v. ESCH, Donkersteeg 5,
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 9 APRIL 1926
een ander standpunt in, en de toe
komst zal uitwijzen wie goed zag.
Onze positief-christelijke beginselen
komen in een parlement, waarin be
trekkelijk zoo weinig aanhangers daar
van zich bevinden, veel zwakker te
staan bij eene verbreking dan bij hand
having der coalitie. Reeds Groen zag
dit reeds terecht in. Want wie een
enkele uitzondering daargelaten,
springt daarvoor ooit van links in de
bres?
En eindelijk werd door de overgroo
ts meerderheid aan de linkerzijde de
coalitie en het kabinet-Colijn gebro
ken om den weg te bereiden voor het
denkbeeldige paradijs: „rood-roomsch"
Ook in de Unie zijn er misschien ve
len, wien dit alles betrekkelijk koud
laat en die slechts vreugde bedrijven
over de overwinning met bondgenoo-
ten van één dag behaald. Ik laat hen
in hunne waarde, al deel ik hun opti
misme niet; maar erg wordt het, wan
neer men daarom leden der Chr. Hist-,
Unie, die jarenlang voor hare beginse
len hebben gestreden, tegenstaan, en
door jongeren, die pas in het vuur ko
men, zou zien bestreden, alleen omdat
zij een breeder horizont in de staat
kunde meenen te zien en naast waar
deering van de behaalde winst, met
groote bekommering staren op het ge
leden verlies en zich gedurig afvragen
of de overwinning niet blijken zal een
Pyrrhus-overwinning te zijn geweest!
En nu wil ik in dit verband een
woord over mij zelf spreken.
Ik weet dat er in de ynie worden
gevonden, die mij het merk van een
halfslachtigheid, van te transigeeren
met beginselen hebben gegeven, toen
ik, geroepen door Hare Majesteit tot
formatie van een kabinet, poogle het
zittend kabinet te behouden en de
coalitie te redden door mijn voorstel
van de terugroeping van den gezant te
Rome en de accrediteering van den ge
zant te Bern bij 't Vaticaan. Wanneer
ik daarover een enkel woord ga .eg
gen, is het mij niet te doen om de ver
antwoording tegenover deze vergade
ring. Verantwoordelijk was ik toen al
leen tegenover de Kroon en indien ik
geslaagd was, tegenover de Staten-
Generaal. Maar wèl acht ik het goed
met het oog op de broederlijke gezind
heid onder ons nog eens duidelijk te
zeggen wat mij dreef, 's Lands belang
eischte m.i. dat het in christelijken zin
zou blijven geregeerd. Dit groote doei
kon alleen worden bereikt door samen
werking van de groepen der rechter
zijde. Hoe deze nu bij elkander te hou
den na het gevallen votum op 11 Nov.
j.l.? Het gezantschap kon niet meer tij
delijk worden gemaakt; een blijvend
gezantschap te Rome vond bij de on
zen overwegend bezwaar. Toen heb ik
overwogen of niet wellicht de R.-K.
bereid zouden zijn den gezant te Rome
en nog wèl een hoogstaand man als
Mr. v. Nispen tot Sevenaer op te
offeren aan het belang der rechtsche
samenwerking, terwijl dan onzerzijds
genoegen zou worden genomen met
het bezoek te Rome enkele maanden
's jaars van onzen gezant te Bern. Ik
meende met deze oplossing tevens vei
lig te stellen art. 123 van^ het Indisch
reglement: ik meende en meen nog
dat ik mijn land daarmede, wat de
handhaving onzer christelijke staat
kunde betreft, het best diende. Wij
zouden haar gebracht hebben in een
veilig spoor.
Natuurlijk werpt men mij tegen:
„Maar het beginsel verbood zulks
Zij men voorzichtig met deze uit
spraak!
