De lotgevallen van lohn Fox
NIEUWE LE1DSCHE COURANT VAN VRIJDAG 9 APRIL 1926
nen, dito in oen extra-pai'lementair ka
binet thuis hooren? De hoeren de Geer
en'Slotemaker de Bruine, die, oiii met
den Psalmist te spreken „tot. in haard
en kleederzoom" doortrokken zijn in
de christelijk-historische politiek (ge
lach), zijn dat mannen óm zich op dit
gebied neutraal te houden?
£>pr. herinnert aan principieels
kwestiles, zooals de eedskwestie, die
zich voor kunnen doen. Spr. kan het
optimisme van den premier clan ook
niet deelen. De principieels kwesties
zullen komen of de ministers hét wil
len of niet. Zouden de christelijke mi
nisters een christelijke politiek willen
voeren, dan zullen de lieeren van de
linkerzijde criltiek uitoefenen enmoch
ten zij het onverhoopt niet doen, dan
zal de rechterzijde .zich doen hooren.
In de pers is een gerucht gegaan,
dat dit kabinet zoetjes aan door per
soonswisseling zou worden omgezet
in een coalitiekabinet. Spr. kan zich
zooiets niet voorstellen van dezen pre
mier, maar mocht 1t bericht juist zijn,
dan zou dit voornemen bij spr.^op ern
stig verzet stuiten. Hij wil een coa
litiekabinet terug, maar dan door de
hoofdpoort, niet langs sluipwegen.
Van het Kabinet, waarmee spr. ge
noegen neemt, vraagt hij geen toezeg
gingen ito. zijn geest, maar wel vraagt
hij eerbiediging van dien geest. Wel
willend, maar steeds op ons qui-vive,
wachten wij de daden van dit Kabitoet
af. Met de christelijke politiek is h,et
voorloopig onherroepelijk uit, maar
voor de christelijke beginselen zullén
wij blijven waken.
De heer MENDELS (S.D.A.P;) be
toogt i)n den breede de onwaarachtig
heid der coalitie. ITij gelooft er niets
van dat de zaak wel weer gauw in
orde zal komen. Men moet ook niet
gelooven dat de lijdzaamheid der Ka
tholieke arbeiders duurzaam zal zijn.
De vergaderitog wordt verdaagd tot
heden 11 uur.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te tutten, Ov., R.
Schellenberg te Overdinkel.
GEREF. KERKEN.
Aangenomen: Naar Drachten, H.
Velema te- Noordeloos.
CER. GEREF. KERK.
,Beidankt: Voor Broek op Langen-
dijk, J. Jongeteein te Hilversum.
Ds. J. Folmers. f
Ds. J. Folmers, vele jaren predikant
bij de Heirv. Gemeente te Eernewoude.
(tot 1908) is op 85-jarigen ouderdom
overleden.
Docent v. tl. Heijden.
Ds. v. d. Hdjjden docent aan de
trheol'. School ta Apeldoorn, zoo meldt
„De Wekker", die den 1'aa.tsten tijd al
zooveel geleden heeft, is bezocht met
eenie pjjnlijke krankte. Direct gevaar
acht de geneesheer niet aanwezig.
Moge de Heere Z. Eervv. sterken en
troosten in de ze nieuwe beproeving, en
een voorspoedig verloop der krankte
schenken tot volledig herstel.
Prof. Dr. G. H. I. W. L. Geesink.
Met betrekking tot het gisteren ook
door ons opgenomen bericht betreffen
de liet aftreden van Prof. Dr. Geesink
en de benoeming van Dr. Vollenhoven
en Prof. Hepp deelt thans de Standaard
ate vrucht van eein ingesteld onderzoek
mede, dat dit bericht geen enkelent
grond va.n waarheid heeft.
Bekend is, dat Prof. Geesink eerlang
gijn ambt hoopt neer te leggen, maar
wanneer dit zal geschieden, valt nog
niet te zeggen.
De kwestie van opvolging is natuur
lijk nog niet opgelost.
Geelkerkiaaa.
Bij J. H. Kok te Kampen zal binnen
kort een brochure, verschijnen vanf
Prof. Dr. Aald-ers, hoogleeraar aan de
Vrjje Universiteit, te Amsterdam, geti
teld: „De exegese van Genesis 2 en 3
ien de beslissing der Synode te Assen'
T. Doevendans.
Naar wij vernemen heeft de classis
Amsterdam der Ned. Herv. Kerk met
ingang vain i April j.l. de censuur over
den heer T. Doevendans opgeheven.
