m
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 1 MEI 1926
Aan het einde der Week
Dat liet communisme ook in ons
land, al beschikt het slechts over i
van de 100 Tweede Kamerzetels, toch
niet zonder politieke "beteekenis is,
heeft de afgeloopen week wel bewezen
De sociaal-democraten waren aan
vankelijk met den nieüwen Minister
van Koloniën nogal ingenomen. Im
mers, deze minister uit het „vooruit
strevende" kabinet-de Geer boezemde
hun al reeds hierdoor meer vertrou
wen in dan de reactionaire ministers
uit het kabinet-Colijn.
Toch hebben alle socialisten tegen
de Indische begrooting gestemd, en
deze omkeer was te danken aan de
zweep van Lout je de Visser. Men ziet
hier weer opnieuw, dat hoe bedacht
zaam en gematigd ook de leiding in
de S.D.A.P. moge zijn, ten slotte wan
neer het er op aan komt de leiding
over gaat aan uiterst links, in casu
aan den communist. De meest conse
quente wint het steeds, ook al betreft
het hier een consequentie, die meer
dan eenige andere „zum Teufel führt"
Meer nog dan in ons land is bij onze
Oostenburen het communisme een fac
tor, waarmee rekening moet gehouden
worden.
Dit blijkt wel heel duidelijk uit de
geschiedenis van het wetsvoorstel be
treffende de schadeloosstelling van de
gewezen Duitsche vorsten. Het zijn
de communisten die hier op de meest
scherpe wijze tegen geageerd hebben
en het succes zagen, dat 12 Y* millioen
kiezers het petitionement of „Volksbe-
gehren" teekenden, waarbij aan de re
geering gevraagd werd een referen
dum over deze kwestie uit te schrij
ven. Een compromisvoorstel, waarbij
de schadeloosstelling beduidend min
der bedroeg dan volgens het eerste
voorstel kon ook geen meerderheid be
komen, zoodat de beslissing wel door
een referendum zal geschieden over
de vraag of de gewezen vorsten zullen
schadeloosgesteld worden.
Het is op het oogenblik ook niet de
geschikte tijd voor een dergelijk voor
stel, nu de Duitsche arbeidersklasse een
tijdperk van groote armoede door
maakt tengevolge der heerschendde
werkloosheid. Het is toch wel een
scherp contrast: de vier millioen werk
looze arbeiders met hun uitkeeringen
te weinig om te leven en te veel om
te sterven, en daartegenover de
vorstelijke werkloo^en, die op zoo on
bekrompen wijze met millioenen wor
den schadeloos gesteld. Een maat
schappij met zulke contrasten moet
wel een goeden voedingsbodem vor
men voor het communisme!
Het is voor het internationale com
munisme een feit van groote moreele
beteekenis, dat Duitschland met Rus
land een verdrag heeft afgesloten, dal
ook reeds geteekend is.
Er scheen wel zeer veel haast te zijn
bij de teekening van het verdrag van
Berlijn; vreesde men wellicht dat er
zich anders nog een of andere moei
lijkheid zou voordoen, die de zaak zou
doen mislukken?
In verschillende landen heeft men
niet zonder ongerustheid kennis geno
men van dit verdrag. Tooh is er, al
thans officieel, niet veel op aan te mer
ken. Het verdrag van Berlijn is niet in
strijd met het Verdrag van Locarno,
doch is het misschien ook in strijd
met den spreekwoordelijken geest
Lvan Locarno?
En het verdrag is ook niet in strijd
met het statuut van den Volkenbond,
doch zal het ook in strijd kunnen zijn
met den geest van den Volkenbond?
Indien Duitschland in December a.s.
niet tot den Volkenbond werd toege
laten, zou ongetwijfeld mede door het
verdrag van Berlijn een gevaarlijke
situatie ontstaan.
Uit het grijs verleden.
JEZUS' MOEDERTAAL.
Welke taal heeft Jezus gesproken?
Het antwoord op deze vraag schijnt
erg voor de hand te liggen. Jezus was
een Zoon van het Israëlietische volk,
dus was de taal van dit volk, het He-
breeuwsch, Zijn moedertaal.
