WflT DE BLADEN ZEGGEN. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 12 MAART 1S26 den of zij haar stem aan de begroo ting van Buitenla-ndsche Zaken al of niet kan geven. „De mannen, die in de katholieke fractie leiding geven, hebben ons ver trouwen. Zij weten evengoed als wij, dat de vrijheid welke de fracties in de Kamer zich ten opzichte van een ex tra-parlementair kabinet kunnen ver oorloven, in de practijk ten zeerste wordt beperkt door de verantwoorde lijkheid voor de gevolgen van een stemmen tegen een of meer hoofdstuk ken van de begrooting. Wanneer een groote partij als de onze door de gel den, welke op de Staatsbegrooting zijn uitgetrokken, te weigeren, deze Regee- ring het leven onmogelijk maakt, dan aanvaardt onze fractie hiermede den moreelen plicht, in samenwerking met andere tegenstemmers Nederland een nieuw Ministerie te bezorgen De Residentie-bode (R. K.) vindt het teekenend, dat er in de re- geeringsverklaring geen letter staat betreffende het verdrag met België. Zat minister Van Karnebeek niet in dit Kabinet, dan zou dit veelbeteeke- nend zwijgen wel moeten beduiden, dat het verdrag stillekens achter de bank zou gewerkt worden. Than9 kun nen we dat natuurlijk niet aannemen. Integendeel zal het zwijgen nu wel zooveel moeten beduiden als dat het vanzelf spreekt, dat de Regeering het verdrag verdedigen zal. Het behoeft wel niet gezegd, dat de beroemde Me morie van Antwoord, die nog moet ko men, heel wat wijzigingen zal moeten bevatten, wil er eenige kans zijn, dat deze Kamer het verdrag slikt. Vooral •nu er geen politiek behoeft te worden ontzien en het stuk geheel op eigeru mérites beoordeeld kan worden, zul len er harde noten gekraakt worden. Ten slotte, hoe de partijen, hoe voor al de eigen partij tegenover het minis terie en de algemeene politieke situa tie staat het voornaamste van al les! valt nu nog niet te zeggen. Eerst na de beslissing omtrent het Gezantschap kan de eindrekening op gemaakt worden. Nog enkele dagen moeten we dus geduld hebben, vóór de nevelen optrekken KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepién: Te Polsbroek c.a., J. Enkelaar te Rijssen (Ov.). Te Lutten (tcez.), S. H. J. Voors te Opperdoes. Bedankt;. Voor Putten,- G~ Benes te Monster. Voor Ouddorp, H. Ewoldt te Raamsdonksveer. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Zaandam (vac. Ds. J. J. de Vries), Dr. C. Bouma te Zwolle en J. van Herksen te Hiilegom. Te La ren (N. H.), H. J. Kouwennoven, caind. te Leiden en N. Willemse, cand. te Amsterdam. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Maarssen, G. Salo mons te Amersfoort. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Leiden, G. H. Ker sten te Ierseke. Ds. Diemer. f Gisteren is te Apeldoorn in dein ouder dom van 89 jaar overleden de bekende emeritus-predikant der Geref. Kerken, Ds. W. Diemer. De overledene, die meer dan 65 jaar predikant is geweest, werd in i860 candidaat, om 7 October van dit jaar te Sluis (Z.) in het predikambt te worden bevestigd. Hg diende achter eenvolgens de Geref. Kerk van Stads kanaal, Alphen aan den Rijn, en Dok- kum, waar hg 17 Aug. 1890 wegens on gesteldheid emeritaat ontving. Daarna diende hij nog van 5 April 1891 tot 25 April1 1S97 de kerk te Wghe bg Deventer, waar hij in 1897 definitief eervol emeritaat ontving. De overledene was een zeer markante figuur, die in zijn dagen de kerkelijke pers van zich deed spreken en daarin onderscheidene artikelen publiceerde. Hg was een warm vriend