abonnementsprijs Oil nummer bestaai uit TWEE Bfaden. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN advertentie-prijs Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 5e JAARGANG WOENSDAG 17 MAART 1926 NUMMER 1774 COURANT In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per week0.19 Franco per post per kwartaal I 2.90 EERSTE BLAD. De coalitie. De heer Kersten heeft gisteren in de Tweede Kamer bij herhaling zijn vreugde uitgesproken over de ineen storting der coalitie, die naar hij vu rig wenscht, niet terug zal keeren. Wat dit betreft bevindt hij zich natuurlijk met geheel andere bedoe lingen in het gezelschap van alle linksche partijen, die mede door coa litie-vrees beheerscht worden. Zoo schreef dezer dagen de Soc. Democratische „Voorwaarts" o.m.: Er zal een nieuwe -grens gezocht moeten worden. Herstel der coalitie is redelijk niet te verwachten; zij heeft openbaar afgedaan. De tranen van Van Wijnbergen en de zuchten van Colijn brengen het leven niet terug. Het gaat naar de uiterste noodzaak, naar een - democratische concentratie, of het blijft een machteloos gemodder en geknoei op politiek gebied. Er zal nog heel wat moeten gebeuren, voor dat de ware tegenstelling democratie- conservatisme de politiek openlijk zal t gaan beheerschen. Het intermezzo kan wel eens van langen duur worden, maar de uiterste noodzaak beteekent voor hem de galg, waaraan hij voor zijn verleden zal moeten boeten." Het komt ons voor, dat dit socialis tische orgaan hier meer inzicht in den werkelijken toestand blijkt te bezitten dan Ds. Kersten. Immers, met het ineenstorten van de coalitie zijn we niet kl&ar. Ook in de politiek kan men niet vol staan met af te breken. Er moet ook gebouwd worden. Naar onze overtuiging is in de ge geven omstandigheden de samenwer king der rechtsche partijen het meest in 's lands belang. Zal er een parlementair Kabinet zijn dan moet er een meerderheid zijn waarop zulk een Kabinet kan steunen. Voor een korten tijd kan een inter mezzo-Kabinet de zaken gaande hou den, maar dan zal toch weer de vor ming van een parlementaire meerder heid noodzakelijk zijn. Daartoe kunnen, zooals dat de laat ste jaren het geval was, de rechtsche partijen samenwerken, maar als dat niet mogelijk blijkt, dan zal men ge noegen moeten nemen met en de ver antwoordelijkheid moeten dragen voor een z.g. democratische concentratie waardoor een Kabinet van de uiterste noodzaak mogelijk wordt. iHet spreekt vanzelf dat een man als Ds. Kersten zulks niet wenscht, maar door zijn ijveren tegen de coalitie geeft hij toch blijk het te willen. Of het zoover zal komen is moeilijk te zeggen, maar gezien de lichtvaar dige wijze waarop de laatste maan den is gehandeld, komt het ons niet onwaarschijnlijk voor. dat aan de ze genrijke samenwerking thans een ein de is gekomen. Zoowel voor de uiterst rechtsche als d6 uiterst linksche groepen is dit een reden tot verheugenis. Maar wij benijden niet de positie van hen die van zulk een uitkomst, waarover socialisten en communisten in de handen klappen, mede de ver antwoordelijkheid dragen. De christèlijk-hi9torischen en de R Katholieken staan vrij scherp tegen BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Gewone advertentiën per regel 22'/1 cent Ingezonden Mededeelingen, dnbbel Uriel Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiên bij vooruitbetaling van ten hoogete 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent over elkaar; en er is meer