De lotgevallen van John Fox NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 10 MEI 1926 TWEEDE BLAD. ALS BE MAIL KOMT. Een correspondente te Weltevreden v'ér.telt in de „N. Roti. Crt": „De mail zal om zeven uur aan de kade gemeerd liggen. Het is zoo'n simpel berichtje, en toch beteekent het hier in ons leven zoo heel veel. Want de echte Euro- peasche vrouw zal altijd min of meer het gevoel houden vaa vreemdeling te zijn hier, van een verbannene van „ginds" van Holland, en het is zoo'n groote vreugde brieven te krijgen, nieuws te hooren van die ons lief zijn, van vrienden en kennissen. Ik zou haast zeggen: daarop leeft men een gansche week, op het aan komen van een mail. Brieven van huis Brieven van een vader én moeder, waaruit meest zulk een groot verlan gen spreekt naar weerzien, mogelijk een weerzien voor het laatst. Dié ge vuld zijn met de liefdevolle warmte van harten die van je houden. Mis schien zijn ze geschreven met oogen vol tranen Aan. smartelijk verlangen, al zijn er dan ook heel eenvoudige woorden gebruikt, die juist daardoor ons zoo aiep, diep in het hart grij pen. Over het witte papier is liaar hand egleden, moeders hand, die hand vol leine rimpeltjes, maar zoo zacht als ze gleed over onze weerspannige hoof den, ons rustigmakend daardoor. Al het innig bekende van huis komt mee met een stuk papier vol kleine krabbels. Tikt de klok nog zoo gezellig, gij' kleine bode van huis? Zien. de oude bekende portretten nog immer van den wand? Staat alles nog op de oude plaats? /En gaat daar nog immer verlangen haar ons door de kamerruimte? Och, wat een domme vragen We weten immers, dat moeder in stille oogenblikken ons zoekt, naar ons hunkert, in slapelooze uren spreekt met de kinderen, die zoo ontzettend ver weg; zijin en waaraan haar moeder hart denkt met onuitsprekelijk ver langen. Brieven van huisIs het niet of er iets heiligs door ons heen gaat als we het bedenken? Als we Aveten en voelen dat al de sprookjes die eens in ons leven waren Aveer opgeroepen worden door de lezing van die, eigen lijk zoo dood-eenvoudige woorden, maar waaruit zulk een innige liefde tot ons opstijgt? Zeker, ik weet wel, dat er ook in (Holland wachten op lieve en verlan- fende brieven, maar het is er anders, ij die wachten gaan in de menigte verloren en de postbode daar voelde met ons mee als we, door ons verlan- gen gedrongen, vragen„Wanneer komt de mail?" Meestal was dan het antwoord, dat hij het niet Avist. Maar hier, waar zoovelen verstoken zijlnvan spoedige verbinding met thuis, waar kinderen die wel in eigen zelfstan digheid \-an huis gingen toch zoo vaak nog moeder zoo bitter noodig hebben, waar het andere leven ons den eersten tijd zoo verbijstert, als Ave het hier vragen aan onzen Tavaan- schen ongeletterden postbode, dan zegt hij met de zoo vreemde Javaan- sche klanken (vreemd voor ons, die die aan het Maleisch gewend zijn): „Bessok", nja, datang mail". (Morgen mevrouw, komt de mail.) En hij' her haalt het 's morgens van den eigenlij ken dag als hij' ons ziet en het is geen verbeelding; hij is echt blij, dat hij ons een genoegen kan doen met het brengen van brieven. Als de mail aankomt, wordt er hier in Indië op Zondag gewerkt als het noodig is. Extra bestellingen Avorden gedaan alleen maar om die vierkante boden van „ginds" zoo spoedig mo gelijk rond te brengen. Ik zal nooit vergeten hoe Ave eens zoo'n Langen langen avonnd gewacht hadden: elf uur, twaalf uur, één uur was het geworden en nog niets. Dat gehmiker van je, dat kampt tegen de vermoeidheid die je bekruipt. Elk licht dat in -de verte op den donkeren weg opdoemt, wekt belangstelling, elke voetstap doet ons reikhalzend uitzien. Dan is het stoepje van de voorgelerij zoo'n goed plaatsje, want dat is im mers zoo veel dichter bij Wat een gedachten gaan er dan. door je heen; tot eindelijk het klos send gestap (zij loopen immers niet zoo makkelijk op de schoenen?.) je op wekt uit je gedroom. 