CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN 7d» JAARGANG DINSDAG 20 APRIL 1926 NUMMER 1801 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Git nu«r lieslaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. V Naar het herstel? Op de middenstandszorgen, en dat zijn zorgen die met de moeilijkheden waarmede men in andere kringen te worstelen heeft nauw verband houden hebben wij reeds meer dan eens de aandacht gevestigd De klacht over de nog steeds aan houdende economische depressie is algemeen. Er wordt weinig omgezet en door- dol het slechts met kunst- en vlieg werk gelukt de zaken loopende te houden, is de winst die gemaakt wordt in vele gevallen te gering. Natuurlijk zijn er gunstige uitzon deringen, maar dat zijn dan ook uit zonderingen die den regel bevestigen. En op verbetering schijnt mede ook door de onrustbarende toename van het aantal middenstanders, wei nig kans te zijn. Toch, hoe ernstig de toestand ook mag zijn, er vallen ook enkele gun stige verschijnselen op te merken. De laatste gepubliceerde middelen- staat b.v. bevat enkele hoopvolle en moedgevende aanwijzingen. Wanneer men een vergelijking maakt met Maart 1924 en rekening houdt met de sinds dien tijd ingevoer de nieuwe belastingen dan blijkt er een meerdere opbrengst te zijn van ruim f 6 millioen. En ook al laat men een bedrag van ongeveer een half millioen dat de al tijd grillige successiebelasting meer opleverde buiten beschouwing, dan blijkt er toch nog een beduidende vooruitgang te zijn, die wijst op een langzaam herstel van 't economische leven. Deze indruk wordt eenigermate ver sterkt, wanneer rekening wordt ge houden met de factoren die tot dezen vooruitgang meewerkten. De invoerrechten b.v. gingen niet onbelangrijk omhoog en ook de loods gelden en de statistiekrechten maak ten een goed figuur, verschijnselen die wijzen op een gunstige ontwikke ling van het handelsverkeer. Men moet met het trekken van con clusies uit deze cijfers voorzichtig zijn. Zelfs voor de meest ervaren econo men en financiers is 't ver van gemak kelijk de sprake van deze cijfers te verstaan. Maar tegehover de schaduwzijden in het economische leven, waarop wij meer dan eens de aandacht vestig de willen wij toch ook deze kleine lichtpunten niet uit het oog verliezen. iMoge veler verwachting, dat wij hier te doen hebben met cijfers die wijzen op een voortgaand economisch herstel, juist blijken. STADSNIEUWS. BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 - Het T. B. C.-Museum. Gistermiddag half vijf is in de Klei ne Stadsgehoorzaal door Dr. J. Brui ning het reizend museum van de ver- eeniging tot bestrijding van de tuber culose geopend. Aanwezig waren bij deze plechtig heid o.fn.: eenige hoogleeraren der medische faculteit, geneesheeren, le den der Gezondheidscommissie en de directeur van den gemeentelijken ge neeskundigen dienst, dr. Horst. Dé spreker wees er op, dat de be strijding der T. B. C. als volksziekte nog van betrekkelijk recenten datum is; zij is pas mogelijk gewordeft door de ontdekking der 'tuberkelbacil in 1881 door Koch. Deze ziekte treedt in verschillende vormen op; als tering, maar ook als minder ernstige, geneeslijke longaan doeningen. Het is in den meest letterlijken zin des woords een algemeene ziekte; voor hun 15de jaar komen alle mcnsclien met deze besmetting in aanraking, doch bij de groote meerderheid heeft dit geen gevolg. De bestrijding der ziekte moet zich allereerst richten op voorkomen der besmetting, vervolgens op behandeling der ziekte, waar ze optreedt en vooral als ze nog in het beginstadium is. Spr. wees in dit verband op de bui tenscholen en kindersanatoria, ook op de Vereeniging tot Bestrijding der Tu berculose, die in woord en geschrift deze inzichten tot gemeengoed tracht te maken. Op aanschouwelijke wijze doet dit liet reizend museum, dat reeds 20 jaar geleden hier ter stede is ten toongesteld en sindsdien belangrijk uitgebreid en verbeterd is. Ondanks de daling van het t.b.c.