De lotgevallen van lohn Fox NIEUWE LE1DSCHE COURANT VAN VRIJDAG 9 APRIL 1926 nen, dito in oen extra-pai'lementair ka binet thuis hooren? De hoeren de Geer en'Slotemaker de Bruine, die, oiii met den Psalmist te spreken „tot. in haard en kleederzoom" doortrokken zijn in de christelijk-historische politiek (ge lach), zijn dat mannen óm zich op dit gebied neutraal te houden? £>pr. herinnert aan principieels kwestiles, zooals de eedskwestie, die zich voor kunnen doen. Spr. kan het optimisme van den premier clan ook niet deelen. De principieels kwesties zullen komen of de ministers hét wil len of niet. Zouden de christelijke mi nisters een christelijke politiek willen voeren, dan zullen de lieeren van de linkerzijde criltiek uitoefenen enmoch ten zij het onverhoopt niet doen, dan zal de rechterzijde .zich doen hooren. In de pers is een gerucht gegaan, dat dit kabinet zoetjes aan door per soonswisseling zou worden omgezet in een coalitiekabinet. Spr. kan zich zooiets niet voorstellen van dezen pre mier, maar mocht 1t bericht juist zijn, dan zou dit voornemen bij spr.^op ern stig verzet stuiten. Hij wil een coa litiekabinet terug, maar dan door de hoofdpoort, niet langs sluipwegen. Van het Kabinet, waarmee spr. ge noegen neemt, vraagt hij geen toezeg gingen ito. zijn geest, maar wel vraagt hij eerbiediging van dien geest. Wel willend, maar steeds op ons qui-vive, wachten wij de daden van dit Kabitoet af. Met de christelijke politiek is h,et voorloopig onherroepelijk uit, maar voor de christelijke beginselen zullén wij blijven waken. De heer MENDELS (S.D.A.P;) be toogt i)n den breede de onwaarachtig heid der coalitie. ITij gelooft er niets van dat de zaak wel weer gauw in orde zal komen. Men moet ook niet gelooven dat de lijdzaamheid der Ka tholieke arbeiders duurzaam zal zijn. De vergaderitog wordt verdaagd tot heden 11 uur. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te tutten, Ov., R. Schellenberg te Overdinkel. GEREF. KERKEN. Aangenomen: Naar Drachten, H. Velema te- Noordeloos. CER. GEREF. KERK. ,Beidankt: Voor Broek op Langen- dijk, J. Jongeteein te Hilversum. Ds. J. Folmers. f Ds. J. Folmers, vele jaren predikant bij de Heirv. Gemeente te Eernewoude. (tot 1908) is op 85-jarigen ouderdom overleden. Docent v. tl. Heijden. Ds. v. d. Hdjjden docent aan de trheol'. School ta Apeldoorn, zoo meldt „De Wekker", die den 1'aa.tsten tijd al zooveel geleden heeft, is bezocht met eenie pjjnlijke krankte. Direct gevaar acht de geneesheer niet aanwezig. Moge de Heere Z. Eervv. sterken en troosten in de ze nieuwe beproeving, en een voorspoedig verloop der krankte schenken tot volledig herstel. Prof. Dr. G. H. I. W. L. Geesink. Met betrekking tot het gisteren ook door ons opgenomen bericht betreffen de liet aftreden van Prof. Dr. Geesink en de benoeming van Dr. Vollenhoven en Prof. Hepp deelt thans de Standaard ate vrucht van eein ingesteld onderzoek mede, dat dit bericht geen enkelent grond va.n waarheid heeft. Bekend is, dat Prof. Geesink eerlang gijn ambt hoopt neer te leggen, maar wanneer dit zal geschieden, valt nog niet te zeggen. De kwestie van opvolging is natuur lijk nog niet opgelost. Geelkerkiaaa. Bij J. H. Kok te Kampen zal binnen kort een brochure, verschijnen vanf Prof. Dr. Aald-ers, hoogleeraar aan de Vrjje Universiteit, te Amsterdam, geti teld: „De exegese van Genesis 2 en 3 ien de beslissing der Synode te Assen' T. Doevendans. Naar wij vernemen heeft de classis Amsterdam der Ned. Herv. Kerk met