CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
7de JAARGANG
WOENSDAG 19 MEI 1926
NUMMER 1823
LEDSCIE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
Id Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiSn per regel 22*/, eent
Ingezonden Mededeelingen, dobbel Uriel
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine advertentifn bij rooroitbetaling
▼an ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cant
Oit nummer hesUa» uit TWEE Biaden.
EERSTE BLAD.
Mr. G. Groen van Prinsterer
Vandaag den 19en Mei herdenken
wij den sterfdag van Mr. Groen van
Pr nsterer.
Het is thans een halve eeuw gele
den dat de grondlegger van de A. R.
partij, de kloeke strijder voor de A.R
beginselen, voor altijd de oogen sloot.
Groen van Prinsterer, voor wien zoo
als terecht,is opgemerkt de Staat geen
post, de wetenschap geen leerstoel had
die het eerevoorzitterschap der Ver
een iging voor Christelijk Nationaal
On-.erwijs als zijn hoogste titel be
schouwde en die toch een onbereken-
baren invloed heeft uitgeoefend.
Groen van Prinsterer, geboren 21
Augustus 1801 was aanvankelijk de
liberale beginselen toegedaan. Hij was
zooals hijzelf schreef, naar gelang van
den thermometer cónservatief-liheraal
of liberaal-conservatief.
Het verblijf in Brussel waar hij als
referendaris bij het Kabinet des Ko-
nings fungeerde, werd het keerpunt in
zijn leven. Waar de revolutie hare tri-
umfen vierde, begon hij te twijfelen
of de grondslagen wa&rop het nieuwe
staatsgebouw in 1815 was opgetrokken
wel hecht en deugdelijk waren.
Hij geraakte in kennis met de man
nen van het reveil en met de Christe
lijke literatuur en steeds duidelijker
werd het voor hem dat tegenover de
revolutie alleen het Evangelie weer
stand kon bieden.
Tegen de revolutie het Evangelie,
dat was de leuze waarmede sindsdien
Groen van Prinsterer in het politieke
strijdperk trad en waaraan hij tot aan
zijn dood getrouw is gebleven.
Het kiezen voor den Christus, het
optrekken onder de banier van het
Kruis bracht Groen geen uiterlijke
winst. Maar als een Mozes verkoos hij
liever met het volk Gods kwalijk be
handeld te worden dan de eer en de
toejuiching van de wereld te ontvan
gen. Aan tegenstand en vijandschap
heeft het hem deswege niet ontbroken.
Hoewel de hoogleeraar Kemper van
wege zijn buitengewone talenten reeds
vroeg in hem zag den toekomstigen
docent onzer historie aan de Leidsche
Universiteit, kwam Groen nooit voor
een professoraat in aanmerking. Offi-
cieele erkenning van zijn buitenge
wone verdiensten bleef achterwege.
Maar wat niet achterwege bleef dat
was de haat en de hoon zijner tegen
standers.
Prof Fruin achtte hem geheel mis
plaatst in de Volksvertegenwoordiging
de „Arnhemsche Courant" zag in hem
een revolutionair, die wel de geesten
in beroering kon brengen, maar die
het Vaderland geen diensten, kon be
wijzen, de dichter Bogaerts teekende
hem als iemand die het land vervulde
met cretensen en idioten en door an
deren werd hij bespot als een veldheer
zonder leger.
Nu was dit laatste niet geheel on
juist.
Ja, er was wel een deel van het volk
dat naar Groen luisterde en dat zijn
leiding gaarne volgde maar het was
het minst beteekenende deel, het een
voudige vrome volk achter de kiezers,
dat bij het denkend deel der natie niet
in tel was.
Maar overigens liet men Groen pra
ten. En meer dan eens moest hij kla
gen, dat hij in zijn vrienden nog het
allermeest teleurgesteld werd.