Inwijding van de Julianakerk in,Ben
Haag.
Gisteravond heeft in tegenwoordigheid
van de Koningin en Koningin-Moeder
de plechtige inwijding plaats gehad van
de Julianakerk op den hoek van Kemp
straat en Schalk Burgerstraat in Den
Haag. Het ruime kerkgebouw was tot
op de laatste plaats bezet.
Om S uur weiden, de. Koningin en de
Koningin-Moeder door een commissie
van ontvangst binnehgeleid en direct
daarop beklem Es. P. A. van den Bosch
jdeii kansel en ging voor in gebed.
Vervolgens liet hij zingen Psalm 103
vers 1 en n."waarna hij een korte toe
spraak hield.
Spr. dankte in het bijzonder de Vor
stelijke personen, die door hunne tegen
woordigheid aan deze plechtigheid zoo
grooten luister bijzetten.
Vervolgens las spr. de oorkonde van
inwijding voor, hetgeein de groote scha
re staande aanhoorde. Het orgel zette
daarna in Gezang 211, waarvan dei aan
wezigen eenige coupletten meezongen.
Na het gezang bracht de heer Slagter,
ouderling der Ned. Herv. Gemeente,
iden kansel-bjjbel binnen, waarna Ds.
van den Eosch eenige wijdingswoorden
sprak.
I11 het tweede gedeelte van zijn toe
spraak hield Ds. v. d. Bosch een korte
predieatie naar aanleiding van 1 Gör. 15
Spr. zeide, dat de Kerk nu gewijd was
.Het Woord Gods ligt op den kansel,
thans kan de arbeid aanvangen. Moge
deze arbeid zoo geschieden, dat al het
werk is tot Gods eer bp deze aarde.
Ten slotte bracht spr. dank aan de
schenkers van het kostbaar doopstel en
het Avondmaalzilver.
De organist der Groote Kerk, de heer
J. A. de Zwaan, bespeelde daarop het
orgel.
Ds. Joh. de Groot voerde vervolgens
bet woord als wqlcpredikant in wijk 3
ten dankte in het bijzonder Ds. v. d.
Bosch, wiens onvermoeide arbeid er zoo
veel toe heeft bijgedragen, dat dit kerk
gebouw verrezen is.
Nadat de Gemeente Psalm 84:1 ge-
Izongepi hat. nam do voorz. van dein
kerkeraad, .Ds. K. H. E. Gravemeyer,
het woord., om Ds. v. d. Bosch uit naam
van alle Haagsehe gemeenteleden dank
te zeggen
TV e slotte s„-_i: Ds. F. van Gheel
Gildemeester. als oudste predikant.
Nadat Ds. v. d. Bosch voorgegaan was
in dankgebed, zong de Gemeente Ge-
tzang. .j:2, waarna Ds. v. d. Bosch den
zegen uitsBEak,
N. C. S. V.
De Theologen-conferentie op Harden-
broek wordt gehouden van Dinsdag
avond 27 April tot Vrijdagmorgen 30
April.
Achtereenvolgens zullen spreken:
Dr. J. G. Rooso, van Groningen over:
,|Hoe houden we de jonge lidmaten
wast?"
Dr. S. F. H. J. Berkalbaeh v. d.
Sprenkel, Rotterdam, over: Catechisan
ten uit Cultuurdragende kringen".
Dr. W. G. Harrènstein, Amsterdam,
ever: „Als dominee op stap in de ach
terbuurten der stad".
Ds. G. Posthumus Meyes, EUecom,
over: „Hoe maak en boud ik mijn
preek?"
Ds. G. Mak, Brielle, over: „Dominee
£Ün".
GEMENGD NIEUWS.
Aan den dood ontsnapt.
