De lotgevallen van John Fox
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 13 APRIL 1926
TWEEDE BLAD.
W3? OË BIJDEN ZEGGEN.
Algemecne vergadering Ckr.-
Hist. Unie.
Over de gehouden vergadering van
de Chr.-Hist. Unie maakt de Stan
daar d de volgende opmerkingen:
„Men moet den heer Schokking
dankbaar zijn, dat hij in de vergade
ring der Chr.-Hist. Unie het in stem
ming komen van een motie verhin
derd heeft.
Wij laten onzerzijds de beteekenls
daarvan voor de interne verhoudin
gen in de Christelijk Historische Unie
■rusten.
Wat voor ons op den voorgrond
staat, is de mogelijkheid van herstel
der coalitie, die tengevolge van de
stem der Christelijk-Historischen op
11 November is verbroken. Nu is in de
vergadering der Unie wel duidelijk ge
bleken, dat niet kan worden gezegd,
dat het Chr.-Hist. geweten onder alle
omstandigheden het stemmen vóór
het gezantschap belet. Dr. De Visser
kon zich daartoe ook °P Lohman's ge
tuigenis beroepen. Maar naarmate dit
meer komt vast te staan, valt ook een
scherper licht op de houding der Chr.-
Hist. fractie op 11 November.
Voor die houding werd nu goedkeu
ring der vergadering gevraagd. De
heer Snoeck Henkemans achtte het
noodig, dat blijke dat de Unie achter
de fractie staat. De heer Schokking
kwam daartegen in verzet. Hij kon de
vraag niet toejuichen, die door den
heer Snoeck Henkemans ter beant
woording aan de vergadering was
voorgelegd. Hij achtte het niet in de
Chr.-Hist. lijn dat dè vergadering over
het gevoerde beleid een beslissende
uitspraak zou doen.
Zoo bleef het er dan bij, dat de Unie
geen uitspraak deed. Zij stelt vertrou
wen in al haar leiders, zoowel in hen
die voor de beslissing van 11 Novem
ber verantwoordelijk zijn, als in hen
die deze beslissing afkeuren. Ieder
blijft zijn eigen verantwoordelijkheid
dragen.
Het komt ons voor, dat daardoor het
herstel der samenwerking bevorderd
is. Er zijn er in de Unie, die wel rond
uit zouden durven uitspreken: voor de
afschaffing van het gezantschap heb
ben wij de verbreking der coalitie over
Maar in elk geval is geen «resolutie
aangenomen, die naar zulk een uit
spraak ook maar zou hebben gezweemd
Wij weten wel, dat het herstel der
coalitie ten slotte in de eerste plaats
van den gang van zaken in het Parle
ment afhangt. In dit opzicht echter,
was de rede van den voorzitter der
Chr.-Hist. fractie, Dr. De Visser, be
moedigend. Hij uitte zich over de
coalitie met een warmte, die ook van
de Anti-Revolutionaire Partij op waar
deering aanspraak heeft."
De Leidsche Crt. (R.-K.) kreeg
een anderen indruk.
Na er op gewezen te hebben dat van
leiding op deze vergadering niet
geéproken kan worden vervolgt het
blad:
„Dr. de Visser veronderstelde voor-
zichtejbjk, aat De Savornin Lohman
tenslotte wel zou hebben gestemd te
gen de motie Kersten tot opheffing
van het gezantschap bij het vaticaan.
En zelf was Dr. J)e Visser, de opvol
ger van De Savornin Lohman, bij die
stemming afwezigl De vergadering die
krachtig applaudisseerde, scheen deze
toch. niet zeer besliste houding van
een leider gemakkelijk te kunnen aan
vaarden! Even gul met applaus was
diezelfde vergadering, toen 'n anderb
leider, d« heer Snoeck Henkemans, een
juist tegenovergestelde veronderstel
ling betreffende het eventueel door
wijlen De Savornin Lohman ingeno
men standpunt opperdeOver de
vraag, of het stemmen voor de motie
Kersten een gewetenskwestie was,
heerschte ook een verschil, van mee
ning tusschen de beide genoemde
Chr.-Hist. voormannen.. Burgemeester
De Gijselaar gaf op die Unie-vergade
ring als zijn meening te kennen, dat
bij de beslissing over de motie-Kersten
het behoud van de coalitie den door
slag had moeten geven. Do Leidsche
afgevaardigde, de beer Wilbrink, acht
te zich daarop blijkbaar gerechtigd en
geroepen, tegen die meening verzet
aan te teekenen, en de zuiverheid van
de leer van mr. dr. De Gijselaar als
Chr.-Hist. man in twijfel te trekken
En, de verwarring van denkbeelden,
welke op deze vergadering heerschte
vond, wij zonden haast zeggen: haar
hoogtepunt in de verklaring van Dr.
