CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN 7<»« JAARGANG WOENSDAG 12 MEI 1926 NUMMER 1820 LEIDSCHE CODRANT BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2,50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Oil nummer bestaat uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Morgen, Hemelvaarts dag, zal ons blad niet verschijnen. De zetel van Bloembollencultuur Het schijnt niet gemakkelijk te zijn, deze kwestie, die toch zoo dringend om een oplossing vraagt, werkelijk tot oplossing te brengen. Het verloop der geschiedenis is be kend. De plannen die tot dusver door het Hoofdbestuur der Alg. Ver. voor Bloembollencultuur werden ontwor pen, konden niet de instemming ver werven van de meerderheid der leden. Het aanbod door de gemeente Hille gom gedaan, werd echter in de verga dering van 28 Sept. '25 eveneens ver worpen. Waar de zaak hiermede op het doo- de punt was gekomen, werd door den Bond van Bloembollenhandelaren in zijn vergadering van 15 Dec. '25 beslo ten de koe bij de horens te pakken. Een commissie werd benoemd, waar in verschillende van de meest voor aanstaande figuren in het Bloembol lenvak zitting hebben, die tof taak had, plannen te ontwerpen voor den bouw en de exploitaitie van een Cen traal gebouw te Hillegom, een en an der in overleg met de Alg. Ver. voor Bloembollencultuur. Deze Commissie heeft zich boven al len lof van haar opdracht gekweten, en is voor den dag gekomen met een plan dat op volkomen soliede basis rust. De gemeente Hillegom heeft voor dit plan aangeboden een buitengewoon mooi en gunstig gelegen terrein, bene vens f 50.000, en de leden van den Bond van Bloembollenhand'elaren heb ben reeds geteekend voor een bedrag aan vrije giften van f 50.000. Een vol ledige exploitatie-rekening werd opge maakt, en werd bij deze plannen aan geboden. Aan enkele bezwaren die door het bestuur der Alg. Ver. voor Bloembol lencultuur weerden geopperd, werd op zeer loyale wijze tegemoet gekomen. Aan het uitvoeren van deze plannen stond o.i. dan ook niets van eenige be- teekenis in den weg, vooral waar de laatste jaren overduidelijk gebleken is, dat het zeer moeilijk is in Haarlem zelf een goede oplossing te vinden. Van het Haarlemsche Gemeentebe stuur werd niet de minste medewer king ondervonden. Toen die heeren echter begonnen in te zien, dat de mo gelijkheid zeer groot was dat de zete1 van Bloembollencultuur .naar elders zou worden verplaatst, veranderde de ze «toestand wel eenigszins. En in de Gemeenteraadsvergadering van 24 Maart j.l. werd het besluit genomen aan de Ver. voor Bloembollencultuur een bedrag van ten hoogste f 100 000 aan te bieden, voor de stichting en in richting van een gebouw wanneer de zetel der Vereeniging te Haarlem blijft gevestigd. In den beschrijvingsbrief voor de 153- ste Algemeene Vergadering der Ver. voor Bloembollencultuur stelt het' Hoofdbestuur nu voor om over deze beide aanbiedingen een beslissing te nemen. De toelichting die het Hoofdbestuur over deze zaak geeft, zal echter naar onze vaste overtuiging voor zeer veel leden teleurstellend zijn. Uit alles blijkt, dat het Hoofdbestuur niet ob jectief tegenover de zaak staat, maar k tout prix het stichten van een ge bouw te Haarlem door wil drijven. De bezwaren die tegen het plan-Hil- legom worden ingebracht zijn onzake lijk, zoo niet kleinzielig. Maar het ergste is, dat men hici de leden wil doen kiezen tusschen twee plannen .terwijl er in werkelijkheid geen twee plannen zijn We denken niet dat er een onbevooroor deeld inensch te vinden is die wat het Hoofdbestuur als het plan-IIaarlem aandient, werkelijk een plan zou