NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 17 APRIL 1926 '1 WELDE BLAD. Uit die Schriften, HE2 LEV1EN AAN HET LICHT (SEBRACHT. die den dood hoeft te niet© gedaan, ein het leven en de oiaverderfelrkheid aan het licht gebracht aoor het Evan gelie. 2 Tim. i10. De beteekenis van Jezus' op standing, uit de dooden was zoo ge weldig en van zoo verre strekking, dat ze eeist van lieverlede door de Kerk de Heeren kon worden verstaan. Ge moet daartoe dan ook met bla deren m de Rvaagel.ën maar veeleer de overige boeken van het Nieuwe Testament ter hand ijeaien en aandach tig lezen en herlezen. Eerst met het versterven van de apostelen in de vol le beteekenis van die doorluchtige ge beurtenis uitgesproken en vastgelegd in wat de Kerk later heeft erkend als de Heilige Schrift, des Nieuwen Ver bonds. En wie bijvoorbeeld naast elkander legt de eerste prediking van Petrus op den Pinksterdag en wat deze zelfde apostel schrijift in het eerste hoofd stuk van zijn lsten brief, merkt van zelf de verrijking van inzicht, waar- 9 mede hij werd begiftigd. Van stonden aan is met groote hel derheid en kracht gepredikt de om it e e r n g, die door Christus' >pstan ding wera teweeggebracht. Maar iuist omdat die amkeering zich in alle verhoudinlgen deed gelden, was het niet mogelijk, althans in den aller- eersten tijd ide doorwerking van dit machtig feit te overzien. Indien zelfB van wereldschokkende gebeurtenisseth uit vroeger en later tijd de beteekenis niet aanstonds kan wor den overzien, r— hoeveel te min dan van deze gebifiurtens, die in grootheid al het vroegen e en latei'e overtrof. Alleen God de Heiige Geest kon hier het vollfï licht doei opgaan. En Hij heeft het gedaan, naar Jezus' be lofte: Hij zail u in ai de waarheid leiden, en: JJ>ie zal mij verheerlijken. e machtiige omkeering wordt ook in het licht (gesteld door den Apos tel Paulus in al zijn Brieven. In het woojrd uit zijn tweeden Brief aai T.motheiüs, dat hierboven staat afgeschreven* zegt hij, dat onze Za ligmaker-Jezuis Christus den dood heefi te niet gedaan, maar ook hel leven en de onverder! elijkheid aan het licht ge bracht .door et Evangelie. De opsta ;ding van Christus was niet een ontglippen aan dei dood, maar een te n e doen van den dood. En daarom was ze Tegelijk een aan het licht brengert van net eeuwige leven. Hij zelf stond 'op ten eeuwigen le ven. De dood heerscht met meer ovei hem, maar hij heerscht over den dood. Meer nog hij brengt dat eeuwige leven ook aan het licht voor allen door het Evangelie. De opstanding van Christus is dus niet een gebeurtenis die op zichzelf staat, maar <Jie zich in haar gevolgen doet gelden. Christus zelf doet zich als de leverlid e en verrezene gelden. Hij zelf is er'de verkondiger van. Het ging er wel allereerst om, dat het feit, vajn zijn opstanding zou er ken^ worde<a. En daarom heeft hij zichzelf dan ook aan de zijnen leven de vertoont, veertig dagen lang, tot dat ten leste zélfs alle vermoeden was geweken vari mogelijke vergissing of gezichtsbedrug ot zelfsmi le ding, hoe ge het ook maar noemen wilt. Maar daar' whs het niet genoeg mee. Dat zc»u zonder meer nog tot niets anders geleid hebben dan dat de zijnen hem in het aardsclie leven terug gekeerd dachten. De meening, die Je zus zelf bij Maria Magdalena tegen ging, zoodra die openoaar werd: Kaak mij niet aan,, want ik ben nog met opgevaren tot mijnen Vader. Daarom zou ook een weder-verschij nen van Jezufe aan de wereld nutteloos en doelloos geweest zijn. Toch doet Jezus zich in de wereld gelden. De Joden mogen dan met slim bedrog verbreid hebben dat zijn dis cipelen hem 's nachts hebben gesto len. het baat hun niets. Jezus zelf stelt daartegenover, als degene, wien gegeven is alle macht in hemel en op aardi, den last om zijn woord tot de volken te brengen, met de belofte: Ik ben met ulieden alle de dagen tot de voleinding der wereld. En nu gaat het Evangelie de we reld in. Niet als een waan van enthou siaste volgelingen, nog minder als hardnekkig volgehouden zelfmisleiding Maar 'als een geestelijke macht, die haar werking ontleent aan hemzelf van wien dat Evangelie getuigt. Door het Evangelie heeft Christus het leven en de onverder! elijkheid aan het licht gebracht, zoo schrijft de Apostel. ft et leven en de onverderfelijkheid, dat is het onverderfelijke leven, het eeuwige leven, het ware leven, waar feen dood meer bij kan, dat leven omt door middel van het Evangelie aan het licht. Het Evangelie spreekt niet alleen over het eeuwige leven als iets dat ergens verat in een late toekomst ligt. Neen, het leven zelf weerspiegelt zich in het Evangelie. Het treeat door het Evangelie aan het licht, zoodat het alom wordt getoond, en zijn glansen verspreidt. En.het is de verrezen Christus zelf, die daarin de vrucht van zijn stervea toont, en de kracht van zijn opstan ding doet werken. Dit is dan ook het nieuwe van het Nieuwe Testament. Niet dat er eerst nu vergeving van zonden en genade ter behoudenis is te verkrijgen. Dat alles was er ook onder het Oude Verbond. Zie het maar in het voorafgaande vers: Gods ge nade is ons „gegeven in Christus Je zus vóór de tijden der eeuwen", al is ze eerst „nu geopenbaard door de verschijning van onzen Zaligmaker Je zus Christus". Maar zoo dikwijls als onder het Oude VerbcTnd sprake is van de beloof de zaligheid, en van het eeuwige le ven, wordt het altijd gebonden aan het land Kanaan en de stad Jeruzalem. Want dit heeft Israël van aen Heere ontvangen. Doch onder het Nieuwe Verbond wordt het eeuwige leven en de eeuwi ge zaligheid losgemaakt van alle aard- sche verwachting. Het is nu verbon den aan den levenden Christus en aan hem alleen. Daardoor komt het beginsel van dit eeuwige leven, dat reeds aan deze zijde dès grafs aangevangen wordt door wie in Christus gelooft, ook vrij van al wat tot het aardsche behoort. He. is niet meer ge oonden aan Ka laiin en Jeruzalem, aan tempel en ceremo niën. Het is een eigen leven met een eigen beginre geworden. En juist dit geste aan het Evan gelie zijn inner lij I.e. kracht, en zijn rij'ke toepassing, zijn verre draagwijd.e. Dit leven, dat Christus aan het licht brengt door het Evangel e, gaat ver boven het aaidsch-vertlerlelijke uit, het gaat door, als het aardscii-verdeite- iijtté wegzinkt. Maar het werkt oox lou terend en v er hef fend in op dit aardscn verderfelijke. Hier grijpt wie in Christus gelooft, het ware leven aan, dat straks zelfs triomfeert over den dood. CHRISTUS, DE EERSTELING. Dit is de ordening: Gij, Heer! de eersteling, Achter U Gods uitverkoornen, Die Gij zocht bij diep verloornen Neemt Gij zulken aan?, Laat mij met 11 gaan! Eerstling in Gods rijk! Die den mensch gelijk, 't Eerst den strijd met onze zonden Op het kruis hebt aangebonden, Hebt Gij 't al voldaan? Laat mij met U gaan! Eerstling uit den dood, Red mij uit den nood, Doe mij levend met U sterven En gestorven 't leven erven, Leid mij op uw paan, Laat mij met U gaan! Laat mij met U gaan; Met U opgestaan, Achter U ten hemel tredèn; Sterk mijn wankle zwakke schreden, Effen Gij de baan, Laat mij met U gaan! Dr. H. PIERSON. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Odoorn, Dr., J. W. van Niieuwenhuizetn te St. Anna ter Mui den. (Z Aangenomen: Naar Wagenborgen G. Strating te Gasselternpeveen. GEREF. KERKEN. Beroep en: Te Delft. Ji. I Bedankt: Voor Koeten, "Wte H. v. de Vegt te Drachtster-Compagnie. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Zondag 18 April a.s. hoopt de heer D. B. Kagen aar, cand. t. d. .Heiligen Dienst, zjjn intrede te doen in de Ned. Herv. Kerkte Vuren en Dalem. Als be vestiger zal optreden Prof. Dr. A. H. Brouwer. Ds. H. J. Dpckmeester is voor nemens Zoindag jo Mei afscheid be ne men van de Ned. Herv. Gcm. te Wellsum en Zondag 6 Jutni zijn intrede te doen in de Ned. Herv. Gemeente te IJmui- den, na bevestigd te zijn door Prof. Dr. W. J. Aalders van Groningen. Ds. J. Boonstraj te Odoorn, hoopt Zondag 9 Mei a.s. afscheid te ne men van de Ned Herv. Gemeetnte te Odoorn en Zoindag 16 Mei d.a.v. zjjn intrede te doen te Gietqn, na bevestigd te zijn door Ds. P. E. C. Boonstra, van Wehe. Het afscheid van Ds. L. D. P,oot van de Ned. Herv. Gemeente te Amsterdam, is bepaald op 30 Mei, v.m. te 10 uur, in de Westerkerk. Bevestiging en intrede heeft respec tievelijk te 10 en 6 uur in de Bavokerk te Haarlem plaats. Bevestiger is Dr. P. J. Kromsigt te Amsterdam. Ds. A. B. Meyer, f Te Kampen is, 81 jaar oud, overle den Ds. A. B. Meijer, em. Ned. Herv. Ds. Meijer werd in 1869 candidaat en stond achtereen volgens te S.itswerd, Sak kum, Roden, Griten, Wes terhoek, Win ters wpk en Haren. In 1906 verkreeg hij zijn emeritaat Hij was secretaris van hét provinciaal kerkbestuur te Groningen. Ds. J. Smelik. Gemeld wordt dat de predikant der Geref. Kerk te Tienhoven, esin geestver want van Dr. Geelkerken, tegen Don derdag 6 Mei door de classis Éreukelen is opgeroepen, om zioh te verantwoor den inzake tegen hem ingebrachte be schuldigingen. naar aanleiding van een door hem gehouden preek. Ds. W. E. van Dnln. In de gisteravond gehouden vergade ring van dein Geref. Kerkeraad met dien van Hoofddorp ter bespreking van do kwestie Ds. van Duin, is men blijk baar niet tot een beslissing gekomen. De besprekingen worden geheim gehouden. Alleen is bekend geworden, dat Ds. van Duin voorloopig niet zal preeken. hoe wel hjj niet geschorst is. Zending onder de Joden. Ds. W. J. J. Velders heeft de roe ping naar de kerk vajn Rotterdam aan genomen. Dit beteekent, zegt de „He raut" voor den arbeid der Jodenzending een groot verlies. Ds. Velders werd in den zomer van 1921 beroepen. Na zich ongeveer eon jaar aan het Institutum Judaïcum te Leipzig voorbereid te hebben, begon_hrj zjjn werk. Al spoedig bleek, dat hij hier voor bijzondere gaven van den Heere had ontvangen. Met vele Joden wist hij contact te verkregen. Wat hij van zijn aanvankelijk geze geilden arbeid op onderhoudende wijze in de pers mededeelde, droeg er niet weinig toe bij, om de liefde voor de Jodenmissie bii ons Geref. volk te doen toenemen. Daarom te meer betreuren we het, dat er kerkeraden waren, die blijkbaar weinig voor de missie voel den, het althans beter achtten,, dat Ds. Velders zijn specialen arbeid verwissel de voor dien als gewoon dienaar des Woords ©ener plaatselijke kerk. Het RECLAME, tvacti HEDEN Zeep-Reclame. De beste Clycerinezeep 7 cis. Benzoëmelkzeep Groote stukken Toiletzeep Engelsche Badzeep Palmolyfoliezeep, 3 stuks voor Prima Dweilen 9 ets. 15 ets. 8 cis. 29 ets. 19 ets. eene beroep na het andere werd op hem uitgebracht. Met dat gevolg, dat thans een uit gestrekt arbeidsveld, wie zal zeggen voor hoe lang, komt braak te liggen. Wij weten: God regeert. En van harte hopen wij, dat Hij Ds. Velders in diens nieuwen werkkring tot een rijken ze gen zal stellen. Maar we hopen ook, dat indien er een opvolger voor hem zal kunnen worden gevonden er geen kerken zullen zijn, die weer zoo spoedig trach ten hem van den arbeid der Jodenzen ding los te maken. Radio-comité Amsterdam-Zuid. Te Amsterdam is opgericht een co mité onder den naam Radio-comité Am sterdam-Zuid. Het comité stelt zich ten doel: 1. Het per radio verzenden van pre- dicaties, gehouden door predikant^ der Gerei. Kerk van Amsterdam-Zuid thans buiten Synodaal verband gezet speciaal die van Dr. Geelkerken: 2. a. De verkondiging van Gods Woord volgens de zuiver Geref. belijde nis te doen uitgaajn door geheel het lland; b. de velen, die Dr. Geelkerken