öil nummer bestaal ait TWEE Bladen.
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
6e JAARGANG
ZATÈRDAG 6 MAART 1926
Nummer 1788
CHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal I 2.90
n— Mini Hl IIHIBMWWIjUIHIInag—B—3—BB
EERSTE BLAD.
Een veelbesproken artikel.
Bij het neerschrijven van dezen titel
denken wij aan Artikel 123 van het
Indisch ltegeerings Reglement, het
welk bepaalt dat Christenleeraafs,
priesters en zendelingen moeten voor
zien zijn .(behalve van het gewone toe
latingsbewijs in Indie, dat ieder be
hoeft) van een door of namens den
Gouverneur Generaal te verleenen bij
zondere toelating om hun dienstwerk
in eenig bepaald gedeelte van Indië
te mogen verrichten.
Jarenlang is de Antirevolutionaire
opvatting geweest, dat dit artikel als
in strijd met Gods Woord en huldi
gend een verkeerde opvatting omtrent
de verhouding van Kerk en Staat, be
hoorde te verdwijnen.
Wanneer Gods Woord zegt: predikt
het Evangelie aan alle creaturen, dan
past het niet aan de Overheid en aller
minst aan de Overheid in een Chris
telijk land om beperkende bepalingen
te maken, die, hoewel de practijk vaak
milder is dan de theorie, er toe kunnen
leiden, zooals het b.v. indertijd met
Dr. Scheurer gebeurd is, dat de predi
king van het Evangelie in bepaalde
streken verboden wordt.
Een tijdlang is er in dit opzicht on
der ons eenige aarzeling geweest.
Men meende, dat men door middel
van Art. 123 R.R. het gevaar van de
dubbele zending waarmee dan zeer
speciaal bedoeld werd het binnendrin
gen van Roomsche zendelingen op ter
reinen waar reeds anderen werken
kon keeren.
Deze gedachte heeft in Antirevolu
tionaire kringen nooit veel instem
ming gevonden, maar het is verklaar
baar dat als door terzake kundige
tnannen, die hun leven geven aan de
verbreiding van het Evangelie onder
de heidenen, dergelijke denkbeelden
worden gelanceerd, omdat ze meenen
daardoor den arbeid in Gods Konink
rijk te bevorderen, dan met dergelijke
adviezen rekening wordt gehouden.
En zoo behoeft het dan ook niet al
te zeer te verwonderen, dat in onze
laatste programs van acie niet op in
trekking, maar op wijziging van Art.
123 R.R. werd aangedrongen.
Intusschen is er in den toestand
eenige verandering gekomen. In een
vergadering van Missionaire predikan
ten der Geref. Kerken in October van
het vorige jaar op Soemba gehouden,
is dit vraagstuk in den breede behan
deld en kwam men tot de conclusie,
dat de Overheid de Evangelie-verkon
diging geheel heeft vrij te laten, dat
zij nooit preventief mag optreden door
de vestiging op een bepaald terrein te
verbieden teneinde z.g. dubbele zen
ding te voorkomen en dat dus Art. 123
R.R. geheel zonder meer behoorde te
worden ingetrokken.
Dat tot deze conclusie heeft bijge
dragen de overweging, dat men in de
practijk Rome toch niet weert en dat
het feitelijk komt waar het komen wil,
b.v door de uitzending van een gees
telijke voor de enkele Roomschen, die
er altijd wel zijn, is mogelijk.
Maar zeker is'dat het verzet in do
eerste plaats een principieel ka
rakter droeg.
Ds. L. P. Krijger, die dit onderwerp
inleidde betoogde terecht, dat Staat
en Kerk elk een eigen terrein hebbjn
en dat nooit de Kerk zich onder de
controle van den Staat mag laten
brengen.
Of men de zaak van staatkundig,
dan wel van kerkelijk standpunt'be
ziet, maakt hier geen verschil. Niet
alleen de Kerk vraagt vrij te blijven
van alle staatsbemoeiing, maar de
Antirevolutionaire staatkunde is ook
ten allen tijde opgekomen voor de vrij
heid van de Kerk in den Staat.