Het orthodoxe volk zoo schreef hij
eenmaal (grootendeels' door de vreeze
Gods voor het veldwinnend ongeloof
tot dusverre onbereikbaar) is mij,
waar ik getrouw was, tot dusver nooit
ontrouw geweest. De oorzaak der tel
kens herhaalde nederlaag is de onver-
schil lighe'd. de oppervlakkigheid, ja
ren achtereen, van de meesten onzer
geestverwanten, in hoogeren kring,
zelfs onder predikanten,, wier roeping
hen bovenal ter verdediging van d«
Christel ij k% volksbelangen, van de ge
wetensvrijheid ook voor den Christen;
aanwijst.
Rijk aan teleurstelling was het leven
van den stichter der Antirevolutionai
re partij.
Zijn pogingen om bns volk door mid
del van de pers voor te lichten, mis
lukten Hij had meermalen een gevpe)
alsof hij in het luchtledige sprak en'
telkens weer moest hij zijn pogen door
gebrek aan medewerking staken.
Eerst dan, zoo. schreef hij, zal de
Antirevolutionaire partij het initiatief
nemen dat haar toekomt, wanneer ze
met zelfstandigheid van over
tuiging bezield wordt; wanneer ze
slapheid tegen veerkracht aan eigen
onderzoek ontleend, verwisselt; wan
neer zich langs dien weg, het plichts
besef en de plichtsbetrachting open
baart"
Welnu, die tijd is gekomen en Groen
heelt daarvan nog de eerste voortee
kenen mogen zien.
Toen hij stond aan het einde zijner
loopbaan, zag hij naast zich een Dr. A.
Kuyper, die het Antirevolutionaire
vaandel ontplooide en op onnavolg
baar geniale wijze de door Groen ont
wikkelde beginselen propageerde.
Trouwens de teleurstellingen waar
mee hij telkens weer had te kampen,
waren niet in staat hem te ontmoe
digen.
Zoo schreef hij in 1874: „Ook temid
den van het smartelijke eener telkens
hernieuwde teleurstelling, ben ik niet
overtuigd, dat mijn arbeid een nutte
loos en belachelijk worstelen tegen
den grondtoon der eeuw geweest is.
Even goed zou men den landman kun
nen bespotten omdat hij gaandeweg
de graankorrels in den akker werpt
zonder practische winst dan de weg
sterving van het zaad. De ontwikke
ling en vrucht hangt van de onmid
dellijk bedoelde uitkomst niet af, en
komt m'sschien eerst in anderen tijd
en onder andere omstandigheden aan
het licht Zoo is het. Tijd en stonde
kent de Heere alTeen. en onze wegen
zijn niet Zijne wegen; maar recht blijft
recht en vindt ten laatste bijval
in elk godvreezend hart."
Dit was juist gezien.
De arbeid van Groen van Prinsterer
is niet tevergeefs geweest, maar heeft
tenslotte vruchten gedragen.
Zelf heeft hij die vruchten niet meer
in volle rijpheid mogen aanschouwen,
maar hij bleef g e 1 o o v e n.
Toen hij na een ernstige ziekte weer
een wein'g hersteld, enkele dagen voor
zijn sterven de drukproef van de laat
ste zijner „Nederlandsche Gedachten"
corrigeerde, schreef hij daarbij met
bevende hand een danklied ter eere
van Hem die alleen is de Weg, de
Waarheid en het Leven:
Het Lam voor ons op aard geslacht.
Is eeuwig waard 't ontvangen
De wijsheid, rijkdom, eer en kracht
En dankbre lofgezangen!
En toen de dood reeds bezig was ziel
en lichaam te scheiden, hoorde men
hem zeggen: „Christus is miin kracht
mijn hoop.... Een kroon!., een
kroon!"
Op 19 Mei 1876 is Groen van Prinste
rer ingegaan in de ruste die er over
blijft voor het volk van God.
Zijn werk was geëindigd, zijn taak
Aan zijn graf kon worden getuigd:
„Deze gladiator heeft nimmer voor
eenigen Caesar de knie gebogen, elk
Caesarismè bestreden, onafhankelijk
en oorspronkelijk kende hij slechts
ééne macht, die der Waarheid."
Groen van Prinsterer is den weg
gegaan van alle vleesch.
Maar hij leeft, ook onder ons volk
waar zijn invloed nog altijd gevoeld
wordt, ook nadat hij gestorven is.
