CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS 6o JAARGANG VRIJDAG 26 FEBRUARI 1926 NUMMER 1758 COURANT STADSNIEUWS. Schnmann-avond. (Sursum Corda). Robert Schumann meer nog dan Weber en Mendelssohn vertegenwoor diger van de muzikale romantiek in Duitschland; diep belever van het ro mantisch heimwee naar meer dan de aarde kon geven; in zich zelf gekeer de droomer en idealist uitsluitend van binnen uit levend en schoonheid schep pend; of zooals Diepenbrock zegt: eenzame zanger en dichter van zijn eigen verrukkingen, vreugde en smar ten" tot langzaam maar zeker de waanzin kwam en droom en ideaal deed verworden tot apatbie en dwangvoorstelling en tenslotte - duis ternis! Had het God behaagd, dezen zanger van sprookjes en liefde, van mijmerin gen en innigheden, tot Zich te nemen in den tijd dat hij stond aan het hoog tepunt van zijn scheppingskracht zeker zou de faam van zijn geniali teit luider weerklinken dan tbans. De schaduw, welke over Schumanns geest kwam is ten deele de oorzaak, dat de gezonde Schumann het TPbt der volle erkentenis moelJ missen. Vooral in dezen tijd, nu er zooveel nieuwe krachten werkzaam zijn in het groote beweeg der geesten en mo derne aspiraties moderne vormen van uiting zoeken. Hef. „Aller vloeit" van den Griek- fcchen wijze geldt wel bij uitstek van ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.S0 Per weeki 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Oil nummer besiaal ail TWEE Bladen. EERSTE BLAD. VOnderwijscijlers. In de „Jaarcijfers van Nederland" komen interessante mededeelingeri voor omtrent liet openbaar en het bij zonder onderwijs. Uit deze cijfers blijkt, dat de uitbrei ding van het openbaar onderwijs geen gelijken tred houdt met de toename der bevolking. Inplaats van vooruit gang valt er achteruitgang te consia- teeren. Bedroeg in 1915 het aantal kinderen dat de openbare school bezocht nog ruim 250.000, in 1923 was dit aantal ge daald tot 239000 leerlingen. Bij het bijzonder onderwijs daaren tegen valt een niet onbelangrijke voor uitgang te constateeren. Bedroeg het aantal leerlingen der bijzondere soho- len in 1915 ongeveer 226000, in 1923 was het gestegen tot ruim 275000. Bij het openbaar onderwijs dus een vermindering met 21000 leerlingen en bij het bijzonder onderwijs een ver- meertering met 49000 leerlingen. Of de natie ook gehecht is aan de openbare school! Interessant is ook wat omtrent het aantal scholen wordt medegedeeld. Men herinnert zich allicht de vele klachten omtrent de kleine bijzondere scholen, die overal werden opgericht. Het waren die dwergschooltjes, die het onderwijs niet alleen bovenmate kostbaar maakten, maar die het ver knoeiden bovendien. Op dit oogenblk is de storm een beetje geluwd, maar er zijn tijden ge weest, dat de jammerklachten niet van de lucht waren. De indruk is dan ook algemeen dat naar verhouding het aantal scholen hij het bijzonder onderwijs veel groo- ter is dan bij het openbaar onderwijs. De „Jaarcijfers" leeren echter iets anders. Terwijl het aantal leerlingen der openbare school belangrijk terugliep, werd het aantal scholen grooter Wa ren er in 1915 voor ruim 250.000 leer lingen 3368 openbare scholen, in 1922 (het laatste jaar waaromtrent de „Jaar cijfers" mededeelingen doen) met pl.m 20.000 leerlingen minder, was het aan tal scholen gestegen tot 3833. Bij het bijzonder onderwijs daar entegen, dat rond 35000 leerlingen meer telt, bedroeg het aantal scholen slechts 3205 of 630 scholen minder dan bij het openbaar onderwijs. Als er dus klachten rijzen over te veel en te kleine scholen, zal men niet in de eerste plaats aan het bijzonder onderwijs hebben te denken, maar is er alle reden allereerst aandacht te schenken aan het openbaar onderwijs. Wij willen niet ontkennen, dat hier en daar een bijzondere school is ge sticht, die misschien achterwege had kunnen blijven. Er is weieens onnoo- dig gesplitst. Maar