aan het zoeklicht. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 24 MAART 1926 TWEEDE BLAD. Op de Raadstribune. De Raadsvergadering van Maandag biedt weinig stof voor een overzicht. De korte agenda gaf weinig aanleiding tot bespreking, zoodat de openbare ver gadering afgewisseld door een vrij langdurige geheime zitting betrek kelijk weinig tijd in beslag nam. Bij de behandeling-van de ingekomen stukken lieten de sociaal-democraten 'n aoede gelegenheid om te zwijgen onge bruikt voorbijgaan mei het gevolg, dat se even leelijk in het zonnetje werden gezet. Ingekomen was n.l. een adres van den modernen transpcrtarbeidsrsbond, pin een gunstiger steunregeling bij werk loosheid. B. en W. stelden voor, dit jadres in hunne hainden te stellen om prae-advies, waartegen niemand bezwaar 'had. Maar de betrokken, transi.ortarbrid.rs waren op de tribune aanwezig an dus inoest er iets gezegd worden, waaruit het goede hart der roode heeren en de mindere welwillendheid van het college van B. en W. zou kunnen blijken. Pro paganda is nu eenmaal noochg. Vandaar dat de heer v. Stralen B. en W. kwam verwijten, dat ze bezig waren deze zaak op de lange baan te schuiven, daar het adres toch reeds eenige weken geleden was ingekomen. Dit laatste werd door den betrokken wethouder niet ontkend. Maar wel ont kende hij, dat met deze zaak getreuzeld werd. B. en W. hadden het adres on middellijk in handen gesteld van de Com missie voor sociale aangelegenheden, maar de behandeling van het rapport [voor de betrokken diensten werd op [Verzoek vanden heer Baart (Uitgesteld, omdat hp de overgelegde ge gevens nader wilde bestudeeren. Tegen dit laatste, had de wethouder geen bezwaar, maar hij maakte wel be zwaar, dat nu de schuld van het uitstel op B. en W. werd geschoven. De heer Baart Keek onvriendelijker dan ooit, maar hij vermocht toch niet de mededeeling van den wethouder te gen te spreken en het verwijt van zijn collega te rechtvaardigen. Een paar voorstellen van B. en W. als het bijbouwen van een spreekkamer aan de School Langebrug en eetn kleine verbouwing aan het Stedelijk Museum ./Ie Lakenhal"' noodig geworden door net aanvaarden van eetn zeer mooie schenking, vondetn aanvankelijk eenige bestrijding, maar werden daarna met groote meerderheid aangenomen. De bijzondere verdiensten van den Directeur van Gemeentewerken, -dein jheer Driessen, werden door dein Raad erkend, door hem op voorstel van B. en W.,'hoewel pensioengerechtigd, nog een jaar in zgne betrekking te handha ven. De heer Ooscdam, die wegens vertrek uit de gemeente moest bedanken als [raadslid, nam met een hartelijk speech- je afscheid van zijn mederaadsleden, een speech je, dat door den Voorzitter pp bijzonder hartelijke wijze werd beant woord en waarmee de Raad door ap plaus ziin instemming betuigde. l De Gemeente verliest in den heer Oostdam een verdienstelijk raadslid, die met toewijding de belangen der gemeen te diende en aie door zijn humoristische interrupties de soms taaie debatten vaak wist op te vroolijken. Bij de goede wenschen van den Voor- tótter sluiten wij ons gaarne aan. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Bedankt: Voor Bussum, Dr. W. Lodder te Doom, Voor Blokzijl Joh. A. Raams te Rijswijk (G1<L). GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Oud-Loosdreoht, J. F. de Gier, cand. te Waarder. Te Vars- geveld, J. Oostveen te Wilnis. Aangenomen: Naar Laai* (Gr. Bentheim), J. Offers, cand. te Kampen. Bedankt: Voor Hilversum, en voor Helder, W. J. J. Volders te Amsterdam. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Zaandam, A. Zwiep te Hiltegom. Voor Werkendam, J. P. [Metering te Nieuwpoort. Begrafenis S. Coolsma. Onder groöto belanggsteliing heeft gis teren cp het nieuwe» kerkhof te» Apel •doorn de begrafenis plaats gehad van het stoffelijk overschot van oud-zende ling S. Coolsma. Namens de Neucrkndsche zendings- vereen. werd de ontslapen herdacht door den voorzitter van het bestuur, den heer Voortman. Oud-zendeling Alke- ma vertolkte de gevoelens van dank baarheid der oud-leerlingen en Ds. C. Battink, predikant der Nel. Herv. Ge meente te Apeldoorn, wijdde woorden yan greote waardeering aan de nage dachtenis van den heer Coolsma als vriend en ouderling der gemekte. Ds. Coolsma van Groningen zeide idank voor de hartelijke deelneming zijm icnverge Lelijke n vader in diens z.ekie be wezen en de vriendelijke woorden bij zijn graf gesproken. Een verklaring. De heer S. Brandsma rnt Middelburg, lid der Generale Synode van Assen, publiceert in „De Standaard" een brief je, waarin hij, in verband met omtrent de geheime zitting der Synode, waarin het besluit tot schorsing van Dr. Geel kerken werd voorbereid, lp,opende ge ruchten, waarbij ook zijn naam wordt genoemd verklaart: 1. Het is mijn overtuiging, dat de z.g. details in het Paradijs verhaal' letterlijk zijn ,op te vatten. Hieromtrent bestond bij mij nimmer eenige twijfel 2. Met de gronden, waarop het besluit tot schorsing rustte, kon ik mij niet vereenigen. Ik stemde in de geheime zitting üus tegen het besiuit. Nadat het besluit was aangenomen, conformeerde ik mij. Dit conformeeren beteekende voor mijn bewustzijn „berusten in"; het had voor mij niet deze. beteekenis, dat ik in publieke zitting „voor" moest stemmen. In de publieke zitting, vlak voor de stemming, deelden verschillen de leden mij mede, dat ik, door mij te conformeeren, thans gehouden was om „voor" te stemmen. Dit was gewoonte in de kerken. Naar die gewoonte heb ik mij tenslotte gevoegd. Hoeveel medestanders.? De vorige week Vrijdag kon men in de „N. Rott. Crt" lezen, dat 30.000 a 50.000 medestanders van Dr. Geel kerken op het punt staan de Goref. Ker ken te verlaten, en dat eon 60-tal predi kanten de richting Geelkerken zijn toe gedaan, waarvan een 20-tal dezer dagen openlijk voor den dag zullen komen. De „Rott." verneemt echter van wel ingelichte zijde, dat de actie, die ge voerd wordt ten gunste .van het stand punt van Dr. Geelkerken ein van den afgezette» Kerkeraad der Gerei. Kerk te Amsterdam-Zuid op het doode punt is gekomen. Maandag is een tweede vergadering gehouden te Utrecht van een aantal leden en predikanten der Gereformeer de Kerken, en aldaar bleek het, dat bij na alle ofriciëele personen, die zich tot nu toe voor het standpunt varn. Dr. Geel kerken hadden geïnteresseerd, aan het „terugkrabbelen" waren. Op de predikanten-medewerkers van „Woord en Geest" valt voor Dr. Geel kerken, naar aldaar ter vergadering bl'eek niet meer te rekenen. Alleen Ds. H. C. v. d. Brink van Zand voort, zal vermoedelijk voor een conflict met de Synode niet uit dan weg gaan, al zal daardoor de kleine Geren Kerk van Zandvoort worden verscheurd. Voor Dr. Geelkerken, zoo wordt hier aan toegevoegd, moet de tragedie dezer feiten wel droevig zijn. De buitenwereld moge er de les uit trekken, dat in de Gereformeerde we reld de stormen wel eens kunnen op steken, doch dat de „unio mystica" het Gereformeerde leven 200 influenceert en samenbindt, dat niet dan zeer moei lijk de banden, die aan de Geref. Kerk binden, worden verbroken. Het valsche