NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 24 MAART 1926 STATEN- GENERAAL, TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Interpellatie-Oud. Aan de orde is de behandeling van het verzoek van den heer Oud om ver lof tot het richten van vragen aan den Minister van Marine a.i. naar aanlei ding van de ramp met den loodsschoe ner „Terschelling II" op 25 Nov. 1925. Het verlof wordt toegestaan. De dag voor de interpellatie zal nader worden bepaald. Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER stelt voor, nu het eind vene lag over Hoofdstuk IV der Staatsbegrooting voor 1926 is uitge bracht, de behandeling van dat hoofd stuk te doen volgen op die van Hoofd stuk VI. Conform besloten. STAATSBEGROOTING 1926. Hoofdstuk V. Binnenlandsche Zaken en Landbouw. Aan de orde is de behandeling van Hoofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1926 en wel art. 1 (tractement van den Minister). De heer L. DE VISSER (C.P.) stelt hij deze gelegenheid tegenover alkan der de schrielheid van de regeering te genover de ambtenaren en de gulhar tigheid, waarmede de Ministerstracte- menten zijn verhoogd. Spr. verzoekt de Kamer deze verhooging af te stem men en hij vraagt den Minister, of de ze wil bevorderen, dat" de regeering het verbroken contact hprstelt. De heer BRAAT (PI. B.) zegt, dat het niet gaat om de personen der minis ters, maar deze tractementsverhoo- ging van f 15.000 op f 16.000 is niet toe laatbaar, vooral niet in dezen tijd. De heer J. TER LAAN (s.d.) kan het betoog van den heer Braat niet onder schrijven. Het ministerschap is geen functie, die men beloont met eenige kwartjes of guldens per uur. Maar aan deze zaak zit een andere kant. Onder het vorig kabinet zijn tal van krasse maatregelen genomen tegen het over heidspersoneel. Daartegenover doet t vreemd aan, dat de Ministers hun éi gen tractement met f1000 hebben ver hoogd. Dit wijst erop, dat binnenkort 'een algemeene salaris verhooging zal moeten piaats hebben. In die onder stelling zal spr. ziet tegen deze ver- hooging niet verzetten. De minister van Binnenlandsche Za ken en Landbouw, de beer KAN, zegt dat de bedoelde maatregel is genomen door bet vorig kabinet, in verband met de verhooging van de tractemen- ten der hoogere ambtenaren. Spr. zal niet ingaan op het verbreken van het contact met de Federatie; dit valt ge heel buiten het bestek van deze be grooting. Het is waarschijnlijk, dat dit kabinet zich bij deze verbooging der Mini^terstractementen zal neder - leggen. (Gelach;. Spr. weet overigens uit ervaring, dat bet ambt van Minis ter den gebeelen persoon eischt. De beer L. DE VISSER dient een amendement in, om het tractement op f 15.000 terug te brengen. Dit wordt ech ter niet ondersteund en maakt dus geen onderwerp van beraadslaging uit. De beer BRAAT repliceert. De lieer L. de Visser wil het tractement op f 15.000 brengen. Spr. begrijpt hoe uit kieken mond een dergelijk voorstel kan komen. Dat bedrag is nog veel te vee'. Art. 1 wordt op verzoek van den beer BRAAT in stemming gebracht en aangenomen met 78 tegen 2 stemmen, die der beeren L. de Vissei en Braa; Bij art. 5 (kindertoeslag aan ambte naren) komt de beer BRAAT op tegen dezen post. Dit doet spr. te veel den ken aan een soort fokpremie. Dan moest er een keuring zijn op de ambte naren evenals bij bet vee. Spr vraagt hoofdelijke stemming over den post. Het art. wordt aangenomen met 79 tegen 2 stemmen, die van de heeren Braat en