De lotgevallen van John Fox NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 13 APRIL 1926 TWEEDE BLAD. W3? OË BIJDEN ZEGGEN. Algemecne vergadering Ckr.- Hist. Unie. Over de gehouden vergadering van de Chr.-Hist. Unie maakt de Stan daar d de volgende opmerkingen: „Men moet den heer Schokking dankbaar zijn, dat hij in de vergade ring der Chr.-Hist. Unie het in stem ming komen van een motie verhin derd heeft. Wij laten onzerzijds de beteekenls daarvan voor de interne verhoudin gen in de Christelijk Historische Unie ■rusten. Wat voor ons op den voorgrond staat, is de mogelijkheid van herstel der coalitie, die tengevolge van de stem der Christelijk-Historischen op 11 November is verbroken. Nu is in de vergadering der Unie wel duidelijk ge bleken, dat niet kan worden gezegd, dat het Chr.-Hist. geweten onder alle omstandigheden het stemmen vóór het gezantschap belet. Dr. De Visser kon zich daartoe ook °P Lohman's ge tuigenis beroepen. Maar naarmate dit meer komt vast te staan, valt ook een scherper licht op de houding der Chr.- Hist. fractie op 11 November. Voor die houding werd nu goedkeu ring der vergadering gevraagd. De heer Snoeck Henkemans achtte het noodig, dat blijke dat de Unie achter de fractie staat. De heer Schokking kwam daartegen in verzet. Hij kon de vraag niet toejuichen, die door den heer Snoeck Henkemans ter beant woording aan de vergadering was voorgelegd. Hij achtte het niet in de Chr.-Hist. lijn dat dè vergadering over het gevoerde beleid een beslissende uitspraak zou doen. Zoo bleef het er dan bij, dat de Unie geen uitspraak deed. Zij stelt vertrou wen in al haar leiders, zoowel in hen die voor de beslissing van 11 Novem ber verantwoordelijk zijn, als in hen die deze beslissing afkeuren. Ieder blijft zijn eigen verantwoordelijkheid dragen. Het komt ons voor, dat daardoor het herstel der samenwerking bevorderd is. Er zijn er in de Unie, die wel rond uit zouden durven uitspreken: voor de afschaffing van het gezantschap heb ben wij de verbreking der coalitie over Maar in elk geval is geen «resolutie aangenomen, die naar zulk een uit spraak ook maar zou hebben gezweemd Wij weten wel, dat het herstel der coalitie ten slotte in de eerste plaats van den gang van zaken in het Parle ment afhangt. In dit opzicht echter, was de rede van den voorzitter der Chr.-Hist. fractie, Dr. De Visser, be moedigend. Hij uitte zich over de coalitie met een warmte, die ook van de Anti-Revolutionaire Partij op waar deering aanspraak heeft." De Leidsche Crt. (R.-K.) kreeg een anderen indruk. Na er op gewezen te hebben dat van leiding op deze vergadering niet geéproken kan worden vervolgt het blad: „Dr. de Visser veronderstelde voor- zichtejbjk, aat De Savornin Lohman tenslotte wel zou hebben gestemd te gen de motie Kersten tot opheffing van het gezantschap bij het vaticaan. En zelf was Dr. J)e Visser, de opvol ger van De Savornin Lohman, bij die stemming afwezigl De vergadering die krachtig applaudisseerde, scheen deze toch. niet zeer besliste houding van een leider gemakkelijk te kunnen aan vaarden! Even gul met applaus was diezelfde vergadering, toen 'n anderb leider, d« heer Snoeck Henkemans, een juist tegenovergestelde veronderstel ling betreffende het eventueel door wijlen De Savornin Lohman ingeno men standpunt opperdeOver de vraag, of het stemmen voor de motie Kersten een gewetenskwestie was, heerschte ook een verschil, van mee ning tusschen de beide genoemde Chr.