Schokking, dat liet verkeerd is ge
weest, dat de afschaffing van het Ge
zantschap in het verkiezingsmanifest
der Chr.-Hist. Unie is opgenomen. En
dit werd gezegd door den man, die
reeds in 1924 het leven van het mi-
nisterie-Ruys de Beerenbrouck aan
het Gezantschap had gewaagd. De
vergadering slikte ook dit!
Het einde van het congres was, dat
er op verzoek van den heer Schokking
geen uitspraak werd gedaan over het
beleid van de Kamerfractie
Meer dan genoeg, om aan te toonen,
dat in de Chr.-Hist. Unie op 't oogen-
blik de leiding ten eenenmale zoek is.
Daar zijn leiders, als de heeren
Snoeck Henkemans en Krijger, die
zichzelf laten leiden door de vrees
voor antipapisten. Daar zijn leiders,
als dr. De Visser en mr. dr. De Gijse
laar, die óf niet durven „doorhakken",
tegen den zin van de anti-papisten in,
zooals De Visser, of dat wel durven,
maar daarvoor blijkbaar geen voldoen
den invloed in de partij hebben, zooals
De Gijselaar.
Vast staat, dat, als de toestand in
de Chr.-Hist. Unie zóó blijft, leiding
loos, van een herstel der Coalitie niets
kan komen.'
De „Nieuwe H a a r 1. Crt. even
eens R.-K. maakt de volgende opmer
kingen:
„Ter vergadering is wel gebleken,
dat, wanneer men de stemmen telt en
niet weegt, de overgroote meerderheid
in de Chr.-Hist. Unie aan de zijde van
den heer Snoeck Henkemans staat.
De eigenlijke leiders, de mannen,
welke een politieken naam van betee-
kenis in de Chr. -Hist. Unie hebben
als dr. De Visser, jhr. de Geer, mr.
Schokking, prof. Slotemaker, jhr. De
Gijselaar zijn het niet eens met de
meening, dat de coalitie aan het pau
selijk gezantschap moest worden op
geofferd. Zij missen echter het gezag
en den invloed in hun partij om de
meerderheid naar hun inzicht te doen
handelen.
Daaruit zal ook moeten worden ver
klaard, dat mannen als dr. De Visser
en mr. Schokking zich telkens in de af-
geloopen maanden op critieke momen
ten terugtrokken, de mindere goden in
hun partij lieten begaan en noch de
leiding noch de verantwoordelijkheid
wilden nemen bij een beweging, die
naar hun inzien verkeerd ging.
Men mag dat gebrek aan kracht cn
gezag betreuren, wij staan hier voor
feiten en partijverhoudingen, waar
aan een buitenstaander niets verande
ren kan".
KERK EN SCHOOL.
GEREF: KERKEN.
Beroepen: Te Helder C. v. d.
Woude te Gorcdijk Te Kollum, VV.
S. de Vries, te Tzum Te Soerabaja
(2e pred.), P. v. d. Spek, te Spijkenisse.
Aangenomen: Naar Abeoudc-
Proostdij: N. Willemse, cand. te Am
sterdam.
Bedankt: Voor Nieuwerkerk a. d.
IJssel, Aalsmeer, Woubrugge, Lex-
mond, Laren (N.-H.), Anna-Jacoba-pol-
der, Westzaan, Velseroord en Tbolen,
N, Willemse, cand. te Amsterdam.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: D. Driessen, te 's Gra-
venzand.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Ridderkerk, H. Kie
viet te Veenendaal.
