NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 29 APRIL 1926 TWEEDE BLAD. ■STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. .Vergadering van g i s t er e n. Interpellatie-Heemskerk. Aan de orde is de behandeling van het verzoek van den heer HEEMS KERK om verlof tot het richten van vragen tot den voorzitter van den Raad van Ministers naar aanleiding van het verzoek om ontslag van den heer Van Royen als Minister van Oor log, Minister van Marine a.i., en over het optreden van den heer Lambooy als zoodanig. De VOORZITTER stelt voor, het ver zoek toe te staan en de interpellatie te houden na de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging van ver schillende bepalingen van het zee recht. Conform besloten. Stemmingen. Aan de orde is de stemming over de motie-J o e k e s, betreffende nade re regeling van de pensioenen van de vóór 1 Jan. 1920 gepensionneerde mi litairen van het Indische leger, die den leeftijd van 60 jaren hebben be reikt. De motie wordt aangenomen met 74 tegen 7 stemmen. Aan de orde is de stemming van het amendement-Cramer tot verminde ring van onderaf deeling 1004 (verdere kosten van de Indische Militaire Ma rine) van Hoofdstuk I (uitgaven in Ne derland) der Indische begrooting voor 1926 met f 1.3G5.000. Het amendement wordt verworpen met 52 tegen 26stem- men. Hoofdstuk I wordt aangenomen met 60 tegen 20 stemmen (die der sociaal democraten en van den heer L. de Vis ser) nadat de heer Cramer (S.D.) verklaard heeft, dat zijn fractie ge meend heeft haar stem aan de begroo ting te moeten onthouden, aangezien deze nog niet de duidelijke teekenen vertoont van verandering van koers en de Minister niet welwillend gezind is tegenover de Indische volksbewe ging. Vervolgens komt aan de orde de be grooting van Suriname, welke kolonie nog altijd met een tekort werkt, zon der dat er uitzicht bestaat op afdoen de verbetering. De regeering geeft reeds een subsidie van 2.6 milliocn, maar nu is er toch nog een tekort vanf 319.815. Daarom is een slot-arti- kel aan de begrooting toegevoegd, waar bij dit bedrag wordt afgetrokken on der het motief: te verminderen we gens nadere bezuiniging op de uitga ven. Dat is natuurlijk heel mooi op pa pier, maar als het nu niet bezuinigd wordt of kan worden, dan zal men toch moeten betalen. Als prikkel om de inkomsten te vermeerderen en de uitgaven te beperken kan het dienst doen, maar voor de rest is het zelfbe drog. De Kamer voelt voor dit fiancieel beleid niet veel en de heer SCHEURER (A.-R.) heeft een amendement inge diend, om dezen aftrekpost te schrap pen. De geheele commissie van rap porteurs 'is er voor, niettegenstaande de minister aanneming ten sterkste ontraadt. Wordt het heden aangeno men, dan moet minister Koningsber gen maar zien, hoe hij dit bedrag van minister de Geer los krijgt. Het is een vreemde geschiedenis, een algeheele herziening van de Surinaamsche fi nanciën is dringend noodig. EERSTE KAMER. Vergadering va n gisteren De Bioscoopwet. De VOORZITTER deelt mee, dat de Bioscoopwet Dinsdag 11 Mei in open bare behandeling komt. De begrooüngen. Aan de orde is de begreoting van binnenlandsche zaken en landbouw. De heer VAN EMBDEN (V.D.) zou wenschen, dat leden van de Provin ciale Staten, die verhinderd zijn een vergadering hij te wonen, waarin een lid van de Eerste Kamer wordt be noemd, hun stem schriftelijk zouden kunnen uitbrengen. Be heer HERMANS (S.D.) meent, dat de tijd van de burgerwachten voorbij is. De heer WITTERT VAN HOOG LAND (R.