1 oen, dien avond het regende dat het goot, had ons postje geen goede bui, eu ook wij dreig aen die van ons te verliezen, want de .brief Avaarop we zoo hadden zitten wachten, was er niet. j,Tidah ada Soerac nja". (Er is geen brief, me\Trouwj. „Misti post", (het moet, post.) Natuurlijk was net geen bevel, het was alleen een diepe teleurstelling, die ons dit deed zeggen, maar de post, kregelig door den zAvaren regen, de 'zware vracht van brieven en tijdschrif ten bovendien, antAvoordde: „Kalau tidah ada, saja tidah bisah bikin. (Als er geen is, kan ik er zelf geen makenuj Wij gevoelden het logische van zijn redeneering terdege, en bij al onze teleurstelling moesten we toch lachen. Toen gaven Ave hem maar een kwartje en beleefd dankend vertrok hij. Hoe kan hij echter op een anderen keer blij zeggen: Er is een brief voor mevrouw, of voor de no.ina. Hij troost ons dan een volgenden keer na zoo'n teleurstelling door te -zeggen: „BeS- sok datang masil Ingris". (Morgen komt de Engelsche mail). Nee gewoonlijk komen daar geen brieven mee, maar het kan toch, niet Avaar? En hoop doet leven en onze post gaat Aveg met de gelukkige vol doening, dat hij ons heeft blij ge maakt". KERK EN SCHOOL. NED. HERV KERK. Drietal: Te Maarssen, G. Alers te .Nieuw Lekkerland, K. J. v. il. Berg te Amersfoort en J J. Timmer te Ermelo. Beroepen: Te Franeker en te Hark stede-Scharmer, J. H. Klein Wassink te Rottevalle. Te Hattem, G. Bevers te Mon ster. Bedankt: Voor Voorthuizen, D. J. v. d. Graaf te Ridderkerk. Voor Zetten, Andelst, G. Benes te Monster. GEREF. KERKEN. Bedankt: Voor Barendrecht, J. Wij- minga te Charlois. Voor Rozenburg en Oud-Vossemeer, A. Wijngaarden te Baar land. Emeritaat Ds. J. K. v. d. Hoeven, predikant der Ned. Herv. gemeente te Rheden, heeft, na ruim 40-jarigen dienst, tegen 1 Oct. a.s. emeritaat aangevraagd. Voor Rheden diende Ds. v. d. Hoeven de gemeenten Wilhelminadorp en De- demsvaart. Ds. J. Schrijver. Ds. J. Schrijver, prediitant-directeur der weesinrichting te Neerbosch, is voor neraens als zoodanig af te treden. Ds. W. M. Le Cointre. Naar aanleiding van het bedanken van Ds. Le Cointre te Bergen op Zoom als medewerker van „Woord en Geest", schrijft Dr. Geelkerken in hetzelfde blad dat van eenig principieel verschil tot nu toe niets gebleken is. „Integendeel betuigde Ds. Le Cointre nog niet zoo lang geleden zelfs, dat, mocht de Synode van Assen Dr. Geel kerken veroordeelen, het hem alsdan te meer een voorrecht zou zijn, om in dien hjj daarvoor in aanmerking kwam als tweede predikant van Amsterdam Zuid nevens Dr. G. daar te komen ar beiden. Dr. Adriani. f De bekende taalgeleerde Dr. N. Adri ani, afgevaardigde voor den taalarbeid van het Ned. Bijbelgenootschap voor Ta- ripa (midden Celebes) en correspon dent in Ned. Indië der af deeling voor de geschied- en letterkundige weten schappen van de Koninklijke Academie, van Wetenschappen te Amsterdam, is den isten Mei te Posso overleden. Kort geleden werd gemeld, dat deze uitnemende kenner van den Archipel, die zich voor den zendingsarbeid op schitterende wijze verdienstelijk heeft gemaakt, weldra Celebes en Indië zou