NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 24 MAART 1926
STATEN- GENERAAL,
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Interpellatie-Oud.
Aan de orde is de behandeling van
het verzoek van den heer Oud om ver
lof tot het richten van vragen aan den
Minister van Marine a.i. naar aanlei
ding van de ramp met den loodsschoe
ner „Terschelling II" op 25 Nov. 1925.
Het verlof wordt toegestaan. De dag
voor de interpellatie zal nader worden
bepaald.
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER stelt voor, nu het
eind vene lag over Hoofdstuk IV der
Staatsbegrooting voor 1926 is uitge
bracht, de behandeling van dat hoofd
stuk te doen volgen op die van Hoofd
stuk VI.
Conform besloten.
STAATSBEGROOTING 1926.
Hoofdstuk V. Binnenlandsche Zaken
en Landbouw.
Aan de orde is de behandeling van
Hoofdstuk V der Staatsbegrooting
voor 1926 en wel art. 1 (tractement van
den Minister).
De heer L. DE VISSER (C.P.) stelt
hij deze gelegenheid tegenover alkan
der de schrielheid van de regeering te
genover de ambtenaren en de gulhar
tigheid, waarmede de Ministerstracte-
menten zijn verhoogd. Spr. verzoekt
de Kamer deze verhooging af te stem
men en hij vraagt den Minister, of de
ze wil bevorderen, dat" de regeering
het verbroken contact hprstelt.
De heer BRAAT (PI. B.) zegt, dat het
niet gaat om de personen der minis
ters, maar deze tractementsverhoo-
ging van f 15.000 op f 16.000 is niet toe
laatbaar, vooral niet in dezen tijd.
De heer J. TER LAAN (s.d.) kan het
betoog van den heer Braat niet onder
schrijven. Het ministerschap is geen
functie, die men beloont met eenige
kwartjes of guldens per uur. Maar aan
deze zaak zit een andere kant. Onder
het vorig kabinet zijn tal van krasse
maatregelen genomen tegen het over
heidspersoneel. Daartegenover doet t
vreemd aan, dat de Ministers hun éi
gen tractement met f1000 hebben ver
hoogd. Dit wijst erop, dat binnenkort
'een algemeene salaris verhooging zal
moeten piaats hebben. In die onder
stelling zal spr. ziet tegen deze ver-
hooging niet verzetten.
De minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw, de beer KAN, zegt
dat de bedoelde maatregel is genomen
door bet vorig kabinet, in verband
met de verhooging van de tractemen-
ten der hoogere ambtenaren. Spr. zal
niet ingaan op het verbreken van het
contact met de Federatie; dit valt ge
heel buiten het bestek van deze be
grooting. Het is waarschijnlijk, dat
dit kabinet zich bij deze verbooging
der Mini^terstractementen zal neder -
leggen. (Gelach;. Spr. weet overigens
uit ervaring, dat bet ambt van Minis
ter den gebeelen persoon eischt.
De beer L. DE VISSER dient een
amendement in, om het tractement op
f 15.000 terug te brengen. Dit wordt ech
ter niet ondersteund en maakt dus
geen onderwerp van beraadslaging uit.
De beer BRAAT repliceert. De lieer
L. de Visser wil het tractement op
f 15.000 brengen. Spr. begrijpt hoe uit
kieken mond een dergelijk voorstel kan
komen. Dat bedrag is nog veel te vee'.
Art. 1 wordt op verzoek van den
beer BRAAT in stemming gebracht en
aangenomen met 78 tegen 2 stemmen,
die der beeren L. de Vissei en Braa;
Bij art. 5 (kindertoeslag aan ambte
naren) komt de beer BRAAT op tegen
dezen post. Dit doet spr. te veel den
ken aan een soort fokpremie. Dan
moest er een keuring zijn op de ambte
naren evenals bij bet vee. Spr vraagt
hoofdelijke stemming over den post.
Het art. wordt aangenomen met 79
tegen 2 stemmen, die van de heeren
Braat en Duijs, die bij vergissing te-
g";n stemde).
Bij art. 29 (subsidies aan vrijwillige
burgerwachten) verklaart de lieer Van
ZADELHOFF (S.D.) dat zijn fractie op
de bekende gronden daar weder zal
tegenstemmen.