-K.) meent, dat het subsi die aan de Nederlandsche groep van de Interparlementaire Unie moet worden verhoogd. De heer WESTERDIJK (V.D.) pleit voor de aanstelling van een directeur- generaal van landbouw. Voor een com missie van advies voelt hij zeer wei nig. MINISTER KAN antwoordt den heer van Embden, dat in alle openbare li chamen geldt: il faut payer de sa per- sonne. De waarde van de burgerwacht is hooger, dan de heer Hermans meent. Spreker zal de mogelijkheid van verhooging van het subsidie voor de groep Nederland van de Interparle mentaire Unie ter sprake brengen, als de groep anders haar verplichting niet kan nakomen. Een directeur-generaal van land bouw acht spreker niet noodig. De begrooting wordt zonder stem ming aangenomen. Aan de orde is vervolgens de on der wij sbegrooting. De heer DE ZEEUW (S.D.) waar schuwt tegen verlaging van het on- derwijspeil bij bezuinigingspogingen. De heer VERKOUTEREN (C-H.) wenscht meer steun aan arme kun stenaars en mannen van talent. De heer HAAZEVOET (R.-K.) be pleit subsidieering voor het bijzonder onderwijs aan zwakzinnigen en doof stommen. De heer SMEENGE (V.B.) wer.jcht verbetering van de positie der nijver heidsonderwijzers. MINISTER WASZINK zegt, dac eventueele voorstellen van de staats commissie inzake lager onderwijs tie vitale belangen van dat onderwijs niet mogen aantasten. Wijziging van arti kel 72 zal hij overwegen. De begrooting wordt z. h. st. aange nomen. De mar ine-beg rooting wordt aangenomen met 17 tegen 9 stemmen. Bij de Oorlogs -begrooting vraagt mevrouw POTHUIS—SMIT steun voor de mobilisatie-slachtoffers, nog vóór het zomerreces. MINISTER LAMBOOY zal deze zaak zoo spoedig mogelijk bij de volksver tegenwoordiging aanhangig maken. De oorlogsbegrooting wordt aange nomen met 19 tegen 9 stemmen. Aan de orde is dan de watci - staatsbegr ooting. De heer LINDEYER (S.D.) klaagt over lange werktijden hij de stoom - bootdiensten op de Westerscheïde. De heer MICHIELS VAN KESSE- NICH (R.-K.) bepleit spoedige totstand koming van een weggeldbelasting. De heer DE GIJSELAAR (C.-H.) waarschuwt tegen aantasting van do autonomie der waterschappen. Spr. dringt wat laatstgenoemde kwestie betreft, eveneens op spoed aan. Hij gevoelt veel voor 't Engelsehe voorbeeld van een wegenfonds. Vervolgens besprak hij den water snood; hij acht het onjuist de schuld te schuiven op de waterschappen. Te gen de natuurkrachten is niets be stand. Spr. gelooft niet, dat de zaak ec door zou verbeteren als het Rijk ze ju handen neemt. Hij meent uat in geen land ter wereld alles zoo „safe" is als hier met drie groote watermonden. Elders leest men geregeld van vele slachtoffers, hier is niemand omgeko men. Laat men voorzichtig zijn, waar schuwde spr., met verandering in den toestand te brengen. De minister van, Waterstaat, de heer VAN DER VEGTE aritwoordt dat de heer Lindeijer z.i. geen juist denk beeld beeft gegeven van de werktijden bij de Westerscheïde. Hij bedoelde waarschijnlijk diensttijden van 1316 uur in plaats van werktijden. Spr. zegde toe deze kwestie in na dere overweging te nemen en zoo noo dig met Gedep. Staten in overleg te treden. Wat een rijksweggeldbelasting be treft, hij is er van overtuigd, dat deze er moet komen. Hoe spoediger hoe be ter, liefst nog dit jaar. De eerste stap is gezet. Met instemming heeft hij kennis ge