Doorzittend wmmmmmmmmm NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 1 MEI 1926 TWEEDE BLAD. Uit de Schriften. „HET IS DE HEEREI" De discipel dan, welken Jezus liefhad, zeide tot Petrus: Het is de Heere! Joh. 21:7a „Het is cle Heere!" Pas dan, als Johannes het net ziet, van vele visschen vol, rijst het ver moeden in zijn ziel, dat hij als blijde zekerheid, verrast, verbaasd, verblijd uitspreekt in deze woorden: „Het is de Heere!" En toch had die vermeende vreem deling daar al geruimen- tijd gestaan op den oever, een en ander maal het woord tot hen gericht. Maar in dat alles had geen der discipelen Hem her kend. Pas door h'et eclatante gebeuren van die wondervolle vangst, wordt het dui delijk, dat die vreemdeling niemand adders dan hun Jezus-zelf is. Wij behoeven er ons niet over te verwonderen. In 't geheel niet. Want zoo is het immers ook onze ervaring. Hoe vaak gebeurt het niet, dat de Heere op onzen levensoever staat, op tal van eenvoudige' wijzen in ons leven werkt en wij bemerken het niet. Pas dan, als er iets heel bijzonders vooryalt, een gansch buitengewone ze gen ons deel wordt, klnikt het woord der blijde verrassing: „Het is de iHeere!" En toch al den tijd al was het de •Heere. In al het andere dat Vooraf gmg. Dat is de leering, die wij uit de geschiedenis van deze 'derde verschij ning van den opgestanen Heiland kun nen aflezen. Altijd en overal en telkens weer is het de Heere. Hoeveel dieper en rijker en voller zou het leven der geloovigen zijn, als het hart altijd bij die gedachte bleef. En hoe duidélijk is het hier. Het is de Heere, die den tegen spoed zendt: dat telkenmale opnieuw het uitgeslierde net le e g binnen' boord halen, zoodat zij eindelijk moedeloos en neerslachtig 'het nutteloos werk maar staken. Maar zij merken het niet. 2ijn er riiet onder de lezers, die ook de ervaring van de leege netten en den vruchteloozen arbeid kennen? Misschien zijt ge er moedeloos en verdrietig, wellicht zelfs gemelijk van geworden. Hebt ge nooit bemerkt, dat achter al uw tegenspoed de Heere staat? Dat iHij zich juist daardoor aan u wil open baren; dat dit voor Hem slechts voor bereiding is -om u groote heerlijkheid te sdhenken Wiel verdrietig, die tegenspoed, ja zeker, maar door den Heere beschikt, draagt zij in zich belofte van nieuwen ongedacJhten zegen. Wel smartelijk, als het scherpe snoei mes in tuinmans hand allerlei takken wegkapt uit den boom; maar als straks de zonnestralen door open boomkruin koesterend heenstrijken en de vruch ten rijp stoven is er groote heerlijk heid. Het is'de Heere, "die in den tegen spoed het oog op 'hen gericht houdt. Maar zij 'bemerken het met. Jezus heeft gezien hun vrudhteloo- zen arbeid. Zijn warme'blik is in sym pathie naar hen uitgegaan,, over de wateren van het meer. Laten we dezen trek uit de ge schiedenis vooral niet verwaarloozen. Visschers op de .levenszee, die met bedroefd hart de leege netten optrekt met moeizame handen, zet uw hart eens even open voor deze gedachte: Het is de Heere, die met sympathie al uw ellende gadeslaat. Het is'de Heere, die door'Zijn vraag de 'belijdenis hunner ellende hun ont lokt. „Kmderkens (makkershebt gij niet eenige toespijs?" zoo luidt Zijn vraag. Had Hij iets van hen noodig? Och neen! Want als zij! straks aan den oever komen, zien zij een kolenvuur en visch daarop. Daarom dus vraagt Je zus dat