van de Kamper Theologische Schcol. Het antwoord van Dr. Geelkerken. De Generale Synode heeft gisteren het volgende antwoord van Dr. G. ont vangen W eleerwaarde en eerwaarde heeren en broeders, Het doet mij dien leed, dat het resul taat van alle beschouwingen en bespre kingen der afgelcopen wekefci niet an ders is geweest dan de eisch tot onder- teekening van de door uwe vergadering opgestelde verklaring van welken eisch ik de rechtmatigheid tot mijn spijt niet vermag in_ te zien. Naar mijn gevoelen toch wordt o.a. door de wijze, waarop de Synode haar opvatting ^aangaande de door haar ge noemde bijzonderheden vain Gen. 2 en 3 in verband brengt met art. 4 dn 5 der Ned. Geloofsbelijdenis het in die arti kelen beleden gezag der Heilige Schrift, waaraan „de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten"' ©n waaraan ik mg dan ook zonder eenig voorbehoud omder- werp, feitelijk toegekend aan de uit spraak eener kerkelijke vergadering. Gelijk ik reeds meermalen verklaarde heb ik persoonlgk geen bepaalde exe gese betreffende bedoelde punten en evenmin op zichzelf eenig geloofsbe zwaar tegen de onder ons bestaande tra- ditjoneele uitlegging daarvan. Trouwens m.i. kan de geloovige, ondanks voor hem ten deze bestaande moeilijkheden, die, naar ik mij niet ontveinzen mag, ook voor mg door een beslissing als de uwe uit den aard der zaak niet wegge nomen worden, uit de bedoelde bijzon derheden de openbaring Gods klaarlgk verstaan. Daarbg meen ik mij overtuigd te mo gen houden, dat uw uitspraak allerminst bedoelt, de ten allen tg de door onze vaderen gehandhaafde vrijheid van we tenschappelijk onderzoek af te snij dein en vertrouw ik, dat uwe Synode, vóór haar uiteengaan, maatregelen zal tref fen voor een behandeling in vollen om vang der zich onder ons voordoende vragen inzake Gereformeerde Schrift beschouwing, waarmede de opvatting der in uwe verklaring genoemde dé tails ten nauwste samenhangt. Dit in aanmerking nemende, ben ik bereid, uit hoofde mijner ambtelijke be diening in oiaze kerken, die mg lief zgn, bg mijn prediking en catechetisch on derricht mij, in afwachting van dein zoo spoedig mogelijken afloop dezer nood zakelijke behandeling, naar uw uitspraak omtrent „de klaarblijkelijke bedoeling van het Schriftverhaal van Genesis 2 èn 3" te voegen. Met broedergroet, w.g. J. G. GEELKERKEN. Door den K erker aad van Amsterdam- Zuid_ is aan de Synode het volgende schrijven gezonden: Geliefde Broeders in onzen Heere Jezus Christus, De Rhad der Gereformeerde Kerk van Amsterdam-Zuid heeft uw verzoek, zijn predikant te bewegen tot het teekenem der door u hem- voorgelegde verklaring met grooten ernst overwogen. Dat hg desondanks geen vrijheid heeft kunnen vinden, aan dit verzoek te vol doen, vindt zgn gromd in de voigende •overwegingen. Ofschoon de raad tot heden nog steeds niet cfficiëel en volledig kennis heeft gekregen van de door uwe vergadering tot dusver in „de zaak Geekerken" genomen besluiten, heeft hetgeen dien aangaande bij monde Uwer bijzondere Commissie te zijner kennis kwam, als ook hetgeen in de dagbladen, meer spe ciaal in „De Standaard" van 4, 5 eui 6 dezer is gepubliceerd, hem den sterken indruk gegeven, dat het niet in overeen stemming met het tusschen de Geref. Gerei, kerken geldende „aceoord van kerkelijke gemeenschap en dat hetve.l iainder als een uitvloeisel of toepassing daarvan beschouwd of aanvaard mag werden, terwijl de Raad bovendien de rechtmatigheid der genomen besluiten niet