WflT DE BLADEN ZEGGEN.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 12 MAART 1S26
den of zij haar stem aan de begroo
ting van Buitenla-ndsche Zaken al of
niet kan geven.
„De mannen, die in de katholieke
fractie leiding geven, hebben ons ver
trouwen. Zij weten evengoed als wij,
dat de vrijheid welke de fracties in de
Kamer zich ten opzichte van een ex
tra-parlementair kabinet kunnen ver
oorloven, in de practijk ten zeerste
wordt beperkt door de verantwoorde
lijkheid voor de gevolgen van een
stemmen tegen een of meer hoofdstuk
ken van de begrooting. Wanneer een
groote partij als de onze door de gel
den, welke op de Staatsbegrooting zijn
uitgetrokken, te weigeren, deze Regee-
ring het leven onmogelijk maakt, dan
aanvaardt onze fractie hiermede den
moreelen plicht, in samenwerking met
andere tegenstemmers Nederland een
nieuw Ministerie te bezorgen
De Residentie-bode (R. K.)
vindt het teekenend, dat er in de re-
geeringsverklaring geen letter staat
betreffende het verdrag met België.
Zat minister Van Karnebeek niet in
dit Kabinet, dan zou dit veelbeteeke-
nend zwijgen wel moeten beduiden,
dat het verdrag stillekens achter de
bank zou gewerkt worden. Than9 kun
nen we dat natuurlijk niet aannemen.
Integendeel zal het zwijgen nu wel
zooveel moeten beduiden als dat het
vanzelf spreekt, dat de Regeering het
verdrag verdedigen zal. Het behoeft
wel niet gezegd, dat de beroemde Me
morie van Antwoord, die nog moet ko
men, heel wat wijzigingen zal moeten
bevatten, wil er eenige kans zijn, dat
deze Kamer het verdrag slikt. Vooral
•nu er geen politiek behoeft te worden
ontzien en het stuk geheel op eigeru
mérites beoordeeld kan worden, zul
len er harde noten gekraakt worden.
Ten slotte, hoe de partijen, hoe voor
al de eigen partij tegenover het minis
terie en de algemeene politieke situa
tie staat het voornaamste van al
les! valt nu nog niet te zeggen.
Eerst na de beslissing omtrent het
Gezantschap kan de eindrekening op
gemaakt worden. Nog enkele dagen
moeten we dus geduld hebben, vóór
de nevelen optrekken
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepién: Te Polsbroek c.a., J.
Enkelaar te Rijssen (Ov.). Te Lutten
(tcez.), S. H. J. Voors te Opperdoes.
Bedankt;. Voor Putten,- G~ Benes
te Monster. Voor Ouddorp, H. Ewoldt
te Raamsdonksveer.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Zaandam (vac. Ds. J.
J. de Vries), Dr. C. Bouma te Zwolle
en J. van Herksen te Hiilegom. Te La
ren (N. H.), H. J. Kouwennoven, caind.
te Leiden en N. Willemse, cand. te
Amsterdam.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor Maarssen, G. Salo
mons te Amersfoort.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Leiden, G. H. Ker
sten te Ierseke.
Ds. Diemer. f
Gisteren is te Apeldoorn in dein ouder
dom van 89 jaar overleden de bekende
emeritus-predikant der Geref. Kerken,
Ds. W. Diemer. De overledene, die meer
dan 65 jaar predikant is geweest, werd
in i860 candidaat, om 7 October van
dit jaar te Sluis (Z.) in het predikambt
te worden bevestigd. Hg diende achter
eenvolgens de Geref. Kerk van Stads
kanaal, Alphen aan den Rijn, en Dok-
kum, waar hg 17 Aug. 1890 wegens on
gesteldheid emeritaat ontving.
Daarna diende hij nog van 5 April
1891 tot 25 April1 1S97 de kerk te Wghe
bg Deventer, waar hij in 1897 definitief
eervol emeritaat ontving.
De overledene was een zeer markante
figuur, die in zijn dagen de kerkelijke
pers van zich deed spreken en daarin
onderscheidene artikelen publiceerde.
Hg was een warm vriend van de
Kamper Theologische Schcol.
Het antwoord van Dr. Geelkerken.