niet. En ook niöt, natuurlijk met, omdat hij het niet weten zou. Neen, die vraag moet hen doen be lijden hun nood en zorg. Is 'tniet zoo nog in 't geestelijk le ven? Komt de Heere niet nog telkens tot allen, die hun heil zoeken in zelf verbetering en goede werken in boete doeningen zelfs, om te vragen, „Hebt gij nu m deze netten wat gevangen?" En Zijn bedoeling is, dat de belijde nis zal volgen: „Neen Heere, neen!" En dan is 'het wederom de 'Heere, wiens Woord den weg wijst tot den za gen. Hoort, hoe van den oever Zijn woord tot hen klinkt: „Werpt het net aan de rechterzijde van het schip en gij zult vinden". 's Heeren woord is het nog steeds dat den weg wijst aan lederen zon daar, die met leege nertten weerkeért van de geestelijke levenszee, waar "hij vrede en zoncievergevmg hoopte te vinden. Met Zijn Woord moeten we 't wa gen, op Zijm 'Woord moeten we "bou wen en dan za'l de zegen volgen. Velen willen eerst een teeken. Dan zullen zij gelooven. Maar de grondwet in 't Koninkrijk Gods heeft als eerste artikel: eerst ge looven het Woord.. De rechtvaardige zal door zïjtn ge loot leven. En wie 't woord gelooft, d.w.z. aan 's Heeren Woord gehoorzaam is, die vindt den zegen des eeuwigen levens. Zoo ondervonden het in dit bijlzon der geval ook de discipelen. Zij geloofden Zijn Woord en zij1 moes ten belijden: het is de Hee:e, die deze overvloedige vangst ons geeft. „Het is de Heere!" Zalige belijdenis. Troostende belijdenis. In leven en in sterven. Ja, ook in het sterven. Wanneer straks het scheepke van den geloovige, van de groote levens zee naar den oever der eeuwigheid gestuurd wordt, door den zwijgenden stuurman den Dood, die het roèr in vasten greep houdt, dan zal aan de oosterkim het licht doorbreken de wateren zullen overgoten worden door den goudglans van den eeuwigheids morgen en zie, wie staat daar op den oever O, dan zal de geloovige de oogen opslaan en met stamelende lippen zeg gen „Het is de Heere, het is de Heere, o mijn ziel verheug u, het is de Heere, die daar staat op den oever" HEER BIJ 'T HEENGAAN VAN UW DISCH. Heer, bij 't heengaan van Uw disch, Kniel ik dankend voor U neder, Want Uw liefde gaf mij weder, Vreugde, na zoo droef gemis. Van wat Gij voor Zondaars doet, Kwam in wonderzoete tale Uwe disch mij weer verhalen, Heer, wat zijt Gij eind'löos goed! En die taal mocht ik verstaan, Mij ook wilt Gij heil bereiden, Door Uw zoendood, door Uw lijden, Bracht G'ook mij verlossing aan. Van des boozen heerschappij, Hebt Gij, Heiland, mij ontslagen, Naar Uw Godd'lijk welbehagen, Maaktet Gij, mij arme, vrij. Maar die vrijheid, trouwe Heer, Heb 'k U juichend weergegeven Want mijn krachten, heel mijn leven. Wil 'k besteden tot Uw eer. O, versterk hetgeen Gij mocht. Dat nu al mijn levensdagen, Voortaan ook Uw stempel dragen. Want, Gij Heer, hebt mij gekocht. KERK EN SCHOOL, NED. HERV. KERK. Drietal: Te Alkmaar, H. J. Hak te Domburg, H. Guittart te Oosterhaule en H. P. Fortgens te Voorschoten- Beroepen: Te Ouddorp, F. van Aseh, te Den Ham. Aangenomen: Naar Dutten a. d. Dedemsvaart, E. Schellenberg te Over- dinkel. Naar Giessen-Oudkerk c.a., E. Jongens te NÜehaske. GEREF. KERKEN. Aangenomen: Naar Soerabaja (2e pred.pl), P. v. d. Spek te Spijkenisse. Bedankt: Voor Delft, A. M. Boerin ga te Sassenheim. Voor Hilversum G. Eaarman te Ktuiudert. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Cand. L. Oranje Czn., hoopt zijn taak als hulpprediker bjj de Geref. Kerk van Aïphen aa/n den Rjjn op 1 Juni as. te aanvaarden. Préparatoir examen. Gisteren slaagde voor de classis Hee renveen van de Geref. Kerken voor het praeparatoir examen de heer L. Oranje te Lemmer, die zich niet be roepbaar stelt, maar als hulpprediker naar Alphen aan den Rjjn vertrekt. Federatie van diaconlën. De Federatie vaai de Ned. Herv. Dia conieën, zal te Luhteren van 4 tot 6 Mei en van 15 tot 17 Juli haar confe renties houden. Op 4 Mei a.s. zal de voorjaarsconfe rentie aanvangen, waar Dr. A. H. de Hartog van Amsterdam het openings woord zal spreken over „Het zware ambt". Verder houden inleidingen Ds. G. B. Westenburg, van Beverwnk, over de Psychologie van dien ouden dag. De heer H. C. Hogerzeil van Naarden over: „Ge tzondheidskokmies". Dr. J. J. Th. Doy- er van Hilversum over: „Ziekenzorg, vooral ten platbelande". Ds. L. J. vata Leeuwen van Hilversum over: „Diaco nale zelfstandigheid en diaconale samen werking". Dr. J. H. Adriani van Utrecht over: „De ontwikkeling van het Dia conaat Op den tweeden dag zal des namid dags een bezoek gebracht worden aan Valkemheide, het opvoedingsgesticht van weg© de Ned. Herv. Kerk. Ds. J. J- Buskes. „De Standaard" verneemt, dat Ds. J. J. Buskes, Geref. predikant te Oos- terend op Texel, in de vergadering van de classis Alkmaar gehoord is op grond van zjjn „Utrechtsche bezwaren Mede ter vergadering waren aanwe zig Prof. Dr. H. H. Kuyper en'Ds. J. L. Schouten, als leden van de Commis sie van advies, door de Synode benoemd en de provinciale deputateh. Na een samenspreking tusschen de commissie van advies en Ds. Buskes, bleken de bezwaren vain Ds. Buskes ge heel weggenomen to zijn. Ds. Buskes bleek echter nog een dog matisch bezwaar te hebben tegen de be sluiten van de Synode te Assen, een bezwaar, dat echter, naar men ons me dedeelde, een geheel ander is, dan eén van de bezwaren van Dr. Geelkerken. De Synodale commissie van advies en de aeputaten voor art. 49 K. 0. hebben toen de classis geadviseerd Ds. Buskes drie weken te geven om zich hierover nader te bedenken en te ver klaren. De Geref. Kerk Amsterdam-Zuid. Bij den kerkeraad der Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid binnen het kerk verband is o.m. een missive ingekomen van de Commissie van Beheer, om de noodzakelijkheid te betoogen vata het beroepen van 'een dienaar des Woords. In de vergadering van den kerkeraad waarin bovengenoemde missive werd behandeld, werd bovendien aangedron gen op een uitwerking der plannen om een hulpkerk. Een bedrag werd hier voor gevoteerd. Voorts werd besloten aan de gemeente mede ta doelen, dat de Kerkeraad voornemens is, het aan tal ouderlingen en diakenen uit te brei den. In de Kerkbode van de Gerei Kerk van Amsterdam-Zuid binnen het kerk verband komt een artikel voor, waarin de toestand dier kerk wordt besproken en waarin wij o.m. lezen: Vast staat, dat onze Kerk Amsterdam Zuid zal worden, reeds thans is, eon wat grootte betreft, flinke kerk, die zich in dat opzicht gerust onder haar medezusters kan laten zien. Wé kunnen nog geen cijfers noemen maar wel weten we, dat menigeen in ons goede land als de hergroepeering wat verder voortgeschreden zat zijn, «enigermate verbaasd zal staan, verge lijkende de vroeger wel gehoorde getal len en verbreide voorstellingen