AANSLAG NIÉUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 6 MAART 192É Aan het einde der Week De week, die achter ons ligt, is van groot© politieke beteekenis geworden voor ons land. Zij heeft ons niets meer of minder gebracht dan de op lossing der kabinetscrisis. Na 113 Magen! Wi© had dat kunnen denken! Het scheen in 't begin der week vrijwel uit gesloten, dat er nog een andere mo gelijkheid zou zijn dan het aanblijven van het^ tegenwoordige ministerie. Een oplossing, die hoezeer uit partij- en tal van andere oogpunten te verwerpen, van het standpunt van het landsbe lang gezien nog zoo kwaad niet ge weest zou zijn. Dan toch'was het kabi- net-Colijn in de gelegenheid geweest zijn regeeringsprogram uit te voeren. Een program, waarop o.m. belasting verlaging stond, een punt, dat toch zeker urgent is in een land als het onze, waar heel het economisch leven gedrukt wordt door de veel te hooge belastingen. De openbare huishouding is hier (en dit hebben wij gemeen met andere landen met hooge valuta als b.v. Duitschland en Oostenrijk) veel te duur. Zal ©r voor de arbeidersklasse en voor den middenstand ©enige meer dere welvaart mogelijk zijn, dan is belastingverlaging daartoe de conditio sin© qua non. Wat zal het nieuwe kabinet ons brengen? Niemand heeft er nog eenig idee van. Het kan meevallen, het kan ook tegenvallen. Doch één ding is ze ker, het is na den uitslag der verleden jaar gehouden verkiezingen, die een flinke meerderheid voor de rechter zijde opleverden, toch wel een zeer poover resultaat, een dergelijk minis terie, ook al zitten er enkele eminente mannen in. Degenen die 't zoover heb ben lateh komen, dragen wel een z zware verantwoordelijkheid, dat door hun schuld voor een positief-Christe- lijk dit kleurlooze ministerie in de plaats is gekomen. In de wereldpolitiek gaat de strijd, gelukkig slechts met diplomatieke wa penen gevoerd, nog steeds over de uit breiding van het aantal vaste zetels van den volkenbondsraad. Aan Duitschland is, gelijk men weet indertijd te Locarno een permanente zetel aangeboden. Nu wil Polen ook een vasten zetel en het wil dezen on middellijk, d.w.z. nog vóór Duitsch land zitting heeft in den Volkenbonds- Taad. Natuurlijk zit achter deze kwes tie de Duitsch-Poolsche tegenstelling, terwijl Polen gesteund wordt door Frankrijk. Duitschland wil van uitbreiding van den Volkenbondsraad alvorens bet daar zelf zitting in heeft, niets we ten. De andere mogendheden zijn niet eenstemmig ten opzichte van Polens aanspraken. België, Italië en Tsjecho3 Siovakije zijn voor. Zweden en eenige andere gewezen neutrale staten tegen uitbreiding van den Volkenbondsraad Daar komt bij dat Polen niet de eenig- ste staat is, die een vasten zetel ver langt, Spanje en Brazilië wenschen permaj.ientverklaring van hun niet- perm&nente zetels, ja zelfs de Chinee- sche regeering, wier positie in -eigen gebi'ed zoo wankel is, meent als oud ste cultuurstaat recht te hebben op een vaste vertegenwoordiging in den V'olkenbondsraad. Wel een tegenstrijdigheid van belan den en verlangens alzoo. i De groote vraag is nu maar: wat zal Engeland doen en dit is nog niet ge heel zeker. Eenerzijds schijnt het dat de Britsche regeering is voor uitbrei ding van het aantal raadszetels, an derzijds is men het er over eens, dat tot^ geen prijs op 't laatste oogenblik Duitschland mag verhinderd worden uitvoering te geven aan zijn voorne men, lid van den Volkenbond te wor den. En dus is er maar één oplossing, het zoeken naar een compromis, dat allen bevredigt. Maar hoe dit te vin den? Uit het grijs verleden. PUBLIEKE VERMAKEN Iedere periode der geschiedenis wordt gekarakteriseerd door de ge bouwen, die zij aan de wereld heelt nagelaten. Zoo was liet met de Middeleeuwen, de „duistere" Middeleeuwen gei ijk een zelfgenoegzame, waanwijze