Bedankt: Voor 's-Gravenpolder,
H. Kieviet, te Veenendaal.;
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Ds. J. de Waard, die het beroep
naar Rijnsbürg aannam beeft Zondag
na baar 5 jaren te hebben gediend, af
scheid genomen van de Geref. kerk
van Spakenburg.
Voor een schare van bijna 2000 men
schel), die het grootc kerkgebouw tot
in de gangpaden vulde, bediende hij
het Woord uit, Nehemia 13 14 en 22b,
daaruit ontwikkelende le. liet geden
ken aan zijn ambtelijke verrichtingen,
2e. het bestendigen van zijn ambtelijke
weldadigheden, 3e. liet vergeven van
zijn ambtelijke zonden.
Namens kerkeraad en gemeente
dankte br. Kok den vei'trekkenden
leeraar hartelijk voor de trouw en
de toewijding waarmede hij de kerk
had gediend, warna its. M. Post van
Bunschoten als vriend, en Dr. J. Hoek
van Soest namens de. classis een af
scheidswoord sprak.
Burgemeester Besselaar sprak Ds. de
Waard eveneens hartelijk toé.
Met een kort woord, in verband met
Hand. 2132 beeft Zondag Ds. J. N.
Lindeboom afscheid genomen van
de Geref. Kerk van Asperen. Na dit
kort persoonlijk woord, las Prof. L.
Lindeboom van Kampen de predicatie
over het genoemde tekstwoord voor.
Daarna volgden de gebruikelijke toe
spraken.
Dr. B. Wielenga.
Er loopen geruchten over een ernstige
ongesteldheid van Dr. B. Wielenga, Ge
rei. predikant te Amsterdam.
Ter geruststelling, deelt de „Stand."
mede, dat Dr. B. Wielenga ongeveer een
week geleden naar Oteve vertrokken is
teneinde eeinigen tijd rust, te nemen.
Vandaag hoopt hij echter weer terug te
keeren.
Ds. W. E. van Duin.
In den ochtenddienst van Zondag is
in de Geref. Kerk van Haarlemmermeer
(Oostzijde), waar Ds. W. E. van Duin
staat, die vragen van zijn kerkeraad te
beantwoorden heeft, bekend gemaakt,
dat Dinsdagavond te uur een gemeen
tevergadering zal gehouden worden.
Ds. J. J, Bnskes.
Naar wij vernemen is ook Ds. J. J.
Buskes, Geref. pjred. te Oosterend
(Texel) in verband met de kwestie-
Geelkerken bekend is dat Ds. B.
met Dr. Geelkerken sympathiseert
j.l. Zondag niet in den dienst des
W'oords voorgegaan.
Het verschil.
In de „Mededeeiingen", bet blad
naast de „Overt. Kerkbode", dus voor
bet deel der gsmeente, dat niet met
Dr. G, meegaat, lezen wij
„De Haagsche Synode, die de man
nen van 34 en 86 schorste en afzette,
deed het niet uit liefde voor de Waar
heid, maar omdat zij de deur wilde
openhouden voor leervrijheid.
De Asser Synode, die tot schorsing
en afzetting overging, deed dat uit
liefde voor de Waarheid en omdat zij
de deur zelfs niet op een kier wilde zet
ten voor leervrijheid".
Chr. Kweekschool Den Haag.
Met ingang van 13 April is be
noemd tot directeur van de Chr.
Kweekschool, Galvanistraat, Den
Haag, in de plaats van wijlen den
heer v. d. Kolk de heer \Y. Vis
ser, thans leeraar aan genoemde school
Do Schoolraad.
Het totaal aantal aangesloten scho
len bij den Schoolraad bedraagt thans
1403.
Het adres van den voorzitter is na
1 Mei a.s. Ds. J. L. Pierson, Frans
Halslaan 1, te Bilthoven.
In de plaats van Mr.. H. van, der
Vegte, die bedankt heeft als voor
zitter van de commissie van Beroep,
is tot voorzitter gekozen Mr. V. H.
Rutgers. Prins Manritslaan 75, Den
Haag.
De Vrije Universiteit,
Ons bericht, dat in de vaeature-Gee-
sink Dr. D. H. K. Vollenhovem,, pred.
van de Geref. Kerk van 's Gravéinhage
West benoemd zal worden tot hooglee
raar aan de Vrije Universiteit wórdt
ons, zegt de „Nederl.", ten spüt van
■een tegenspraak van deStand." ook
van andere zijde dan die, waaraan ons
eerste bericht ontleend werd, bevestigd.