telegram. In de „Overt. Ker^b." doen Dr. Geel kerken mee, dat hg de zaak van het aan de Asser Synode gezonds» valsche telegram in handen der justitie heeft gegeven. Synode-besluiten en stndenten. Om tegemoet te komen aan den wensch van de theologische faculteits- vereeniging aan de V. U. een wensch die was te kennen gegevein door vele, ook niet-theologische studenten om professorale voorlichting te mogen ont vangen ever de beteekenis der Synode besluiten, hebben aan de V. U. ver schillende professorale - voordrachten plaats gehad, na afloop waarvan de studenten in de gelegenheid gesteld wer den vragen te stellen. Zoo heeft Prof. Dr. G. Ch. Aalders eergistermergen voor de theologische stu denten de exegetische zijde beiicht. Gis termorgen besprak Dr.. V. Hepp voorde theologische studenten de dogmatische zijde en Donderdag zal Prof. Dr. H. H. Kuvper de kerkrechtelijke zijde be zien. Gistermiddag heeft rrof. Dr. F. W. Grosheide voor de niet-theologische studenten de beteekenis der besluiten toegelicht. Radio-avond voor Zondagsscholen. Naar Ds. J. A. Tazelaar ons mede deelt, is de radio-avond voor leerlingen van Zondagsscholen thans vastgesteld op 28 Apri la.s.. De uitzending geschiedt uit Hilversum. Een bekwaam verteller zal een Bijbelsch en een vrij onderwerp behandelen en voor muzikale afwisse ling zal gezorgd worden door een Chris telijk zangkoor en Christelijke liederen, gespeeld door een muziek-ensemble. Na dere bijzonderheden zullen zoo spoedig mogelijk bekend gemaakt worden. Het bovenstaande wordt than3 reeds gepu bliceerd om besturen van Zondagsscho len in de gelegenheid" te stellen hun maat regelen tijdig te nemen voor heit afhuren van gebouwen en toestellen. Thool. School der Geref. Gemeenten. Waarschgnlgk staat, volgens de Rott. de aanneming van het beroep naar de Geref. Gemeente van Rotterdam door Ds. G. H. Kersten, die voor zoovele •onderscheidene beroepen bedankt heeft wel in verband met èen eventueel© ves tiging te Rotterdam van de Theologi sche school voor de Geref. Gemeenten een ideaal van Ds. Kersten, waarvoor hij reeds tal van jaren geijverd heeft. Ons is bekend, dat reeds gezocht wordt naar een geschikt gebouw, waar in de op te richten opleidingsschool gevestigd zou kunnen worden. Gereformeerd tuchtrecht. In de Overtoomsche Kerkbode schrijft Dr. Geelkerken over de laatste beslis singen der Synode: In hetzelfde schorsingsbesluit wordt beweerd, dat ik voortdurend in verzet gekomen (ben) tegen het wettig geza*, dat naar het Woord Gods, de Belijdenis en de Kerkenorde aan de kerk-in en aan haar meerdere vergaderingen is ge schonken". Ik bea mg niet bewust, ooit tegen zulk wettig gezag in verzet te zijn gexomen. De Synode beweert hier wel, maar be wijst niets, kan ook niet bewijzen; een voii'iig, omdat het niet waar is. Tiet eenige wat ik geweigerd heb, is een verklaring te teekenen tegen mgn overtuiging en geweien in, eenvoudig, omdat de Synode het eischte. Maar o kan geen Gereformeerd Christen toch ooit „verzet" noemen en tegqn „het wettig gezag, dat naar het Woord Gods, de Belijdenis en de Kerkenorde aan de Kerken en aan haar meerdere verga dering^ is geschonken?" Op een andere plaats in het blad zegt bij: De Synode van Assen heeft uitgespro ken, „dat de boom der kennis, des goeds en des kwaads, de slane en haar spre ken, en de boom des levens naar de klaarblijkelijke bedoeling van het SchriL verhaal in e genlgken of letterlijken zin zgn op te vatten en dus zintuigelgk waar neembare werkelijkheden waren". „Naar de klaarblijkelijke bedoeling v. het