met de dan feitelijke gegevens". Schoolhulp voor Zuid-Holland. Onder presidium van Ds. J. H. Riet berg van Maassluis, kwam de vereeni- ging „Schoolhulp voor Zuid-Holland", die beoogt financiëelen steun te «fcr- leenen aan hen, die opgeleid worden aan de Theol. School te Kampen, gister avond in „De Dageraad" te 's Graven hage in jaarvergadering bijeen. De voorzitter opende de bijeenkomst met gebed, waarna de secretaris, de heer We P. v. d. Haagen, van 's Gra- vsnhage, het jaarverslag uitbracht. We stippen er uit aan, dat op het loogemblik door de vereenigilrig 5 stu denten en 3 gymnasiasten financieel ge steund worden. Aangezien de contribu ties en giften iets terugloopen, is ver hoogde offervaardigheid gewenscht. Het verslag werd goedgekeurd, als ook het financieel verslag, dat aan uit gaven f 2402,75 en aan inkomsten ver meldt f 2307,67. Na afdoening van een paar kleine huishoudelijke aangelegenheden, refe reerde de heer T. v. d.. Kooy, hoofd der Dr. A. Kuyperschool te Vlaardingen, over: „De draad der Historie". De voorzitter dankte den spreker voor zijn betoog, waarna de vergadering idoor Ds. J. G. Feenstra van Schevenin gen met dankzegging werd gesloten. Di. D. Verhagen. Naar de „Stand." meldt, hoopt Dr. D. Verhagen, missionair arts, eind Juni weer naar Solo te vertrekken. Vanaf 1 Mei af is zijn adres Park- rioht, Oostvoorne. Hij verzocht mede te doelen, dat ■hij geen gelegenheid meer heeft spréék beurten te vervullen. Ook een verslag". Uit het „verslag" van den kerke raad der Geref. Kerk te Amsterdam in de „Amsterdamsche Kerkbode" knippen wij het volgende: „Een 'drietal' leden der gemeOnte bren fan bezwaren in over de zaak weltoe- end. De missives gaan naar de Com missie ad hoc". Zou 't geen aanbeveling verdienen de gemeenteraadsverslagen ook op deze wij ze in te richten? Er werd dan althans heel wat ruimte RECLAME. ft# bij Wielrijders. T Maranatlia-conferentie. Dei 5-d© M aranatha-con f er emtio wordt Donderdag 13 Mei (Hemelvaartsdag) te jEnnelo in de Zoeklichttent te half 12 des voormiddags gehouden. Als sprekers over het onderwerp: „De hemelvaart van Christus" worden O.m. verwacht Ds. G. J. Hoekendijk, voorganger der Ev. Gem. te Rotterdam. Ds. r. van Vliet, voorganger der Evajng. ,Gem. te Amsterdam en Dis. J. A. Mons ma van de Belgische zending te Ant werpen. „Jachin". Op de 13 en 14 Juli te Nijmegen te houden jaarvergadering der Geref. Zom •dagsschoolvereeniging „Jachin", zal Prof. Dr. Grosheide te Amsterdam, voorzitter der vereeniging, sprekein over „De Bjjbel als Godsopenbaring ook voor de Zondagsschool", terwijl de heer J. den Boeft van Gorilnchem zal handelen over de middelen, om tusschen Zon- 'dagsschool en huisgezin een goed ver band te krggen. Een zendeling ontvoerd. De zendeling K. Wilhelm van de Lie- benzeller Mission, is door roovers te Kienjang, in de provincie Hoenan in China, ontvoerd. Van deze ontvoering is mededeeling gedaan aajn de auto riteiten. Pogingen worden in het werk gesteld om zojin invrijheidstelling te ver kregen. BINNENLAND. H. M. de Koningin-Moeder. H. M. de Koningin-Moeder is voor nemens deze maand haar paleis te Soestdijk weder te betrekken. Zij gaat eerst eenige dagen bij H. M. de Konin gin doorbrengen en begeeft zich van daar naar baar buitenverblijf. Hoewel de juiste datum van H.M. s komst nog niet is vastgesteld, wordt zij tegen 20 Mei te