De Generale Synode heeft gisteren
het volgende antwoord van Dr. G. ont
vangen
W eleerwaarde en eerwaarde heeren
en broeders,
Het doet mij dien leed, dat het resul
taat van alle beschouwingen en bespre
kingen der afgelcopen wekefci niet an
ders is geweest dan de eisch tot onder-
teekening van de door uwe vergadering
opgestelde verklaring van welken eisch
ik de rechtmatigheid tot mijn spijt niet
vermag in_ te zien.
Naar mijn gevoelen toch wordt o.a.
door de wijze, waarop de Synode haar
opvatting ^aangaande de door haar ge
noemde bijzonderheden vain Gen. 2 en 3
in verband brengt met art. 4 dn 5 der
Ned. Geloofsbelijdenis het in die arti
kelen beleden gezag der Heilige Schrift,
waaraan „de Heilige Geest getuigenis
geeft in onze harten"' ©n waaraan ik mg
dan ook zonder eenig voorbehoud omder-
werp, feitelijk toegekend aan de uit
spraak eener kerkelijke vergadering.
Gelijk ik reeds meermalen verklaarde
heb ik persoonlgk geen bepaalde exe
gese betreffende bedoelde punten en
evenmin op zichzelf eenig geloofsbe
zwaar tegen de onder ons bestaande tra-
ditjoneele uitlegging daarvan. Trouwens
m.i. kan de geloovige, ondanks voor
hem ten deze bestaande moeilijkheden,
die, naar ik mij niet ontveinzen mag,
ook voor mg door een beslissing als de
uwe uit den aard der zaak niet wegge
nomen worden, uit de bedoelde bijzon
derheden de openbaring Gods klaarlgk
verstaan.
Daarbg meen ik mij overtuigd te mo
gen houden, dat uw uitspraak allerminst
bedoelt, de ten allen tg de door onze
vaderen gehandhaafde vrijheid van we
tenschappelijk onderzoek af te snij dein
en vertrouw ik, dat uwe Synode, vóór
haar uiteengaan, maatregelen zal tref
fen voor een behandeling in vollen om
vang der zich onder ons voordoende
vragen inzake Gereformeerde Schrift
beschouwing, waarmede de opvatting
der in uwe verklaring genoemde dé
tails ten nauwste samenhangt.
Dit in aanmerking nemende, ben ik
bereid, uit hoofde mijner ambtelijke be
diening in oiaze kerken, die mg lief zgn,
bg mijn prediking en catechetisch on
derricht mij, in afwachting van dein zoo
spoedig mogelijken afloop dezer nood
zakelijke behandeling, naar uw uitspraak
omtrent „de klaarblijkelijke bedoeling
van het Schriftverhaal van Genesis 2
èn 3" te voegen.
Met broedergroet,
w.g. J. G. GEELKERKEN.
Door den K erker aad van Amsterdam-
Zuid_ is aan de Synode het volgende
schrijven gezonden:
Geliefde Broeders in onzen Heere
Jezus Christus,
De Rhad der Gereformeerde Kerk van
Amsterdam-Zuid heeft uw verzoek, zijn
predikant te bewegen tot het teekenem
der door u hem- voorgelegde verklaring
met grooten ernst overwogen.
Dat hg desondanks geen vrijheid heeft
kunnen vinden, aan dit verzoek te vol
doen, vindt zgn gromd in de voigende
•overwegingen.
Ofschoon de raad tot heden nog steeds
niet cfficiëel en volledig kennis heeft
gekregen van de door uwe vergadering
tot dusver in „de zaak Geekerken"
genomen besluiten, heeft hetgeen dien
aangaande bij monde Uwer bijzondere
Commissie te zijner kennis kwam, als
ook hetgeen in de dagbladen, meer spe
ciaal in „De Standaard" van 4, 5 eui 6
dezer is gepubliceerd, hem den sterken
indruk gegeven, dat het niet in overeen
stemming met het tusschen de Geref.
Gerei, kerken geldende „aceoord van
kerkelijke gemeenschap en dat hetve.l
iainder als een uitvloeisel of toepassing
daarvan beschouwd of aanvaard mag
werden, terwijl de Raad bovendien de
rechtmatigheid der genomen besluiten
niet kan erkennen.