een zoeken naar wat scheidt, dan naar wait ver eent. STADSNIEUWS. Jubileum Dr. J. Riemens. De predikantswoning aan den Zoe- terwoudschen 'Singel, zoo prettig ge legen in het hoekje bij de Utrechtsche brug, beeft vandaag een uiting van liefde, achting en dankbaarheid ge zien, die inderdaad overweldigend ge noemd mag worden. Reeds sierden vele huldehewijzen, in den vorm van fraaie bloemstukken, de woonvertrekken van den jubileeren den pastor, toen vanmorgen, het was even half elf, de geconcentreerde ge meente, het huldigingscomité, zich daar vervoegde. Als voorzitter fungeerde ouderling J. v Polanen, als secretaris de heer A. Molenaar en als penningmeester de heer G. Seydell. Verder werden opge merkt de dames Riphaagen en Lens, en de heeren dr. Velthuyzen, dr. de Planque, J. Kalsheek, P. J. Mulder, H. Filippo, H. van Es, G. de Vroede, F. v. d. Mark, P. Bernard,. H. v. Leeuwen, J. Kukler, J. de Nie, en J. v. d. Mui den, nevens de heer G. H. de Jong, die het Chr georganiseerde spoor- en tramwegpersoneel vertegenwoordigde. Nadat allen den jubilaris de hand hadden gedrukt, werd op verzoek van den beer v. Polanen gezongen Ps. 118 vs. 7: „De Heer is mij tot hulp en sterkte De heer v. Polanen nam vervolgens het woord om, zooals hij zeide, na mens de zeer velen die met enthousi asme deze huldiging hebben begeerd en voorbereid, den jubilaris hartelijk te feli cite eren met het groot e voor recht, hem door God geschonken On getwijfeld. zei spr. zal er ook in uw hart in de eerste plaats dank zijn aan God. die u, in onderscheiding van zoo- veie anderen, tot dit schoone ambit wilde roepen en u, hoewel zondig menscb, wilde gebruiken om de eere efn het heil van Jezus Christus uit te dragen onder de menschen. Spr memoreerde dan de bevestiging 25 jaax geleden te Hoogland, door Dr. Riemens' vader en zijn eersten arbeid daar zoowel als te Dedemsvaart, en den zegen daar ondervonden. God heeft het zoo beschikt, dat ge aldus spr. daarna te Leiden gekomen zijt. Nog is spr. Dr. Schokking dank baar voor zijn advies, toen uit het drietal de moeilijke keus moest wor den gemaakt. „Neem Dr. Riemens, »n Leiden is klaar" zei Dr. S en hij heeft gelijk gehad. Leiden had juist behoef te aan een dominee, als gij zijt, aldus spr., aan een predikant die zich niet slechts bewoog onder de intellectu- eelen, doch ook de schamele woningen trouw zou bezoeken. Zulk een herder hebben we in u gevonden. Met nadruk zei spr. op deze eigen schap van Dr. Riemens te willen wij zen daar deze hem voor ons in het bijzonder siert. Immers, den nederigen geeft God genade, dat staat vast. Moge de Heere u, zoo besloot de heer v Polanen, nog lang voor onze gemeente sparen, en mogen er door uw woord onder Zijn zegen nog velen worden toegebracht. De Heere zegene en behoede u. Hierna werden de cadeaux van de gemeente aangeboden. De heer Seydoll overhandijgde de enveloppe met deszelfs waardevollan inhoud, en de heer Molenaar een schit terend mooi afgewerkt album met de namen der gevers en geefsters, terwijl daaraan nog werd toegevoegd een fraaie ets van Roodenburg, de Hoog- landsche kerk voorstellende. Den jubilaris werd daarna de zegen bede uit Gezang 224 toegezongen: U« zeeg'ne God, Hij steil' u tot een ze gen Hartelijk dankte Dr. Riemens voor deze bewijzen van liefde. Z.Eerw. ver telde dat hem juist dezelfde woorden uit Ps. 118 des morgens voor den gee^t waren gekomen, en ook zijn echtge- noote. De Heere is ons inderdaad tot hulp en sterkte geweest, op