verlaten, na een dertigjarige werkzaam heid op Celebes; Dr. A. zou eerst nog eenigen tjjd op -Java vertoeven, in het belang van de publicatie van een woor idenboek, vrucht van zpn studie. Het beeft echter niet zoo mogen zijn. In breede kringen zal het overlijden van Dr. Adriani diepe ontroering .wek ken. De overledene werd op 15 Sept. 1865 ie Loosdrecht geboren. Zijn vader, Ds. M. A. Adriani, stond jaren lang aan het hoofd van het opleidingsinstituut voor zendelingen der Utrechtsche Zendings- vereeniging. Hij zelf studeerde in de Indische taal- en letterkunde aan de Üniversiteit te Leiden. Na tot doctor in de Indische letteren te zijn gepromoveerd, vertrok hij in het jaar 1895 naar Indië. als afgevaardigde van evengenoemd Bijbelgenootschap met de opdracht zich te ves.igen in Centraal Celebes (Posso) ter bestudeering van de daar gesproken taal ter overzetting van den Bijbel. Gedurende de eerste jaren van zijn verbljjf aldaar heeft hij ten koste van veel inspanning een samenhangend over zicht zoeken te krijgen van het geheele taalgebied tusschen Posso en Straat Makassar en kon vaststellen, dat in die streek niet minder dan 14 innig met elkaar verwante talen werden gespro ken. In hoofdzaak heeft hij z:eh toege- iegd op de z.g. Bareè-taal, die een min of meer domineerende positie inneemt onder de talen van Centraal Celebes. Het bekende drie-deslige werk ,,B6 Bareë sprekende Toradja's', pa3 enKele jaren geleden verschenen en samenge steld door Dr. Kruyt en Dr. Adriani, legt speciaal in het derde deel, dut meer bijzonderlijk over de taal handelt, ge tuigenis af van de schitterende resulta ten van zijn veeljarigen taaluund.gen arbeid. In ae jaren 1900 en 1901 heeft hij met Ds. Gunning, den zendingsüirector van het Ned. Zendelingsgenoot-Chap, 'n rondreis door Inuie gemaakt; terwijl hii ook, in dienst der regeering, geduren de 2 jaren te Sontler in Minahassa werkzaam was in het belang der studie van het Totemboanseh, een der talen van de Minahassa. Een der resultaten van dien arbeid was een Bjjbriscn leesbboeK uitgegeven door het Bijbelgenootschap. Veie verhandelingen over taal en volk van Midden Celebes in de periodieken van het „Bataviaansch Genootschap' ver schenen van zijn hand. Hjj weritte voort durend samen met den eveneens zeer bekenden Dr. A. Kruyt. In 1914 vertrok Dr. Adriana met een spoed-cercificaat naar Nedenand, we gens ernstige aandoening van de muag. Een langdurig verblijf in het vader land stelde hem echter weer in staat naar Indië terug te keeren. In 1894 huwde Dr. Adnani met mej. 11. L. Gunning; in 1918 werd hij be noemd tot lid der Kon. Academie van Wetenschappen. Grafmonument Ds. N. v. Schouwenburg Op de N. Oosterbesraaïplaats heeit Zaterdag onder groote Belangstelling de overdi a ht aan de familie plaats gehad van Let monument, dat op het graf is geplaa.it van wijlen Ds. N. v. Schou wenburg den predikant der Ned. Herv. G meente, die in December van het vo rige ..ir i- overleden. Ds. G. Mansveid, ried. Herv. predi kant te Amsterdam, voerde namens de v.'ijkcnuimissie van wjjk IV der Ned. Gemeente i 1 welke Ds. v. Schouwen burg ge.rbeid heeft het woord. SpiT 2 -ide, dat de oprichting van. dit n'Oii'vnent niet geschiedde als "menschen v. Trading, doch uit dankbare liefde voor ai hjig-en God door den arbeid van Ds. i. Schouwenburg heefc willen tot stand irengen. Spr. nroeg hierna het monument aan me»louw de weduwe van Schouwenburg en haar kinderen over en zeide, dat zii ia t t monument moeten zien de liefde, die vc'en den overleden predikant