kan erkennen. De raad stelt zich voor na ontvangst Uwer volledige en officiëele kennisge ving van een ea ander hierop terug te komen. Overigens wil hij dit schrgven niet be ëindigen, zonder nog eens nadrukkelijk gewezèft te hebben op het hooge belang van de zaak en de dure verantwoorde lijkheid, diepten deze op uwe_ vergade ring rust. Zijnerzijds meent hij in goe de consciëntie te kunnen verklaren, in zonderheid nog in déze dagen niets ach terwege te hebben gelaten om 'n breuk te voorkomen. fien telegram aan de Synode. Het volgende telegram is, naar ge meld wordt, gisteren verzonden aan de Generale Synode te Assen: Ondergeteekenden, zich verblijdende, dat onze kerken voortdurend waken TWEEDE BLAD. De regeeringsverklaring. De Standaard (A.-R.) consta teert, dat het Regeeringsprogram zich, voorzoover het zakelijke deel betreft, nauw aansluit bij het program van het vorige Kabinet. Met voortgezette bezuiniging begint het Kabinet-De Geer. Zoo ook in de jongste Troonrede na de beginseluit spraak van het Kabinet-Coüjn. Belastingverlaging door het doen verdwijnen van de overbodige heffin gen voor het Leeningfonds en door de groote gezinnen te ontlasten is in overeenstemming met de ingediende plannen van het vorig Kabinet De eenige afwijking is, dat niet Ie hcele Verdedigingsbelasting II zal verdwij nen maar slechts de helft, terwijl de andere helft der verlaging zal worden gezocht in schrapping van de ieening- opcenten op de personeele belasting en op den suikeraccijns. Bezwaar is daartegen onzerzijds niet te maken. Hoofdzaak is, dat de onge veer 25 millioen gulden, die thans voor het Leeningfonds onnooaig geheven worden, voortaan niet meer van ons volk zulen worden gevraagd. Het blad gaat dan de overige regee- ringsplannen na, tegen het meerendeel waarvan het geen bezwaar heeft, om dat het reeds eerder zijn instemming betuigde met de plannen van het Ka- binet-Colijn, waarvan verschillende der voorgenomen maatregelen deel uit maakten. Dat de politieke strijd blijft rusten althans van de regeeringstafel, is de „Standaard" niet duidelijk. liet blad twijfelt ook of dit uitvoerbaar is. Men denke bijv. eens aan een vraag stuk dat nog hangt en waarbij een be slissing niet te ontgaan is. Aan uc ge vraagde goedkeuring op de Statuten van den Nieuw-Malthusiaanschen Bond. Die goedkeuring kan óf gegeven óf onthouden worden. Een derden weg zien we niet. Welke beslissing de Minister van Justitie ook neemt, in beide gevallen rust de politieke strijd niet. Ook niet van de Regeeringstafel die hem door die beslissing zelfs ontketent. Zoo zijn er talrijke andere punten te noemen, en we gelooven dan ook dat het Kabinet zich met een ijdeie hoop vleit, als het meent zich buiten de po litieke sfeer te kunnen houden. Ronduit gezegd, hopen we dat ook niet. Eerder gaat onze wensch uit uaar een optreden dat er op gericht is om de partijen der rechterzijde weer na der tot elkaar te brengen. De toestand is nu eenmaal zoo, dat er voorshands weinig uitzicht op een parlementair Kabinet is, tenzij steunend op de her stelde eenheid der Rechterzijde. Heroriënteering in de oude richting is dus voor de eerste jaren stellig het meest in het belang van een goede saamwerking tusschen Regeering en Staten-Generaal. Herstel dier oude oriënteering te bevorderen is dus niet maar een partijbelang, maar een al gemeen landsbelang van de eerste or de. Tenzijspoedig blijken mocht wat wij niet gelooven dat een ge heel nieuwe oriënteering mogelijk zou zijn. Voorshands, zoo besluit het blad, wachten we het Kamerdebat af. Het positief Christelijk Kabinet ging heen om plaats te maken voor een dat zelf indifferent wil zijn. Dat is een nadeel. Dat het indifferente Kabinet het pro gram van het afgetredene overnam op alie punten van zakelijker) aard, stemt voorloopig tot voldoening. De Maasbode (R.