De raad stelt zich voor na ontvangst
Uwer volledige en officiëele kennisge
ving van een ea ander hierop terug te
komen.
Overigens wil hij dit schrgven niet be
ëindigen, zonder nog eens nadrukkelijk
gewezèft te hebben op het hooge belang
van de zaak en de dure verantwoorde
lijkheid, diepten deze op uwe_ vergade
ring rust. Zijnerzijds meent hij in goe
de consciëntie te kunnen verklaren, in
zonderheid nog in déze dagen niets ach
terwege te hebben gelaten om 'n breuk
te voorkomen.
fien telegram aan de Synode.
Het volgende telegram is, naar ge
meld wordt, gisteren verzonden aan de
Generale Synode te Assen:
Ondergeteekenden, zich verblijdende,
dat onze kerken voortdurend waken
TWEEDE BLAD.
De regeeringsverklaring.
De Standaard (A.-R.) consta
teert, dat het Regeeringsprogram zich,
voorzoover het zakelijke deel betreft,
nauw aansluit bij het program van het
vorige Kabinet.
Met voortgezette bezuiniging begint
het Kabinet-De Geer. Zoo ook in de
jongste Troonrede na de beginseluit
spraak van het Kabinet-Coüjn.
Belastingverlaging door het doen
verdwijnen van de overbodige heffin
gen voor het Leeningfonds en door de
groote gezinnen te ontlasten is in
overeenstemming met de ingediende
plannen van het vorig Kabinet De
eenige afwijking is, dat niet Ie hcele
Verdedigingsbelasting II zal verdwij
nen maar slechts de helft, terwijl de
andere helft der verlaging zal worden
gezocht in schrapping van de ieening-
opcenten op de personeele belasting
en op den suikeraccijns.
Bezwaar is daartegen onzerzijds niet
te maken. Hoofdzaak is, dat de onge
veer 25 millioen gulden, die thans voor
het Leeningfonds onnooaig geheven
worden, voortaan niet meer van ons
volk zulen worden gevraagd.
Het blad gaat dan de overige regee-
ringsplannen na, tegen het meerendeel
waarvan het geen bezwaar heeft, om
dat het reeds eerder zijn instemming
betuigde met de plannen van het Ka-
binet-Colijn, waarvan verschillende der
voorgenomen maatregelen deel uit
maakten.
Dat de politieke strijd blijft rusten
althans van de regeeringstafel, is de
„Standaard" niet duidelijk. liet blad
twijfelt ook of dit uitvoerbaar is.
Men denke bijv. eens aan een vraag
stuk dat nog hangt en waarbij een be
slissing niet te ontgaan is. Aan uc ge
vraagde goedkeuring op de Statuten
van den Nieuw-Malthusiaanschen
Bond. Die goedkeuring kan óf gegeven
óf onthouden worden. Een derden weg
zien we niet.
Welke beslissing de Minister van
Justitie ook neemt, in beide gevallen
rust de politieke strijd niet. Ook niet
van de Regeeringstafel die hem door
die beslissing zelfs ontketent.
Zoo zijn er talrijke andere punten
te noemen, en we gelooven dan ook dat
het Kabinet zich met een ijdeie hoop
vleit, als het meent zich buiten de po
litieke sfeer te kunnen houden.
Ronduit gezegd, hopen we dat ook
niet.
Eerder gaat onze wensch uit uaar
een optreden dat er op gericht is om
de partijen der rechterzijde weer na
der tot elkaar te brengen. De toestand
is nu eenmaal zoo, dat er voorshands
weinig uitzicht op een parlementair
Kabinet is, tenzij steunend op de her
stelde eenheid der Rechterzijde.
Heroriënteering in de oude richting
is dus voor de eerste jaren stellig het
meest in het belang van een goede
saamwerking tusschen Regeering en
Staten-Generaal. Herstel dier oude
oriënteering te bevorderen is dus niet
maar een partijbelang, maar een al
gemeen landsbelang van de eerste or
de. Tenzijspoedig blijken mocht
wat wij niet gelooven dat een ge
heel nieuwe oriënteering mogelijk zou
zijn.