een won derheerlijke manier, en wij zijn gerin ger dan al Zijn weldaden. Spr. uitte er zijn dankbaarheid, over dat ook zijn vrouw hem gespaard was gebleven, die hem bij zijn ambtelijk werk steeds zoo ferm, ook geestelijk, heeft bijgestaan. Het is altijd weer een onbegrijpelijk wonder, dat God zondige menschen kan en wil gebruiken om de wereld het heerlijkste te brengen dat er is: het evangelie. En het wonderlijke is tevens dat Hij ons daarbij dikwijls wil sterken door menschen. Dit geldt ook voor de Leidsche ge meente, wier medewerking en sympa thie spr. ondervinden mocht. Het is voor spreker dikwijls een ontzaglijke waarheid dat hem als mensch geen eere toekomt. Maar in stonden als de ze gevoelt men toch ook dat men zich aan uitingen van dankbaarheid en liefde der menschen niet mag onttrek ken; men wil dat ook niet. Daarom wil spr. allen hartelijk dan ken, voor de goede woorden en ook voor de mooie geschenken. Een nieuw momqpt biak aan met de komst van de predikanten Ps. C. Hartwigsen en Dr. J. C. S. Locüer. De eerste feliciteerde Dr. Riemens namens het ministerie vau predikan ten. Het verblijdt ons a'dus spr., dat God u het voorrecht seeft, te mogen terugzien op een tb jarige ambts-ver vul ling; en dat ge dit moogt doen met baar die ge als huisvrouw uwer jeugd dn pastorie te Hoogland hebt binnen gebracht. Geve de lieeie u nog lang te arbeiden, in het bezit van uw gade, en moge ge in den kring* de i Leidsche predikanten nog menig jaar verkeeren als een geacht ambtsbroeder. Namens de collega's Lood spr. daar na eenige fraaie boek welken aan. Dr. Locher sprak nieci* in het nijzon- der namens den kerkraad een woord van gelukwensch en dank. God heeft u, zei spi. bij velen een geopende deur gegeven. Dat is een groot voorrecht, waarin wij ons mede ver blijden. In u bezitten we een der meest trouwe huisbezoekers. Zqlfs neemt dit werk u sonia zoo in beslag dat de kerkeraadsvergadering erbij in schiet. Maar dat is vooi u geen gemis, en ge hebt ook maar één lijhaam. Geve de Heere u nog rijke vruchten te aanschouwen. Nadat ook voor deze hulde do jubi laris had gedankt, was het de beurt der catechisanten-afgevaardigden om gevolg te geven aan hun opdracht. Het was niet mogelijk hier met alle 400 catechisanten te verschijnen, aldus de heer G. Wolfslag, die een keu rige speech hield, en daarom ziet u ons, geliefde dominee, hier als Üet door de catechisanten gevormd huUli- gingscomité. In welgekozen woorden sprak hij verder zijn waardeering uit voor het werk van den jubilaris, speciaal voor zijn catechetisch onderwijs, daarbij het beeld van den zaaier gebruikende. Wij danken u voor alles wat Ge voor ons zieleheil deed en bidden u van har te toe dat God u sterke in uw moeilijk werk, waarvan het resultaat soms schijnt uit te blijven. Als een bewijs van waardeering bood spr. namens allen een geschenk aan bestaande uit een fraai lederen portefeuille met inscriptie in goudlet- ters en een beduidende som inhou dende, die den dominee een: „maar dat is nu veel te erg", op de lippen bracht. Een der meisjes-afgevaar iig- den, Mej. Jo Jasperse, bood Mevr. Rie mens bloemen aan. De jubilaris dankte ook voor deze hulde zeer hartelijk. Je goede woor den, merkte Z.Eerw. den heer Wolf slag op, hebben mij verkwikt en jullie zijt nooit een doornig veld voor me ge weest hoor, maar een goede akker. Na deze, als altijd wat drukke en spannende, maar even mooie momen ten, bleven de gasten nog ev >n genie ten van de