De gedachtenis van dezen rechtvaar
dige zal tot zegening zijn.
V Een woord van Groen.
In September 1875, enkele maanden
voor zijn sterven schreef Gröen van
Prinsterer in zijn „Nederlandsche Ge
dachten"^
Aan onze uitnemende vrienden Dr.
Kuyper en Mr. de Savornin Lohman
wordt overleg met de Roomsch-Katho-
lieken bij de stembus door weinigen,
het is zoo, doch wier oordeel wij niet
gering schatten, euvel geduid.
Als verloochening der zinspreuk:
„In ons Isolement ligt onze kracht."
Hiertegen moet ik opko
men. Periculum in morfi,.
Hier is het levensbeginsel der anti
revolutionaire richting op het spel.
In ons Isolement ligt onze kracht.
Of wilt ge liever een hollandsch
woord, in onze zelfstandigheid
in onze beginselvasthei d ligt
onze kracht.
Zelfstandigheid, die 'het hetero
gene afstootend, al wat h o m o g een
is, aantrekt; die zelf onwrikbaar, ter
aansluiting bereidvaardig de hand
reikt.
Van 1829 tot nu toe was ik steeds,
zoo ik meen, aan het zinrijk a d a g i-%
u m getrouw."
Een herinnering aan dit woord van
Groen schijnt ons ook in deze dagen
niet overbodig.
V Uit Groen's testament.
In het laatste nummer van „Neder
landsche Gedachten" enkele weken
voor zijn sterven, aan het naderend
levenseind, zooals hij het zelf uitdruk
te, schreef Groen van Prinsterer een
„Christelijk Historisch Testament".
Enkele zinsneden, die een blik geven
in het innerlijk leven van den grond
legger der Anti-revolutionaire partij,
laten wij hier volgen:
„Sedert 17 December, toen ik de
voortzetting der „Nederlandsche Ge
dachten" twijfelachtig keurde sloeg
voor dierbare vrienden en strijdge-
nooten de ure der oproeping daar
Hij, die de banier tegen Ongeloof en
Revolutie reeds in de Dubbele Kamer
van 1848 ophief, Mackay, de oudste
van allen, was in 1806 geboren, vijf
jaren jonger dan ik.
Terwijl Dr. Kuyper, die mij sedert
1869 met exceptioneele genialiteit en
veerkracht terzijde gestaan heeft in
wien ik, in 1872 den providentieel naar
mij toescheen, aangewezen leader be
groet heb (moge het voor korten tijd
zijnl) in het buitenland vruchteloos
verkeert.
Let well Er zijn nog jeugdige krach
ten in het land. De „Standaard' is niet
gevallen, al is het dat de voortreffe
lijke banierdrager (voorwaar het is
niet vreemd 1) behoefte aan rust heeft.
Maar vergeet ook dit nietl M'emen
to moril klonk slag op* slag, met
verdubbeling van ernst, voor m ij.
Met tweeërlei vermaning.
Wees bereid. Gij weet de dag
uwer doodsure niet.
Werkterwijlhetdagis. De
nacht komt waarin niemand werken
k an".
En na dan herinnerd te hebben aan
wat hij de laatste maanden schreef en
wat hij als een politiek Testament be
schouwde besloot Groen:
Met de tollenaarsbede: „O God!
wees mij zondaar genadig!"
Met de Heidelberger Catechismus
wijsheid: „mijn eenige Troost in leven
en sterven".
Met den juichtoon: „Ik danke God
door Jezus Christus mijnen Heer".
Met de strijdleus der Reformatie:
„Doet aan de geheele wapenrusting
Gods en het zwaard des Geestes het
welk is Gods Woord". Verbum Dei ma-
net in aeternum.
Met de zinspreuk: „Een Staatsman
nietl Een evangeliebelijder.
Van Manen, J. Doedes, E. van Bij-
landt, Mackay, Van Loon.
V Welkom in Leiden.
- Vandaag en morgen houdt de Ne
derlandsche Christen-vrouwenbond in
Leiden zijn jaarvergadering.
Wij heeten deze gasten hartelijk wel
kom in onze oude Sleutelstad.