durven noemen. Het eenige wat van dit plan vast staat is dat de gemeente Haarlem tot een maximum van f 100.000 wil bijdra gen. Maar voordat men een beslissing in een zoo belangrijke zaak neemt, wil men toch wel eens weten waar het gebouw zal worden gesticht, of er vol doende ruimte is voor de tallooze auto's, die men tegenwoordig des Maandags naar Haarlem ziet trekken, of er «en geschikt terrein aanwezig is om daar den proeftuin in te richten, en last not least wat ditalles ten slotte zal moeten kosten. Het zwaarste argument dat ten voor üeele van het plan-Haarlem wordt aan gevoerd is, dat de exploitatie-moge lijkheden te Haarlem zooveel gunsti ger zijn, omdat daar steeds behoefte is aan zalen en lokalen voor verschillen de .doeleinden. Wij zijn echter met de Commissie uit den Bond van Bloem bollenhandelaren van meening dat in dit geval wel eens gevraagd mag wor den, of een Centraal gebouw voor het Bloembollenvak, speciaal bruikbaar moet zijn voor bioscoop, dansgelegen heid, concerten en dergelijke. Wij zijn er zeker van, dat deze vraag door tal van Bloembollenkwee kers en handelaren in ontkennenden zin zal worden beantwoord. Wij zijn dan ook van meening, dat het in het belang van het geheele Bloembollenvak zal zijn, indien op de vergadering van 25 Mei a.s. het plan- Hillegom wordt aangenomen, en zoo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd. Het Hoofdbestuur heeft blijkbaar inmiddels zélf deze bezwaren eenigs zins. gevoeld en kom tin het Weekblad v. Bl.b. Cultuur van hedenmorgen eeni ge verdere bijzonderheden meedeelcn, waarop we nog nader terugkomen. Forensenbelasting en arbeiders Van verschillende kanten, o.a. door den heer de Wilde, is op den Minis ter van Financien aandrang uitgeoe fend, om de arbeiders, althans de menschen beneden een zeker inko men, van de forensenbelasting uit te sluiten. Het antwoord van Minister de Geer was niet geheel onbevredigend. Hij verklaarde zich bereid deze zaak ernstig te overwegen. „Er zijn", zoo zeide hij, „tegen\Voor dig inderdaad veel forensen, die ge heel vallen buiten hetgeen men oor spronkelijk met het forensenbegrip heeft bedoeld, niet alleen arbeiders, maar ook anderen. Het oorspronkelijk forensisme zou ik kort uitgedrukt aldus willen om schrijven, dat het omvatte de men schen, wier woonplaats was afge dwaald van hun werkplaats. Tegenvvoord'g zijn er echter heel veel menschen, van wie men omge keerd kan zeggen, dat hun werkplaats is. afgedwaald van hun woonplaats. Zij blijven wonen, waar zij geboren en getogen zijn, maar zij werken noodgedwongen ergens anders". De minister deed wel geen bepaal de toezegging, maar hij verklaarde zich toch bereid, hieraan bij de be handeling van de aanhangige Foren sen met aandacht te schenken, of zoo noodig dit punt afzonderlijk aan de orde te stellen. Het schijnt ons gewenscht, dat met deze zaak de noodige spoed wordt be tracht. 't Is voor arbeiders, die vaak na lang zoeken in een andere gemeente werk hebben gevonden, een onaange name gewaarwording, als hun activi teit met een extra belastingbiljet be loond wordt. r STADSNIEUWS. G. O. V. „Con Amore". Kerkconcert. De kerkconcerten van „Con Amore hebben een eigen cachet. Men zou kunnen opmerken, dat dit cachet zirh 'reeds een paar weken van te voren af- teekent door het artistieke affiche, waardoor het concert wordt aangekon digd, en dat reeds direct de piaats aankondigt, de mooie Hooglandsclie kerk, waar zang en snarenspel zullen wedijveren om een aantal rengieuze composities te vertolken. De afwisse ling van koorzang, waarin steed*, meer de artistieke persoonlijkheid van den leider zich openbaart, met