ver- oordeelen, zonder hem ooit te hebben gehoord, in staat te stellen tot een zelfstandige beoordeeling; 3. het per radio verzenden van Chr. lezingen, muziek, en wat verder ter evangelisatie kan dienstbaar gemaakt worden. Het mystificatie-telégram. Het geheim van het mystificatie-te- lle-gram, dat de Synode te Assen op zoo schandelijke wijze misleid heeft, is nog altoos niet opgehelderd. Dr. Geelkerken heeft publiek zijn verontwaardiging uit gesproken^ over het misbruik, dat daar bij van zijn naam gemaakt is en ver klaart de zaak in handen van de Jus titie te hebben gegeven. Welk resultaat dit onderzoek heeft opgeleverd, is tot dusverre nog niet medegedeeld. Mogen we, zegt nu de „Heraut", eetn vingerwijzing geven, die t>ü dit onder zoek misschien helpen kaïn? Daardoor zal ook duidelijk worden, wat menigeen onbegrijpelijk scheen, waarom de Sy node zich door dit telegram heeft laten misleiden. Het antwoord van Dr. Geelkerken en den Kerkeraad was naar Assen over gebracht door twee afgevaardigden van Amsterdam-Zuid. De Synode, met dit antwoord niet tevreden, eischte telegra- phisch, dat den volgenden dag te 11 uur Dr. Geelkerken zou verklaren, of hij de gevraagde verklaring wilde onderteéke- nen of niet. Toen de Svnode Vrijdagmor gen om 10 uur bijeenkwam, verzochten de afgevaardigden van Amsterdam Zuid een onderhoud met Prof. Bouwman en Kuyper. Ze deelden mede, dat zij uit Amsterdam-Zuid telefonisch bericht had den ontvangen van een persoon, wiens naam we hier niet noemen zullen, of er geen mogelijkheid meer was nog tot een bevredigende oplossing te komen. Prof. Bouwman en Kuyper hebben daar op geantwoord, dat de termijn vam 11 uur door de Synode was vastgesteld, maar dat, wanneer Dr. Geelkerken te legrafisch verzocht voor de Synode te mogen verschijnen en verklaarde bereid te zijn tot het uiterste aan het verlangen der Synode tegemoet te komen, zjj AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 17 April 1920. Niet onmogelijk, dat er onder de le zers zijn, die, na wat ik gi9teren over den rooden smulpaap te Emmen mee deelde zeggen: zoo zijn ze nu de de magogen die altijd den mond vol heb ben over de nood en van het proleta riaat. In dat geval is het verstandig de zaak ook even van den anderen kant te bezien en er op te letten, dat het Emmensche euvel, zij 't dan in ande ren vorm, ook in onze kringen maar, al te vaak voorkomt. Wij hebben mooie beginselen, mooi er en beter dan de socialisten. En wij spreken ook, vaak zelfs met zekere gemakkelijkheid, over mooie en groo te dingen. Maar de practijk is, met de theorie niet altijd in overeenstemming. Onze daden kloppen lang niet altijd met on ze woorden. Wij beleven zoo weinig wat wij belijden. En 't gevolg is dat niet alleen de Christenen in miscrediet komen maar dat ook, door ons toedoen, het Chris tendom over den hekel wordt gehaaid Daarom, als we misschien al stee- nen opnamen om die te gooien naar bet hoofd van den Emmenschen gas tronoom, laten we die steen en nog even neerleggen, om de hand in eigen boezem te steken. OBSERVATOR. trachten zouden vam de Synode uitstel van den fa talon termijn te verkrijgen. De kans dat door een mondelinge be spreking de bezwaren uit don weg ge ruimd konden worden, bleef dan nog open. De afgevaardigden vam Amster dam-Zuid verklaarden deze boodschap te zullen overbrengen. Om 11 uur kwam hot telegram van Dr. Geelkerken, waar in hg do onderteekeming weigerde. Het was natuurlijk mogelijk, dat dit tele gram verzonden was, voordat het ad vies van beide hoogl-eeraren Dr. Geel kerken had bereikt. D-e Synode was intusschen door beide hoogloerarcai op de hoogte gesteld van de onderhan deling door hen met de afgevaardigden van Amsterdam-Zuid gevoerd. Vandaar, dat, toen, we moenen anderhalf uur later, het tweede telegram kwam, waar in Dr. Geelkerken