toe droegen. Eer. zoon van Ds. v. Schouwenburg, aanvaardde namens zijn moeder het mo nument. De famiiie wist het, dat velen den 0 verleden predikant en zijn arbeid waardeerden, doch zij sielt toc'n liet be wijs van deze liefde, zooals die door de oprichting van dit monument getoond is, op zeer lioogen prijs en is daarvoor de gemeente zeer erkentelijk. Spr. dankte tenslotte in het bijzonder den ontwerpei- architect Kruyswijk en Ds. Mansvelt voor de door hem gesproken woorden. Peremptoir oxamen. De classis Breukelen der Geref. Ker ken heeft-peremptoir geëxamineerd en toegelaten tot den dienst des Woords en der Sacramenten, cand. N. Willem se, beroepen pred. te Abcoude (Broost- dij). De classis Alkmaar heeft 11a pe remptoir examen toegelaten tot het pre dikambt in de Geref. Kerken den can- didaat H. Bouma, beroepen predikant kant te Dirkshorn. Préparatoir examen. De heer J. van Woerden te Loosdui- nen is door het Prov. Kerkbestuur van Zeeland tot de Evangeliebediening toe gelaten in de Ned. Herv. Kerk. Ver. v. Chr, Volksonderwijs. Donderdag 27 Mei wordt de 35ste al- gemeene vergadering der Vereeniging voor Chr. Volksonderwijs te Utrecht ge houden. Op de agenda staan o.m. de volgende punten: Overdracht der Hervormde Kweek school te Zwolle aan het bestuur te dier plaatse; Het onderwijs in de Vaderlandsche ge schiedenis op onze lagere scholen; Het bioscoopvraagstuk; Aansluiting van bewaarscholen bij de Vereeniging voor Chr. Volksonderwijs. Opleiding van Onderwijzers. De Bchoolraad voor de Scholen met den Eijbel heeft eenigen tijd geleden een commissie benoemd .bestaande uit de heel-en H. J. Emous, D. W. Reinders, J. Strikwerda en J. C. Wirtz Qm, aan wie werd opgedragen een rapport sa men te stellen naar aanleiding van de verschillende Konikljjke Bcs.uittn, die betrekking hebben oj? 'de opleiding en het examinceren van onze aanstaande onderwijzers en onderwijzeressen. Het uitgebreid rapport is samengevat in de volgends conclusies: 1. Het schoolexamen kan Beschouwd worden als een stap in de goede rich ting van liet vrije examen en de ver leende vrijheid om dat ook voor onze kweekscholen te kunnen houden, moet door ons dankbaar aanvaard worden. 2. Deze vrijheid worde in de toekomst in geenen deele beperkt. Zelfs moet de strigd voor het geheel vriie examen, evenals die voor de vrije school, onver poosd worden voortgezet. 3. De nu bestaande regel'ng staat nog te "veel in het teeken van het intellec tualisme. 4. Het centraliseerend en un'formee- rend karakter dezer regeling worde zoo veel mogelijk beperkt. 5. 't fs noodig, dat het rijk bij de regeling der examens rekent met de besturen der kweekscholen en niet al leen, met de directeuren en leeraars, tenzij de praetijk hier onoverkomenljjke bezwaren in den weg ligt. 6. Het getal 104 voor het aantal uren is te hoog en moet met 12 verminderd worden cm ruimte te krijgen voor prac- lische opleid'ng, enz. 7. Het verminderen van 90 geslaagden - in 5 jaar tot 75, als eisch, is ge biedend noodzakelijk en de eisch van 80 pet. geslaagden vervalle of worde verlaagd. 8. In de verschillende Koninklijke Be sluiten wordt soms de noodige eenheid gemist. 9. De nu geldende regeling leidt tot onbillijkheid voor de scholen en tot geld verspilling voor het rijk; ze zal boven- dien'metterfijd pract'sch onmogelijk blij ken. 10. Het verdient ernstige overweging dat het rijk gelegenheid biede, tot het vormen van lcwe l;s hco'.bonden, waar mee de overhei in hate van met elke school afzonderlijk, in contact treedt. 