Lager Onderwijs.
Een commissie, bestaande uit de hee
ren H. J. Emous, D. W. Reinders, J.
Strikwerda eh J. C. Wirtz Czn., heeft
omtrent de onderwijzersopleiding en de
onderwijzersexamens den Schoolraad
voor de Scholen met den Bijbel een rap
port aangeboden, waarin de commissie
tiaar opmerkingen in de volgende con
clusion uitdrukt.
1. Het schoolexamen kaïi beschouwd
worde,) als een stap in de richting van
het vrije examen en de verleende vrij
heid, om dat ook voor onze kweekscho
len te kunnen houden, moet door ons
dankbaar aanvaard worden.
2. Deze vrijheid worde in de toekomst
in geen en deele beperkt. Zelfs moet dé
strijd voor het geheel vrije examen,
evenals die voor de vrije school, onver
poosd worden voortgezet.
3. De nu bestaande regeling staat nog
te veel in het teeken van het intellec
tualisme.
4. Het centraliseerend en uniformee
rend karakter dezer regeling worde zoo
veel mogelijk beperkt.
5. 't Is noodig, dat het rijk bij de re
geling der examens, enz. rekent met de
besturen der kweekscholen en niet al
leen met de directeuren en leeraars, tén
zij de praktijk hier onoverkomelijke be
zwaren in den weg .legt.
6. Het getal 104 voor het aantal uren
is te- hoog en moet met 12 verminderd
worden om ruimte te krijgen voor prae-
tische opleiding, enz.
7. Het verminderen vam. 90 geslaagden
(in 5 jaar) tot 75, als eisch, is gebiedend
noodzakelijk en de eisch van 80 pet.
geslaagden vervalle of worde verlaagd.
S. In de verschillende Koninklijke Be
sluiten wordt soms de noodige eenheid
gemist.
9. De nu geldende regeling leidt tot
onbillijkheid voor de scholen en tot
geldverspilling voor het Rijk; ze zal
bovendien mettertijd practised onmpge-
lijk blijken.
10. Het verdient ernstige overweging
dat het rijk gelegenheid biede tot het
vormen van kweekschoolbonden, waar
mee de Overheid, inplaats van met elke
school afzonderlijk, in contact treedt.
11. Gewenscht wordt nog:
a. dat de B-afdeeling zal kunnen vol
staan met 8 leasen vam 50 minuten, zon
der dat een pauze van 2 uur verplicht
is, en dat er 3 klassen gevormd kun
nen woraem;
b. dat de bezitters van akte vak j
VTTjgesteld worden van het examen in
lichamelijke oefening aam dg kweek
school;
c. dat een lokaal voor lichamelijke
oefening, dat in het kweekschoolgebouw
aanwezig is, ook voldoet aan dem eisch,
gesteld in art. 21 sub 3 van het K. B.
van 11 Sept. 1923, StbE no. 440.
De Schoolraad examens kunmen nog
niet vervallen.
Uit het Sociale Leven.
De Prot. Chr. Vakbeweging in Zwit
serland.
Naar de Stand, vernam, zal de heer
H. Amelink, secretaris van het Chr.
Nat. Vakverbond en pennilngmeester
van het Internationaal Chr. Vakver
bond Donderdag a.s. naar Zwitser
land vertrekken om daar in eenige
vergaderingen, die zijn belegd door
den Schweizerichen Verhand. Evan
gelische Arbeiter und Angestelten als
spreker op te treden. Vrijdagavond
hoopt hij een propagandarede te hou
den iïn Winterthur, Zaterdag op de al-
gemeene vergadering van het Ver
hand te Zürich, Zondag in een opwek
kingsvergadering in een der kerken
te Wipkingen en Maandag in een pro-
pagandavergadering te Bazel.
Ontslag op de mijnen.
Naar het bureau V.D. verneemt, zul
len op de Dominiale mijn ni)et minder
dan driehonderd mijnwerkers ontsla
gen worden. De malaise in de mijnin
dustrie is van dit massa-ontslag de
oorzaak.
