CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
7<»« JAARGANG
WOENSDAG 12 MEI 1926
NUMMER 1820
LEIDSCHE CODRANT
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2,50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Oil nummer bestaat uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Morgen, Hemelvaarts
dag, zal ons blad niet
verschijnen.
De zetel van Bloembollencultuur
Het schijnt niet gemakkelijk te zijn,
deze kwestie, die toch zoo dringend
om een oplossing vraagt, werkelijk tot
oplossing te brengen.
Het verloop der geschiedenis is be
kend. De plannen die tot dusver door
het Hoofdbestuur der Alg. Ver. voor
Bloembollencultuur werden ontwor
pen, konden niet de instemming ver
werven van de meerderheid der leden.
Het aanbod door de gemeente Hille
gom gedaan, werd echter in de verga
dering van 28 Sept. '25 eveneens ver
worpen.
Waar de zaak hiermede op het doo-
de punt was gekomen, werd door den
Bond van Bloembollenhandelaren in
zijn vergadering van 15 Dec. '25 beslo
ten de koe bij de horens te pakken.
Een commissie werd benoemd, waar
in verschillende van de meest voor
aanstaande figuren in het Bloembol
lenvak zitting hebben, die tof taak
had, plannen te ontwerpen voor den
bouw en de exploitaitie van een Cen
traal gebouw te Hillegom, een en an
der in overleg met de Alg. Ver. voor
Bloembollencultuur.
Deze Commissie heeft zich boven al
len lof van haar opdracht gekweten,
en is voor den dag gekomen met een
plan dat op volkomen soliede basis
rust.
De gemeente Hillegom heeft voor dit
plan aangeboden een buitengewoon
mooi en gunstig gelegen terrein, bene
vens f 50.000, en de leden van den
Bond van Bloembollenhand'elaren heb
ben reeds geteekend voor een bedrag
aan vrije giften van f 50.000. Een vol
ledige exploitatie-rekening werd opge
maakt, en werd bij deze plannen aan
geboden.
Aan enkele bezwaren die door het
bestuur der Alg. Ver. voor Bloembol
lencultuur weerden geopperd, werd op
zeer loyale wijze tegemoet gekomen.
Aan het uitvoeren van deze plannen
stond o.i. dan ook niets van eenige be-
teekenis in den weg, vooral waar de
laatste jaren overduidelijk gebleken is,
dat het zeer moeilijk is in Haarlem
zelf een goede oplossing te vinden.
Van het Haarlemsche Gemeentebe
stuur werd niet de minste medewer
king ondervonden. Toen die heeren
echter begonnen in te zien, dat de mo
gelijkheid zeer groot was dat de zete1
van Bloembollencultuur .naar elders
zou worden verplaatst, veranderde de
ze «toestand wel eenigszins. En in de
Gemeenteraadsvergadering van 24
Maart j.l. werd het besluit genomen
aan de Ver. voor Bloembollencultuur
een bedrag van ten hoogste f 100 000
aan te bieden, voor de stichting en in
richting van een gebouw wanneer de
zetel der Vereeniging te Haarlem
blijft gevestigd.
In den beschrijvingsbrief voor de 153-
ste Algemeene Vergadering der Ver.
voor Bloembollencultuur stelt het'
Hoofdbestuur nu voor om over deze
beide aanbiedingen een beslissing te
nemen.
De toelichting die het Hoofdbestuur
over deze zaak geeft, zal echter naar
onze vaste overtuiging voor zeer veel
leden teleurstellend zijn. Uit alles
blijkt, dat het Hoofdbestuur niet ob
jectief tegenover de zaak staat, maar
k tout prix het stichten van een ge
bouw te Haarlem door wil drijven.
De bezwaren die tegen het plan-Hil-
legom worden ingebracht zijn onzake
lijk, zoo niet kleinzielig.
Maar het ergste is, dat men hici de
leden wil doen kiezen tusschen twee
plannen .terwijl er in werkelijkheid
geen twee plannen zijn We
denken niet dat er een onbevooroor
deeld inensch te vinden is die wat het
Hoofdbestuur als het plan-IIaarlem
aandient, werkelijk een plan zou
durven noemen.
Het eenige wat van dit plan vast
staat is dat de gemeente Haarlem tot
een maximum van f 100.000 wil bijdra
gen.
