waar van wij de uitwerking in Rusland kun nen zien. De heer Polak had niet duidelijker kunnen aantoonen, hoe onoverkoom bare principieele verschilpunten be staan tusschen zijn partij en de rech terzijde. De möraal en het recht missen vol gens hem eiken vasten grondslag en zijn een wankel product van steeds wisselende menschelijke opvattingen. De heer Polak zegt nu wel, dat ik deze constructie aan zijn woorden geef, maar in zijn gedachtengang komt hij op liet. gebied van het recht. De rechterzijde houdt vast aan de volstrekte geldigheid van het recht, als openbaring van den wil van God. Maar voor de sociaal-democraten, als de heer Polak, is alle evidentie hier van teloor gegaan. Men weet niet meer welken zin de woorden recht, onrecht goed en kwaad en geweten hebben. De wereld en de gevolgen moeten uitmaken, wat zij be- teekenen. Ik vraag den heer Polak: Maar hoe wilt gij dan uitmaken, wat voor de jeugd goed of slecht is, als gij geen vaste moraal erkent? Hoe kunt gij u vermeten om op te komen tegen obscene literatuur en kunst, als gij u zelf alle recht ont zegt om te beoordeelen, wat cfe vrije burger zal lezen en zien?" V De taak der Overheid. Wij besluiten onze aanhalingen met te wijzen op wat de heer Briët aan het adres van den heer van Nagell vsn Ampsen te zeggen had. Deze vrijzinnige senator had be toogd, dat de vrije wil van don volwas sen burger aan banden wordt gelegd om het menschdom zedelijker te ma- kei\, Dit werd door den heer Briët ont kend. „Neen, zoo zeide hij. de Overheid kan het menschdoiiL. niet zedelijker maken. Maar de Overheid heelt wel de taak om het onzedelijke te weren, waar het in het publiek optreodt. Het kan u niet deren, of Nederland overstroomd wordt met pornografi sche lectuur en met de gemeenste films, maar elke Regeering, die haar taak kent, zal daartegen moeten op treden. 1 'e heer van Nagell var Ainpsen wil niet meedoen aan de belemmering van den vrijen burger, maar de heer Rink keurt de keuring, die thans onder lei ding van de burgemeesters plaats vindt, goed. Wel merkwaardig is de ze tegenstelling in één partij. De heer van Nagell van Ampsen heeft in dit verband het groote woord gebruikt: gij vermengt „reb'gie met politiek." Hij bedoelde hier moraal en politiek waarschijnlijk. Ik kan niet aannemen, dat de vrijzinnigen zoo diep gedaald zijn als de heer van Na gell van Ampsen hier uitspreekt. Be staat voor de vrijzinnigen, die niet ge- looven, dan geen moraal meer? Acht hij het dus uitgesloten, dat een niet religieus vrijzinnige is vóór keuring van films en minderwaardige films wil bestrijden? De heer van Nagell van Ampsen had in dit verband dat groote woord niet mogen gebruiken, want hij blameert daardoor velen zijner partijgenooten, die wel zijn voor keuring voor volwas senen. Tegenover zijn meening moge ge steld worden onze meening, die, wat de moraal betreft, volstrekt niet bij uitstek rechtsch is: godsdienst en Staatkunde hebben elk hun eigen ter rein. Maar religie en moraal staan niet te hoog om aan de politiek haar beginsel en richtsnoer te schenken en dq politiek staat niet te laag om door godsdienstige en zedelijke beginselen te worden beheerscht. De Overheid zal haar volk, en dit is nu een zuiver rechtsch beginsel, des te beter regeeren, als zij zich zelf er kent als dienaresse Gods en zich door Zijn wet wil laten leiden." Aan den heer Briët brengen wij gaarne een woord van hulde voor zijn kloeke verdediging van dit ontwerp, dat opnieuw de realiteit van de anti these in het licht stelde. STADSNIEUWS. „Sursum Corda" Kerkconcert. Het programma, dat „Sursum Cor da" gisterenavond ten gehoore bracht was wel veelzijdig, of liever, het gaf een karakteristiek beeld van eenige ude componisten, Palestrina, Inge- gneri, tijdgenoot van Palestrina, onze Hollandsche Sweelinck, die met zijn eigenaardige canonische bewerking van de Psalmen weer een geheel an der karakter draagt en de Engelsch- man William Byrd die soms aan Swee linck, soms aan Palestrina herinnert en toch weer een geheel eigene en eigenaardige manier van uitdrukking heeft, minder meditatief dan Pales trina,. maar vuriger, en toch eenzij diger, glanzender en stralender dan Sweelinck, die inniger kan zijn. Maar