nomen van de rede van jhr. de Gijse- iaar over den watersnood. Met het be staande systeem moet ook z.i. niet ge broken worden, dat is zijn ervaring die hij in de 7 weken van zijn bewind heeft gekregen (gelach). Alleen wil hij overwegen of toezicht op de auto nomie niet versterkt zou moeten wor den, De begrooting wordt goedgekeurd, evenals de begrootingen van het Zui- Jlerzeefonds voor 1926, en van het Staatsvisschershavenbedrijf te IJmui- den. Bij de begrooting van het Dept. van Arbeid, Handel en Nijverheid vraagt de heer AMELINK (A.-R.) toepassing van dê Arbeidswet ook voor kantoor-, winkel- en verplegingspersoneèl. De minister van Arbeid, PROF. SLO- TEMAKER DE BRUINE, is het met den vorigen spreker eens, dat invoe ring der Arbeidswet over de geheele linie normaal zou zijn. Maar de wetge ver heeft aangegeven, dat er een spe ciale kant aan de zaak is, wat betreft winkels, kantoren, verplegingsinrich- tingen, koffiehuizen. Hij moet zich hierbij door bepaalde factoren, laten leiden en verklaart bezig te zijn deze kwestie te bestudeeren. De begrooting wordt z. h. st. goedge keurd, evenals de begrooting van Koloniën. De vergadering wordt verdaagd tot Donderdag 11 uur voor regeling van werkzaamheden. KERK EN SCHOOL. NED. HERV KERK. Beroepen: Te Wommels, en te Hij- laard, F. W. Boers te Abbekerk. Aangenomen: Naar Linschoten, Bedankt: Voor Oudewater en Zeg veld, D. Plantihga. te Elburg. Voor Buiksloot, W. W. Siddré te Oude-We tering. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Zeist, J. v. d. Meulen te 's Hertogenbosch en J. L. v. d. Wolf te Kraiingen. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. F. Zant inga nam Zondag avond afscheid van de Geref. Kerk van Hoorn, met een predicatie over Filipp. i?2;a. Namens de gemeente werd de schei dende leeraar toegesproken door ouder ling D. L. Harms en namens de classis door Ds. F. C. van Dorp van Andijk. Ds. Zantinga werd toegezongen Es. 121:4. Het adres van Ds. Zantsnge, thans em. pred., is: Hilversum, Silenestr. 40. Eeroepingswerk te Groningen. De kerkelijke kiesyereeniging „De Goede Belijdenis" heeft in de vacature Ds. Pierson een viertal opgemaakt, be staande uit dé hoeren Ds.. Rutgers to Usselo, Ds. A. K. Sfcraatsma te Zand- voort, Ds. van Duinaa te Zaandam en Ds. ten Cat© te Vlissingetn. „Schrift en Belijdenis" heeft toege voegd aan dit viertal Ds. Raams te Rijs wijk en Ds. van Paassein te Zutfen. Het antwoord van Ds. van Duin. Ds. W. E. van Duin te Haarlemmer sneer h^eft de hem yoorgepgde verkla ring zoo men weet, niet wilie-n onder- teekenen. Volgens ds „Stand." heeft hij het volgende schriftelijk antwoord ingezon den. Wat de eerste en tweede vraag be treft wil ik hie.* herhalen, hetgeen ik u reeds een en andermaal mondeling me dedeelde ie. Ik heb geen bezwaar de eerste vraag te stellen aan de jongelui, die be lijdenis des geloofs wenscbam af te leg gen; 2e. mij is niets bekend vaia „die pro testvergadering" te Utrecht gehouden. Wei weet ik, dat te Utrecht zijn samen gekomen broeders, die zich bezwaard gevoelden door de besluiten der Asser Synode, om er over te beraadslagebn op welke wijze aan die bezwaren het best uiting zou kunnen wordèn gegeven en dat uitsluitend in den ordelijken weg met vermijding van alles, wat naar re volutie zweemt. Ofschoon ik nu niet weef, welk recht u meent te hebben, mij een dergelijke vraag voor te leggen die wel wat aan de inquisitie doet den