Maar voordat men een beslissing in
een zoo belangrijke zaak neemt, wil
men toch wel eens weten waar het
gebouw zal worden gesticht, of er vol
doende ruimte is voor de tallooze
auto's, die men tegenwoordig des
Maandags naar Haarlem ziet trekken,
of er «en geschikt terrein aanwezig
is om daar den proeftuin in te richten,
en last not least wat ditalles ten
slotte zal moeten kosten.
Het zwaarste argument dat ten voor
üeele van het plan-Haarlem wordt aan
gevoerd is, dat de exploitatie-moge
lijkheden te Haarlem zooveel gunsti
ger zijn, omdat daar steeds behoefte is
aan zalen en lokalen voor verschillen
de .doeleinden. Wij zijn echter met de
Commissie uit den Bond van Bloem
bollenhandelaren van meening dat in
dit geval wel eens gevraagd mag wor
den, of een Centraal gebouw voor het
Bloembollenvak, speciaal bruikbaar
moet zijn voor bioscoop, dansgelegen
heid, concerten en dergelijke.
Wij zijn er zeker van, dat deze
vraag door tal van Bloembollenkwee
kers en handelaren in ontkennenden
zin zal worden beantwoord.
Wij zijn dan ook van meening, dat
het in het belang van het geheele
Bloembollenvak zal zijn, indien op de
vergadering van 25 Mei a.s. het plan-
Hillegom wordt aangenomen, en zoo
spoedig mogelijk wordt uitgevoerd.
Het Hoofdbestuur heeft blijkbaar
inmiddels zélf deze bezwaren eenigs
zins. gevoeld en kom tin het Weekblad
v. Bl.b. Cultuur van hedenmorgen eeni
ge verdere bijzonderheden meedeelcn,
waarop we nog nader terugkomen.
Forensenbelasting en arbeiders
Van verschillende kanten, o.a. door
den heer de Wilde, is op den Minis
ter van Financien aandrang uitgeoe
fend, om de arbeiders, althans de
menschen beneden een zeker inko
men, van de forensenbelasting uit te
sluiten.
Het antwoord van Minister de Geer
was niet geheel onbevredigend.
Hij verklaarde zich bereid deze
zaak ernstig te overwegen.
„Er zijn", zoo zeide hij, „tegen\Voor
dig inderdaad veel forensen, die ge
heel vallen buiten hetgeen men oor
spronkelijk met het forensenbegrip
heeft bedoeld, niet alleen arbeiders,
maar ook anderen.
Het oorspronkelijk forensisme zou
ik kort uitgedrukt aldus willen om
schrijven, dat het omvatte de men
schen, wier woonplaats was afge
dwaald van hun werkplaats.
Tegenvvoord'g zijn er echter heel
veel menschen, van wie men omge
keerd kan zeggen, dat hun werkplaats
is. afgedwaald van hun woonplaats.
Zij blijven wonen, waar zij geboren
en getogen zijn, maar zij werken
noodgedwongen ergens anders".
De minister deed wel geen bepaal
de toezegging, maar hij verklaarde
zich toch bereid, hieraan bij de be
handeling van de aanhangige Foren
sen met aandacht te schenken, of zoo
noodig dit punt afzonderlijk aan de
orde te stellen.
Het schijnt ons gewenscht, dat met
deze zaak de noodige spoed wordt be
tracht.
't Is voor arbeiders, die vaak na
lang zoeken in een andere gemeente
werk hebben gevonden, een onaange
name gewaarwording, als hun activi
teit met een extra belastingbiljet be
loond wordt. r
STADSNIEUWS.
G. O. V. „Con Amore".
Kerkconcert.
De kerkconcerten van „Con Amore
hebben een eigen cachet. Men zou
kunnen opmerken, dat dit cachet zirh
'reeds een paar weken van te voren af-
teekent door het artistieke affiche,
waardoor het concert wordt aangekon
digd, en dat reeds direct de piaats
aankondigt, de mooie Hooglandsclie
kerk, waar zang en snarenspel zullen
wedijveren om een aantal rengieuze
composities te vertolken. De afwisse
ling van koorzang, waarin steed*, meer
de artistieke persoonlijkheid van den
leider zich openbaart, met harpspel van
Neerlands eerste harpkunstenaros,
Mevr. Rosa Spier, en solozang van
Mevr. Jo van Yzer-Vincent, die beiden
ook het vorige jaar medewerkten,
voert tot een gelukkige eenheid. En
we zouden „Con Amore" in overweging
willen geven, van deze combinatie niet
meer af te wijken.
