NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 29 APRIL 1926
TWEEDE BLAD.
■STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
.Vergadering van g i s t er e n.
Interpellatie-Heemskerk.
Aan de orde is de behandeling van
het verzoek van den heer HEEMS
KERK om verlof tot het richten van
vragen tot den voorzitter van den
Raad van Ministers naar aanleiding
van het verzoek om ontslag van den
heer Van Royen als Minister van Oor
log, Minister van Marine a.i., en over
het optreden van den heer Lambooy
als zoodanig.
De VOORZITTER stelt voor, het ver
zoek toe te staan en de interpellatie
te houden na de behandeling van het
wetsontwerp tot wijziging van ver
schillende bepalingen van het zee
recht.
Conform besloten.
Stemmingen.
Aan de orde is de stemming over
de motie-J o e k e s, betreffende nade
re regeling van de pensioenen van de
vóór 1 Jan. 1920 gepensionneerde mi
litairen van het Indische leger, die
den leeftijd van 60 jaren hebben be
reikt. De motie wordt aangenomen
met 74 tegen 7 stemmen.
Aan de orde is de stemming van het
amendement-Cramer tot verminde
ring van onderaf deeling 1004 (verdere
kosten van de Indische Militaire Ma
rine) van Hoofdstuk I (uitgaven in Ne
derland) der Indische begrooting voor
1926 met f 1.3G5.000. Het amendement
wordt verworpen met 52 tegen 26stem-
men.
Hoofdstuk I wordt aangenomen met
60 tegen 20 stemmen (die der sociaal
democraten en van den heer L. de Vis
ser) nadat de heer Cramer (S.D.)
verklaard heeft, dat zijn fractie ge
meend heeft haar stem aan de begroo
ting te moeten onthouden, aangezien
deze nog niet de duidelijke teekenen
vertoont van verandering van koers
en de Minister niet welwillend gezind
is tegenover de Indische volksbewe
ging.
Vervolgens komt aan de orde de be
grooting van Suriname, welke kolonie
nog altijd met een tekort werkt, zon
der dat er uitzicht bestaat op afdoen
de verbetering. De regeering geeft
reeds een subsidie van 2.6 milliocn,
maar nu is er toch nog een tekort
vanf 319.815. Daarom is een slot-arti-
kel aan de begrooting toegevoegd, waar
bij dit bedrag wordt afgetrokken on
der het motief: te verminderen we
gens nadere bezuiniging op de uitga
ven.
Dat is natuurlijk heel mooi op pa
pier, maar als het nu niet bezuinigd
wordt of kan worden, dan zal men
toch moeten betalen. Als prikkel om
de inkomsten te vermeerderen en de
uitgaven te beperken kan het dienst
doen, maar voor de rest is het zelfbe
drog.
De Kamer voelt voor dit fiancieel
beleid niet veel en de heer SCHEURER
(A.-R.) heeft een amendement inge
diend, om dezen aftrekpost te schrap
pen. De geheele commissie van rap
porteurs 'is er voor, niettegenstaande
de minister aanneming ten sterkste
ontraadt. Wordt het heden aangeno
men, dan moet minister Koningsber
gen maar zien, hoe hij dit bedrag van
minister de Geer los krijgt. Het is een
vreemde geschiedenis, een algeheele
herziening van de Surinaamsche fi
nanciën is dringend noodig.
EERSTE KAMER.
Vergadering va n gisteren
De Bioscoopwet.
De VOORZITTER deelt mee, dat de
Bioscoopwet Dinsdag 11 Mei in open
bare behandeling komt.
De begrooüngen.
Aan de orde is de begreoting van
binnenlandsche zaken en landbouw.
De heer VAN EMBDEN (V.D.) zou
wenschen, dat leden van de Provin
ciale Staten, die verhinderd zijn een
vergadering hij te wonen, waarin een
lid van de Eerste Kamer wordt be
noemd, hun stem schriftelijk zouden
kunnen uitbrengen.
Be heer HERMANS (S.D.) meent,
dat de tijd van de burgerwachten
voorbij is.
De heer WITTERT VAN HOOG
LAND (R.-K.) meent, dat het subsi
die aan de Nederlandsche groep van
de Interparlementaire Unie moet
worden verhoogd.
