NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 17 APRIL 1926
'1 WELDE BLAD.
Uit die Schriften,
HE2 LEV1EN AAN HET LICHT
(SEBRACHT.
die den dood hoeft te
niet© gedaan, ein het leven en
de oiaverderfelrkheid aan het
licht gebracht aoor het Evan
gelie.
2 Tim. i10.
De beteekenis van Jezus' op
standing, uit de dooden was zoo ge
weldig en van zoo verre strekking, dat
ze eeist van lieverlede door de Kerk
de Heeren kon worden verstaan.
Ge moet daartoe dan ook met bla
deren m de Rvaagel.ën maar veeleer
de overige boeken van het Nieuwe
Testament ter hand ijeaien en aandach
tig lezen en herlezen. Eerst met het
versterven van de apostelen in de vol
le beteekenis van die doorluchtige ge
beurtenis uitgesproken en vastgelegd
in wat de Kerk later heeft erkend als
de Heilige Schrift, des Nieuwen Ver
bonds.
En wie bijvoorbeeld naast elkander
legt de eerste prediking van Petrus
op den Pinksterdag en wat deze zelfde
apostel schrijift in het eerste hoofd
stuk van zijn lsten brief, merkt van
zelf de verrijking van inzicht, waar-
9 mede hij werd begiftigd.
Van stonden aan is met groote hel
derheid en kracht gepredikt de om
it e e r n g, die door Christus' >pstan
ding wera teweeggebracht. Maar iuist
omdat die amkeering zich in alle
verhoudinlgen deed gelden, was
het niet mogelijk, althans in den aller-
eersten tijd ide doorwerking van dit
machtig feit te overzien.
Indien zelfB van wereldschokkende
gebeurtenisseth uit vroeger en later tijd
de beteekenis niet aanstonds kan wor
den overzien, r— hoeveel te min dan
van deze gebifiurtens, die in grootheid
al het vroegen e en latei'e overtrof.
Alleen God de Heiige Geest kon
hier het vollfï licht doei opgaan. En
Hij heeft het gedaan, naar Jezus' be
lofte: Hij zail u in ai de waarheid
leiden, en: JJ>ie zal mij verheerlijken.
e machtiige omkeering wordt ook
in het licht (gesteld door den Apos
tel Paulus in al zijn Brieven.
In het woojrd uit zijn tweeden Brief
aai T.motheiüs, dat hierboven staat
afgeschreven* zegt hij, dat onze Za
ligmaker-Jezuis Christus den dood heefi
te niet gedaan, maar ook hel leven en
de onverder! elijkheid aan het licht ge
bracht .door et Evangelie.
De opsta ;ding van Christus was niet
een ontglippen aan dei dood, maar
een te n e doen van den dood. En
daarom was ze Tegelijk een aan het
licht brengert van net eeuwige leven.
Hij zelf stond 'op ten eeuwigen le
ven. De dood heerscht met meer ovei
hem, maar hij heerscht over den dood.
Meer nog hij brengt dat eeuwige leven
ook aan het licht voor allen door
het Evangelie.
De opstanding van Christus is dus
niet een gebeurtenis die op zichzelf
staat, maar <Jie zich in haar gevolgen
doet gelden. Christus zelf doet zich
als de leverlid e en verrezene gelden.
Hij zelf is er'de verkondiger van.
Het ging er wel allereerst om, dat
het feit, vajn zijn opstanding zou er
ken^ worde<a. En daarom heeft hij
zichzelf dan ook aan de zijnen leven
de vertoont, veertig dagen lang, tot
dat ten leste zélfs alle vermoeden was
geweken vari mogelijke vergissing of
gezichtsbedrug ot zelfsmi le ding, hoe
ge het ook maar noemen wilt.
Maar daar' whs het niet genoeg
mee. Dat zc»u zonder meer nog tot
niets anders geleid hebben dan dat de
zijnen hem in het aardsclie leven terug
gekeerd dachten. De meening, die Je
zus zelf bij Maria Magdalena tegen
ging, zoodra die openoaar werd: Kaak
mij niet aan,, want ik ben nog met
opgevaren tot mijnen Vader.