Toch is dit niet geheel juist. Wel
was het Hebreeuwsch van oudsher de
„tale Kanaans, maar sinds de derde
eeuw voor onze jaartelling had het
plaats gemaakt voor een andere, even
eens Semietische en het Hebreeuwsch
zeer na verwante taal: liet Arameesch.
In geheel West-Azië was dit de ver
keerstaal geworden en liet werd ook
in Palestina algemeen gesproken.
De kennis van het Hebreeuwsch,
waarin de Heilige Schriften des Ouden
Testaments vervat zijn, was natuur
lijk niet verloren gegaan; dit^bleef de
taal van den godsdienst, zooals het
Latijn in de katholieke kerk; ook
werd het door de schriftgeleerden ge
sproken en geschreven, ja zelfs ver
der ontwikkeld, zoodat daaruit het
Nieuw-Hebreeuwsch, dat tegenwoor
dig hoe langer hoe meer in Palestina
ingang vindt, kon onstaan.
Naast- het Arameesch, de volkstaal,
werd ten tijde van Jezus in Palestina,
evenals overal elders in de destijds be-'
schaafde wereld, Grieksch gesproken.
Het is zeer waarschijnlijk, dat ook
Jezus wel Grieksch zal gekend heb
ben; men maakt dit b.v. op uit het
feit, dat Hij met Pilatus sprak, die
wel geen Arameesch zal verstaan
hebben, terwijl we ook niet lezen van
een tolk. Doch Zijn onderwijs, aan Zijn
discipelen en aan de schare, gaf de
Heiland in het Arameesch.
Vroeger, toen men nog niet zooveel
studie gemaakt, had van de Semieti
sche taalwetenschap, noemde men de
ze taal ten onrechte Syrisch of He
breeuwsch, welke beide woorden men
door elkaar gebruikte. Ook het Nieuwe
Testament spreekt van Hebreeuwsch,
b.v. in Hand. 21 40, waar staat dat
Paulus tot het volk een redevoering
hield in de Hebreeuwsche taal. De be
doeling van Lucas is hier natuurlijk,
dat Paulus zich niet in de wereldtaal
(het Grieksch) maar in de landstaal
(het aan het Hebreeuwsch verwante
Arameesch) uitdrukte.
Uit het feit dat Jezus Arameesch
sprak moet een zeer belangrijke ge
volgtrekking gemaakt worden, en wel
deze: dat we dus de woorden van den
Heiland niet in het oorspronkelijke
doch in een vertaling voor ons hebben.
Want de Evangeliën zijn, gelijk men
weet, in het Grieksch geschreven.
Dit is weer niets nieuws, want
reeds Erasmus zeide: „Sommigen hou
den het voor zonde de H. Boeken in
het Engelscli of Fransch te* vertalen
maar de Evangelisten hebben niet ge
schroomd in het Grieksch te schrijven
wat Christus in het Syrisch gesproken
heeft".
Niettegenstaande het Nieuwe Testa
ment in het Grieksch geschreven is
blijkt uit tal van plaatsen, dat het in
een Arameesch sprekende omgeving
ontstaan is. Men denke slechts aan de
Arameesche woorden die er in voorko
men: de persoonsnamen met „Bar"
(zoon) samengesteld, uitdrukkingen
als Raka, Effatha, Talitha kumi, Ab
ba, enz.
Ook het vierde kruiswoord (Eloï
Eloï lama sabachthanei, Mare. 15 34)
is Arameesch; de Hebreeuwsche tekst
van Ps. 22 2 luidt: Eli Eli lamah
azabtani.
Evenals de dienstmaagd in de zaal
des hoogepriesters tot Petrus zeide,
dat zijn spraak hem verried (hij .sprak
Galileesch gekleurd Arameesch), kun
nen we ook van de Evangeliën zeggen,
dat hun taal hun Arameeschen oor
sprong bewijst Aan de woorden des
Heeren, daarin voorkomende, ligt een
Arameesch origineel ten grondslag.