Soestdijk verwacht. Ons gezantschap te Weenen. Naar de Tijd verneemt, zal onze buitengewoon gezant en gemachtigd minister jbr. mr. O. F. A. M. van Nis pen tot Sevenaer in de eerste helft der maand Mei de officieele stappen doen welke de relaties met den H. Stoel van Necferlandsche zijde beëin digen en zal nadien jhr. van Nispen worden benoemd tot gezant te Weenen als opvolger van wijlen jbr. mr. W. v. Weede van Berencamp. Nederland en Duitschland. Naar wij vernemen, hebben dè on langs te 's-Gravenhage gevoerde be- mr een m 5<* bij Wielrijders, een door dé zon verschroeide Huid. Schrijnen en Smetten,verzacht en Geneest men met Bij Apoth.en Drogisten" sprekingen over een Nederlandscb- Duitsch arbitrage- en verzoeningsver drag waarvan in de bladen melding werd gemaakt, een gunstig verloop ge- bad, en is thans overeenstemming tus schen de beide betrokken regeeringen bereikt, zoodat spoedig de onderteeke- ning van het verdrag kan worden te gemoet gezien. Uit de Communistische Partij. In de Tribune van Donderdag ko men een aantal voorstellen voor den beschrijvingsbrief van bet op 15 Mei te Amsterdam te houden congres van de Communistische Partij Holland voor, waaronder tot onmiddellijke ver vallenverklaring van bet lidmaatschap dier partij van de heeren Wijnkoop, Van Ravesteyn en Van Burink. Mede is er een voorstel-Amsterdam, dat aan het partijbestuur machtiging wil geven, de heeren Wijnkoop en Lis- ser te dwingen, bun mandaten als lid van den raad van Amsterdam ter be schikking van de afdeeling te stellen. Naar de N. R. Crt. verneemt bevin den zich echter reeds sedert eenige dagen twee gevolmachtigden van de Executieve, een Belg en een Duitschei hier in bet land, die pogingen aan wenden om te komen tot bijlegging van de geschillen tusschen het partij bestuur en' de oppositie. MEVR. GROEN VAN PRINSTERER. In haar Vrouw en-rub riek in „De Ne der land er" geeft mevr. van Hoogstra tenSchoch een korte herinnering aan deze edele christin. We nemen ze fuer gaarne over. „Deze levendige, aantrekkelijke vrouw was in 1828 getrouwd met mr. Groen van Prinsterer. Everard Gewin wijdt in zijn boek, „in den réveilkring" haar een gansch hoofdstuk. Zij heeft haar man ont zaglijk bef gehaa en in vele van' haar brieven spreekt ze er over.„Dat Willem mijn man geworden is, acnt ik de grootste onder alle ontelbare goed heden van mijn God". Een andere keer schrijft ze aan haar vrienden de Clerq„ik weet, dat gij hem liefhebt, men moet hem wel lief hebben". Bij een ernstige ziekte.... „De band is zoo nauw, ik had zooveel aan hem als ooit een vrouw aan den besten echtgenoot kan hebben" Niet alleen deze aardsche liefde, maar het geloof in God gal haar leven glans. „De godsdienst", schrijft ze, „heeft een groote plaats in mijn hart inge nomen, daarvan houd ik ontzaglijk, en dat ik goed denk of spredk of doe, dat is alleen door het denken aan God, en met omdat het goede in mij 'ljgt ot "deugd wortelen in mijTieeft gescTio ten". Als haar huwelijk kinderloos blijft, dan vertrouwt zij* een vriendin, toe: „Zoudt ge denken, dat bij al het geluk dat fk geniet op nog meer als het ware aanspraak zou meenen hebbenot kinderen het gefufc cfes levens vermeerderen, zaf ik riiqt be wanneer Gods liefde mij genoeg is slissen, dat behoef ik niet te weten. aJleen zou ik willen, dat een kind zoo'n vader kreeg als mijn man is' Mevrouw Groen