Daarom zou ook een weder-verschij
nen van Jezufe aan de wereld nutteloos
en doelloos geweest zijn.
Toch doet Jezus zich in de wereld
gelden. De Joden mogen dan met slim
bedrog verbreid hebben dat zijn dis
cipelen hem 's nachts hebben gesto
len. het baat hun niets. Jezus zelf
stelt daartegenover, als degene, wien
gegeven is alle macht in hemel en
op aardi, den last om zijn woord tot de
volken te brengen, met de belofte: Ik
ben met ulieden alle de dagen tot de
voleinding der wereld.
En nu gaat het Evangelie de we
reld in. Niet als een waan van enthou
siaste volgelingen, nog minder als
hardnekkig volgehouden zelfmisleiding
Maar 'als een geestelijke macht, die
haar werking ontleent aan hemzelf van
wien dat Evangelie getuigt.
Door het Evangelie heeft Christus
het leven en de onverder! elijkheid aan
het licht gebracht, zoo schrijft de
Apostel.
ft et leven en de onverderfelijkheid,
dat is het onverderfelijke leven, het
eeuwige leven, het ware leven, waar
feen dood meer bij kan, dat leven
omt door middel van het Evangelie
aan het licht.
Het Evangelie spreekt niet alleen
over het eeuwige leven als iets dat
ergens verat in een late toekomst ligt.
Neen, het leven zelf weerspiegelt zich
in het Evangelie. Het treeat door het
Evangelie aan het licht, zoodat het
alom wordt getoond, en zijn glansen
verspreidt.
En.het is de verrezen Christus zelf,
die daarin de vrucht van zijn stervea
toont, en de kracht van zijn opstan
ding doet werken.
Dit is dan ook het nieuwe van
het Nieuwe Testament.
Niet dat er eerst nu vergeving van
zonden en genade ter behoudenis is
te verkrijgen. Dat alles was er ook
onder het Oude Verbond. Zie het maar
in het voorafgaande vers: Gods ge
nade is ons „gegeven in Christus Je
zus vóór de tijden der eeuwen", al
is ze eerst „nu geopenbaard door de
verschijning van onzen Zaligmaker Je
zus Christus".
Maar zoo dikwijls als onder het
Oude VerbcTnd sprake is van de beloof
de zaligheid, en van het eeuwige le
ven, wordt het altijd gebonden aan het
land Kanaan en de stad Jeruzalem.
Want dit heeft Israël van aen Heere
ontvangen.
Doch onder het Nieuwe Verbond
wordt het eeuwige leven en de eeuwi
ge zaligheid losgemaakt van alle aard-
sche verwachting. Het is nu verbon
den aan den levenden Christus en aan
hem alleen.
Daardoor komt het beginsel van dit
eeuwige leven, dat reeds aan deze zijde
dès grafs aangevangen wordt door
wie in Christus gelooft, ook vrij van
al wat tot het aardsche behoort. He.
is niet meer ge oonden aan Ka laiin
en Jeruzalem, aan tempel en ceremo
niën. Het is een eigen leven met een
eigen beginre geworden.
En juist dit geste aan het Evan
gelie zijn inner lij I.e. kracht, en zijn rij'ke
toepassing, zijn verre draagwijd.e.
Dit leven, dat Christus aan het licht
brengt door het Evangel e, gaat ver
boven het aaidsch-vertlerlelijke uit, het
gaat door, als het aardscii-verdeite-
iijtté wegzinkt. Maar het werkt oox lou
terend en v er hef fend in op dit aardscn
verderfelijke.
Hier grijpt wie in Christus gelooft,
het ware leven aan, dat straks zelfs
triomfeert over den dood.
CHRISTUS, DE EERSTELING.
Dit is de ordening:
Gij, Heer! de eersteling,
Achter U Gods uitverkoornen,
Die Gij zocht bij diep verloornen
Neemt Gij zulken aan?,
Laat mij met 11 gaan!
Eerstling in Gods rijk!