feestelijke sfeer die er in de woning van den vriendelijken ju bilaris en zijn vriendelijke huisgenoo- te heerscht. Zij hebben nog heel wat voor den boeg. Het Rusthuis. Gisteravond had de installatie plaats van de nieuw benoemde Directrice van het tehuis voor ouden van dagen der Geref. Kerk, Mevr. H. C. Mulder. In de conversatiezaal hadden zich vereenigd de inwonenden, de wijk- Predikant Ds. Bouwman, de leden der Rusthuis-Commissie, verschillende dia kenen, de leden der zustervereenigidg „Het Rusthuis" en het personeel der stienting. Ds. Bouwman opende de samenkomst met te laten zingen Psalm 25 6, las 1 Cor. 13, en ging voor in gebed. In een korte toespraak, heette Ds. Bouwman de Directrice welkom en wees op het gewicht van haar te vervullen taak. Gemakkelijk zal die taak niet zijn. In het groote gezin van het Rusthuis, is tactvol optreden, te midden onzer oude broeders en zusters, hoogst ge- wenscht. Toch zal die taak niet moeilijk zijn als hij verricht wordt naar den aard der liefde; een liefde zooals Gods Woord ons die leert in 1 Cor. 13, die gegrond en geworteld is in het geloof in Jezus Christus. Spr. hoopt dat mevr. Mulder de be kwaamheid tot haar taak van God mag ontvangen en dat zij niet in eigen kracht haar werk mag aanvatten, maar zich door de hand des Heeren geleid mag weten tot dezen werk kring. Met de bede dat zij vele jaren aan het hoofd van deze stichting verbon den mag zijn, installeerde Ds. Bouw man mevr. Mulder, als directrice van het Rusthuis. Hierna sprak de voorzitter der Rust huiscommissie een kort woord. Namens de diaconie wenschte spr. mevr. Mulder geluk met hare benoe ming tot directrice en sloot zich aan bij het woord van Ds. Bouwman. Wij mogen in onzen Rusthuisarbeid van veel zegen gewagen. Met onze di rectrices zijn we echter totnogtoe niet erg gelukkig geweest. De nieuwbe noemde is reed9 de derde directrice welke aan onze stichting verbonden werd. Binnenland. Het ambtsjubileum van Dr. J. Rie mens te Lelden. 9 Voortzetting van het crisisdebat in de Tweede Kamer. De vergadering van het comité- Geelkerken. Verlaging der spoorwegtarieven. De opbrengst der Rijksnv '*n Buitenland. Men is te Genève niet tv.. ~u« stemming gekomen en de Volken- bondsvergadering heelt besloten alle kwesties, de toelating van Duitschland inbegrepen, aan te honden tot Sep tember. Het is spr.'s vurige wensch dat mevr. Mulder aan onze stichting vele jaren mag werkzaam zijn en zij die taak met toewijding en liefde mag vervul len. Een woord van dank wend door den heer Karstens gericht tot Mej. van Bemmel, die gedurende 3 ma. i- dpn de leiding van het tehuis in han den heeft gehad en tot het verdere per soneel voor de betoonde toewijding. Namens de zustervereen. „Het Rust huis" sprak mevr. C. Mulder een kort woord, waarin zij de nieuwe directrice hartelijk welkom heette en de wensch uitsprak, dat (Je samenwerking tus- schen directrice en zustervereeniging een aangename moge zijn. Nadat op verzoek van één der ver pleegden, de directrice de bekende ze genbede uit Psalm 134 was toegezon gen en mevr. H. C. Mulder haar har telijker dank had betuigd voor de vele goede wenschen, welke te haren op zichte waren geuit, waarvan ze hoopte dat God ze alle vervullen mocht, werd de samenkomst door den heer Karstens met dankzegging gesloten, nadat gezongen was P- 72:11. Marktkooplieden. De Marktkooplieden hier ter stede zijn georganiseerd in eem tweetal ver- eenigingen: de Marktkooplieden vereen, ..Ons Belang" en de Leidsche Markt en Koopliedenvereen. Leid eins Belang". De eerste dezer organisaties is aan gesloten bjj een landelijke federatie en is de oudste der beide vereenigingen, zjj viert binnenkort haar iste lustrum. De andere is specifiek-Leidsch en om vat behalve de marktkooplieden ook de venters. 