Doorzittend
wmmmmmmmmm
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 1 MEI 1926
TWEEDE BLAD.
Uit de Schriften.
„HET IS DE HEEREI"
De discipel dan, welken Jezus
liefhad, zeide tot Petrus: Het
is de Heere!
Joh. 21:7a
„Het is cle Heere!"
Pas dan, als Johannes het net ziet,
van vele visschen vol, rijst het ver
moeden in zijn ziel, dat hij als blijde
zekerheid, verrast, verbaasd, verblijd
uitspreekt in deze woorden: „Het is
de Heere!"
En toch had die vermeende vreem
deling daar al geruimen- tijd gestaan
op den oever, een en ander maal het
woord tot hen gericht. Maar in dat
alles had geen der discipelen Hem her
kend.
Pas door h'et eclatante gebeuren van
die wondervolle vangst, wordt het dui
delijk, dat die vreemdeling niemand
adders dan hun Jezus-zelf is.
Wij behoeven er ons niet over te
verwonderen.
In 't geheel niet.
Want zoo is het immers ook onze
ervaring. Hoe vaak gebeurt het niet,
dat de Heere op onzen levensoever
staat, op tal van eenvoudige' wijzen
in ons leven werkt en wij bemerken het
niet.
Pas dan, als er iets heel bijzonders
vooryalt, een gansch buitengewone ze
gen ons deel wordt, klnikt het woord
der blijde verrassing: „Het is de
iHeere!"
En toch al den tijd al was het de
•Heere. In al het andere dat Vooraf
gmg.
Dat is de leering, die wij uit de
geschiedenis van deze 'derde verschij
ning van den opgestanen Heiland kun
nen aflezen.
Altijd en overal en telkens weer is
het de Heere.
Hoeveel dieper en rijker en voller
zou het leven der geloovigen zijn, als
het hart altijd bij die gedachte bleef.
En hoe duidélijk is het hier.
Het is de Heere, die den tegen
spoed zendt: dat telkenmale opnieuw
het uitgeslierde net le e g binnen' boord
halen, zoodat zij eindelijk moedeloos en
neerslachtig 'het nutteloos werk maar
staken.
Maar zij merken het niet.
2ijn er riiet onder de lezers, die ook
de ervaring van de leege netten en
den vruchteloozen arbeid kennen?
Misschien zijt ge er moedeloos en
verdrietig, wellicht zelfs gemelijk van
geworden.
Hebt ge nooit bemerkt, dat achter al
uw tegenspoed de Heere staat? Dat
iHij zich juist daardoor aan u wil open
baren; dat dit voor Hem slechts voor
bereiding is -om u groote heerlijkheid
te sdhenken
Wiel verdrietig, die tegenspoed, ja
zeker, maar door den Heere beschikt,
draagt zij in zich belofte van nieuwen
ongedacJhten zegen.
Wel smartelijk, als het scherpe snoei
mes in tuinmans hand allerlei takken
wegkapt uit den boom; maar als straks
de zonnestralen door open boomkruin
koesterend heenstrijken en de vruch
ten rijp stoven is er groote heerlijk
heid.
Het is'de Heere, "die in den tegen
spoed het oog op 'hen gericht houdt.
Maar zij 'bemerken het met.
Jezus heeft gezien hun vrudhteloo-
zen arbeid. Zijn warme'blik is in sym
pathie naar hen uitgegaan,, over de
wateren van het meer.
Laten we dezen trek uit de ge
schiedenis vooral niet verwaarloozen.
Visschers op de .levenszee, die met
bedroefd hart de leege netten optrekt
met moeizame handen, zet uw hart
eens even open voor deze gedachte:
Het is de Heere, die met sympathie
al uw ellende gadeslaat.
Het is'de Heere, die door'Zijn vraag
de 'belijdenis hunner ellende hun ont
lokt.
„Kmderkens (makkershebt gij niet
eenige toespijs?" zoo luidt Zijn vraag.
Had Hij iets van hen noodig? Och
neen! Want als zij! straks aan den
oever komen, zien zij een kolenvuur en
visch daarop. Daarom dus vraagt Je
zus dat niet. En ook niöt, natuurlijk
met, omdat hij het niet weten zou.