ingang vain i April j.l. de censuur over den heer T. Doevendans opgeheven. Inwijding van de Julianakerk in,Ben Haag. Gisteravond heeft in tegenwoordigheid van de Koningin en Koningin-Moeder de plechtige inwijding plaats gehad van de Julianakerk op den hoek van Kemp straat en Schalk Burgerstraat in Den Haag. Het ruime kerkgebouw was tot op de laatste plaats bezet. Om S uur weiden, de. Koningin en de Koningin-Moeder door een commissie van ontvangst binnehgeleid en direct daarop beklem Es. P. A. van den Bosch jdeii kansel en ging voor in gebed. Vervolgens liet hij zingen Psalm 103 vers 1 en n."waarna hij een korte toe spraak hield. Spr. dankte in het bijzonder de Vor stelijke personen, die door hunne tegen woordigheid aan deze plechtigheid zoo grooten luister bijzetten. Vervolgens las spr. de oorkonde van inwijding voor, hetgeein de groote scha re staande aanhoorde. Het orgel zette daarna in Gezang 211, waarvan dei aan wezigen eenige coupletten meezongen. Na het gezang bracht de heer Slagter, ouderling der Ned. Herv. Gemeente, iden kansel-bjjbel binnen, waarna Ds. van den Eosch eenige wijdingswoorden sprak. I11 het tweede gedeelte van zijn toe spraak hield Ds. v. d. Bosch een korte predieatie naar aanleiding van 1 Gör. 15 Spr. zeide, dat de Kerk nu gewijd was .Het Woord Gods ligt op den kansel, thans kan de arbeid aanvangen. Moge deze arbeid zoo geschieden, dat al het werk is tot Gods eer bp deze aarde. Ten slotte bracht spr. dank aan de schenkers van het kostbaar doopstel en het Avondmaalzilver. De organist der Groote Kerk, de heer J. A. de Zwaan, bespeelde daarop het orgel. Ds. Joh. de Groot voerde vervolgens bet woord als wqlcpredikant in wijk 3 ten dankte in het bijzonder Ds. v. d. Bosch, wiens onvermoeide arbeid er zoo veel toe heeft bijgedragen, dat dit kerk gebouw verrezen is. Nadat de Gemeente Psalm 84:1 ge- Izongepi hat. nam do voorz. van dein kerkeraad, .Ds. K. H. E. Gravemeyer, het woord., om Ds. v. d. Bosch uit naam van alle Haagsehe gemeenteleden dank te zeggen TV e slotte s„-_i: Ds. F. van Gheel Gildemeester. als oudste predikant. Nadat Ds. v. d. Bosch voorgegaan was in dankgebed, zong de Gemeente Ge- tzang. .j:2, waarna Ds. v. d. Bosch den zegen uitsBEak, N. C. S. V. De Theologen-conferentie op Harden- broek wordt gehouden van Dinsdag avond 27 April tot Vrijdagmorgen 30 April. Achtereenvolgens zullen spreken: Dr. J. G. Rooso, van Groningen over: ,|Hoe houden we de jonge lidmaten wast?" Dr. S. F. H. J. Berkalbaeh v. d. Sprenkel, Rotterdam, over: Catechisan ten uit Cultuurdragende kringen". Dr. W. G. Harrènstein, Amsterdam, ever: „Als dominee op stap in de ach terbuurten der stad". Ds. G. Posthumus Meyes, EUecom, over: „Hoe maak en boud ik mijn preek?" Ds. G. Mak, Brielle, over: „Dominee £Ün". GEMENGD NIEUWS. Aan den dood ontsnapt. Terwijl ervaren automobilisten ae heel smalle en drukke Broederstraat te Kampen behoedzaam passeeren, kwam gisteravond de bestuurder van een Ford in dolle vaart van de Botermarkt met een scherpen draai die straat in vliegen. En onmiddellijk daarop had dan.ook reeds het ongeval plaats. Een rustig wielrijder, de heer R. Prins, werd gegrepen en medegesleurd tot dicht bij den Burgwal, toen de auto botste legen den stoep van een fa briek. Nadat het rijtuig met vereen de krachten was -opgebeurd, kon de heer P. daaronder vandaan gehaald worden. Tot ieders verwondering had hij het leven er af gebracht, maar was aan de rechterzijde deerlijk ge kneusd, terwijl de kleeren hem