Schrift verhaal". Het is wel buitengewoon jammer, dat de Synode nagelaten heeft argumenten aan ae Heilige Schrift ontleend, bg te brengen, waaruit zou blijken, klaar blij ken, dat haar opvatting van de genoem de bijzonderheden in Ge*u 2 en 3 dei „be doeling van het Schriftverhaal" weer geeft. Had zij dit gedaan, dan zou inderdaad een weigering om zich aan haar uit spraak zonder voorbehoud te confor meeren gelijk staan met een weigering om te bukken voor het gezag der Heili ge Schrift en dus in strijd brengen met art. 4 en 5 onzer geloofsbelijdenis. Edoch, nu beweert de Synode alleen maar, dat haar opvatting de klaarblij kelijke bedoeling der Schrift is. Zij zegt alleen maar, dat deze bedoeling voor haar evident is. Maar, wat geeft haar het recht te vorderen, dat hetgeen voor haar „klaarblijkelijk" is, ook voor een ander boven alle bedenking verheven moet zgn? Voor mij „blijkt" nu eenmaal niet zoo „klaar", wat voor "haar ..klaarblijkelijk" is. En een Gereformeerd Christen laat zich alleen uit de Schrift overtuigen, niet docr de machtspreuk eener Synode ik acht dit of dat „klaarblijkelijk", evi dent, en dus moet het ook voor u evi dent, klaarblijkelijk zijn. Over de tuchtmaatregelen der Syno de sprekend, zegt Dr. Geelkerken: Wie oefent tucht? Tot nog toe leefde een Gereformeerd mensch in de overtuiging, dat de tucht oefening toevertrouwd was- aan de plaat selnke kerk door haar opzieners. Nu zetelt te Assen een Synode, die geheel op eigen gelegenheid schorst en afzet, zonder zich om het ambt in de plaatselijke kerk ook maar in eenig opzicht te bekommeren. Een hooger „bestu.r'V doende wat des keriseraads is. Een Roomsche, hiërarchische machts.- uitoefening. Wordt Uit met Assen te beginnen Ge reformeerd tuchtrecht, Gereformeerde tuchtoefening? BINNENLAND. Z.-Holl. Prov. Bondsdag* N. J. V. Tweeden Paaschdag #a.s. zal de Pro vinciale Bondsdag voor Zuid-Holland worden gehouden te Vlaardingeu De Morgenvergadering vangt aan om 10 uur, in het gebouw der C. J. M. aan de Gedempte Biersloot 75. Te 2.30 begint de middagvergadering in de Nieuwe Kerk, aan den Binnen singel. De heer H. Gordeau Jr., alge meen secretaris voor het jongenswerk in 't N. J V., zal spreken over „Be roep en Arbeidsvreugd"; Ds. G. Groot- jans, van Heerjansdam, heeft tot ou derwerp gekozen „Geloof en Weten schap". Voor muzikale afwisseling zorgen 's morgens de C. J. V.-leden van Vlaardingen; de middagvergade ring zal worden opgeluisterd door so lozang van mej. A. Roelofs te Vlaardin gen met begeleiding van den neer M. Boerman organist der Nieuwe Kerk. Het weer in Februari. Blijkens ht maandoverzicht van hel Kon. Ned. Meteor. Instituut was ds temperatuur in de tweede decade ruiui 2.5 gr., im de derde 4.7 gr. te hoog. Voor al het gemiddeld minimum was veel te hoog, zoodat de dagelijksche schom melingen meer dan 1 graad, in de tweede decade zelfs 2.7 graden te klein was. De hoogste temperatuur was 10.0 op den 26sten te Maastricht, de laag ste 3.8 op den 9en te Akkrum. De hoeveelheid neerslag gemiddeld over het geheele land was 55 tegen 40 normaal. In Hoorn eh omgeving was de neerslag gelijk aan, in het Z.-O. was hij het dubbele van de normale maand som. In de derde decade viel slechts 8 mm. Op den lOen viel overal behalve in het midden en Z.-W. een weinig sneeuw, ook op 9, 11 en 17 in het N.