verklaarde het eer ste telegram terug te nemen en ver zocht op .de Synode te mogen komen, de Synode geen anderen indruk kon ontvangen, dan dat dit tweede telegram het resultaat was van de onderhande lingen door de beide hoogleeraren met de afgevaardigden van Amsterdam-Zuid gevoerd. Het telegram toch iiie.d juist in, wat door hen was geadviseerd. Er zal wel niemand in twgiei zrjn, dat dit mystificatie-telegram uit Amsterdam is afgezonden door iemand, di èn het eerste telegram van Dr. Geelkerken kende èn vajn deze telefonisch navoer de onderhandeling afwist. De kring nu van de personen in Amsterdam, die van dit telegram van Dr. Geeikerkan en van deze telefonische onderhande ling op de hoogte waren, kan uiteraard slechts zeer klein zijn geweest. Is het dan zoo moeilijk te ontdekken, nu men dit weet, wie de afzender van het my stificatie-telegram is geweest';' Wereldcongres der Kerken. De vergadering van het executieve comité van het wereldkerkcongrcs, die, op 7 Mei zal aanvangen, onder voorzit terschap van den bisschop va« Win chester. LIEFDE. De stromen alletijt haer wateren uijt- gieten, Maer nakende de see, veel crachtiger sij vlieten. De liefde van Gods Soon, is sleets ge- openbaert, Maer op het hoochste, doe Hij ginck te Gode-waert, Besuyrende den doot gelijck een euvel dader, Bevelende den geest aen Zijnen lief sten Vader. JACOBUS REVIUS. r nUiJLLüTON. ie lOiyevaaien van lonn rox '15; r- Nicolaas waagde het in langen tijd niet de ouderlijke woning te bezoe ken, waar uem zeker geen aangename ontvangst van vader en broeuer ver beidde; maar dit woog tienvoudig op tegen de zekerheid van de liefde zijner moeder. Z n vader schreef wel is waar, aan zijn meester en dreig de dezen te beschuldigen van z'n zoon tot het verlaten der ouderlijke woning te hebben vekleid; maar Nicolaas maakte een einde daaraan, door te verklaren dat* zoo men hem verhin derde horlogemaker te worden, hij predikant zou worden hij de Metho disten, een toen ter tijde nieuwe en bij het volk orver het algemeen gehate secte. Dit-hadl een goede uitwerking. Kort daarna gaf zijn moeder hem te verstaan, dat hij eens over moest ko men 0111 den Zondag met hen door te brengen. Hij deed dit, maar die' dag leverde weinig genoegen op. Vader en broeder deden alsof zij hem niet zagen en vroegen elkander elk oogenblik hoe laat het was, en of iemand ook een goeden horlogemaker kende, dien zij een pendule voor de spreekkamer konden beste/ien. Toen Nico la/as aan tafel zijn broeder een aanaaf. rook hij dien. zijn vader vragende of deze niet vond dat hij naar Florence-olie rook, gaf hij hem aan den bediende. De arme moe der, nu geheel en al verontwaardigd, riep uit: „Olie! als dat zoo is, is het kostbare olie, waarvan in den Bijbel gesproken wordt als zegen aanbren gende, en die in onzen tijd meermalen Lord Mayors maakt. „Een Lord Mayor? Wat, maakt men Lord Mayors van horlogemakers?" „Ja", zeide de moeder, „en van lie den van nog geringer afkomst. Werd Dick Whittington, een eenvoudig kat- tenverkooper, niet drie malen Lord Mayor van Londen? Waren niet alle Lord Mayors lieden die van het lahd naar Londen waren getrokken en door koophandel schatten verwierven, en die niet alleen in een vergulde koets reden, even groot ajp die des ko- nings, maar ook zelfs door leden van het Parlement, en met de grootste eer bewijzen ontvangen werden aan het hof? Hef uw hoofd omhoog, mijn Ni colaas" zeide zij met moederlijken trots, „en ik voorspel het u, eens zie ik u nog Lord Mayor van Londen." Indien Mrs. Flamstead gebeden, had om de wijsheid van Salomo, zouden haar geen woorden ingegeven kunnen zijn, die haren man en Simon meer konden treffen. Dan zou Nick, zoo dacht de oude man, grooter en aan zienlijker zijn dan de squire van Dainsby; en zoo dacht ook de oud9te zoon. Sedert dien dag