Het treft wel eigenaardig dat deze
vergadering juist op den verjaardag
van Groen's sterfdag wordt geopend.
Het werk van dezen bond is toch
ook een der vruchten van den pio
niersarbeid van Groen van Prinsterer.
Evenals Groen wenscht ook de Chris
telijke Vrouwenbond de revolutiebegin
selen, die met name voor het vrou
wenleven en het gezinsleven een zoo
ernstige bedreiging vormen, te bestrij
den door het Evangelie.
De beginselen door Groen van Prin
sterer verdedigd worden door den
Vrouwenbond in toepassing gebracht
en verder verbreid.
Moge ook deze jaarvergadering daar
toe medewerken.
Geve God aan deze Christenvrouwen
een gezegend samenziin.
En moge de kennismaking met Lei
den, waar men in een zoo mooie om
geving bijeenkomt een aangename zijn"
Nogmaals, leden van den Christe-
lijken Vrouwenbond, welkom, hartelijk
welkom in Leiden!
STADSNIEUWS.
Mr. Schokking.
In de gister gehouden Tweede Ka
merzitting heeft het nieuw benoemde
lid, Mr. J. Schokking, na de bij de wet
vereischte eeden te hebben afgelegd,
als lid der Tweede Kamer zitting ge
nomen.
Het nieuwe wetboek van Strafvorde
ring en de politie.
Op initiatief van de Leidsche afdee-
ling van den Alg. Ned. Politiehond en
de afd. 4e district der Rijkspolitiever-
eeniging werd gistermiddag in „Zo-
merzorg" een vergadering gehouden,
waarin Mr. Dr. W. J. C. A. N ij g h uit
's-Gravenhage «en lezing hield over
het nieuwe wetboek van strafvorde
ring en de politie.
Een groot aantal politiemannen, uit
Leiden zoowel als uit de plaatsen in
de omgeving woonde de vergadering
bij. Zij ^erden door den voorzitter
den heer H. v a n E ij k, welkom gehee-
den, die zich daarbij in het bijzonder
tot den spreker richtte, en vervolgens
een kort inleidend woord sprak. Hij
merkte op, dat in het nieuwe wetboek
van strafvordering de plichten en de
bevoegdheden van den opsporenden
ambtenaar veel scherper omschreven
en den verdachte veel meer rechtèn
gegeven zijn. In verband daarmede is
een goede voorlichting van den poli
tieman wel noodig, en het mag ver
wondering wekken, dat hierin door
het Rijk nog niet is voorzien.
Mr. N ij g h, zich hierna tot zijn ge
hoor richtende, zei zijn onderwerp te
willen behandelen aan de hand van de
volgende vraagpunten:
1. Wat leert de wet omtrent den ver
dachte?
2. Wie zijn diens „natuurlijke Vijan
den?"
3. Welke zijn hun rechten en ver
plichtingen
De verandering, die het wetboek
van strafvordering heeft ondergaan,
aldus de spreker weerspiegelt zjch
vooral in de positie van het O.M. dat
voortaan niet meer naast de rechters
aan de tafel zal plaatsnemen, en
voorts in de positie van den verdach
te, gedurende het vóóronderzoek.
In tegenstelling met het accusa-
toire (beschuldigend) karakter, heeft
thans de eerste vervolging een gema
tigd inquisitoriaal (onderzoekend) ka
rakter gekregen. De eisch voor vervol
ging is van het hebben van een „rede
lijk vermoeden" van schuld aan eenig
misdrijf, uitgebreid tot den eisch van
het hebben van „ernstige bezwaren'
(art. 56, 64).
Achtereenvolgens omschreef spr.
dan de rechten van den verdachte.
Spr. veroordeelde het uitoefenen van
druk op het spreken en handelen van
den verdachte. Ook de verdachte heeft
recht op vrijheid, op „fair play." Na
tuurlijk behoeft degene die met het
afnemen van het verhoor i9 J>elastniet
te beginnen met de mededeeling, dat
de verdachte niet behoeft te antwoor
den, maar het is goed dat de wet de
zen tegen dwang beschermt.