De Evangeliën zijn geen van alle
oorspronkelijk in het Arameesch ge
schreven, doch wel is in het eerste,
dat van Mattheus, een ander wel Ara
meesch geschrift verwerkt; de z.g.
logia van Mattheus.
Deze „logia" zijn ons niet bewaard
gebleven; we weten het bestaan er van
uit een getuigenis van Papias: „Mat
theus nu, zeide hij (n.l. de presbyter
Johannes) heeft de verhalen (logia) be
treffende den Heere in het He
breeuwsch (bedoeld zal wel zijn het
Arameesch) geschreven; en een ieder
vertaalde ze, zoo goed hij kon" (in het
Grieksch n.l.). Wellicht hebben be
halve deze „logia" aan de Evangeliën
nog andere Arameesche stukken ten
grondslag gelegen, b.v. de aanteeke-
ningen en mededeelingen der aposte
len, doch in hun tegenwoordigen vorm
zijn de Evangeliën voor Grieksch spre
kende lezers vervaardigd.
RECLAME
Hebben we alzoo de woorden des
Heeren niet meer in het oorspronke
lijke, men heeft wel getracht ze terug
te vertalen in het Arameesch. Een ont
zaglijk moeilijk werk, doch dat tot
dikwijls verrassende resultaten ge
leid heeft.
Het zou een groot gewin beteekeneil,
zoo zegt A. Meyer in „Jesu Mutter-
sprache", indien men overal den oor-
spronkelijken klank der woorden kon
teruggeven; menige verborgen schoon
heid zou weer aan het licht treden,,
en we zouden daarbij het genot kun
nen smaken, dat de kunstvriend ge
niet, wanneer van onder een jongere
verflaag de oorspronkelijke trekken
van den kunstenaar te voorschijn ko
men. Op die wijze alleen werd de echt
heid der Madonna van Holbein te
Darmstadt vastgesteld; zóó zou ook de
echtheid van menig woord des Heeren
met grootere duidelijkheid schitteren
DAMRUBRIEK.
Redacteur: J. Verstoep Jzn. Poort-
landlaan 40, Delft.
Do volgende partij werd gespeeld m
de Haagsche club V.H.D. Ze leent zich
bijzonder tot bewerkingen en verdient
mede door den iraaien slagzet alle
aandacht.
H. Bakker (Wit) P. J. Rutgribk Jr.
(Zwart).
1 32—28 20—24
Solide slagzetten op de 3228 ope
ning zijn: le. Zwart 1823; wit 3329,
zwart 23 x 32; wit 37' x 28, zwart 19—
24; en daarna 14—19 gevolgd door 20
25 en 25 x 14.
2e. Zwart 17—21; Wit 31—26, Zwart
19—23. De tekstzet laat wit b.v. na 34
—30, zwart 18—23; wit 30—25 een
klein theoretisch voordeel.
2 37—<32 15—20
Nu kan Wit door 3430 een opslui
ting formeeren. Om dit te ontgaan,
staat Zwart slechts 2025 ten dienste
Deze randschijf geeft echter zwak spel
3 41—37 18—23
Zwart's opzet is onregelmatig spel
met combinatiemogelijkheden, waar
voor hij eenige minder sterke positie-
zetten wel over heeft. Bij den 27en zet
zal blijken, dat dit doel ten volle be
reikt wordt.
4 34-29
34—30 en 3025, zoo noodig gevolgd
door 2822 verdiende de voorkeur.
4 23 x 34
5 40 x 29 10—15
6 39—34 20—25-
7 29 x 20 15 x 24
8 44—39 24-30
9 35 x 24 1 19 x 30
10 45—40 i"" I
Stand na den lOen zet van Wit.
p
n
B\
'm
«5
B
m
B
B
IK
HM
WM
--- -
B
ff;
m
-
a
ÜL
jÊ
hë
M
S
JU
wm
it
as?
w
Ss/s
Zwart: 1/9, U/14, 14, 16, 17, 25 en 30
Wit: 28, 31/34, 36/40, 42, 43, 46/50.
10 45—40 kan onmogelijk sterk zijn.