de ijveraars voor de openbare school, die, zooals de Commissie Eerd- mans van oordeel zijn, dat de bezuini ging zoo goed als uitsluitend gezocht moet worden hij het bijzonder onder wijs, zullen met de gegevens van deze „Jaarcijfers" voor oogen toch een toon tje lager moeten zingen. BUREAUHooigracht 35 Leideu Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 de muziek, de „vloeibaarstealler kunsten, die zich het allereerst er toe leent nieuw levensgevoel in nieuwe melodieën te verklanken en de dyna- modernen tijd te stuwen in nieuwe mische "krachten van den actieven rhythmiek. Ondanks alle moderniteit blijft liet oude ons lief, want zonder Palestri- na, Bach, Beethoven, zonder de Ro mantiek zouden de muzikale uitings vormen van modernen ondenkbaar zijn. Ook het lied van Schumann, was spiegel des tijds en heeft zijn eigen plaats in de eere-galerij der muziek geschiedenis en tintelt daar in gen restukjes, wonderlijk innig en drco- men fijn met starrelende goudglan zen. „Der Rose Pilgerfahrt door nie mand minder dan Rieman de waar dige pendant van „Das Para dies und die Peri" genoemd, werd plm. 1850 door Schumann gecomponeerd met klavierbegeleiding. Jammer genoeg gaf hij een paar jaren later gehoor aan den aandirang zijner vrienden, om er een orkestbegeleiding bij te schrij ven, die aan de reputatie van het werk afbreuk heeft gedaan. Het is het sprookje van de bioemen- koningin die heimwee heeft naar men schelijk geluk, door de elfenkoningin tot maagd wordt omgetooverd, na al lerlei ervaringen gelukkig huwt en eindelijk na de moederweelde ge smaakt te hebben, onder engelenzang in den hemel wordt opgenomen. Het gegeven is te eenvoudig voor een grootschen dramatischen opzet. Maar daarmee zou Schumann trou wens ook zijn lyrisch gestemde per soonlijkheid geweld hebben aange daan. Zijn kracht was de „Liederselig- keit". Zijn romantische fantasie gaf hem hier een weelde van melodieën aan de hand, alle even gekuischt: ern stige, innige, vroolijke en uitbundige. Van „Der Rose Pilgerfahrt" gaf „Sursum Corda" gisteravond een mooie gave vertolking. Reeds dadelijk viel op met welk een glans het vrou wenkoor, dat trouwens in deze compo sitie een rol van beteekenis vervult, de inleidende strophen zong, en daar na het lichte, beweeg'lijke „Chor der Elfen". Deze voordracht wist reeds dadelijk bij het publiek een sfeer van belangstelling te scheppen, welke voortdurend warmer werd. Toen we het mannenkoor alleen hoorden, hebben we een oogenblik ge dacht aan de altijd weer herhaalde klacht, dat het stemmenmateriaal dor mannen in onze gemengde koren nooit geëvenredigd is aan het stem- menmaterieel der vrouwen. Maar het sterk rhytmische koor voor heeren: „Bist du im Wald gewandelt" klonk overtuigend en flink. Zuiver en beschaafd en vol relief waren ook de gemengde koren; wc denken aan het prachtige: „Wie Blat ter am Baum", aan de fijne voordracht van het innige „O Zel'ge seit'aan het jubelende „Hochzeit wird gefeiert' en aan het leuke bruilofslied „lm Hau- se des Müllers". De dirigent, de heer Hubert Cuypers verstaat de kunst verrassende en toch altijd logisch be rekende effecten te bereiken. In de eerste plaats ligt dit aan zijn alles doordringende muzikaliteit, waardoor hij zich psychisch inleeft in de idee van den componist. Daarmee hangt samen de kleurenrijkdom van zijn nu anceering en zijn fijn gevoel voor rhytmische verscheidenheid. Daardoor vermijdt hij alle vlakheid van voor dracht en wordt elk koornummer een levend en tintelend geheel met vol strekt eigen sfeer. Zijn gebaar is so ber, maar beslist en zegt precies wat hij wil. Als solisten hoorden we in de eerste plaats Mej. Gonny Vogt, uit Gronin gen, die in hot bezit is van stralende sopraan en op alleszins te waardeeren wijze de Rose-partij zong. jaar in „Ruth" van César Franck hoor- Sinds wij deze zangeres het vorige den, is zij merkbaar vooruitgegaan in