Stelt men dat beginsel absoluut, daa
zullen zij, die reeds in 1915 tegenstem
den, de Chr.-Historischen die to<,n a'
len vóór stemden, toeroepen: Toen gij
goed vondt dat onze regeering ioO
paus in den arm nam om mogelijk den
vrede te bespoedigen, hebt gij hem
daarmede erkend als 'n volkrechter-
lijk subject, gelijk Engeland en Frank
rijk doen, aU zij naar het Vaticaan een
protestant als gezant zenden. Men
heeft dit in 1915 in en buiten de Kamer
aan de Chr. Historischen verweten en
tegenover wie het hier een gewetens
zaak, een absoluut beginsel geldt, deel
men dit terecht.
Lohman, hoewel gekant tegen de
wederinvoering van het gezantschap,
was dan ook een te verziend en voor
zichtig .staatsman om een dergelijk,
absoluut beginsel te huldigen. Anders
zou hij niet gezegd hebben dat de ar
gumenten in 1920 hem niet gewichtig
genoeg voorkwamen om daarvoor uit
den weg te gaan.
Daarmede was de mogelijkheid ge
steld, dat te eeniger tijd die bezwaren
voor argumenten van staatsbelang
konden wijken lk geloof zelfs, dat in
de zitting van 11 Nov. j.l. na de ver
klaring van Mr. Marchant zich voor
Lohman dat oogenblik zou hebben
voorgedaan. Doch hoe dit zij, voor mij
was dat oogenblik gedurende de moei
lijkste crisis, die onze staatkundige
geschiedenis sind jaren kende, geko
men en ik kon het des te beter kiezen,
nu ik de roomsch-katholieken tevens
plaatste voor het brengen van een
voor hen zeer groot offer in zake het
gezantschap, op grond van bezwaren,
die daartegen onzerzijds bestonden.
Bovendien wordt maar al te zeer ver
geten, dat de staatkunde ons ver
plaatst in de sfeer van het mogelijke,
het bereikbare. De kerk is de wereld
van het ideaal; de politiek de wereld
van het compromis. Geen enkele staat-
kündige partij kan haar eigen idealen
ooit ten volle verwezenlijkt zien, aller
minst een partij, die elf van de hon
derd leden telt. Steeds is "men op
overleg aangewezen, tenzij men zich
tevreden stelt met1 „getuigen' onder
applaus van een bepaalden kring, zon
der dat ooit een tastbaar doel >yordt
bereikt. Langs dien weg heb ik zelf
in het verleden, met alle bescheiden
heid gezegd, verschillende resultaten
voor godsdienst en kerk bereikt -- en
het is ook de eenige weg, waarlangs
in politiek een hooger doel wordt be
reikt.
Een dergelijke, practische weg sloeg
ook het nieuwe kabinet in; toen het
het voorstel van het gezantschap we
der opnam. Ook daarin lag geen sym
pathie-betuiging met het beginsel;
daarin uitte zich slechts de wensch,
dat deze twistappel uit de binnenland-
sche politiek, die daardoor onnoeme
lijk veel schade leed, zou worden ver
wijderd.
Na vervolgens zijn diepe smart te
hebben uitgesproken, dat aan het mi
nistries leven van Mr. Schokking een
einde is gemaakt, eindigde spr. met er
op te wijzen, dat verschil van meening
inzake het gezantschap er niet toe
mag leiden dat men elkaar van on
trouw aan de beginselen verdenkt.
Men zij voorzichtig en blijve het
spoor drukken van onze voorgangers,
die bij beslistheid zoo ruim zich toon
den tegenover geestverwanten. Hoe
verschilden Lohman en v. Idsinga vaak
principieel, doch geen hunner dacht er
ooit aan den ander daarom minder
zuiver Chr .-Historisch te achten!
De rede van Dr. De Visser werd lui
de toegejuicht.
Bij de bespreking van de gezant
schapskwestie en de motie Scheveuin-
gen wees de afgevaardigde van Schc-
veningen er op, dat de af deeling tot
het indienen dezer motie geenszins
gedreven was door antipapistische be
doelingen. Spr. legt er den nadruk op,
dat nu duidelijk moet uitgesproken
worden, dat de Partij staat achter haar
Kamerleden.