De heer L. DE VISSER (C.P.) zal
eveneens tegen stemmen. Voor hand
having van dezen post op de begroo
ting is geen enkele reden aanwezig.
De MINISTER merkt op, dat, in
dien men deze posten miste, men een
paar millioen meer noodig zou hebben
voor politietroepen. Professionals zijn
duurder dan vrijwilligers.
Art. 29, op verzoek van den lieer L.
DE VISSER in hoofdelijke stemming
gebracht, (de beer DUIJS roept: „Een
heidsfront Braat-r-De Visser!") wordt
aangenomen met 58 tegen 23 stemmen
Bij art. 54 (Armwezen) dringt de heer
VAN DE BILT (R.K.) erop aan. dat de
Nederlandsche werkgevers geen Duit-
schers, doch Nederlanders in dienst
nemen; dan zullen minder Nederlan
ders in Duitschland hun toevlucht
moeten zoeken.
De MINISTER zal deze belangrijke
wenken ter harte nemen.
Bij art. 56 (waaronder valt een ver-
lofstractement aan het Tweede Kamer
lid Hermans, secretaris van den Ar
menraad te Maastricht a f900 ver
klaart de heer BRAAT zich hiermede
niet te kunnen vereenigen.
De heer L. DE VISSER sluit zich
hierbij aan. Deze wijze van doen acht
spr. volkomen uit den booze.Spr. beeft
er geen bezwaar tegen, dat men een
ambtenaar waarborgt, dat hij in trac
tement niet achteruitgaat, maar het
gaat niet aan een ambtenaar ook dan
verlofstractement te geven, als hij in
salaris vooruit gaat.
De MINISTER antwoordt, dat de re
geling berust op een wet van 1923,
waarin een overgangsbepaling voor
komt,volgens welke het verlofstrac
tement gehandhaafd wordt voor ka
merleden, die het reeds genoten. De
heer Hermans valt hieronder, daar hij
het reeds in 1919 genoot.
De heer L. DE VISSER repliceert.
De heer SCHAPER (s.d.) acht het
volstrekt geen kunst om bij elk artikel
een zaak te bespreken, die-niet aan de
orde is, en daarover een paar groote
woorden te uiten, die indruk maken
op de onontwikkelden. Bij de regeling
van de wet is de zaak behoorlijk na
gegaan.
De heer DE VISSER: Kom nu eens
met je diepzinnige redeneeringen.
De heer SCHAPER': Op de zaak zelf
kan ik hier natuurlijk niet ingaan.
De heer L. DE VISSER: Ah, daar
heb je hem.
De heer SCHAPER: Als de heer De
Visser een wetsonttverp indient, kan
er over gesproken worden. Aan dit ge
kwebbel hebben wij niets.
De VOORZITTER: De heer Schaper
heeft er zeker geen bezwaar tegen dit
woord te vervangen door hoogstaande
beraadslagingen? (Gelach).
De heer BRAAT vraagt hoofdelijke
stemming.
De heer SGHAPER merkt op, dat de
heer Braat daardoor nationalen tijd
verspilt, wat geld kost ten nadeele van
de arme boertjes.
De heer BRAAT: Ik vraag geen ad
vies.
De heer SCHAPER: Ik geef 't gratis.
De heer L. DE VISSER merkt op,
dat de uitkeering op de wet steunt en
er dus geen stemming over noodig is.
Het artikel wordt aangenomen met
80 tegen 1 stem.
Bij artikel 6ö (subsidies in de kosten
van werkverschaffing en steunverlee-
ning) wijst de heer SCHAPER op den
toestand in Drente. Ook van christe
lijke zijde wordt daarop opmerkzaam
gemaakt. Spr. hoopt, dat de minister
de zaak zal onder de oogen zien en dit
onmiddellijk zal doen.
De heer L. DE VISSER bespreekt
eveneens de werkloosheid in' het noor
den des lands, die een schrijnend leed
heeft in het leven geroepen. De toe
standen zijn verschrikkelijk, ook bij de
werkverschaffing. Spr. vraagt toezeg
ging van den minister, dat niet zal ge
wacht worden met het geven van ver
boogingen van de uitkeering tot het
parlementaire debat,' 'maar dat men on
middellijk hulp wil brengen.