Terwijl ervaren automobilisten ae heel
smalle en drukke Broederstraat te
Kampen behoedzaam passeeren, kwam
gisteravond de bestuurder van een
Ford in dolle vaart van de Botermarkt
met een scherpen draai die straat in
vliegen. En onmiddellijk daarop had
dan.ook reeds het ongeval plaats. Een
rustig wielrijder, de heer R. Prins,
werd gegrepen en medegesleurd tot
dicht bij den Burgwal, toen de auto
botste legen den stoep van een fa
briek. Nadat het rijtuig met vereen
de krachten was -opgebeurd, kon de
heer P. daaronder vandaan gehaald
worden. Tot ieders verwondering had
hij het leven er af gebracht, maar
was aan de rechterzijde deerlijk ge
kneusd, terwijl de kleeren hem van net
lichaam waren gescheurd.
Bij nader onderzoek bleek toen, dat
de chauffeur een handelsreiziger, nog
TWEEDE BLAD.
STATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Het debat over de regeeringsverkla-
ring wordt voortgezet.
De heer VAN LANSGHOT (R.K.) em
dilgt met te zeggen, dat zijn fractie
zich geheel aansluit hij de houding
der zusterfractie in de Tweede Kamer.
Ook zijn fractie zal niet tegen hoofd
stuk lil der Staatsbegrooting stem
men.
De heer VAN EMBDEN (V.D.) oefent
critïlek op de houding van de R.K. die
den opmarscli van de democratie ver
tragen, maar dien toch niet tegen zul
len kunnen houden.
Wat het kabinet betreft, spr.'s er
kentelijkheid daartegenover wordt ge
matigd door de overweging, dat het
de ontbinditog van de cotolitie ver
traagd beeft en dat het in zijn midden
personen telt, die leidende figuren ter
rechterzijde zijn. Spr. zag hiervan
reeds enkele nadeelen, o.a. het hand
haven der Bioscoopwet. Afgescheiden
'daarvan zal spr. met deze mannen iln
's lands helang gaarne samenwerken.
De heer ANEMA (A.R.) wijdt eerst
enkele beschouwingen aan de crisis,
waarbij het onderscheid tusschen
hoofd- en bijzaken eenigszms uit het
oog is verloren.
Wij moeten, zegt spr. tot ons zelf ii}-
keeren, de gesch'iledenis der laatste
halve eeuw nog eens ophalen en dan
zal men tot het besef komen, dat Üe
christelijke samenwerking niet dood
is. Men denke aan de redevoeringen
in de Tweede Kamer, waarito heim
wee naar herstelde samenwerking
doorklonk, men denke er ook aan, dat
de R.K. niet gestemd hebben en, ook
hier niet zullen stemmen tegen hoofd
stuk III. Spoedig genoeg zal de prac-
tijk ons weer noodzaken te erkennen
'de behoefte aan een chr. bewind. Maar
•deze zaak moet niet geforceerd woi*-
den. Laat ons de hand in e%en boe
zem steken en trachten de chr. begin
selen in de politiek toe te passen, al
lereerst in eigen kring.
Spr. komt nu tot zijn tweede punt,
het. zittende kabitoet. Wanneer hijziet
naar de a.r. partij, begroet spr. het
met vreugde, omdat de a.r. partij,
thans buiten het heetste vuur komt
te staan. Jarenlang is de partijleider
aan zijn taak door de regeei^ng ont
trokken. Thans kan hij zich weer aan
die taak wijden, zijn terugkomst be
groeten wij met groote blijdschap en
voorzoover het kabinet daarvoor aan
sprakelijk is, brengt spr. het daarvoor
dank.
Met het oog op de landspoliltiek
heeft spr. het kabinet begroetende,
echter met moeite te- onderdrukken
een zeker gevoel van bitterheid. Wan
neer hij die mannen daar ziet zitten,
krijgt hij het gevoel: gij behoordet
daar niet te zitten, daar moest een
rechtsch kahilnet zitten. Daarbij komt,
dat de heer de Geer, die voor kort nog
de trouwe strijdmakker was van den
heer Colijn, nu op zijn plaats zit in 'n
extra-parlementair kabinet. Spr. heeft
de overtuiging dat deze bewindsman
•daarjniet zilt voor zijn plezier. Niette
min echter acht spr. den toestaiid on
zuiver. Ook de beide anti-revolutio
nairen hooren er niet, er zit er één te
veel. Dilt. kabinet is een kabinet van
chronische abituriënten, weldra kan
er weer een politieke storm opsteken,
die de ministerieele steken van hun
hoofd waaift, al is dat voor den minis
ter van binnenlandsche zaken, gezien
z'n vroegere levensinrichting, wellicht
niet zonder aantrekkelijkheid (gelach)
Spr. wijst erop, dat de leden van
dit kabinet voor een goed deel warme
partijgangers zijn, dife zich moeilijk
thuis zullen voelen in een extra-par
lementair kabinet. Daar zitten de hee-
ren de Geer en Slotemaker de Bruine
op wier namen geen commentaar noo-
dig is; daar zilt de heer van der Vegte,
een bekend figuur uit de anti-revolu
tionaire provinciale politilek, daar zit
de heer Donner, te voorschijn geko
men uit het clair-obscuur van het jus-
titieele souffleurshokje. Zijn dat man-
FEUILLETON.