Voorshands, zoo besluit het blad,
wachten we het Kamerdebat af.
Het positief Christelijk Kabinet ging
heen om plaats te maken voor een dat
zelf indifferent wil zijn.
Dat is een nadeel.
Dat het indifferente Kabinet het pro
gram van het afgetredene overnam op
alie punten van zakelijker) aard,
stemt voorloopig tot voldoening.
De Maasbode (R.-KJ vestigt spe
ciaal de aan dacht op de verhouding
van de partijen tot deze Regeering.
„Zij staat van alle pai tijen los en
vraagt aller steun; doch voikomen op
eén rij staan daarom de partijen niet.
Van een partij als de Christelijk-his-
torische mag men zeggen, dat zij, daar
betrekkelijk veel ministerzete's door
leden uit haar midden worden ingeno
men én dat wel door twee harer meest
vooraanstaande mannen, haar posi
tie tegenover dit Kabinet toch een ge
FEUILLETON.
Uit nood en dood gered
16)
„Wij hebben toe te zien, mijn kind,
niet lichtvaardig iemand ons vertrou
wen te schenken" zei mijn moeder.
„Dat is zoo, maar hij is blijkbaar
zulk een onschadelijk en goedhartig
man."
„Wij zijn niet in de gelegenheid,
hem last te veroorzaken."
Gabrielle echter was van een andere
meening. Had zij voorzien, dat zij ee
nige dagen binnen de gewelven der
Arena zou moeten doorbrengen, dan
zou zij zeker een voorraad van allerlei
opschik en versnaperingen hebben op
gedaan. Intusschen beijverde Made
leine zich, den kinderen den tijd te
korten door met een spijker kleine
sommen op den muur op te tellen, of
teekeningen er op te griffelen en daar
bij toepasselijke geschie'denisjes te ver
tellen. Dit wekte zelfs Gabrielle ter
navolging op, zoodat zij, ofschoon niet
zonder zuchten, nu en dan de taak van
hare zuster overnam. Mijn vader ver
diepte zich inmiddels in het nazien
zijner aanteekeningen, bijwijlen een
woord met mijn moeder wisselend. La
ter waagde hij zich een paar malen
eenige schreden buiten het Amphithe-
heel andere is dan die der Katholieke
Staatspartij. Laat dan volkomen waar
zijn, dat „geen der leden van het Ka
binet zal beschouwd mogen worden
als daarin vertegenwoordigende de
partij, waartoe hij behoort van de
Christelijk-historische partij zitten vi
tale elementen in dit Kabinet, van de
onze niet.
Daar zal dus het een en ander af te
dingen zijn op de opinie die deze Re
geering zelve heeft over haar verhou
ding tot de verschillende partijen.
Helaas is ook haar meening, dat zij
het „intermezzo", waarvan zij spreekt,
neutraal presideert door haar kracht
te zoeken in de neutrale zóne, een ver
gissing en een beduidend offer aan de
neutrale staatkunde.
Doch sterk staat de Regeering door
haar scherpe analyse van den betreu-
renswaardigen toestand van parle
mentaire impotentie. Uit zich zelf is
deze Regeering niet sterk, zij ziet ech
ter haar zwakheid in en is bereid
voor elke 9terkere combinatie heen
te gaan. „The strength of the House of
Lords is in its weakness heette het
in Engeland; zoo is de kracht dezer
Regeering in de door haar zelf zoo
goed gekende zwakte, steunen als zij
moet op wisselende meerderheden'
De Nieuwe Courant (lib.) is
verheugd, dat we nu in het stadium
der partijloo9heid zijn gekomen.
De regeeringsverklaring noemt dit
blad voorzichtig en best heiden, een
stuk, dat een sympatliieken toon Jaat
hooren.
Het Handelsblad (lib.) besluit
een beschouwing aldus:
„Alles tezaam genomen schijnt ook
dit zeker een ministerie dat, door zijn
optreden en door zijn program aan
spraak kan maken op welwillende be
jegening in en buiten het parlement.