De heer SNÖECK HENKEMANS (e.
h.) vestigt er de aandacht op, dat men
is begonnen met het graven van het
groote kanaal Buinen—Schoonoord.
Dit is geen filantropische, doch volko^
men maatschappelijke arbeid, hetgeen
wel eens over bet hoofd wordt gezien.
Spr. dringt er dan ook op aan de ar
beidsvoorwaarden zoo te regelen als
bij gewonen vrijen maatscbappelijken
arbeid.
De MINISTER merkt op, dat door
maatregelen als de heer Snoeck Hen-
kemans wil, het werk geen economi
sche werkverschaffing meer is. Dan
wordt bet werk permanent gemaakt.
Trouwens, de loonen zijn bier en daar
reeds hooger dan in het particuliere
bedrijf, wat eigenlijk niet mag. Spr. zal
de zaak nog gaarne eens onder het oog
zien.
De heer DE VISSER repliceert.
Bij art. 74 (traktementen van vaste
ambtenaren bij de directie van den
landbouw en honorarium raad-advi
seur voor landbouwaangelegenheden)
betoogt de heer LOVINK (c.h.) naar
aanleiding van het verslag van de Be
zuinigingscommissie. dat de benoe
ming van een directeur-generaal van
den landbouw geen bezuinigingskwes
tie is, doch een groot belang voor den
landbouw.
De MINISTER antwoordt, dat het
verslag is uitgebracht aan minister
De Geer, doch dat hij de zaak uit land-
bouwoogpunt zal bezien.
Bij art. 92 (rijksland- en tuinbouw-
winterscholen) bepleit de heer LEEN-
STRA (a.r.) de belangen van het lager
landbouwonderwijs. Hij dringt op uit
breiding aan.
De MINISTER zal het in overweging
nemen.
Bij art. 100 (acte van bekwaamheid
lager land- en tuinbouw onderwijs enz.
zegt de beer VAN VOORST TOT
VOORST (r.k.) het te betreuren, dat
ook deze minister 'voornemens is de
toelage voor de akten lagere land- en
tuinbouwkunde geleidelijk af te schaf
fen, terwijl er nog een tekort is aan
onderwijzers, die deze akten bezitten.
De heer WEITKAMP (c.h.) vereenigt
zich met dit betoog.
De MINISTER kan geen toezeggin
gen doen, daar deze kwesties samen
hangen met het financieel perspectief.
Bij art. 106 (vergoeding van verschil
lende kosten ten behoeve van 's rijks
dienst voor het personeel der rijksland
eu tuinbouwwinterscholen voor reizen
gedaan in het belang van den land
en tuinbouw) dringt de heer VAN
VOORST TOT VOORST aan op meer
vrijheid van beweging der consulen
ten. Het is niet in het belang van den
landbouw - als op de reiskosten wordt
besnoeid.
De minister zal zoo mogelijk hier
mee rekening houden.
De begrooting wordt tenslotte z.h.s.
goedgekeurd.
Maiinebegrooting.
Aan de orde is hoofdstuk VI der
Staatsbegrooting voor 1926.
Bij art. 16 geeft de heer J. J. C. VAN
DIJK (A.R.) uiting aan zijn ernstige
teleurstelling over de terugneming
van f2.400.000 van de begrooting dat
bestemd was voor nieuwen aanbouw
De minister zegt nog niet de gelegen
heid te hebben gehad om de urgentie
te beoordeelen van den aanbouw va-n
2 torpedoboot jagers en 1 onderzeeboot
ter vervanging van de K. I. Maar het
gaat hier eenvoudig om de vervanging
van verouderd materiaal. Spr. stelt
den minister de vraag of de minister
wenscht te beoordeelen of de conditie
der jagers en de K I vervanging noo
dig maakt; daarover zijn rapporten
aanwezig. Is over dit vraagstuk over
leg gepleegd met den minister van
koloniën en' de Indische regeering?
De MINISTER zegt, dat de kwestie
voor den heer' Van Dijk geen vraag
stuk is; maar spr. zit hier pas 14 da
gen in en moet er eerst eens rustig
studie, van' maken. Wat de heer Van
Dijk hem vroeg, zijn vraagstukken
waaromtrent spr. zich eerst moet
orienteeren. Dit zal spr. zoo spoedig
mogelijk doen. Hij zal zijn oordeel
neerleggen in een süppletoire begroo
ting, indien hij meent dat daartoe ter
men aanwezigzijn.