Naar verluidt, komen het eerst.Duit
sche mijnwerkers aan de beurt voor
ontslag.
Posterijen en Telegrafie.
Bij den postchèque- en girodienst
zijn sedert de heropening van dien
dienst ongeveer 350 personen op ar
beidscontract werkzaam. Hun los
dienstverband is oorzaak, dat zij uit
gesloten zijn van pensioenaanspraken
zoowel voor zich zelf, als voor hunne
weduwen en weezen.
Door het bestuur van den C.B.P.T.T.
iis een request gezonden aan H. M. de
Koningin, waarin verzocht wordt om
deze personen' te beschouwen als ami
tenaar, waardoor zij wel onder de pen
sioenwet zullen vallen.
In voorloopig antwoord op dit re
quest deelde de directeur-generaal me
de, dat deze aangelegenheid in behan
deling is, doch dat met het nemen van
een beslissing nog wel eenifee tijd ge
moeid zal zijn.
DE GEVAREN VAN DEN WEG.
Onverantwoordelijke toestanden.
'Hoe onverantwoordelijk vaak door
autobestuurders wordt gehandeld,
blijkt uit de volgende aanhalflngen uit
het verslag van de Verkeersinspectie
in Gelderland:
Hoe noodzakelijk dit toezicht is en
hoe onverantwoordelijk vele bestuur
der of ondernemers de veiligheid op
den weg in gevaar brengen, blijkt wel
uift de volgende opmerkingen in het
verslag:
„Zeer dikwijls moesten wij ingrijpen
met het oog op de veiligheid van het
verkeer en wel in het bijzonder ten
opzichte van de gesteldheid van stuur-
eü reminrichtingen, zoowel van auto
bussen als van zware en li)chter#
vrachtauto's.
Ter illustratie moge b.v. het volgen
de dienen:
„In den afgeloopen zomer troffen
wij ten tijde van het drukste perso
nenverkeer nabij het Uddelermeer een
autobus (openbaar middel van ver
voer) aan, waarvan geen der remmen
werkte.
Deze bus werd onmiddellijk buiten
dienst en onder plaatselijk toezicht
gesteld.
Kortte voren hadden wij onder Ede
een motorrijtuig met werklieden ont
moet, van welk vervoermiddel stuur
noch remmen deugden.
Te Haaften moest een autobusdilenst
wegens ondeugdelijke reminrichting
worden stopgezet. Het traject door de
ze bus te rijden, bleek bovendien voor
het grootste gedeelte over dijken te
loopen. Daar de bestuurder niet gene
gen was onmiddellijk het gebrek te
herstellen, werd het vervoermiddel
onder toezicht van de plaatselijke po
litie gesteld.
Onze opmerkingen over den gebrek-
kigen staat der stuurinrichtingen van
autobussen maakten soms, dat de pas
sagiers angstig den wagen verlieten.
De deugdelijkheid der stuurinrich
tingen vooral van zware vrachtauto's,
laat ook veel te wenschen over. Een
spelibg van 30 tot 40 c.M. komt dik
wijls voor; zelfs wfcrd in een geval 55
c.M. speling geconstateerd.
Soms bleek ons, dat onvergeeflijke
onkunde in het spel was, b.v. toen wij
tot de ontdekking kwamen, dat een
vrachtautobestuurder onbekend was
met het bestaan van een voetrem op
den wagen, dien hij reeds geruimen
tijd bestuurde.
Ook geregeld toezicht op de nale
ving der veiligheidsvoorschriften door
de bestuurders van autobussen bleek
.dringend noodig. Wij constateerden
herhaaldelijk dat de chauffeurs der
autobussen zelf het rookverbod over
treden.
Een enkele maal moesten kwaad
geluimde karrevoerders, die opzette
lijk het verkeer hinderden, met de wa
penen tot rede worden gebracht.
Ook bij de regeling van het verkeer
verrichtte de Inspec+i'e goede diensten
Tevens werd bij herhaling hulp ver
leend bij ongevallen, verschillende
weggebruikers overkomen. Opnieuw
bleek, dat soms door te langen arbeids
duur achter het stuurrad, bestuurders
waren ingedommeld en verongeluk
ten. Aan het verslag zijn toegevoegd
een drietal bijlagen, waaruit blijkt,
dat in 1925 werden geconstateerd 624
overtredingen en dat werden opge
maakt 261 processen-verbaal.