-O. Het aantal uren met zonneschijn ge middeld over de vijf hoofdstations was 32, dus 30 minder dan de normaal van 62 uren; de drie decaden telden resp. S, 12 en 17 uren. Te De Bilt werden in de eerste decade slechts 0.4, te Helder 1.1 uur zonneschijn geregistreerd; sinds het begin der waarneming in 1899 is in Februari te De Bilt niet zoo weinig zonneschijn voorgekomen. Herziening bezoldigingsbesluit 1925. In de op 22 Maart genuuicM vergade ring van het Comité ter behartig.n? van de algemeene belangen van Overheids personeel (A.C.O.P.), werd medegedeeld, dat de minister-president op een verdoek van het Comité om een audiëntie ter be spreking van de urgentie van de her ziening van het Bezoldigingsbesluit heeft bericht, dat „omtrent het Bezoldigingsbesluit, na de daarin onlangs aangebrachte wijzi gingen, thans ecmige rust behoort in te treden, doch dat ik niettemin de delè gatie uit XJw Comité desgewenscht uiter aard bereid ben te ontvangen". Het Uonms besloot, aangezien de laat ste plooien-gladstrijkerij'' onder bree- de lagen van het r^k ^-Tsoneei groote ontstemming, heeft ®few kt en het geor ganiseerd overleg evenzeer te wenschen overlaat, den minister-president mede te deeien, dat het alsnog op een audietntie prgs stelt. Leiden, 24 Maart 1926. De heer Goslinga heeft mij op de vingers getikt en ik geef toe. met eenig recht. Want regel is een regel waarop naar ik meen, soms uitzonderingen ge maakt worden dat voor ambtenaren de plaatsen ingeval van dienstplicht worden opengehouden. Maar in het particuliere leven is dat anders. Daar is de regel precies an dersom, en gaat het als in t bekende kinderspelletje: wie opstaat zijn plaats verlaat. De ambtenaren, die weieens neiging hebben om te mopperen, kunnen daar uit leer en, dat ze ook in dit opzicht zeer bevoorrechte menschen zijn. En wat nu de zaak betreft waarover 'tging: het schijnt dat we bij dit Ka binet inderdaad aan een kort intermez zo moeten denken. Ik las althans, dat aan Prof. Slotemaker de Bruine vier maanden verlof was verleend. Daaruit zou men kunnen afleiden, dat we te doe"n hebben met een college van politieke vrijwillige landstormers, die het voorrrecht hebben, dat ze na vier maanden mogen afzwaaien Met alle respect overigens, hoop ik dat het zoo zal zijn en dat deze het-ren, althans in dit extra-parlementai. e ver band, niet tot het blijvend gedeelte zul len behooren. OBSERVATOR Verder werd besloten een adres, hou dende een uitvoerige uiteenzetting van de ernstige grieven tegein het Bezoldi gingsbesluit aan de Regeerini en de Ka mer te zenden, om zoo spoedig mogelijk daarna een beraadslagend congres te houden. Het adres zal door een delegatie uit het Comité der regeering aangeboden werden. Personeel der zeemacht. De heer Biautigam, lid van de Twee de Kamer, heeft aan den minister van marine a.i. de volgende vragen gesteld 1. Is het juist, dat bij den minister van marine ad interim met betrekking tot het militaire personeel der zee macht plannen in overweging zijn van de navolgende strekking: a. in het algemeen zal het verblijf in Nederland telkens niet korter duren, dan drie jaren; in Indië drie jaren zon der de vier jaren met gezin voor hen, aan wie het medenemen van het gezin kan worden toegestaan; b. uitsluitend voor hen, die in dienst komen om tot matroos te worden op geleid, zal de duur van de eerste uit zending naar Indië vier jaren kunnen. bedragen. 2. Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord, wil de minister dan m**- dedeelen, om welke redenen van den thans geldenden tijdsduur van verblijf in de tropen ten nadeele van het per soneel wordt afgeweken, zoomede of ter zake van deze zeer ingrijpende wij ziging het advies van den geneeskun digen dienst der zeemacht is ingewon nen? 3. Indien het advies, in vraag 2 be doeld, niet is ingewonnen, is de minis ter dan bereid, zulks alsnog te doen en het advies aan de Kamer over te leggen? 