Wit's spel is geheel op den linkervleu
gel georiënteerd. Nu wordt de positie
gesplitst, zonder dat Wit kan bepalen,
welk plan hij moet volgen. In dit ver
band is de zwarte positie rechts zeer
gunstig tegenover het te veel aan stuk
ken van Wit.
De eenige ontwikkeling van Wit
ware (inplaats van 4540) 3329 en
3833. Daarna kan altijd nog worden
beslist of 4540, dan wel 5044 moet
volgen.
10 30—35
11 50>45 35 x 44
12 49 x 40
Nu het eenmaal zoover is gekomen,
ware 39 x 50 veel sterker. Allereerst
kan Wit dan weer een aantal opbou
wende zetten doen en bovendien kan
3329 weer geschieden.
12",... 13—19
Nu zou 33—29 Wit weinig baten.
De „open plek" 444950 in diens
spel is zwïfk
13 40—35 8—13
14 31—27 17-21
15 33—29 12—18
16 29—24 19 x 30
17 35 x 24 14—19
18 34—30 25 x 34
19 39 x 30 11—17?
Zonder zich in eenige berekening te
verdiepen, kan men thans gemakkelijk
Wit's nadeel constateeren. Schijf 46 is
„te veel" en Wit zal hierdoor moeilijk
een bepaald plan kunnen vormen.
Vanzelf rijst nu de vraag: „was
Zwart's zet 1117 wel goed?" en dan
blijkt al spoedig, dat door Wit 2823,
Zwart 18 x 20; Wit 27—22 en 32 x 25
Wit ziclh volledig kan herstellen, daar
alle stukken in het spel komen.
20 38—33
21 42-38
22 37—31
23 47—42
2—8
5—10
18—23
10—15
Daar op 23'29, Wit 3025 speelt.
24 43—39 6—11
25 31—26 1—6
26 36—31 4—10
27 46—41?
Starud na den 27en zet van Wit.
Zwart: 3, 6/11, 13, 15/17, 19, 21 en 2i
'Wit: 24, 26/28, 30/33, 38, 39, 41, 42
45 en 48.
I-
,m e m B
m m
'B B B
B '<H
m
a a -
K m v
M
i i M
Thans volgt een vernietigende com
binatie.
27 15—20
28 '24 x 4 23—29
29 33 x 24 19—23
30 28 x 19 8—12
31 19 x 8 12—18
32 4 x 22 17 x 46
33 26 x 17 3 x 25
34 45—40 46 x 32
35 31—27 32 x 21
36 24—19 21—3
37 42—37 U—17
37—32 17—22
39 19—23
En Wit. verloor.
UIT DE OMGEVING.
WASSENAAR.
Burgerlijke stand. Overleden; W;
de Raadt, 52 jaar, echtg. van O. van
Bflk.
Ondertrouwd: H. Borsboom en A. H.
van Staveren. Th. P. Onderwater en
H. M. Zandvlit.
Gehuwd: C. Neil en M. v. d. Marei-
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk.
Dorp. Voorin. 10 uur, Ds. Groot Enze-
-rink uit Leiden. Nam. 6.30 uur, Db.
Donszelmamn.
Kievitskerk. Yoorm. 10 uur, Ds. Dons
aelmann.
Geref. Kerk, Voorin. 10 en nam. 5
uur, Ds. v. d. Heyden.
Donderdagmiddag werd de brand
weer gealarmeerd voor een in brand
staande rietschelf aan de Maaldrift.
Vermoedelijk is door het wegwerpen'
van een brandende lucifer of sigaret
ze schelf in brand geraakt.
De brandweer, die spoedig ter plaat
se aanwezig was, wist het vuur spoedig
te dooven, zoodat alleen de buitenkant
maar van het vuur te lijden heeft ge
had. 3
Gisteravond trad voor de vereen.
„Bijbel en Oranje" alhieb op de hear
H. de Boer uit 's Gravenhage.
Nadat Ds. Donszelmantn, de ver
gadering op de gebruikelijke wijze ge
opend had, en een kort woord gespro
ken, kreeg de heer de Boer gelegen
heid een serie lichtbeelden te vertoo-
nen, betreffende het Oranjehuis.