harpspel van Neerlands eerste harpkunstenaros, Mevr. Rosa Spier, en solozang van Mevr. Jo van Yzer-Vincent, die beiden ook het vorige jaar medewerkten, voert tot een gelukkige eenheid. En we zouden „Con Amore" in overweging willen geven, van deze combinatie niet meer af te wijken. Daar Ds. Thomas door een ernstig ziektegeval in zijn familie plotseling buitenstedig moest zijn, werd de avond door Ds. Kouwenhoven met ge bed geopend. En toen klonk frisch en vroolijk van het koor een mooi Valeriuslied: „Komt nu met sangh van suete toonen". Het is een algemeen erkend ver schijnsel, dat een eerste nummer niet altijd geheel bevredigt. Het koor moet zich nog inzingen en moet tevens de eigenaardige afwachtende, deels cri- tische mentaliteit van 't publiek in dit geval een stampvolle kerk nog overwinnen. En als die eigenaardige, niet nauwkeurig te omschrijven stille tegenstand gebroken is, dan voelt het koor zich vrij en kan zich uitzingen zonder reserve. Dat geheel zich geven en uitleven voelden we reeds aan in het tweede nummer: „Tu Rex Gloriae Christe" een prachtige compositie van Handel, waarin we reeds dadelijk voordracht, nuanceering en stemverhouding kon den loven. „Con Amore" beschikt over heel goed materiaal, waarmee de heer Smink sinds het kerkconcert van het vorige jaar heeft gewoekerd. Steeds beter komt het groote instrument, dat het koor is, naar zijn hand te staan. Steeds soepeler en volgzamer worden de stemmen, wat vooral bij a cappel- lazang zoo noodzakelijk is. Hier zijn geen instrument ,die mogelijke on gerechtigheden met den mantel der liefde bedekken en de gewelven van een Gothisch bedehuis registreeren el ke oneffenheid, elke weifeling. Het is ons een genoegen te kunnen constatee- ren, dat de inzetten altijd heel zeker en zuiver op toon waren, dat er weifcl- loos en mooi gezongen is. Vooral de piano's en pianissimo's vallen bijzon der te loven. Dan vooral ontwikkelde het koor een nobelen klank, orgelende harmonieën gedragen door ronde en volle bassen. Welk een kleur en welk een glans wist de heer Smink te geven aan het „Sanctus" van Jozef Rhei nberger en hoe innig mooi was in „Lof Gods" van L. F. Brandts Buys de voordracht, niet het minst van den regel: „En de woud vogeltjes vergeten haren sanck". „De Dag des Oordeels" kon ons qua compositie niet bevallen; wel daarentegen „Tollite Hostas' van Saint-Saëns, dat evenals alles met vol le toewijding werd vertolkt. Tusschen deze eerste koornummers werden we in de eerste plaats vergast op een drietal solonummers voor de harp. Eerst een „Choral" van Marcelle Sou lage; breed en krachtig golfden de statige accoorden door de hooge ge welven der kerk. Toen kregen we „Va riaties op een oud kerstlied" van M. Sam. Rousseau, uit den aard der zaak meer gevarieëerd. En eindelijk nog een Rêverie van John Thomas en inderdaad, dit was een droom, een get winkel en gespeel van' de fijnste klankencombinaties', een Ridderend geruisch van goudloo- vers die zich bijna onhoorbaar ver-; spreidden tot in de verste uithoeken der groote.kerk en deze toch vulden met een ontroerende schoonheidsmij mering. Mevr. Spier, die zoo voortref felijk het koninklijk instrument van den Psalmist beheerscht, heeft wel op zeer bijzondere wijze dit concert gea deld. Maar we zouden ondankbaar zijn als we niet met evenveel lof gewaagden van den zang van Mevr Jo van lJzer- Vincent, een prachtige sopraan, die juist bij kerkconcerten op haar plaats is. Alles klinkt even klaar en rein; haar rustige, beheerschte voordracht, haar absoluut zuivere intonatie, ge heel vrij van een hinderlijk vibrato, haar aanzwellen en afnemen, haar