De heer Snoeck Henkemans,
meent na de rede vandr.. De visser,
met vele onderdeelen waarvan hij het
volkomen eens is, een en ander te moe
ten zeggen. Hij herinnert aan wat bij
in den nacht van 10 op 11 November
gezegd heeft ten aanzien van de on
derhavige kwestie. Wat de gewetens
zaak aangaat, spreker heelt loen al
leen gezgd, dat de Kamerfractie op
dat oogenblik stond voor een zaak,
welke door het geweten moesi worden
uitgemaakt. Wat zou het gevolg zijn
geweest, zoo ging spreker voort, als
wij de houding van de christelijk-his-
torischen van de laatste 5 jaar hadden
verlaten? Door te stemmen voor de
afvaardiging van den gezant naar het
Vaticaan komt de Unie in tegenspraak
met de beginselen, door haar steeds
voorgestaan.
Dit staat vast. Maar ook staat vast,
dat wanneer er twee dingen met el
kaar in botsing komen, het een zaak
van het geweten is, het een of het an
der te kiezen. Zoo heeft De Savornin
Lohman in 1915 gekozen voor het tij
delijk gezantchap bij den Paus. Toen
heeft de heer Lohman zijn geweten
laten spreken en gemeend, ter wille
van de vredesbelangen zijn beginsel-
bezwaar op zij te moeten zetten. Als
dit oogenblik weer zou komen, zou de
C.-H. Unie weer haar gewetensbe
zwaar op zij moeten zetten. Doch dit
was 'op 11 November niet het geval.
In November was afgesproken, dat
wij zouden getrouw blijven aan het
standpunt van 1920 en 1924 Dr. De Vis-
se opperde de mogelijkheid, dat Loh
man, indien deze geleefd had, na de
verklaring van mr. Marchant op 11
November van houding you zijn veran
derd.
Als wij terwille van het behoud van
"de rechtsche samenwerking gestemd
hadden tegen het amendement-Ker
sten, zou de houding van 1920 zijn ver
laten. De rechtsche samenwerking zou
dan wel een tijdlang gered zijn, doch
onder roomsche overheersching. (Ap
plaus).
Voor de toekomst van ons Neder-
landsche volk is het noodig, dat het
duidelijk blijkt, of het hier betreft een
campagne van den heer Snoeck. Hen
kemans, of een beginselstrijd van de
C.-H. Unie. Is het een campagne van
een groep C.-H. Kamerleden, dan zou
den die Kamerleden moeten gaan;
daarom is de motie goed. (Luid ap
plaus). Wij hebben naar ons geweten
gehandeld. Als wij ons vergist hebben
in een zoo belangrijk punt, dan moe
ten wij gaan. (Geroep: neen, neen! Da
verend applaus).
Daarna werd aan den heer Snoeck
Henkemans een groote mand met bloe
men aangeboden ,al9 hulde aan de Ka
merfractie.
De heer Sybranda (Eibergen)
meende, dat hoe goed bedoeld, de
Scheveningsche motie toch niet vol
doen kan.
Daarom stelde spr. de volgende mo
tie voor: „De vergadering enz. gaat
homogeen met de houding der Chris-
telijk-Historische Tweede Kamer-frac
tie tijdens en na de regeeringscrisis
in 1925, onthoudt zich van het oefenen
van critiek op het geweten van de le
den der Unie, deel uitgemaakt heb
bende van het kabinet-Colijn of thans
deel uitmakende van het kabinet-De
Geer, stelt zich met vernieuwde een
heid op achter het beginselprogram
dr Unie, en gaat over tot de orde van
den dag."