De heer WESTERDIJK (V.D.) pleit
voor de aanstelling van een directeur-
generaal van landbouw. Voor een com
missie van advies voelt hij zeer wei
nig.
MINISTER KAN antwoordt den heer
van Embden, dat in alle openbare li
chamen geldt: il faut payer de sa per-
sonne.
De waarde van de burgerwacht is
hooger, dan de heer Hermans meent.
Spreker zal de mogelijkheid van
verhooging van het subsidie voor de
groep Nederland van de Interparle
mentaire Unie ter sprake brengen, als
de groep anders haar verplichting
niet kan nakomen.
Een directeur-generaal van land
bouw acht spreker niet noodig.
De begrooting wordt zonder stem
ming aangenomen.
Aan de orde is vervolgens de on
der wij sbegrooting.
De heer DE ZEEUW (S.D.) waar
schuwt tegen verlaging van het on-
derwijspeil bij bezuinigingspogingen.
De heer VERKOUTEREN (C-H.)
wenscht meer steun aan arme kun
stenaars en mannen van talent.
De heer HAAZEVOET (R.-K.) be
pleit subsidieering voor het bijzonder
onderwijs aan zwakzinnigen en doof
stommen.
De heer SMEENGE (V.B.) wer.jcht
verbetering van de positie der nijver
heidsonderwijzers.
MINISTER WASZINK zegt, dac
eventueele voorstellen van de staats
commissie inzake lager onderwijs tie
vitale belangen van dat onderwijs niet
mogen aantasten. Wijziging van arti
kel 72 zal hij overwegen.
De begrooting wordt z. h. st. aange
nomen.
De mar ine-beg rooting wordt
aangenomen met 17 tegen 9 stemmen.
Bij de Oorlogs -begrooting
vraagt mevrouw POTHUIS—SMIT
steun voor de mobilisatie-slachtoffers,
nog vóór het zomerreces.
MINISTER LAMBOOY zal deze zaak
zoo spoedig mogelijk bij de volksver
tegenwoordiging aanhangig maken.
De oorlogsbegrooting wordt aange
nomen met 19 tegen 9 stemmen.
Aan de orde is dan de watci -
staatsbegr ooting.
De heer LINDEYER (S.D.) klaagt
over lange werktijden hij de stoom -
bootdiensten op de Westerscheïde.
De heer MICHIELS VAN KESSE-
NICH (R.-K.) bepleit spoedige totstand
koming van een weggeldbelasting.
De heer DE GIJSELAAR (C.-H.)
waarschuwt tegen aantasting van do
autonomie der waterschappen.
Spr. dringt wat laatstgenoemde
kwestie betreft, eveneens op spoed
aan.
Hij gevoelt veel voor 't Engelsehe
voorbeeld van een wegenfonds.
Vervolgens besprak hij den water
snood; hij acht het onjuist de schuld
te schuiven op de waterschappen. Te
gen de natuurkrachten is niets be
stand. Spr. gelooft niet, dat de zaak ec
door zou verbeteren als het Rijk ze ju
handen neemt. Hij meent uat in geen
land ter wereld alles zoo „safe" is als
hier met drie groote watermonden.
Elders leest men geregeld van vele
slachtoffers, hier is niemand omgeko
men. Laat men voorzichtig zijn, waar
schuwde spr., met verandering in den
toestand te brengen.
De minister van, Waterstaat, de heer
VAN DER VEGTE aritwoordt dat de
heer Lindeijer z.i. geen juist denk
beeld beeft gegeven van de werktijden
bij de Westerscheïde. Hij bedoelde
waarschijnlijk diensttijden van
1316 uur in plaats van werktijden.
Spr. zegde toe deze kwestie in na
dere overweging te nemen en zoo noo
dig met Gedep. Staten in overleg te
treden.
Wat een rijksweggeldbelasting be
treft, hij is er van overtuigd, dat deze
er moet komen. Hoe spoediger hoe be
ter, liefst nog dit jaar. De eerste stap
is gezet.