Duijs, die bij vergissing te- g";n stemde). Bij art. 29 (subsidies aan vrijwillige burgerwachten) verklaart de lieer Van ZADELHOFF (S.D.) dat zijn fractie op de bekende gronden daar weder zal tegenstemmen. De heer L. DE VISSER (C.P.) zal eveneens tegen stemmen. Voor hand having van dezen post op de begroo ting is geen enkele reden aanwezig. De MINISTER merkt op, dat, in dien men deze posten miste, men een paar millioen meer noodig zou hebben voor politietroepen. Professionals zijn duurder dan vrijwilligers. Art. 29, op verzoek van den lieer L. DE VISSER in hoofdelijke stemming gebracht, (de beer DUIJS roept: „Een heidsfront Braat-r-De Visser!") wordt aangenomen met 58 tegen 23 stemmen Bij art. 54 (Armwezen) dringt de heer VAN DE BILT (R.K.) erop aan. dat de Nederlandsche werkgevers geen Duit- schers, doch Nederlanders in dienst nemen; dan zullen minder Nederlan ders in Duitschland hun toevlucht moeten zoeken. De MINISTER zal deze belangrijke wenken ter harte nemen. Bij art. 56 (waaronder valt een ver- lofstractement aan het Tweede Kamer lid Hermans, secretaris van den Ar menraad te Maastricht a f900 ver klaart de heer BRAAT zich hiermede niet te kunnen vereenigen. De heer L. DE VISSER sluit zich hierbij aan. Deze wijze van doen acht spr. volkomen uit den booze.Spr. beeft er geen bezwaar tegen, dat men een ambtenaar waarborgt, dat hij in trac tement niet achteruitgaat, maar het gaat niet aan een ambtenaar ook dan verlofstractement te geven, als hij in salaris vooruit gaat. De MINISTER antwoordt, dat de re geling berust op een wet van 1923, waarin een overgangsbepaling voor komt,volgens welke het verlofstrac tement gehandhaafd wordt voor ka merleden, die het reeds genoten. De heer Hermans valt hieronder, daar hij het reeds in 1919 genoot. De heer L. DE VISSER repliceert. De heer SCHAPER (s.d.) acht het volstrekt geen kunst om bij elk artikel een zaak te bespreken, die-niet aan de orde is, en daarover een paar groote woorden te uiten, die indruk maken op de onontwikkelden. Bij de regeling van de wet is de zaak behoorlijk na gegaan. De heer DE VISSER: Kom nu eens met je diepzinnige redeneeringen. De heer SCHAPER': Op de zaak zelf kan ik hier natuurlijk niet ingaan. De heer L. DE VISSER: Ah, daar heb je hem. De heer SCHAPER: Als de heer De Visser een wetsonttverp indient, kan er over gesproken worden. Aan dit ge kwebbel hebben wij niets. De VOORZITTER: De heer Schaper heeft er zeker geen bezwaar tegen dit woord te vervangen door hoogstaande beraadslagingen? (Gelach). De heer BRAAT vraagt hoofdelijke stemming. De heer SGHAPER merkt op, dat de heer Braat daardoor nationalen tijd verspilt, wat geld kost ten nadeele van de arme boertjes. De heer BRAAT: Ik vraag geen ad vies. De heer SCHAPER: Ik geef 't gratis. De heer L. DE VISSER merkt op, dat de uitkeering op de wet steunt en er dus geen stemming over noodig is. Het artikel wordt aangenomen met 80 tegen 1 stem. Bij artikel 6ö (subsidies in de kosten van werkverschaffing en steunverlee- ning) wijst de heer SCHAPER op den toestand in Drente. Ook van christe lijke zijde wordt daarop opmerkzaam gemaakt. Spr. hoopt, dat de minister de zaak zal onder de oogen zien en dit onmiddellijk zal doen. De heer L. DE VISSER bespreekt eveneens de werkloosheid in' het noor den des lands, die een schrijnend leed heeft in het leven geroepen. De toe standen zijn verschrikkelijk, ook bij de werkverschaffing. Spr. vraagt toezeg ging van den