4. Indien tot uitvoering van de plan nen, onder vraag 1 bedoeld, mocht be sloten worden, wil de minister dan de uitvoering er van opschorten, totdat de Kamer gelegenheid zal hebben ge had, omtrent de voorgenomen verlen ging van het verplichte verblijf in de tropen van het marine-personeel der regeering haar inzichten kenbaar te maken? De staatsloterij. Met betrekking tot de Staatsloterij merkt de minister in de M. v. A. op de begrooting van .Financiën" op, dat omtrent deze zaak voorshands geen wijziging in den bestaanden toe stand zal worden gebracht. Oud-minister Weiter. Bij K. B. is de oud-minister van Ko loniën de heer Weiter benoemd tot lid van den Raad van Ned.-Indië, met in gang van den dag, waarop hij zijn ambt zal aanvaarden. FEUILLETON. .«in* Uit nood en dood gered se; Hij nam daarop een kam van hare kaptafel en streek er twee- of driemaal zoo hard mede over haar gelaat, dat bet geheel met bloed en schrammen bedekt was. Verbeeld u, hoe het arme meisje te moede was! Zij barstte in tranen uit en riep: „Sluit mij in een klooster op; het is mij voortaan onver schillig waar ik heenga, ik ben zelfs bet aanzien niet meer waard." „Welk een onredelijke aanleiding voor zulk een schandelijke handelwij ze!" riep ik uit. „Maar denk eens, hoe het haar griefde 1" antwoordde hij. „Vrouwen hebben zooveel zorg voor haar uiter lijk schoon. Men zegt. dat de dragon ders met dat ruwe middel menige da me van voornamen stand bedreigd heb ben." „Deze lage handelwijze doet hen den naam van man onwaardig zijn." „Dat stem ik u toe; maar hoor nu, hoe zij de mannen behandelen. Hebt gij wel eens een troep slaven op weg naar'Marseille gzien? Zeker kan geen tuchtiging voor zulke boeven te streng •zijn; maar dat adellijken, mannen van deftigen stand, met gauwdieven, val sche munters, moordenaars en derge- lijken vastgeklonken worden, o, dat is ^*1 te ergl" „Doch nu komt Bordeaux in t zicht" zeide hij eindelijk, en inderdaad, het toenemen van vaartuigen van allerlei grootte, terwijl in de verte masten en wimpels van schepen van verschillen de natiën zichtbaar werden, bewees, dat wij een belangrijke handelsstad naderden. Dichter, bij waren de weelderig met houtgewas bedekte heuvels als be zaaid met landhuizen van aanzienlijke handelaars, onder wie een aantal Hu genoten waren, of die hun vermogen bij Hugenoten gewonnen hadden. Het was dus te onderstellen, dat wij hier vrienden zouden vinden, en werkelijk, velen trachtten onze ontvluchting te begunstigen, als het hen slechts niet in ongelegenheid kon brengen; maar er werd aan de haven een zoo waak zaam oog genouüen*, dat bet uiterst bezwaarlijk was. Terstond stuurde mijn metgezel zijn schuit tusscben twee, naar het althans scheen, enkel met groenten beladen schuiten, waar na een heftige woordenstrijd ontstond, uit welken echter moeilijk was te be sluiten of het hun ernst was. Ten laatste zette ik voet aan wal, en vond het handelskantoor van den heer Bort, mijns vaders correspondent, een zeer ijverig man, doch stug en af gemeten in zijn woorden. Ik vond hem omringd, van stapels registers en' boe ken. Zoodra hij mij zag, sprak hij mij haastig tor „Zijt gij^üe ioagtf Bc nneval? Gij komt te laat. De anderen zijn vertrokken." „O!" riep ik, op een stoel neerval lend, als verplet uit. „Zij konden niet langer wachten' zeide hij, „de gunstige gelegenheid zou voorbijgegaan zijn." ,Zijn zij werkelijk