-cij- fer de laatste 30 jaar blijft de bestrij ding dezer ziekte urgent. Na dit openingswoord volgde de be zichtiging van het museum door de aanwezigen. De tentoonstelling die een bezoek over waard is, waartoe wij al onze lezers opwekken, bevat o.a.: verschillende preparaten van runder- en menschen- longen in gezonden en zieken toestand, verzorgingstoestellen voor t.b.c.-lijders, afbeeldingen van lighallen enz. Zeer belangwekkend was ook het contrast van twee kamers, waarvan de eene een alcoof bevatte, waarin de lijder sliep, de andere de slaapkamer na het bezoek der huisbezoekster vanwege de vereeniging tot bestrijding der t.b.c. Doch meh ga zelf kijken naar deze interessante tentoonstelling. Lezing Dr. B. H. Vos. Gisteravond hield Dr. B. H. V o s, van Hellendoorn, d eman die den hee- len gang der t.b.c.-bestrijding hier te lande heeft meegemaakt en de leider is van het grootste Nederlandsche Sa natorium, in den Foyer der Stadsge hoorzaal een lezing met lichtbeelden over: „De bestrijding der Tuberculose' Spr. begon met te wijzen op de groo te uitbreiding dezer ziekte. Met uitzon dering van hartgebreken en kanker sterven in ons land de meeste men- schen aan de t.b.c. Toch is veel van het leed, dat deze ziekte veroorzaakt vermijdbaar bij betere kennis van za ken. De meest bekende vorm van t.b.c. is die welke in de longen zetelt. Toch kan deze ziekte ook in andere lichaamsaee len optreden, b.v. in de gewrichten („beeneter"), in de klieren (z.g. klie ren), in de huid (lupus). 75 pet. der t. b. c. zetelt evenwel in de longen. De t.b.c. ontleent haar naam aan de tuberkels of knobbeltjes, die we op het lichaamsdeel, dat t.b.c. heeft kunnen waarnemen. Sinds 40, jaar weten we, dat de t.b.c. een levende ziektekiem heeft. De tuberkelbacil is door Robert Koch gezocht en gevonden. Al naar de plaats waar dezé bacil len zich vasthechten treden de ver schillende vormen, van t.b.c. op. De t.b.c. is niet zooals men ge woonlijk zegt een erfelijke ziekte, doch wel een besmettelijke ziekte. Dat de kinderen van t.b.c.-lijders veelal zelf ook deze ziekte hebhen, komt omdat ze deze ziekte door hun omgeving gekregen hebben. Aangebo ren t.b.c. komt wel voor, doch uiterst zelden; gewoonlijk wordt de besmet ting opgedaan door de levende smet stof ten gevolge van het hoesten en op geven der lijders aan longtuberculosc. De wijze waarop deze bacillen in het lichaam kunnen dringen, zijn velerlei, doch de meest voorkomende is door de ademhalingsorganen. De beste omstan digheden waaronder de t.b.c.-bacillen zich kunnen voortplanten zijn. vocht, duisternis en stilstaande lucht. De strijd tegen de t.b.c. moet dus al lereerst zijn een strijd tegen de slech te woning en voor betere huisvesting: voor huizen die droog zijn, waar het zonlicht toegang heeft en waar veel frissche lucht is. Andere omstandigheden die het weer standsvermogen der menschen klei ner maken en dus de vatbaarheid voor t.b.c. grooter zijn slechte voeding, ziekten die het weerstandsvermogen doen afnemen (b.v. griep), verdriet, zor gen, slechte en ongezonde gewoonten (b.v. het gebruik van alcoholhouden de dranken), ongezonde te langdurige en te zware arbeid. De strijd tegen de t.b.c. kan dus zijn een rechtstreeksche; vermijding van het besmettingsgevaar en een indirec te: de versterking van het weerstands vermogen. Deze twee wegen moeien tegelijk begaan worden. T.b.c. is een bij uitstek geneesbare ziekte. Een zeer groot aantal men schen herbergen t.b.c.-bacillen in hun lichaam, doch als wre deze ziekte her kenen is ze niet meer in het begin stadium, want ze is zeer moeilijk te herkennen. Voor genezing is noodig: rust, goede voeding, frissche lucht, nauwkeurige geneeskundige waarneming en behan deling en deze kan nergens beter ge schieden dat in een sanatorium. Na de pauze liet spr. een serie licht beelden- zien betreffende het sanato riumleven. Spr. wees er op, dat de ar beider niet in het sanatorium komt, omda hij t.b.c. heeft, maar omdat hij zijn eenige bezit, zijn arbeidsvermogen verloren heeft; daarom wordt hij pas daaruit ontslagen, als hij weer werken kan. Sanatoria zijn niet goedkoop, daarom heeft men naar goedkoopere middelen uitgezien: bij de groote ste den sanatoria als