ken, wil ik niettemin hierbij verklaren, dat, indien u deze vergadering bedoelt, ik daarbij metterdaad aanwezig ben geweest. In antwoord op de derde vraag deel ik u voorts mede, dat ik er heèl niet op sta, mijn bezwaren in een mede door anderen onderteekend schrijven ken baar te maken. Anderzijds evenwel mag ik mjj het recht niet laten pintzeggen, om op de kerkelijke versieringen (kerkeraad, classis, Synode) mijn bezwaren in te brengen, en ben ik van oordeel, dat u allerminst van mij moogfc eischem, dat ik mij onvoorwaardelijk behoor neer te leeg gen bij de besluiten van de Asser Synode. Intusschen ben ik het van harte met u eens, dat wij alles, wat tot zondige oneenigheid aanleiding zou kunnen ge ven om 's Heeren- en der gemeentewil dienen te vermijden. In verband met uw vierde vraag zou een lang betoog zijn op te zetten over het z.g. imperatief mandaat, waarover Pr. F. L. Rutgers eeii3 schreef (Kerk Adv., deel I, biz. 298): „Dat er classical© en synodale ver gaderingen worden gehouden is reeds een bewijs, dat ons kerkverbamd geen imperatief mandaat wil". Ik meen dat hier echter achterwege te kunneiLi laten en alleen te moeten her irunerqn aan de zinspreuk van Groen van Prinsterer .of liever nog aan het geen God Zelf ons zegt door den mond van den Heiligen Apostel Paulus: „Gij zijt duur gekocht, wordt geen dienst knechten der menschen". Mijn antwoord op uw laatste vraag luidt dan ook: Aan die eventueel te de zer zake door den kerkeraad te nemem besluiten, beloof ik mg te houden, mits ik daardoor niet genoodzaakt zal wor den,^ iets tegen mijn geweten te doen. Bij al uw beraadslagingen bid ik u toe de leiding des Heiligen Geestes. Met brcedergroeten en heiioede, (w. g.) W. E. VAN DUIN. Ds. van Duin zal in beroep gaan bijl ide classis Haarlem. Ds. J. Gispen. Na een afwezigheid van bijlna eien half jaar__November j.l1. vertrokken hij em zijn echtgemoote naar Zwitserland tot herstel van gezondheid keerde Dims dagmiddag, Ds. J. Gispen, Geref. pre dikant te Groningen, terug. Aan het station waren ter begroe ting aanwezig, de drie atndere Geref. predikanten, een commissie uit de le den der kerk, wonende in de Ooster- wijk en eenige vrienden. Ds. Gispen hoopt Zondag weer voor de gemeente op te treden. Pensioenraad der Ned. Herv. Kerk. Het met 1 Januari in werking getre den pensioenfonds ten behoeve van pre dikanten der Ned. Herv. Kerk onder vindt zooveel deelname, dat reeds thans ruim acht honderd (810) deelnemers zijn ingeschreven. Aangezien in dien tusscbentijd reeds predikanten zijn overleden, die lid wa ren, zullen straks de nabestaanden de zegenrijke werking van het pensioen fonds (weduwen- en weezenpensioen) mo gen ondervinden. Bond van Vereen, voor Ckr. M. en Voorber. H. O. Onder presidium van oud-Minister Mr V. H. Rutgers, kwam de bond van Ver. voor Chr. M. en Voorb. H.O. gisteren in het Jaarbeursgebouw te Utrecht in alge meene vergadering brjeein. Te 11 uur openae de voorzitter de vergadering met het lezen van Psalm 78 ein gebed, waarna hij een kort woord van welkom sprak. Hierna werd het jaarverslag behan deld, samengesteld door den directeur van het bureau. Mr. J. Terpstra. We ontleemein aan dit verslag, dat in het afgeloopen jaar het lyceum te Bus sum en d© 2de Chr. H. BI. S. te Den Haag zich bij den Bond ein ztjn Commis sie van Beroep aansloten. Op 31 Dec. j.l. waren aangesloten 29 vereeiiigingcin, waarvan 32 scholen uit gaan, nJ. 