-KJ vestigt spe ciaal de aan dacht op de verhouding van de partijen tot deze Regeering. „Zij staat van alle pai tijen los en vraagt aller steun; doch voikomen op eén rij staan daarom de partijen niet. Van een partij als de Christelijk-his- torische mag men zeggen, dat zij, daar betrekkelijk veel ministerzete's door leden uit haar midden worden ingeno men én dat wel door twee harer meest vooraanstaande mannen, haar posi tie tegenover dit Kabinet toch een ge FEUILLETON. Uit nood en dood gered 16) „Wij hebben toe te zien, mijn kind, niet lichtvaardig iemand ons vertrou wen te schenken" zei mijn moeder. „Dat is zoo, maar hij is blijkbaar zulk een onschadelijk en goedhartig man." „Wij zijn niet in de gelegenheid, hem last te veroorzaken." Gabrielle echter was van een andere meening. Had zij voorzien, dat zij ee nige dagen binnen de gewelven der Arena zou moeten doorbrengen, dan zou zij zeker een voorraad van allerlei opschik en versnaperingen hebben op gedaan. Intusschen beijverde Made leine zich, den kinderen den tijd te korten door met een spijker kleine sommen op den muur op te tellen, of teekeningen er op te griffelen en daar bij toepasselijke geschie'denisjes te ver tellen. Dit wekte zelfs Gabrielle ter navolging op, zoodat zij, ofschoon niet zonder zuchten, nu en dan de taak van hare zuster overnam. Mijn vader ver diepte zich inmiddels in het nazien zijner aanteekeningen, bijwijlen een woord met mijn moeder wisselend. La ter waagde hij zich een paar malen eenige schreden buiten het Amphithe- heel andere is dan die der Katholieke Staatspartij. Laat dan volkomen waar zijn, dat „geen der leden van het Ka binet zal beschouwd mogen worden als daarin vertegenwoordigende de partij, waartoe hij behoort van de Christelijk-historische partij zitten vi tale elementen in dit Kabinet, van de onze niet. Daar zal dus het een en ander af te dingen zijn op de opinie die deze Re geering zelve heeft over haar verhou ding tot de verschillende partijen. Helaas is ook haar meening, dat zij het „intermezzo", waarvan zij spreekt, neutraal presideert door haar kracht te zoeken in de neutrale zóne, een ver gissing en een beduidend offer aan de neutrale staatkunde. Doch sterk staat de Regeering door haar scherpe analyse van den betreu- renswaardigen toestand van parle mentaire impotentie. Uit zich zelf is deze Regeering niet sterk, zij ziet ech ter haar zwakheid in en is bereid voor elke 9terkere combinatie heen te gaan. „The strength of the House of Lords is in its weakness heette het in Engeland; zoo is de kracht dezer Regeering in de door haar zelf zoo goed gekende zwakte, steunen als zij moet op wisselende meerderheden' De Nieuwe Courant (lib.) is verheugd, dat we nu in het stadium der partijloo9heid zijn gekomen. De regeeringsverklaring noemt dit blad voorzichtig en best heiden, een stuk, dat een sympatliieken toon Jaat hooren. Het Handelsblad (lib.) besluit een beschouwing aldus: „Alles tezaam genomen schijnt ook dit zeker een ministerie dat, door zijn optreden en door zijn program aan spraak kan maken op welwillende be jegening in en buiten het parlement. Het zal anders moeten blijken, in