Uilt het bovenstaande blijkt wel, hoe
nuttig werk deze P.V.I. in Gelderland
heeft verricht, waarvoor haar zeker
een woord van lof toekomt. Naar wij
meenen, is dit de eenige provinciale
verkeersinspectie in ons land. Wij ge-
looven, dat het dribgend gewenscht
is dat zoo spoedig mogelijk in andere
provinciën een dergelijk instituut ge
schapen wordt. De veiligheid van den
weg gebiedt het.
FEUILLETON.
11)
Ik zeg het je, Mick, iemand dile ge
durende zijn geheele leven werkzaam
geweest is en daarmede ophoudt, ver
kwijnt. Zijn bloed wordt dik en zwaar
en hij gaat er mede heen. Leid eene
bron in een moeras en. haar water
wordt troebel en onbruikbaar. Wan
neer is zij helder en nuttig? Zoolang
er stroom in is. Houd haar op, en zij
deugt nergens meer toe. Ik heb gedu
rende mijn geheele leven geloopen,
en houd Ük daarmede op, dan houd
ik geheel en al op. Neen neen; noch
Smiler noch ik behoeven ons terug tc
trekken, zooals men dat noemt. Eerst
trekken en dan terugtrekken. Met
geen van beiden is het nog zóó ver
gekomen, dat daarvoor reden zou be
staan, Ik blijf voerman, al was het
maar alleen om de minnebrieven voor
het jonge goedje over te brengen en
de nieuwsbladen voor de pachters te
jalen.
Zoo koutten de driJe vrienden eiken
avond óf bij Tom Fletcher, óf in den
cuin van Gabriël, onder het genot van
>en pijpje en een kruik bier uit „de
Kat en de Viool" even kalm en tevre
den als de ondergaande zon, die hare
chuinsche 9tralen op hen wierp, toen
>r Iets bijzondere gebeurde, dat, als
ware het een bom, tuschefi hen viel,
en den een her-, den ander derwaarts
joeg langs duizend wegen.
Wij zullen in een volgend hoofdstuk
zien wat het doel was hunner gangen.
VIERDE HOOFDSTUK.
Het gezicht van een muscO brengt een
zonderlinge geschiedenis aan den dag.
Het was op een avond, ongeveer i'n
hot midden van den zomer dat Mr.
Fox van een zijner uitgestrekte wan
delingen teruggekomen, haastig bij
Tom Fletcher binnentrad, waar deze
met Mick reeds verlangend naar zijn
komst uitzag. John Fox zag er ver
moeid, verhit en bestoven uit. Zijn
leunibgstoel stond op de gewone
plaats voor hem gereed; Tom's nicht
je stond op, groette hem en liet het
gordijn vallen, om een zonnestraal te
weren die juist op den stoel viel. Maar
Mr. Fox, in plaats van te gaan zitten,
liep haastig het vertrek op en neder,
veegde zijn voorhoofd, waarop het
zweet parelde, af en zeide:
„Weet gij, vrilenden, wat ik gezien
heb? Weet gij wat er plaats heeft?
„Wat is er?" vroegen beiden, terwijl
zij opstonden.
„Wat? Ik beb hedennamiddag rond
gewandeld in den omtrek van Dains-
by en toen ik de poort van het oude
kasteel bereikte, wat meent gij dat ik
zag? Iets dat ik geloofde dat nimmer
gezilen kon worden. Iets ergers dan
wanneer de schim van mijn broeder
uit zijn graf ware gerezen en mij ver
zocht had hem dadelijk te volgen naar
de andere wereld. Hoe durft de schurk
het wagen? Kent zijn onbeschaamd
heid dan geen grenzen meer? Kan
niets hem tevreden stellen dan de ge
heele slooping van al wat oud en eer
biedwaardig iÉ? Die kleine duilvelvan
een procureur heeft eindelijk de ui
terste grens van aanmatiging bereijrt,
en zoo hij nüet spoedig wordt tegen
gehouden, zal het te laat zijn."