Neen, die vraag moet hen doen be
lijden hun nood en zorg.
Is 'tniet zoo nog in 't geestelijk le
ven? Komt de Heere niet nog telkens
tot allen, die hun heil zoeken in zelf
verbetering en goede werken in boete
doeningen zelfs, om te vragen, „Hebt
gij nu m deze netten wat gevangen?"
En Zijn bedoeling is, dat de belijde
nis zal volgen: „Neen Heere, neen!"
En dan is 'het wederom de 'Heere,
wiens Woord den weg wijst tot den za
gen. Hoort, hoe van den oever Zijn
woord tot hen klinkt: „Werpt het net
aan de rechterzijde van het schip en
gij zult vinden".
's Heeren woord is het nog steeds
dat den weg wijst aan lederen zon
daar, die met leege nertten weerkeért
van de geestelijke levenszee, waar "hij
vrede en zoncievergevmg hoopte te
vinden.
Met Zijn Woord moeten we 't wa
gen, op Zijm 'Woord moeten we "bou
wen en dan za'l de zegen volgen.
Velen willen eerst een teeken. Dan
zullen zij gelooven.
Maar de grondwet in 't Koninkrijk
Gods heeft als eerste artikel: eerst ge
looven het Woord..
De rechtvaardige zal door zïjtn ge
loot leven.
En wie 't woord gelooft, d.w.z. aan
's Heeren Woord gehoorzaam is, die
vindt den zegen des eeuwigen levens.
Zoo ondervonden het in dit bijlzon
der geval ook de discipelen.
Zij geloofden Zijn Woord en zij1 moes
ten belijden: het is de Hee:e, die
deze overvloedige vangst ons geeft.
„Het is de Heere!"
Zalige belijdenis.
Troostende belijdenis.
In leven en in sterven.
Ja, ook in het sterven.
Wanneer straks het scheepke van
den geloovige, van de groote levens
zee naar den oever der eeuwigheid
gestuurd wordt, door den zwijgenden
stuurman den Dood, die het roèr in
vasten greep houdt, dan zal aan de
oosterkim het licht doorbreken de
wateren zullen overgoten worden door
den goudglans van den eeuwigheids
morgen en zie, wie staat daar op den
oever
O, dan zal de geloovige de oogen
opslaan en met stamelende lippen zeg
gen „Het is de Heere, het is de
Heere, o mijn ziel verheug u, het is
de Heere, die daar staat op den oever"
HEER BIJ 'T HEENGAAN VAN UW
DISCH.
Heer, bij 't heengaan van Uw disch,
Kniel ik dankend voor U neder,
Want Uw liefde gaf mij weder,
Vreugde, na zoo droef gemis.
Van wat Gij voor Zondaars doet,
Kwam in wonderzoete tale
Uwe disch mij weer verhalen,
Heer, wat zijt Gij eind'löos goed!
En die taal mocht ik verstaan,
Mij ook wilt Gij heil bereiden,
Door Uw zoendood, door Uw lijden,
Bracht G'ook mij verlossing aan.
Van des boozen heerschappij,
Hebt Gij, Heiland, mij ontslagen,
Naar Uw Godd'lijk welbehagen,
Maaktet Gij, mij arme, vrij.
Maar die vrijheid, trouwe Heer,
Heb 'k U juichend weergegeven
Want mijn krachten, heel mijn leven.
Wil 'k besteden tot Uw eer.
O, versterk hetgeen Gij mocht.
Dat nu al mijn levensdagen,
Voortaan ook Uw stempel dragen.
Want, Gij Heer, hebt mij gekocht.
KERK EN SCHOOL,
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Alkmaar, H. J. Hak
te Domburg, H. Guittart te Oosterhaule
en H. P. Fortgens te Voorschoten-
Beroepen: Te Ouddorp, F. van
Aseh, te Den Ham.
Aangenomen: Naar Dutten a. d.
Dedemsvaart, E. Schellenberg te Over-
dinkel. Naar Giessen-Oudkerk c.a., E.
Jongens te NÜehaske.
GEREF. KERKEN.
Aangenomen: Naar Soerabaja (2e
pred.pl), P. v. d. Spek te Spijkenisse.