Het komt ons voor, dat hier de zaak
zuiver gesteld is. Het gaat niet aan,
als men de Overheidsbemoeiing in den
grond der ^aak veroordeelt, den arm
der Overheid te gebruiken als men
daarvan in een bepaald geval voordeel
heeft.
De opmerking is wel gemaakt, dat
de Indische Overheid als voogd staat
tegenover de bevolking als pupillen,
die zij niet zonder meer aan een bear
beiding van allerlei zijden tegelijk kan
blootstellen.
Maar hiertegenover is zeer terecht
opgemerkt, dat dit beleid neit opgaat,
omdat men hier te doen heeft met een
voogd, die zelf geen godsdienst belijdt,
tot geen Kerk behoort en toch aan de
pupillen een bepaalde prediking op
dringt; ja zelfs aan den eenen pupil
leze, aan den anderen een andere pre
diking.
Intrekking van Art. 128 RJR. is dan
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ook niet, zooals de heer Snoeck Hen-
kemans het onlangs in de „Telegraaf"
voorstelde, een speciaal Roomsche be
geerte, maar het is integendeel een
echt Antirevolutionaire wensch, die
niet losgelaten.mag worden.
Ontkend wordt door ons natuurlijk
niet, dat het de taak is van de Over
heid om orde en rust te handhaven.
Maar ze mag dat niet zóó doen, dat
ze van te voren zou gaan beoordeelen
of de prediking van het Evangelie
misschien hier of daar de orde en de
rust zou kunnen verstoren en haar
daarom maar voor alle zekerheid ver
bieden.
De Overheid heeft schuldigen te
straffen, maar nooit kan het haar taak
zijn de prediking van het Evangelie
te belemmeren en te weren.
Integendeel, het is haar taak maat
regelen te nemen, opdat het Evangelie
ongestoord en onbelemmerd kan wor
den verkondigd en dat wie deswege de
orde zou willen verstoren, wordt ge
straft.
Principieel blijft elke inmenging der
Overheid in de zaken der religie te
veroordeelen.
En daarom mogen wij met geen wij
ziging van Art. 123 R.R. tevreden
zijn, maar behooren wij onverzwakt op
i n t r e k k i ng van dit veelbesproken
artikel aan te dringen.
V Socialistische vreugde.
De Sociaal-Democraten hebben re
den om te juichen.
Was het hunne bedoeling opbou
wend werkzaam te zijn en te sturen in
waarlijk democratische richting, in
der. goeden zin van het woord, dan
zouden ze evenals wij het heengaan
van het Kabinet Colijn moeten be
treuren.
Maar hun optreden draagt een n e-
g a t i e f en destructief karakter.
Zij zijn al tevreden, wanneer het
hun gelukt af te breken en indien een
Kabinet dat wenscht te handelen in
overeenstemming met de Christelijke
beginselen, tót aftreden wordt ge
noopt
En zoo hebben ze dan nu. reden om
te jubelen niet om wat bereikt werd,
maar om wat werd vernietigd. En dat
temeer om hunne kansen om de
revolutionaire ideeën tot toepassing te
brengen door alles wat de laatste
maanden gebeurde, in niet geringe
mate zijn verbeterd.
Naarmate de Staatk. Gereformeer
den de A.R. partij feller bestrijden en
tie Chr. Histofischen en R. Katholie
ken scherper tegenover elkaar komen
te staan, stijgen de kansen van de S.
D.A.P. en het is waarlijk geen wonder,
dat in het roode kamp het gejuich op
stijgt.
Intusschen moet dit gejuich, waarin
de vreugde over het verstoren van een
politiek naar Christelijke beginselen
duidelijk doorklinkt, sommige perso
nen van rechts die dapper hebben
meegewerkt om het politieke water te
vertroebelen en het Kabinet ten val te
brengen, wel een weinig schril in de
ooren klinken.
Zeker, het had erger kunnen zijn.
Voor een rood-roomsch kabinet zijn
we voóralsnog bewaard gebleken. In
het. nieuwe Kabinet is het rechtse he
element vrij sterk vertegenwoordigd.