De begrooting vyordt in stemming
gebracht en aangenomen met 45 te
gen 23 stemmen.
Tegen: de sociaal-democraten, de
vrijzinnig-democraten en de heeren
Beumer (a.r.), L. de Visser (c.p.) en
Braat (pl. b.)
Justitie.
De begrooting van Justities die daar
na aan de orde komt wordt na een kort
debat z.h.s. aangenomen.
Uit de metaalindustrie.
De directeur-generaal van den Ar
beid heeft aan de Metaalbewerkersor-
ganistaties het volgend schrijven ge
richt:
„Aan het einde dezer maand loopen
de meeste overwerkvergunningen op
scheepsbouwwerven voor zeeschepeh
af, en ofschoon nog slechts een enkel
verzoek tot verlenging is ingekomen,
meen ik niet langer te moeten wach
ten met het vaststellen e'ener gedrags
lijn. Wij kunnen wel als zeker aanne
men, dat de werven, die overgewerkt
hebben, voornemens zijn dit, indien
mogelijk, vooreerst nog voort te zetten
Dat ik mij reeds nu met nog niet geda
ne verzoeken bezig houd, behoeft dus
niet uitgelegd te worden, als het onge
vraagd thuissturen van overwerkver-
gunningen. De bestuurders van drie
belangrijke vakhonden, met wie ik de
ze aangelegenheid, besproken heb, heb
ben dit alreeds begrepen.
De thans, heerschende omstandig
heden, waarbij ik h.et oog heb op de
algemeene, zooal niet afdoende dan
toch goed merkbare verbetering in de
metaalindustrie,, op de verminderde
valuta-concurrentie van Duitschland
en voorts op loonen en arbeidsduur in
Engeland en op de werktijden te Am
sterdam en Vlissingen, hebben mij de
overtuiging gegeven, dat er geen vol
doende motieven meer bestaan om do
afwijkingen van den normalen arbeids
duur onverminderd te doen voortdu
ren. Zoowel in het belang van de on
dernemingen, die in hoofdzaak op
drachten van langen duur onderhan
den hebben, als in het belang der ar
beiders, die bij een plotselingen terug
gang tot 48 uur hun inkomen belang
rijk zouden zien verminderen (ik
acht het niet denkbaar, dat een werk
tijdvermindering met 10 pet. door een,
evenredige loonsverhooging zal wor
den gecompenseerd) ben. ik voorne
mens te bevorderen, dat op de werven
voor zeescheepsbouw van 1 April tot
1 Juli ten hoogste 52 uren per week
zal worden gewerkt (bij voorkeur eén
dag van 8Vu en vier dagen van 9H uur
en Zaterdags 5uur) en dat na 1 Juli
weder 1 uur wordt ingekort, dus nog
op drie dagen epn uur wordt overge
werkt.
Wenscht u met mij nog over deze
zaak te overleggen, dan is groote spoed
aanbevolen".
In ongelijke positie.
Voor de voorziening in de behoeften
der arbeidsmarkt van Duitschland en
Nederland, aldus de „Tel.", moest de
afschaffing van het pasvisum in het
verkeer tusschen die beide landen wel
een feit van beteekenis worden. De
meerdere bewegingsvrijheid, vanzelf
sprekend gevolg van het verdwijnen
van het visum, leidde tot verscherpte
concurrentie tusschen de werknemers
ven beiderlei nationaliteit. Doch Je-
vens en wellicht is dat bij het voor
bereiden der afschaffing te weinig in
het oog gehouden ontstond er tus
schen beide landen een ongelijkheid
van positie, ten nadeele van Neder
land.