't Spreekt vanzelf, dat deze beide vereeoigingen wanneer het er om gaat de belangen harer leden en die der Leidsche nrrirt in 't algemeen te be hartigen, zeer dikwjjls op vriendschap pelijke wijze moeten samenwerken. Er is zelfs wel eens sprake van geweest, een fusie aan te gaan, maar tot dua* ver is het nog niet zoo ver gekomen. Gisteravond had „Leidens Belang" haar derde feestelijke jaarvergadering in de Graanbeurs, die geheel gevuld was, ja zelfs moesten er nog afgewe zen worden. De voorzitter, de heer van Duren, opende de vergadering en heette de aanwezigen welkom in 't bijzonder den Directeur van het Markt wezen den Marktmeester en andere genoodigdetv. Nadat spr. de aanwezigen een gevoe gelijk en avond had toecewenscht. werd FEUILLETON. Uit nood en dood gered 20) „Stap daar nu in" zei La Croissette tot mij, „dan zullen wij u uit het ven ster neerlaten. Wacht, ik zal, om u gerust te stellen, voorgaan." En terwijl hij zijn lang lichaam in de mand plooide, sloeg hij de armen om zijn knieën, waarna de anderen hem door middel van goed bevestigde koorden nederlieten. De vrouw werd vuurrood van inspanning om de mand over den raamdorpel te krijgen, en ik beefde voor hem. „Alles is in orde, hij is behouden beneden" zeide zij eindelijk, waarna ik haar hielp den mand op te trekken. „Nu, jongmensch, zijt gij niet be vreesd?" „O neen, laat mij echter niet te snel neer." „Dat hangt maar van uw zwaarte af. Wij kunnen u niet den geheelen nacht tusschen hemel en aarde zwevend houden. Komt, gij weegt in alle geval lichter dan uw broeder. Vaarwel, mijn waarde, goede reis!" „Vaarwel, juffrouw, duizendmaal dank!" Ik dacht aan een gelijksoortig ont komen van Paulus. La Croissette steunde de mand bij 'tafdalen, en reikte mij voorts zijn hand, om mij uit mijn gedwongen houding te bevrijden, waarna de mand weer vlug werd op getrokken en binnengehaald. „Gode zij dank, wij zijn behouden!" riep ik uit. „Dat is buitengemeen schrander overlegd." „Denkt ge, dat het voor 'teerst ge schied is?" zeide La Croissette. Er ge beurt veel te Nimes, dat de waakzaam heid van het bestuur ontsnapt. Thans zijn wij veilig buiten de stadsmuren, en kunnen ons nu van den goeden af loop van onzen nachtelijken tocht ver zekerd houden." „Moge het met God9 zegen zoo zijn,!" zeide ik. „Dat wensch ik met u van ganscher harte" was La Croissette's antwoord. „Sommigen vertrouwen op de Voorzie nigheid, anderen op hun goed gestern te, het is mij beide wel. Stap nu in den wagen." Hij leidde het paard een weinig uit de schaduw en hielp mij in den klei nen houten wagen, waarin een ge spreide matra9 een gewenschte ligging aanbood; vervolgens reden wij lang zaam en rustig heen en kwamen al lengs meer in het open veld, met heg gen doorsneden. „Hoe gaat het u?" vroeg La Crois sette ten laatste „Hindert u het schud den en stooten?" „O", antwoordde ik, „mijne gedach ten zijn jnet zoovele onderwerpen ver vuld, dat ik de zora voor het lichaam vergeet." „Des te beter; sommigen meeneu echter, dat de kwellingen des geestes bet moeilijkst te dragen zijn." „Ik twijfel daar geenszins aan, of schoon het een zoowel als het ander terneerdrukt. Maar ik wilde