-Hist. voormannen.. Burgemeester De Gijselaar gaf op die Unie-vergade ring als zijn meening te kennen, dat bij de beslissing over de motie-Kersten het behoud van de coalitie den door slag had moeten geven. Do Leidsche afgevaardigde, de beer Wilbrink, acht te zich daarop blijkbaar gerechtigd en geroepen, tegen die meening verzet aan te teekenen, en de zuiverheid van de leer van mr. dr. De Gijselaar als Chr.-Hist. man in twijfel te trekken En, de verwarring van denkbeelden, welke op deze vergadering heerschte vond, wij zonden haast zeggen: haar hoogtepunt in de verklaring van Dr. Schokking, dat liet verkeerd is ge weest, dat de afschaffing van het Ge zantschap in het verkiezingsmanifest der Chr.-Hist. Unie is opgenomen. En dit werd gezegd door den man, die reeds in 1924 het leven van het mi- nisterie-Ruys de Beerenbrouck aan het Gezantschap had gewaagd. De vergadering slikte ook dit! Het einde van het congres was, dat er op verzoek van den heer Schokking geen uitspraak werd gedaan over het beleid van de Kamerfractie Meer dan genoeg, om aan te toonen, dat in de Chr.-Hist. Unie op 't oogen- blik de leiding ten eenenmale zoek is. Daar zijn leiders, als de heeren Snoeck Henkemans en Krijger, die zichzelf laten leiden door de vrees voor antipapisten. Daar zijn leiders, als dr. De Visser en mr. dr. De Gijse laar, die óf niet durven „doorhakken", tegen den zin van de anti-papisten in, zooals De Visser, of dat wel durven, maar daarvoor blijkbaar geen voldoen den invloed in de partij hebben, zooals De Gijselaar. Vast staat, dat, als de toestand in de Chr.-Hist. Unie zóó blijft, leiding loos, van een herstel der Coalitie niets kan komen.' De „Nieuwe H a a r 1. Crt. even eens R.-K. maakt de volgende opmer kingen: „Ter vergadering is wel gebleken, dat, wanneer men de stemmen telt en niet weegt, de overgroote meerderheid in de Chr.-Hist. Unie aan de zijde van den heer Snoeck Henkemans staat. De eigenlijke leiders, de mannen, welke een politieken naam van betee- kenis in de Chr. -Hist. Unie hebben als dr. De Visser, jhr. de Geer, mr. Schokking, prof. Slotemaker, jhr. De Gijselaar zijn het niet eens met de meening, dat de coalitie aan het pau selijk gezantschap moest worden op geofferd. Zij missen echter het gezag en den invloed in hun partij om de meerderheid naar hun inzicht te doen handelen. Daaruit zal ook moeten worden ver klaard, dat mannen als dr. De Visser en mr. Schokking zich telkens in de af- geloopen maanden op critieke momen ten terugtrokken, de mindere goden in hun partij lieten begaan en noch de leiding noch de verantwoordelijkheid wilden nemen bij een beweging, die naar hun inzien verkeerd ging. Men mag dat gebrek aan kracht cn gezag betreuren, wij staan hier voor feiten en partijverhoudingen, waar aan een buitenstaander niets verande ren kan". KERK EN SCHOOL. GEREF: KERKEN. Beroepen: Te Helder C. v. d. Woude te Gorcdijk Te Kollum, VV. S. de Vries, te Tzum Te Soerabaja (2e pred.), P. v. d. Spek, te Spijkenisse. Aangenomen: Naar Abeoudc- Proostdij: N. Willemse, cand. te Am sterdam. Bedankt: Voor Nieuwerkerk a. d. IJssel, Aalsmeer, Woubrugge, Lex- mond, Laren (N.-H.), Anna-Jacoba-pol- der, Westzaan, Velseroord en Tbolen, N, Willemse, cand. te Amsterdam. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: D. Driessen, te 's Gra- venzand. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Ridderkerk, H. Kie viet te Veenendaal. Bedankt: Voor 's-Gravenpolder, H. Kieviet, te Veenendaal.; Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. J. de Waard, die het beroep naar Rijnsbürg aannam beeft Zondag na baar 5 jaren te hebben gediend, af scheid genomen van de Geref. kerk van Spakenburg. Voor een schare van bijna 2000 men schel), die het grootc kerkgebouw tot in de gangpaden vulde, bediende hij het Woord uit, Nehemia 13 14 en 22b, daaruit ontwikkelende le. liet geden ken aan zijn ambtelijke verrichtingen, 2e. het bestendigen van zijn ambtelijke weldadigheden, 3e. liet vergeven van zijn ambtelijke zonden. Namens kerkeraad en gemeente dankte br. Kok den vei'trekkenden leeraar hartelijk voor de trouw en de toewijding waarmede hij de kerk had gediend, warna its. M. Post van Bunschoten als vriend, en Dr. J. Hoek van Soest namens de. classis een af scheidswoord sprak. Burgemeester Besselaar sprak Ds. de Waard eveneens hartelijk toé. Met een kort woord, in verband met Hand. 2132 beeft Zondag Ds. J. N. Lindeboom afscheid genomen van de Geref. Kerk van Asperen. Na dit kort persoonlijk woord, las Prof. L. Lindeboom van Kampen de predicatie over het genoemde tekstwoord voor. Daarna volgden de gebruikelijke toe spraken. Dr. B. Wielenga. Er loopen geruchten over een ernstige ongesteldheid van Dr. B. Wielenga, Ge rei. predikant te Amsterdam. Ter geruststelling, deelt de „Stand." mede, dat Dr. B. Wielenga ongeveer een week geleden naar Oteve vertrokken is teneinde eeinigen tijd rust, te nemen. Vandaag hoopt hij echter weer terug te keeren. Ds. W. E. van Duin. In den ochtenddienst van Zondag is in de Geref. Kerk van Haarlemmermeer (Oostzijde), waar Ds. W. E. van Duin staat, die vragen van zijn kerkeraad te beantwoorden heeft, bekend gemaakt, dat Dinsdagavond te uur een gemeen tevergadering zal gehouden worden. Ds. J. J, Bnskes. Naar wij vernemen is ook Ds. J. J. Buskes, Geref. pjred. te Oosterend (Texel) in verband met de kwestie- Geelkerken bekend is dat Ds. B. met Dr. Geelkerken sympathiseert j.l. Zondag niet in den dienst des W'oords voorgegaan. Het verschil. In de „Mededeeiingen", bet blad naast de „Overt. Kerkbode", dus voor bet deel der gsmeente, dat niet met Dr. G, meegaat, lezen wij „De Haagsche Synode, die de man nen van 34 en 86 schorste en afzette, deed het niet uit liefde voor de Waar heid, maar omdat zij de deur wilde openhouden voor leervrijheid. De Asser Synode, die tot schorsing en afzetting overging, deed dat uit liefde voor de Waarheid en omdat zij de deur zelfs niet op een kier wilde zet ten voor leervrijheid". Chr. Kweekschool Den Haag. Met ingang van 13 April is be noemd tot directeur van de Chr. Kweekschool, Galvanistraat, Den Haag, in de plaats van wijlen den heer v. d. Kolk de heer \Y. Vis ser, thans leeraar aan genoemde school Do Schoolraad. Het totaal aantal aangesloten scho len bij den Schoolraad bedraagt thans 1403. Het adres van den voorzitter is na 1 Mei a.s. Ds. J. L. Pierson, Frans Halslaan 1, te Bilthoven. In de plaats van Mr.. H. van, der Vegte, die bedankt heeft als voor zitter van de commissie van Beroep, is tot voorzitter gekozen Mr. V. H. Rutgers. Prins Manritslaan 75, Den Haag. De Vrije Universiteit, Ons bericht, dat in de vaeature-Gee- sink Dr. D. H. K. Vollenhovem,, pred. van de Geref. Kerk van 's Gravéinhage West benoemd zal worden tot hooglee raar aan de Vrije Universiteit wórdt ons, zegt de „Nederl.", ten spüt van ■een tegenspraak van deStand." ook van andere zijde dan die, waaraan ons eerste bericht ontleend werd, bevestigd. Lager Onderwijs. Een commissie, bestaande uit de hee ren H. J. Emous, D. W. Reinders, J. Strikwerda eh J. C. Wirtz Czn., heeft omtrent de onderwijzersopleiding en de onderwijzersexamens den Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel een rap port aangeboden, waarin de commissie tiaar opmerkingen in de volgende con clusion uitdrukt. 