NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 8 APRIL 1926 STATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER. Vergadering van gisteren. Nadat tot toelating van de nieuw benoemde leden, de heeren Jhr. Mr. G. A. H. Michiels van Kessenick en Jhr. Mr. B. C. de Savornin Lohman is be sloten, nemen deze heeren ziltting. Het zilveren huwelijksfeest van het Kon. Echtpaar. De VOORZITTER houdt vervolgens ongeveer de volgende toespraak: Het is mij een voorrecht om na een lange gedwongen vacantie het feest te gedenken, dat onze geëerbiedigde Ko ningin en Z.K.H. de Prins, zij het in huiselijken kring, gevierd hebben. De Nederlanders juichten en baden het Vorstelijk echtpaar Gods zegen toe; ook uit Oost en West kwamen vele be wijzen van hartelijke deelneming Zelfs het buitenland deelde in de algemeens Nederlandsche vreugde. Het kon ook niet anders. Het Vorstenhuis en Ne derland zijn samengegroeid, in iledere provincie leven tal van ingezetenen, die hebben ondervonden, wat belang stelling en steun van de Koningin en den Prins beteekenen. Elders schreef spr. dezer dagen iln een tijdschrift ee- nige woorden over de heugelijke ge beurtenis. Spr. besluit met den wenscb dat de Eerste Kamer der Staten-Gene- raal nog vele jaren getuige moge zijn van het huwelijk der Vorstelijke per sonen (applaus). (Deze rede werd door de Kamer Staande aangehoord. Alleen de Soc. Dem. bleven zitten, met uitzondering van den partijvoorzitter, den heer Polak. De watersnood. Spr. wijdt vervolgens eenige woor den aan de ramp, die Nederland trof, een natibnale ramp. Vrij plotseling werden meerdere provincies door on zen erfvijand, het water, geteisterd. Zonder de opofferingsgezindheid van de heele natie en het voorbeeldige werk van officieren, soldaten en ma trozen, zou de ramp nog veel grooter geweest zijn. Wij hebben groote deel neming met de getroffenen. Spr. sluit zich evenwel aan bij het antwoord, dat de voormalige Minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw gaf op de vraag van den heer Braat. Spr. ein digt met dank te brengen aan de pers en verder aan allen, die hebben gehol pen bij de leniging van den nood (ap plaus). De GRIFFIER doet voorlezilng van een aantal ingekomen stukken, Waar bij het Kon. besl. tot benoeming van den heer Slotemaker de Bruine tot Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid. Naar aanleiding daarvan zegt de VOORZITTER, dat hij zeker uit naam der Kamer spreekt, als hij zegt, dat zij het vertrek van den heer Slotemaker 'de Bruilne betreurt, al deelt zij in de onderscheiding, die hem te beurt is gevallen. Wij nemen, aldus spr. geen afscheid van den heer Slotemaker de Bruine; wij hopen en verwachten hem dikwijls terug te zien. Dat toch i9 een bewijs, dat hij nog lang de belangen zal dienen van allen, werkgevers en werknemers, di'e tot zijn departement in betrekking staan (applaus). Regeeringsverklaring. De minister van Financiën, de heer DE GEER legt daarna de volgende verklaring af: Waar bet tegenwoordige Kabinet de zen avond voor de eerste maal de eer en het genoegen heeft in deze Kamer aanwezig te zijn, zult U mij wel willen vergunnen een enkel woord te zeggen. In de vergadering van de Tweede JKamer op Donderdag 11 Maart j.l. is namens het Kabinet een verklaring af gelegd, waarin de aanleidilng en de figuur van zijn optreden, alsmede zijn planned voor de naaste toekomst zijn ontvouwd. Ik moge mij op dit oogenblik aan