Met instemming heeft hij kennis ge
nomen van de rede van jhr. de Gijse-
iaar over den watersnood. Met het be
staande systeem moet ook z.i. niet ge
broken worden, dat is zijn ervaring
die hij in de 7 weken van zijn bewind
heeft gekregen (gelach). Alleen wil
hij overwegen of toezicht op de auto
nomie niet versterkt zou moeten wor
den,
De begrooting wordt goedgekeurd,
evenals de begrootingen van het Zui-
Jlerzeefonds voor 1926, en van het
Staatsvisschershavenbedrijf te IJmui-
den.
Bij de begrooting van het Dept. van
Arbeid, Handel en Nijverheid vraagt
de heer AMELINK (A.-R.) toepassing
van dê Arbeidswet ook voor kantoor-,
winkel- en verplegingspersoneèl.
De minister van Arbeid, PROF. SLO-
TEMAKER DE BRUINE, is het met
den vorigen spreker eens, dat invoe
ring der Arbeidswet over de geheele
linie normaal zou zijn. Maar de wetge
ver heeft aangegeven, dat er een spe
ciale kant aan de zaak is, wat betreft
winkels, kantoren, verplegingsinrich-
tingen, koffiehuizen. Hij moet zich
hierbij door bepaalde factoren, laten
leiden en verklaart bezig te zijn deze
kwestie te bestudeeren.
De begrooting wordt z. h. st. goedge
keurd, evenals de begrooting van
Koloniën.
De vergadering wordt verdaagd tot
Donderdag 11 uur voor regeling van
werkzaamheden.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV KERK.
Beroepen: Te Wommels, en te Hij-
laard, F. W. Boers te Abbekerk.
Aangenomen: Naar Linschoten,
Bedankt: Voor Oudewater en Zeg
veld, D. Plantihga. te Elburg. Voor
Buiksloot, W. W. Siddré te Oude-We
tering.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Zeist, J. v. d. Meulen
te 's Hertogenbosch en J. L. v. d.
Wolf te Kraiingen.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Ds. F. Zant inga nam Zondag
avond afscheid van de Geref. Kerk van
Hoorn, met een predicatie over Filipp.
i?2;a.
Namens de gemeente werd de schei
dende leeraar toegesproken door ouder
ling D. L. Harms en namens de classis
door Ds. F. C. van Dorp van Andijk.
Ds. Zantinga werd toegezongen Es.
121:4.
Het adres van Ds. Zantsnge, thans
em. pred., is: Hilversum, Silenestr. 40.
Eeroepingswerk te Groningen.
De kerkelijke kiesyereeniging „De
Goede Belijdenis" heeft in de vacature
Ds. Pierson een viertal opgemaakt, be
staande uit dé hoeren Ds.. Rutgers to
Usselo, Ds. A. K. Sfcraatsma te Zand-
voort, Ds. van Duinaa te Zaandam en
Ds. ten Cat© te Vlissingetn.
„Schrift en Belijdenis" heeft toege
voegd aan dit viertal Ds. Raams te Rijs
wijk en Ds. van Paassein te Zutfen.
Het antwoord van Ds. van Duin.
Ds. W. E. van Duin te Haarlemmer
sneer h^eft de hem yoorgepgde verkla
ring zoo men weet, niet wilie-n onder-
teekenen.
Volgens ds „Stand." heeft hij het
volgende schriftelijk antwoord ingezon
den.
Wat de eerste en tweede vraag be
treft wil ik hie.* herhalen, hetgeen ik u
reeds een en andermaal mondeling me
dedeelde
ie. Ik heb geen bezwaar de eerste
vraag te stellen aan de jongelui, die be
lijdenis des geloofs wenscbam af te leg
gen;
2e. mij is niets bekend vaia „die pro
testvergadering" te Utrecht gehouden.
Wei weet ik, dat te Utrecht zijn samen
gekomen broeders, die zich bezwaard
gevoelden door de besluiten der Asser
Synode, om er over te beraadslagebn
op welke wijze aan die bezwaren het
best uiting zou kunnen wordèn gegeven
en dat uitsluitend in den ordelijken weg
met vermijding van alles, wat naar re
volutie zweemt. Ofschoon ik nu niet
weef, welk recht u meent te hebben,
mij een dergelijke vraag voor te leggen
die wel wat aan de inquisitie doet den
ken, wil ik niettemin hierbij verklaren,
dat, indien u deze vergadering bedoelt,
ik daarbij metterdaad aanwezig ben
geweest.