Daar Ds. Thomas door een ernstig
ziektegeval in zijn familie plotseling
buitenstedig moest zijn, werd de
avond door Ds. Kouwenhoven met ge
bed geopend.
En toen klonk frisch en vroolijk van
het koor een mooi Valeriuslied:
„Komt nu met sangh van suete
toonen".
Het is een algemeen erkend ver
schijnsel, dat een eerste nummer niet
altijd geheel bevredigt. Het koor moet
zich nog inzingen en moet tevens de
eigenaardige afwachtende, deels cri-
tische mentaliteit van 't publiek in
dit geval een stampvolle kerk nog
overwinnen. En als die eigenaardige,
niet nauwkeurig te omschrijven stille
tegenstand gebroken is, dan voelt het
koor zich vrij en kan zich uitzingen
zonder reserve.
Dat geheel zich geven en uitleven
voelden we reeds aan in het tweede
nummer: „Tu Rex Gloriae Christe" een
prachtige compositie van Handel,
waarin we reeds dadelijk voordracht,
nuanceering en stemverhouding kon
den loven. „Con Amore" beschikt over
heel goed materiaal, waarmee de heer
Smink sinds het kerkconcert van het
vorige jaar heeft gewoekerd. Steeds
beter komt het groote instrument, dat
het koor is, naar zijn hand te staan.
Steeds soepeler en volgzamer worden
de stemmen, wat vooral bij a cappel-
lazang zoo noodzakelijk is. Hier zijn
geen instrument ,die mogelijke on
gerechtigheden met den mantel der
liefde bedekken en de gewelven van
een Gothisch bedehuis registreeren el
ke oneffenheid, elke weifeling. Het is
ons een genoegen te kunnen constatee-
ren, dat de inzetten altijd heel zeker
en zuiver op toon waren, dat er weifcl-
loos en mooi gezongen is. Vooral de
piano's en pianissimo's vallen bijzon
der te loven. Dan vooral ontwikkelde
het koor een nobelen klank, orgelende
harmonieën gedragen door ronde en
volle bassen.
Welk een kleur en welk een glans
wist de heer Smink te geven aan het
„Sanctus" van Jozef Rhei nberger en
hoe innig mooi was in „Lof Gods" van
L. F. Brandts Buys de voordracht, niet
het minst van den regel: „En de woud
vogeltjes vergeten haren sanck".
„De Dag des Oordeels" kon ons
qua compositie niet bevallen; wel
daarentegen „Tollite Hostas' van
Saint-Saëns, dat evenals alles met vol
le toewijding werd vertolkt.
Tusschen deze eerste koornummers
werden we in de eerste plaats vergast
op een drietal solonummers voor de
harp.
Eerst een „Choral" van Marcelle Sou
lage; breed en krachtig golfden de
statige accoorden door de hooge ge
welven der kerk. Toen kregen we „Va
riaties op een oud kerstlied" van M.
Sam. Rousseau, uit den aard der zaak
meer gevarieëerd.
En eindelijk nog een Rêverie van
John Thomas en inderdaad, dit was
een droom, een get winkel en gespeel
van' de fijnste klankencombinaties',
een Ridderend geruisch van goudloo-
vers die zich bijna onhoorbaar ver-;
spreidden tot in de verste uithoeken
der groote.kerk en deze toch vulden
met een ontroerende schoonheidsmij
mering. Mevr. Spier, die zoo voortref
felijk het koninklijk instrument van
den Psalmist beheerscht, heeft wel op
zeer bijzondere wijze dit concert gea
deld.
Maar we zouden ondankbaar zijn als
we niet met evenveel lof gewaagden
van den zang van Mevr Jo van lJzer-
Vincent, een prachtige sopraan, die
juist bij kerkconcerten op haar plaats
is. Alles klinkt even klaar en rein;
haar rustige, beheerschte voordracht,
haar absoluut zuivere intonatie, ge
heel vrij van een hinderlijk vibrato,
haar aanzwellen en afnemen, haar so
noor geluid, het is alles in een groote
kerk precies op zijn plaats. Maar ze
had over 't algemeen ook buitenge
woon mooie composities gekozen.