Bedankt: Voor Delft, A. M. Boerin
ga te Sassenheim. Voor Hilversum G.
Eaarman te Ktuiudert.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Cand. L. Oranje Czn., hoopt
zijn taak als hulpprediker bjj de Geref.
Kerk van Aïphen aa/n den Rjjn op 1
Juni as. te aanvaarden.
Préparatoir examen.
Gisteren slaagde voor de classis Hee
renveen van de Geref. Kerken voor
het praeparatoir examen de heer L.
Oranje te Lemmer, die zich niet be
roepbaar stelt, maar als hulpprediker
naar Alphen aan den Rjjn vertrekt.
Federatie van diaconlën.
De Federatie vaai de Ned. Herv. Dia
conieën, zal te Luhteren van 4 tot 6
Mei en van 15 tot 17 Juli haar confe
renties houden.
Op 4 Mei a.s. zal de voorjaarsconfe
rentie aanvangen, waar Dr. A. H. de
Hartog van Amsterdam het openings
woord zal spreken over „Het zware
ambt".
Verder houden inleidingen Ds. G. B.
Westenburg, van Beverwnk, over de
Psychologie van dien ouden dag. De heer
H. C. Hogerzeil van Naarden over: „Ge
tzondheidskokmies". Dr. J. J. Th. Doy-
er van Hilversum over: „Ziekenzorg,
vooral ten platbelande". Ds. L. J. vata
Leeuwen van Hilversum over: „Diaco
nale zelfstandigheid en diaconale samen
werking". Dr. J. H. Adriani van Utrecht
over: „De ontwikkeling van het Dia
conaat
Op den tweeden dag zal des namid
dags een bezoek gebracht worden aan
Valkemheide, het opvoedingsgesticht van
weg© de Ned. Herv. Kerk.
Ds. J. J- Buskes.
„De Standaard" verneemt, dat Ds.
J. J. Buskes, Geref. predikant te Oos-
terend op Texel, in de vergadering van
de classis Alkmaar gehoord is op grond
van zjjn „Utrechtsche bezwaren
Mede ter vergadering waren aanwe
zig Prof. Dr. H. H. Kuyper en'Ds. J.
L. Schouten, als leden van de Commis
sie van advies, door de Synode benoemd
en de provinciale deputateh.
Na een samenspreking tusschen de
commissie van advies en Ds. Buskes,
bleken de bezwaren vain Ds. Buskes ge
heel weggenomen to zijn.
Ds. Buskes bleek echter nog een dog
matisch bezwaar te hebben tegen de be
sluiten van de Synode te Assen, een
bezwaar, dat echter, naar men ons me
dedeelde, een geheel ander is, dan eén
van de bezwaren van Dr. Geelkerken.
De Synodale commissie van advies
en de aeputaten voor art. 49 K. 0.
hebben toen de classis geadviseerd Ds.
Buskes drie weken te geven om zich
hierover nader te bedenken en te ver
klaren.
De Geref. Kerk Amsterdam-Zuid.
Bij den kerkeraad der Geref. Kerk
van Amsterdam-Zuid binnen het kerk
verband is o.m. een missive ingekomen
van de Commissie van Beheer, om de
noodzakelijkheid te betoogen vata het
beroepen van 'een dienaar des Woords.
In de vergadering van den kerkeraad
waarin bovengenoemde missive werd
behandeld, werd bovendien aangedron
gen op een uitwerking der plannen om
een hulpkerk. Een bedrag werd hier
voor gevoteerd. Voorts werd besloten
aan de gemeente mede ta doelen, dat
de Kerkeraad voornemens is, het aan
tal ouderlingen en diakenen uit te brei
den.
In de Kerkbode van de Gerei Kerk
van Amsterdam-Zuid binnen het kerk
verband komt een artikel voor, waarin
de toestand dier kerk wordt besproken
en waarin wij o.m. lezen:
Vast staat, dat onze Kerk Amsterdam
Zuid zal worden, reeds thans is, eon
wat grootte betreft, flinke kerk, die
zich in dat opzicht gerust onder haar
medezusters kan laten zien.