van net lichaam waren gescheurd. Bij nader onderzoek bleek toen, dat de chauffeur een handelsreiziger, nog TWEEDE BLAD. STATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER. Vergadering van gisteren. Het debat over de regeeringsverkla- ring wordt voortgezet. De heer VAN LANSGHOT (R.K.) em dilgt met te zeggen, dat zijn fractie zich geheel aansluit hij de houding der zusterfractie in de Tweede Kamer. Ook zijn fractie zal niet tegen hoofd stuk lil der Staatsbegrooting stem men. De heer VAN EMBDEN (V.D.) oefent critïlek op de houding van de R.K. die den opmarscli van de democratie ver tragen, maar dien toch niet tegen zul len kunnen houden. Wat het kabinet betreft, spr.'s er kentelijkheid daartegenover wordt ge matigd door de overweging, dat het de ontbinditog van de cotolitie ver traagd beeft en dat het in zijn midden personen telt, die leidende figuren ter rechterzijde zijn. Spr. zag hiervan reeds enkele nadeelen, o.a. het hand haven der Bioscoopwet. Afgescheiden 'daarvan zal spr. met deze mannen iln 's lands helang gaarne samenwerken. De heer ANEMA (A.R.) wijdt eerst enkele beschouwingen aan de crisis, waarbij het onderscheid tusschen hoofd- en bijzaken eenigszms uit het oog is verloren. Wij moeten, zegt spr. tot ons zelf ii}- keeren, de gesch'iledenis der laatste halve eeuw nog eens ophalen en dan zal men tot het besef komen, dat Üe christelijke samenwerking niet dood is. Men denke aan de redevoeringen in de Tweede Kamer, waarito heim wee naar herstelde samenwerking doorklonk, men denke er ook aan, dat de R.K. niet gestemd hebben en, ook hier niet zullen stemmen tegen hoofd stuk III. Spoedig genoeg zal de prac- tijk ons weer noodzaken te erkennen 'de behoefte aan een chr. bewind. Maar •deze zaak moet niet geforceerd woi*- den. Laat ons de hand in e%en boe zem steken en trachten de chr. begin selen in de politiek toe te passen, al lereerst in eigen kring. Spr. komt nu tot zijn tweede punt, het. zittende kabitoet. Wanneer hijziet naar de a.r. partij, begroet spr. het met vreugde, omdat de a.r. partij, thans buiten het heetste vuur komt te staan. Jarenlang is de partijleider aan zijn taak door de regeei^ng ont trokken. Thans kan hij zich weer aan die taak wijden, zijn terugkomst be groeten wij met groote blijdschap en voorzoover het kabinet daarvoor aan sprakelijk is, brengt spr. het daarvoor dank. Met het oog op de landspoliltiek heeft spr. het kabinet begroetende, echter met moeite te- onderdrukken een zeker gevoel van bitterheid. Wan neer hij die mannen daar ziet zitten, krijgt hij het gevoel: gij behoordet daar niet te zitten, daar moest een rechtsch kahilnet zitten. Daarbij komt, dat de heer de Geer, die voor kort nog de trouwe strijdmakker was van den heer Colijn, nu op zijn plaats zit in 'n extra-parlementair kabinet. Spr. heeft de overtuiging dat deze bewindsman •daarjniet zilt voor zijn plezier. Niette min echter acht spr. den toestaiid on zuiver. Ook de beide anti-revolutio nairen hooren er niet, er zit er één te veel. Dilt. kabinet is een kabinet van chronische abituriënten, weldra kan er weer een politieke storm opsteken, die de ministerieele steken van hun hoofd waaift, al is dat voor den minis ter van binnenlandsche zaken, gezien z'n vroegere levensinrichting, wellicht niet zonder aantrekkelijkheid (gelach) Spr. wijst erop, dat de leden van dit kabinet voor een goed deel warme partijgangers zijn, dife zich moeilijk thuis zullen voelen in een extra-par lementair kabinet. Daar zitten de hee- ren de Geer en Slotemaker de Bruine op wier namen geen commentaar noo- dig is; daar zilt de heer van der Vegte, een bekend figuur uit de anti-revolu tionaire provinciale politilek, daar zit de heer Donner, te voorschijn geko men uit het clair-obscuur van het jus- titieele souffleurshokje. Zijn dat man- FEUILLETON. r.ifinm. 