Het belangrijkste recht acht spr.
den verdachte gegeven in art. 29 waar
bepaald is, dat in het proces-verbaal
van het verhoor het getuigenis van
den verdachte zooveel mogelijk in zijn
eigen woorden moet worden opgeno
men, waardoor in vele gevallen de
zaak een heel ander licht krijgt.
Dan is er ook het recht op bijstand
van den verdachte door zijn raadsman
en op het voortdurend contact met
dezen, het recht op inzage van de pro
cessen én het recht op verschillende
mededeelingen.
Op de vraag wat de „natuurlijke vij
anden" zijn van den verdachte, zei
spreker dat dit uit den aard der
zaak de ambtenaren zijn. die
met het opsporend onderzoek zijn be
last. Tusschen het opsporingsonder
zoek en het gerechtelijk onderzoek
moet vooral goed onderscheid, worden
gemaakt.
Uitvoerig schetste de spreker de
verhouding tusschen de ambtenaren
die met het opsporingsonderzoek, en
die welke met het gerechtelijk onder
zoek ter terechtzitting zijn belast, en
de bevoegdheden dier ambtenaren. In
tegenstelling met de dikwijls uitge
sproken vrees als zou het den verdach
te gemakkelijker gemaakt zijn zich
aan de ontdekking van schuld aan een
strafbaar feit te onttrekken, zei spr.
deze meening niet te deelen, waar mag
worden gezegd, dat de raadslieden in
Nederland zich op behoorlijke wijze
van hun taak kwijten.
Ten slotte geeft spr. in overweging
in vrije uren het nieuwe wetboek goed
te bestudeeren en zooveel mogelijk
kennis te verzamelen van mogelijke
en in de practijk voorkomende geval
len. Op de rede van Mr. Nijgh volgde
een geanimeerde bespreking, waaraan
werd deelgenomen door de heeren Th.
te Brake (Katwijk), inspecteur K. W.
Wijk (Leiden), v. Eijk (Alphen a. d.
Rijn), Paqué (Noordwijkerhout).
Marktkoopliedenbond „Ons Belang."
Maandagavond j.l. hield de Markt
koopliedenbond „Ons Belang" haar
jaarvergadering in café 1' Union.
De voorzitter opende deze vergade
ring, welke tamelijk goed bezocht was
besprak verschillende belangrijke din
gen, welke door Ons Belang in hetaf-
geloopen jaar zijn behandeld. Het le
denaantal was wederom toegenomen,
wat tevens een bewijs is, hoe de Ver
eeniging werkt voor de belangen van
de kooplieden. Die vooruitgang is ook
te banken aan het medeleven met de
ze Organisatie, van verschillende au
toriteiten.
Dit zagen we duidelijk, toen Ons Be
lang haar Lustrum vierde, op 3 Mei
j.l. in Café Restaurant Zomerzorgr
waar de burgemeester den bond met
een bezoek kwam vereeren, en waar
ook de heeren Reimeringer en 8ijt«-
ma tegenwoordig waren.
Bij deze gelegenheid werd Ons Be
lang door de autoriteiten groei en
bloei toegewenscht. Inzonderheid werd
hulde gebracht aan den eminenten
voorzitter, den heer Zoutendijk, voor
den krachtigen steun, welke de veree
niging gedurende vijf jaren in den
heer Z. heeft gehad.
Ook het steunfonds, nauw verbon
den aan de organisatie, mag zich ln
toenemenden bloei verheugen.
De bloempjesdag, welke 1.1. Hemel
vaartsdag is gehouden, heeft opge
bracht de somma van f 192. zoodat hij
als geslaagd beschouwd mag worden,
gezien het minder gunstige weer van
dien dag. Spr. brengt in het bijzon
der dank aan de meisjes, die zich ga
ven om te ooileo toeren.
Binnenland.
De interpellatie-Lovlnk over het in
voerverbod van planten en bollen in
Amerika.
Het ontwerp-Weeldebelasting.
Een embargo op Nederlandsche nax-
cisbollen in de Ver. Staten gelegd.
Buitenland.
De voorbereidende' ontwapenings
conferentie is gisteren geopend. Jhr.
London is tot voorzitter gekozeh.