hoe verre zulk een gezindheid aanwezig is en of Minister De Geer zich niet te veel illussies maakt van de mogelijk heid om op den duur en dit pi ogram is or niet een voor maanden maar 70or jaren 's lands zaken buiten „de poli tiek" te houden. Bij de behandeling der gezantschapskwestie zal hiervan aanstonds reeds iets aankomen. De minister zei, dat aan een beslissing over die kwestie geen politieke gevol gen voor eenig lid van het kabinet zouden zijn verbonden. Maai als de suppl. begr. mocht wor den verworpen en als dan, dientenge volge, de begrooting van Buitenland- sehe Zaken mocht worden afgestemd, blijft dan de heer Van Karnebeek toch zittenDat zou toch kwalijk denkbaar zijn. Wij grijpen dit overigens slechts aan ais hypothetisch voorbeeld, niet cmdat wij de verwerping wezenlijk verwachten der begrooting van dezen Mirister, wiens traktaat met België ook op dit kabinet voor ons een zwa- i-ohaduw werpt". Let Vaderland (lib.) vindt dat de rtde treft door goed inzicht in de beteeVenis van het nieuw opgetreden kabinet ü'ei blad neefi ecbicr bezwaar tegen de 1 walificatie van kort inter mezzo die dit Kabinet zich zelf geeft. „Het zou dunkt ons toch al zoo zon derlinge opvatting van het nieuw op getreden Kabinet zijn, om bij de eerste onderhandsche boodschap van welke combinatie van partijen ook, dat zij in staat zijn een parlementair Kabinet te formeeren, het bijltje er bij neer te leggen, dat wij de mogelijkheid van zulk eene opvatting maar niet zullen aannemen. De onmogelijkheid om een parlementair Kabinet samen to stel len is bij de laatste crisis al te duide lijk gebleken; het kan thans niet weer geprobeerd worden, vóór de stembus weer heeft gesproken". Het blad meent overigens, dat dit Kabinet de gezantschapskwestie (een zuiver politiek vraagstuk) had moeten laten rusten. „D e T ij d" (R.K.) ziet in h-et hand haven van den gezantschapspost door Jhr. de Geer voor de Katholieken een moreele voldoening, die veel goed maakt van hetgeen zij den laatsten tijd van Chr. Hist, zijde hebben er varen. Bij een eventueel afstemmen van den gezantschapspost zal de katholie ke fractie zich echter hebben te bera ater, en ontweek dan zorgvuldig en kele daar rondzwervende landloopers. Zoo was deze dag, waaraan geen einde scheen te komen, dan toch eindelijk voorbijgegaan. Vader bepaalde, dat wij voortaan, om beter de verveling te be strijden, den dag regelmatig zouden verdoelen, en 'bestemde daartoe vaste uren voor de maaltijden, de rust, het gebed en overdenkingen of leerrijke gesprekken Wij trachtten ons zoo goed mogelijk naar zijn leiding te voegen, hoewel onze gedachten zich onwille keurig veelal met de buitenwereld be zig hïeden. Kort nadat de vrouwen en kinderen zich naar een ander gewelf ter nacht rust hadden begeven, stond andermaal La Croisette voor ons. „Ik dacht, mijne heeren, dat gij wel licht gaarne het nieuws van den dag zoudt vernemen" sprak hij. „Zeker" antwoordde mijn vader. „Zet u neder. Ik wenschte, dat ik u een betere plaats kon aanbieden. Welk nieuws brengt gij mede?" „Het voornaamste nieuws is, dat men bezig is, bijna geheel Nimes te bekeeren" vervolgde La Croisette; „geen krachtiger middel daartoe clan het vuur en het zwaard. Bij elk Pro- testantsch gezin zijn dragonders in gekwartierd; al wat niet ten buit kan strekken wordt vernield, en sommigen bekleeden zelfs hunne fraaie zwarte paarden met geheele balen lijnwaad en zijde, of met de fijnste Hollandsche lakenstoffen. Het volk wordt met