11. Gewenschï wordt nog: a. dat de B-afdeeling zal Kunnen vol staan met 8 lessen 'van 50 minuten, zonder dat een pauze van 2 uur ver plicht is, en dat er 3 klassen gevormd kunnen worden; b. dat de bezitters van akte vak i vrji gesteld worden van het examen in li chamelijke oefening aan de kweekschool c. dat een lokaal voor lichanjelijke oefening, dat in hst kweeksch. o'gebauw aanwezig is, ook poldoet aan den eiseh, gesteld "in art. 21-sub p van het K. B. van 11 Sept. 192J, Stbl. 110. 440. Ten slotte deelt de Commissie nog mee, wat uit het voorgaande eigenlijk vanzelf voortvloeit, dat naar hare mee- ning de schoolraad-examens nog niet kunnen vervallen. Uit het Sociale Leven. Niet voor de jongeren. In op zichzelf billijke critiek over een bepaalde zaak kan heel gemakkelijk iets onbillijks insluipen, als men bet verledeh vergeet en niet waardeert bet geen nog als vrucht van toen. u als vanzelf in den schoot valt. Er is geen algemeener klacht bijna, dan over onze jeugd en over het niet voldoende meedoen aan het werk van de ouderen. De jeugd wordt veelszins gevormd voor het volle leven, maar wat zien we weinig van hen in dat vol le leven, zoo wordt geklaagd. Op kerkelijk terrein gaat het dan nog zoo Avat, op politiek terrein is het echter maar zóó, zóó, doch op het ge bied der valkorganisatie is het droevig en op het alg. chr. 90c. is het dan ten slotte hé'él dun; zegt men. „Waar zitten onze jonge menschen toch?" zoo vragen velen. Weet u waar ze zitten? Ze zitten., hij de ouderen! Dat schijnt mij het nuchtere feit toe. En de klachten over de jeugdorganisaties, speciaal owr de jongeiingsvereenigingen, zijn voor het grootste deel niet gegrond. Neen, de kwestie is heel gewoon: zoo de ouden zongen, piepen de jongen. Ja zéker, we hebben véél zegenin gen te boeken, (ik mocht er reeds op wijzen), maar we moeten toch niet al te hoog van den toren blazen. Een buitenlandscli hoogleeraar schreef eens dat in Nederland, naast den bijbel, de groote werken van Dr. A. Kuyper overal in onze gezinnen werden gevonden; hebt u toen niet ge glimlacht en gezegd: was dat maar waar! We hebben in het politieke leven veel verbeurden zegen, o ja, maar wat een traagheid en valseh conservatisme ook. Tot den winter van 1928 blijft het op de meeste plaatsen wel rustig, hé? Prijzenswaardige uitzonderingen, die zijn er natuurlijk. t Maar bijzonder op het sociale levens terrein isxer bij velen een geest des diepen slaaps in gevaren. Behalve dat er „gemengd nieuws-" en „varia-" en „burgerlijke stand-'' en „advertentie) - „specialisten" zijn, die de politieke hoofdartikelen en driestarren nooit lezen is er in onze dagbladpers een ru briek die nog veel erger leidt onder de traagheid der abonné's. Dat zijn de so ciale berichten, de sociale aankondi gingen en verslagen. Neem de proef eens op de som en plaats een zelfde bericht met een so ciaal opschrift of met een anderen ti tel en ge zult zien hoevelen in het eer ste geval er niets van lazen. Als ge eens totaalcijfers ziet van hen die voor Gods Woord willen buigen, en ge plaatst die naast de totaalcijfers der diverse chr. soc. organisaties van patroon, middenstander, werkman en boer, slaat ge de handen ineen! 