minister, dat niet zal ge wacht worden met het geven van ver boogingen van de uitkeering tot het parlementaire debat,' 'maar dat men on middellijk hulp wil brengen. De heer SNÖECK HENKEMANS (e. h.) vestigt er de aandacht op, dat men is begonnen met het graven van het groote kanaal Buinen—Schoonoord. Dit is geen filantropische, doch volko^ men maatschappelijke arbeid, hetgeen wel eens over bet hoofd wordt gezien. Spr. dringt er dan ook op aan de ar beidsvoorwaarden zoo te regelen als bij gewonen vrijen maatscbappelijken arbeid. De MINISTER merkt op, dat door maatregelen als de heer Snoeck Hen- kemans wil, het werk geen economi sche werkverschaffing meer is. Dan wordt bet werk permanent gemaakt. Trouwens, de loonen zijn bier en daar reeds hooger dan in het particuliere bedrijf, wat eigenlijk niet mag. Spr. zal de zaak nog gaarne eens onder het oog zien. De heer DE VISSER repliceert. Bij art. 74 (traktementen van vaste ambtenaren bij de directie van den landbouw en honorarium raad-advi seur voor landbouwaangelegenheden) betoogt de heer LOVINK (c.h.) naar aanleiding van het verslag van de Be zuinigingscommissie. dat de benoe ming van een directeur-generaal van den landbouw geen bezuinigingskwes tie is, doch een groot belang voor den landbouw. De MINISTER antwoordt, dat het verslag is uitgebracht aan minister De Geer, doch dat hij de zaak uit land- bouwoogpunt zal bezien. Bij art. 92 (rijksland- en tuinbouw- winterscholen) bepleit de heer LEEN- STRA (a.r.) de belangen van het lager landbouwonderwijs. Hij dringt op uit breiding aan. De MINISTER zal het in overweging nemen. Bij art. 100 (acte van bekwaamheid lager land- en tuinbouw onderwijs enz. zegt de beer VAN VOORST TOT VOORST (r.k.) het te betreuren, dat ook deze minister 'voornemens is de toelage voor de akten lagere land- en tuinbouwkunde geleidelijk af te schaf fen, terwijl er nog een tekort is aan onderwijzers, die deze akten bezitten. De heer WEITKAMP (c.h.) vereenigt zich met dit betoog. De MINISTER kan geen toezeggin gen doen, daar deze kwesties samen hangen met het financieel perspectief. Bij art. 106 (vergoeding van verschil lende kosten ten behoeve van 's rijks dienst voor het personeel der rijksland eu tuinbouwwinterscholen voor reizen gedaan in het belang van den land en tuinbouw) dringt de heer VAN VOORST TOT VOORST aan op meer vrijheid van beweging der consulen ten. Het is niet in het belang van den landbouw - als op de reiskosten wordt besnoeid. De minister zal zoo mogelijk hier mee rekening houden. De begrooting wordt tenslotte z.h.s. goedgekeurd. Maiinebegrooting. Aan de orde is hoofdstuk VI der Staatsbegrooting voor 1926. Bij art. 16 geeft de heer J. J. C. VAN DIJK (A.R.) uiting aan zijn ernstige teleurstelling over de terugneming van f2.400.000 van de begrooting dat bestemd was voor nieuwen aanbouw De minister zegt nog niet de gelegen heid te hebben gehad om de urgentie te beoordeelen van den aanbouw va-n 2 torpedoboot jagers en 1 onderzeeboot ter vervanging van de K. I. Maar het gaat hier eenvoudig om de vervanging van verouderd materiaal. Spr. stelt den minister de vraag of de minister wenscht te beoordeelen of de conditie der jagers en de K I vervanging noo dig maakt; daarover zijn rapporten aanwezig. Is over dit vraagstuk over leg gepleegd met den minister van koloniën en' de Indische regeering? De MINISTER zegt, dat de kwestie voor den heer' Van Dijk geen vraag stuk is; maar spr. zit hier pas 14 da