Maar dit Kabinet draagt toch niet
een uitgesproken Christelijk karakter.
En het is een levend bewijs tevens,
van de onmacht van de rechtsche par
tijen, die, hoezeer ze in hoofdzaken
ook overeenstemmen, toch niet in
staat bleken, in bijzaken tot overeen
stemming te komen.
Een Kabinet als nu tot stand kwam
en waarin de oneenigheid bij rechts
als het ware geconsolideerd werd, zal
er niet toe meewerken de rechtsche
groepen weer bij elkaar te brengen.
En het zal zeker uiterst moeilijk
vallen in 1929 de kiezers- opnieuw te
overtuigen, dat een rechtsche meerder
heid moet worden beschouwd als een
zegen voor het land.
Waarlijk, er is reden om te juichen.
Maar niet bij rechts.
Weer vrij.
Door de Anti-revolutionaire partij
het kan niet anders wordt het aftre
den van het Kabinet Colijn, nog voor
het in staat was iets van beteekenis
tot stand te brengen, in ernstige mate
betreurd.
De beer Colijn heeft het eerste deel
van zijn program het in evenwicht
brengen van de begrooting een
moeizame arbeid, waarvan zijn voor
ganger en opvolger tevens, thans de
vruchten kan plukken mogen vol
tooien.
De begrooting is sluitend gemaakt.
De periode der tekorten is achter
der rug.
De staatsfinanciën zijn gezond.
Maar het tweede en niet minder ge
wichtige deel van zijn program, den
opbouw van het economische en maat
schappelijke leven, heeft hij niet mo
gen afwerken.
Politici van klein allooi, die van de
beteekenis van dezen geweldigen ar
beid blijkbaar geen notie hadden, heb
ben kans gezien den politieken trein
te laten derailleeren.
Wij -betreuren dat, temeer omdat nu
een krachtige beginselpolitiek is on
mogelijk gemaakt en een hoogst
bekwaam be|windsman als Mr. Rut
gers, van wie nog zooveel verwacht
mocht worden, mede tot aftreden ge
noopt werd.
In 's lands belang, en met bet oog
op de toepassing van onze beginselen
kunnen wij niet anders dan dezen
gang van zaken bejammeren.
Als partij behoeven we echter niet
to treuren.
Onze partij heeft zich aan hare ver
antwoordelijkheid niet willen onttrek
ken, ook niet toen hare belangen daar
door in ernstige mate werden ge
schaad, maar gezocht heeft zij de
regeeringsverantwoordelijkheid niet.
En vooral na de verdachtmakende
campagne, die de laatste jaren gevoerd
werd, is het voor ons volstrekt geen
opoffering dat wij ons in ons isolement
kunnen terugtrekken.
We staan nu weer geheel vrij.
Er is nu volop gelegenheid onze or
ganisatie te versterken en onze be
ginselen te propageeren, de beginselen
die niet in beteekenis verminderen
als we niet meer tot de regeerings-
meerderheid behooren.
Eendrachtig scharen wij ons thans
om onze leiders met de ernstige be
geerte om de A.R. partij tot nieuwen
bloei te brengen en in dien weg de
belangen van land en volk te dienen.
Onze droefheid is met blijdschap ge
mengd.
V Colijn cn Rutgers.
Colijn en Rutgers, twee mannen die
we noode konden missen in ons partij
leven en onze Kamerfractie, keeren
nu weer tot ons terug.
Reeds kwam het verblijdende be
richt, dat de heer Colijn weer als
hoofdredacteur van de „Standaard"
zal optreden en de niet minder ver
blijdende tijding, dat een onzer Ka
merleden heeft aangeboden zijn zetel
voor den heer Colijn in te ruimen.
Een aanbod, dat in breede kringen
met sympathie zal worden begroet.
De heer Colijn behoort in de Kamer
maar hetzelfde geldt ook en in niet
mindere mate van den heer Rutgers.
Wij weten niet of de heer Rutgers
een Kamerzetel ambieert en of hij zich
na zijn bedanken opnieuw op de lijst
heeft laten inschrijven, maar inidien
dat het geval is,, dan spreekt het wel
vanzelf, dat ook voor hem een zetel
op het Binnenhof wordt ingeruimd.