17- H. B. S.f 7 Gymlnasia en 8 Lycea. Voor 29 scholen trad de Bond in 1925 als borg bij de regeering op. De Commissie voor de opleiding is met haar werkzaamheden nog niet ge reed gekomen. De commissie voor eigen leerboeken heeft een enquête bij de aangesloten scholen ingesteld en hoopt FEUILLETON. Fox 25) Hun denkbeelden zelfs waren hard als metaal, en bewogen zich langs nau we lijnen, evenals de stoomwagens langs de ijzeren sporen, maar niet zoo snel. Zij hadden ongeveer dertig jaren te samen in hun handel gezwoegd en hadden geen andoren prikkel dan om geld bijeen te schrapen en dat op inte rest uit te zetten. Deze prikkel was zoo sterk en alver mogend, dat hij Inderdaad in zeker opzicht den weg tot fortuin voor hen had beperkt en verengd, want zij spaar den eiken stuiver om hem te kunnen uitzetten, en hielden niet meer over dan even genoeg was om hun zaak op een bekrompen voet voort te zetten; zij namen een lang cvediet om het geld, waarmede zij hun inkoopen vol doen moesten, zooveel te langer te kunnen laten uitstaan. Zoodanig waren de twee veelbelo vende schuldeischers van Flamstead. die, toen elk beschaafd en verstandig mensch tevreden was met zijn voor slagen, niet tevreden waren. Zij had den zich ongerust gemaakt; het ge heele land was in onrust; eiken dag las men in de nieuwsbladen de bijzon derheden van faillissementen, van yerkoopingen van landerijen voor schuld, en zij hadden slechts één denk beeld van zekerheid: om met hunne oogen te zien en met hunne handen te tasten hun geld! Dientengevolge verliepen er slechts weinige dagen nadat Mr. Henry Flam- stead een samenkomst met z'n schuld eisckers, en daaronder ook Ned en Pe ter, gehad had of deze beide waarlige personen verschenen nogmaals op het kaste(d en zeiden dat zij zich nog eens bedacht hadden en dat zii liever hun geld wilden hebben. De waarheid was echter, dat dit hun eerste en eenige gedachte geweest was, maar zij had den die niet durven uiten in de tegen woordigheid van zoovele aanzienlijke en eerwaardige personen; want zij hadden vrees voor verstandiger en hooger geplaatste lieden. Ook is het mogelijk, dat zij vreesden dat, zoo zij eenigen onwil toonden, de ze zich zou verspreiden en allen even angstig zou maken als zij zelve waren dat een ander zou betaald worden vóór hen: dan zou er een gegrabbcl ontstaan, dientengevolge een verdee ling', en dan zouden zij slechts eon ge deelte, in plaats van de voldoening hunner geheele vordering bekomen. Daarom gingen zij, met dezelfde ge dachte bezield, stil heen en kwamen even stil terug, blijde zoo zij hun geld ontvingen. Mr. Flamstead antwoordde hen, dat. zoo zij er op aandrongen, zij het zou den hebben, maar als zij bekend wa ren met den stand der geldmarkt, moesten zij begrijpen dat hij niet in eens zelf over die som kon beschik ken tenzij op de drukkendste voor waarden, en derhalve klaarblijkelijk nadeelig voor de zekerheid op de lan derijen voor de andere partijen. Zij mcesten dus wachten tot den tijd bij de obligatie bepaald, zes maanden na de opzegging. Even onbekend met alle vormen in zoodanige zaken, als hebzuchtig, zei den zij dat het terstond moesten heb ben. De omstandigheden, beweerden zij, maakten alle vormen nutteloos en rechtvaardigden hun eisch om ter stond betaald te worden. Mr. Flam stead bleef standvastig bij zijn weige ring. en kon ook onmogelijk anders handelen, maar bood hun aan. zoo zij te weinig vertrouwen stelden in zijn beloften, hun hypotheek te geven op een nagenoeg onbezwaard stuk land. Dit strookte echter geenszins met hun oogmerken. Zij verklaarden, dat ,zij niet wisten wat niet, wat wel be zwaard was; zij wisten slechts dat 'n gedeelte van zijn schuld op de lande rijen gevestigd was, en voor zoover hun bekend was, waren die bezwaard boven hare waarde. 