stemtechniek, voordracht en ademhe- heersching. Mej. Vogt mag tevreden zijn over haar prestaties. De niet zeer omvangrijke altpartij werd vervuld door Mej. Josephine Boe len uit Amsterdam. Deze beschikt over een mooi geluid, met veel aanleg voor kleur-nuance, dat vooral in het middenregister een prachter cello timbre heeft. In de hoogte en de diep te is de stem nog ryiet tot volle ont wikkeling gekomen en zijn de uispraak en de voordracht niet altijd duidelijk. Waarschijnlijk zal een en ander ook beinvloed zijn door eenige nerveuzitcit De tenor, de heer F. E. Paesi van Haarlem, was hier te Leiden tot dus verre eveneens onbekend; maar hij heeft met zijn mooi mannelijk lyrisch geluid en behqerschte voordracht een uitstekenden indruk gemaakt. Zeer gevoelig en poëtisch was o.a. zijn voordracht van de solo, waarmee het „In 't Haus des Todtengrabersen het duet van hem en mej. Vogt wekte groote ontroering bij de toehoorders. De heer Robert Gevers uit 's-Herto- genboseh, die over een senoor basge- luid beschikt, vervulde op loffelijke wijze zijn korte rol. Bij voortgaande scholing van zijn mooi materiaal, wat meer losheid van voordracht en zorg voor de articulatie kan hij in de zan gerswereld een eervolle positie inne men. Naast deze meer officieele so listen mogen we een woord van waar deering niet onthouden aan Mej. An nie van der Reyden, het koorlid, dat verschillende kleinere solotrekjes op zeer verdienstelijke wijze vertolkte. We denken o.a. aan het zeer mooie en innige „Die Kirchenglocken klingen De klavierbegeleiding was toever trouwd aan den heer Wllem Doort- mond van Amsterdam, die op artistie ke wijze relief gaf aan den zang. Met pianistische vaardigheid en veel poë zie deed hij Schumann's muziek tot haar recht komen. Na de pauze hoorden we liederen uit den tijd van Schumann's „Liebcs frühling" het jaar 1840. In twee a ca- pella-werkjes „Sommerlied' en „Schön Rohtraut" kon „Sursum Cor da" zich op zijn allerbest toonen. Teer en met ragfijne pianisimo's en subtiele klankverinniging werd het droomerige „Sommerlied" voorgedra gen, terwijl in de tweede helft het no bele diepe geluid der bassen opviel, dat prachtig de bovenpartijen droeg.' Mej. Boelen zong vervolgens een drietal liederen, waarin zij zich ge heel gaf, vrijer uitzong dan voor de pauze en veel succes oogstte. Ten slotte zong het koor het beken de „Zigeunerleben" een werk, dat al tijd succes heeft, al was het onzes in ziens het minst geslaagde van het programma. De slagvaardigheid van de heeren bassen liet in den beginne te wenschen over, waardoor de sterke rhytmiek niet tot zijn recht kwam cn een en ander wat weifelde. In het middengedeelte schenen pianist en heerenkoor het niet geheel eens te zijn. Wellicht hadden ook de heeren moeite den dirigent goed te zien. Maar de dames zongen met rhythmi- sche zekerheid en de voordracht sloeg geweldig in. Alles samengenomen een zeer mooie avond waarop „Sursum Cpr- da met groote voldoening mag terug zien. A.-R. Propagandaclub „Dr. A. Kuyper De club hield gisteravond in ,fFeen- stra" haar zooveelste seizoentfergade ring onder leiding van den voorzitter, den heer H. Lambooij, 'die bil 'de opening liet zingen Ps. 84 :'b ën voor las Romeinen 13. Aan de orde was een bespreking over „Ons, Parlementaire stelsel", die door den heer C. Wassenaar werd in geleid. Na in het algemeen eenige opmer kingen te hebben gemaakt over de noodzakelijkheid van een beter onder scheiden ien aanzien der staatkundige vraagstukken over den oorsprong en den aard van Tiet gezag der staatkun dige overheid en"de verschillende vor men waarin net in ae historie der meer beschaafde volken optrad kwam spr. tot een uiteenzetting van het par lementaire steisei zooais "net zich naar eigen trant in ons land heeft ontwik keld. Achtereenvolgens omschreef pr. de wetgevende, de rechtsprekende cn dé besturende macht, waarin de overheids macht is