Jhr. De Gijselaar, burgemees
ter van Leiden, lid van de Eerste Ka
mer, verklaarde zich vóór de motie-
Sybranda als zijnde de beste uit
spraak. Een gezantschap bij den Paus
onder zekere omstandigheden behoeft
niet in strijd te zijn met het Christe-
lijk-historisch beginsel. Hij acht de
quaestie van het gezantschap van lut
tele beteekenis. Is nu die quaestie van
het gezantschap, zoo vroeg spr. van
zooveel belang, dat daardoor de recht
sche samenwerking verbroken wordt?
Verzet ons beginsel zich er tegen, dat
onze gezant te Bern eenige malen per
jaar naar het Vaticaan gaat? Mocht
de „uiterste noodzaak" komen, dan
staat ons heel wat anders te wachten,
als «daar is: opheffing van het proces
sie-verbod, wijziging van art. 123 van
het Regeeringsreglement voor Ned.
Indië. (De vergadering gaf onophou
delijk blijk het niet met dezen spreker
eens te zijn).
De heer Jousma zeide er tegen
te zijn, dat van de zaak van het ge
zantschap een beginsel-quaestie ge
maakt wordt. Hij is het echter eens
met de houding van de Tweede Ka
mer-fractie op 11 November U.
De fractie van de Tweede Kamer,
was gebonden door de uitspraak van
de partij.
De heer Keers gaf den afgevaar
digde van Scheveningen in overwe
ging, de rqotie zijner afdeeling in te
trekken. De aanneming van die motie
zou den indruk wekken, dat de ver
gadering alleen staat achter de Twee
de Kamer-fractie. De Unie heeft even
wel vertrouwen in al haar leiders.
De heer Van Gybland Ooster-
hoff (Den Haag) liet voornamelijk
critiek hooren op de houding van
de heeren De Geer en Slotemaker de
Bruine, omdat zij als leden van het
nieuwe kabinet er toe medegewerkt
hebben, opnieuw de quaestie van het
gezantschap aan de Kamer ter beslis
sing voor te leggen.
Hij meent, dat alle krachten moeten
ingespannen worden om weer te ko
men tot een samenwerking van de
rechtsche partijen.
De afgevaardigde van L a r e n-B 1 a
r i c u m zeide volkomen te ondersChrij
ven de woorden van dr. De Visser. Hij
voelde dan ook indiening van de mo-
tie-Scheveningen als overbodig en ook
onnoodig, opdat voor de toekomst
niets in den weg gelegd worde voor
een rechtsche samenwerking.
De heer Wilbrink (Leiden) zeide
het woord niet gevraagd te .hebben,
als niet uit Leiden een stem was ge
hoord als heden. (Spr. bedoelde het
geen jhr. De Gijselaar gezegd had).
In de vergaderingen van de kiesver-
eeniging te Leiden is niet één woord
van afkeuring gehoord over de hou
ding der Tweede Kamer-fractie, niet
één woord voor herstel van het gezant
schap ter wille van rechtsche samen
werking. Wijziging van artikel 123
zou er evengoed komen bij rechtsche
samenwerking, zoo de r.k. Staatspar
tij in de rechtsche combinatie een
overheerschend karakter innam. Wij
blijven tegen het gezantschap bij het
Vatikaan. Het moet hem als Unie
man tegen de borst stuiten als iemand
hier optreedt, die de zaak van het ge
zantschap en bagatelle behandelt. Hij
waardeert jhr. De Gijselaar om zijn
kwaliteiten als mensch, maar niet als
lid van de Christel.-Historische Unie.
De heer Krol onderstreepte de
woorden van den heer Snoeck Henke*
mans. Niet de christelijk-historischen
zijn de schuld van de crisis.
Ds. Visser (Amersfoort) merkte
op, dat de Kamerfractie volkomen
haar plicht heeft gedaan. Eén ding is
echter noodig, n.l. dat men ten volle
vertrouwen hebbe in onze leiders, zoo
wel die in de Kamer als in het minis
terie. Hij zou gaarne een nieuwe mo
tie samengesteld zien, waarin dit ten
volle tot uiting komt.
Mr. Schokking aan het woord.
Het woord was daarna aan mr.