tiju ze ge noemd heeft. Doch heeft men ooit de wetenschap, de kunst, den arbeid, ja heel het leven zoozeer gezien in het licht der eeuwigheid? schiep waren kerken, tallooze, en waar- En de bouwwerken die men toen van men schier van geen enkele den naam van den bouwmeestear meer kent. Niet een enkel persoon, heele ge slachten werkten er aan. Een geheel ander karakter droeg de Romeinsche keizertijd. Het was den Romeinschen keizers ér in de eerste plaats om te doen, dat de onderwor pen volken het verlies van hun vrij heid zouden vergeten, daarom zorg den zij voor plaatsen van vermaak. Het was beter dat men zich amuseer de dan dat men zich oefende in den wapenhandel; trouwens waarvoor zou dit noodig zijn, heerschte niet overal in het Romeinsche rijk vrede? De bouwwerken uit dien tijd zijn in over eenstemming hiermee: het zijn ther men, theaters en amphitheaters, alzoo alle gebouwen bestemd voor publiek vermaak. Te Parijs zijn het de Arena en de Thermen, waarvan de ruinen nog te zien zijn. De Arena diende voor publieke voor stellingen, zij was in de hoofdas 130.68 M., alzoo bijna even groot als* die van Nimes (131.28 M.). Neemt men in aanmerking, dat Parijs ook onder de Romeinen een kleine stad was, veel en ve'el kleiner dan Nimes, dan is het duidelijk dat zij niet slechts bezocht werd door de bewoners der stad maar ook dóór velen die daarbuiten woon den. Men heeft berekend, dat in de Arena van Lutetia 16.000 personen een zitplaats konden vinden, terwijl er natuurlijk nog m^er staanplaatsen waren. En wat voor uitvoeringen werden er gegeven? Wel in de eerste plaats de gladiatorengevechten, waar men in dien tijd zoo verzot op was. De gladia toren kwamen het strijdperk binnen, twee aan twee, en moesteft dan wor stelen met elkaar. Was een van hen overwonnen dan stond aan het publiek de beslissing of hij gedood moest wor den; in dat geval hielden zij de dui men naar beneden. Ook andere, wat minder bloeddor stige voorstellingen werden in de are na gegeven, jacht op wilde dieren, ge vechten tusehen wilde dieren, mis schien wel reeds gevechten van een man tegen een stier, zooals bij het tegenwoordige Spaansche volksver maak. Doch de Arena was niet alleen am phitheater maar ook theater; er was een tooneel van 41.20 M .lengte. En wat voor tooneeluitvuoiingen zouden er dan wel gegeven worden? StuKken van Romeinsche blijspei- of treurspel dichters, van Plautus of Seneca? Het lijkt niet waarschijnlijk dat de Galliërs voldoende Latijn kenden om dit te be grijpen. 'Vermoedelijk zullen op dit tooneel dansen uitgevoerd zijn, mimi sche dansen; acrobaten zu len er hun kunsten vertoond hebben; in tableaux vivants zullen episoden uit de mytho logie uitgebeeld zijn. In elk geval, daar behoeven wij niet aan te twijfe len, men heeft zich te Parijs in dc drie eeuwen dat de Romeinsche overheer- sching duurde, wel geamuseerd. In de Thermen van Cluny vermaak te men zich weer op een andere wijze dan in de Arena. Onder thermen verstond men in de Romeinsche oudheid publieke zwem baden; er waren zalen voor koud-, warm- en lauwwaterbad'en. Een compleet bad bestond uit le.een lauw bad, 2e een heet bad, 3e ccn koud bad, 4e massage: men liet zich afdrogen, afschrappen met een strigi- lis (metalen of hoornen krabber) en daarna zalven met olie. Er waren in de thermen vijvers om te zwemmen, er waren zalen om aller lei soorten sport te beoefenen, er wa ren salons, restaurants, winkels, en alles even luxueus. Van alle Romeinsche monumenten spreidden de thermen de meeste weel de ten toon. De zuilen en pilasters wa ren van 't schoonste marmer in ver schillende kleuren en versierd met prachtig mozaikwerk; in de nissen stonden marmeren of bronzen stand beelden van Venus, Apollo, Jupiter en andere godheden wier vereering door de Galliërs van de Romeinen was