die verklaring conformeeren en te vens, ter nadere toelichting, wijzen op het daarop gevolgd debat en met na me op het tijdens dat debat door de Regeering gesprokene. Ik vertrouw, dat een en ander een voldoenden grondslag zal leveren voor een nadere kennismaking ook met dit Huis. Het Kabinet doet een beroep op de leden der verschillende partijen, ook van de Eerste Kamer, om in de buiten gewone omstandigheden, welke tot z,ijn optreden hebben genoopt, aanlei ding te vinden het minder naar zijn parlementaire positie dan naar zijn daden te beoordeelen. Wellicht zal dat aan deze Kamer zelfs nog iets minder zelfbeheersching kosten dan aan haar zuster aan de overzijde van het Binnenhof, in zoo ver door de eigenaardige glaats, die de Eerste Kamer in ons Staatsbestel inneemt, zij reeds van nature iets min- ider geneigd is tot het accentueeren van politieke shibboleths. De geschie denis van deze hooge vergadering wijst uit, dat di)t meer dan theorie is. Om mij tot de laatste kwarteeuw te bepalen: Meermalen beeft in dat tijds verloop de Eerste Kamer een andere politieke samenstelling gekend dan die van de Tweede Kamer en in verband daarmede die van het zittend Kabilnet. Tezamen is dit gedurende 11 jaren van de 25 het geval geweest. Tot groote politieke conflicten heeft dit het ééne geval van 1904 uitgezonderd nooilt geleid. Zoo wetsontwerpen ver worpen werden, geschiedde dit steeds bij gemengde stemming en niet juist bij voorkeur onder een andersdenkend Kabinet. Reeds deze houding, in het verleden tegenover opvolgende, ook niet-geest- verwante, parlementaire Kabinetten aangenomen, wijst er op, dat het van de Eerste Kamer allicht niet een bui tengewoon zwaar offer zal vergen, zich aan te passen aan de sfeer, waarin dit extra-parlementaire Kabinet wenscht te leven en te werken. De bedoeling van deze opmerking is natuurlijk allerminst, het Kabinet te gen controle of critiek te vrijwaren. Integendeel, hoe meer het weet slechts naar zijn daden te zullen worden be oordeeld, des te zwaarder en ernstiger zal het zijn verantwoordelijkheid ge voelen. Beoogd wordt slechts, te doan uitkomen waarom, naar het vertrou wen van het Kabinet, zijn abnormale positie op zich zelve in deze Kamei* het gemeen overleg niet zal bemoei lijken. Nog in en ander opzicht wenscht het Kabinet een beroep te doen. Onder de belangen, die ook dit Huis zeer zeker tei harte gaan en waarvoor het heeft te waken, behoort de gaafheid onzer parlementaire instellingen. Wanneer zich eerlang in de Tweede Kamer we der een politieke meerderheid mocht blijken te vormen, dan zal, zoo stel ik mij voor, ook en vooral deze Kamer bet haar plicht kunnen achten de aan dacht van het Kabinet voor dat feit te vragen. Zij zal dit kunnen doen zelfs dan wanneer de in de Tweede Kamer zkh vormende meerderheid een zooda nige macht zijn als waarvoor in de Ferste Kamer vooralsnog de gegevens niet aanwezig zijn. Met het uitspreken van de hoop, mijnheer de Voorzitter, dat het ge meen overleg tusschen de Regeering tn de Eerste Kamer ook onder het te genwoordig Kabinet, zoolang de poli tieke omstandigheden zijn aanblijven tot plicht stellen, goede vrucht zal dragen in het duurzaam belang van ons volk, meen ik dit korte woord 'te mogen besluiten. De VOORZITTER stelt voor de dis cussies over de regeeringsverklaring heden om 11 uur te doen aanvangen. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER geeft den leden gelegenheid kennis te maken met de regeering en wijdt daarna enkele waar deerende woorden aan de nagedachte nis van den heer jhr. mr. L. H. L. J. van der Maesen de Sombreff, in leven lid der Kamer. Namens de regeering sluit de mi nister van Financiën, de heer DE GEER, zich bij de woorden van den voorzitter aan. De VOORZITTER wijst als lid der commissie voor de verzoekschriften aan den heer Verkouteren, in plaats van den heer Slotemaker de Bruine. Vervolgens wordt overgegaan tot het trekken der afdeelingen. De vergadering wordt geschorst yoor een kwartier. De leden begeven zich in de afdee lingen. Na heropening deelt de VOORZIT TER mee, dat benoemd zijn tot voor zitter der afdeelilngen de heeren van Lanschot, Singenberg, de Vos v. Steen- wijk, Verkouteren en Anema en tot ondervoorzitter de heeren Diepenhorst Haffmans, v. d. Berg, de Zeeuw en v. d. Lande. Spr. deelt vervolgens mee, dat de centrale afdeeling besloten heeft, dat na de behandeling der regeeringsver klaring de staatsbegrooting in de af deelingen zal worden behandeld. Spr.'s voornemen is het zoo noodig a.s. Dins dag om 2 uur voort te zetten de behan deling in de afdeeling der ontwerpen, waarmee men nilet gereed is gekomen. De vergadering wordt te 9j55 uur verdaagd tot hedenvoormiddag 11 uur PLAATS VOOR DE OUDEREN. De Haagsdhe Post' zoo lezen wij m de „Maasbode" tradht ons te sugge- reeren, dat wij menschen tegenwoordig het voorrrecht beleven van ouder te mogen worden. Voor hen die ouder worden, wat zachter klinkt dan oud worden, -stemt het blad het traditioneel liedje van ver langen aan. En het blad doet dit op een zeer bijzondere wijs. In West-Europa constateert het een beduidende vermindering van ge boorten. Daartegenover staat dat wij, die ou der worden, dank zij betere economi sche verhoudingen, vooruitgang der medische wetenschap en bovenal bete re hygiënische toestanden, kans ma ken ons leven langer te kunnen rekken dan vroeger. „De man van vijftig", „de vrouw van veertig", behoeft niet meer angstigin den spiegel te blikken, de fatale da tum van den ouderdom wordt voor hen tegenwoordig aanmerkelijk opge schoven. En dan komt de „Haagsche Post" tot de conclusie, dat wij ons hebben voor te bereiden op tijden, waarin de onvermijdelijke levensopbouw ons een tame.;Lvng zal bie gen. die belang rijk meer menschen- op leeftijd bevat dan die, waarvan wij thans deel uitma ken." Daarom zal het „ruimte voor de jongeren", het harde parool van „pla ce aux jeunes", dat ons reeds m de ooren klonk vóórdat wij goed en wel zelve begonnen waren aan onze le venstaak, plaats moeten maken voor het „ruimte voorde-ouderen", en het lijkt er in veel opzichten naar, dat reeds thans de menschelijke natuur zich geleidelijk schijnt voor te berei den voor de dagen die komen zullen. 't Komt ons voor dat de „Haagsche Post" wat al te zelfbedriegelijk opti mistisch voor hen die ouaer worden „het liedje van verlangen zingt. 