Die den mensch gelijk,
't Eerst den strijd met onze zonden
Op het kruis hebt aangebonden,
Hebt Gij 't al voldaan?
Laat mij met U gaan!
Eerstling uit den dood,
Red mij uit den nood,
Doe mij levend met U sterven
En gestorven 't leven erven,
Leid mij op uw paan,
Laat mij met U gaan!
Laat mij met U gaan;
Met U opgestaan,
Achter U ten hemel tredèn;
Sterk mijn wankle zwakke schreden,
Effen Gij de baan,
Laat mij met U gaan!
Dr. H. PIERSON.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Odoorn, Dr., J. W.
van Niieuwenhuizetn te St. Anna ter Mui
den. (Z
Aangenomen: Naar Wagenborgen
G. Strating te Gasselternpeveen.
GEREF. KERKEN.
Beroep en: Te Delft. Ji. I
Bedankt: Voor Koeten, "Wte H. v.
de Vegt te Drachtster-Compagnie.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Zondag 18 April a.s. hoopt de heer
D. B. Kagen aar, cand. t. d. .Heiligen
Dienst, zjjn intrede te doen in de Ned.
Herv. Kerkte Vuren en Dalem. Als be
vestiger zal optreden Prof. Dr. A. H.
Brouwer.
Ds. H. J. Dpckmeester is voor
nemens Zoindag jo Mei afscheid be ne
men van de Ned. Herv. Gcm. te Wellsum
en Zondag 6 Jutni zijn intrede te doen
in de Ned. Herv. Gemeente te IJmui-
den, na bevestigd te zijn door Prof. Dr.
W. J. Aalders van Groningen.
Ds. J. Boonstraj te Odoorn,
hoopt Zondag 9 Mei a.s. afscheid te ne
men van de Ned Herv. Gemeetnte te
Odoorn en Zoindag 16 Mei d.a.v. zjjn
intrede te doen te Gietqn, na bevestigd
te zijn door Ds. P. E. C. Boonstra,
van Wehe.
Het afscheid van Ds. L. D.
P,oot van de Ned. Herv. Gemeente te
Amsterdam, is bepaald op 30 Mei, v.m.
te 10 uur, in de Westerkerk.
Bevestiging en intrede heeft respec
tievelijk te 10 en 6 uur in de Bavokerk
te Haarlem plaats. Bevestiger is Dr.
P. J. Kromsigt te Amsterdam.
Ds. A. B. Meyer, f
Te Kampen is, 81 jaar oud, overle
den Ds. A. B. Meijer, em. Ned. Herv.
Ds. Meijer werd in 1869 candidaat en
stond achtereen volgens te S.itswerd, Sak
kum, Roden, Griten, Wes terhoek, Win
ters wpk en Haren.
In 1906 verkreeg hij zijn emeritaat
Hij was secretaris van hét provinciaal
kerkbestuur te Groningen.
Ds. J. Smelik.
Gemeld wordt dat de predikant der
Geref. Kerk te Tienhoven, esin geestver
want van Dr. Geelkerken, tegen Don
derdag 6 Mei door de classis Éreukelen
is opgeroepen, om zioh te verantwoor
den inzake tegen hem ingebrachte be
schuldigingen. naar aanleiding van een
door hem gehouden preek.
Ds. W. E. van Dnln.
In de gisteravond gehouden vergade
ring van dein Geref. Kerkeraad met
dien van Hoofddorp ter bespreking van
do kwestie Ds. van Duin, is men blijk
baar niet tot een beslissing gekomen. De
besprekingen worden geheim gehouden.
Alleen is bekend geworden, dat Ds. van
Duin voorloopig niet zal preeken. hoe
wel hjj niet geschorst is.
Zending onder de Joden.
Ds. W. J. J. Velders heeft de roe
ping naar de kerk vajn Rotterdam aan
genomen. Dit beteekent, zegt de „He
raut" voor den arbeid der Jodenzending
een groot verlies.