dagverblijven, voor de kinderen buitenscholen of zeehospi- tiën, zooals te Katwijk. De hoofdzaak is evenwel, dat men zich vroegtijdig onder behandeling stelt; daarom is eerste voorwaarde voor herstel de vroegtijdige herken ning dezer ziekte. Spr. kwam vervolgens tot de vraag: wat beteekent 't, t.b.c. te voorkomen?De besmetting geschiedt door de lijders aan open long-t.b.c., die de smetstof in hun omgeving verspreiden. Het komt er dus op aan, te zorgen, dat de ze lijders hun omgeving niet besmet ten. Daarom moet hun geleerd worden, dat hoesten een slechte gewoonte is, die zij ook in hun eigen belang moeten afleeren. De moeders moeten voorts hun kinderen leeren (en dit ook zeiven doen) nooit met ongewasschen handen aan tafel te gaan, zij moeten hun kinderen niet op den mond kus sen; messen, vorken enz. van lijders moeten ontsmet worden, slapen en om gaan met de wasch behoort op hygië nische wijze te geschieden. Deze dingen moeten in het gezin van de t.b.c.-lijders geleerd worden door vrouwen die daarvan hun vak ge maakt hebben: de door de Ned. Centr. Ver. tot-bestrijding van de t.b.c. opge leide huisbezoeksters. Zij moeten hun aandacht wijden aan den zieke, maar ook aan zijn vrouw, en de kinderen behooren onder toe zicht gesteld te worden van het con sultatiebureau. Dit is de rechtstreeksche bestrijding der t.b.c. De indirecte is de bestrijding der armoede, want welvaart is de grootste vijand van de t.b.c. Spr. heeft hedenmiddag een tournee gemaakt door de nieuwe arbeiderswij ken van Leiden, en het verheugt hem, dat in zijn gepoorteplaats zoo veel is tot stand gekomen op het ge bied der volkshuisvesting. De men schen moeten nu evenwel ook leeren die woningen goed te bewonen. Voorts moeten de menschen iets leerqn van de voedingswaarde der le vensmiddelen. Men beschouwt als „ver sterkende middelen" ^nelk en eieren, doch er zijn wel voor veel geringer prijs artikelen van veel meer voedings waard ete bekomen. Spr. wijst voorts op de noodzakelijk heid der reinheid, ook op den strijd te gen de kwakzalverij en tegen den alco hol. Wat dit laatste betreft is het op merkelijk, dat van de 1000 predikanten 57, van de 1000 bootwerkers 325, en van de 1000 kellners 357 aan t.b.c. sterven. Dit is da invloed van de alcohol. De Overheid heeft een taak inzake de bestrijding der t.b.c., allereerst de gemeentelijke, die zorgen moet voor goede volkshuisvesting en de plaatse lijke vereenigingen tot bestrijding der t.b.c. moet subsidieeren. De provinciale .Overheid bestrijkt weer een grooter veld, doch de aller voornaamste taak he^ft in dezen het Rijk .Dit moet den strijd over een zeer breede lijn voeren, allereerst door het subsidieeren van de vereenigingen die zich de bestrijding dezer ziekte ten doel stellen maar voorts ook door de wetgeving. De Rijksregeering moet zorgen voor een behoorlijke ziekteverzekering op dat ook menschen zonder kapitaal een behoorlijke' verpleging kunnen genie ten (veel goeds verricht 'hier reeds de Raad van Arbeid), .zij moet toezicht houden op het voedsel en den veesta pel en wettelijke bepalingen maken voor de hygiënische voorwaarden, waar onder de arbeiders in fabrieken en werkplaatsen werkzaam zijn; ook een goede werkloosheidsverzekering is cefi' krachtig middel in den strijd tegen de t.b.c. want er is niets dat zoozeer de armoede en dus de t.b.c.bevordert dan de vele in het arbeidersleven voorko mende werkloosheid. De t.b.c. als volksziekte kan verdwij nen en zal ook wel verdwijnen, aldus eindigde spr. zijn rede, maar dan wanneer we zullon hebben eer weerstandskrachtig volk, dat geen t.b.c. meer kan krijgen (applaus). Na korte pauze lichtte spr. een en ander nog met een zeer interessante serie lichtbeelden toe. Thirza en Talitha. Blijkens een in dit nummer voorko mende advertentie zullen morgen, Woensdagavond, de beide jongemeis- jesvereenigingen „Thirza" en „Tali tha" in de Nutszaal haar jaarfeest vieren. Wij wekken de ouders en verdere be langstellende gaarne op deze feestver- gadering bij te wonen. Het is voor bestuur en leden altoos aangenaam als er voor deze samen komsten eenige belangstelling