stichtte een hofje voor behoeftige oude vrouwen, nu nog het hofje van Groen genoemd, zij richt te een naaischool op en stichtte ook in 1833 een dames lees gezelschap om de goede Hollandsche en Fransche boeken meer onder de inenschen to krijgen. Van haai' hartsgelief Je haar man was zij de ijverige secretaresse, zij beantwoordde zijn brieven, schreef zijn studiën over,- bëneerde zijn fortuin en had den zorg voor het nuis in stad en buiten. In I87b stieri deze hemuiiu ajke vrouw. Innig geloof, \aste hoop, eo vurige liefde kenmerkten haar. FEUILLETON. De lotgevallen van John Fox 27) Hij bracht de vereischte jaren in die betrekking door tot groote voldoening van zich zeiven en van zijn meester, die er trotsch op was, den aanleg van zulk een gesahikten en onvermoeider» geest te hebben ontdekt en ontwik keld, en na een kort verblijf te Lon den, waartoe hem het noodige geld was voorgeschoten, keerde Mr. Screw Pepper tot zijn verbaasde kennissen terug als procureur, en werd opgeno men als deelgenoot in de firma Look out, Hook en Pepper. Maar nu toonde zich Mr. Screw Pep per al te bedreven en al te werkzaam. Hij was veel te slim voor de vereenig- de opmerkzaamheid der heeren Look out en Hook, en de geslepenheid van deze heiden was toch geenszins te mis kennen. Hij drong niet alleen spoedig door 111 al de geheimen van hun prac- tijk en betrekkingen, maar weldra ont dekte men dat hij er soms tot zijn bij zonder voordeel gebruik van maakte, en dat op zulk een wijze, dat zij spoe dig besloten zich van hem te ontdoen. De plotselinge ontbinding der ven nootschap verwekte groote verbazing en levendige nieuwsgierigheid. Look out en Uook. antwoordden met deftige en geheimzinnige blikken, als dit on derwerp besproken werd, en vreemde geruchten ten nadeele van Mr. Screw Pepper geraakten in omloop. Maar deze scheen alles behalve ver slagen of terneergedrukt te zijn over deze verandering. Hij was hij elke ge legenheid voorkomend en vriendelijk, en betoonde zich geheel en al ver staald tegen het dwaze gevoel van schaamte of moedeloosheid. Hij antwoordde ook, als er over de ontbinding "der compagnieschap ge sproken werd, met geheime, maar steeds opgeruimde blikken; en wat de geruchten betreft die ten zijnen na deele gelóopen hadden, zij hielden even plotseling op als zij ontstaan wa ren, of werden niet dan fluisterend medegedeeld, want Mr. Screw Pepper was geen man om mede te spotten. De goede burgerij van Derby zag hem spoedig een huis betrekken, eea kantoor openen, klein, wel is waar, maar van vroolijk en luohtig voorko men gelijk hij zelf was. Hij en een eenig klerk maakten het geheel© personeel uit; er was een rijke voorraad van bordpapieren doozen, van boekenplanken en perkamenten ten toon gesteld en er heerschte schijn baar veel drukte; daarenboven was Mr. Screw Pepper zóó onophoudelijk in beweging, dan eens met papieren door een rood bandje bijeengebonden, onder den arm de stad op en neer dra vende, dan eens wegrijdende met den postwagen, zijn grooten tabbaard on der den arm dragende, terwijl een jon gen zijn nachtzak droeg, dat men ein delijk begon te gelooven, dat de man toch iets te doen moest hebben. Er waren, wel is waar, eenige kan toorbedienden van Lookout en Hook, die 's avonds onder 'n pijp zich vroolijk maakten met te vertellen, dat hun meesters, de heeren Lookout en Hook, jongens hadden