Ds. Velders werd in den zomer van
1921 beroepen. Na zich ongeveer eon
jaar aan het Institutum Judaïcum te
Leipzig voorbereid te hebben, begon_hrj
zjjn werk. Al spoedig bleek, dat hij hier
voor bijzondere gaven van den Heere
had ontvangen. Met vele Joden wist hij
contact te verkregen.
Wat hij van zijn aanvankelijk geze
geilden arbeid op onderhoudende wijze
in de pers mededeelde, droeg er niet
weinig toe bij, om de liefde voor de
Jodenmissie bii ons Geref. volk te doen
toenemen. Daarom te meer betreuren
we het, dat er kerkeraden waren, die
blijkbaar weinig voor de missie voel
den, het althans beter achtten,, dat Ds.
Velders zijn specialen arbeid verwissel
de voor dien als gewoon dienaar des
Woords ©ener plaatselijke kerk. Het
RECLAME,
tvacti
HEDEN Zeep-Reclame.
De beste Clycerinezeep 7 cis.
Benzoëmelkzeep
Groote stukken Toiletzeep
Engelsche Badzeep
Palmolyfoliezeep,
3 stuks voor
Prima Dweilen
9 ets.
15 ets.
8 cis.
29 ets.
19 ets.
eene beroep na het andere werd op hem
uitgebracht.
Met dat gevolg, dat thans een uit
gestrekt arbeidsveld, wie zal zeggen
voor hoe lang, komt braak te liggen.
Wij weten: God regeert. En van harte
hopen wij, dat Hij Ds. Velders in diens
nieuwen werkkring tot een rijken ze
gen zal stellen.
Maar we hopen ook, dat indien
er een opvolger voor hem zal kunnen
worden gevonden er geen kerken
zullen zijn, die weer zoo spoedig trach
ten hem van den arbeid der Jodenzen
ding los te maken.
Radio-comité Amsterdam-Zuid.
Te Amsterdam is opgericht een co
mité onder den naam Radio-comité Am
sterdam-Zuid.
Het comité stelt zich ten doel:
1. Het per radio verzenden van pre-
dicaties, gehouden door predikant^
der Gerei. Kerk van Amsterdam-Zuid
thans buiten Synodaal verband gezet
speciaal die van Dr. Geelkerken:
2. a. De verkondiging van Gods
Woord volgens de zuiver Geref. belijde
nis te doen uitgaajn door geheel het
lland;
b. de velen, die Dr. Geelkerken ver-
oordeelen, zonder hem ooit te hebben
gehoord, in staat te stellen tot een
zelfstandige beoordeeling;
3. het per radio verzenden van Chr.
lezingen, muziek, en wat verder ter
evangelisatie kan dienstbaar gemaakt
worden.
Het mystificatie-telégram.
Het geheim van het mystificatie-te-
lle-gram, dat de Synode te Assen op zoo
schandelijke wijze misleid heeft, is nog
altoos niet opgehelderd. Dr. Geelkerken
heeft publiek zijn verontwaardiging uit
gesproken^ over het misbruik, dat daar
bij van zijn naam gemaakt is en ver
klaart de zaak in handen van de Jus
titie te hebben gegeven. Welk resultaat
dit onderzoek heeft opgeleverd, is tot
dusverre nog niet medegedeeld.
Mogen we, zegt nu de „Heraut", eetn
vingerwijzing geven, die t>ü dit onder
zoek misschien helpen kaïn? Daardoor
zal ook duidelijk worden, wat menigeen
onbegrijpelijk scheen, waarom de Sy
node zich door dit telegram heeft laten
misleiden.
Het antwoord van Dr. Geelkerken en
den Kerkeraad was naar Assen over
gebracht door twee afgevaardigden van
Amsterdam-Zuid. De Synode, met dit
antwoord niet tevreden, eischte telegra-
phisch, dat den volgenden dag te 11 uur
Dr. Geelkerken zou verklaren, of hij de
gevraagde verklaring wilde onderteéke-
nen of niet. Toen de Svnode Vrijdagmor
gen om 10 uur bijeenkwam, verzochten
de afgevaardigden van Amsterdam Zuid
een onderhoud met Prof. Bouwman en
Kuyper. Ze deelden mede, dat zij uit
Amsterdam-Zuid telefonisch bericht had
den ontvangen van een persoon, wiens
naam we hier niet noemen zullen, of
er geen mogelijkheid meer was nog tot
een bevredigende oplossing te komen.