10.000- den verzuimen zonder blikken of blo zen hun sociale roeping, in verband met patroonsbond, alg. soc. hond of vakorganisatie. Velen zeggen even ge makkelijk: ik bedank of ik sluit mij niet aan; als dat zij tot een garen- en bandkoopman zeggen: „niet noodig man!" Vraagt ge dan nog: waar blijft het opgroeiend geslacht? Terwijl een an dere Debora nu ook en niet enkel van de oude veteranen uit Ruben s stam zou kunnen zeggen: „de inbeel dingen des harten waren groot. Ze hadden gropte onderzoekingen de9 harten. Waarom bleeft gij zitten tus schen de stallingen?" (Richteren 5 15 en 16. Hoe het komt? Een afschuwelijk misverstand is hier de oorzaak, denk ik. Men onderschat? den ernst van den strijd op het sociale gebied en verstaat onder sociaal minder dan er door om* vat wordt. We mogen niet onderstel len dat men hier welbewust zondigt. Tot velen drong het nog niet door, clat de strijd des geestes nu het heftigst op het soc. terrein wordt gestreden, ge lijk hij vroeger op het staatkundig en nog vroeger op theologisch gebied werd uitgevochten. En „sociale' vra gen, daar verstaan velen niet anders onder dan die vragen welke met in komsten en uitgaven, arbeidsduur en loon, bedrijfsbeheer en winst recht streeks verband houden. Maar de strijd des geestes in het dagelijksch leven op fabriek en kan toor, op het land en in den winkel stoort zich weinig aan onze omschrij- A'ingen, en,hier is een volk dat zijn FEUILLETON. 34) En ofschoon zij niet in staat zijn zou Miss Flamstead in 't begin veel te laten verdienen, voor dat zij met al het werk vlug terecht kon komen, zou zij toch een rustig tehuis hebben, en binnenkort, daaraan viel niet te twij felen, een redelijk \A-eekgeld bekomen. Betsv Avas terstond bereid dit aan bod aan te nemen. Zij kende Mrs. Fernhead, had dikwijls haar winkel bezocht en was overtuigd clat zij sa men wel overAveg zouden komen en daarenboven, zij zou dan dicht bij George zijn. „En ik?" vroeg Nancy, onder haar tranen glimlachende. „Gij, lieve kleine meid" zeide Mrs. VVestbrook, moet hier blijven, op de kinderen passen en tevens de huis houding Avaarnemen bij uw ouders. Waar zoudt gij gelukkiger en meer, van nut kunnen zijn? Ik zal denklei nen Edward, Jane en Mary bij mij houden, en gij zult de drie anderen hebben. Gij moet hier in de nabijheid een huisje hebben, dan kunnen Avij el kander dagelijks zien. Mrs! Flamstead lag ween en d op de sopha. en de tranen harer dochters vloeiden even rijkelijk als de hare. Veertien dagen ongeveer later trad op een avond Mick Shay bij Mrs. Westbrook binnen. De weduwe had den ganschen namiddag met Mr. Flamstead door het dorp rondgeloo- pen en gezocht naar een Avoning of kamers, die voor het ongelukkige huis gezin geschikt waren. Hij verlangde zóó er een te betrekken, alsof Mrs. Westbrook's tafel, schoon rijkelijk van alles voorzien, iets had dat hem aan dreef om van daar te komen; dat hij dan eens meende dat dit, dan weer dat dat voor hem geschikt zou zijn. Geen van alle vertrekken of woningen scheen Mrs. Westbrook echter te be vallen; de eene was te klein, de ande re te somber, een derde te vochtig; zo zouden er spit, rheumatiek, tering in krijgen. Zij wilde er een hebben die vroolijk Avas, waar de zon in scheen, met een tuintje al was het nog zoo klein. „Is het nog vroeg genoeg? Mick: is het nog vroeg genoeg'" zeide Mrs. Westbrook. „Hebt gij wel eens gezien hce men in een boot goederen weegt, en hebt gij het wel eens gedaan Mr. Flam stead'" Arraagde Mick, zonder de vraag der weduwe te beantwoorden. „Neen, nooit" antwoordde Mr. Flam stead. „Maar gij zult het wel kunnen loe ren, als men u een weinig terecht helpt. Men heeft een stok, die met streepjes is afgedeeld; dezen steekt men langs de hoot in het water, ver gelijkt de maat juet een boekje waar in tafels en figuren staan, en spcedig weet gij het juiste gewicht van de ha len en andere goederen die zij