onderscheiden. De taak van de overheid, is wel onderscheiden, maar met gescheiden. Zij treedt ver schillend op, al naar het wetgeving, rechtspraak ot bestuur betreft. In ons parlementair stelsel ligt, wat den wetgevenden arbeid betreft, het zwaartepunt in het parlement. Uitvoe rig werden, de mac fit van de kroon,- de plaats en de taak der verantwoor delijke ministers en de invloed der volksvertegenwoordiging hierbii ge schetst, evenals, doch meer beknopt, ten aanzien der andere overheidsfunc ties voor zoover daar dezelfde onder scheiding^ kan worden gemaakt. Vervolgens belichtte spr. onze hui dige staatsinrichting van principieel e zijde. Souvereinileit in den oorspronkelij- ken zin van het woord kan aan geen mensch worden opgedragen omdat dan het recht niet voldoende beveiligd is. Op ziéhzelf acht de A.R. geen enkelen staatsvorm den eenig bruikbaren. De eerste vraag is dan ook niet wie het gezag draagt, maar of er een overheid is die voor de handhaving van het recht, voor het leiden van de verde diging der Staatkundige onafhanke lijkheid en de bescherming van het zwakke aansprakelijk kan worden ge steld. Met eenig voorbehoud meende spr. deze vraa°; toestemmend te kunnen beantwoorden, gelet op den geest van de grondwet. Het voorbehoud echter gelat vooral het kabinet dat eventu eel geroepen wordt den schakel te vormen tusschen kroon en volksver tegenwoordiging. Of datv homogeen is en ol dat zedelijk overwicht weet te laten gelden, beslist veel. Mits er gewaakt worde voor de be waring van het juiste evenwicht, biedt het parlementaire stelsel wel zeker heid voor de eerbiediging der volks vrijheden en daarmede is voldaan aan een eisch, die in ons land met zijn histonschen zin voor vrijheid (in den goeden zin van het woord) bijzonder klemt. In onze dagen wordt het parlemen taire stelsel -sterk becritiseera. Critiek die zeer gegrond is voor zoover zij bedoelt in' het licht te stellen dat het zich gemakkelijk door de revolutio naire elementen laat gebruiken om het noodzakelijk evenwicht te verstoren. Maar daarin zal met een wijziging van de huidige kieswet alléén nooit iets ten goede worden verbeterd, zon der-'een of andere categorie onrecht te doen M71J moeten, naar het woord van Groen,* in ons volk en vooral bij ons christenvolk het constitutioneel plichts besef aankweeken. De waarborgen voor een richtige uitvoering der overheidstaak liggen niet in een stelsel maar in hei besef van wat recht en wat plicht is. Dit besei nu, wordt riïet versterkt met behulp van machtsgrepen, maar door inwerking op de volksconscientie. De staatsvorm is daarbij met oversolillig maar zij moet naast aan dc benoetten van het oogenblik ook voldoen aan den eisch van een goeden rechtsgrond. Aan dezen eisch kan eeh willekeurig aangesteld directorium niet voldoen, en daarom blijven wil invloed vragen voor de wettige volksvertegenwoordi ging. De vraag ot er geen gevaar bestaat, dat de ziektekiemen van het verwor den parlementaire stelsel, het parle mentarisme 'dus zooafs het in Frank rijk gezien wordt, ook ons stelsel niet zouden kunnen aantasten, beantwoord de spr. toestemmend. Maar dat gevaar wordt niet gekeerd door een willekeurig samengestelde macht. Tegenover de elementen die m het parlement het evenwicht willen -verstoren, moeten andere waarborgen worden gezocht voor de erkenning van het recht. Bij de zeer geanimeerde bespreking van het onderwerp gaf de heer G. Kuyper nog een mooie uiteenzetting van het organisch kiesrecht zooals de A.R. Partij 'dat altijd heeft voorge staan. Dit geeft de eenige goede op lossing voor een betere samenstelling van de volksvertegenwoordiging. Het huidig kiesstelsel dat de staalgemeen schap ontleedt in individuën, staat op revolutionairen grondslag en moet wel tot onevenwichtigheid leiden. Het late uur alleen bleek in staat de opgewekte discussie te .aten ein digen. Na dankgebed van den heer E. Wassenaar sloot