Prof. Bouwman en Kuyper hebben daar
op geantwoord, dat de termijn vam 11
uur door de Synode was vastgesteld,
maar dat, wanneer Dr. Geelkerken te
legrafisch verzocht voor de Synode te
mogen verschijnen en verklaarde bereid
te zijn tot het uiterste aan het verlangen
der Synode tegemoet te komen, zjj
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 17 April 1920.
Niet onmogelijk, dat er onder de le
zers zijn, die, na wat ik gi9teren over
den rooden smulpaap te Emmen mee
deelde zeggen: zoo zijn ze nu de de
magogen die altijd den mond vol heb
ben over de nood en van het proleta
riaat.
In dat geval is het verstandig de
zaak ook even van den anderen kant
te bezien en er op te letten, dat het
Emmensche euvel, zij 't dan in ande
ren vorm, ook in onze kringen maar,
al te vaak voorkomt.
Wij hebben mooie beginselen, mooi
er en beter dan de socialisten. En wij
spreken ook, vaak zelfs met zekere
gemakkelijkheid, over mooie en groo
te dingen.
Maar de practijk is, met de theorie
niet altijd in overeenstemming. Onze
daden kloppen lang niet altijd met on
ze woorden. Wij beleven zoo weinig
wat wij belijden.
En 't gevolg is dat niet alleen de
Christenen in miscrediet komen maar
dat ook, door ons toedoen, het Chris
tendom over den hekel wordt gehaaid
Daarom, als we misschien al stee-
nen opnamen om die te gooien naar
bet hoofd van den Emmenschen gas
tronoom, laten we die steen en nog
even neerleggen, om de hand in eigen
boezem te steken.
OBSERVATOR.
trachten zouden vam de Synode uitstel
van den fa talon termijn te verkrijgen.
De kans dat door een mondelinge be
spreking de bezwaren uit don weg ge
ruimd konden worden, bleef dan nog
open. De afgevaardigden vam Amster
dam-Zuid verklaarden deze boodschap
te zullen overbrengen. Om 11 uur kwam
hot telegram van Dr. Geelkerken, waar
in hg do onderteekeming weigerde. Het
was natuurlijk mogelijk, dat dit tele
gram verzonden was, voordat het ad
vies van beide hoogl-eeraren Dr. Geel
kerken had bereikt. D-e Synode was
intusschen door beide hoogloerarcai op
de hoogte gesteld van de onderhan
deling door hen met de afgevaardigden
van Amsterdam-Zuid gevoerd. Vandaar,
dat, toen, we moenen anderhalf uur
later, het tweede telegram kwam, waar
in Dr. Geelkerken verklaarde het eer
ste telegram terug te nemen en ver
zocht op .de Synode te mogen komen,
de Synode geen anderen indruk kon
ontvangen, dan dat dit tweede telegram
het resultaat was van de onderhande
lingen door de beide hoogleeraren met
de afgevaardigden van Amsterdam-Zuid
gevoerd. Het telegram toch iiie.d juist
in, wat door hen was geadviseerd.
Er zal wel niemand in twgiei zrjn, dat
dit mystificatie-telegram uit Amsterdam
is afgezonden door iemand, di èn het
eerste telegram van Dr. Geelkerken
kende èn vajn deze telefonisch navoer
de onderhandeling afwist. De kring nu
van de personen in Amsterdam, die
van dit telegram van Dr. Geeikerkan
en van deze telefonische onderhande
ling op de hoogte waren, kan uiteraard
slechts zeer klein zijn geweest. Is het
dan zoo moeilijk te ontdekken, nu men
dit weet, wie de afzender van het my
stificatie-telegram is geweest';'
Wereldcongres der Kerken.