't Lijkt ons een te eenvoudige som van Bartjes om te beweren, dat waar minder menschen geboren worden, en steeds minder menschen sterven, de gemiddelde leeftijd meer dan ooit aan t bod zal komen. Wij meenen dat juist onze tijd cyni scher dan ooit komt te staan tegen over hen, die ouder worden. Door mode, sport, hygiënische ver zorging mogen wij onzen leeftijd trach ten te camoufleeren, onze jaren zelve kunnen wij niet loochenen. Als vroeger iemand van romcl de vijftig kwam te sterven, dan werd hij berouwklaagd als een die gevallen was in den bloei zijner jaren. Maar thans, hoe bitter wordt de man van vijftig tegenwoordig gevon nist. Heeft hij zelf een onafhankelijke positie, dan acht men dit toch den tijd, dat hij in ruste gaat. Raakt hij ech ter als afhankelijk man werkloos, dan blijkt er geen plaats en ruimte meer voor hem të zijn m deze maatschappij. Dan nemen wij hier nog den ruimen term van vijftig, maar zelfs de veertig jarige en ook zelfs zij, die ai tusschen de dertig en de veertig d,obberen, wor den ai over dezelfde kam geschoren. 't Is een niet te weerspreken leit, dat, wie tegenwoordig naar een po sitie of betrekking dingt, reeds met schrik zijn leeLijd noemt, als deze niet direct meer vijf en twintig jaren telt. Is hij de dertig al gepasseerd, of 'de veertig nabij, dan leest hij bij het noemen van zijn leeftijd al reeds.m het fronsen der wenkbrauwen van hen, die over zijn levenslot hebben te beslis sen, het nog met uitgesproken, maar toch reeds vt*>rb esterna afwijzend von nis. Hij moge roemen op kennis en er varing, op studie en routine, zijn eeni ge aanbeveling, die werkelijk „sohla- gend" is, zTj'n mogelijke jeugd kan hij niet meer laten gelden. Dit is het wonderlijke tegenstrijdige in de moderne constellatie van onze maatschappij, dat in dezen tijd, die liefst geen „kinderen" wil, het meeste, en "bijna uitsluitend 'vraag is naar „jeugd En dat aan den man, van veertig, vijftig, die fich aan dezen geest van den tijd heeft gehouden, en zich ten opzfchte van den „kinderlast" heeft ontzien, in zijn te vroeg gemerkten ouderdom de straf wordt voltrokken, dat als zijn werkkracht niet meer ge waardeerd wordt, hij ook de kinderen mist, die als graag aanvaarde plaats vervangers, hem door hun arbeid op hun beurt het levensbestaan kunnen verlichten. In den strijd om het bestaan wor den de mensciien van veertig al 't liefst afgevoerd om plaats te maken voor de jongeren. Wij hebben ons economisch en so ciaal zoo met wetten, die ons ten ze gen heetten te zijn, omringd, en om heind, dat naar onze werkkracht met meer wordt verlangd, als recht op pen sioen zich tien jaar eerder kan laten gelden. Wij hebben er zelfs sociaal een nieuw woord yoor uitgevonden om hun die ouder worden te beteekenen, dat zij ecoijomisch hebben afgedaan, wij noemen dat euphemistisch „afvloeien". De „Haagsche Post" moge er- m triumfeeren dat zij, die ouder wor den, ziekten en dood weten te weer staan, wat baat 'tons als ons op een andere manier beteekend wórdt dat wij gerust kunnen „afvloeien", als wij meenen de rijpe vruchten van onze jeugd eindelijk met succes aan de markt te kunnen brengen. GEMENGD'NIEUWS.. Geheime branderij ontdekt. Te Elberfeld is door de Keulsche en Frankfurter belastingambtenaren een feheime branderij ontdekt, waarin on- rinkbaar gemaakte spiritus tot drink baren brandewijn verwerkt werd. Er werden ongeveer 20.Ü0U liter spi ritus verzonden. De branderij werd door een zekeren Sohaefer, die vroeger scheepsmarco- nist was, bestuurd. Ontploffing. Bij het ontste ken van een PaasdhvUur had een ont ploffing plaats, waarbij een 10-jarige jongen gedood werd, terwijl 2 vrou wen zwaar en verschillende personen licht gewond werden. Noodlottige instorting. Een telegram uit Guadalajara (Mexico meldt: Eenige jongelui speelden hier op een terrein, waar vroeger een school der genie had gestaan, welk gebouw op gewelven rustte. Een dier gewelven stortte in, ten gevolge