overgenomen. Men ging er in de eerste plaats heen voor de publieke baden; etu specifiek Romeinsch genoegen doch dat de Gal liërs van hen overnamen. Een rijke burger uit dien tijd liet op zijn graf beitelen, dat hij het allermeest be treurde, dat hij na zijn dood niet meer mee zijn vrouw in de pubiiake baden een bad kon nemen. Later ging men naar de thermen om er gezien te worden en anderen te zien, zij werden het verzamelpunt voor heel Parijs, althans voorzoover dit. mee" kon doen. Zco v/as Parijs reeds in dien tijd de stad die zich vermaakt: Paris qui s'amuse. Doch het was een vermaak, wc ks ledigheid wel liee' sterk tot uiting komt in het grafschrift, dat wij straks citeerden. RECLAME. op ZILVER en alle soorten namaak-Zilver behoort op des kundige wijze te worden ver wijderd. Straffe poetsmiddelen, n.l. de vloeibare, de pasta's en geprepareerde doeken, zijn af te keuren, daar hierdoor het metaal te veel afslijt. Ten bewijze hiervan diene, dat bij gebruik de doek blauw achtig zwart wordt, tengevolge van eene metaalverbinding. U ziet dus, hoe verkeerd deze methoden zijnl VAN DIJK's POETSMIDDEL (Poeder) voldoet aan de hoogste eischen van zuiverheid en geeft de beste resultaten voor het poetsen en polijsten van 2083 GOUD - ZILVER - DOUBLÉ NIKKEL - IVOOR - SCHILD PAD - CELLULOID. Per busje 30 ct. Proefzakjes gratis Vertegenwoordiger te Leiden: Drogisterij Fa. F. v. DOFP, Haarlemmerstraat 5. DAMRUBRIEK. Redacteur: J. VERSTOEP Jzn. Fred. Hendrikstraat 37, Delft. Om het damkampioenschap van Nederland. We laten hier het verloop volgen van de eerste beslissingspartij Vos Damme om het kampioenschap van Nederland. Wit J. H. Vos. Zwart: A. K. W. Damme 1 32—28, 18—23 De laatste tijden is ook de zet 17—^1 meer in zwang gekomen, een zet, die heel goed speelbaar is en een gunstige spel ontwikkeling verzekert. 2 33—29, 23 x 32 3 37 x 28, 19—24 4 39-33, 14—19 5 41—37, 20—25 '6 29 x 20, 25 x 14 7 37.—32, 12—18 8 46—41, 7—12 9 41—37, 1—7 10 44—39, 19—23 11 28 x 19, 14 x 23 12 33—28 De waarde van deze zet is zeer moei lijk te bepalen. Hij heeft zijn voor- en nadeelen en welke grooter zijn is voor ons eeil open vraag. 12 33—28 dwingt zwart om 9—14 te spelen, hetgeen diens lange vleugel verzwakt een voordeel, doch dit gaat ten koste van. Wit's cenirumstand een nadeel. Na 13 3429. 23 x34; 14 40 x 29 speelt zvv. 1014, 1419 en wacht het gunstige moment af voor 17—22 of 17—21. Trou wens de geheel© tactiek van dit spel- genre is: afwachten. 12 9—14 13 28 x 19, 14 x 23 14 39—33, 10—14 15 50—44, 10 16 44—39, 14—19 17 35—30, 10—14 18 30—25, 17—21 Speelt Wit nu 3126, dan kan Zwart met goede kans op succes overgaan tot 2127, 16 x 27, waardoor hij het voordeel behaalt dat schijf 27 de witte .stukken 26 en 36 vastzet. 19 31—27, 21—26 20 33—28, 11—17 21 39—33, 7—11 22 37—31, 26 x 37 23 42 x 31 Stand na den 23en zet van Wit. 23 17—22 24 28 x 17, 11 x 22 Zwart dreigt met de voortzetting 2228, wit 33x22, zwart 2329, wit 34 x 23, zwart 19 x 26. 25 33—29.... Een merkwaardige stand. Zwart be rekende hier het volgende: 2228, wit 31—26, zwart 28 x 37, wit 27—22 (AM zwai't 18 x 27, wit 29 x 20, zwart 15 x 24. Nu schijnt zwart zeer sterk te staan; dreigt o.a. naar dam te gaan. Wit speelt echter 2621 (niet 47—42, daar dan volgt 27—31 en 37-41). Zwart 37—41, wit 21x32 (dreigt 34 29 en 48 x 46, zwart 41—46, wit 40 35 enz. en zwart staat beter). In plaats van 37—41 kan zwart ook nog spelen 2732,-wit 38x27, zwart 611!! (A) wit 4741, zwart 2328, wit 42 x31, zwart 28—32, doch dan speelt Wit 2621. In deze variant zou Zwar.tb.v. 2833 kunnen spelen, doch ook dit forceert geen schijfwinst, daar Wit zich door 2923 en later eventueel 2721, zwart 16x27, wit 31 x 33 redt. Ook met het volgende moeten beiden nog rekening houden. Zwart 22—28, wit 2722, zwart 28x26, wit 3631, zwart 18 x 3G, wit 29 x 20, zwart 15 x 24, wit 4741, zwart 36 x 47, wit 3833, zwart 47x29,'wit 34x14. Deze dure combinatie brengt wit echter nadeel, o.a. kan zwart 39, 1217 enz., spelen. Daar dit spel bijzonder rijk is aan in houd. kon 'zwart hier met het tempo van 25 zetten per uur niet verder op spelen. Er volgde: 25.. 