Schokking. De vergadering juichte en
zong hem toe: Dat 's Heeren zegen op
u daal.
Spr. heeft het verkeerd gevonden,
dat het streven naar afschaffing van
het gezantschap bij het Vaticaan in
het verkiezingsmanifest der Unie is
opgenomen. De jaarlijksche vergade
ring, welke daartoe besloot, heeft hij
wegens ziekte niet kunnen bijwonen,
doch het hoofdbestuur weet, dat .zijn
plan was, die toevoeging te bestrijden.
Wat betreft de voorgestelde moties,
bracht spr. in het midden, dat hierbij
belangrijke vraagstukken onder de
opgen dienen te worden gezien, n.l.
het op de bres staan voor het behoud
van ons parlementaire, van ons con-
stitutioneele, stelsel. In dit verband
betoogde spr. dat het doen van een
uitspraak van de partij over het be
leid van de Kamerfractie niet ligt in
de Christel ij k-historische lijn, want de
leden van de christelijk-historischo
Kamerfractie zijn in de eerste plaats
vertegenwoordigers van het Neder-
landsche volk. Een uitspraak van de
Unie acht spr. niet noodig.
Waar nu het gezantschap afge
stemd is, behoeven we, zeide spr. er
niet veel meer ,over te spreken. Het
is dan of we bang zijn, dat het er
weer komt; het is dus z.i. niet tac
tisch daarover te spreken.
Door een uitspraak te doen, zooals
deze tot dusver voorgesteld is, geeft
men aan de buitenstaanders de gele
genheid, deze op een verkeerde wijze
ten nadeele van de Unie te gebruiken.
Om geen verkeerden indruk naar
buiten te vestigen, gaf spr. in overwe
ging, geen uitspraak te doen dan een,
die allen bevredigt.
Ook ten aanzien van het gezant
schap zij men niet te absoluut in zijn
opinie.
Met groote meerderheid werd daar
op besloten geen uitspraak te doen.
'De moties werden dus niet in stem
ming gebracht.
De voorzitter verheugde zich over
deze beslissing ter wille van de een
heid der Unie.
Bestuursverkiezing.
Medegedeeld werd verder, dat voor
de bestuursverkiezing waren uitge
bracht 887 geldige stemmen. Hiervan
verkregen de heeren mr. J. Schokking
oud-voorzitter van de Unie, 873; dr.
J. Th. De Visser, oud-voorzitter der
Unie, 800; ds. I. Voorsteegh, aftredend
lid van het hoofdbestuur, 818, en mr.
R. van Veen, aftredend lid van het
hoofdbestuur der Unie, 687 stemmen,
ds. H. van Eyck van Heslinga te Ber-
likum 444 stemmen.
Nadat nog een hulde-telegram was
verzonden naar H. M. de Koningin
en eenige organisatorische aangele
genheden waren behandeld, ging <1©
vergadering uiteen.
RECLAME.
Gummi Zolen en hakken venei 50 ds. compi.
Zwarte Gymnastiekschoenen vanaf1.10 p. p.
Slrandschoenen m. dikke zool vanal 11.10p.p.
IJzersterke Sandalen vana! I 2.25 p. paar
Nieuwe Zomerpanloffels.
naast «de stad Parijs.»
RECHTZAKEN.
KANTONGERECHT LEIDEN.
Voor de openbare zitting komen 59
zaken óp de rol voor en 8 voor niet-
openbaar. Waarnemend Kantonrechter
is Mr. M. B. Vos.
C. M., te Alkemade, niet ver-
sóhenen, is ten laste gelegd, het niet
hebben van een nummerbewijs en het
te snel rijden, waardoor gevaar zou
ontstaan zijn voor het verkeer. Be
agent van Rijen bevestigt wat het ver
baal meldt, waarop gehoord wordt als
getuige G.. Warmerdam, van Rijpwete-
ring, die, in een auto gezeten, door be
klaagde zou zijn aangereden, waardoor
hij een schade van f25 zou hebben
bekomen, welke hij als civiele eisch
stelt. Eisöh voor net te snél "rijden
120 of 20 dagen, voor het andere
feit f5 of 5 dagen.