8) In dit s oho one en vreedzame be roep werkzaam, leidden zij een lang en gelukkig leven en de stilte en rust van hunne bloementuinen schenen in hun gemoed te zijn overge plant. John Fox legde een werkzaamheid aan den dag, geheel in overeenstem ming met zijn krachtige itoborst, en het verdroot hem niet zijne broeikast- ramen open te zetten, zijne matten op te rollen en de bloemen over te plan ten in den kouden grond, zoodra zij verderen groei beloofden, en in de vol gende maanden al haren rijkdom van kleuren ten toon te zullen spreiden. Het meertje scheen niet minder rijk aan genoegens voor hem te zijn. Mi/ck Shay had hem zijn schuitje aangebo den zoo dikwijls hij dit mocht ver langen, en het was inderdaad een blijk van kiesche beleefdheid, dat eer' zou hebben gedaan aan een man van fijnere beschaving en opvoeding dan Mick genoten had, dat John Fox, reeds- daags nadat het aanbod was geschied, toén hij naar het eitode der Weide kuierde, de boot vond liggen bij de trappen van een kleine aanleg plaats en vastgemaakt aan een boom. Hier vond bij haar dagelijks geduren de den geheelen zomer weder, behal ve wanneer Mick zelf voor haar wei nige uren noodig had. John Fox was een hartstochtelijk lilefhebber van vis- scben, zoowel met het net als met den hengel. Hij bezocht met de boot elke kreek en bocht van den schoonen plas; soms alleen, wanneer hij uren- lag te lezen onder de schaduw van een over het water heen hangenden boom, van tijd tot tijd een blik wer pende op den takel; soms met Mick, die een bijzondere bedrevenheid bezat in bet werpen van zijn net over de groote snoeken die in de stralen der zon dartelden, of om hen met een strik te vangen; soms ook vergezelde hem de oude Gabriel om te roeien, maar deze vertelde aan Rebekka, dat het voor een lilefhebber van visschen, gelijk Mr. Fox was, kluchtig was te zien dat hij soms vergat dat hij beet had, en een grooten visch aan zijn lijn te zien trekken, totdat hij hem bijkans den hengel uit de hand rukte: zoo af getrokken kon hij soms zijn. „Ja" zei- de hij, „ik heb zelfs gezien, dat er soms twee of drie tegelijk op het aas toeschoten, zoodat zij met hunne neu zen tegen elkander stieten, zonder dat hij het nog bemerkte." Later, door Gabrilel opmerkzaam gemaakt, keek hij op en scheen met wanliopigen ernst te willen visschen, stootte hem voort in de boot, liet hem dan naar dezen, dan naar genen kant roeien, totdat hij eindelijk zich begon te vervelen en hem, Gabriel, den hen gel in de hand duwde en gilng lezen. Op een van deze tochtjes echter, be ging Gabriel een misslag, die veroor zaakte dat Mr. Fox hem gedurende geruimen tijd niet weer medenam. John Fox.namelijk was op een schoo nen, warmen namiddag weder als ge woonlijk in diep gepeifns verzonken, toen hij Gabriel, die in de boot was, eensklaps hoorde roepen: „Nicolaas Flamstehd! Hoe, dat is de naam van den klokkenmaker!" John Fox ontwaakte plotseling uit zijn mijmering, wierp een doordrin genden en verbaasden blilk op Gabriel en zag dat hij keek in het boek, dat in de boot was blijven liggen, en daar in den naam gelezen had, die hem dezen uitroep had afgeperst. Een hoo- ger rood verfde