1. Het schoolexamen kaïi beschouwd worde,) als een stap in de richting van het vrije examen en de verleende vrij heid, om dat ook voor onze kweekscho len te kunnen houden, moet door ons dankbaar aanvaard worden. 2. Deze vrijheid worde in de toekomst in geen en deele beperkt. Zelfs moet dé strijd voor het geheel vrije examen, evenals die voor de vrije school, onver poosd worden voortgezet. 3. De nu bestaande regeling staat nog te veel in het teeken van het intellec tualisme. 4. Het centraliseerend en uniformee rend karakter dezer regeling worde zoo veel mogelijk beperkt. 5. 't Is noodig, dat het rijk bij de re geling der examens, enz. rekent met de besturen der kweekscholen en niet al leen met de directeuren en leeraars, tén zij de praktijk hier onoverkomelijke be zwaren in den weg .legt. 6. Het getal 104 voor het aantal uren is te- hoog en moet met 12 verminderd worden om ruimte te krijgen voor prae- tische opleiding, enz. 7. Het verminderen vam. 90 geslaagden (in 5 jaar) tot 75, als eisch, is gebiedend noodzakelijk en de eisch van 80 pet. geslaagden vervalle of worde verlaagd. S. In de verschillende Koninklijke Be sluiten wordt soms de noodige eenheid gemist. 9. De nu geldende regeling leidt tot onbillijkheid voor de scholen en tot geldverspilling voor het Rijk; ze zal bovendien mettertijd practised onmpge- lijk blijken. 10. Het verdient ernstige overweging dat het rijk gelegenheid biede tot het vormen van kweekschoolbonden, waar mee de Overheid, inplaats van met elke school afzonderlijk, in contact treedt. 11. Gewenscht wordt nog: a. dat de B-afdeeling zal kunnen vol staan met 8 leasen vam 50 minuten, zon der dat een pauze van 2 uur verplicht is, en dat er 3 klassen gevormd kun nen woraem; b. dat de bezitters van akte vak j VTTjgesteld worden van het examen in lichamelijke oefening aam dg kweek school; c. dat een lokaal voor lichamelijke oefening, dat in het kweekschoolgebouw aanwezig is, ook voldoet aan dem eisch, gesteld in art. 21 sub 3 van het K. B. van 11 Sept. 1923, StbE no. 440. De Schoolraad examens kunmen nog niet vervallen. Uit het Sociale Leven. De Prot. Chr. Vakbeweging in Zwit serland. Naar de Stand, vernam, zal de heer H. Amelink, secretaris van het Chr. Nat. Vakverbond en pennilngmeester van het Internationaal Chr. Vakver bond Donderdag a.s. naar Zwitser land vertrekken om daar in eenige vergaderingen, die zijn belegd door den Schweizerichen Verhand. Evan gelische Arbeiter und Angestelten als spreker op te treden. Vrijdagavond hoopt hij een propagandarede te hou den iïn Winterthur, Zaterdag op de al- gemeene vergadering van het Ver hand te Zürich, Zondag in een opwek kingsvergadering in een der kerken te Wipkingen en Maandag in een pro- pagandavergadering te Bazel. Ontslag op de mijnen. Naar het bureau V.D. verneemt, zul len op de Dominiale mijn ni)et minder dan driehonderd mijnwerkers ontsla gen worden. De malaise in de mijnin dustrie is van dit massa-ontslag de oorzaak. Naar