Byrd is op geheel andere wijze dan Palestrina en Sweelinck meester van het rhythme, het is juist de eigenaar dige plotselinge rhythmeverandering die z;ijn muziek zoo verrassend schoon doet zijn. Het koor begon met een Fransche Adventscantique, door Cuypers zeer mooi geharmoniseerd Frisch en forsch klonk het mooie lied en daarna volg de „Les Rois Mages", dat we eens in de Gehoorzaal van „Sursum Corda" hoorden, efi hoe goed het toen ook ge zongen werd, in de groote kerk veel beter tot zijn 'recht kwam. Het fond, dat de bassen aan dit werkje geven^ is wel zeer suggestief. Prachtig was ook Psalm 43 vs. 3 en 4; ook dit werkje was door Cuypers op artistieke en gevoelige wijze gehar- nioniseerd. Zeer goed gevonden was, om vers 3 door klein koor te laten zin gen: de smeekzang om licht en waar heid; waarna het volle koor de blijd schap vertolkte van het opgaan tot Gods altaren. Indrukwekkend was de vertolking van Ingegneri's „Tenebrae facta simt." Er kwam duisternis, met eindelijk de fluistering van Et incli- nato capite emisit spirituur" en het hoofd buigende gaf hij den geest. Den echten zuidelijken Palestrina hoorden we in „Sicut servus" Ps. 42. Het zou ons te ver voeren hier de bijzondere schoonheid van in de herinnerind teru te roepen. Het koor heetf zonder aarzeling en slagvaardig gezongen, behoudens een heel klein vlekje in 't begin van Swee- lincks Psalm. Dat is in waarheid zin gen met toewijding, met tekstbegrip, met fijne nuanceering, en altijd met nobel geluid, juiste stemmenverhou ding en illustratieve uitbeelding. Er lag over 't geheel een zeldzame glans. Dat „Sursum Corda" zich bij haar concerten permanent de medewerking heeft mogen verzekeren van Mevr. Noordewier-Reddingius, is zeker wel een groot voorrecht. Wat is het toch. dat deze nog altijd on-overtroffen so praan d:'e wondere klaarheid geeft? Wat is toch het wonder, waardoor de ze meer dan 60-jarige zingt met den glans en de kracht der jeugd? En toch is er in deze 9tem iets gekomen, dat men bij de jeugd mist; de zeldzame verinniging alleen mogelijk doordat de techniek zoodan'g beheerscht wordt, dat ze weer in hongeren zin natuur is geworden Men durft nau welijks van techniek meer spreken: het gaat alles zoo vanzelfsprekend, zoo overtuigend, zóó. alsof er nooit studie en scholing aan vooraf is gegaan: het lit alles zoo voor de hand wat Mevr N= ordowk doet en daarom is hei zoo zeldzaam verrassend. En tegelijk wordt alles vergeeste lijkt; het lijkt soms of het uit een an dere wereld tot ons komt, of de pilal ren van de kerk nog stijgen en de ge welven nog hooger worden, de g oote ruimte nog ijler, nu zij gevuld wordt met het mijmeren, het aanzwellen en weer afnemen, het bidden en jubilee- ren van deze heerlijke stem. Mevr. Noordewier had haar pro gramma in twee afdeelingen verdeeld: een klassiek en een modern. Zij zong een Aria uit Cantate 39 en een Aria uit Cantate 92 van J. S. Bach en de Aria „Süsze Stille" van G. F. Handel. Prachtig ligt haar deze klassieke muziek, die vooral bij Bach soms ee- nigszins koel aandoet en zich dan plot seling verinnigt tot een biddend he- melheimwee; muziek altijd even voor naam en doordrongen van de groote rust der geloofsverzekerdheid. En dan Handels prachtige aria, „Süsze Stille" iets bewogener, met dien innigen aan hef, dien men niet khn vergeten: „Süsze Stille, sanfte Quelle ruhiger Gelassenheit" En zooals Mevr. Noor dewier 'die stilte bemijmert in haar zang, zooals ze voelbaar wordt onder de hooge gewelven, zooals zij 't woord „ruhiger" uitbeeldt, zoodat een welda dige rust over den toehoorder neer daalt, zoo gelooven wij niet dat ie mand in Nederland op 'toogenblik in staat is Hèmdels orgelende, fijn ver sierde melodieën gloed en leven te ge ven. Het is niet mogelijk hier over den zang te spreken, zonder tevens de in derdaad prachtige begeleiding te her denken, De-heer M. Noordewier Jr. speelde bij de eerste Aria van Bach en „Süsze Stille" van Handel op zeer ver dienstelijke wijze de obligaat fluitpar tij, terwijl de heer Anton v. d. Horst op het orgel begeleidde. Een moeilijke taak, want het orgel In de Pieterskerk dat over prachtig materiaal beschikt, is zeer onhandelbaar in 't gebruik, en het kost