Mr. Fox's wangen, en een plechtige, ernstige uitdrukkitog lag op zijn gelaat, toen hij zijn hand op Gabriel's schouder legde, en zeide: „Gabriel, wat doet gij daar? Dat was de naam en dit is het boek van een vriend, di'e mij'eens zeer dierbaar was Gij weet niet hoe gij mij geschokt hebt door zoo onverwachts zijn naam te noemen. Beloof nlij plechtig, dat gij, zoolang ik bij u blijf, nimmer zijn naam noemen zult, of in mijn boeken of papieren kijken," Gabriel sloeg haastig het boek diicht .stamelde duizend verontschuldigin gen en was blijde de boot te kunnen verlaten, waar Jolin Fox nog eenigen tijd met wanliopigen ernst bleef vis schen, zonder een woord te spreken. Gabriel en Rebekka verloren zi«h in bitter weinig ervaring op het gebied van autobesturen had. En zoo was hij begonnen per abuis te veel gas te geven en had daarna door zenuwach tigheid geheel vergeten de rem te ge bruiken. Overreden. Te Stadskanaal is gisteren bij de halte Tweede Dwars- diep de gehuwde 35-jarige K. Ossel (door een trein overreden en gedood. De man laat een vrouw en drie kin deren achter. Gevangenis-rel let je. In een gevangenis te Cairo overvielen 3 gedetineerden, die onlangs één hunner medegevangenen vermoord hadden, an dermaal een hunner medegevangenen. Zij sneden hem de keel door en brach ten 'den te hulp ijl enden wachter ver wondingen toe. Opsporing verzocht. Door den burgemeester van Niéuwer-Amstël wordt namens de eohtgenoote opspo ring verzocht (v.q. bekendmaking ver blijfplaats) van Johannes Jacobus Ge- rardus Stam, auto-vrachtrijder, gebo ren te Utrecht, sinds 18 Juli 189b wo nende te Amstelveen, Niéuwe Karse- laan No. 68, gemeente Nieuwer Am- stel, en van diens auto merk Chevro let No. G. 39521. Hij verliet Donderdag 1 April vm. 9 uur per rijwiel de echtelijke woning, zeggende, dat zijn auto defect stond. D o o d e 1 ij k e v a 1. Het twee jarig zoontje van den heer D. te Hil versum, is op den vloer uitgegleden. De kleine kreeg een schedelbreuk en is aan de gevolgen overleden. Een woesteling. 1Woensdag avond te ongeveer halt ell werd de ge meente Nieuw en St. Joosland opge schrikt door het gerucht, dat bij' den 72-jarigen burgemeester, den heer J. Polderdijk, een poging tot inbraak ge daan werd. Het bleek, dat men te doen had met een dronken man, een café houder uit het naburige Amemiden, die een deur intrapte en door een andere wegvluchtte, maar intusschen mevr. P. met een hard voorwerp sloeg en later ook den burgemeester zelf wist te raken. De dader kon spoedig worden aangehouden en in arrest ge steld worden. Donderdagmorgen is hij, weer op vrije voeten gesteld, nadat proces-verbaal was opgemaakt. In de kussens gestikt. Gis teravond vond de heer A. uit de Van Hoornestraat te 's Gravenhage zijn kindje van zes maanden dood op bed liggen. Het hoofd lag voorover in de kussens, zoo dat met zekerheid kon wor den aangenomen, dat de baby. in de kussens is gestikt. BINNENLAND. CHRISTELIJK HISTORISCHE UNIE. Algemeene vergadering. Gisteren werd in het jaarbeursge bouw te Utrecht de algemeene en zeer druk bezochte vergadering van de Chr. Hist. Unie gehouden. De oud-ministers Dr. J. Schokking en Dr. de Visser werden met warm applaus begroet. De vergadering werd geleid door den waarn. voorz., den heer Jan ter Haar, die de vergadering opende met gebed en het lezen van Rom. 12 en die daarna een openingsrede uitsprak. Nadat enkele andere punten waren afgedaan werd aan de orde gesteld de Kabinetscrisis en haar oplossing. Tevens