verluidt, komen het eerst.Duit sche mijnwerkers aan de beurt voor ontslag. Posterijen en Telegrafie. Bij den postchèque- en girodienst zijn sedert de heropening van dien dienst ongeveer 350 personen op ar beidscontract werkzaam. Hun los dienstverband is oorzaak, dat zij uit gesloten zijn van pensioenaanspraken zoowel voor zich zelf, als voor hunne weduwen en weezen. Door het bestuur van den C.B.P.T.T. iis een request gezonden aan H. M. de Koningin, waarin verzocht wordt om deze personen' te beschouwen als ami tenaar, waardoor zij wel onder de pen sioenwet zullen vallen. In voorloopig antwoord op dit re quest deelde de directeur-generaal me de, dat deze aangelegenheid in behan deling is, doch dat met het nemen van een beslissing nog wel eenifee tijd ge moeid zal zijn. DE GEVAREN VAN DEN WEG. Onverantwoordelijke toestanden. 'Hoe onverantwoordelijk vaak door autobestuurders wordt gehandeld, blijkt uit de volgende aanhalflngen uit het verslag van de Verkeersinspectie in Gelderland: Hoe noodzakelijk dit toezicht is en hoe onverantwoordelijk vele bestuur der of ondernemers de veiligheid op den weg in gevaar brengen, blijkt wel uift de volgende opmerkingen in het verslag: „Zeer dikwijls moesten wij ingrijpen met het oog op de veiligheid van het verkeer en wel in het bijzonder ten opzichte van de gesteldheid van stuur- eü reminrichtingen, zoowel van auto bussen als van zware en li)chter# vrachtauto's. Ter illustratie moge b.v. het volgen de dienen: „In den afgeloopen zomer troffen wij ten tijde van het drukste perso nenverkeer nabij het Uddelermeer een autobus (openbaar middel van ver voer) aan, waarvan geen der remmen werkte. Deze bus werd onmiddellijk buiten dienst en onder plaatselijk toezicht gesteld. Kortte voren hadden wij onder Ede een motorrijtuig met werklieden ont moet, van welk vervoermiddel stuur noch remmen deugden. Te Haaften moest een autobusdilenst wegens ondeugdelijke reminrichting worden stopgezet. Het traject door de ze bus te rijden, bleek bovendien voor het grootste gedeelte over dijken te loopen. Daar de bestuurder niet gene gen was onmiddellijk het gebrek te herstellen, werd het vervoermiddel onder toezicht van de plaatselijke po litie gesteld. Onze opmerkingen over den gebrek- kigen staat der stuurinrichtingen van autobussen maakten soms, dat de pas sagiers angstig den wagen verlieten. De deugdelijkheid der stuurinrich tingen vooral van zware vrachtauto's, laat ook veel te wenschen over. Een spelibg van 30 tot 40 c.M. komt dik wijls voor; zelfs wfcrd in een geval 55 c.M. speling geconstateerd. Soms bleek ons, dat onvergeeflijke onkunde in het spel was, b.v. toen wij tot de ontdekking kwamen, dat een vrachtautobestuurder onbekend was met het bestaan van een voetrem op den wagen, dien hij reeds geruimen tijd bestuurde. Ook geregeld toezicht op de nale ving der veiligheidsvoorschriften door de bestuurders van autobussen bleek .dringend noodig. Wij constateerden herhaaldelijk dat de chauffeurs der autobussen zelf het rookverbod over treden. Een enkele maal moesten kwaad geluimde karrevoerders, die opzette lijk het verkeer hinderden, met de wa penen tot rede worden gebracht. Ook bij de regeling van het verkeer verrichtte de Inspec+i'e goede diensten Tevens werd bij herhaling hulp ver leend bij ongevallen, verschillende weggebruikers overkomen. Opnieuw bleek, dat soms door te langen arbeids duur achter het stuurrad, bestuurders waren