de punt van den degen naar de kerken gedreven, en bij geheele zwermen dient men hun het heilig vormsel toe. De boeren bieden meer tegenstand, maar eindigen toch met zich evenzeer te onderwerpen." „Sommigen misschien, sommige weekhartige lieden" begon mijn vader aarzelend. „Nu, wel mogen zij wèekhartig zijn, in hunne plaats zou ik het zeker ook wezen" viel La Croisette hem in de rede „want wat heeft het eigenlijk te beteekenen, het is niets dan bloot een vorm. Zij stappen over enkele woorden heen, maken een kruis, kus sen een reliquie of iets van dien aard meer wordt er niet gevergd en de bisschop haast zich hun alle schuld kwijt te schelden." „Maar zal God hen van alle schuld vrij verklaren?" sprak mijn vader. „Wij als Christenen erkennen zulk eoti verdrag niet. Velen onder de eerste Christenen mogen hun leven gespaard hebben door een handvol wierook voor het standbeeld van den Romeinschen keizer te strooien, maar geenszins werd dit als een bloote vorm be schouwd. Voorts huldigen de Room- <chen in beginsel datgene, waarvan zij uiterlijk afwijken, want zij bewijzen bijna Goddelijken eerbied aan deze eerste martelaren voor hunne trouw aan het geloof, en nochtans willen zij ons martelen, omdat wij hen navol gen." „Welnu, ik ben niet voornemens mij door hen te laten martelen" zeide La Croisette. „Mijn geloof is rekbaar, en daar bevind ik mij het best bij." „O, mijn vriend, vergenoeg u toch niet met zulk een geloof, dat geener lei waarde kan hebben." „Mijnheer, wij allen hebben zoowel onze zwakke ais onze goede zijde. Ik houd niet van redetwisten, maar heb liever met dingen te doen, die mij geen moeilijkheden veroorzaken. In den af- geloopen nacht is er een goederenkan toor afgebrand." „O!" riep mijn vader zijns ondanks. „Sommigen zeggen, dat de beide ei- genaren.er bij zijn omgekomen; ante- ren, dat een hunner afwezig is. Eeni- gen beweren, dat het kantoor met op zet in brand gestoken werd; anderen, dat het onheil bij toeval is gebeurd. Niets is er overgebleven dan de buiten muren en een rookende puinhoop." Mijn vader bedekte het gelaat met beide handen. „Voorts" vervolgde La Croisette, „is de waardige heer Lac&ssagne, voor het gemis van slaap bezwijkend, tot het Roomsche geloof toegetreden." Inderdaad." riep mijn vader gmar- voor de handhaving van het ongerept gezag van Gods woord, echter bezwaard zijnde om de verkla ring door u aan Dr. Geelkerken ter on- derteekening voorgelegd, gevoelen zich innunme consciëntie ge drongen, u bescheidenlek en broederiqk te verzoeken, op de gronden in de bro chure „Ons aller Moeder" genoemd, de reeds lang aanhangige kwesties betref fende het Schriftgezag nader principieel onder de oogen te zien en zoo mogelijk tot oplossing te brengen in den weg van .uitbouw van de Belgaonis, en intusschen vain Dr. Geelkerken niet meer te vragen, dan dat hg zich aan de in uw uitspraak neergelegde opvatting, ambtelijk houde. G 1 i U TT door Zgn Geest. BAVINCK BUFFINGA DOUMA WIELENGA Gerei. Freuikanteuconierentle. Met betrekking tot de Geref. predi kantenconferentie die op 7 en 8 April a.s. te Utrecht zal worden gehouden, wordt nader gemeld, dat Oud-Minister van Dgk, een der sprekers van dein tweeden dag. tot onderwerp heeft ge kozen: de militaire dienst bezien in net licht der Geref. belijdenis. Ds. J. G. Kunst van Arnhem, die in de gezellige bijeenkomst aan den avomd van den eersten conferentiedag zal voorgaan, zal spreken over: beroepingspractijken. BINNENLAND. De nood in Emmen. De