De vergadering van het executieve
comité van het wereldkerkcongrcs, die,
op 7 Mei zal aanvangen, onder voorzit
terschap van den bisschop va« Win
chester.
LIEFDE.
De stromen alletijt haer wateren uijt-
gieten,
Maer nakende de see, veel crachtiger
sij vlieten.
De liefde van Gods Soon, is sleets ge-
openbaert,
Maer op het hoochste, doe Hij ginck
te Gode-waert,
Besuyrende den doot gelijck een euvel
dader,
Bevelende den geest aen Zijnen lief
sten Vader.
JACOBUS REVIUS.
r nUiJLLüTON.
ie lOiyevaaien van lonn rox
'15; r-
Nicolaas waagde het in langen tijd
niet de ouderlijke woning te bezoe
ken, waar uem zeker geen aangename
ontvangst van vader en broeuer ver
beidde; maar dit woog tienvoudig
op tegen de zekerheid van de
liefde zijner moeder. Z n vader schreef
wel is waar, aan zijn meester en dreig
de dezen te beschuldigen van z'n zoon
tot het verlaten der ouderlijke woning
te hebben vekleid; maar Nicolaas
maakte een einde daaraan, door te
verklaren dat* zoo men hem verhin
derde horlogemaker te worden, hij
predikant zou worden hij de Metho
disten, een toen ter tijde nieuwe en
bij het volk orver het algemeen gehate
secte. Dit-hadl een goede uitwerking.
Kort daarna gaf zijn moeder hem te
verstaan, dat hij eens over moest ko
men 0111 den Zondag met hen door te
brengen. Hij deed dit, maar die' dag
leverde weinig genoegen op. Vader en
broeder deden alsof zij hem niet zagen
en vroegen elkander elk oogenblik
hoe laat het was, en of iemand ook
een goeden horlogemaker kende, dien
zij een pendule voor de spreekkamer
konden beste/ien.
Toen Nico la/as aan tafel zijn broeder
een aanaaf. rook hij dien.
zijn vader vragende of deze niet vond
dat hij naar Florence-olie rook, gaf hij
hem aan den bediende. De arme moe
der, nu geheel en al verontwaardigd,
riep uit: „Olie! als dat zoo is, is het
kostbare olie, waarvan in den Bijbel
gesproken wordt als zegen aanbren
gende, en die in onzen tijd meermalen
Lord Mayors maakt.
„Een Lord Mayor? Wat, maakt men
Lord Mayors van horlogemakers?"
„Ja", zeide de moeder, „en van lie
den van nog geringer afkomst. Werd
Dick Whittington, een eenvoudig kat-
tenverkooper, niet drie malen Lord
Mayor van Londen? Waren niet alle
Lord Mayors lieden die van het lahd
naar Londen waren getrokken en
door koophandel schatten verwierven,
en die niet alleen in een vergulde
koets reden, even groot ajp die des ko-
nings, maar ook zelfs door leden van
het Parlement, en met de grootste eer
bewijzen ontvangen werden aan het
hof? Hef uw hoofd omhoog, mijn Ni
colaas" zeide zij met moederlijken
trots, „en ik voorspel het u, eens zie
ik u nog Lord Mayor van Londen."
Indien Mrs. Flamstead gebeden, had
om de wijsheid van Salomo, zouden
haar geen woorden ingegeven kunnen
zijn, die haren man en Simon meer
konden treffen. Dan zou Nick, zoo
dacht de oude man, grooter en aan
zienlijker zijn dan de squire van
Dainsby; en zoo dacht ook de oud9te
zoon. Sedert dien dag spraken zii niet
meer van het hesteljen van pendules,
en niets rook meer naar Florence-olie.