In antwoord op de derde vraag deel
ik u voorts mede, dat ik er heèl niet
op sta, mijn bezwaren in een mede door
anderen onderteekend schrijven ken
baar te maken.
Anderzijds evenwel mag ik mjj het
recht niet laten pintzeggen, om op de
kerkelijke versieringen (kerkeraad,
classis, Synode) mijn bezwaren in te
brengen, en ben ik van oordeel, dat u
allerminst van mij moogfc eischem, dat
ik mij onvoorwaardelijk behoor neer te
leeg gen bij de besluiten van de Asser
Synode.
Intusschen ben ik het van harte met
u eens, dat wij alles, wat tot zondige
oneenigheid aanleiding zou kunnen ge
ven om 's Heeren- en der gemeentewil
dienen te vermijden.
In verband met uw vierde vraag zou
een lang betoog zijn op te zetten over
het z.g. imperatief mandaat, waarover
Pr. F. L. Rutgers eeii3 schreef (Kerk
Adv., deel I, biz. 298):
„Dat er classical© en synodale ver
gaderingen worden gehouden is reeds
een bewijs, dat ons kerkverbamd geen
imperatief mandaat wil".
Ik meen dat hier echter achterwege
te kunneiLi laten en alleen te moeten her
irunerqn aan de zinspreuk van Groen
van Prinsterer .of liever nog aan het
geen God Zelf ons zegt door den mond
van den Heiligen Apostel Paulus: „Gij
zijt duur gekocht, wordt geen dienst
knechten der menschen".
Mijn antwoord op uw laatste vraag
luidt dan ook: Aan die eventueel te de
zer zake door den kerkeraad te nemem
besluiten, beloof ik mg te houden, mits
ik daardoor niet genoodzaakt zal wor
den,^ iets tegen mijn geweten te doen.
Bij al uw beraadslagingen bid ik u
toe de leiding des Heiligen Geestes.
Met brcedergroeten en heiioede,
(w. g.) W. E. VAN DUIN.
Ds. van Duin zal in beroep gaan bijl ide
classis Haarlem.
Ds. J. Gispen.
Na een afwezigheid van bijlna eien half
jaar__November j.l1. vertrokken hij
em zijn echtgemoote naar Zwitserland tot
herstel van gezondheid keerde Dims
dagmiddag, Ds. J. Gispen, Geref. pre
dikant te Groningen, terug.
Aan het station waren ter begroe
ting aanwezig, de drie atndere Geref.
predikanten, een commissie uit de le
den der kerk, wonende in de Ooster-
wijk en eenige vrienden.
Ds. Gispen hoopt Zondag weer voor
de gemeente op te treden.
Pensioenraad der Ned. Herv. Kerk.
Het met 1 Januari in werking getre
den pensioenfonds ten behoeve van pre
dikanten der Ned. Herv. Kerk onder
vindt zooveel deelname, dat reeds thans
ruim acht honderd (810) deelnemers
zijn ingeschreven.
Aangezien in dien tusscbentijd reeds
predikanten zijn overleden, die lid wa
ren, zullen straks de nabestaanden de
zegenrijke werking van het pensioen
fonds (weduwen- en weezenpensioen) mo
gen ondervinden.
Bond van Vereen, voor Ckr. M. en
Voorber. H. O.
Onder presidium van oud-Minister Mr
V. H. Rutgers, kwam de bond van Ver.
voor Chr. M. en Voorb. H.O. gisteren in
het Jaarbeursgebouw te Utrecht in alge
meene vergadering brjeein. Te 11 uur
openae de voorzitter de vergadering
met het lezen van Psalm 78 ein gebed,
waarna hij een kort woord van welkom
sprak.
Hierna werd het jaarverslag behan
deld, samengesteld door den directeur
van het bureau. Mr. J. Terpstra.