so noor geluid, het is alles in een groote kerk precies op zijn plaats. Maar ze had over 't algemeen ook buitenge woon mooie composities gekozen. Welk een fijne melodische lijn viel te bewonderen in „En prière Jezus in gebed van Fauré. En hoe illu stratief deed daarbij de begeleiding van orgel en harp. De overige solo nummers werden alleen op het orgel begeleid door den heer Smink. die met fijnen smaak zijn registratie koos, en zorgde voor een passende, kleurige sfeer rond de liederen. Wij meenden inderdaad niet, dat dit mogelijk was op het orgel in de Hooglandsche kerk. Prachtig welfde zich de zangstem over de orgelpartij in „La Cloche" van Saint-Saëns. Met bijzonder genoegen hoorden we „lm Abendrot" van Schubert, waarbij ook de begeleiding zoo wonder mooi deed, zonder zich een oogenblik op den voorgrond te dringen. Van den Nederlandschen componist Van Tette rode hoorden wij „Geloof" voordragen, met aan 't slot de mooie overtuigende regelen: Werk, mijmer niet, wat ook het loon moog' wezen. Gestrooid is 'tzaad! Wie zal de vruch ten lezen? Hij, die de blanke velden ziet. Alles samenvattend, brengen we „Con Amore" hulde voor al 't schoons, dat ons dezen avond voor haar zelf e*i haar bemiddeling gegeven werd en we wenschen haar van harte toe: Ga door op dezen weg! Ds. Kouwenhoven sloot met dank zegging. Havenplannen. Bij de algemeene beschouwingen over de ontwerp-begrooting voor 1925 werd door den lieer Wilbrink de volgende motie ingediend: „De Raad nooifgt Burgemeester en Wethouders uit, die maatregelen te ne men. welke noodig zijn om te komen tot net opmaken van plannen, benevens kostenberekening van een haven met daaraan gelegen industrieterrein, en waarbij tevens tot oplossing komt de kwestie van den grondwaterstand in de terreinen achter de Mare- en Hee- rensingeP. Deze motie werd om prae-advies ge steld in handen van B. en W„ die naar aanleiding daarvan het volgende op merken: De afdoening van deze motie heeft eenige vertraging ondergaan, omdat daarin aan het haven- en industrieter- reinvraagstuk de kwestie van den grond waterstand in het Noord-Oostelijk stads gedeelte werd .verbonden. Deze laatste aangelegenheid nu hangt samen met onderscheidene andere vraagstukken, {zooals de herziening van hit uitbrei dingsplan der gemeente, het graven van een afwateringskanaal tusschen de Zijl en de Slaaghsïoot, enz.), welke een uit voerige en langdurige voorbereiding vor deren. Ook thans zqn laatstbedoelde kwesties nog niet rijp voor een defini tieve oplossing, doen wn meenen, waar de motie in hoofdzaak den aanleg van een haven met daaraan gelegen industrie terrein betreft, het uitbrengen van ons prae-advies niet langer te mogen uitstel len. Wat nu het graven van een haven aan gaat, wijzen wij er op, dat Leiden over meer scheepvaartwater beschikt dan de meeste andere steden in ons land. Zoowel voor de groote als de kleine scheepvaart is er meer dan voldoende ruimte voor het aanleggen van vaar tuigen, en waar de belangrijkste be dreven aan groot vaarwater zijn gele gen en de goederen dus onmiddellijk kunnen worden gelost- of geladen, is de toestand op dit gebied hier ter stede bijzonder gunstig te noemen. Mei de Commissie van Fabricage zijn wij dan ook van meening, dat er voor het aan leggen van een naven in deze gemeente uit dezen hoofde dus inderdaad niet voldoende reden bestaat. De bedoeling van den indiener der motie is, mede blijkens zijn mondelinge toelichting (Handelingen 1924, biz. 2S0 281), dan ook veeleer de vestiging van industrieën in Leiden door het maken van een haven „met daaxaangelegen in dustrieterrein" te bevorderen. Bet