Met blijdschap heeft onze partij de
ze voormannen afgestaan, toen ze tot
het ministersambt werden geroepen.
Maar met niet minder blijdschap,
met geestdrift, zullen we deze door
God met zoo rijke gaven gesierde marfr
nen, weer in onze gelederen ontvangen
Op de aanhankelijkheid en de trouw
van geheel ons Antirevolutionaire
volk kunnen wij staat maken.
Bittere haat.
De heer Duys, een der leiders van
de SD..A.P. heeft de Kabinetswisse
ling aangegrepen om nogeens zijn
haat tegen het Christendom te luchten.
In een te 's-Gravenhage gehouden
rede zei de hij o.m.:
Tot de coalitie zou spr. willen
roepen: Wordt Christen!
Dat maakt vloek- en pootjebaai-
verboden, dat praat nu drie wekeri
of de slang gesproken heeft of niet.
Als die slang gesproken heeft, en
ze had Rutgers, Van Wijnbergen en
Colijn gekend, dan zou ze heel wat.
anders gezegd hebben (daverend
gelach).
Alles wordt op de christelijkheid
gegooid. Eens was er een overstroo
ming in Zeeland. In dit gewest stond
een zekere heer Pompe, kandidaat
voor de a.r. partij. Die watersnood
was een straf van God. Het was
dus: Pompe of verzuipen. (Vreugde).
Men gevoelt hoe bitter de haat en
hoe fel de verachting is, die hier tot
uiting komt tegen de Christelijke be
ginselen.
Eh het daverend gelach dat opsteeg
is een bewijs, hoe dergelijke zotte spot
ternij in de kriDgen van de S.D.A.P.
geliefd is en hoe breed de klove is,
die het Christendom van deze met
Gods Woord spottende partij scheidt.
Misschien zijn er onder die dit lezen,
die het tot nu toe met hun geweten
overeen konden brengen lid te zijn van
een z.g. moderne organisatie of die op
een andere wijze de S.D.A.P. en de
roode vakbeweging steunen.
Laat het bovenstaande hen tot waar
schuwing zijn en tot een prikkel om
kloek en beslist daarmee te breken.
STADSNIEUWS.
Vereeniging tot bevordering der
Bouwkunst.
Deze vereeniging hield Donderdag
avond een belangrijke vergadering in
het Physiologiscb Laboratorium. Dat
de vereeniging ditmaal op deze onge
wone plaats bijeenkwam, stond in ver
band met het onderwerp, aan de be
handeling waarvan deze vergadering
in hoofdzaak was; gewijd.
Dr. C. A. Crommel.in had zich
n.l. bereid verklaard een met lichtbeel
den en proeven verduidelijkte lezing te
houden over: „Natuurkundige ver
schijnselen bij lage temperaturen."
De voorzitter, de heer P. A. V e r-
h o o g memoreerde, -hoe hij reeds ver
leden jaar tot Prof. Kamerlingh Onnes
het verzoek had gericht om den leden
van Bouwkunst in populairen vorm
iets van zijn natuurkundige weten
schap mede te deelen, maar hoe deze
daaraan wegens gezondheidsredenen
niet kon voldoen. Mede door zijn be
middeling werd Dr. Crommelin bereid
gevonden de lezing te houden Wie had
•kunnen denken, dat de vastgestelde
datum ook de datum zou worden van
de begrafenis van prof. Onnes. Op
spr.'s verzoek verhieven zich de aan
wezigen even van hunne zitplaatsen
om/de nagedachtenis van den grooten
geleerde te eeren.
Dr. Crommelin, het woord nemend,
begon met een korte schets van wijlen
prof. Onnes' levenswerk: het waarne
men van de eigenschappen van ver
schillende lichamen onder den invloed
van lage temperaturen, en als^niddel
daartoe, doch tevens een gewichtig
onderdeel van zijn arbeid vormend,
het bereiken van die lage temperatu
ren op zichzelf.