Wé kunnen nog geen cijfers noemen
maar wel weten we, dat menigeen in
ons goede land als de hergroepeering
wat verder voortgeschreden zat zijn,
«enigermate verbaasd zal staan, verge
lijkende de vroeger wel gehoorde getal
len en verbreide voorstellingen met de
dan feitelijke gegevens".
Schoolhulp voor Zuid-Holland.
Onder presidium van Ds. J. H. Riet
berg van Maassluis, kwam de vereeni-
ging „Schoolhulp voor Zuid-Holland",
die beoogt financiëelen steun te «fcr-
leenen aan hen, die opgeleid worden aan
de Theol. School te Kampen, gister
avond in „De Dageraad" te 's Graven
hage in jaarvergadering bijeen.
De voorzitter opende de bijeenkomst
met gebed, waarna de secretaris, de
heer We P. v. d. Haagen, van 's Gra-
vsnhage, het jaarverslag uitbracht.
We stippen er uit aan, dat op het
loogemblik door de vereenigilrig 5 stu
denten en 3 gymnasiasten financieel ge
steund worden. Aangezien de contribu
ties en giften iets terugloopen, is ver
hoogde offervaardigheid gewenscht.
Het verslag werd goedgekeurd, als
ook het financieel verslag, dat aan uit
gaven f 2402,75 en aan inkomsten ver
meldt f 2307,67.
Na afdoening van een paar kleine
huishoudelijke aangelegenheden, refe
reerde de heer T. v. d.. Kooy, hoofd der
Dr. A. Kuyperschool te Vlaardingen,
over: „De draad der Historie".
De voorzitter dankte den spreker
voor zijn betoog, waarna de vergadering
idoor Ds. J. G. Feenstra van Schevenin
gen met dankzegging werd gesloten.
Di. D. Verhagen.
Naar de „Stand." meldt, hoopt Dr.
D. Verhagen, missionair arts, eind Juni
weer naar Solo te vertrekken.
Vanaf 1 Mei af is zijn adres Park-
rioht, Oostvoorne.
Hij verzocht mede te doelen, dat
■hij geen gelegenheid meer heeft spréék
beurten te vervullen.
Ook een verslag".
Uit het „verslag" van den kerke
raad der Geref. Kerk te Amsterdam in
de „Amsterdamsche Kerkbode" knippen
wij het volgende:
„Een 'drietal' leden der gemeOnte bren
fan bezwaren in over de zaak weltoe-
end. De missives gaan naar de Com
missie ad hoc".
Zou 't geen aanbeveling verdienen de
gemeenteraadsverslagen ook op deze wij
ze in te richten?
Er werd dan althans heel wat ruimte
RECLAME.
ft# bij Wielrijders. T
Maranatlia-conferentie.
Dei 5-d© M aranatha-con f er emtio wordt
Donderdag 13 Mei (Hemelvaartsdag) te
jEnnelo in de Zoeklichttent te half 12
des voormiddags gehouden.
Als sprekers over het onderwerp:
„De hemelvaart van Christus" worden
O.m. verwacht Ds. G. J. Hoekendijk,
voorganger der Ev. Gem. te Rotterdam.
Ds. r. van Vliet, voorganger der Evajng.
,Gem. te Amsterdam en Dis. J. A. Mons
ma van de Belgische zending te Ant
werpen.
„Jachin".
Op de 13 en 14 Juli te Nijmegen te
houden jaarvergadering der Geref. Zom
•dagsschoolvereeniging „Jachin", zal
Prof. Dr. Grosheide te Amsterdam,
voorzitter der vereeniging, sprekein over
„De Bjjbel als Godsopenbaring ook voor
de Zondagsschool", terwijl de heer J.
den Boeft van Gorilnchem zal handelen
over de middelen, om tusschen Zon-
'dagsschool en huisgezin een goed ver
band te krggen.
Een zendeling ontvoerd.
De zendeling K. Wilhelm van de Lie-
benzeller Mission, is door roovers te
Kienjang, in de provincie Hoenan in
China, ontvoerd. Van deze ontvoering
is mededeeling gedaan aajn de auto
riteiten. Pogingen worden in het werk
gesteld om zojin invrijheidstelling te ver
kregen.
BINNENLAND.