r.ifinm.
8)
In dit s oho one en vreedzame be
roep werkzaam, leidden zij een lang
en gelukkig leven en de stilte en rust
van hunne bloementuinen schenen
in hun gemoed te zijn overge
plant.
John Fox legde een werkzaamheid
aan den dag, geheel in overeenstem
ming met zijn krachtige itoborst, en
het verdroot hem niet zijne broeikast-
ramen open te zetten, zijne matten op
te rollen en de bloemen over te plan
ten in den kouden grond, zoodra zij
verderen groei beloofden, en in de vol
gende maanden al haren rijkdom van
kleuren ten toon te zullen spreiden.
Het meertje scheen niet minder rijk
aan genoegens voor hem te zijn. Mi/ck
Shay had hem zijn schuitje aangebo
den zoo dikwijls hij dit mocht ver
langen, en het was inderdaad een
blijk van kiesche beleefdheid, dat eer'
zou hebben gedaan aan een man van
fijnere beschaving en opvoeding dan
Mick genoten had, dat John Fox,
reeds- daags nadat het aanbod was
geschied, toén hij naar het eitode der
Weide kuierde, de boot vond liggen
bij de trappen van een kleine aanleg
plaats en vastgemaakt aan een boom.
Hier vond bij haar dagelijks geduren
de den geheelen zomer weder, behal
ve wanneer Mick zelf voor haar wei
nige uren noodig had. John Fox was
een hartstochtelijk lilefhebber van vis-
scben, zoowel met het net als met
den hengel. Hij bezocht met de boot
elke kreek en bocht van den schoonen
plas; soms alleen, wanneer hij uren-
lag te lezen onder de schaduw van
een over het water heen hangenden
boom, van tijd tot tijd een blik wer
pende op den takel; soms met Mick,
die een bijzondere bedrevenheid bezat
in bet werpen van zijn net over de
groote snoeken die in de stralen der
zon dartelden, of om hen met een
strik te vangen; soms ook vergezelde
hem de oude Gabriel om te roeien,
maar deze vertelde aan Rebekka, dat
het voor een lilefhebber van visschen,
gelijk Mr. Fox was, kluchtig was te
zien dat hij soms vergat dat hij beet
had, en een grooten visch aan zijn lijn
te zien trekken, totdat hij hem bijkans
den hengel uit de hand rukte: zoo af
getrokken kon hij soms zijn. „Ja" zei-
de hij, „ik heb zelfs gezien, dat er
soms twee of drie tegelijk op het aas
toeschoten, zoodat zij met hunne neu
zen tegen elkander stieten, zonder dat
hij het nog bemerkte."
Later, door Gabrilel opmerkzaam
gemaakt, keek hij op en scheen met
wanliopigen ernst te willen visschen,
stootte hem voort in de boot, liet hem
dan naar dezen, dan naar genen kant
roeien, totdat hij eindelijk zich begon
te vervelen en hem, Gabriel, den hen
gel in de hand duwde en gilng lezen.
Op een van deze tochtjes echter, be
ging Gabriel een misslag, die veroor
zaakte dat Mr. Fox hem gedurende
geruimen tijd niet weer medenam.
John Fox.namelijk was op een schoo
nen, warmen namiddag weder als ge
woonlijk in diep gepeifns verzonken,
toen hij Gabriel, die in de boot was,
eensklaps hoorde roepen: „Nicolaas
Flamstehd! Hoe, dat is de naam van
den klokkenmaker!"