3ij schenen nog angstiger ie worden bij het aanbod van hypotheek, als v. are het slechts een middel om hen in de gemeenschappelijke belangen der andere schuldeischers ie wikkelen. Zij ^vreesden bij zich zeiven, dat elk. even als zij, op den dag der bijeen komst slechts voorgegeven had tevre den te zijn, met het geheime doel om op de bezitting neder te vallen en to zorgen vóór de overigen geholpen te worden; hun liedje was derhalve: „wij moeten ons geld hebben." Mr. Flamstead zag zich onverwachts door deze beide domme en koppige knapen in een zeer moeilijken toe stand geplaatst. Zoo hij een uiterste poging waagde en deze menschen be taalde, zou het rondom uitgetrompet worden, en het gevolg er van zoude zijn in deze tijden van koortsige on rust, dat 'n algemeene panische schrik de groote schuldeischers zou bevan gen en daaruit bankroet en volslagen ondergang voortkomen. Weigerde hij, dan was geen gerin ger gevaar van hun luide ontevreden heid te vreezen. Hij sloeg daarom den middenweg in, stelde hun voor zijn procureur te gaan spreken en diens raad in te winnen, wat beter was, zoo dra mogelijk te betalen of na verloop van zes maanden. Zij echter bleven onbewegelijk op hun stoelen zitten en zeiden dat zij niet heengingen zonder geld. Uren verliepen, niettegenstaan de Mr. Flamstead hun zeide, dat hij die som niet in huis had en geen geld kon maken; weshalve het onmogelijk was hen nu terstond te voldoen. Daar op begon Peter Snape schamper te la chen en kreeg een aanval van geestig heid. AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 29 April 1926. Het is een klein land, dat zijn groo te mannen niet. weet te eeren. Zoo is het te verstaan dat vandaag, nu het 250 jaar geleden is dat de grootste van Holland's admiralen voor het vaderland liet leven liet, de ver diensten van Michiel de Ruyter wor den herdacht. Een groot man was De Ruyter. Groot in zijn koopmanschap, groot in zijn liefde voor het vaderland, groot in zijn strijd voor de vrijheid en de veiligheid van zijn land, groot ook in zijn godsvrucht. Daarom breng ik hier in herinne ring het heldendicht van Brandt: Aanschouw den heldt, der Staten rechterhandt, De redder van "t vervallen VaöerlanJt Die in één jaar twee groote Koningkrijkcn. Tot drymael toe, de trotze vlagh dêe stryken Het roer der vloot en darm daar Godt door strêe. Door hem herleeft de vryheit en de vree. OBSERVATOR. .dit jaar nog mat haar rapport gereed te komen. Het financieel versia'g wijst eetn eind cijfer aan van f 4002. Er is eem batig saldo van f 1978. De jaarverslagen werden zonder dis cussie goedgekeurd. Besloten werd de contributie voor 1926 te bepalen op i-9 per klas tot een maximum van f 90 per school. Het bestuur der Chr. H. B. S. te Gro ningein, stelde voor, dat het bestuur van den Bond bij de Regeering gedaan zou trachten te krjjgena. dat de voor schotten op de te ontvangen subsidie renteloos zullen zijin; en b., dat ook reis- en vergader kosten voor subsidie in aan merking komen. Na eesnig© discussie werd het eerste deel van het voorstel