Welk een fijne melodische lijn viel
te bewonderen in „En prière Jezus
in gebed van Fauré. En hoe illu
stratief deed daarbij de begeleiding
van orgel en harp. De overige solo
nummers werden alleen op het orgel
begeleid door den heer Smink. die met
fijnen smaak zijn registratie koos, en
zorgde voor een passende, kleurige
sfeer rond de liederen. Wij meenden
inderdaad niet, dat dit mogelijk was
op het orgel in de Hooglandsche kerk.
Prachtig welfde zich de zangstem
over de orgelpartij in „La Cloche" van
Saint-Saëns.
Met bijzonder genoegen hoorden we
„lm Abendrot" van Schubert, waarbij
ook de begeleiding zoo wonder mooi
deed, zonder zich een oogenblik op
den voorgrond te dringen. Van den
Nederlandschen componist Van Tette
rode hoorden wij „Geloof" voordragen,
met aan 't slot de mooie overtuigende
regelen:
Werk, mijmer niet, wat ook het loon
moog' wezen.
Gestrooid is 'tzaad! Wie zal de vruch
ten lezen?
Hij, die de blanke velden ziet.
Alles samenvattend, brengen we
„Con Amore" hulde voor al 't schoons,
dat ons dezen avond voor haar zelf e*i
haar bemiddeling gegeven werd en we
wenschen haar van harte toe: Ga door
op dezen weg!
Ds. Kouwenhoven sloot met dank
zegging.
Havenplannen.
Bij de algemeene beschouwingen over
de ontwerp-begrooting voor 1925 werd
door den lieer Wilbrink de volgende
motie ingediend:
„De Raad nooifgt Burgemeester en
Wethouders uit, die maatregelen te ne
men. welke noodig zijn om te komen
tot net opmaken van plannen, benevens
kostenberekening van een haven met
daaraan gelegen industrieterrein, en
waarbij tevens tot oplossing komt
de kwestie van den grondwaterstand in
de terreinen achter de Mare- en Hee-
rensingeP.
Deze motie werd om prae-advies ge
steld in handen van B. en W„ die naar
aanleiding daarvan het volgende op
merken:
De afdoening van deze motie heeft
eenige vertraging ondergaan, omdat
daarin aan het haven- en industrieter-
reinvraagstuk de kwestie van den grond
waterstand in het Noord-Oostelijk stads
gedeelte werd .verbonden. Deze laatste
aangelegenheid nu hangt samen met
onderscheidene andere vraagstukken,
{zooals de herziening van hit uitbrei
dingsplan der gemeente, het graven van
een afwateringskanaal tusschen de Zijl
en de Slaaghsïoot, enz.), welke een uit
voerige en langdurige voorbereiding vor
deren. Ook thans zqn laatstbedoelde
kwesties nog niet rijp voor een defini
tieve oplossing, doen wn meenen, waar
de motie in hoofdzaak den aanleg van
een haven met daaraan gelegen industrie
terrein betreft, het uitbrengen van ons
prae-advies niet langer te mogen uitstel
len.
Wat nu het graven van een haven aan
gaat, wijzen wij er op, dat Leiden over
meer scheepvaartwater beschikt dan de
meeste andere steden in ons land.
Zoowel voor de groote als de kleine
scheepvaart is er meer dan voldoende
ruimte voor het aanleggen van vaar
tuigen, en waar de belangrijkste be
dreven aan groot vaarwater zijn gele
gen en de goederen dus onmiddellijk
kunnen worden gelost- of geladen, is de
toestand op dit gebied hier ter stede
bijzonder gunstig te noemen. Mei de
Commissie van Fabricage zijn wij dan
ook van meening, dat er voor het aan
leggen van een naven in deze gemeente
uit dezen hoofde dus inderdaad niet
voldoende reden bestaat.