D. G., horlogemaker te Katwijk
aan den Rijn, heeft op een mo
torrijwiel gereden, dat niet voorzien
was van 2 van elkander onafhankelijk
werkende remmen. Beklaagde zegt, dat
er drie remmen op het achterwiel za
ten en- er aan het voorwiel geen plaats
was voor een rem. Eisdh f 4 of 2 dagen
H. Wi. F., de B., behanger te Lei
den, is bekeurd voor het niet hebben
van een bel op zijn rijwiel. Beklaagde
was net de kop verloren, want "even
teruggaand, yond hij die weer. Toen
hij van huis vertrok, was de bel nog
in orde. De Kantonrechter zal verdach
te dan meteen maar tot f 1 boete ver-
oordeelen.
A. v. d. V., bakker te Leiden,
heeft zich, op een rijwiel gezeten, aan
de tram vastgehouden en zoo voort
laten trekken. Dat is heel gevaarlijk,
zegt de Kantonrechter. Maar toch wel
makkelijk ook, zegt beklaagde, want
je behoeft niet te trappen. Eisch t2
of 2 dagen.
G. J. de B., bleeker te'Lei den,
heeft een vierwielig .motorrijtuig be
stuurd zonder in bezit te zijn geweest
van nummer en rijbewijs. Beklaagde
had het wel aangevraagd en bracht
de auto op verzoek naar een garage.
Eisch f 2 ot 2 dagen.- waartoe de Kan
tonrechter, direct vonnis wijzend, be
klaagde veroordeelde.
Wi. v. d. PI., visscher te Katwijk
aan Zee, is ten laste gelegd het beur
zen tegen een gevel. Beklaagde was
pas weer thuis en had het „eenvou
dig" gedaan. Eisch f 3 of 3 -dagen.
KANTONGERECHT HAARLEMMER
MEER.
C. de Vr., aannemer te Lisse, stond
terecht wegens overtreding der ar
beidswet te Hillegom. Get. C. de Roo
de verklaart, dat de V., R. en v. R.
gezamenlijk de werken uitvoeren. Nie
mand is als hoofd aangewezen en hier
van is nooit werk gemaakt. Tegen
de V. eischt de ambtenaar van net
O.M. f2 of 2 d. met verplichting te
zongen dat iemand als hoofd wordt
aangewezen. Uitspraak conform.
P. M. W., bakker te Lis se, heeft
pp 19 Maart 's morgens half zes J.
P. M., oud 14 iaar, uit Noordwijker-
hoUt, die bij nem inwonend is als
knechtje, laten werken aan het op
maken van deeg, terwijl het aanvangs
uur bepaald was op 7 uur. Bekl. ont
kent, oat de jongen arbeid heeft ver
richt. Bekl. is al 3 maal voor een ge
lijk feit veroordeeld. De brigadier van
politie te Lisse, Sietze Boerema, ver
klaart, dat hij bekl. met het knechtje
heeft zien werken. Hoewel W. zijn
bakkerij totaal blindeert met schutten,
matglas en dergelijke; is het hem toch
mogelijk in de bakkerij te kijken. Be
klaagde zegt, dat het zijn vrouw was,
die in de bakkerij was. Het kneohtje
ontkent ten- sterkste in de bakkerij
te zijn geweest- Nadat bekl. is wegge
leid wordt het knaapje opnieuw on
dervraagd, die ten slotte op zijn ver
klaring. terugkomt en zegt om 5 uur
te zijn opgestaan en tegen half zes
met den arbeid te zijn begonnen. Be
klaagde, die thans weer gehoord wordt
ontkent het. De Kantonrechter wijst
hem op zijn diep treurige houding om
een knaapje aan te zetten voor het
gerecht leugenachtige verklaringen af
te leggen. De ambtenaar eischt in aan
merking nemend de meerdere verba-
lisaties f 25 of 25 dagen, uitspraak
f20 ot 20 dagen. Bekl. protesteerde.