4—9 26 34—30,23x34 27 40 x 29, 19—23 28 38—33, 23 x 34 29 30 x 39, 14—19 30 43—38. 19—23 31 39—34, 13—19 32 34—30, 8—13 33 30—24, 19 x 30 34 25 x 34, 9—14 30 48—43, 3—8 36 31—26, 22 x 31 37 36x27, 2—7 38 45—40. 6—11 39 33—28, 14—20 40 28 x 19, 13 x 24 41 40—35, 11—17 42 47—42, 24—29 43 34 x 23, 18 x 29 44 43—39, 20—25 45 42—37, 29—34. Gedwongen, doch tevens zeer sterk. 46 39 x 30, 25 x 34 47 27—22, 17 x 28 48 32x23, 8—13 49 38—33, 7—11 50 49-43, 15—20 51 43—38, 11—17 52 37—32, 16—21 53 33—28! Zeer sterk. Op 3228 zou zwart 21 27 spelen. 53 2024. Op zwart 3429, speelt wit 2319, zwaai 13 x 24, wit 28—22, zwart 17 x 37, iwit 26 x 8 met remise. 54 38—33, 13—8 55 35—30, De allersterkste voorzetting. 55 18x27 56 30x19, En de zwarte stukken staan zoo on gunstig opgesteld, dat de meerderheid van twee schijven niet meer dan re mise brengt. Een mooie partij, zoowel positioneel als uit combinatie-oogpunten. Een fijne damzei. Stand: Zwart (9): 8, 9, 10, 13, 15, 19, 20, 25 en 26. Wit: (9): 22, 24. 29, 37, 40, 41, 44, 46 en 48. In bovenstaande stand zag de be roemde Fransché dammer Raphaël de volgende fijne damzet: 44—39 19 x 30 39—34 30 x 39 29241! 20x29 48—43 39 x 48 40—341! 48x18 34 x 5 25—30 5x23 13—19 23 x 14 30—34 14—28 26—31 Russische geloofsbelijdenis. Het te Warschau verschijnende Rus^ 3che dagblad „Za Swobodoe-' ontving een exemplaar van het nieuwe credo van de Hernieuwde Kerk (de z.g. „La vende Kerk*'). Het luidt als volgt: 1. Ik geloof in het bestaan van een Groote Macht, welke hemel en aarde heeft geschapen, benevens de zichtbare en onzichtbare werelden. 2. In de eenheid van de vereetnigdei menschheid en in den grooten mensch- God, die Jezus Christus "wordt genoemd. 3. Die op der menschen wijze werd ter wereld gebracht door de Maagd Maria. 4. Die ter onzer verlossing heeft ge leden voor zijn leer tijdens Pontius Pi- latus en gekruisigd werd aan een hou ten Kruis, stierf en daarna begraven werd, waarna hij door de menschen voor zijn daden vergoddelijkt werd en tot den hemel verheven. 5. En in den geest van de vereenigdö menschheid, die in ons allen als een God van de rede leeft en de groote da den van den vrede heeft verricht. 6. Ik belijd het nut van het zuiveren van de zonaen en van de lasten van het hart voor het aangezicht van den Heere mensch Jezus Christus. 7. Ik belijd het eenige doopsel. 8. Ik belijd de eenige christelijke or thodoxe Russische hiërarchie; bisschop pen, priesters en diakens. 9. Ik verwacht een oordeel over het geweten van onze ziel na ons over lijden. 10. Ik geloof in een eindeloos leven in het hiernamaals van den geest der menscheii. den'.geest van onze rede. 11Ik geloof aan de levenskracht en de heilzaamheid van de leer van Chris tus, opgesteld door de vier Evangelis ten Mattheus, Marcus,- Lucas en Jo hannes, die getuigen van het leven etn van de leeringen- van Christus waren, welke leer overgeleverd en als goddelijk verklaard werd. Samengesteld in opdracht van het E- piscopaat door den Metropoliet Jewdo- kiem, den voorzitter van de Moskou- sche Heilige Synode van de Hernieuwde (Levende) Kerk. Leidsche Penkrassen. Amice, Wat ik niet had durven verwachten, is gebeurd. W|e hadden oen flink ge vulde zaal Maandagavond toen de heer van Dijk voor de Antirevolutionaire Kiesvereen. optrad en zonder eenig voorbehoud kan gezegd worden, dat het een uitstekend geslaagde vergah dering was. Dit bleek wel uit de wijze waaq- op naar de heldere uiteenzetting van den spreker werd geluisterd en