John Fox ontwaakte plotseling uit
zijn mijmering, wierp een doordrin
genden en verbaasden blilk op Gabriel
en zag dat hij keek in het boek, dat
in de boot was blijven liggen, en daar
in den naam gelezen had, die hem
dezen uitroep had afgeperst. Een hoo-
ger rood verfde Mr. Fox's wangen, en
een plechtige, ernstige uitdrukkitog
lag op zijn gelaat, toen hij zijn hand
op Gabriel's schouder legde, en zeide:
„Gabriel, wat doet gij daar? Dat was
de naam en dit is het boek van een
vriend, di'e mij'eens zeer dierbaar was
Gij weet niet hoe gij mij geschokt hebt
door zoo onverwachts zijn naam te
noemen. Beloof nlij plechtig, dat gij,
zoolang ik bij u blijf, nimmer zijn
naam noemen zult, of in mijn boeken
of papieren kijken,"
Gabriel sloeg haastig het boek diicht
.stamelde duizend verontschuldigin
gen en was blijde de boot te kunnen
verlaten, waar Jolin Fox nog eenigen
tijd met wanliopigen ernst bleef vis
schen, zonder een woord te spreken.
Gabriel en Rebekka verloren zi«h in
bitter weinig ervaring op het gebied
van autobesturen had. En zoo was
hij begonnen per abuis te veel gas te
geven en had daarna door zenuwach
tigheid geheel vergeten de rem te ge
bruiken.
Overreden. Te Stadskanaal is
gisteren bij de halte Tweede Dwars-
diep de gehuwde 35-jarige K. Ossel
(door een trein overreden en gedood.
De man laat een vrouw en drie kin
deren achter.
Gevangenis-rel let je. In
een gevangenis te Cairo overvielen 3
gedetineerden, die onlangs één hunner
medegevangenen vermoord hadden, an
dermaal een hunner medegevangenen.
Zij sneden hem de keel door en brach
ten 'den te hulp ijl enden wachter ver
wondingen toe.
Opsporing verzocht. Door
den burgemeester van Niéuwer-Amstël
wordt namens de eohtgenoote opspo
ring verzocht (v.q. bekendmaking ver
blijfplaats) van Johannes Jacobus Ge-
rardus Stam, auto-vrachtrijder, gebo
ren te Utrecht, sinds 18 Juli 189b wo
nende te Amstelveen, Niéuwe Karse-
laan No. 68, gemeente Nieuwer Am-
stel, en van diens auto merk Chevro
let No. G. 39521.
Hij verliet Donderdag 1 April vm.
9 uur per rijwiel de echtelijke woning,
zeggende, dat zijn auto defect stond.
D o o d e 1 ij k e v a 1. Het twee
jarig zoontje van den heer D. te Hil
versum, is op den vloer uitgegleden.
De kleine kreeg een schedelbreuk en
is aan de gevolgen overleden.
Een woesteling. 1Woensdag
avond te ongeveer halt ell werd de ge
meente Nieuw en St. Joosland opge
schrikt door het gerucht, dat bij' den
72-jarigen burgemeester, den heer J.
Polderdijk, een poging tot inbraak ge
daan werd. Het bleek, dat men te doen
had met een dronken man, een café
houder uit het naburige Amemiden,
die een deur intrapte en door een
andere wegvluchtte, maar intusschen
mevr. P. met een hard voorwerp sloeg
en later ook den burgemeester zelf
wist te raken. De dader kon spoedig
worden aangehouden en in arrest ge
steld worden. Donderdagmorgen is hij,
weer op vrije voeten gesteld, nadat
proces-verbaal was opgemaakt.
In de kussens gestikt. Gis
teravond vond de heer A. uit de Van
Hoornestraat te 's Gravenhage zijn
kindje van zes maanden dood op bed
liggen. Het hoofd lag voorover in de
kussens, zoo dat met zekerheid kon wor
den aangenomen, dat de baby. in de
kussens is gestikt.
BINNENLAND.
CHRISTELIJK HISTORISCHE UNIE.
Algemeene vergadering.
Gisteren werd in het jaarbeursge
bouw te Utrecht de algemeene en
zeer druk bezochte vergadering van
de Chr. Hist. Unie gehouden.
De oud-ministers Dr. J. Schokking
en Dr. de Visser werden met warm
applaus begroet.
De vergadering werd geleid door
den waarn. voorz., den heer Jan ter
Haar, die de vergadering opende met
gebed en het lezen van Rom. 12 en die
daarna een openingsrede uitsprak.