A. J. Z., caféhouder te Lisse, heeft
drank geschonken aan Sietze Boerama
brigadier der Rijkspolitie te Lisse, in
zijn café Engelenburg. Deze heeft pro
ces-verbaal opgemaakt, omdat hij aeze
vergunning van Gijsbertus Duineveld,
vroeger eigenaar van het café, een
De zaaï^worlt 14 dagen aangehou
den om inzage van het contract.
J. S., arbeider te Abb en es, heeft
op 30 Maart met een wagen bespan
nen met 2 paarden niet voldoende uit
gehaald en een vierwielig motorrijwiel
achter zijn wagen gehouden. Sietze
Boerema, brigaaier te Lisse, kwam op
den IJweg, beklaagde achterop fietsen,
hoewel de autobestuurder ^naar bekl.
was gegaan, die blijkbaar ere signalen
niet hoorde, met verzoek uit te halen.
Bekl. zegt dat hij verantwoordelijk
vo<or zijn wagen was, en dat de Bqrm-
weg door het opgraven van boomen
niet geschikt was om uit te halen.
Get. Boerema, zegt dat wel verder
had uitgehaald kunnen worden. Eisch
18 of dagen. Uitspraak f5 of 5
dagen.
Een moordaanslag.
iVoor de Rechtbank te Maastricht
'had zich te verantwoorden de 36-jarige
schoenmaker A. H. bijgenaamd „This-
ke de Vloei", thans gede ineerd, de
tweede beklaagde, zijn 'bioo H. H.,
„de stómmezonder bekende woon
plaats, was niet verschenen en had
verstek laten gaan. Beide beklaagden
woonden op den Broeksittarderweg.
In den Nieuwjaarsnacht omstreeks
half één waren de beide broeders aan
de woning, van den kippenkoopmati
Eelen gekomen. Zij bonkten op de
deur en toen de vrouw opendeed,
kreeg zij volgens haar getuigenis, van
den eersten bekl. een slag met een
mes op het hoofd, zoodat zij 'bloedend
achteruit week.
Toen kwam de oude Eelen en iets
later zijn zoons, welke reeds naar bed
waren; het werd een algemeene vecht
partij, waarbij de vader Eelen een
wond. in de borst kreeg,, die tot in de
longen was doorgedrongen en een
steek in het linker dijbeen, die een.
slagader had geraakt. Beklaagde ont
kent, ondanks de 13 getuigen, aie allen
ongeveer hetzelfde verklaren, dat hijl
de doodelijke steken zou hebben toe
gebracht. Hij geeft een heele andere
lezmg van het gebeurde, waar echter
geen touw aan vast te knoopen valt.
Het O.M., door Mr. Koderitsch waar-
fenomen, is er van overtuigd, dat beide
roeders ieder hun aandeel in deze
treurige zaak hebben gehad. Beiden
hebben aan den verslagene, den ouden
Eelen, de doodelijke steken toege
bracht en ook de steken aan de vrouw
en de zoons, terwijl zij zelf door de ver
dediging van de aangevallenen ook ver
wond geraakten. Spreker eischt ter
zake van mishandeling met doodelijk
gevolg tegen A. H. die al 8 jaren
gevangenisstraf heeft gehad wegens
oodslag, één jaar en zes maanden ge
vangenisstraf en tegen H. H. 9 maan
den gevangenisstraf, met bevel tot ge
vangenhouding.
Uitspraak 20 April.
LIJST VAN VESTIGING EN
VERTREK.
.In Leiden gevestigd.
A. Mol, dienstbode, 2e Binnenvestgr.
6. J. Warmenhoven, N. Beestenmarkt
231 L. J. van Beek, slager, Haarlemmer
straat 252. W. A. Zouteriks en familie^
schoenmaker, Mauritsstraat 20a. Th.