Het zal anders moeten blijken, in hoe
verre zulk een gezindheid aanwezig
is en of Minister De Geer zich niet te
veel illussies maakt van de mogelijk
heid om op den duur en dit pi ogram
is or niet een voor maanden maar 70or
jaren 's lands zaken buiten „de poli
tiek" te houden. Bij de behandeling
der gezantschapskwestie zal hiervan
aanstonds reeds iets aankomen. De
minister zei, dat aan een beslissing
over die kwestie geen politieke gevol
gen voor eenig lid van het kabinet
zouden zijn verbonden.
Maai als de suppl. begr. mocht wor
den verworpen en als dan, dientenge
volge, de begrooting van Buitenland-
sehe Zaken mocht worden afgestemd,
blijft dan de heer Van Karnebeek toch
zittenDat zou toch kwalijk denkbaar
zijn. Wij grijpen dit overigens slechts
aan ais hypothetisch voorbeeld, niet
cmdat wij de verwerping wezenlijk
verwachten der begrooting van dezen
Mirister, wiens traktaat met België
ook op dit kabinet voor ons een zwa-
i-ohaduw werpt".
Let Vaderland (lib.) vindt dat
de rtde treft door goed inzicht in de
beteeVenis van het nieuw opgetreden
kabinet ü'ei blad neefi ecbicr bezwaar
tegen de 1 walificatie van kort inter
mezzo die dit Kabinet zich zelf geeft.
„Het zou dunkt ons toch al zoo zon
derlinge opvatting van het nieuw op
getreden Kabinet zijn, om bij de eerste
onderhandsche boodschap van welke
combinatie van partijen ook, dat zij
in staat zijn een parlementair Kabinet
te formeeren, het bijltje er bij neer te
leggen, dat wij de mogelijkheid van
zulk eene opvatting maar niet zullen
aannemen. De onmogelijkheid om een
parlementair Kabinet samen to stel
len is bij de laatste crisis al te duide
lijk gebleken; het kan thans niet weer
geprobeerd worden, vóór de stembus
weer heeft gesproken".
Het blad meent overigens, dat dit
Kabinet de gezantschapskwestie (een
zuiver politiek vraagstuk) had moeten
laten rusten.
„D e T ij d" (R.K.) ziet in h-et hand
haven van den gezantschapspost door
Jhr. de Geer voor de Katholieken een
moreele voldoening, die veel goed
maakt van hetgeen zij den laatsten
tijd van Chr. Hist, zijde hebben er
varen.
Bij een eventueel afstemmen van
den gezantschapspost zal de katholie
ke fractie zich echter hebben te bera
ater, en ontweek dan zorgvuldig en
kele daar rondzwervende landloopers.
Zoo was deze dag, waaraan geen einde
scheen te komen, dan toch eindelijk
voorbijgegaan. Vader bepaalde, dat wij
voortaan, om beter de verveling te be
strijden, den dag regelmatig zouden
verdoelen, en 'bestemde daartoe vaste
uren voor de maaltijden, de rust, het
gebed en overdenkingen of leerrijke
gesprekken Wij trachtten ons zoo goed
mogelijk naar zijn leiding te voegen,
hoewel onze gedachten zich onwille
keurig veelal met de buitenwereld be
zig hïeden.
Kort nadat de vrouwen en kinderen
zich naar een ander gewelf ter nacht
rust hadden begeven, stond andermaal
La Croisette voor ons.
„Ik dacht, mijne heeren, dat gij wel
licht gaarne het nieuws van den dag
zoudt vernemen" sprak hij.
„Zeker" antwoordde mijn vader.
„Zet u neder. Ik wenschte, dat ik u
een betere plaats kon aanbieden. Welk
nieuws brengt gij mede?"
„Het voornaamste nieuws is, dat
men bezig is, bijna geheel Nimes te
bekeeren" vervolgde La Croisette;
„geen krachtiger middel daartoe clan
het vuur en het zwaard. Bij elk Pro-
testantsch gezin zijn dragonders in
gekwartierd; al wat niet ten buit kan
strekken wordt vernield, en sommigen
bekleeden zelfs hunne fraaie zwarte
paarden met geheele balen lijnwaad
en zijde, of met de fijnste Hollandsche
lakenstoffen. Het volk wordt met de
punt van den degen naar de kerken
gedreven, en bij geheele zwermen
dient men hun het heilig vormsel toe.