Nicolaas kwam en ging gedurende
zijn leertijd, en werd door zijn vader
en broeder met meer dan schijnbare
vriendelijkheid ontvangen door z'n
moeder met toenemende liefde. Het
eerste gouden horloge dat hij zelf
maakte en hem voldeed, bood hij haar
aan op haar verjaardag en zij droeg
het met het meeste genoegen; eene
week later ontving Nicolaas uit Lon
den een kistje met een stel horloge
makerswerktuigen, zoó keurig en
deugdzaam als men maar bekomen
kon, benevens een fraaien microscoop
en het leven van Flamstead, den ster-
rekundige, een afstammeling van het
geslacht; in het boek waren deze woor
den geschreven: „Ga voort,Nicolaas
Flamstead, en verschaf uwe familie
een even duurzame eer; zoo al niet
door kunde, dan door deugd."
Het moet omtrent dezen tijd zijn
geweest, dat onze vriend John Fox
in kennis geraakte met Nicolaas
Flamstead en hem ook vergezelde
bij zijne menigvuldige bezoeken op
Dainsby welke een onuitwischtoaren
en aangenamen indruk bij hem sche
nen achtergelaten te hebben; maar
van waar John Fox kwam of wie hij
eigenlijk was, bleef een ondoorgron
delijk geheim. Was hij ook leerling
geweest? Was hij soms klerk .geweest
bij den een of anderen rechtsgeleerde
in de kleine stad Alfreton of was hii
maar wij hebben nooit iemand ont
moet, die een voldoend antwoord op
deze vragen geven kon; en John Fox
was op dit punt nog meer geheimhou
dend dan iemand anders. Het scheen
hem altijd bijzonder aan te doen en,
gelijk een vriend hem eens hoorde
zeggen, „het deed hem in zich zeiven
keeren, en maakte hem zoo klein, dat
men hem wel onder een hoed kon van
gen."
Wij zullen daarom al deze nutte-
looze vragen daarlaten en het verhaal
der lotgevallen van Nicolaas Flam
stead voortzetten.
Na het einde van zijn korten leer
tijd, ging hij naar Londen, om zich
daar in zijn beroep verder te bekwa
men. Zoo het in de hoop wa9 eens
Lord Mayor te worden, werd hij te
leurgesteld, want een jaar later
stierf zijn oude meester te Alfreton,
en zette hij diens zaken voort. De
opening van Nicolaas Flamstead's
winkel baarde veel opzien in die klei-,
ne stad. Sedert vele geslachten had
de handel in horloges en klokken
daar voortgesukkeld op dezelfde sla
perige, levenlooze wijze; er was geen
vooruitgang, er was stilstand in de
kunst.
Eensklaps deed Nicolaas den ge-
heelen ouden voorraad van de hand
tegen een prijs, die het landvolk in
groote verzoeking bracht, daar het ge
woon was horloges te dragen, zoo
groot als rapen, en klokken te hebben
zoo smakeloos en lomp, alsof zij het
werk waren van Tubal Kaïn.
Op een marktdag opende hij zijn
winkel en stalde in de smaakvolle
kasten zulk een voorraad van nieuwe
artikelen uit, dat de menigte stom van
verbazing staan bleef. Welke lievo
kleine gouden en zilveren horloges!
Welke bevallige klokken en tijdme
ters, in mahoniehouten kasten en on
der glazen stolpen, verguld en In
brons! Welk een keurige wijze van
bewerking. Hoe vele wonderen had
Nicolaas niet te vertoonen aan zijne
bezoekers! Het gevolg was, dat bijna
niemand, twintig mijlen in het rond,
meer tevreden was met zijn horloge.
Ieder moest er een hebben volgens
het nieuwe systeem, gelijk Nicolaas
het noemde. Men sprak van niets dan
van hefboomen, vrijkomende bewe
ging, chronometers, cylinders en ge
graveerde kasten.
Nicolaas was weldra genoodzaakt
nieuwe, grootere werkplaatsen aan to
leggen en had daarin zulk een menig
te menschen aan het werk, als nooit
te voren in Alfreton gezien was. Men
kon gerust zeggen dat zij daar leefden
van klakken en horloges, ln plnatf
van er alleen maar op te xlenhoe lnat
het was. Maar niet sléchts voor Alfre
ton en den omtrek werkte Nicolnas,
ook uit Londen ontving hij bestellin
gen.
(Wordt vervolgd.)