werd de motie behandeld, door de afdeeling Scheveningen inge diend en aldus luidend: „De Christelijk Historische Unie, op 8 April 1926 te Utrecht vergaderd, ge let op de politieke gebeurtenissen der laatste vijf maanden, spreekt zich bij vernieuwing uit geheel in overeen stemming met de houding der Chris- telijk-Historische Tweede-Kamer-Frac tie tegen instandhouding of herstel van het gezantschap bij het Vaticaan.' Rede Dr. De Visser. Ter inleiding van de besprekingen hield Dr. De Visser een rede waaraan wij het volgende ontleenen: Na eerst de geschiedenis van het t ij d e 1 ij k gezantschap te hebben na gegaan kwam spr. tot de hestendi- duizend gissingen aangaande dit voor val, ,want ook zij waren eenigszins be kend met sde geschiedenis van den klokkenmaker, en zeer nieuwsgierig er meer van te vernemen, maar zij durfden toch hun gast geen enkele vraag doen. Hij bracht echter, op een ayond, het gesprek op dit onderwerp, zeide 'dat zij natuurlijk meer wisten van de vroegere lotgevallen van zijn vriend; welke gelukkige dagen zij za- men hadden doorgebracht in het na bijgelegen dorp, waar de klokkenma ker geboren was.- Toen waagde Rebek ka het te vragen: „O waarde heer, kunt gij ons zeggen wat er van hem geworden is? Wat zouden sommigen hier ifn het. dorp niet geven willen, dat te weten!" „Ik weet het, ik weet het, Mrs. Thorpe", antwoordde John Fox, ter wijl treurigheid zijn gelaat benevelde; „menigeen en aanzienlijker personen dan gij, hebben hun best gedaan hem op te sporen, maar nilemand, geloof ik, is het gelukt zijn schreden verder te volgen dan tot aan de kaap de Goede Hoop." De overige bijzonderheden welke in dit gesprek voorkwamen, zullen wij weldra gelegenheid hebben In den loop van ons verhaal te ontwilkkelen; daarom willen wij eerst nog een blik werpen op John Fox, en op Mick Shay en Tom Fletcher, met wien hij veel omging. ging van het gezantschap in 1920 waar, tegen toen' de Chr.-Hist, zich on dec leiding van Lohman eenparig hebben verzet. Doch, aldus spr., en ik leg hierop den nadruk niet omdat het een gewetenszaak geld. Dan had men trouwens moeten af keuren dat het ministerie-Cort v. d. Linden een opdracht aan Dr. Nolens gaf om te aboucheeren met het Vati caan en het voorstel van een tijdelijk gezantschap moeten verwerpen. Want met het geweten mag men nooit mar- chandeeren. De heer Lohman heeft het dan ook nooit" als zoodanig beschouwd. Al is het volkomen juist, dat Loh man de wederinvoering van het ge zantschap niet in overeenstemming achtte met de beginselen, die ons land sinds vele jaren als juist en recht vaardig erkent, een gewetenszaak, zoodat ender geenerlei omstandighe- den door hem als Christelijk-Histori- sche een gezantschap bij het Vaticaan zou worden toegelaten, was het voor hem niet. In dit opzicht sta ik geheel aan Loh- man's zijde. Maar tevens ben ik van meening,, dat het verzet van Lohman tegen het herstel der legatie in 1925 aanvanke lijk even sterk zou geweest zijn als vroeger, omdat de politieke omstan digheden, die hem in 1920 in de oppo sitie brachten, sinds dien niet noe menswaard zijn veranderd. In zoover re hebben dê heer Snoeck Henkemans en de andere leden der Chr.