moeite er zich geheel ver trouwd mee te maken. De heer Van der Horst speelde de begeleiding met fijne registratie en wist daardoor, zonder zich op den voorgrond te dringen een kleurige sfeer om den zang der zangeres te scheppen. Uit den aard der zaak kon hij dit nog meer doen hij de moderne wer ken, welke Mevr. Noordewier later zong; maar tevens voelt men dan het gebrek aan moderne hulpmiddelen als zwelkast, de gelegenheid tot het ma ken van vlugge combinaties, enz. Van die moderne werken noemen wé in de eerste plaats „Magna res est amor" „Een groot ding is de liefde" van Henk Andriessen, waarvan de subtiele begeleiding ons bij sommige passages wel zeer diep getroffen heeft en waarbij men tevens voelt hoe de wonderlijk^ accoordverbindingen toch ondanks hun moderniteit een voor naam karakter dragen. Eigenaardig deden aan de heide lie deren van Roussel, waarbij de zange res uitsluitend begeleid werd door den fluitist. Men heeft in het eerste kunnen waardeeren, hoe het fluitspel het natuurgeluid van den nachtegaal symboliseert, terwijl de zangstem daar tegenover geheel vrij de menschelijke liefdesklacht vertolkt: beide geheel vrij en toch harmonisch. In het tweede lie-d is de begeleiding meer gelijkma tig weemoedig. Roussel is een fijne geest, wiens melodieën een echt Fransch karakter dragen, evenwichtig en beheerscht en toch sprankelend van gevoel en geest. En ten slotte hoorden we nog een prachtigen Hymnus van C. Smulders. Moge Mevrouw Noordewier nog lang over de .magische gaven beschikken, waardoor zij zoozeer weet te ontroeren Zooals gewoonlijk werd het concert ingeleid met een orgelnummer, het Concert in d-kl.-terts van Handel. De crgelsolist, de heer Van der Horst speelde dit imposante werk met prach tige beheersching der contrapuntiek, waardoor het in groote klaarheid tot ons kwam. Het is wonderlijk wat Han del van zijn motief weet te maken, en hoe hij het orgel dwingt, het steeds weer op andere, op eigen wijze uit te zingen. Treffend is de markante rhyth- miek in het Andante; bij bet Lar ghetto schijnt het geheele orgel soms een gegons van een prachtig strijk kwartet, terwijl in het Adagio een fluitensemble de stemming vertolkt en eindelijk genieten We in het Mode rato weer een forsche rhythmiek en de magstrale coda, waarmee het werk besloten ^ordt. Ook speelde de heer Van der Horst nog Cesar Francks bekende „Prélude, Fugue et Variation" een religieuze mij mering. En als orgelsolist en als begeleider heeft de heer Van der Horst zich op zijn best getoond. „Sursum Corda" mag dankbaar we zen' voor het mooie concert lat het mocht geven, een dank die weer toe komt aen zijn dirigent Hubert Cuy pers en aan de solisten De kerk was mooi bo.:et en de aanwezigen luiste.- den met groote ingetogenheid. NED. CHRISTENVROUWENBOND Begroettngsav^nd. Gister en vandaag werd hier ter ste de in „Den Burcht' de jaarvergade ring gehouden van den Nederl. Chris tenvrouwenbond. Woensdagmiddag werd eerst een huishoudelijke vergadering gehouden van het hoofdbestuur met de afgevaar digrlen der verschillende afdeelingen. 's Avonds te half acht had in de mooie burchtzaal die voor deze gele genheid met bloemen en planten keu rig versierd was en gezellig ingericht, een begroetingssamenkomst plaats, waarbij Mevr. Schokking, de presi dente van de Leidsche afdeeling de leiding had. De zaal was geheel gevuld met le den en afgevaardigden uit alle oorden van het land bijeengekomen. Er was een prettige en ongedwongen stem ming. Nadat gezongen was Ps. 95:1, 2 en 3 opende Mevr. Schokking de verga dering met gebed en het lezen van 1 Thess. 5, waarna zij namens de Leid sche afdeeling allen een hartelijk wel kom toeriep. Zij sprak er haar blijd schap over uit dat besloten was in Leiden de jaarvergadering te houden, en hoopte dat door dit samenzijn de onderlinge saamhoorigheid zou wor den versterkt. Vervolgens wees spr. op de hooge roeping van de Christenvrouwen in onze dagen. De vraag die Jezus tot zijne discipelen richtte: wat doet gij boven anderen, of anders vertaald, wat doet gij voor bijzonders, mag ook nu nog gesteld worden. Overal rijzen klachten over goddeloosheid, onzede lijkheid, verwildering, uithuizigheid, genotzucht enz. En nu wordt wel getracht dit kwaad te beteugelen door wetten cn maatre gelen, maar dat zal alles tevergeefs Gswone advertentiën per regel 227» cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarleL Bij contract, belangrijke redactie. Kleine adTertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage- lijk* geplaatat ad 40 cent. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. De behandeling van de begrooting in de Tweede Kamer wordt voortgezet. De predikanten Brussaard en van den Brink worden door de Classis Haarlem der GereL Kerken vermaand de relaties met „Woord en Geest" te verbreken. De heer A. J. A. Gilissen, oud-lid der Eerste Kamer qverleden. De Jaarvergadering van den Nederl. Christenvrouwenbond. De gemeenteraad van Voorschoten besluit tot doortrekking van het ka belnet naar den Valkenburgschen weg Buitenland. De werkloosheid in Engeland is ten gevolge van de staking weer toegeno men. De regeeringsverklaring in den Duitschen Rijksdag. De Engelsche mijnwerkers weige ren de loonsverlaging te aanvaarden. zijn, zoolang het leven niet in over eenstemming wordt gebracht met wat Jezus ons leert. Inzonderheid de Christenvrouw en hebben te zijn het zout der aarde Op alle levensterreinen moeten zij haar invloed laten gelden. Wij hebben te gelooven en te belijden/maar wij heb- die die belijdenis ook om te zetten in daden. Men moet aan ons leven kun nen zien dat wij zijn Christenvrouwen, maar hoeveel moeite heeft de wereld vaak niet om ons te ontdekken? Zul len wij aan onze roeping beantwoor den, dan i9 het noodig dat wij door den Heiligen Geest worden bezield. Met een ernstige opwekking aan de aanwezigen om zich hunne hooge roe ping bewust te worden, eindigde spr. haar openingswoord, dat met groote belangstelling werd beluisterd. Nadat Mevr. Schokking vervolgens enkele historische mededeelingen had gedaan omtrent „Den Burcht" en van Gez. 77 een tweetal verzen waren ge zongen, bracht een voor deze gelegen heid gevormd vrouwonkoortje. onder leiding van Mevr. Hakkenberg op voor treffelijke wijze enkele liederen ten gehoore, gevolgd door een alt-solo van Mevr. Greta Mens. Het langdurig ap plaus bewees dat de prestaties van het koor èn de soliste op prijs werden ge steld, wat eveneens bleek uit de bloe men die daarna door een padvinder werden aangeboden. Gedurende de pauze was er gelegen heid voor onderlinge kennismaking, waarbij een kopje thee met een koekje werd gepresenteerd. Van de gelegenheid om het burcht- terrein te bezichtigen, werd door ve'e dames gebruik gemaakt Het was e'genaardig oogenblik toen plotseling van tusschén de oude burchtmuren het bekende Lutherüed: ..Een vaste burcht is onze God" opklonk Na de pauze werden de aanwezigen vergast op pianospel van de dames Mevr. Hakkenberg Mens en Mei Maats a Stuling, die zich op verdienstelijke wijze van hun taak kweten >n die mede een bloemenhulde in ontvangst had dén te nemen. Nadat vervolgens Mevr. Greta Mens nog enkele liederen had gedongen, sprak Mevr. Diepenhorst een slot woord. Zij bracht een woord van hanei ij ken dank aan de Leidsche afdeeiing onder de uitnemende leiding van me vrouw Schokking (applaus), voor te hartelijke en vriendelijke ontvangst, en aan de soliste, het daineskoortje »*n de pianiste die op zoo voortreffelijke wijze aan het" welslagen van leznn avond meewerkten. In Leiden is het gewoonte op 3 Oct. haring en wittebrood aan te bieden en als. wij in October vergaderd had den, zouden we daarvan misschien hebben mede geprofiteerd. De Leid sche afdeeling heeft echter getoond, nog smakelijker geredden te i uinen voorzetten, waarvoor spr aan best urn en leden haar dank betuigde. Leiden is de eerste van de kleinere afdeelin gen, die als gastvrouw fungeert, wat ten zeerste op prijs wordt gesteld. Geheel Nederland is trotsch op Lel den met zijn mooie burcht, lie zoo veel historische herinneringen wak ker roept en hier staat als eet^ opge richt teeken tegen de eenzijdige ont wapening. De tijden zijn geheel anders dan tij dens het beleg in 1574. Er waren toen hier nog geen leden van den Christen Vrouwenbond, maar ook toen hebben de Leidsche damee getoond hare roe ping te verstaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1