getoond wordt. Ter bestrijding der onkosten heeft men een klein entreê geheven, maar dit kleine bedrag kan voor niemand een oorzaak zijn om weg te blijven. Laat morgenavond de Nutszaal stampvol wezen. Ds. Locher. Naar wij vernemen is de toestand van Ds. Locher, die in het diaconessen- huis een maagoperatie heeft onder gaan, bij voortduring goed. Ernstig ongeluk. Vanmorgen is op het terrein van de Lichtfabrieken de 34-jarige arbeider J. V., terwijl hij bezig was in het ketel huis klinkwerk te verrichten, waar schijnlijk doordat hij zijn evenwicht verloor van een 7 M. hooge stelling ge vallen. Hij bekwam een zware sche delbreuk en was terstond dood. De Geneesk. Dienst heeft het lijk naar de woning van den_ overledene gebracht. H laat een vrouw en 4 kin deren achter. Waarschuwing. De commissaris van politie alhier, geeft in overweging hij hem inlichtin gen in te winnen, alvorens in handels relatie te treden met Gerardus Fran- ciscus Kruifhooft geboren te Leiden, 12 Februari 1883, van beroep sigaren winkelier, wonende alhier L^nge Dief- steeg 11a. Hedennacht is door een hond een razzia gehouden onder de konijnen van een .bewoner van de Jan van Goy- er.kade alhier. Gistermiddag om 3 uur is de brandweer uitgerukt oïn een schoor steenbrand te bluschen ten huize van V. aan de Molenstraat. Hedenmorgen rukte de brandweer uit voor een binnenbrandje aan de Volmolengracht. Een der buren had evenwel reeds met een paar emmers water gébluscht, zoodat de brandweer weipig meer te doen had. Door de politie is aangehouden een mooie Duitsche herdershond, die door den eigenaar daar is terug te be komen. In de Stedelijke Werkinrichting zijn de vorige week opgenomen 221 volwassen personen en kinderen. BINNENLAND. De Koningin en de Prinses te Katwijk. Zaterdagmiddag maakten H. M. de Koingin en Prinses Juliana over het harde strand van de Wassenaarsclie Slag een fietstocht naar Katwijk aau Zee. Voor de oude Kerk stapten beiden af. De Koningin was spoedig door een groep kinderen omringd met wie zij zich zeer vriendelijk onderhield. Op den Boulevard vroeg H. M. eenigen Katwijkschen vrouwen naar den alge- meenen toestand in het dorp, vooral wat de visscherij bereft. De vrouwen antwoordden, dat de tijden thans slecht waren, waarop H. M. den wensch uit sprak, dat de haringvisscherij dan maar wat beter mocht zijn. Hiermede' stemden de vrouwen volkomen in.. Toen de hooge gasten daarna plaats namen in den gereedstaanden konink lijken auto, ging er een daverend „Hoe ra!" uit de aanwezigen op, welk ge juich door H. M. met blijden lach en vriendelijke buigingen werd beant woord. Nederlandsche textielarbeiders ia Duitschland. Te Enschede heeft een conferentie plaats gevonden tusschen het bestuur der Moderne Textielarbeidersorgahisa- tie „De Eendracht" en een hoofdbe stuurslid' der Duitsche Textieiarbti- dersorganisaties, waarin besloten werd maatregelen te. nemen tegen het be sluit der Duitsche werkgevers, om 4 op het loon te korten ook voor Neder landsche arbeiders, in Duitschland werkzaam, ten behoeve der werkloo- zenkas, doch waarvan door hen niet geprofiteerd kan worden. Deze maat regel was van terugwerkende kracht van 1 Jan. af. Gepensionneerden. Zaterdag heeft te Amsterdam het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond van Gepensionneerden verga derd. Besloten werd te trachten met de be staande bonden van gepensionneerden tot overeenstemming te geraken inza ke een algemeene actie. Intusschen zal een adres worden ge zonden aan de regeering en de volks vertegenwoordiging, terwijl een be spreking zal worden gehouden met de betrokken ministers en Kamerleden. Wettelijke maatregelen zullen worden gevraagd om zooveel mogelijk te voor zien in den schrijnenden noodtoestand en de onbillijke regeling der pensioe nen van de vóór 1920 gepensionneer den, zoowel van rijk, provincie als ge meente. Drente vooruit. Toen minister Kan in zijn dartele auto dezer dagen door de Drentsche dreven draafde, aldus onze R o 11., deed hij de wetenschap op, dat hier niet alleen mooie terreinen voor ten nisbanen zijn, maar dat Drente een toekomst