waarvan één der spelenden gedood en 7 gewond werden. Motorongeluk. Op den weg tusschen Bocnelt en Caulille (België; kwam een 18-jarige motorrijder uit Neerharen, die met een razende vaart reed, te vallen. Hevig bloedend uit neus en mond, werd hij opgenomen en per auto naar Bree vervoerd, waar hij inmiddels bleek te zijn overleden, zonder tot be wustzijn te zijn gekomen. Hulzen verpletterd. Op Paaschmaandag zijn in de gemeente Torre in de provincie Bergano (Italië; zes huizen door het vallen van een rotsblok vernield. Zes personen zijn daarbij omgekomen. Van een pyramide gevallen. Dr. Karl Musil uit Praag heeft den top van de groote pyramide van Che ops te Gizen, zeven mijl ten Zuid- Westen van Cairo beklommen. Bij het dalen slipte hij en viel naar beneden. Hij was onmiddellijk dood. Een heidebrand. Tijdens de Paaschdagen heeft te Kinkempis bij Luik een felle bosch- en heidebrand gewoed. De brand strekte zich uit over een opper vlakte van circa 50 H.A. Een vreemd geval. De vo rige week Dinsdag is van .Middel- harnis vertrokken naar Gouda een zekere de W.4 zadelmaker alhier, Hij moest daar zaken doen en zou 's avonds weer bij vrouw en kinderen thuis zijn. Hij is echter niet terugge keerd en tot op dit oogenblik spoor loos verdwenen. Woensdag kreeg zijn vrouw een telegram, dat hij 'de tram m de Rosenstraat te Rotterdam gemist had. En iin een brief welke hij 'haar Donderdags van uit Utrecht zond (hij; was althans aldaar gestempeld) schreef hij, dat hij van zijn fiets gevallen was, zijn hoofd erg bezeerd had en nu het huis niet meer kon terug vinden. Zijn schrijven was eenigszins zonderling ge steld en wekte bij de familieleden het vermoeden, dat zijn geestvermogens in de war zijn. De Rotterdamsche recherche werd met de zaak in kennis gesteld en deze wist reeds spoedig, dat hij gelogeerd had in het geheelonthoudershoteT aan de Oppert. Toen bleek, dat hij in Utrecht een brief verzonden had, was men ook daar spoedig ingelicht van het feit, dat hij ook daar in een' geheelont houderslogement, had vertoefd. Iets bij zonders had de hotelier niet aan hem ontdekt. Zaterdagmorgen kreeg de familie weer een eenigszins verward schrijven van den verdwenene, thans gestem peld te Apeldoorn, waarin hij mede deelde, dat hij nog steeds zijin huis zoekt. De geheeïe reis schijnt hij ge daan te hebben per rijwiel, dat nij van huis had meegenomen. Door den val van het rijwiel schijnt de man een zékere verstandsverbijs tering "bekomen te hebben en 'dwaalt hij nu reeds dagen door het land. Het is echter vreemd, dat men hem nog niet op het spoor is kunnen ko men. De groote angst waarin vrouw en kinderen nu alle dagen wachten op nadere berichten laat zich moeilijk be-- schrijven. De verdwenene is gemakke lijk te herkennen aan een licLeeken in het gelaat, hij heeft donker krullend haar en een bleek gezicht. Een zijner beenen is stijf. Onder den trein. In den nacht van Zondag op Maandag is een 21-jarige marinier tweede'klasse van het wachtschip „Emma" te Den Hel der, toen hij in Alkmaar zijn ver loofde bezocht had en met den laat- sten trein naar Den Helder wilde te- rugkeeren, onder den achtersten wa gen van den trein geraakt. De wie len gingen hem over het onderlichaam. De jongeman was bijna oogenblikke- lijk dood. Een dorps-„ovatie". In de provincie Drente was het oudtijds ge woonte om wanneer een paartje in on dertrouw was opgenomen, den jonge ling of het meisje, waar een