spraken zii niet meer van het hesteljen van pendules, en niets rook meer naar Florence-olie. Nicolaas kwam en ging gedurende zijn leertijd, en werd door zijn vader en broeder met meer dan schijnbare vriendelijkheid ontvangen door z'n moeder met toenemende liefde. Het eerste gouden horloge dat hij zelf maakte en hem voldeed, bood hij haar aan op haar verjaardag en zij droeg het met het meeste genoegen; eene week later ontving Nicolaas uit Lon den een kistje met een stel horloge makerswerktuigen, zoó keurig en deugdzaam als men maar bekomen kon, benevens een fraaien microscoop en het leven van Flamstead, den ster- rekundige, een afstammeling van het geslacht; in het boek waren deze woor den geschreven: „Ga voort,Nicolaas Flamstead, en verschaf uwe familie een even duurzame eer; zoo al niet door kunde, dan door deugd." Het moet omtrent dezen tijd zijn geweest, dat onze vriend John Fox in kennis geraakte met Nicolaas Flamstead en hem ook vergezelde bij zijne menigvuldige bezoeken op Dainsby welke een onuitwischtoaren en aangenamen indruk bij hem sche nen achtergelaten te hebben; maar van waar John Fox kwam of wie hij eigenlijk was, bleef een ondoorgron delijk geheim. Was hij ook leerling geweest? Was hij soms klerk .geweest bij den een of anderen rechtsgeleerde in de kleine stad Alfreton of was hii maar wij hebben nooit iemand ont moet, die een voldoend antwoord op deze vragen geven kon; en John Fox was op dit punt nog meer geheimhou dend dan iemand anders. Het scheen hem altijd bijzonder aan te doen en, gelijk een vriend hem eens hoorde zeggen, „het deed hem in zich zeiven keeren, en maakte hem zoo klein, dat men hem wel onder een hoed kon van gen." Wij zullen daarom al deze nutte- looze vragen daarlaten en het verhaal der lotgevallen van Nicolaas Flam stead voortzetten. Na het einde van zijn korten leer tijd, ging hij naar Londen, om zich daar in zijn beroep verder te bekwa men. Zoo het in de hoop wa9 eens Lord Mayor te worden, werd hij te leurgesteld, want een jaar later stierf zijn oude meester te Alfreton, en zette hij diens zaken voort. De opening van Nicolaas Flamstead's winkel baarde veel opzien in die klei-, ne stad. Sedert vele geslachten had de handel in horloges en klokken daar voortgesukkeld op dezelfde sla perige, levenlooze wijze; er was geen vooruitgang, er was stilstand in de kunst. Eensklaps deed Nicolaas den ge- heelen ouden voorraad van de hand tegen een prijs, die het landvolk in groote verzoeking bracht, daar het ge woon was horloges te dragen, zoo groot als rapen, en klokken te hebben zoo smakeloos en lomp, alsof zij het werk waren van Tubal Kaïn. Op een marktdag opende hij zijn winkel en stalde in de smaakvolle kasten zulk een voorraad van nieuwe artikelen uit, dat de menigte stom van verbazing staan bleef. Welke lievo kleine gouden en zilveren horloges! Welke bevallige klokken en tijdme ters, in mahoniehouten kasten en on der glazen stolpen, verguld en In brons! Welk een keurige wijze van bewerking. Hoe vele wonderen had Nicolaas niet te vertoonen aan zijne bezoekers! Het gevolg was, dat bijna niemand, twintig mijlen in het rond, meer tevreden was met zijn horloge. Ieder moest er een hebben volgens het nieuwe systeem, gelijk Nicolaas het noemde. Men sprak van niets dan van hefboomen, vrijkomende bewe ging, chronometers, cylinders en ge graveerde kasten. Nicolaas was weldra genoodzaakt nieuwe, grootere werkplaatsen aan to leggen en had daarin zulk een menig te menschen aan het werk, als nooit te voren in Alfreton gezien was. Men kon gerust zeggen dat zij daar leefden van klakken en horloges, ln plnatf van er alleen maar op te xlenhoe lnat het was. Maar niet sléchts voor Alfre ton en den omtrek werkte Nicolnas, ook uit Londen ontving hij bestellin gen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5