H. M. de Koningin-Moeder.
H. M. de Koningin-Moeder is voor
nemens deze maand haar paleis te
Soestdijk weder te betrekken. Zij gaat
eerst eenige dagen bij H. M. de Konin
gin doorbrengen en begeeft zich van
daar naar baar buitenverblijf.
Hoewel de juiste datum van H.M. s
komst nog niet is vastgesteld, wordt
zij tegen 20 Mei te Soestdijk verwacht.
Ons gezantschap te Weenen.
Naar de Tijd verneemt, zal onze
buitengewoon gezant en gemachtigd
minister jbr. mr. O. F. A. M. van Nis
pen tot Sevenaer in de eerste helft
der maand Mei de officieele stappen
doen welke de relaties met den H.
Stoel van Necferlandsche zijde beëin
digen en zal nadien jhr. van Nispen
worden benoemd tot gezant te Weenen
als opvolger van wijlen jbr. mr. W. v.
Weede van Berencamp.
Nederland en Duitschland.
Naar wij vernemen, hebben dè on
langs te 's-Gravenhage gevoerde be-
mr een
m 5<*
bij Wielrijders,
een door dé zon verschroeide Huid.
Schrijnen en Smetten,verzacht en
Geneest men met
Bij Apoth.en Drogisten"
sprekingen over een Nederlandscb-
Duitsch arbitrage- en verzoeningsver
drag waarvan in de bladen melding
werd gemaakt, een gunstig verloop ge-
bad, en is thans overeenstemming tus
schen de beide betrokken regeeringen
bereikt, zoodat spoedig de onderteeke-
ning van het verdrag kan worden te
gemoet gezien.
Uit de Communistische Partij.
In de Tribune van Donderdag ko
men een aantal voorstellen voor den
beschrijvingsbrief van bet op 15 Mei
te Amsterdam te houden congres van
de Communistische Partij Holland
voor, waaronder tot onmiddellijke ver
vallenverklaring van bet lidmaatschap
dier partij van de heeren Wijnkoop,
Van Ravesteyn en Van Burink.
Mede is er een voorstel-Amsterdam,
dat aan het partijbestuur machtiging
wil geven, de heeren Wijnkoop en Lis-
ser te dwingen, bun mandaten als lid
van den raad van Amsterdam ter be
schikking van de afdeeling te stellen.
Naar de N. R. Crt. verneemt bevin
den zich echter reeds sedert eenige
dagen twee gevolmachtigden van de
Executieve, een Belg en een Duitschei
hier in bet land, die pogingen aan
wenden om te komen tot bijlegging
van de geschillen tusschen het partij
bestuur en' de oppositie.
MEVR. GROEN VAN PRINSTERER.
In haar Vrouw en-rub riek in „De Ne
der land er" geeft mevr. van Hoogstra
tenSchoch een korte herinnering
aan deze edele christin.
We nemen ze fuer gaarne over.
„Deze levendige, aantrekkelijke
vrouw was in 1828 getrouwd met mr.
Groen van Prinsterer.
Everard Gewin wijdt in zijn boek,
„in den réveilkring" haar een gansch
hoofdstuk. Zij heeft haar man ont
zaglijk bef gehaa en in vele van' haar
brieven spreekt ze er over.„Dat
Willem mijn man geworden is, acnt ik
de grootste onder alle ontelbare goed
heden van mijn God".
Een andere keer schrijft ze aan haar
vrienden de Clerq„ik weet, dat gij
hem liefhebt, men moet hem wel lief
hebben".
Bij een ernstige ziekte.... „De band
is zoo nauw, ik had zooveel aan hem
als ooit een vrouw aan den besten
echtgenoot kan hebben"
Niet alleen deze aardsche liefde,
maar het geloof in God gal haar leven
glans.
„De godsdienst", schrijft ze, „heeft
een groote plaats in mijn hart inge
nomen, daarvan houd ik ontzaglijk, en
dat ik goed denk of spredk of doe,
dat is alleen door het denken aan God,
en met omdat het goede in mij 'ljgt
ot "deugd wortelen in mijTieeft gescTio
ten".