gen in en moet er eerst eens rustig studie, van' maken. Wat de heer Van Dijk hem vroeg, zijn vraagstukken waaromtrent spr. zich eerst moet orienteeren. Dit zal spr. zoo spoedig mogelijk doen. Hij zal zijn oordeel neerleggen in een süppletoire begroo ting, indien hij meent dat daartoe ter men aanwezigzijn. De begrooting vyordt in stemming gebracht en aangenomen met 45 te gen 23 stemmen. Tegen: de sociaal-democraten, de vrijzinnig-democraten en de heeren Beumer (a.r.), L. de Visser (c.p.) en Braat (pl. b.) Justitie. De begrooting van Justities die daar na aan de orde komt wordt na een kort debat z.h.s. aangenomen. Uit de metaalindustrie. De directeur-generaal van den Ar beid heeft aan de Metaalbewerkersor- ganistaties het volgend schrijven ge richt: „Aan het einde dezer maand loopen de meeste overwerkvergunningen op scheepsbouwwerven voor zeeschepeh af, en ofschoon nog slechts een enkel verzoek tot verlenging is ingekomen, meen ik niet langer te moeten wach ten met het vaststellen e'ener gedrags lijn. Wij kunnen wel als zeker aanne men, dat de werven, die overgewerkt hebben, voornemens zijn dit, indien mogelijk, vooreerst nog voort te zetten Dat ik mij reeds nu met nog niet geda ne verzoeken bezig houd, behoeft dus niet uitgelegd te worden, als het onge vraagd thuissturen van overwerkver- gunningen. De bestuurders van drie belangrijke vakhonden, met wie ik de ze aangelegenheid, besproken heb, heb ben dit alreeds begrepen. De thans, heerschende omstandig heden, waarbij ik h.et oog heb op de algemeene, zooal niet afdoende dan toch goed merkbare verbetering in de metaalindustrie,, op de verminderde valuta-concurrentie van Duitschland en voorts op loonen en arbeidsduur in Engeland en op de werktijden te Am sterdam en Vlissingen, hebben mij de overtuiging gegeven, dat er geen vol doende motieven meer bestaan om do afwijkingen van den normalen arbeids duur onverminderd te doen voortdu ren. Zoowel in het belang van de on dernemingen, die in hoofdzaak op drachten van langen duur onderhan den hebben, als in het belang der ar beiders, die bij een plotselingen terug gang tot 48 uur hun inkomen belang rijk zouden zien verminderen (ik acht het niet denkbaar, dat een werk tijdvermindering met 10 pet. door een, evenredige loonsverhooging zal wor den gecompenseerd) ben. ik voorne mens te bevorderen, dat op de werven voor zeescheepsbouw van 1 April tot 1 Juli ten hoogste 52 uren per week zal worden gewerkt (bij voorkeur eén dag van 8Vu en vier dagen van 9H uur en Zaterdags 5uur) en dat na 1 Juli weder 1 uur wordt ingekort, dus nog op drie dagen epn uur wordt overge werkt. Wenscht u met mij nog over deze zaak te overleggen, dan is groote spoed aanbevolen". In ongelijke positie. Voor de voorziening in de behoeften der arbeidsmarkt van Duitschland en Nederland, aldus de „Tel.", moest de afschaffing van het pasvisum in het verkeer tusschen die beide landen wel een feit van beteekenis worden. De meerdere bewegingsvrijheid, vanzelf sprekend gevolg van het verdwijnen van het visum, leidde tot verscherpte concurrentie tusschen de werknemers ven beiderlei nationaliteit. Doch Je- vens en wellicht is dat bij het voor bereiden der afschaffing te weinig in het oog gehouden ontstond er tus schen beide landen een ongelijkheid van positie, ten nadeele van Neder land. Bij het beoordeelen der vraag, of toe lating van een Nederlandsche werkne mer in Duitschland, dan wel van een Duitsch arbeider in het