We ontleemein aan dit verslag, dat in
het afgeloopen jaar het lyceum te Bus
sum en d© 2de Chr. H. BI. S. te Den
Haag zich bij den Bond ein ztjn Commis
sie van Beroep aansloten.
Op 31 Dec. j.l. waren aangesloten 29
vereeiiigingcin, waarvan 32 scholen uit
gaan, nJ. 17- H. B. S.f 7 Gymlnasia en
8 Lycea.
Voor 29 scholen trad de Bond in 1925
als borg bij de regeering op.
De Commissie voor de opleiding is
met haar werkzaamheden nog niet ge
reed gekomen. De commissie voor eigen
leerboeken heeft een enquête bij de
aangesloten scholen ingesteld en hoopt
FEUILLETON.
Fox
25)
Hun denkbeelden zelfs waren hard
als metaal, en bewogen zich langs nau
we lijnen, evenals de stoomwagens
langs de ijzeren sporen, maar niet zoo
snel. Zij hadden ongeveer dertig jaren
te samen in hun handel gezwoegd en
hadden geen andoren prikkel dan om
geld bijeen te schrapen en dat op inte
rest uit te zetten.
Deze prikkel was zoo sterk en alver
mogend, dat hij Inderdaad in zeker
opzicht den weg tot fortuin voor hen
had beperkt en verengd, want zij spaar
den eiken stuiver om hem te kunnen
uitzetten, en hielden niet meer over
dan even genoeg was om hun zaak op
een bekrompen voet voort te zetten;
zij namen een lang cvediet om het
geld, waarmede zij hun inkoopen vol
doen moesten, zooveel te langer te
kunnen laten uitstaan.
Zoodanig waren de twee veelbelo
vende schuldeischers van Flamstead.
die, toen elk beschaafd en verstandig
mensch tevreden was met zijn voor
slagen, niet tevreden waren. Zij had
den zich ongerust gemaakt; het ge
heele land was in onrust; eiken dag
las men in de nieuwsbladen de bijzon
derheden van faillissementen, van
yerkoopingen van landerijen voor
schuld, en zij hadden slechts één denk
beeld van zekerheid: om met hunne
oogen te zien en met hunne handen
te tasten hun geld!
Dientengevolge verliepen er slechts
weinige dagen nadat Mr. Henry Flam-
stead een samenkomst met z'n schuld
eisckers, en daaronder ook Ned en Pe
ter, gehad had of deze beide waarlige
personen verschenen nogmaals op het
kaste(d en zeiden dat zij zich nog eens
bedacht hadden en dat zii liever hun
geld wilden hebben. De waarheid was
echter, dat dit hun eerste en eenige
gedachte geweest was, maar zij had
den die niet durven uiten in de tegen
woordigheid van zoovele aanzienlijke
en eerwaardige personen; want zij
hadden vrees voor verstandiger en
hooger geplaatste lieden.
Ook is het mogelijk, dat zij vreesden
dat, zoo zij eenigen onwil toonden, de
ze zich zou verspreiden en allen even
angstig zou maken als zij zelve waren
dat een ander zou betaald worden
vóór hen: dan zou er een gegrabbcl
ontstaan, dientengevolge een verdee
ling', en dan zouden zij slechts eon ge
deelte, in plaats van de voldoening
hunner geheele vordering bekomen.
Daarom gingen zij, met dezelfde ge
dachte bezield, stil heen en kwamen
even stil terug, blijde zoo zij hun geld
ontvingen.
Mr. Flamstead antwoordde hen, dat.
zoo zij er op aandrongen, zij het zou
den hebben, maar als zij bekend wa
ren met den stand der geldmarkt,
moesten zij begrijpen dat hij niet in
eens zelf over die som kon beschik
ken tenzij op de drukkendste voor
waarden, en derhalve klaarblijkelijk
nadeelig voor de zekerheid op de lan
derijen voor de andere partijen. Zij
mcesten dus wachten tot den tijd bij
de obligatie bepaald, zes maanden
na de opzegging.