uitgezonden met last om Mr. Screw Pepper na te gaan, en dat deze hadden bevonden dat hij ge regeld dagelijks die met rood band voorziene papieren.vier uren lang door de stad op en neer droeg, en dat zij hadden waargenomen, dat hij, na de voornaamste straten te hebben door gewandeld, door allerlei stegen en gangen liep, om weer in andere hoofd straten uit te komen, zonder ergens te hebben aangescheld. Zij verklaarden verder, dat zijn tochtjes met koetsen, of zijn heen en weer rijden in sjees of in wagen, van hétzelfde gewicht waren, Zij hadden zijn spoor gevolgd tot aan een her berg op den weg naar Burton, waar hij afgestapt was, te kennen gevende, dat hij op een ander rijtuig wachtte, dat een zijweg Insloeg naar Hinskley; bij een andere gelegenheid hadden zij hem nauwkeurig onderzoek hooren doen naar de woning van den een of anderen rijken landeigenaar, ongeveer vijf mijlen van daar gelegen, wer- waarts hij zich oogenschijnlijk op weg begaf; maar hij was niet verder ge gaan dan tot aan een konijnenveld, waar hij een in papier gewikkeld en boterham met een klein fleschje bran dewijn uit zijn zak gekregen, en zich hiermede te goed gedaan had. Na een liedje geneuried en wat rond gekeken te hebben, was hij terugge keerd, juist tijdig genoeg om met den middagwagen weer te vertrekken, waarbij hij den schijn aannam alsof hij zeer gewichtige bezigheden gehad had, en zoo lang opgehouden was, dat hij maar even den tijd had om den wagen nog te treffen. Dit konden, wel is waar, nijdige uit strooisels zijn; maar óéne zaak i9 ze ker, dat gedurende ©enigen tijd slechts de geringste en armoedigste klasse van cliënten Mr. Screw Pepper's kan toor in- en uitging. Maar na eenigen tijd begon hij den naam te krijgen van een man te zijn van een doordringend verstand, die geheel gewone middelen gebruikte, zonder veel werk te maken van de kunstgrepen aan zijn betrekking ei gen; hij stond nergens voor, maar be lastte zich met de neteligste zaken an wist ze op de een of ander© wijze tot een goed einde te brengen. De rechtbank dier plaats, Peveril Court genoemd, en waarvoor de Invor dering van kleine schulden meestal behandeld werd, zag spoedig in hem een werkzaam praktizijn. Iedereen die van den een of anderen armen tob ber, die niet genoeg had om brood voor zijn kinderen te koopen. geld heb ben moest, al was het nog zoo weinig en de rechtmatigheid der vordering nog zoo twijfelachtig, of die hem uit zijn sohameie woning wilde jagen en in eene nog ellendiger werpen, in de bouwvallige, bedompte en smerige gevangenis van het hof, begaf zich naar Screw Pepper en was zen er n wraaklust voldaan te zien, maar ook overtuigd, dat die hem geld zou kos ten. Laat ons van zulk een zaak c^n enkel voorbeeld noemen Een in te vorderen schuld bedroeg dertig schellingen. Alle bewijzen van het bestaan daarvan werden gele verd, niet aan den schuldenaar, ma^r aan diens zaakgelastigde, een man van gelijken stempel als Mr. Screw Pepper. De schuldeischer kwam na verloop van acht of tien maanden, eens op het kantoor van Mr. Pepper, om naar den stand zijner zaken te vernemen, en werd door dezeh met alle teekenen van uitgelaten vroolijkheid ontvangen „Wat is er te doen?" vroeg de bin nenkomende. „Heerlijk, heerlijk riep Mr Pepper; „de grap is onbetaalbaar aardig." 'Wordt verrol yd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5