onze, geen be zwaar voor de nationale arbeidsmarkt zou opleveren, hadden twee organen een functie te vervullen; het passenbu- reau, dat het visum verleende, en de arbeidsbeurs, die daarbij van advies diende. Doch en daarin schuilt de oorzaak der huidige ongelijkheid in Duitschland zijn deze beide functies gescheiden, in Nederland daarentegen gekoppeld. Toen dus het pasvisum werd afgeschaft ontviel daarmee aan ons land elke mogelijkheid tot wering van den aanvoer van Duitsche werk nemers. Immers met het visum ver dween de adviseerende controle van de arbeidsbeurzen. Anders in Duitschland. Daar bleef, ook na de verdwijning van het pasvi sum, het „Arbeitsamt" zijn taak ver vullen: het geven van verklaringen, waarin wordt vermeld, of toelating van een Nederlandschen arbeider ge zien den stand der Duitsche arbeids markt aT dan niet aanbeveling ver dient. Terwijl ons land dus met een dubbelen slagboam werkte, waarvan automatisch de eene verviel, toen de andere het visum werd opgehe ven, hield Duitschland in den vorm der controle door de arbeidsbeurzen ook na afschaffing van het' visum nog een slagboom over. De ongelijkheid, zoodoende ont staan, is tevens een onbillijkheid, die men zou kunnen opheffen langs twee ërlei weg. Allereerst zou Nederland den Duitschen weg kunnen volgen, door ook zijnerzijds een adviseerende controle aan de arbeidsbeurzen op te dragen, en het van het oordeel dézer organen afhankelijk te stellen, of een Duitsch arbeider in Nederland te werk mag worden gesteld. Gingen wij thans tot invoering van zulk een controle over, zij zou in Wezen niet anders zijn dan een repressaillemaatregel tegen Duitschland, die slechts bij gebleken noodzakelijkheid overweging kan ver dienen. Juister ware het volgen van een an deren weg: het op wederkeerigheid gronden van Duitsch 1. eischen. dat de daar nog bestaande arbeidscontrole wordt opgeheven. Mocht blijken, dat onderhandelingen daarover geen uit zicht op succes leveren, dan kan in dien de huidige ongelijkheid zich zoo zeer doet gevoelen, dat een krachtiger middel er door wordt gerechtvaardigd het invoeren van een tegenmaatre gel, die beide landen in evenwichtige positie brengt, aanbeveling verdienen. Al was het sléchts om het buitenland er aan te herineren, dat Nederland zich niet altijd 'n mider gunstige be handeling wil laten welgevallen, dan die welke hetzelf vreemden biedt. Bouw van arbeiderswoningen. Het Tijdschrift voor Volkshuisves ting, orgaan van het Ned. Instituut voor volkshuisvesting en stedebouw en den Nat. Woningraad, meldt: Op de a.s. jaarvergadering van het Insiituut zal de vraag besproken wor den Is het wenschelijk en mogelijk een regelmatige productie van arbeiders woningen overeenkomstig de behoefte in de naaste toekomst te verzekeren? Zoo ja, welke middelen moeten dan worden aangewend om dit doel te be reiken?. Moet te dezen onderscheid worden gemaakt tusschen groote ste den, kleine stéden en landelijke ge meenten? In het bijzonder zullen de volgende vragen onder de oogen zijn te zien. 1. Is het mogelijk met eenige mate van zekerheid de behoefte vast te stel len? Zoo ja, langs welken weg? (Het is niet de bedoeling in besprekingen te treden over .de methode Halle). 