zeggen, dat ik bekommerd ben over 'tgeei ons wellicht nog te wachten staat, hoezeer ik niet kan beweren mij onge lukkig te gevoelen." „Inderdaad, gij hebt daartoe ook geen reden, want gij zijt uit die on rustige stad ontsnapt op een wijze, die menigeen u zou benijden." „Zeg mij eens oprecht, gelooft gij, dat ik aan alle gevaar ontkomen ben?' „Hoe weet ik dat? Gij zijt het kwaad ginds ontkomen, misschien zijt gij la ter minder gelukkig. Het is er mede als met het weder: is het heden regen achtig, morgen kan de lucht helder zijn. Er is een weerprofeet te Aries, in wien sommigen de dwaasheid hebben geloof te stellen; maar vóór eenigen tijd brak hij zijn been, hoewel zijn pro fetische geest het hem niet had voor speld, en daarom hecht ik ook geen vertrouwen aan zijn weerkennis „Er zijn er altijd geweest, die voor gaven teekenen en wonderen te kun nen doen" merkte ik op; „reeds ten tijde van Mozes beweerden de toove naars, hunne staven in slangen te kun nen veranderen." JZii waren vlug en behendig, onder stel ik" antwoordde La Croissette „Bij voorbeeld dokter Jameray kan vele wonderbare dingen doen, en eenige daarvan heb ik zelf geleerd, daar voor sommige zijner kunstgrepen een twee de persoon vereischt wordt, die achter de schermen blijft; wanneer hij zijne rondreizen doet, doe ik het echter voorkomen, alsof ik hem slechts toe vallig ontmoet, en zoo herhalen wij op een aantal plaatsen dezelfde toeren voor de verbaasde menigte." „Uw spelden- en naaldenhandel if dus maar een voorwendsel?" „Ik verdien er een weinig*geld mede, omdat ik steeds zorg de beste naalden en spelden te hebben, waardoor ik mij zekeren naam verworven heb; de huisvrouwen stellen vertrouwen in mij; mijn karakter heb ik te eerbiedi gen, en zoo word ik er wederkeerig door geschraagd." „Werkelijk blijft een goed karakter altijd het meest aanbevelenswaard." „Wel, wat zal ik daarvan zeggen? Gij zijt nog te jong om daarover uw oordeel uit te spreken; uw- vaders wijsheid is daartoe beter in staat, of schoon hij wellicht in zijn oordeelvel ling dwalen zou." „Dat geloof ik niet" was mijn ant woord. „Thans moet gij toch zonder dak rondzwerven, zonder iemand eenlg kwaad gedaan te hebben. Wat baat u nu uw ooAd karakter?" „Het heeft mij bij voorbeeld uw goe de diensten bezorgd" merkte ik aan; „gij hadt mij zeker niet zoo goed bij gestaan, indien ik een onwaardige ge weest ware." „Wellicht niet, want hoewel zulke gewetenlooze deugnieten 9omtiid9 ont snappen, verdienen zij niettemin 9traf, en sommigen schijnen eerlijk te zijs en betalen ruim sommigen niet'. „Uwe laatste opmerking schijnt een bepaalde bedoeling te hebben", zeide ik glimlachend. „Gij hebt gelijk. Ik dacht aan een jong edelman met een slecht levens gedrag, die in handen van het ge recht viel. Zijn schijnbare gulheid en rondborstigheid deden hem vele vrlen den verwerven, totdat men hem later leerde doorgronden. Ten deele door groote beloften, wist hij mij te be praten hem buiten het bereik zijner vijanden te brengen: maar zijn belof ten i9 hij nooit nagekomen Hij be hoeft voortaan mijn hulp nooit meer in te roepen." „Hij zal ten laatste zeker het gemis van een goed karakter te betreuren tehben" „O, dat is reeds het geval: hij ls thans in de gevangenis. Maar een aantal uwer geloofsgenooten, die niets misdaan hebben, deelen in hetzelfde lot. Mij schijnt het daarom toe, dat goeden en kwaden aan een zelfde let onderworpen zijn".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1