De bedoeling van den indiener der
motie is, mede blijkens zijn mondelinge
toelichting (Handelingen 1924, biz. 2S0
281), dan ook veeleer de vestiging van
industrieën in Leiden door het maken
van een haven „met daaxaangelegen in
dustrieterrein" te bevorderen. Bet is
evenwel ar het oordeel van ons Col
lege'nog een open vraag, of het voor
Leiden werkelijk van zoo groot belang
is, dat zich hier nieuwe industrieën ko
men vestigen; immers, tegenover de on
miskenbare voordeelen, welke bloeiende
industrieën voor de gemeente opleveren
staat het nadeel, dat aan de gemeente
tegelijkertijd zware lasten worden op
gelegd, die in minder voorspoedige tij
den zelfs zeer drukkend kunnen worden.
Doch afgezien van deze kwestie, wel
ke wij hier niet in den breede meenen
te moeten behandelen, achten wij het
niet raadzaam, van gemeentewege gron
den als industrieterrein te gaan inrich
ten, zonder dat tevoren vast staat, of,
en zoo ja. welk bedrijf men hier ter
stede op die terreinen wenscht te ves
tigen of uit te breiden. Nog minder ge
)wo».scht ware het, mei zoodanig doel,
doch zonder die zekerheid, grond te
gaan aankoopen.
Dit zij met een voorbeeld toegelicht.
De gemeente bezit eenige terreinen aan
den westelijken oever van de Zijl. wel
ke in menig opzicht geschikt schijnen
voor de vestiging van een industrie.
De gronden zijn in den polder gelegen
en net „inrichten tot industrieterrein"
zou dus in de eerste plaats bestaan in
het ophoogen van het terrein. Er zijn
echter industrieën, voor welke het geen
beletsel vormt, om op een lagen grond
slag te bouwen. Deed zich nu zulk een
gegadigde voor, dan zop de voorafge
gane ophooging door de gemeente weg
gegooid gela beteekenen. Hetzelfde kan
gezegd worden van het maken van wal-
beschoeiingen, oeverbescherming, toe
gangswegen, enz. Vermits men immers
vooruit met weet, of al die werken noo
dig zullen zjjn voor het bedrijf, dat zich
aldaar zal vestigen, bestaat er kans, dat
de uitgaven geneel of gedeeltelijk over
bodig of zelfs ondoelmatig zullen blij
ken te zijn geweest.
Het verdient daarom aanbeveling, dat
de gemeente ten deze een afwachtende
houaing aanneemt.
Overigens schijnt er naar de gemeen
telijke terreinen geen groote vraag te
bestaan; er hebben zien wel eens ge
gadigden aangemeld, maar tot koopen
kwam het tot dusverre niet. En ook ten
opzichte van de talrijke particuliere tor
nen is de conclusie gewettigd,dat er
over het algemeen weinig animo be
staat, om hier ter stede nieuwe indu
strieën te vestigen, hoewel er voor dit
doel genoeg, gunstig gelegen gronden
in de gemeente aanwezig zijn (vgl. de
te Uwer inzage liggende raoporten en
den daarbij overgeTegden plattegrond.
Intusschen hebben wij er geenerlei
bezwaar tegen, dat de gemeente bij
eventueele aanvragen om geschikt indu
strie-terrein, jegens de belanghebben
den een tegemoetkomende houding aan
neemt en hun de noodige faciliteiten ver
leent, bijvoorbeeld door het stellen van
redelijke huur- of koopprijzen en door
het inrichten van het terrein, indien
hét gemeentelijke gronden betreft of,
in andere gevallen, door het, voor zoo-
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone edvertentiën per regel 22cent
Ingezonden Mededeelingen, dnbbel Uriel
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine adrertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
Binnenland.
De behandeling van de bioscoopwet
in de Eerste Kamer.
De schorsing van Ds. van Duin te
Haarlemmermeer opgeheven.
Bnltenland.
De vredesboodschap van den pri
maat der Anglicaansche kerk.
Het kabinet-Ponllet in Belglfi ls al-
getreden.
De algemeene staking in Engeland
ls heden beëindigd.
ver mogelijk, onthulden au verorde-
mingen, tarieven of bepalingen, welke
de vestiging van het bedrijf op eeniger-
lei wijze zouden kunnen bemoeilijken.