Nadat enkele andere punten waren
afgedaan werd aan de orde gesteld
de Kabinetscrisis en haar
oplossing.
Tevens werd de motie behandeld,
door de afdeeling Scheveningen inge
diend en aldus luidend:
„De Christelijk Historische Unie, op
8 April 1926 te Utrecht vergaderd, ge
let op de politieke gebeurtenissen der
laatste vijf maanden, spreekt zich bij
vernieuwing uit geheel in overeen
stemming met de houding der Chris-
telijk-Historische Tweede-Kamer-Frac
tie tegen instandhouding of herstel
van het gezantschap bij het Vaticaan.'
Rede Dr. De Visser.
Ter inleiding van de besprekingen
hield Dr. De Visser een rede waaraan
wij het volgende ontleenen:
Na eerst de geschiedenis van het
t ij d e 1 ij k gezantschap te hebben na
gegaan kwam spr. tot de hestendi-
duizend gissingen aangaande dit voor
val, ,want ook zij waren eenigszins be
kend met sde geschiedenis van den
klokkenmaker, en zeer nieuwsgierig
er meer van te vernemen, maar zij
durfden toch hun gast geen enkele
vraag doen. Hij bracht echter, op een
ayond, het gesprek op dit onderwerp,
zeide 'dat zij natuurlijk meer wisten
van de vroegere lotgevallen van zijn
vriend; welke gelukkige dagen zij za-
men hadden doorgebracht in het na
bijgelegen dorp, waar de klokkenma
ker geboren was.- Toen waagde Rebek
ka het te vragen:
„O waarde heer, kunt gij ons zeggen
wat er van hem geworden is? Wat
zouden sommigen hier ifn het. dorp
niet geven willen, dat te weten!"
„Ik weet het, ik weet het, Mrs.
Thorpe", antwoordde John Fox, ter
wijl treurigheid zijn gelaat benevelde;
„menigeen en aanzienlijker personen
dan gij, hebben hun best gedaan hem
op te sporen, maar nilemand, geloof
ik, is het gelukt zijn schreden verder
te volgen dan tot aan de kaap de
Goede Hoop."
De overige bijzonderheden welke in
dit gesprek voorkwamen, zullen wij
weldra gelegenheid hebben In den
loop van ons verhaal te ontwilkkelen;
daarom willen wij eerst nog een blik
werpen op John Fox, en op Mick Shay
en Tom Fletcher, met wien hij veel
omging.
ging van het gezantschap in 1920 waar,
tegen toen' de Chr.-Hist, zich on dec
leiding van Lohman eenparig hebben
verzet.
Doch, aldus spr., en ik leg hierop
den nadruk niet omdat het een
gewetenszaak geld.
Dan had men trouwens moeten af
keuren dat het ministerie-Cort v. d.
Linden een opdracht aan Dr. Nolens
gaf om te aboucheeren met het Vati
caan en het voorstel van een tijdelijk
gezantschap moeten verwerpen. Want
met het geweten mag men nooit mar-
chandeeren.
De heer Lohman heeft het dan ook
nooit" als zoodanig beschouwd.
Al is het volkomen juist, dat Loh
man de wederinvoering van het ge
zantschap niet in overeenstemming
achtte met de beginselen, die ons land
sinds vele jaren als juist en recht
vaardig erkent, een gewetenszaak,
zoodat ender geenerlei omstandighe-
den door hem als Christelijk-Histori-
sche een gezantschap bij het Vaticaan
zou worden toegelaten, was het voor
hem niet.
In dit opzicht sta ik geheel aan Loh-
man's zijde.
Maar tevens ben ik van meening,,
dat het verzet van Lohman tegen het
herstel der legatie in 1925 aanvanke
lijk even sterk zou geweest zijn als
vroeger, omdat de politieke omstan
digheden, die hem in 1920 in de oppo
sitie brachten, sinds dien niet noe
menswaard zijn veranderd. In zoover
re hebben dê heer Snoeck Henkemans
en de andere leden der Chr.-Hist. Ka
merfractie trouw zijn spoor gedrukt^
Ik heb -dit gebillijkt, hoewel ik per
soonlijk, eenmaal als minister eeu
deel der verantwoordelijkheid, door
mijn blijven in het kabinet, medege
dragen hebbende, niet op eens die ver
antwoordelijkheid van mij wilde
schudden, door openlijk aan hunne
zijde te gaan staan. Als eerlijk man
heb ik hiertoe niet kunnen en willen
komen.