der in ondertrouw staanden het laatst mee was uitgeweest, de z.g.n. „zwaore pao- len" of zwaor holt" te brengen. Dit oude gebruik is nog niet uit de mode. In het, plaatsje UfreUe ontving Zater dagnacht een der ingezetenen zulk een „ovatie". De geheele straatweg naar zijn woning lag bezaaid met stroo en vele dorpelingen moesten Zondagmor gen reeas vroeg op stap, om hun wa gens hekken, varkensbakken, kruiwa gens enz. op te halen. Het huis van' den jongeling, wiens liefje met een ander in 't huwelijksbootje zou stap pen, was als gebarricadeerd. Doodelijke val. Te Harder wijk had de 79-jarige H. F. het ongeluk van een zolder te vallen. Hij is aan de gevolgen overleden. Verdronken. Onder Loon op Zand is het lijk opgehaald van den alleen wonenden landbouwer H. K. die sinds eenige dagen vermist werd. De 20 jarige veenarbeider J. Bi. uit Hollandsche Veld, is, terugkeeren- de van de kermis te Dalen, met zijn rijwiel te water geraakt. Zijn lijk is opgehaald. Jongetje verbrand. Te Hen gelo aan den Breeden Marschweg is een vijfjarig jongetje bij een vuurtje stoken in de vlammen gevallen en ver brand. Drama. Gistermorgen zijn in een bosch in de buurt van Essen twee lijken, een van een man en een van een vrouw gevonden, beide met won den aan het hoofd. Waarschijnlijk heeft men hier met een dubbelen zelf moord te doen. Op het lijk van den man werd een briefje gevonden waarin stond, dat bei den uit nood tengevolge van werk loosheid den dood hebben gezocht. Een ommenschelijke wed strijd. Den eersten' Paaschdag, werd door een tweetal personen in een café in de Kruisstraat te Wioen- sel, een weddenschap aangegaan dat een hunner, zekere C. uit Gestel, in tien minuten tijds, 25 eieren met dop en al, benevens vijf glazen bier om door te spoelen, zou verorberen. De weddenschap werd door C. „glansrijk" gewonnen. Persoonlijke ongelukken kwamen althans tot heden niet voor. Door een sneltrein gegrepen. Gistermiddag om vier uur heeft de sneltrein StavorenSneek tusschen 'Oudega en Ijlst op een onbewaakten overweg den jongen landbouwer A. overreden. De man die met paard en wagen reed zag den trein, niet aan komen en de machinist kon niet tijdig stoppen. A. werd zeer zwaar gewond naar het St. Antoiniusziekenhuis te Sneek vervoerd. Het paard bleet on gedeerd, doch de wagen werd totaal vernield. DE ZWIJGENDE ECHTGENOOT. Het eerste v.a. d: .-.rouw die ee i zwijgenden echlgenec; heeft, moet doen, is daarvoor dankbaar te zijn. Zij voelt zich bovenmate gelukkig, want de diepste gevoelens uiten zich niet In de gedachtenwisseling met den zwijgenden echtgenoot zal zij allicht voortdurend gelijk hebben, zonder te gengesproken ie worden, laadt zij alle onrecht en alle onbillijkheden op hem. „Ja maar, jij zegt ook niets.... je denkt daten zij laat heïh alle moge lijke ongerechtigheden in het geval denken. Jij zegt naturrlijk(hij zegt niets, maar het is alsof hij het ge zegd heeft). De zegepraal van de vrouw is volmaakt, daarom valt haar de vergiffenis zoo licht, en in de wo ning van den zwijgenden echtgennoot zal harmonie zijn, dat is een uitge maakte zaak. Aan tafel hoor en de babbelende kin deren, die zooveel te vertellen hebben, nooit de strenge waarschuwing; „Kin deren,' stil zijn, wanneer vader praat". Vader praat niet, hij eet in stilte. En de kleuters vertellen, lachen, storten hun hartje uit en ze verklappen el kander hun kwajongensstreken. En't vaderlijk zwijgen wordt naar