Even onbekend met alle vormen in
zoodanige zaken, als hebzuchtig, zei
den zij dat het terstond moesten heb
ben. De omstandigheden, beweerden
zij, maakten alle vormen nutteloos en
rechtvaardigden hun eisch om ter
stond betaald te worden. Mr. Flam
stead bleef standvastig bij zijn weige
ring. en kon ook onmogelijk anders
handelen, maar bood hun aan. zoo zij
te weinig vertrouwen stelden in zijn
beloften, hun hypotheek te geven op
een nagenoeg onbezwaard stuk land.
Dit strookte echter geenszins met
hun oogmerken. Zij verklaarden, dat
,zij niet wisten wat niet, wat wel be
zwaard was; zij wisten slechts dat 'n
gedeelte van zijn schuld op de lande
rijen gevestigd was, en voor zoover
hun bekend was, waren die bezwaard
boven hare waarde.
3ij schenen nog angstiger ie worden
bij het aanbod van hypotheek, als
v. are het slechts een middel om hen
in de gemeenschappelijke belangen der
andere schuldeischers ie wikkelen.
Zij ^vreesden bij zich zeiven, dat elk.
even als zij, op den dag der bijeen
komst slechts voorgegeven had tevre
den te zijn, met het geheime doel om
op de bezitting neder te vallen en to
zorgen vóór de overigen geholpen te
worden; hun liedje was derhalve: „wij
moeten ons geld hebben."
Mr. Flamstead zag zich onverwachts
door deze beide domme en koppige
knapen in een zeer moeilijken toe
stand geplaatst. Zoo hij een uiterste
poging waagde en deze menschen be
taalde, zou het rondom uitgetrompet
worden, en het gevolg er van zoude
zijn in deze tijden van koortsige on
rust, dat 'n algemeene panische schrik
de groote schuldeischers zou bevan
gen en daaruit bankroet en volslagen
ondergang voortkomen.
Weigerde hij, dan was geen gerin
ger gevaar van hun luide ontevreden
heid te vreezen. Hij sloeg daarom den
middenweg in, stelde hun voor zijn
procureur te gaan spreken en diens
raad in te winnen, wat beter was, zoo
dra mogelijk te betalen of na verloop
van zes maanden. Zij echter bleven
onbewegelijk op hun stoelen zitten en
zeiden dat zij niet heengingen zonder
geld. Uren verliepen, niettegenstaan
de Mr. Flamstead hun zeide, dat hij
die som niet in huis had en geen geld
kon maken; weshalve het onmogelijk
was hen nu terstond te voldoen. Daar
op begon Peter Snape schamper te la
chen en kreeg een aanval van geestig
heid.
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 29 April 1926.
Het is een klein land, dat zijn groo
te mannen niet. weet te eeren.
Zoo is het te verstaan dat vandaag,
nu het 250 jaar geleden is dat de
grootste van Holland's admiralen voor
het vaderland liet leven liet, de ver
diensten van Michiel de Ruyter wor
den herdacht.
Een groot man was De Ruyter.
Groot in zijn koopmanschap, groot
in zijn liefde voor het vaderland, groot
in zijn strijd voor de vrijheid en de
veiligheid van zijn land, groot ook in
zijn godsvrucht.
Daarom breng ik hier in herinne
ring het heldendicht van Brandt:
Aanschouw den heldt, der Staten
rechterhandt,
De redder van "t vervallen VaöerlanJt
Die in één jaar twee groote
Koningkrijkcn.
Tot drymael toe, de trotze vlagh dêe
stryken
Het roer der vloot en darm daar Godt
door strêe.
Door hem herleeft de vryheit en de
vree.
OBSERVATOR.
.dit jaar nog mat haar rapport gereed
te komen.
Het financieel versia'g wijst eetn eind
cijfer aan van f 4002. Er is eem batig
saldo van f 1978.
De jaarverslagen werden zonder dis
cussie goedgekeurd.
Besloten werd de contributie voor
1926 te bepalen op i-9 per klas tot
een maximum van f 90 per school.
Het bestuur der Chr. H. B. S. te Gro
ningein, stelde voor, dat het bestuur van
den Bond bij de Regeering gedaan zou
trachten te krjjgena. dat de voor
schotten op de te ontvangen subsidie
renteloos zullen zijin; en b., dat ook reis-
en vergader kosten voor subsidie in aan
merking komen. Na eesnig© discussie
werd het eerste deel van het voorstel
aangenomen en het tweede deel verwor
pen.