mede uit de opmerkingen die hier en daar na afloop van de vergadering ge maakt werden. Het rustige, eenvou dige en toch bezielende woord van den heer van Dijk had1 indruk gemaakt op de bezoekers en terecht kon de voorzitter constateeren, dat de ken nismaking met dezen spreker voor ons van zeer aangenamen aard was get iweest. Wij zijn weer eens opnieuw bepaald bij de groote beteekenis van de Anti revolutionaire beginselen en bij de ern stige taak die in verband daarmede op (onze schouders rust, een taaie die door ons veel te veel wordt verwaarloosd. "War zou er, dacht ik, toen ik die aandachtig luisterende schare zag, een kracht van ons kunnen uitgaan, indien .we eens allen zonder onderscheid der den wat we toch eigenlijk behoorden te doen, en ijverige propagandisten werden voor onze mooie An tire vol uf- tionaire beginselen, die voor ons volks leven van zoo groote beteekenis zijn. Maar hoe weinig komt daarvan in •de practijk vaak terecht. \V,e behoor den, een ieder in zijp omgeving, pro(- f'eten te zijn, die altijd en overal tioor Woord en daad verkondigers* waren Van de beginselen, die zijn naar het 'flft'oprd van God. en hoe vaak zijn we niet zwijgers, als we althans niet behooren tot het gilde der critici, die altijd wat op anderen hebben aan te merken, en die daardoor vaak den strijdlust, waar die nog aanwezig is, dooven. Misschien is dit mede een gevolg van het feit, dat de Antirevolutionaire partij zoo vele jaren tot de regeeringsf- Imeerderheid heeft behoord. Het zijn nu eenmaal sterke beenen die de weel de kunnen dragen en ook de weelde van tot de regeeringsmeerderheid te behooren, is voor velen misschien te groot geweest. Inzooverre is het waarschijnlijk toe te juichen dat het Kabinet1-Colijn maar afgezwaaid is. Uit alles wat de laatste maanden is gebeurd is wel gebleken, dat het onderling vertrouwen en de on derlinge waardeering vaak zoek was, waardoor de arbeid van het Kabinet in hooge mate werd belemmerd. En dat zou er niet beter op geworden zijn, wanneer het Kabinetj-Colijn als uiterste noodzaak had moeten tetug- keeren. Het gevaar dreigde dat het dan een eindeloos geschipper zou zijn geworden, waarvan de Antirevolutior naire partij de dupe was geworden. Dat is nu anders geworden. Wijl staan nu vrij tegenover het Kabinet en we ziih nu in de gelegenheid, on ze volle kiacht te ontplooien, een ge legenheid waarvan, naar ik hoop, ook in Leiden en omgeving goed gebruik zal worden gemaakt. Naar ik hoorde en ik hoop dat men het mij niet kwalijk zal nemen, als ik uit de scheel klap ligt het in de bedoeling van het bestuur der Kiesvereeniging binnenkort zeer spe ciaal de vraag aan de orde te stellen, wat er gedaan kan worden om onze Antirevolutionaire beginselen meerbe kend te maken em onze r*»rtij te ver sterken. Met algemeenheden komen we daarbij niet verder. Zal iets bereikt worden, dan is het noodig, dat er zijn mannen en vrouwen die zich per soonlijk willen geven en die van. hun tijd en krachten iets willen offeren. Gewoonlijk doen we dat aHeen in ver kiezingsdagen, maar dan is het vaak te laat en in elk geval is de tijd dan te kort om iets van beteekenis te be reiken. Ik heb nu een stille hoop. dat het woord van den heer van Dijk er toe zal hebben meegewerkt, dat straks niet tevergeefs een beroep op de leden der Kiesvereeniging zal worden gedaan. Aan gelegenheid om te werken ont breekt het niet. Maar nog altijd geldt het woord, dat hoe groot de oogst ook moge wezen, de arbeiders wei nige zijn. Dit bleek me ook toen ik onlangs een onderzoek instelde naar het jeugd werk, zooals dat door „Patrimonium" is ondernomen. Een mooi werk is dat en noodzakelijk tevens. Van alle kan ten wordt op onze jongens en meis jes invloed uitgeoefend om ze van den goeden weg af te trekken, opzette lijk en onopzettelijk. En het