Uit dit groote werk zei spr. uit den
aard der zaak slechts enkele grepen te
kunnen doen in het bestek van een
korte lezing.
Om de beteekenis van Onnes' werk
te laten uitkomen, herinnerde spr. aan
het peil der natuurkundige weten
schap, zooals dit ten aanzien van het
bereiken van lage temperaturen was.
voor 1877, toen men temperaturen van
250 gr. C. heel niet. kende. Ook wa
ren het slechts enkele van de meest
bekende gassen, waarvan men het topn
mogelijk achtte ze vloeibaar te maken.
De overige gassen beschouwde men
eenvoudig als permanente, d.w.z. niet
vatbaar voor condensatie.
Vervolgens memoreerde spr. de vor
deringen van Cailletet en Pictet, een
Fransch en een Zwitsersch geleerde,
die de methoden om de gassen na af
koeling onder atmosferlschen druk
vloeibaar te maken, belangrijk verbe
terden.
Aan de hand van een op het doek
geprojecteerd schema van koel- en
hoogdrukapparaten verklaarde sp. hoe
het mogelijk is de gelijktijdige wer
king van druk en afkoeling zoodanig
te continueeren. dat in eenzelfde kring
loop een voortdurend lagere tempera
tuur kan worden verkregen, totdat
eindelijk het gas in vloeibaren toe
stand en met ontzettend lage tempe
raturen kan worden opgevangen. De
groote verdienste van deze methode
ligt in een accumulatie van afkoelin
gen, verkregen door het periodiek la
ten ontsnappen van kleine gashoeveel-
heden, terwijl dit onder zeer hoogen
druk staat. (Met een druk van 23000
atmosfeer werkte men reeds om
streeks '77).
Geleidelijk ontwikkelde zich de tech
niek van de condensatie der meer be
kende gassen, zoodat in 1906 een ma
chine kon worden geconstrueerd, die
per uür 13 L. vloeibare zuurstof le
verde.
Middelerwijl wijdde speciaal prof.
Onnes zich aan het vloeibaar maken
van de gassen die minder bekend wa
ren. die men zelf moest bijeenbrengen,
maar waarvan verwacht werd, dat er
bij vloelbaarmaking een lagere tempe
ratuur mede kon worden bereikt. Hier
in is prof. Onnes geslaagd. Op 10 Juli
1908 is in zijn Cryogeen laboratorium
alhier voor het eerst In de wereld
vloeibaar bellumgas gezien. (De pro
jectie-lantaarn bracht de oorspronke
lijke oude installatie op 't doek.
Met dit gas, dat een critfsch kook
punt heeft van —208* gr. C. (daarbo
ven kan het niet vloeibaar worden ge
maakt), werd een temperatuur be
reikt van 272 gr. Celsius beneden nul.
De uitvinding die prof. Onnes hier
mede deed. wa9 er een van zeer ver
strekkende beteekenis, omdat er on
gekende en ongedachte mogelijkheden
door werden geopend.
Een van die mogelijkheden wae het
meten van den weerstand van meta
len enz. bij lage temperaturen. Weer
aan de Hand van duidelijke projecti-
beelden beschreef »pr. het toestel,
waarmede die metingen plaats heb
ben. de z.g. Cryostaat, waartn de kwik-
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advert«ntiln per regel 72cent
Ingezonden Mededeelingen, dobbel taztei.
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine advertentlln bij vcortdtbelaling
van tan boogete 30 woorden, werden dage
lijks geplaatst ad 40 cent.
Binnenland.
De pers over het nieuwe kabinet
Buitenland.
Ontzettende ontploffingsramp te Praag
Het kabineb» Brian d te ten val ge
bracht.
Een geheim Poolsch-Itallaansch ver
drag 7
thermometer, die vrij spoedig bevriest,
is vervangen door een gaethermome
ter, die de allerlaagste temperaturen
zelfs registreert.
Gedurig liet spr. gevoelen welk
machtig pionierswerk prof. Onnes in
dertijd op dit terrein heeft uerricht.