Als haar huwelijk kinderloos blijft,
dan vertrouwt zij* een vriendin, toe:
„Zoudt ge denken, dat bij al het
geluk dat fk geniet op nog meer als
het ware aanspraak zou meenen
hebbenot kinderen het gefufc cfes
levens vermeerderen, zaf ik riiqt be
wanneer Gods liefde mij genoeg is
slissen, dat behoef ik niet te weten.
aJleen zou ik willen, dat een kind
zoo'n vader kreeg als mijn man is'
Mevrouw Groen stichtte een hofje
voor behoeftige oude vrouwen, nu nog
het hofje van Groen genoemd, zij richt
te een naaischool op en stichtte ook
in 1833 een dames lees gezelschap om
de goede Hollandsche en Fransche
boeken meer onder de inenschen to
krijgen.
Van haai' hartsgelief Je haar man
was zij de ijverige secretaresse, zij
beantwoordde zijn brieven, schreef zijn
studiën over,- bëneerde zijn fortuin en
had den zorg voor het nuis in stad
en buiten.
In I87b stieri deze hemuiiu ajke
vrouw. Innig geloof, \aste hoop, eo
vurige liefde kenmerkten haar.
FEUILLETON.
De lotgevallen van John Fox
27)
Hij bracht de vereischte jaren in die
betrekking door tot groote voldoening
van zich zeiven en van zijn meester,
die er trotsch op was, den aanleg van
zulk een gesahikten en onvermoeider»
geest te hebben ontdekt en ontwik
keld, en na een kort verblijf te Lon
den, waartoe hem het noodige geld
was voorgeschoten, keerde Mr. Screw
Pepper tot zijn verbaasde kennissen
terug als procureur, en werd opgeno
men als deelgenoot in de firma Look
out, Hook en Pepper.
Maar nu toonde zich Mr. Screw Pep
per al te bedreven en al te werkzaam.
Hij was veel te slim voor de vereenig-
de opmerkzaamheid der heeren Look
out en Hook, en de geslepenheid van
deze heiden was toch geenszins te mis
kennen. Hij drong niet alleen spoedig
door 111 al de geheimen van hun prac-
tijk en betrekkingen, maar weldra ont
dekte men dat hij er soms tot zijn bij
zonder voordeel gebruik van maakte,
en dat op zulk een wijze, dat zij spoe
dig besloten zich van hem te ontdoen.
De plotselinge ontbinding der ven
nootschap verwekte groote verbazing
en levendige nieuwsgierigheid. Look
out en Uook. antwoordden met deftige
en geheimzinnige blikken, als dit on
derwerp besproken werd, en vreemde
geruchten ten nadeele van Mr. Screw
Pepper geraakten in omloop.
Maar deze scheen alles behalve ver
slagen of terneergedrukt te zijn over
deze verandering. Hij was hij elke ge
legenheid voorkomend en vriendelijk,
en betoonde zich geheel en al ver
staald tegen het dwaze gevoel van
schaamte of moedeloosheid.
Hij antwoordde ook, als er over de
ontbinding "der compagnieschap ge
sproken werd, met geheime, maar
steeds opgeruimde blikken; en wat de
geruchten betreft die ten zijnen na
deele gelóopen hadden, zij hielden
even plotseling op als zij ontstaan wa
ren, of werden niet dan fluisterend
medegedeeld, want Mr. Screw Pepper
was geen man om mede te spotten.
De goede burgerij van Derby zag
hem spoedig een huis betrekken, eea
kantoor openen, klein, wel is waar,
maar van vroolijk en luohtig voorko
men gelijk hij zelf was.
Hij en een eenig klerk maakten het
geheel© personeel uit; er was een rijke
voorraad van bordpapieren doozen,
van boekenplanken en perkamenten
ten toon gesteld en er heerschte schijn
baar veel drukte; daarenboven was
Mr. Screw Pepper zóó onophoudelijk
in beweging, dan eens met papieren
door een rood bandje bijeengebonden,
onder den arm de stad op en neer dra
vende, dan eens wegrijdende met den
postwagen, zijn grooten tabbaard on
der den arm dragende, terwijl een jon
gen zijn nachtzak droeg, dat men ein
delijk begon te gelooven, dat de man
toch iets te doen moest hebben.