vertrokken ei: in veiligheid?" „Vertrokken ja, maar of zij ;*a vei ligheid zijn" hierbij trok hij schou ders en wenkbrauwen op. Toen hij ech ter mijn droefheid ontwaard, leit hij er op volgen: „Ik denk, dat zij thans op de rivier de Theems zijn." „Zij zijn dus op weg naar Londen?" „Juist. Het is ook mogelijk van niet, maar er is gegronde hoop voor. En gij?" Bij deze vraag sloeg Lij een uitvorschenden blik op.mij. „Wat staat mij nu te doen, mijn heer? Liet mijn vader geenerlei ialich* t:ng voor mij achter?" „Hij liet u zijn zegen achter, en bad, dat gij.een brave jongen zoqdi zijn en u aan mijne leiding zoudt onderwer pen." „Volgaarne wil ik uw raad en inlich ting volgen." Welnu, ik heb mij verbonden mijn best voor u te doen Maar ongelukkig houdt men zoo nauw'ettend toezicht, dat ik niet weet hoe u aan boord te smokkelen." .,lr. ten kist, of Jn e. n vat /.eide ik wanhopig» „Hebt gij inderdaaj r t. l 4 'noeg. op die wij' de reis te on ei-nem „Ja, als er niets anders te verzinnen is „Kcvm, gij schijat een flink jong- •aeusch! Ik heb eero.ed voor u om uw beslu.t. Er is een schip, dat mij toebe- hcon en thans bevracL t wordt, als gij wezenlijk op de wijzs als gij voorstelt, aan boerd wilt gaan, denk ik wel dat wij dit kunnen schikken, en gij be hoeft bet slechts enkele urea uit te houder.. Gij zult eeL Regulus zijn, zon der echter van nagels te lijden te heb ben.' Ovei zijn toespeling grinnikend ging hij heen en liet mij aan mijn niet op wekkende gedachten over; het uit zicht op hereeniging in een vrij iand met allen die mij zoo dierbaar waren, deed mij echter tot het koenste besluit bereid zijn Toen de heer Bort terugkwam, zeide hij beleefd: „Alles is in orde. Ik heb den kruier besteld, die u ongemerkt zfLl voortrollen. Hij beloofde zoo voor zichtig te zijn als hij kon. Iemand van de equipage is mede in het geheim; hij zal u uit het vat laten, 200dra het schip een eindweegs in zee is. Schep dus moed, het zal 9lechts een kortston dig ongemak zijn, vergeleken met wat menig Hugenoot heeft moeten door staan. Neem dit geld mede en deze papieren." Na eenige schikkingen geleidde hij mij naar het pakhuis, waar het vat ge reedlag, dat met eenig hooi werd ge vuld tot verzachting van mijn eng var- blijf. „Gij gaat thans voor een vat Bor deaux-wijn door, als een geschenk voor mijn bijzonderen vriend te Lon den" zeide hij glimlachend. „Nu, ge draag u, zooal9 een goed vat wijn be taamt, en bedwing u, al9 gij soms eens een stoot ontvangt. Zie, daar zijn eeni ge gaten aangebracht; gij kunt dus niet stikken door gebrek aan lucht „Zij zijn klein genoeg." „Hoe zou het anders kunnen? Zoudt gij deuren en vensters in uw vat wil len hebben? Gij zult thans veilig aan boord komen, op zee verlost worden, en mpet dus niet tegen eenig ongerief opzien." Wij schudden elkander de hand; daarna kroop ik in het vat en zette mij, zoo goed het gaan wilde, met den mond tegen een der luchtgaten, waar na het vat boven mij werd gesloten. Aanstonds werd ik langzaam voortge stuwd. Wel was het een zonderlinge gewaarwording; indien men het eens zou willen beproeven, raad ik aan, in dien het kan, voor grootere luchtgaten te zorgen, en voorts de proefneming vooral van korten duur te doen zijn. Gaarne geloof ik, dat de kruier voor zichtig te werk ging, maar hoeveel stooten en stompen ontving ik, als hot over een hobbeligen weg ging! Nu en dan hield hij even op. om zich het ge laat af te wisschen en te rusten, naar 't scheen; vervolgens hotsten wij weer voort

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5