ingedommeld en verongeluk ten. Aan het verslag zijn toegevoegd een drietal bijlagen, waaruit blijkt, dat in 1925 werden geconstateerd 624 overtredingen en dat werden opge maakt 261 processen-verbaal. Uilt het bovenstaande blijkt wel, hoe nuttig werk deze P.V.I. in Gelderland heeft verricht, waarvoor haar zeker een woord van lof toekomt. Naar wij meenen, is dit de eenige provinciale verkeersinspectie in ons land. Wij ge- looven, dat het dribgend gewenscht is dat zoo spoedig mogelijk in andere provinciën een dergelijk instituut ge schapen wordt. De veiligheid van den weg gebiedt het. FEUILLETON. 11) Ik zeg het je, Mick, iemand dile ge durende zijn geheele leven werkzaam geweest is en daarmede ophoudt, ver kwijnt. Zijn bloed wordt dik en zwaar en hij gaat er mede heen. Leid eene bron in een moeras en. haar water wordt troebel en onbruikbaar. Wan neer is zij helder en nuttig? Zoolang er stroom in is. Houd haar op, en zij deugt nergens meer toe. Ik heb gedu rende mijn geheele leven geloopen, en houd Ük daarmede op, dan houd ik geheel en al op. Neen neen; noch Smiler noch ik behoeven ons terug tc trekken, zooals men dat noemt. Eerst trekken en dan terugtrekken. Met geen van beiden is het nog zóó ver gekomen, dat daarvoor reden zou be staan, Ik blijf voerman, al was het maar alleen om de minnebrieven voor het jonge goedje over te brengen en de nieuwsbladen voor de pachters te jalen. Zoo koutten de driJe vrienden eiken avond óf bij Tom Fletcher, óf in den cuin van Gabriël, onder het genot van >en pijpje en een kruik bier uit „de Kat en de Viool" even kalm en tevre den als de ondergaande zon, die hare chuinsche 9tralen op hen wierp, toen >r Iets bijzondere gebeurde, dat, als ware het een bom, tuschefi hen viel, en den een her-, den ander derwaarts joeg langs duizend wegen. Wij zullen in een volgend hoofdstuk zien wat het doel was hunner gangen. VIERDE HOOFDSTUK. Het gezicht van een muscO brengt een zonderlinge geschiedenis aan den dag. Het was op een avond, ongeveer i'n hot midden van den zomer dat Mr. Fox van een zijner uitgestrekte wan delingen teruggekomen, haastig bij Tom Fletcher binnentrad, waar deze met Mick reeds verlangend naar zijn komst uitzag. John Fox zag er ver moeid, verhit en bestoven uit. Zijn leunibgstoel stond op de gewone plaats voor hem gereed; Tom's nicht je stond op, groette hem en liet het gordijn vallen, om een zonnestraal te weren die juist op den stoel viel. Maar Mr. Fox, in plaats van te gaan zitten, liep haastig het vertrek op en neder, veegde zijn voorhoofd, waarop het zweet parelde, af en zeide: „Weet gij, vrilenden, wat ik gezien heb? Weet gij wat er plaats heeft? „Wat is er?" vroegen beiden, terwijl zij opstonden. „Wat? Ik beb hedennamiddag rond gewandeld in den omtrek van Dains- by en toen ik de poort van het oude kasteel bereikte, wat meent gij dat ik zag? Iets dat ik geloofde dat nimmer gezilen kon worden. Iets ergers dan wanneer de schim van mijn broeder uit zijn graf ware gerezen en mij ver zocht had hem dadelijk te volgen naar de andere wereld. Hoe durft de schurk het wagen? Kent zijn onbeschaamd heid dan geen grenzen meer? Kan niets hem tevreden stellen dan de ge heele slooping van al wat oud en eer biedwaardig iÉ? Die kleine duilvelvan een procureur heeft eindelijk de ui terste grens van aanmatiging bereijrt, en zoo hij nüet spoedig wordt tegen gehouden, zal het te laat zijn." Toen John Fox dit gezegd had, bleef