Er waren, wel is waar, eenige kan
toorbedienden van Lookout en Hook,
die 's avonds onder 'n pijp zich vroolijk
maakten met te vertellen, dat hun
meesters, de heeren Lookout en Hook,
jongens hadden uitgezonden met last
om Mr. Screw Pepper na te gaan, en
dat deze hadden bevonden dat hij ge
regeld dagelijks die met rood band
voorziene papieren.vier uren lang door
de stad op en neer droeg, en dat zij
hadden waargenomen, dat hij, na de
voornaamste straten te hebben door
gewandeld, door allerlei stegen en
gangen liep, om weer in andere hoofd
straten uit te komen, zonder ergens te
hebben aangescheld.
Zij verklaarden verder, dat zijn
tochtjes met koetsen, of zijn heen en
weer rijden in sjees of in wagen, van
hétzelfde gewicht waren, Zij hadden
zijn spoor gevolgd tot aan een her
berg op den weg naar Burton, waar
hij afgestapt was, te kennen gevende,
dat hij op een ander rijtuig wachtte,
dat een zijweg Insloeg naar Hinskley;
bij een andere gelegenheid hadden zij
hem nauwkeurig onderzoek hooren
doen naar de woning van den een of
anderen rijken landeigenaar, ongeveer
vijf mijlen van daar gelegen, wer-
waarts hij zich oogenschijnlijk op weg
begaf; maar hij was niet verder ge
gaan dan tot aan een konijnenveld,
waar hij een in papier gewikkeld en
boterham met een klein fleschje bran
dewijn uit zijn zak gekregen, en zich
hiermede te goed gedaan had.
Na een liedje geneuried en wat rond
gekeken te hebben, was hij terugge
keerd, juist tijdig genoeg om met den
middagwagen weer te vertrekken,
waarbij hij den schijn aannam alsof
hij zeer gewichtige bezigheden gehad
had, en zoo lang opgehouden was, dat
hij maar even den tijd had om den
wagen nog te treffen.
Dit konden, wel is waar, nijdige uit
strooisels zijn; maar óéne zaak i9 ze
ker, dat gedurende ©enigen tijd slechts
de geringste en armoedigste klasse
van cliënten Mr. Screw Pepper's kan
toor in- en uitging.
Maar na eenigen tijd begon hij den
naam te krijgen van een man te zijn
van een doordringend verstand, die
geheel gewone middelen gebruikte,
zonder veel werk te maken van de
kunstgrepen aan zijn betrekking ei
gen; hij stond nergens voor, maar be
lastte zich met de neteligste zaken an
wist ze op de een of ander© wijze tot
een goed einde te brengen.
De rechtbank dier plaats, Peveril
Court genoemd, en waarvoor de Invor
dering van kleine schulden meestal
behandeld werd, zag spoedig in hem
een werkzaam praktizijn. Iedereen die
van den een of anderen armen tob
ber, die niet genoeg had om brood
voor zijn kinderen te koopen. geld heb
ben moest, al was het nog zoo weinig
en de rechtmatigheid der vordering
nog zoo twijfelachtig, of die hem uit
zijn sohameie woning wilde jagen en
in eene nog ellendiger werpen, in
de bouwvallige, bedompte en smerige
gevangenis van het hof, begaf zich
naar Screw Pepper en was zen er n
wraaklust voldaan te zien, maar ook
overtuigd, dat die hem geld zou kos
ten. Laat ons van zulk een zaak c^n
enkel voorbeeld noemen
Een in te vorderen schuld bedroeg
dertig schellingen. Alle bewijzen van
het bestaan daarvan werden gele
verd, niet aan den schuldenaar, ma^r
aan diens zaakgelastigde, een man
van gelijken stempel als Mr. Screw
Pepper.
De schuldeischer kwam na verloop
van acht of tien maanden, eens op het
kantoor van Mr. Pepper, om naar den
stand zijner zaken te vernemen, en
werd door dezeh met alle teekenen
van uitgelaten vroolijkheid ontvangen
„Wat is er te doen?" vroeg de bin
nenkomende.
„Heerlijk, heerlijk riep Mr Pepper;
„de grap is onbetaalbaar aardig."
'Wordt verrol yd).