is evenwel ar het oordeel van ons Col lege'nog een open vraag, of het voor Leiden werkelijk van zoo groot belang is, dat zich hier nieuwe industrieën ko men vestigen; immers, tegenover de on miskenbare voordeelen, welke bloeiende industrieën voor de gemeente opleveren staat het nadeel, dat aan de gemeente tegelijkertijd zware lasten worden op gelegd, die in minder voorspoedige tij den zelfs zeer drukkend kunnen worden. Doch afgezien van deze kwestie, wel ke wij hier niet in den breede meenen te moeten behandelen, achten wij het niet raadzaam, van gemeentewege gron den als industrieterrein te gaan inrich ten, zonder dat tevoren vast staat, of, en zoo ja. welk bedrijf men hier ter stede op die terreinen wenscht te ves tigen of uit te breiden. Nog minder ge )wo».scht ware het, mei zoodanig doel, doch zonder die zekerheid, grond te gaan aankoopen. Dit zij met een voorbeeld toegelicht. De gemeente bezit eenige terreinen aan den westelijken oever van de Zijl. wel ke in menig opzicht geschikt schijnen voor de vestiging van een industrie. De gronden zijn in den polder gelegen en net „inrichten tot industrieterrein" zou dus in de eerste plaats bestaan in het ophoogen van het terrein. Er zijn echter industrieën, voor welke het geen beletsel vormt, om op een lagen grond slag te bouwen. Deed zich nu zulk een gegadigde voor, dan zop de voorafge gane ophooging door de gemeente weg gegooid gela beteekenen. Hetzelfde kan gezegd worden van het maken van wal- beschoeiingen, oeverbescherming, toe gangswegen, enz. Vermits men immers vooruit met weet, of al die werken noo dig zullen zjjn voor het bedrijf, dat zich aldaar zal vestigen, bestaat er kans, dat de uitgaven geneel of gedeeltelijk over bodig of zelfs ondoelmatig zullen blij ken te zijn geweest. Het verdient daarom aanbeveling, dat de gemeente ten deze een afwachtende houaing aanneemt. Overigens schijnt er naar de gemeen telijke terreinen geen groote vraag te bestaan; er hebben zien wel eens ge gadigden aangemeld, maar tot koopen kwam het tot dusverre niet. En ook ten opzichte van de talrijke particuliere tor nen is de conclusie gewettigd,dat er over het algemeen weinig animo be staat, om hier ter stede nieuwe indu strieën te vestigen, hoewel er voor dit doel genoeg, gunstig gelegen gronden in de gemeente aanwezig zijn (vgl. de te Uwer inzage liggende raoporten en den daarbij overgeTegden plattegrond. Intusschen hebben wij er geenerlei bezwaar tegen, dat de gemeente bij eventueele aanvragen om geschikt indu strie-terrein, jegens de belanghebben den een tegemoetkomende houding aan neemt en hun de noodige faciliteiten ver leent, bijvoorbeeld door het stellen van redelijke huur- of koopprijzen en door het inrichten van het terrein, indien hét gemeentelijke gronden betreft of, in andere gevallen, door het, voor zoo- ADVERTENTIE-PRIJS Gewone edvertentiën per regel 22cent Ingezonden Mededeelingen, dnbbel Uriel Bij contract, belangrijke reductie. Kleine adrertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent Belangrijkste nieuws in dit Hummer. Binnenland. De behandeling van de bioscoopwet in de Eerste Kamer. De schorsing van Ds. van Duin te Haarlemmermeer opgeheven. Bnltenland. De vredesboodschap van den pri maat der Anglicaansche kerk. Het kabinet-Ponllet in Belglfi ls al- getreden. De algemeene staking in Engeland ls heden beëindigd. ver mogelijk, onthulden au verorde- mingen, tarieven of bepalingen, welke de vestiging van het bedrijf op eeniger- lei wijze zouden kunnen bemoeilijken. Uit het bovenstaande zal u zrjn ge bleken, dat we eenerzjjds de vestiging van industrie n te dezer stede, 'vaar