hij staan, en keek Mick Shay aan, zon der hem de oorzaak van zijn opgewon denheid te verklaren. „Maar wat is er dan toch, Mr. Fox?" vroeg Mick. „Wat gebeurt er? Kunnen wij u van dienst zijn? Waar moeten wij heen gaan om u hulp te bieden? „Ja, loopt, vliegt, helpt beiden! Laat zilen, waar zijn mijn papieren?" „Hier is pen en inkt, mjjnheer" zei Tom's nichtje, terwijl zij een tafeltje waarop schrijfgereedschap stond, na- derhij schoof. „Ik vergeet dat mijn papieren te huis zijn" zeide Mr. John Fox; „maar dat doet er niet toe, diit kan ook wel dienen." Hierop scheen hij zich een oogenblik te bedenken en zeide toen tot de heide verbaasde mannen: „Zoudt gij willen gelooven dat bet oude kasteel van Dainsby wordt afge broken? Zoudt gij willlen gelooven dat die schurkachtige zaak£ederver, Screw Pepper, de onbeschaamdheid gehad heeft de voormalige woon plaats der Flamsteads ten verkoop te doemen, en dat niet in haar geheel, ongeschonden, met hare landerijen, maar perceelsgewijze, maar om afge broken te worden door ellendige met- selaas en timmerlieden, en veranderd iln een hoop bestoven balken, planken en steenen, naar de vier windstreken te worden vervoerd ten einde er stroo- hutten en varkenskotten van te bou wen?" „Dainsby's oüd kasteel afgebroken!' riepen Mick en Tom beide tegelijk. „Onmogelijk; even goed zou men kun nen zeggen dat de kerk werd afge broken." „Maar ik verzeker u, dat het bij geen zeggen zal blijven, dat men op het punt is er aan te begitemen! Het is bepaald en reeds aangekondigd. Ik heb het met beide oogen gezien. Wij moeten ons haasten of de 9looping neemt een aanvang." Dit zeggende kreeg John Fox een groot aanplakbiljet uit zijn zak en het hun voorhoudende, konden zij de met groote letters gedrukte woorden le zen: Oud kasteel van Dainsby, Percee- len, bouwmaterialen enz. Toen zij het een oogenblük hadden bekeken, ging de oude heer, nu wat tot bedaren ge komen, zitten, en Tom en Mick, die ook weder hunne plaatsen op de oudo bank hadden ingenomen, ernstig aan ziende, ging hij voort op een toon, die veel verschilde van dien waarop hij zoo even sprak: „Ik zeide dan, dat ük in den omtrek van Dainsby ronddwaalde en nooit le verde de streek een schooner gezicht op. Boomen en weiden, alles was zoo groen, zoo frisch, zoo welig! De hoo- gere landen waren als bezaaid met bloemen van allerlei kleur; het gras der weide was nooit zoo lang en zoo malsch. Overal zongen de vogels, over al waren de akkerlileden vroolijk be zig. Eensklaps hoorde ik een pauw schreeuwen, die op een grooten olm zat dicht bij de pastorij, en dat deed mij als door tooverij, aan het oude kas teel denken. O, dacht ik, hoe lief en hoe schoon was het daar eens; hoe treurig moet het er nu zijn! Hoe dik wijls heb ik daar de pauwen in de dichte boomen hooren schreeuwen, en nu staat het ledilg en verlaten! Als ik er nu heen ging, zou ik er, geloof i*k, weinig meer hooren dan het getjilp van musschen twistende om haren roof; weinig meer zien dan het hooi harer nesten, uiltstekende tusschen de spleten en van onder de goten. Ik zou er niets zien dan onkruid, vervallen prieeltjes, dichtgegroeide paden, daar waar alles zoo bekoorlijk en gelukkig placht te zijn! Eon onbeschrijfelijk* zwaarmoedig heid overviel mij. Ik wilde er heen gaan; ik wilde zien welk toon eel het aanbood. Maar wat ontdekte mijn oog op eenigen af stand?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5