Doch wel weet ik niet of Lohman
al klinkt het op het eerste hooren
vreemd wèl ten slotte vóór het
amendement-Kersten zou hebben ge
stemd. Zeker zou hij dit gedaan heb
ben op het dreigement van Dr. Nolens
hetwelk ontegenzeggelijk een politieke
fout is geweest en blijft.
Maar of hij het zou volgehouden
hebben na de politieke manoeuvre van
Mr. Marchant, is bij mij aan rechtma-
tigen twijfel onderhevig. Ik kan mij
toch een Lohman voorstellen, die na
de redevoering van den heer Marchant
die eigenlijk hierop neerkwam: „Ik
hen wèl vóór het gezantschap, maar
om de coalitie en bet kabinet-Colijn te
breken, stem ik er tegen", hartstoch
telijk zou zijn opgestoven en zou heb
ben uitgeroepen: „Ik b entegen het ge
zantschap, maar nu het er links om
te doen is, de boel in de war te sturen,
stem ik er vóór". Wie weet hoe minis
terieel Lohman was en hoezeer hij
prijs stelde op de samenwerking rechts
zal dit alleszins mogelijk achten.
Men kan hierover verschillend den
ken, doch va^t staat, dat onze Kamer
fractie met haar verzet bleef in de lijn,
die zij steeds is gevolgd en niemand
kan haar daarvan een rechtmatig ver
wijt maken. Het komt mij dan ook
hoogst onbillijk voor, dat voortdurend
de heer Snoeck Henkemans als de
booze genius wordt beschouwd, die de
schuld zou dragen van de staatkundi
ge moeilijkheden, die er gekomen zijn.
Hij vertolkte eenvoudig den geest,
die de fractie bezielde en trad als haar
woord- en penvoerder op.
Maar aan het votum mede door door
haar, in overeenstemming met dat ver
zet, op 1 November, j.l. uitgebracht,
kleefde een gevolg, dat ik zeer betreur
omdat het onze geheele politiek op los
se schroeven zet.
Men heeft gejubeld over de schrap
ping van den post voor het gezant
schap, maar die het luidst konden
juichen, waren de mannen van de lin
kerzijde, die eindelijk hun doel hebbea
bereikt en zoowel de coalitie stukge
slagen als Colijn verwijderd hebben.
Ik weet dat er onder ons zijn die dat
niet zoo erg vinden, en den prijs voor
bedoelde schrapping niet te duur be
taald achten. In dit opzicht neem ik
DERDE HOOFDSTUK.
John Fox verschijnt in een raadsel-
aofatig licht.
Twee maanden waren er verloopen
sedert de aankomst van Mr. Fox te
Leniscar. Hij had met groot genoegen
gevischt en zijn bloemen zien ontlui
ken. Het bleek, dat hij een groot lief
hebber was van wandelen en menig
maal ging hij uit, "zwierf wijd en zijd
in den omtrek rond en keerde eerst
tegen den avond terug. De geheimzin-
nigheild die hem omringde, was nog
door niets opgeklaard; de denkbeel
den aangaande zijn rijkdom en zijn
aanzien daarentegen, waren vergroot.
Hij ontving van tijd tot tijd brieven
uit Londen, met groote cachetten
voorzien en geadresseerd: „John Fox
Esquire." 'tWas bekend, dat hij een
vriend geweest was van den klokke-
maker, wilens duistere geschiedenis
een levendige belangstelling in deze
streek liad opgewekt; maar niemand
kon iets meer uit hem krijgen, dan
hetgeen hij vrijwillig aan Gabriel en
Rebekka verteld had. Hij had deftilge
manieren, die het diepst ontzag in
boezemden aan de dorpelingen, en dit
te meer, omdat, sedert zijn komst, er
geen ongeluk plaats greep, hetwelk
Mick Shay niet in last had te verlilch-
ten, en niemand ziek werd, dien de
dokter niet moest ondersteunen, en
zulks» uit een bron, welke zij nooit
noemden; maar nilemand twijfelde er
aan, of Mr. Fox was de onbekende
helper.