directie van de Nederl. Kunst zijdefabriek te Arnhem heeft in ver band met den nood in de Drentsche venen reeds eenigen tijd geleden een 30 meisjes uit de veenstreken aan de fabriek te Ede verbonden. De meisjes zijn gehuisvest in een der gebouwen bij de fabriek, het Parkhotel. Er wordt zorg gedragen, dat deze meisjes, die 17 tot 21 jaar oud zijn, onder goede leiding en toezicht staan. Het gebouw biedt plaats voor 50 meis jes. Tot overplaatsing van gezinnen uit Drente naar Ede, werd in verband met verschillende omstandigheden niet overgegaan. Onveilig strand. Woensdag, Donderdag en Vrijdag «al het strand tusschen Scheveningen en Katwijk onveilig zijn van half 12 tot half drie wegens het schieten met geschut. De aandacht van het publiek worfit er op gevestigd, dat het strand niet eerder toegankelijk is, alvorens de vlaggen, welke de onveiligheid aandui den. weggenomen zijn. Hollandsche jongelui' naar Ned.-Indië. Het bestuui; der Vereeniging „Jan Pietersz. Coen" deelt ons mede, dat de vereeniging bereid 19 sollicitaties in ontvangst te nemen van jongelui, die in aanmerking wenschen gebracht te worden om in 192G onder leiding een reis naar en door Nederlandsch-Indië te maken. Degenen die daarvóór in aanmerking komen, moeten zich schriftelijk aanmelden voor 1 April e.k. bij het secretariaat. Vijgendam 2 6, Amsterdam. Het voornemen bestaat, om naast enkele heeren leeraren van middel baar en hooger onderwijs uit te zenden 6 jongelui van 18 tot 20 en een tweede groep van 6 jongelui van 22 tot 24 jaar; de eerste dier groepen zal waar schijnlijk vertrekken aanvang of me dio October, de tweede begin of medio Juni. Getracht zal worden in overleg met het Koloniaal Instituut het geven van eenig voorbereidend onderricht aan de reis te doen voorafgaan. Nog wordt medegedeeld dat ouders, die het wenschelijk achten, dat hun zoon in aanmerking wordt gebracht om een reis als bovenbedoelde mee te maken, zich bereid moeten verklaren naar gelang van hun financieele draagkracht in de kosten bij te dragen terwijl het bestuur zich voorbehoudt, nadere voorwaarden te stellen. Ludhtverbinding Amsterdam-Marseille Naar aanleiding van een bericht, dat de Kon. Luchtvaartmaatschappij voor nemens zou zijn. een rechtstreeksche luchtverbinding Amsterdam-Marseille tot stand te brengen, verneemt het telijk uit, „O, welk een diepe val!" „Uitwendig, het is niets dan uitwen dig" hervatte La Croisette. ,,De arme oude edelman werd door dat oorver- doovend geroffel tot vertwijfeling ge bracht. „Thans zult gij rust heb ben"! zeide de bisschop. „Ach" was zijn antwoord, „geen rust verbeid ik meer aan deze zijde van het graf; en moge God tot straf mijner handelwijze de poort des hemels niet voor mij ge sloten houden!" „Arme oude man, arme heer Lacas- sagne!" riep mijn vader uit. „Wel mag hij zoo klagen." „Gewis, maar toch, welk verstandig mensch kan onderstellen, dat Üe poort des hemels daarom voor hem gesloten zou worden?" zeide nu La Croisette. „God is een God van genade." „Maar Hij zal den schuldige geens zins onschuldig houden." „En Hij ziet niet den uiterlijken schijn, maar het hart aan." „Dit zeggen is 9lechts op ons uiter lijk voorkomen toepasselijk, waarvoor wij niet aansprakelijk zijn. maar geldt niet het beweren van iets te gelooven, dat met ons persoonlijk geloof in strijd is. Ik betreur de zwakheid van mijn ouden vriend: beter ware het hem ge weest, voor een tijd verdrukking te lijden." Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5