mogelijk, gaarne zullen vergemakkelij ken, aoch net anderzijds niet wensche- irjk oordeelen ,over te gaan tot het ma ken van concrete plannen voor den aan leg van een haven met daaraan gelegen industrieterrein, gelijk in de motie voor gesteld wordt. Trouwens, de enorme uit gaven, welke daarmede gemoeid zouden zjjn, vormen in de tegenwoordige omstan digheden, daartegen reeds een overwe gend bezwaar, vooral omdat zij o.i. te gen het te verwachten nut niet zullen opwegen. In dit verband wordt overigens nog medegedeeld, dat er gelegenheid zaF zijn. het vraagstuk van do industrieter reinen nog nader onder de oogen te zien bjj de herziening van uot uitbrei dingsplan der genleente, welke binnen kort ter hand za! moeten worden geno men en met betrek m aar toe wjj dezer dagen ee.. voorstel bü Uwe ver gadering aanhangig zullen maken. Tenslotte een enkel woord over de kwestie van den grondwaterstand in de terreinen achter Mare- en Ileerensingel, welke in de motie van den heer Wilbrink eveneens vermeld wordt. Een recht- streeksch verband tusschen dit onder werp en den aanleg van een haven met industrieterrein hebben wij intusschen niet kunnen vinden. Een lage grondwaterstand is in de toe komst, bi] de zich uitbreidende bebou wing in genoemd stadsgedeelte, inder daad van overwegend belang. Om dien lagen waterstand te waarborgen zal dan ook wellicht te zijner tnd een afwate ringskanaal tusschen de 2pl en de Haar lemmertrekvaart gegraven moeten wor den. Een voorloopig plan daarvoor is bereids ontworpen, doen waar de juiste ligging van dit kanaal met verschillen de andere zaken verband houdt en hier op met het oog op de zooeven vermelde herziening van het uitbreidingsplan niet vooruit geloope kan worden, aan wjj wezen er in den aanhef reeds op te dezer zake nog geen omlijnd voor stel worden gedaan. Na de bovmisl. lande mededeelingen meenen wij lAve vergadering overeen komstig hef gevoelen van ae Commis sie van Fabricage in overweging te uio- fen geven ,de motie van den heer Wil- rink als afgedaan te beschouwen. Benoeming. In de Vacature, lie in de Commissie van Behee over „Endegeest", „Voor- geest" en „Khijngeest' is ontstaan, ten gevolge van de ontslagname van don •neer A. J. Oostdam, bevelen B. en W. na raadpleging der Commissie, den Raad aan: ie. den heer Th. B. J. Wilmer; ae. den heer C. J. van Tol. B. en W. geven den Raad in overwe ging, Mevr. W. van der Waals Rolluos weder voor het tijdvak i Mei 1926 1 Mei 1929 in hare betrekking van Stads-Vroedvrouw te bestendigen. Aanvangsuren veemarkt. Bjj besluit van den Raad van 16 Fe bruari 1925 werd een wijziging gebracht in de aanvangsuren van de Vrtidagsche veemarkt, waardoor de regeling van die aanvangsuren voor de practjjk gemak - kelijker en beter te overzien was. D en tengevolge vangt de veemarkt thans min in ae maanden Januari en December: te 8'j uur v.m.; in Februari en Novem ber te 8 uur v.m. en in ile maanden April tot en met September te 6 uur v.m. De belanghebbende veehandelaren achten het, in verband met de keuring van het vee, gewenscht, dat de opening van de veemarkt gedurende het tijdvak van October tot en met Maart alsnog een half uur vroeger gesteld wordt. Tegen inwilliging van dezen wonsch bestaat noch bq Burgemeester en Wet houders, noch bq de Commissie voor het Marktwezen bezwaar.- onder voorwaar de, dat in geen geval vee ter veemarkt wordt toegelaten voor zonsopgang. B. en W. stellen voor, de deabetret- fende verordening aldus te wijzigen. Overname grond. De eigenaar van het pureed, kadas- tral bekend Sectie M no. 22997, zijnde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1