Headman, H. Rijndijk 19a. P. Hagoort
en fam. haltechef, u tr. Jaagpad 1. E,
Oost veen-Ver woerd, Middélstegracht 52
J. I. B. Böhi, Groenhovenstraat 16. N.
van der Stok en fam., ingenieur, Bree-
straat 24. C. C. Carree, huishoudster,
Hoogewoerd 9. F. C. van de Zande, ver
pleegster, Boerhavestraat 33. B. A. Vos
id. id. M. I. van Gasteren, id. id. E.
R. Becker, Nieuwe Rijn 5. D. Piegaud-
van de vlies, Lagerstraat 4,
Uit Leiden vertrokken.
D. Koet, Heider, Spoorgr. 43. O. L. E.
de Raadt, Ned. O.-indië. Mej.E. M.
v. Rhgn, Den Haag. Joan Machsujjche-
str. 177. W. J. Jansen, Rotterdam, Papa
verstraat 26b. L. v. Laere, Apeldoorn,
Marechaussee-kazerne. Mej. M. Schra-
der„ Rheine '(Dl.), Regens tr. 15. P. J.
Hoogerbrugge, Oegstgeest, R^gentesse-
ïaan 9. -Mej. G, A. v. (L Dijssök Hil
versum, Utr. weg 121. W. J. M. v. 't
Hof, Rotterdam, Zw. Paardenstr. 107IH
G. C. Crone, Den Bosch, Vuchterdjjk 17
L. Ebskamp, Schoten, Arnoldusstraat 4.
G. v. Hoore, Dejft, Hanenstr. 8a. Sloos-
I.Jzierman, Helder, Florastr. 3. I. Ouds
hoorn, Haarlem, Brouwersplein, 28rood
Chr. Kolderman, Amsterdam, Soeraba-
jastraat 49. J. B. Rombaut, Heemstede,
van 't Hofstraat 15. Mej. M. G. W.
Hoogervorst, Amsterdam, N. Achter
gracht 25. Mej. M. Raves te jjm, Den Haag'
Malakkastraat 78. A. de Lange^ Zoe-
terwoude, H. Rijndijk 191 F. J. den Broe
der, Rotterdam, Brielschelaan 34b. Mej
W. Klootwjjk, Amersfoort, Bisschapwep
152. Mei. H. E. C. Starkenburg, Nij
megen, Tollensstr. 153. Mei. A. D. v.
Maris, Hillegom, Treslongerclw.str. 2.
Scheepstij dingen.
HOLLAND-AMERIKA LIJN.
BREEDIJK, Baltimore n. R'dam 6
(11.40 n.m.j '750 m. ZW. v. Valeaitia.
STADSDIJK, New York, n. R'dam 8
(12 n.m.J 500 mijl v. Biskops.
N'OORDERDIJKj R'dam n. Vancou
ver, 4 v. San Framcisco.
BLIJDENDIJK, 8 v. R'dam n. Phi
ladelphia.
CARDIGANSHIRE, Vanzauver naar
R'dam 6 v. Los Angeles.
STOOMV. MIJ. NEDERLAND.
JAVA, uitr., pass. 6 Peniche.
RONDO, thuisr., pass. 6 Sagres.
KAPIMATA, thuisr., 8 v. Colombo.
RIOUW, v. Hamburg 8 te Bremen.
PRINS DER NEDERLANDEN, p.
7 Perim (thuisreis.;
KRAKATAU, thuisr., pass. 7 Perim.
NIAS, charter, Kohsichang, n.. A'dam
8 v. Port Said.
KON. HOLLANDSCHE LLOYD.
MAASLAND, 8 v. A'dam n. Ant
werpen.
ZEELANDIA, uitr., 8 v. Southamp
ton.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
KAWI, R'dam n. Batavia 8 (12.—
'smidd.; te Southampton.
iMENADO, Bassain, a. R'dam 7 te
Colombo.
SIANTAR, thuisr., 6 te Singapore.
PALEMBANG. uur- 7 v. Medan.