heeft als landbouwprovincie. Daarvoor is echter ontginning der veenstreken noodig, weggraving van het veen om den kostbaren dalgrond in cultuur te brengen. Een nader ondferzoek is hiervoor niet noodig. De welvarende boerde rijen, welke men in de ontveende stre ken aantreft, bewijzen het voldoende. ADVERTENTIE-PRIJS Gewone' advertenties per regel 221/» cent Ingezonden Mededeelingen, dobbel tarieL Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. De Koningin en Prinses Juliana te Katwijk. Doouelijk ongeval te Leiden. De gemeenteraad van Hazerswonde handhaaft het vermenigvnldigingscijier van de plaatselijks inkomstenbelasting op 1. Twee kinderen te Borne verbrand. Buitenland. De Londensche metaalbewerkers hebben besloten een siemming over de staking uit te schrijven. Engelsch-Italiaansche onderhande lingen betreffende Abessynië. Nieuwe bemiddelingspogingen van Baldwin in het Britsche mijnconflict. Frankrijk zou voornemens zijn een offensief in Syrië te beginnen. ifittarwiÉ Wel is een ernstig onderzoek noodig om een plan te ontwerpen, hoe die af graving op de minst kbstbare en doel matigste wijze kan geschieden. Dat is een probleem op zich zelf. De turf moet weg; maar hoe en waartoe zal ze dienen? Is het voordeelig een Electrische Centrale in Drente te stichten, welke met turf gestookt wordt? Moet de afvoer vau turf door goed koop transport bevorderd worden, op dat de lagfe prijs totkoopen nopen zal? Deze en dergelijke vragen dienen on derzocht te worden. Wat er ook gebeurt en hoe het ge beurt, als Drente zijn turf kwijt wordt. Dat is de belangrijkste factor iq de ontwikkeling. Met groote instemming begroeten we dan ook de instelling van een Commis sie, onder de deskundige en voortva rende leiding van den heer Zaalberg, welke dit vraagstuk zal onderzoeken. Wie zich herinnert, dat we menig maal in deze richting geadviseerd heb ben, zal onze vreugde begrijpen. Steunverleening is goed en noodza kelijk; verplaatsing der arbeiders kan óók een middel zijn; maar we erken nen de groote economische en zedelij ke bezwaren en gevaren, welke hier aan verbonden zijn. 't Is beter om de tot rust gekomen veenarbeiders, die geleerd hebben zich op den landarbeid toe te leggen, in hun milieu te laten; als er maar brood te winnen is. Drente moet vooruit en dat kan op deze wijze. Moeilijkheden zullen er on getwijfeld vele rijzen, maar het valt niet in te zien, waarom Zuiderzee en Biesbosch wel van overtollig water bévrijd kunnen worden en Drente niet' van het lastige veen. Daarom hopen we, dat de Commis sie met spoed en goed haar taak zal volbrengen. Als de Zuiderzee land wordt. Op een bijeenkomst van eigenaren van aanverwante bedrijven en leveran ciers van visscherijbenoodigdheden voor de visscherij op de Zuiderzee, is met algemeene stemmen een motie aangenomen, waarin op den treurigen toestand van genoemde bedrijven ge wezen werd. In de motie werd betoogd, dat deze toestand onmogelijk besten digd kan blijven, daar allo garantie voor eenige levering weg is. Aan de Regeering wordt ten slotte verzocht zoo spoedig mogelijk ingrij pende maatregelen te nemen, ten ein de de nevenbedr-ijven voor ondergang te behoeden. Geen nieuw Protestantsch Christelijk dagblad. Naar de N. R. C r t. verneemt, heeft het comité, dat het plap gevormd en reeds gedeeltelijk uitgewerkt had, een protestantsch Christ, dagblad uit te geven onder hoofdredactie van Ds. C. A. Lingbeek (van welk blad reeds twee proefnummers verschenen zijn en waarvan de verschijning tegen Aprii 1.1. was aangekondigd thans besloten voorloopig dit blad niet te doen ver schijnen. Dit besluit moet nauw verband hou den met het feit, dat de financieel© steun, welken het comité voor de uit gave van zulk een dagblad heeft ver kregen, geheel onvoldoende wordt ge acht om de oprichting en het voortbe staan van het dagblad te verzekeren. Wel is het comité voornemens de actie voort te zetten, doch het bureau, dat in verband met de verwachte spoedige verschijning van het blad aan den N.Z. Voorburgwal waa ingericht, i9 weder opgeheven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1