in heeft." „Ik geloof Avel dat ik dat spoedig zou ïeeren" zeide Mr. Flamstead. „Ik zelf zou het wel kunnen" zei dó Mick, „ofschoon ik nooit een meester in het rekenen hen geweest; maar zoo gij meent dat zulk eefi eenvoudig werk u passen zou, totdat uw zaken een gunstiger keer nemen, dan geloof ik Avel dat gij het zoudt kunnen krijgen." „Zou ik?" vroeg Mr. Flamstead met geestdrift, zoodra hii daarin een mid del bespeurde om in zijn onderhoud te voorzien en dat tevens berekend Avas naar zijn ziels- en lichaamskrach ten. „Waar is het, Michel? Is het op het kanaal? Eilieve, zeg het mij, waar is het?" „Luister" hernam Mick. ..Ik hoorde onlangs dat de commies van 't Crom- ford-kanaal, bij Coldnor-Park, dien post ging verlaten, en zeide teen bij mij zelvcr.: dat zou juist een baantje zijn voor Mr. Flamstead in ziin tegen woordige omstandigheden. Er is geen gemakkelijker betrekking. Gij wacht in uw huisje dot aan den oeArer staat, totdat, de booten komen, steekt uw stok in het water, kijkt in het hoek, zegt: „I11 orde" en de zaak is aige- loopen. Het is een allerliefst, klein huisje, met abrikozen- en perenboo- men langs de muren. Ik heb dat huis je altijd zoo lief gevonden; en AA'at heeft de bewoner lekkere abrikozen en peren! E11 daar is een keurig tuintje bij, met een ganscho rij bijenkorven; hij zal die zeker achterlaten, hij zal de bijën niet medenemen. Dat zou juist goed zijn, zeide ik bij mij zeiven, en ik moet er geen gras over laten groeien; „daarop steeg ik te paard en reed naar Mr. Jesson te Butterlv. Ik dacht, die man heeft nog al invloed bij de eigenaars, Ik spoedde mij voort 0111 hem te gaan spreken; maar toen ik hem mijn A-erzoek had voorgedragen, zonk mij het hart in de schoenen." „Hoe? Avat?" vroeg Mrs. Westbrook driftig. „Hij schudde het hoofd. Ik dacht: het is mis, de plaats is al aan een ander beloofd, vóór ik er iets van Avist. Stel u mijn angst voor! Maar daarom schudde hij ziin hoofd juist niet. 'tWas enkel om de rampen van onzen goeden heer. „Mick" zeide hij, „ik ben zeer blijde dat gij juist nu gekomen zijt. Een uur later zou het te laat geweest zijn; ik ga juist naar de A-ergadering, waar wel veertig sollicitanten staan te wach ten; maar ik moet den post aan Mr. Flamstead bezorgen, als het maar eenig9zins mogelijk is; hij is een braaf mensch en ik heb innig medelijden met hen. Maar, Michel, gij hebt zeker uaa* paard bij u: kon aan, rijd met mij mede; er is geen tijd te verliezen. Gij zult daar slechts eenige minuten te wachten hebben, en dan terstond den uitslag der zaak weten." Wij vertrok- ken dus. Toen wij het logement be reikten Avaar de vergadering gehouden werd, trad een man met een pen ach ter het oor op mij toe. „Hier is wat voor u" zeide hij, „met de groete van Mr. Jesson." Ik keek in het papier: maar mijn hand sidder de mijn hoofd duizelde, ik koq geen letter lezen, stak het in miin zak en vloog naar huis. Mijn paard scheen evenA'eel haa9t te hebben als ik; het A'loog over den weg, en niet voordat ik te Coldnor was, hield ik op, en las wat in het papier stond hier is het gij hebt de plaats!" Wie zal de blijdschap en verrassing schetsen van allen die zich daar be vonden? Er was meer vreugde, er werden meer tranen van blijdschap ge schreid in weerwil van hun medelij den, met de teleurgestelde sollicitan ten, over het verkrijgen van deze ge ringe bediening, dan er zouden gestort zijn zoo in de dagen van voorspoed de schatten van den klokkenmaker verdubbeld waren geAVorden. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5