Op aangename en prettige wijze wist
spreker ons bezig te houden, door bij
d/e vertooning van elk beeld een korte
verklaring te geven, dan weer op arn-
stigan en dan weer op luimig en toon;
eer te betreuren is het, dat bij one
ssenaarsch Chr. publiek zoo weinig,
animo voor dergelijke avonden bestaat
De zaal was maar goed half bezet.
Wat mag daar toch de reden van. zjjn?
Wordt er in onze plaats zoo weinig ge
voeld voor het Oranjehuis of zijn er
misschien andere redenen?
We zouden zoo gaarne eens willen
weten, wat hiervan de oorzaak mag
zijn.
WOUBRUGGE.
De verkoop van de „Emmabloem
heeft alhier opgebracht f60, een aan
merkelijk hooger bedrag dan andere
jaren.
Ned, Herv. Kerk. voorm. half tien
doopsbediening, 's avonds half zeven
Ds. Joh. Kijne.
Geref. kerk. voorm. half tien en des
avonds half zeven de eerw. heer J. de
Boer, cand. te Zwartsluis.
.Leidscfae Penkrassen.
Amice,
Niets kan Kier zijn stand behouden.
De waarheid van dit woord is ook in
de afgeloopen week weer gebleken. Wij
hebben in ons blad kunnen lézen dat
de heer W. Vros die jarenlang aan het
hoofd van dé Chr. M.U.L.O. school aan
de Hoogl. Kerkgracht stond, onze
stad heeft verlaten nadat hij wegens
gezondheidsredenen genoodzaakt was
zijn taak neer te leggen. Jarenlang
beeft hij hier in en buiten de school
mogen arbeiden, maar toen kwam het
oogenblik dat hij dat werk aan ande
ren moest overdragen, om zelf rust te
nemen. Hij had het zelf graag anders
gewild en zijne vele vrienden hadden
't graag anders gewild, maar terwijl
de mensch hoopt en wikt is het God
die beschikt en die alle dingen doet,
niet zoo w ij bet hopen en wenschen,
maar naar Z ij n welbehagen.
Nog een ander persoon is van ons
heengegaan. Hij bekleedde een geheel
andere positie in de maatschappij en
hij bewoog zich op een ander levens
terrein, maar hij heeft toch ook in de
kringen waarin hij verkeerde een niet
onbelangrijke plaats ingenomen. Ik
bedoel den heer J. E. van den Ouwee-
len, die tal van jaren een der leidende
figuren was in den Leidschen Chris-
Jeljjken Besturenbond en in ^Patrimo
nium" en die dezer dagen na een lang
en ziwaar lijden werd afgelost van zijn
post, om naar hijzelf mocht getuigen
in te gaan in het land waar geen rouw
en geen moeite, waar geen sociale el
lende en ook geen strijd meer zal we
zen.
Wanneer men zoo kort na elkaar
personen van beteekenis die een voor
aanstaande plaats innamen, ziet heen
gaan, dan kan dat weieens een oogen
blik van nadenken geven en tot ernst
stemmen.
Een menscüi beteekent goed bezien
zoo weinig. Hij wordt geboren en op
gevoed temidden van allerlei moeilijk
heden en strijdvragen, gedurende en
kele jaren speelt hij een meer actieve
of passieve rol en terwijl zoo weinig
werd bereikt vaak en de omstandig
heden zoo weinig veranderden, terwijl
er nog zoo heel veel te doen overblijft
wordt bij door den dood weggenomen
of althans genoodzaakt terug te tre
den.
Niets kan hier zijn stand behouden.
Gelukkig amice, dat wij hieraan toe
mogen voegen: Maar Gij hebt, o Op
perwezen, geen verandering te vree
zen.
Bij alle wisseling en verandering is
het een troost te weten dat God, die
alles bestuurt en regeert, zijn raad
volvoert en dat het wegvallen van
paar ons inzicht onmisbare figuren,
daarin niet de minste verandering
brengt.
Dit kan ons tot troost zijn amice en
't kan ons bemoedigen, maar 't spreekt
wel vanzelf dat daardoor onze verant
woordelijkheid in geen enkel opzicht
vermindert.