De boeren bieden meer tegenstand,
maar eindigen toch met zich evenzeer
te onderwerpen."
„Sommigen misschien, sommige
weekhartige lieden" begon mijn vader
aarzelend.
„Nu, wel mogen zij wèekhartig zijn,
in hunne plaats zou ik het zeker ook
wezen" viel La Croisette hem in de
rede „want wat heeft het eigenlijk te
beteekenen, het is niets dan bloot
een vorm. Zij stappen over enkele
woorden heen, maken een kruis, kus
sen een reliquie of iets van dien aard
meer wordt er niet gevergd en
de bisschop haast zich hun alle schuld
kwijt te schelden."
„Maar zal God hen van alle schuld
vrij verklaren?" sprak mijn vader.
„Wij als Christenen erkennen zulk eoti
verdrag niet. Velen onder de eerste
Christenen mogen hun leven gespaard
hebben door een handvol wierook voor
het standbeeld van den Romeinschen
keizer te strooien, maar geenszins
werd dit als een bloote vorm be
schouwd. Voorts huldigen de Room-
<chen in beginsel datgene, waarvan zij
uiterlijk afwijken, want zij bewijzen
bijna Goddelijken eerbied aan deze
eerste martelaren voor hunne trouw
aan het geloof, en nochtans willen zij
ons martelen, omdat wij hen navol
gen."
„Welnu, ik ben niet voornemens mij
door hen te laten martelen" zeide La
Croisette. „Mijn geloof is rekbaar, en
daar bevind ik mij het best bij."
„O, mijn vriend, vergenoeg u toch
niet met zulk een geloof, dat geener
lei waarde kan hebben."
„Mijnheer, wij allen hebben zoowel
onze zwakke ais onze goede zijde. Ik
houd niet van redetwisten, maar heb
liever met dingen te doen, die mij geen
moeilijkheden veroorzaken. In den af-
geloopen nacht is er een goederenkan
toor afgebrand."
„O!" riep mijn vader zijns ondanks.
„Sommigen zeggen, dat de beide ei-
genaren.er bij zijn omgekomen; ante-
ren, dat een hunner afwezig is. Eeni-
gen beweren, dat het kantoor met op
zet in brand gestoken werd; anderen,
dat het onheil bij toeval is gebeurd.
Niets is er overgebleven dan de buiten
muren en een rookende puinhoop."
Mijn vader bedekte het gelaat met
beide handen.
„Voorts" vervolgde La Croisette, „is
de waardige heer Lac&ssagne, voor het
gemis van slaap bezwijkend, tot het
Roomsche geloof toegetreden."
Inderdaad." riep mijn vader gmar-
voor de handhaving van het ongerept
gezag van Gods woord,
echter bezwaard zijnde om de verkla
ring door u aan Dr. Geelkerken ter on-
derteekening voorgelegd,
gevoelen zich innunme consciëntie ge
drongen, u bescheidenlek en broederiqk
te verzoeken, op de gronden in de bro
chure „Ons aller Moeder" genoemd, de
reeds lang aanhangige kwesties betref
fende het Schriftgezag nader principieel
onder de oogen te zien en zoo mogelijk
tot oplossing te brengen in den weg van
.uitbouw van de Belgaonis,
en intusschen vain Dr. Geelkerken niet
meer te vragen, dan dat hg zich aan de
in uw uitspraak neergelegde opvatting,
ambtelijk houde.
G 1 i U TT door Zgn Geest.
BAVINCK
BUFFINGA
DOUMA
WIELENGA
Gerei. Freuikanteuconierentle.
Met betrekking tot de Geref. predi
kantenconferentie die op 7 en 8 April
a.s. te Utrecht zal worden gehouden,
wordt nader gemeld, dat Oud-Minister
van Dgk, een der sprekers van dein
tweeden dag. tot onderwerp heeft ge
kozen: de militaire dienst bezien in net
licht der Geref. belijdenis. Ds. J. G.
Kunst van Arnhem, die in de gezellige
bijeenkomst aan den avomd van den
eersten conferentiedag zal voorgaan, zal
spreken over: beroepingspractijken.
BINNENLAND.
De nood in Emmen.