2. Is het mogelijk te bevorderen, dat de productie plaats heeft min of meer volgens een vooraf vastgesteld pro gramma 3. Door wie en op welke wijze zullen de woningen worden gebouwd? Moet te dezen verschil worden gemaakt naar gelang van: a. de verschillende huur-groepen? b. den aard en de grootte der ge meenten (b.v. industrie, landbouw; stedelijk-landelijk). De vergadering zal waarschijnlijk einde Mei worden gehouden. GEMENGD NIEUWS. De loodsschoener van Terschelling. Men meldt" van Terschelling: Dezer dagen hebben eenige .ieden van een commissie, ingesteld "door de Vereen, van Gezagvoerders en Stuur lieden ter Koopvaardij, de Vereen, van Technici op Scheepvaartgebied en de Vereen, voor de Zeevaart om gegevens te verzamelen in verband met het op 25 November j.l. vergaan van den loodsschoener van Terschelling, een bezoek aan het eiland gebracht. Hier hebben zij met een aantal personen, die inlichtingen kunnen verschaffen over den toestand van den loodsschoe ner voor zijn laatste reis en over de vermoedelijke plaats, waar het schip gezonken is, gesproken. Volgens de verkregen inlichting zou de loodsschoener gezonken zijn op het Bornrif of op de Gronden van Ter schelling, in ieder geval niet ver van het eiland Terschelling. De eerste plaats is waarschijnlijker in verband met de punten, waar wrakstukken en voorwerpen, tpebehoorende 'aan de 13 opvarenden, zijn aangespoeld. Verder vernemen wij, dat de Marine-autori teiten besloten hebben een onderzoek te doen instellen om te trachten het wrak te vinden. Op het eiland wordt betreurd, dat dit onderzoek niet onmiddellijk na de ramp heeft plaats gehad, omdat men vreest, dat het wrak thans na bijna vier maanden gedeeltelijk onder "het zand zal zijn geraakt. Inbraak in een stations In den nacht van Zaterdag op Zon dag is ingebroken in de stationsres tauratie van Maastricht. Men heeft kans gezien door het breken van een ruit den sleutel om te draaien. De in breker^) hebben zich te goed gedaan aan de cro.queitjes, vla's, chocolade, enz., die zich in het buffet bevonden en zijn met een buit aan sigaren en sigaretten vertrokken. Bevreemdendis, dat zij een zilver kast in de huiskamer van den res taurateur onaangeroerd hebben gela ten, evenals een kistje met geld, dat daar op een tafel stond. Onder den tr ein. Nabij Keu len heeft een D-trein een rijtuig over reden, waarbij twee personen gedood werden en een ander levensgevaarlijke verwondingen opliep. Branden te Bristol. Te Bristol hebben gelijktijdig twee ern stige branden gewoed. Het Kings Ci- neniatheatee is geheei afgebrand en bij een brand in een groote f abrieek van autobanden gingen duizend ton gummibanden verloren. G e v a ar 1 ij k j a g e n. Bij een jachtpartij is mevrouw Mason gevallen en heeft haar nek gebroken. Dat is het derde doodelijk ongeval, dit jaar aan een Engelscrie vrouw op jacht overkomen. Bovendien hebben nog 4 dames dit jaar bij de jacht ernstige kwetsuren opgeloopen. Baas boven baas. „Wat doet jou man voor den kost „Hij verkoopt toeters als het Ko ninginnedag is; en wat doet de jouwe? „O, die verkoopt, roetglaasjes als. het zonsverduistering is". Ernstige val. Gisterochtend vroeg kwam op den Rijksstraatweg te Wassenaar de 25-jarige J. S. uit Montfoort te vallen, doordat zijn mo torrijwiel stipte. Hij bekwam een her senschudding en werd door den G. G. D. naar het Gemeen"te-Ziekenhuis overgebracht. Verdronken. Te Acht wist de 67-jarige landbouwer J. R., die sinds eenigen tijd malende was, aan de bewaking te ontsnappen. Nadat zijn afwezigheid bemerkt was, toog men op onderzoek uit. In „de Wete ring," dicht bij de woning werd Rv gevonden. De levensgeesten waren nog wel niet geweken, doch pogingen om< hem tot het bewustzijn terug, te roe pen, mochten niet meer baten. Overrede n en gedood. Gis teren is de 12-jarige leerling van de R.