gevolg is vaak dat heel veel jongelui die in de fabriek of de werkplaats komen, al verdronken zijn voor ze het water gezien hebben. De bedoeling is niet te concurree- ren met de bestaande jeugdorganisa ties. Heelemaal niet. Maar de oedoe- ling is wel om jongens en meisejs die anders gevaar loopen onder ver keerde invloeden te geraken aan ons te binden, ze vast te houden, ze zoo noodig den weg te wijzen naar jongfi lings- en meisjesvereenigingen en met te vergeten naar onze Christelijke vak organisaties die door de moderne (dus socialistische; organisaties zoo zwaar beconcurreerd worden. Het is ontzettend jammer, amice, dat hieraan door vele ouders niet meerdere aandacht wordt geschonken en dat ze hunne kinderen zoo gemak kelijk loslaten. Onlangs hoorde ik van een jongen, die naar een fabriek ging en die een Eaar dagen later, hoewel hij uit een eslist Christelijk gezin kwam, al mo dern georganiseerd was. Men haa den jongen wijs gemaak,t dat hij, indien hij wat wilde bereh ken en vooruit wilde komen, zich bij de moderne organisaties had aan te sluiten. Deed hij' dat niet, dan zou het voor hem onmogelijk zijn promotie te maken of later werk te vinden en hij zou het ook in zijn loon gevoelen. En de ouders, inplaats van zich even behoorlijk op de hoogte te stel len, wat tocH een kleine moeite zou zijn geweest, namen dat alles voor goede munt aan, en hoewel ze ge voelden, dat het toch eigenlijk niet in den haak en voor hun jongen niet zonder gevaar was, ze stemden er in toe, dat hij zich bij een moderne or ganisatie liet inschrijven. Zoo is nu eenmaal de practijk, amice, hoe onge looflijk het ook moge klinken. En daarom is het noodzakelijk, dat overal handwijzers worden geplaatst en dat daarmee al heel vroeg wordt begonnen, om de jongelui den goeden weg te wijzen en ze daarop te houden, en het doet me veel genoegen, dat. „Patrimonium" een, zij het beschei den poging, in die richting wil doen. Van veel belang voor ons op groeiend geslacht is ook de lectuur, die ze in handen krijgen. Natuurlijk denk ik daarbij ook en niet in ae laatste plaats aan de kranten, maar ge vergist u toch als ge meent dat uc nu eens weer een pleidooi wil bom den voor onze Christelijke jpers. Ik doe het graag, ook omdat het helaas mog altijd zoo noodig is, maar op dit loogenblik heb ik toch meer- op het oog de boeken1 die gelezen worden. Flinke jongens en meisjes lezen als regel graag. Ze zijn in de periode, waarin de boeken, rijp en groen, ver slonden worden. En ze weten altijd, wel boeken te krijgen ook. En nu zoudt ge denken dat als er een flinke Christelijke bibliotheek was, de ouders daarvan wat graag, zoo niet voor .zichzelf, dan toch voo hunne kinderen, gebruik zouden maken. De ervaring door de ijverige biblio- theek|-commissie van den Leidschen Christelijken Besturenbond en „Patri monium is echter een andere. Ze ker, er werden elke week heel wat boeken gehaald maar het getal le zers is toch lang niet „zoo groot als men zou mogen verwachten. Hoe dat te verklaren. Aan onver schilligheid van de ouders durf ik hier niet te denken. Evenmin als het hun onverschillig is wat hunne kinderen eten, kan het hun onverschillig zijn. welk geestelijk voedsel hunne kin deren tot zich nemen. Daarom moet ik hier wel denken aan onwetendheid en daarom besloot ik bij mij' zelf, toen ik hoorde, t van ae mooie Christelijke bibiliorheek nog veel te weinig gebruik wordt ge maakt, in mijn eerste de beste pen kras de aandacht van mijn lezers vestigen op de mooie en goede boe ken. die eiken Zaterdagavond in h&tj gebouw „Patrimonium" op buiteag# woon billpe voorwaarden te Krr&or, Een voornemen dat ik bij tut' voer en waarvan naar ik liotxp^vetf meerderde belangstelling voor cle«^ b» bliotheek, het resultaat zal zijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 6