De directie van de Nederl. Kunst
zijdefabriek te Arnhem heeft in ver
band met den nood in de Drentsche
venen reeds eenigen tijd geleden een
30 meisjes uit de veenstreken aan de
fabriek te Ede verbonden. De meisjes
zijn gehuisvest in een der gebouwen
bij de fabriek, het Parkhotel.
Er wordt zorg gedragen, dat deze
meisjes, die 17 tot 21 jaar oud zijn,
onder goede leiding en toezicht staan.
Het gebouw biedt plaats voor 50 meis
jes. Tot overplaatsing van gezinnen
uit Drente naar Ede, werd in verband
met verschillende omstandigheden
niet overgegaan.
Onveilig strand.
Woensdag, Donderdag en Vrijdag
«al het strand tusschen Scheveningen
en Katwijk onveilig zijn van half 12
tot half drie wegens het schieten met
geschut.
De aandacht van het publiek worfit
er op gevestigd, dat het strand niet
eerder toegankelijk is, alvorens de
vlaggen, welke de onveiligheid aandui
den. weggenomen zijn.
Hollandsche jongelui' naar Ned.-Indië.
Het bestuui; der Vereeniging „Jan
Pietersz. Coen" deelt ons mede, dat de
vereeniging bereid 19 sollicitaties in
ontvangst te nemen van jongelui, die
in aanmerking wenschen gebracht te
worden om in 192G onder leiding een
reis naar en door Nederlandsch-Indië
te maken. Degenen die daarvóór in
aanmerking komen, moeten zich
schriftelijk aanmelden voor 1 April
e.k. bij het secretariaat. Vijgendam 2
6, Amsterdam.
Het voornemen bestaat, om naast
enkele heeren leeraren van middel
baar en hooger onderwijs uit te zenden
6 jongelui van 18 tot 20 en een tweede
groep van 6 jongelui van 22 tot 24
jaar; de eerste dier groepen zal waar
schijnlijk vertrekken aanvang of me
dio October, de tweede begin of medio
Juni. Getracht zal worden in overleg
met het Koloniaal Instituut het geven
van eenig voorbereidend onderricht
aan de reis te doen voorafgaan.
Nog wordt medegedeeld dat ouders,
die het wenschelijk achten, dat hun
zoon in aanmerking wordt gebracht
om een reis als bovenbedoelde mee te
maken, zich bereid moeten verklaren
naar gelang van hun financieele
draagkracht in de kosten bij te dragen
terwijl het bestuur zich voorbehoudt,
nadere voorwaarden te stellen.
Ludhtverbinding Amsterdam-Marseille
Naar aanleiding van een bericht, dat
de Kon. Luchtvaartmaatschappij voor
nemens zou zijn. een rechtstreeksche
luchtverbinding Amsterdam-Marseille
tot stand te brengen, verneemt het
telijk uit, „O, welk een diepe val!"
„Uitwendig, het is niets dan uitwen
dig" hervatte La Croisette. ,,De arme
oude edelman werd door dat oorver-
doovend geroffel tot vertwijfeling ge
bracht. „Thans zult gij rust heb
ben"! zeide de bisschop. „Ach" was
zijn antwoord, „geen rust verbeid ik
meer aan deze zijde van het graf; en
moge God tot straf mijner handelwijze
de poort des hemels niet voor mij ge
sloten houden!"
„Arme oude man, arme heer Lacas-
sagne!" riep mijn vader uit. „Wel mag
hij zoo klagen."
„Gewis, maar toch, welk verstandig
mensch kan onderstellen, dat Üe poort
des hemels daarom voor hem gesloten
zou worden?" zeide nu La Croisette.
„God is een God van genade."
„Maar Hij zal den schuldige geens
zins onschuldig houden."
„En Hij ziet niet den uiterlijken
schijn, maar het hart aan."
„Dit zeggen is 9lechts op ons uiter
lijk voorkomen toepasselijk, waarvoor
wij niet aansprakelijk zijn. maar geldt
niet het beweren van iets te gelooven,
dat met ons persoonlijk geloof in strijd
is. Ik betreur de zwakheid van mijn
ouden vriend: beter ware het hem ge
weest, voor een tijd verdrukking te
lijden."
Wordt vervolgd).