-K. M.U.L.O., J. Wi., op den Hom-, Snelschenweg te Arnhem met zijn fiets tegen een gemeentelijke autobus aan gereden. Hii 'kwam te vallen en werd door de bus overreden zoodat de dood: onmiddellijk intrad. Doodelijke val. Te Heeren veen is de 17-jarige Annekloo, zon der dat iemand het bemerkt heeft, bij de kajuitstrap van een stoomboot neergevallen en zoo ernstig gewond, dat hij na eenigen tijd overleed. Men vond hem in de kajuitskooi, waarheen hii zich waarschijnlijk nog heelt kun nen begeven. - De 63-iariffe mej. M. is in haar woning in de Willem de Clercstraat te Enschede, toen zij zich naar bed wil de begeven, van de tr^p gevallen, en zoo ongelukkig terecht gekomen, dat zij een schedelbreuk bekwam. Zij is aan de gevolgen, overleden. Tjalk vermist. De te Gro ningen thuisbehoorende zeetjalk „Pool ster" kapitein De Groot, welke voor 6 k 7 weken geleden van de Ylie- réede vertrokken is, met bestemming haar Cuxhaven, is nog niet op de: plaats van bestemming aangekomen. Dit lange uitblijven wekt bij de fa-, miliebetrekkingeu groote ongerustheid' Slordig beheer. De-boek houder W. B. van de gasfabriek te Barneveld, heeft, zooals men weet, on geveer een halt ïaar geleden, zelfmoord gepleegd. Zijn kas was niet in orde. Uit het daarna ingesteld accountants onderzoek is gebleken dat in ruim acht jaar geen contröle is uitgeoefend; diat geen kasboek over die jaren is te vin den; dat in 1925 ruim 'f 17.000 meer iS' uitgegeven dan ontvangen hoe, kan niet worden nagegaan, enz. en*. In den Gemeenteraad zijn de des betreffende rapporten, na uitvoerige bespreking, goedgekeurd. Verdronken. Gistermiddag te ongeveer 6 uur voer op de Gouwe te .Wadclinxveen de schipper D. Broer uit Gouda, daar met zijln vedlschip in de richting Gouda, toen door ien he- vigen wind het scheepje opgenomen werd en het verdween in de diepte. Een neef an den schipper Broer, die zich aan boord van het zeilschip be vond, sprang tijdig van het schip over op het motorschip. De schipper ztilf verdronk. Laffe wraak. Door fot nog toe onbekenden zijn twee drinkwater putten op de hofstede van den land bouwer B. te Vrouwepolder (Z.) ver ontreinigd, door er een naar teer rie kende vloeistof in te storten. Men denkt aan wraakneming. De politie stelt een onderzoek in. Scheepstij dingen. HOLLAND-AMERIKA UJN. GROOTENDIJK, van San Franodsco naar Rotterdam, 20 Mrt van Cristobal LEERDAM, van Rotterdam naar New Orleans, 22 Mrt. te Havana. DRECHTDIJK, van Vancouver naar Rotterdam, 21 Mrt te Los Angeles. NIEUW AMSTERDAM, van If. Jork naar Rotterdam, 22 Mrt. v. Plymouth. STOOMV. MIJ. NEDERLAND. BINT AN G, uitreis, 2 3 Mrt. te Port Saki. J. P. COEN, thuisreis, aa Mil van Algiers. KARIMOEN, thuisreis, pass. Mrt, Gibraltar. ROTTI, uitreis, pass. aa Mrt. Qus» sant. JOHAN DE WITT, uitreis, pas», ai Mrt. Gibraltar. RONDO, thuisreis, pass. 22 Mrt Pl» rim. KON. HOLLANDSCHE LLOYD. DRECHTERL&ND, 21 Mrt. van B. Ayres naar Rotterdam. MAASLAND, thuisreis, pass. 22 Mrt üuessant. ORANIA, thuisreis, 2 Mrt van San tos. ROTTERDAMSCHE LLOYD. TOSARIO, uitreis, pass. 22 Mr. Ou- RLNDJANL uitreis, pass. 23 Maart Finisterre. J HOLLAND-ATRIKA-UJN. TOBA, thuisreis, 22 Mrt. van Kaap stad. KLIPFONTEIN, thuisreis, 22 Mrt V. Mozambique. SALABANGKA, uitreis, pass. 22 Mrt Perim.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 6