-Hist. Ka merfractie trouw zijn spoor gedrukt^ Ik heb -dit gebillijkt, hoewel ik per soonlijk, eenmaal als minister eeu deel der verantwoordelijkheid, door mijn blijven in het kabinet, medege dragen hebbende, niet op eens die ver antwoordelijkheid van mij wilde schudden, door openlijk aan hunne zijde te gaan staan. Als eerlijk man heb ik hiertoe niet kunnen en willen komen. Doch wel weet ik niet of Lohman al klinkt het op het eerste hooren vreemd wèl ten slotte vóór het amendement-Kersten zou hebben ge stemd. Zeker zou hij dit gedaan heb ben op het dreigement van Dr. Nolens hetwelk ontegenzeggelijk een politieke fout is geweest en blijft. Maar of hij het zou volgehouden hebben na de politieke manoeuvre van Mr. Marchant, is bij mij aan rechtma- tigen twijfel onderhevig. Ik kan mij toch een Lohman voorstellen, die na de redevoering van den heer Marchant die eigenlijk hierop neerkwam: „Ik hen wèl vóór het gezantschap, maar om de coalitie en bet kabinet-Colijn te breken, stem ik er tegen", hartstoch telijk zou zijn opgestoven en zou heb ben uitgeroepen: „Ik b entegen het ge zantschap, maar nu het er links om te doen is, de boel in de war te sturen, stem ik er vóór". Wie weet hoe minis terieel Lohman was en hoezeer hij prijs stelde op de samenwerking rechts zal dit alleszins mogelijk achten. Men kan hierover verschillend den ken, doch va^t staat, dat onze Kamer fractie met haar verzet bleef in de lijn, die zij steeds is gevolgd en niemand kan haar daarvan een rechtmatig ver wijt maken. Het komt mij dan ook hoogst onbillijk voor, dat voortdurend de heer Snoeck Henkemans als de booze genius wordt beschouwd, die de schuld zou dragen van de staatkundi ge moeilijkheden, die er gekomen zijn. Hij vertolkte eenvoudig den geest, die de fractie bezielde en trad als haar woord- en penvoerder op. Maar aan het votum mede door door haar, in overeenstemming met dat ver zet, op 1 November, j.l. uitgebracht, kleefde een gevolg, dat ik zeer betreur omdat het onze geheele politiek op los se schroeven zet. Men heeft gejubeld over de schrap ping van den post voor het gezant schap, maar die het luidst konden juichen, waren de mannen van de lin kerzijde, die eindelijk hun doel hebbea bereikt en zoowel de coalitie stukge slagen als Colijn verwijderd hebben. Ik weet dat er onder ons zijn die dat niet zoo erg vinden, en den prijs voor bedoelde schrapping niet te duur be taald achten. In dit opzicht neem ik DERDE HOOFDSTUK. John Fox verschijnt in een raadsel- aofatig licht. Twee maanden waren er verloopen sedert de aankomst van Mr. Fox te Leniscar. Hij had met groot genoegen gevischt en zijn bloemen zien ontlui ken. Het bleek, dat hij een groot lief hebber was van wandelen en menig maal ging hij uit, "zwierf wijd en zijd in den omtrek rond en keerde eerst tegen den avond terug. De geheimzin- nigheild die hem omringde, was nog door niets opgeklaard; de denkbeel den aangaande zijn rijkdom en zijn aanzien daarentegen, waren vergroot. Hij ontving van tijd tot tijd brieven uit Londen, met groote cachetten voorzien en geadresseerd: „John Fox Esquire." 'tWas bekend, dat hij een vriend geweest was van den klokke- maker, wilens duistere geschiedenis een levendige belangstelling in deze streek liad opgewekt; maar niemand kon iets meer uit hem krijgen, dan hetgeen hij vrijwillig aan Gabriel en Rebekka verteld had. Hij had deftilge manieren, die het diepst ontzag in boezemden aan de dorpelingen, en dit te meer, omdat, sedert zijn komst, er geen ongeluk plaats greep, hetwelk Mick Shay niet in last had te verlilch- ten, en niemand ziek werd, dien de dokter niet moest ondersteunen, en zulks» uit een bron, welke zij nooit noemden; maar nilemand twijfelde er aan, of Mr. Fox was de onbekende helper.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5