Toen John Fox dit gezegd had, bleef
hij staan, en keek Mick Shay aan, zon
der hem de oorzaak van zijn opgewon
denheid te verklaren.
„Maar wat is er dan toch, Mr. Fox?"
vroeg Mick. „Wat gebeurt er? Kunnen
wij u van dienst zijn? Waar moeten
wij heen gaan om u hulp te bieden?
„Ja, loopt, vliegt, helpt beiden!
Laat zilen, waar zijn mijn papieren?"
„Hier is pen en inkt, mjjnheer" zei
Tom's nichtje, terwijl zij een tafeltje
waarop schrijfgereedschap stond, na-
derhij schoof.
„Ik vergeet dat mijn papieren te
huis zijn" zeide Mr. John Fox; „maar
dat doet er niet toe, diit kan ook wel
dienen." Hierop scheen hij zich een
oogenblik te bedenken en zeide toen
tot de heide verbaasde mannen:
„Zoudt gij willen gelooven dat bet
oude kasteel van Dainsby wordt afge
broken? Zoudt gij willlen gelooven dat
die schurkachtige zaak£ederver,
Screw Pepper, de onbeschaamdheid
gehad heeft de voormalige woon
plaats der Flamsteads ten verkoop te
doemen, en dat niet in haar geheel,
ongeschonden, met hare landerijen,
maar perceelsgewijze, maar om afge
broken te worden door ellendige met-
selaas en timmerlieden, en veranderd
iln een hoop bestoven balken, planken
en steenen, naar de vier windstreken
te worden vervoerd ten einde er stroo-
hutten en varkenskotten van te bou
wen?"
„Dainsby's oüd kasteel afgebroken!'
riepen Mick en Tom beide tegelijk.
„Onmogelijk; even goed zou men kun
nen zeggen dat de kerk werd afge
broken."
„Maar ik verzeker u, dat het bij
geen zeggen zal blijven, dat men op
het punt is er aan te begitemen! Het
is bepaald en reeds aangekondigd. Ik
heb het met beide oogen gezien. Wij
moeten ons haasten of de 9looping
neemt een aanvang."
Dit zeggende kreeg John Fox een
groot aanplakbiljet uit zijn zak en het
hun voorhoudende, konden zij de met
groote letters gedrukte woorden le
zen: Oud kasteel van Dainsby, Percee-
len, bouwmaterialen enz. Toen zij het
een oogenblük hadden bekeken, ging
de oude heer, nu wat tot bedaren ge
komen, zitten, en Tom en Mick, die
ook weder hunne plaatsen op de oudo
bank hadden ingenomen, ernstig aan
ziende, ging hij voort op een toon, die
veel verschilde van dien waarop hij
zoo even sprak:
„Ik zeide dan, dat ük in den omtrek
van Dainsby ronddwaalde en nooit le
verde de streek een schooner gezicht
op. Boomen en weiden, alles was zoo
groen, zoo frisch, zoo welig! De hoo-
gere landen waren als bezaaid met
bloemen van allerlei kleur; het gras
der weide was nooit zoo lang en zoo
malsch. Overal zongen de vogels, over
al waren de akkerlileden vroolijk be
zig. Eensklaps hoorde ik een pauw
schreeuwen, die op een grooten olm
zat dicht bij de pastorij, en dat deed
mij als door tooverij, aan het oude kas
teel denken. O, dacht ik, hoe lief en
hoe schoon was het daar eens; hoe
treurig moet het er nu zijn! Hoe dik
wijls heb ik daar de pauwen in de
dichte boomen hooren schreeuwen, en
nu staat het ledilg en verlaten! Als ik
er nu heen ging, zou ik er, geloof i*k,
weinig meer hooren dan het getjilp
van musschen twistende om haren
roof; weinig meer zien dan het hooi
harer nesten, uiltstekende tusschen de
spleten en van onder de goten. Ik zou
er niets zien dan onkruid, vervallen
prieeltjes, dichtgegroeide paden, daar
waar alles zoo bekoorlijk en gelukkig
placht te zijn!
Eon onbeschrijfelijk* zwaarmoedig
heid overviel mij.
Ik wilde er heen gaan; ik wilde zien
welk toon eel het aanbood. Maar wat
ontdekte mijn oog op eenigen af
stand?