Bij het beoordeelen der vraag, of toe
lating van een Nederlandsche werkne
mer in Duitschland, dan wel van een
Duitsch arbeider in het onze, geen be
zwaar voor de nationale arbeidsmarkt
zou opleveren, hadden twee organen
een functie te vervullen; het passenbu-
reau, dat het visum verleende, en de
arbeidsbeurs, die daarbij van advies
diende. Doch en daarin schuilt de
oorzaak der huidige ongelijkheid in
Duitschland zijn deze beide functies
gescheiden, in Nederland daarentegen
gekoppeld. Toen dus het pasvisum
werd afgeschaft ontviel daarmee aan
ons land elke mogelijkheid tot wering
van den aanvoer van Duitsche werk
nemers. Immers met het visum ver
dween de adviseerende controle van
de arbeidsbeurzen.
Anders in Duitschland. Daar bleef,
ook na de verdwijning van het pasvi
sum, het „Arbeitsamt" zijn taak ver
vullen: het geven van verklaringen,
waarin wordt vermeld, of toelating
van een Nederlandschen arbeider ge
zien den stand der Duitsche arbeids
markt aT dan niet aanbeveling ver
dient. Terwijl ons land dus met een
dubbelen slagboam werkte, waarvan
automatisch de eene verviel, toen de
andere het visum werd opgehe
ven, hield Duitschland in den vorm
der controle door de arbeidsbeurzen
ook na afschaffing van het' visum nog
een slagboom over.
De ongelijkheid, zoodoende ont
staan, is tevens een onbillijkheid, die
men zou kunnen opheffen langs twee
ërlei weg. Allereerst zou Nederland
den Duitschen weg kunnen volgen,
door ook zijnerzijds een adviseerende
controle aan de arbeidsbeurzen op te
dragen, en het van het oordeel dézer
organen afhankelijk te stellen, of een
Duitsch arbeider in Nederland te werk
mag worden gesteld. Gingen wij thans
tot invoering van zulk een controle
over, zij zou in Wezen niet anders zijn
dan een repressaillemaatregel tegen
Duitschland, die slechts bij gebleken
noodzakelijkheid overweging kan ver
dienen.
Juister ware het volgen van een an
deren weg: het op wederkeerigheid
gronden van Duitsch 1. eischen. dat de
daar nog bestaande arbeidscontrole
wordt opgeheven. Mocht blijken, dat
onderhandelingen daarover geen uit
zicht op succes leveren, dan kan in
dien de huidige ongelijkheid zich zoo
zeer doet gevoelen, dat een krachtiger
middel er door wordt gerechtvaardigd
het invoeren van een tegenmaatre
gel, die beide landen in evenwichtige
positie brengt, aanbeveling verdienen.
Al was het sléchts om het buitenland
er aan te herineren, dat Nederland
zich niet altijd 'n mider gunstige be
handeling wil laten welgevallen, dan
die welke hetzelf vreemden biedt.
Bouw van arbeiderswoningen.
Het Tijdschrift voor Volkshuisves
ting, orgaan van het Ned. Instituut
voor volkshuisvesting en stedebouw
en den Nat. Woningraad, meldt:
Op de a.s. jaarvergadering van het
Insiituut zal de vraag besproken wor
den
Is het wenschelijk en mogelijk een
regelmatige productie van arbeiders
woningen overeenkomstig de behoefte
in de naaste toekomst te verzekeren?
Zoo ja, welke middelen moeten dan
worden aangewend om dit doel te be
reiken?. Moet te dezen onderscheid
worden gemaakt tusschen groote ste
den, kleine stéden en landelijke ge
meenten?
In het bijzonder zullen de volgende
vragen onder de oogen zijn te zien.
1. Is het mogelijk met eenige mate
van zekerheid de behoefte vast te stel
len? Zoo ja, langs welken weg? (Het
is niet de bedoeling in besprekingen
te treden over .de methode Halle).
2. Is het mogelijk te bevorderen, dat
de productie plaats heeft min of meer
volgens een vooraf vastgesteld pro
gramma
3. Door wie en op welke wijze zullen
de woningen worden gebouwd? Moet
te dezen verschil worden gemaakt
naar gelang van:
a. de verschillende huur-groepen?
b. den aard en de grootte der ge
meenten (b.v. industrie, landbouw;
stedelijk-landelijk).
De vergadering zal waarschijnlijk
einde Mei worden gehouden.
GEMENGD NIEUWS.
De loodsschoener van Terschelling.