willekeur uitgelegd. „Flink zoo, Piet, zie je wel, vader is tevreden; wanneer hij mets zegt, beduidt het, dat hij tevreden is. Let eens op, Hendrik, je ziet, dat vader niets zegt, dat beteekent, dat hij' je gedrag afkeurt". En zoo komt het dat het met een zwijgenden echtgenoot wel gemakke lijk is in vrede te leven, doch dat de bewuste leiding in het gezin er door ontbreekt. RECHTZAKEN. De waarn. kantonrechter te Delft, mr. M. G. J. Bevers, heeft den student H. J. R. S. te L e i d e n veroordeeld tot f 100 boete subs. 10 dagen hechtenis wegens het met een motorrijtuig te snel rijden op den Haagweg, waar door de veiligheid en vrijheid van het verkeer voor dien weg ernstig in ge vaar werden gebracht, en bovendien tot 3 dagen hechtenis wegens het rij den zonder rijbewijs (hetgeen vroeger reeds voor 1 jaar was ingetrokken, welke termijn nog niet was verstre ken). Het besturen van motorrijtuigen is hem wederom voor een jaar verbo den. „Tin" als geneesmiddel tegen steenpuisten. Naar aanleiding van rpededeelingen in het Nederlandsch tijdschrift voor geneeskunde met betrekking tot het inwendig gebruik van tin in den vorm van tinvijlsel of tinpoeder, als genees middel tegen steenpuisten, bereikten den Gezondheidsraad mededeelingen. die aanleiding zijn, het publiek te waarschuwen tegen onoordeelkundige toepassing van dit middel. Materiaal, waarvan „tinnen" ge- bruiks- en versieringsvoorwerpen zijn vervaardigd, bevat menigmaal een hoog percentage lood. Personen, die zich met behulp van zulke voorwer pen zelf het aangeprezen middel „tin poeder" wilen verschaffen en dat, zoo als wordt voorgeschreven, op een bo terham gestrooid, opeten, kunnen op deze wijze zich een ernstige loodver- giftiging bezorgen. Indien gij van ziekten genezen wilt worden, raadpleeg dan een dokter, gebruik niet onoordeelkundig midde len, die u kunnen schaden. GEZONDHEIDSRAAD. Scheepstij dingen. HOLLAND-AMERIKA LIJN. GAASTERLAND, v.-d. N.-Pacafltc- kust ii. Rott. 5-4 te Hamburg. LEERDAM, v. Rott. n. New-Orleans, 6-4 v. Tampico. BINNENDIJK, Rott. n. New Orleans, 7-4 te Antwerpen. DRECHTDIJK, Pacifickust n. Rot terdam, 4-4 v. Cbristobal GROOTENDIJK, Pacifickust n. Rott 6-4 te Liverpool. STOOMV. MIJ. NEDERLAND. BALI (thulsr.) 614 te Havre. BENGKALIS (thulsr.) pass. 6-4 Pe- •rim. ENGGANO (uitr.) 5-4 v. Sabang. GROTIUS (th.r.) pass. 6-4 Gibraltar. KONINGIN DER NEDERLANDEN, (uitr.) 6-4 v. Algiers. SOEMBA (uitr.) 6-4 te Antwerpen. RONDO (thulsr.) p. 6 Gibraltar. PRINSES JULIANA (thuisr.) 7 van Batavia. BATJAN (thuisr.) 7 van Batavia. ENGGANO (uitr.) 5 van Sabang. KON. HOLLANDSCHE LLOYD. AMSTELLAND (thuisr.) 6-4 v. Mon tevideo. ORANIA (thuisr.) 6-4 v. Lissabon. SALLAND 6-4 v. B. Ayr es n. Rocarlc MONTFERLAND (uitr.) 6 v. Tone- riffe. ZEELANDIA (uitr.) 7 van A'dam. F.OTTERDAMSCHE LLOYD. PATRIA (uitr.) 7 van Port Said. TABANAN (uitr.) 7 van Sabang. KERTOSONO (uitr.) pass. 6 Peniche. DJAMBI (thuisr.) 7 te Marseille. GORONTALO 6-4 v. Batavia n. Rott. KAWI 7-4 v. Rott. n. Batavia en was 4 u 30 nam. in zee. TAMBORA (thuisr.) wordt 9-4 7 u V. m.i te Marseille verwacht. HOLT, AND-AFRIK A-LIJN. JAGERSFONTEIN (thuisr.) 7 v. Pt. Natal. RANDFONTEIN (uitr.) 7 v. A'dam. NIJKERK (thuisr.) p. 7 Gibraltar. HEEMSKERK 5-4 v. Rott. te Hamb. JAGERSFONTEIN 7-4 v. Port Natal n East London. NIJKERK (th.r.) pass. 7-4 Gibraltar. RANDFONTEIN 7-4 v. Amsterd. n. O.-Afrika

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 6