Uit het bovenstaande zal u zrjn ge
bleken, dat we eenerzjjds de vestiging
van industrie n te dezer stede, 'vaar
mogelijk, gaarne zullen vergemakkelij
ken, aoch net anderzijds niet wensche-
irjk oordeelen ,over te gaan tot het ma
ken van concrete plannen voor den aan
leg van een haven met daaraan gelegen
industrieterrein, gelijk in de motie voor
gesteld wordt. Trouwens, de enorme uit
gaven, welke daarmede gemoeid zouden
zjjn, vormen in de tegenwoordige omstan
digheden, daartegen reeds een overwe
gend bezwaar, vooral omdat zij o.i. te
gen het te verwachten nut niet zullen
opwegen.
In dit verband wordt overigens nog
medegedeeld, dat er gelegenheid zaF
zijn. het vraagstuk van do industrieter
reinen nog nader onder de oogen te
zien bjj de herziening van uot uitbrei
dingsplan der genleente, welke binnen
kort ter hand za! moeten worden geno
men en met betrek m aar toe wjj
dezer dagen ee.. voorstel bü Uwe ver
gadering aanhangig zullen maken.
Tenslotte een enkel woord over de
kwestie van den grondwaterstand in de
terreinen achter Mare- en Ileerensingel,
welke in de motie van den heer Wilbrink
eveneens vermeld wordt. Een recht-
streeksch verband tusschen dit onder
werp en den aanleg van een haven met
industrieterrein hebben wij intusschen
niet kunnen vinden.
Een lage grondwaterstand is in de toe
komst, bi] de zich uitbreidende bebou
wing in genoemd stadsgedeelte, inder
daad van overwegend belang. Om dien
lagen waterstand te waarborgen zal dan
ook wellicht te zijner tnd een afwate
ringskanaal tusschen de 2pl en de Haar
lemmertrekvaart gegraven moeten wor
den. Een voorloopig plan daarvoor is
bereids ontworpen, doen waar de juiste
ligging van dit kanaal met verschillen
de andere zaken verband houdt en hier
op met het oog op de zooeven vermelde
herziening van het uitbreidingsplan niet
vooruit geloope kan worden, aan
wjj wezen er in den aanhef reeds op
te dezer zake nog geen omlijnd voor
stel worden gedaan.
Na de bovmisl. lande mededeelingen
meenen wij lAve vergadering overeen
komstig hef gevoelen van ae Commis
sie van Fabricage in overweging te uio-
fen geven ,de motie van den heer Wil-
rink als afgedaan te beschouwen.
Benoeming.
In de Vacature, lie in de Commissie
van Behee over „Endegeest", „Voor-
geest" en „Khijngeest' is ontstaan, ten
gevolge van de ontslagname van don
•neer A. J. Oostdam, bevelen B. en W.
na raadpleging der Commissie, den Raad
aan: ie. den heer Th. B. J. Wilmer;
ae. den heer C. J. van Tol.
B. en W. geven den Raad in overwe
ging, Mevr. W. van der Waals Rolluos
weder voor het tijdvak i Mei 1926
1 Mei 1929 in hare betrekking van
Stads-Vroedvrouw te bestendigen.
Aanvangsuren veemarkt.
Bjj besluit van den Raad van 16 Fe
bruari 1925 werd een wijziging gebracht
in de aanvangsuren van de Vrtidagsche
veemarkt, waardoor de regeling van die
aanvangsuren voor de practjjk gemak -
kelijker en beter te overzien was. D en
tengevolge vangt de veemarkt thans min
in ae maanden Januari en December:
te 8'j uur v.m.; in Februari en Novem
ber te 8 uur v.m. en in ile maanden
April tot en met September te 6 uur
v.m.
De belanghebbende veehandelaren
achten het, in verband met de keuring
van het vee, gewenscht, dat de opening
van de veemarkt gedurende het tijdvak
van October tot en met Maart alsnog
een half uur vroeger gesteld wordt.
Tegen inwilliging van dezen wonsch
bestaat noch bq Burgemeester en Wet
houders, noch bq de Commissie voor het
Marktwezen bezwaar.- onder voorwaar
de, dat in geen geval vee ter veemarkt
wordt toegelaten voor zonsopgang.
B. en W. stellen voor, de deabetret-
fende verordening aldus te wijzigen.
Overname grond.
De eigenaar van het pureed, kadas-
tral bekend Sectie M no. 22997, zijnde