Daarom juich ik het zoo van harte
toe, dat onze Leidsche afdeeling van
„Patrimonium" begonnen is met de
jeugd te organiseeren. De jeugd is de
hoop der toekomst. Als we de jeugd
verliezen, dan blijven er geen reserve-
troepen over en daarom i9 het voor al
les noodig de jongens en meisjes aan
ons te binden, ze inzicht te geven in
onze Christelijke actie op elk gebied
en ze op te voeden tot strijdbare man
nen en vrpuwen, die straks met eei'e
de opengevallen plaatsen kunnen in
nemen.
En daarom juich ik het ook zoo van
harte toe, dat aan het Christelijk On
derwijs volle aandacht wordt geschon
ken.
Er zijn op dit gebied gelukkig ver
blijdende verschijnselen. Kort geleden
las ik een verslag van een ouderavond
van de Chr. H.B.S. te Üezer stede,
waaruit bleek dat de beteekenis van
dit onderwijs terdege wordt gevoeld.
Op de jaarvergadering van de Ger.
Schoolvereeniging deze week gehou
den, werd mede een opgewekte toon
beluisterd. Het aantal kinderen, dat
de scholen dezer vereeniging bezoekt,
neemt voortdurend tqe, zoo zelfs, dat
het noodig gebleken is een nieuwe
school te stichten.
En dan is er nog het Christelijk Be-
waarschoolonderwijs, dat zich voort
durend uitbreidt. Een dezer dagen zal
de nieuwe bewaarschool in het Plant
soen door de Vereen, voor Christelijk
Onderwijs in gebruik- worden geno
men en zooal? ge u zult herinneren,
is reeds een half jaar geleden door de
Vereen, voor Chr. Fröbelonderwijs aan
den Gemeenteraad een adres gericht
om haar eenigszins te helpen tenein
de hare vleugels te kunnen uitslaan
en aan de behoefte aan Christelijk-
bewaarschoolonderwij9 te kunnen vol
doen.
't Is jammer amice, dat de gemeen
telijke molens altijd zoo piterst lang
zaam malen. Wat door deze Vereeni
ging gevraagd werd is toch heusch
niet zoo ingewikkeld, maar B. en W.
hebben toch nog steeds geen kans ge
zien hun prae-advies aan den Raad
kenbaar te maken. Waarom met deze
zaak, die toch waarlijk niet zonder be
teekenis is zoolang gedraald wordt,
is mij een raadsel, evenals het mij een
raadsel is dat aan de Geref. School
vereeniging bij haar pogen om tot
stichting van een nieuwe school te ko
men, zoo weinig medewerking wordt
verleend.
De secretaris sprak in zijn verslag
van barricades, van gemeentelijke te
genwerking die uit den weg moesten
worden geruimd, en waarlijk, het
heeft ér allen schijn van.
't Is toch voor ieder die ook maar
een beetje op de hoogte is duidelijk,
dat aan een nieuwe school dringend
behoefte bestaat. De leerlingen om de
ze school te bevolken staan gereed.
Als de school klaar is zijn op hetzelf
de oogenblik de banken bezet. En toch
worden, naar ter schoolvergadering
werd medegedeeld, door B. en W. al
lerlei bezwaren in den weg gelegd,
zoozelfs, dat het zeer de vraag zal zijn
of de nieuwe school tijdig (1 Mei '27)
gereed zal zijn.
Is dat niet het geval, dan zal men
genoodzaakt zijn de leerlingen, die
■zich aanmelden te weigeren of er
zullen andere en ook voor de ge
meente kostbare maatregelen geno
men moeten worden, om de nieuwe
leerlingen een plaats te verschaffen.
Ik hoop niet, amice, dat het zoover
zal komen, maar wel dat B. en W.
hunne houding zullen wijzigen en dat
zij, zooals de wet dat trouwens voor
schrijft, con amore hunne medewer
king voor den bouw der school zul
len verleenen, in het belang van ons
Christelijk onderwijs en in het be
lang der gemeente tevens.
VERITAS*J