Immers toen hij zijn eerste proeven
nam, had hij niet de beschikking over
een geschreven theorie; er was niets
over te lezen, alles moest worden ge
probeerd en langs den weg van proef
nemingen tot klaarheid en zekerheid
worden gebracht.
Zeer belangwekkend was ook het
geen medegedeeld werd over den weer
stand van metalen bij lage tempera
turen en over de door prof. Onnes He
naam de Supra-geleiding. Prof. Onnes,
voortbouwende op de moleculen-theo
rie, veronderstelde dat het afnemen
van de bewegelijkheid der moleculen,
door de daling van de temperatuur
wel zoover kon worden doorgevoerd,
dat de moleculen absoluut lot rust
kwamen en de weerstand absoluut
tot niets kon worden teruggebracht.
En Hierin hebben hem de proeven ge
rechtvaardigd. Inderdaad is gebleken,
dat bij de zeer lage temperaturen de
weerstand zóó gering werd. dat bij
niet meer te m'eten was. Dat was iets
dat men nooit mogelijk bad geacht en
dat van verreikende beteekenis is.
Langs denzelfden weg berekende prof.
Onnes dat het mogelijk moest zijn een
fijne draadwinding, waaruit alle weer
stand was weggenomen, te voorzien
van een electrisclie stroom, die k na
uitschakeling van het element door-
loopen en dus zichzelf continueeren
zou. Ook deze proef is geslaagd. Ge
durende 7 uren bleef de stroom zonder
dat hij gevoed werd, doorloopen zon
der dat de sterkte ook maar iets af
nam. Het resultaat was zoo verbluf
fend, dat' men eerst dacht aan een
vergissing en niemand gelooven kon
dat bet echt was. 10 a 12 keer werd
de proef herhaald en telkens slaagde
zij even goed. Er viel dus niet meer te
twijfelen. Dit, aldus spr. i3 ook een
der belangrijkste ontdekkingen ge
weest, die in den laatsten tijd zijn ge
daan, een stuk werk van prof. Onnes
dat wij niet genoeg kunnen bewon
deren.
De interessante lezing werd aange
vuld met het laten zien van verschil
lende schema's, die in beeld brachten
hoe zich de vorm der gebezigde in
strumenten telkens heeft gewijzigd
en die ook menig interessant kijkje
gaven in het beroemde laboratorium
van prof. Kamerlingh Onnes, dat door
den stichter tot een centrum van we
tenschappelijke onderzoekingen is ge
maakt.
Na de pauze nam Dr. Crommelin
een aantal proeven met vloeibare
lucht, waardoor werd aangetoond hoe
de lage temperaturen (luent zuur
stof en stikstof, critisch kookpunt
—183 gr. C. (nulp. 196 gr. C) de orga
nische weefsels van menschelijke,
dierlijke en plantaardige lichamen
aantasten en materialen zoodanig be
ïnvloeden, dat b.v. zeer buigzaam
bandijzer na een onderdompeling van
de koude vloeistof als een stukje glas
met een slag werd vesplinterd, door
dat er alle soepelheid uit verdwenen
was. Voorts werden proeven genomen
met de verdamping van vloeibare
lucht tijdens welke sterke toetreding
van zuurstof plaats heeft en vervol
gens met weerstandsvermindering van
een electrisch geladen snoer door aan
raking met de koude vloeistof. Duide
lijk was te zien hoe b.v. een elctrischs
lamp veel helderder ging branden,
nadat het snow was gedompeld ln de
vloeibare lucht.
Van de gelegenheid om yragen te
stellen, werd dankbaar gebruik ge
maakt, waardoor Dr. Crommelin gele
genheid vond op enkele punten dieper
ln te gaan, zooals b.v. op de herkomst
en de eigenschappen van hellum-ga*
dat ln Amerika gedurende den oorlog
op groote schaal werd aangemaakt
om er luchtschepen mede te vullen Ge
lukkig hebben door het Intreden van
den wapenstilstand grooié voorraden
een veel vreedzamer besteen min# ge
kregen.
De heer Verhoog dankte namens
Bouwkunst Dr. Crommelin hartelijk
voor iltn belangrijke Mng, Me anker