Men meldt" van Terschelling:
Dezer dagen hebben eenige .ieden
van een commissie, ingesteld "door de
Vereen, van Gezagvoerders en Stuur
lieden ter Koopvaardij, de Vereen, van
Technici op Scheepvaartgebied en de
Vereen, voor de Zeevaart om gegevens
te verzamelen in verband met het op
25 November j.l. vergaan van den
loodsschoener van Terschelling, een
bezoek aan het eiland gebracht. Hier
hebben zij met een aantal personen,
die inlichtingen kunnen verschaffen
over den toestand van den loodsschoe
ner voor zijn laatste reis en over de
vermoedelijke plaats, waar het schip
gezonken is, gesproken.
Volgens de verkregen inlichting zou
de loodsschoener gezonken zijn op het
Bornrif of op de Gronden van Ter
schelling, in ieder geval niet ver van
het eiland Terschelling. De eerste
plaats is waarschijnlijker in verband
met de punten, waar wrakstukken en
voorwerpen, tpebehoorende 'aan de 13
opvarenden, zijn aangespoeld. Verder
vernemen wij, dat de Marine-autori
teiten besloten hebben een onderzoek
te doen instellen om te trachten het
wrak te vinden.
Op het eiland wordt betreurd, dat
dit onderzoek niet onmiddellijk na de
ramp heeft plaats gehad, omdat men
vreest, dat het wrak thans na bijna
vier maanden gedeeltelijk onder "het
zand zal zijn geraakt.
Inbraak in een stations
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag is ingebroken in de stationsres
tauratie van Maastricht. Men heeft
kans gezien door het breken van een
ruit den sleutel om te draaien. De in
breker^) hebben zich te goed gedaan
aan de cro.queitjes, vla's, chocolade,
enz., die zich in het buffet bevonden
en zijn met een buit aan sigaren en
sigaretten vertrokken.
Bevreemdendis, dat zij een zilver
kast in de huiskamer van den res
taurateur onaangeroerd hebben gela
ten, evenals een kistje met geld, dat
daar op een tafel stond.
Onder den tr ein. Nabij Keu
len heeft een D-trein een rijtuig over
reden, waarbij twee personen gedood
werden en een ander levensgevaarlijke
verwondingen opliep.
Branden te Bristol. Te
Bristol hebben gelijktijdig twee ern
stige branden gewoed. Het Kings Ci-
neniatheatee is geheei afgebrand en
bij een brand in een groote f abrieek
van autobanden gingen duizend ton
gummibanden verloren.
G e v a ar 1 ij k j a g e n. Bij een
jachtpartij is mevrouw Mason gevallen
en heeft haar nek gebroken. Dat is
het derde doodelijk ongeval, dit jaar
aan een Engelscrie vrouw op jacht
overkomen. Bovendien hebben nog 4
dames dit jaar bij de jacht ernstige
kwetsuren opgeloopen.
Baas boven baas. „Wat doet
jou man voor den kost
„Hij verkoopt toeters als het Ko
ninginnedag is; en wat doet de jouwe?
„O, die verkoopt, roetglaasjes als.
het zonsverduistering is".
Ernstige val. Gisterochtend
vroeg kwam op den Rijksstraatweg
te Wassenaar de 25-jarige J. S. uit
Montfoort te vallen, doordat zijn mo
torrijwiel stipte. Hij bekwam een her
senschudding en werd door den G.
G. D. naar het Gemeen"te-Ziekenhuis
overgebracht.
Verdronken. Te Acht wist
de 67-jarige landbouwer J. R., die
sinds eenigen tijd malende was, aan
de bewaking te ontsnappen. Nadat
zijn afwezigheid bemerkt was, toog
men op onderzoek uit. In „de Wete
ring," dicht bij de woning werd Rv
gevonden. De levensgeesten waren nog
wel niet geweken, doch pogingen om<
hem tot het bewustzijn terug, te roe
pen, mochten niet meer baten.
Overrede n en gedood. Gis
teren is de 12-jarige leerling van de
R.-K. M.U.L.O., J. Wi., op den Hom-,
Snelschenweg te Arnhem met zijn fiets
tegen een gemeentelijke autobus aan
gereden. Hii 'kwam te vallen en werd
door de bus overreden zoodat de dood:
onmiddellijk intrad.