Als bestuursleden werden herkozen
Ds. A. W. Ippius Fockens, van Hem
men, de heer P. Keulemans van Am
sterdam, en de heer K. van Sevemhoven
van Stadskanaal.
In de middagvergadering sprak Prof.
Cr. Z. W. Snel Ier van Rotterdam over:
„Het geschiedenisonderwijs aan onze
Chr. H. B. S., Gypinasia en Lycea".
De Kerk en de sociale qaaestie.
Dee aartsbisschop van Canterbury
heeft, als hoofd van de Anglicaansebê
Kerk, naar aanleiding van de groote
crisis in de mijnindustrie, den volgenden
gebedsoproep tot alle bisschoppen ge
richt:
„Gij zult, daarvan ben ik overtuigd,
met mij medegevoelen, dat in de tegen
woordige omstandigheden het volk in
al onze kerken moet worden opgeroe;
pen tot gemeenschappelijk gebed. Wij
bidden, dat zij, op wie in ons sociaal en
industrieel leven verajntwoordebjkheid
rust, onder de leiding vam den Heiligen
Geest van God bekwaam mogen worden
gemaakt, om een ruim en algemeen be
lang in het oog vattend uitzicht te ver
krijgen in onze moeilijkheden, om meer
op^ He algemeene noodem en voordeelen
dan op die van volksgedeelten te letten
en om een ieder te leeren niet slechts
aan zijn eigen belang, maar ook aan
het belang van anderen te denken.
De grootste vrijheid moet naar mijn
meening aam de plaatselijke geestelijk
heid worden gelaten, indien zij slechts
de gelegenheid bieden tot ernstig en
gemeenschappelijk gebed, dat een wer
kelijk rechtvaaraige en vredescheppen-
de overeenkomst de uitkomst der tegen
woordige discussies moge zijn.
Bijbelvertaling in het Bulgaarsch.
Als een gebeurtenis vain buitengewo
ne© be teekenis wordt in Bulgarije de
uitgave van den Bijbel in de nieuw-Bul-
gaarsche taal' begroet.
De regeerine: heeft besloten, dat de
Bijbel in de staatsdrukkerij gratis zou
worden gedrukt en gebonden. Het boek
is een vertaling van den Russischen
Bijbel, waarvan het O. T. uit het He-
breeuwsch vertaald werd, terwijl het
N. T. eveneens uit het Russisch ver
taald, met den Griekscheu tekst is ver-
e leken en overal gecorrigeerd is, waar
e Russische vertaling niet correct of
duidelijk was.
„Men zou eenigen tijd geleden toch
hebben gedacht" zeide bij, „dat gij
geld maken kondet. En nu het noodig
is, zoudt gij geen ellendige vijf hon
derd pond kunnen betalen. Nu. nu, wij
zullen zien wat ons te doen staat."
Hierop verwijderden zij zich schoor
voetend, en toen zii het einde der oprij
laan naderden, keken zij angstig om,
alsof zij werkelijk vreesden dat niet
slechts Mr. Flamstead. maar zelfs het
oude kasteel zou gaan loopen zoodra
zij weg waren.
Angstig was de nacht dien Henry
Flamstead slapeloos doorbracht; rus
teloos keerde hij zich op zijn leger
heen en weer, bij de gedachte aan die
beide verharde menschen. Zoo ge
kweld en gepijnigd te zijn om vijf hon
derd pond! De mijnen onder de opper
vlakte zijner gronden waren meer dan
twintig duizend waard! Met het aan
breken van den dag stond hii op en
reed naar zijn procureur! Deze ried
hem, hen door beloften tevreden te
stellen Hij kende hen wel. zeide hij.
en durfde verzekeren, dat al de wel
sprekendheid van Cicero zelfs niet
het geringste uitstel van hen zou ver
werven. Hun eenige gedachte, hun
eenig begrip bepaalde zich hiertoe:
dat zij hun geld moesten hebben en
dat zij het zouden hebben. Hij gaf hem
dus den raad hen te schrijven, dat zij
zoodra mogelijk hun geld zouden ont
vangen.
IWordt vervolgd