Jaspar heelt de opdracht tot kabL
netsformatie in België aanvaard.
De Fransche pers over de daling
van den Lr ank.
Men verwacht dat Pilsoedskl tot pre
sident van Polen zal gekozen worden.
Daarna had de bestuursverkiezing
plaats. Gekozen werden de volgende
nieuwe bestuursleden:
De heer Barbe tot eersten voorzit
ter. de heer Brusse tot tweeden voor
zitter, en de heer van Ge ld eren tot
commissaris.
Een uitgebreid jaarverslag werd
voorgelezen door den lsten secretaris
den heer W. Grönloh, terwijl door
den penningmeester, den heer van
der Wilk, het financieel verslag uit
gebracht werd.
Uit dit verslag bleek, dat de kas
geen reden tot klagen heeft.
De heer Zoutendijk trad op deze
vergadering al9 voorzitter af. Dit af
treden is voor Ons Belang een zware
en gevoelige 9lag. Alle leden weten,
hoe dikwijls zijn hulp noodig was.
Hoe gezien hij was. bleek wel, wan
neer hij op pad was om bii de hoo-
gere autoriteiten do belangen van de
organisatie te bespreken, en bijna
steeds succes had.
Gaarne, terwille van zich zelve en
in het belang van de vereen iging, had
de voorzitter aan willen blijven, maar
door vertrek binnen kort naar elders
is het hem onmogelijk.
De heer Zoutendijk gaf te kennen,
voorloopig nog als lid te zullen aan
blijven. Tevens bedankte hii de ove
rige bestuursleden voor de gezellige
samenwerking gedurende al dien tijd
ondervonden, daarbij te kennen ge
vende aan de vergadering, dat zij in
gevallen van nood op zijn hulp kun
nen rekenen, wat met applaus be
groet werd.
De leden der vereeniging, en wij
sluiten ons bij dezen wensch aan,
wenschen den heer Zoutendijk en zijn
echtgenoote in hun verdere loopbaan
veel succes toe. Ongetwijfeld zal ook
hij in gedachte mee blijven leven, met
de organisatie, welke door zijn stre
ven 19 geworden een organisatie die
er mag wezen.
Vereeniging van Boden en Schippert
Ons Belang".
Maandagavond kwam deze vereeni
ging in het gebouw „Patrimonium" op
de Hooglandsche Kerkgracht voor de
eerste maal in jaarvergadering bijeen.
De voorzitter, de heer Verkerk,
uit Alphen, hield een optimistisch ge
tinte openingsrede. Als men onder de
gewone dagelijksche omstandighe
den met laksheid, ja zelfs wel met te
genwerking te kampen heeft, raakt,
men wel eens moedeloos. Het bestuur
is echter aangenaam verrast door de
goede opkomst, die veel beter is dan
spreker had verwacht, hij is daarom
dankbaar gestemd. Dat geeft moed om
voort te gaan, ondanks de vele onaan
gename bejegeningen, welke het be
stuur van sommige collega's, vooral
van niet-leden, soms ondervindt.
In het bijzonder werden welkom ge-
heeten eenige personen, leden van de
Kamer van Koophandel, welke door
het bestuur waren uitgenoodigd om
deze vergadering bij te wonen.
Na lezing der notulen bracht de se
cretaris, de heer Berk uit Zooterwou-
de, het Jaarverslag uit, waaruit we het
volgende vermelden:
In December '24 werd de Vereeni
ging opgericht met 23 leden. Thans telt
de vereeniging er 48
Door bemiddeling der Vereeniging
was o.a. door vele leden een goede
transportverzekering gesloten, terwijl
de leden der vereeniging een niet on
belangrijke reductie hadden weten te
verkrijgen op autobanden.
Voorts werden verschillende be
sprekingen en onderhandelingen ge
memoreerd, welke het bestuur met tal
van afzenders gehouden had. Met vol
doening kon geconstateerd worden,
dat deze besprekingen er veel toe had
den bijgedragen om een vlottere rege
ling ln verschillende aangelegenbeden
te verkrijgen. Deze werden alle atuk
voor stuk opgenoemd. De v«rBVmdhou-