Doodelijke val. Te Heeren
veen is de 17-jarige Annekloo, zon
der dat iemand het bemerkt heeft,
bij de kajuitstrap van een stoomboot
neergevallen en zoo ernstig gewond,
dat hij na eenigen tijd overleed. Men
vond hem in de kajuitskooi, waarheen
hii zich waarschijnlijk nog heelt kun
nen begeven.
- De 63-iariffe mej. M. is in haar
woning in de Willem de Clercstraat
te Enschede, toen zij zich naar bed wil
de begeven, van de tr^p gevallen, en
zoo ongelukkig terecht gekomen, dat
zij een schedelbreuk bekwam. Zij is
aan de gevolgen, overleden.
Tjalk vermist. De te Gro
ningen thuisbehoorende zeetjalk „Pool
ster" kapitein De Groot, welke voor
6 k 7 weken geleden van de Ylie-
réede vertrokken is, met bestemming
haar Cuxhaven, is nog niet op de:
plaats van bestemming aangekomen.
Dit lange uitblijven wekt bij de fa-,
miliebetrekkingeu groote ongerustheid'
Slordig beheer. De-boek
houder W. B. van de gasfabriek te
Barneveld, heeft, zooals men weet, on
geveer een halt ïaar geleden, zelfmoord
gepleegd. Zijn kas was niet in orde.
Uit het daarna ingesteld accountants
onderzoek is gebleken dat in ruim acht
jaar geen contröle is uitgeoefend; diat
geen kasboek over die jaren is te vin
den; dat in 1925 ruim 'f 17.000 meer
iS' uitgegeven dan ontvangen hoe,
kan niet worden nagegaan, enz. en*.
In den Gemeenteraad zijn de des
betreffende rapporten, na uitvoerige
bespreking, goedgekeurd.
Verdronken. Gistermiddag te
ongeveer 6 uur voer op de Gouwe te
.Wadclinxveen de schipper D. Broer
uit Gouda, daar met zijln vedlschip in
de richting Gouda, toen door ien he-
vigen wind het scheepje opgenomen
werd en het verdween in de diepte.
Een neef an den schipper Broer, die
zich aan boord van het zeilschip be
vond, sprang tijdig van het schip over
op het motorschip. De schipper ztilf
verdronk.
Laffe wraak. Door fot nog
toe onbekenden zijn twee drinkwater
putten op de hofstede van den land
bouwer B. te Vrouwepolder (Z.) ver
ontreinigd, door er een naar teer rie
kende vloeistof in te storten. Men
denkt aan wraakneming. De politie
stelt een onderzoek in.
Scheepstij dingen.
HOLLAND-AMERIKA UJN.
GROOTENDIJK, van San Franodsco
naar Rotterdam, 20 Mrt van Cristobal
LEERDAM, van Rotterdam naar New
Orleans, 22 Mrt. te Havana.
DRECHTDIJK, van Vancouver naar
Rotterdam, 21 Mrt te Los Angeles.
NIEUW AMSTERDAM, van If. Jork
naar Rotterdam, 22 Mrt. v. Plymouth.
STOOMV. MIJ. NEDERLAND.
BINT AN G, uitreis, 2 3 Mrt. te Port
Saki.
J. P. COEN, thuisreis, aa Mil van
Algiers.
KARIMOEN, thuisreis, pass. Mrt,
Gibraltar.
ROTTI, uitreis, pass. aa Mrt. Qus»
sant.
JOHAN DE WITT, uitreis, pas», ai
Mrt. Gibraltar.
RONDO, thuisreis, pass. 22 Mrt Pl»
rim.
KON. HOLLANDSCHE LLOYD.
DRECHTERL&ND, 21 Mrt. van B.
Ayres naar Rotterdam.
MAASLAND, thuisreis, pass. 22 Mrt
üuessant.
ORANIA, thuisreis, 2 Mrt van San
tos.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
TOSARIO, uitreis, pass. 22 Mr. Ou-
RLNDJANL uitreis, pass. 23 Maart
Finisterre. J
HOLLAND-ATRIKA-UJN.
TOBA, thuisreis, 22 Mrt. van Kaap
stad.
KLIPFONTEIN, thuisreis, 22 Mrt V.
Mozambique.
SALABANGKA, uitreis, pass. 22 Mrt
Perim.