aangenomen en het tweede deel verwor pen. Als bestuursleden werden herkozen Ds. A. W. Ippius Fockens, van Hem men, de heer P. Keulemans van Am sterdam, en de heer K. van Sevemhoven van Stadskanaal. In de middagvergadering sprak Prof. Cr. Z. W. Snel Ier van Rotterdam over: „Het geschiedenisonderwijs aan onze Chr. H. B. S., Gypinasia en Lycea". De Kerk en de sociale qaaestie. Dee aartsbisschop van Canterbury heeft, als hoofd van de Anglicaansebê Kerk, naar aanleiding van de groote crisis in de mijnindustrie, den volgenden gebedsoproep tot alle bisschoppen ge richt: „Gij zult, daarvan ben ik overtuigd, met mij medegevoelen, dat in de tegen woordige omstandigheden het volk in al onze kerken moet worden opgeroe; pen tot gemeenschappelijk gebed. Wij bidden, dat zij, op wie in ons sociaal en industrieel leven verajntwoordebjkheid rust, onder de leiding vam den Heiligen Geest van God bekwaam mogen worden gemaakt, om een ruim en algemeen be lang in het oog vattend uitzicht te ver krijgen in onze moeilijkheden, om meer op^ He algemeene noodem en voordeelen dan op die van volksgedeelten te letten en om een ieder te leeren niet slechts aan zijn eigen belang, maar ook aan het belang van anderen te denken. De grootste vrijheid moet naar mijn meening aam de plaatselijke geestelijk heid worden gelaten, indien zij slechts de gelegenheid bieden tot ernstig en gemeenschappelijk gebed, dat een wer kelijk rechtvaaraige en vredescheppen- de overeenkomst de uitkomst der tegen woordige discussies moge zijn. Bijbelvertaling in het Bulgaarsch. Als een gebeurtenis vain buitengewo ne© be teekenis wordt in Bulgarije de uitgave van den Bijbel in de nieuw-Bul- gaarsche taal' begroet. De regeerine: heeft besloten, dat de Bijbel in de staatsdrukkerij gratis zou worden gedrukt en gebonden. Het boek is een vertaling van den Russischen Bijbel, waarvan het O. T. uit het He- breeuwsch vertaald werd, terwijl het N. T. eveneens uit het Russisch ver taald, met den Griekscheu tekst is ver- e leken en overal gecorrigeerd is, waar e Russische vertaling niet correct of duidelijk was. „Men zou eenigen tijd geleden toch hebben gedacht" zeide bij, „dat gij geld maken kondet. En nu het noodig is, zoudt gij geen ellendige vijf hon derd pond kunnen betalen. Nu. nu, wij zullen zien wat ons te doen staat." Hierop verwijderden zij zich schoor voetend, en toen zii het einde der oprij laan naderden, keken zij angstig om, alsof zij werkelijk vreesden dat niet slechts Mr. Flamstead. maar zelfs het oude kasteel zou gaan loopen zoodra zij weg waren. Angstig was de nacht dien Henry Flamstead slapeloos doorbracht; rus teloos keerde hij zich op zijn leger heen en weer, bij de gedachte aan die beide verharde menschen. Zoo ge kweld en gepijnigd te zijn om vijf hon derd pond! De mijnen onder de opper vlakte zijner gronden waren meer dan twintig duizend waard! Met het aan breken van den dag stond hii op en reed naar zijn procureur! Deze ried hem, hen door beloften tevreden te stellen Hij kende hen wel. zeide hij. en durfde verzekeren, dat al de wel sprekendheid van Cicero zelfs niet het geringste uitstel van hen zou ver werven. Hun eenige gedachte, hun eenig begrip bepaalde zich hiertoe: dat zij hun geld moesten hebben en dat zij het zouden hebben. Hij gaf hem dus den raad hen te schrijven, dat zij zoodra mogelijk hun geld zouden ont vangen. IWordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5