de voorzitter de vergadering. In de volgende vergadering zal de heer J. v. Hooidonk een bespreking over „Volkssouvereiniceit" inleiden. Deze vergadering zal D.V. 25 Maart gehouden worden. De Ambachtsschool. In de Ambachtsschool, Haagweg, had gisteravond de algemeene leden vergadering plaats vr.n de vereeniging ,,De Ambachtsschool' alhier. De voorzitter de heer I r. A. M. Tou vv, opende de vergadering, heette de niet zeertalrijke aanwezigen wel kom en las daarna bij ontstentenis van den secretaris de notulen der vo rige vergadering, die onveranderd wer den goedgekeurd. Vervolgens was het woord aan den penningmeester, den heer P. Otto, voor zijn rekening en verantwoording. De rekening der dagschool over 1925 sluit in ontvangsten en uitgaven op een bedrag van f 266.188.42' ter wijl het saldo f«560.07 bedraagt. Van de vakavondschool zijn de eind- oijfers f 4013.07 en is het saldo f80S.73 van den michinistencursus f 1951.12 met een tekort van f66.72V2. Het rapport der commissie tot het nazien der rekening van den pen ningmeester over hei afgefoopen 'jaar werd' voorgelezen "door den voorzit ter en luidde gunstig. De rekening en verantwoording werd goedgekeurd en de penningmeester gedechargeerd onder aankbetuiging voor zijn accu raat beheer. Overgegaan werd tot de benoeming van een Commissie van drie leden tot het nazien der rekening van het loopende jaar; gekozen werden de heeren Buurman, Bouter en Goslinga. Voor de vacature in het Bestuur werden voorgedragen de heeren v. d. Laan en Korswagen. Van de rondvraag werd gebruikge maakt door den heer Gosl'n a, die een opmerking maakte over .1 inning der schoolgelden. De voorzitter deelde ver volgens nog mede, dat terwijl de ma chinistencursus beoogt de opleiding tot het voorioopig machinistenenamen dit jaar een proef is genomen met een landmachinistencursus. De kosten daar van worden bestreden uit de school- Gewone advertentiën per regel 22\'« eent Ingezonden Mededeelingen. dobbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. Mr. Limburg zai waarschijnlijk met de vorming van een Kabinet slagen. Buitenland. De Zuid-Slaviscihe minister van bui- tenlandsche Zaken cooiereert met Mus solini. De Belgische Senaat heeft het wets ontwerp inzake de stabilisatie der va luta aangenomen. Te Parijs is gisteren d? Fransch- Russische conferentie begonnen. De Franscüe socialisten zullen in de Kamer een tegenontwerp tegen de fi- nancieele regeringsvoorstellen in dienen. gelden der leerlingen, wier aantal thans. 17 bedraagt. Daarna sloot de voorzitter de ver gadering. Jubileum. Maandag 1 Maart a.s. zal het 25 jaar geleden zijn dat de heer C. J. A. van Eyk door'den Kerkeraad der Gerei. Kerk G., werd benoemd tot or ganist der Kerk Oude Vest. De heer v. Eyk is de tweede orga nist in dit kerkgebouw en was volger van den heer Bink die vanaf de ingebruikne .ng van het org ei (wij meenen in 18,tot 1901 als zoo danig werkzaam was. Met groote toewijding heeft de heer v. Eyk zich van zijn taak gekweten en ongetwijfeld zou hem een "beschei den huldiging tebeurt zijn gevallen, in dien niet huiselijk leed. dat den heer v. Eyk trof, hierin verhindering bracht Dit neemt echter nie. weg, dat velen a.s. Maandag van nunne belangstel ling wel blijk zullen geven. Wintexlezing. Wij 'herinneren aan de winterlezing die hedenavond in de Hooigrachtkerk gehouden wordt. De spreker, Ds. ooi steegh, *Ned. Herv. Pred. e Katwijk aan Zee is hier geen onbekende en wij vertrouwen dat velen de gelegen heid zullen aangrijpen om Ds. V. te hooren. Gaarne wekken wij onze lfezers op, deze lezing over „De daadte gaan bijwonen. Wetenschappelijke voordrachten. Gisteravond hield Prof. J. P. Ver haar (Warmond) in het Universiteits gebouw Ivloksteeg alhier zijn zevende academievoordracht over „Hemel en hel." In een eerste deel zette spreker uit een wat de katholieke kerk in hei al gemeen leert over het leven na den dood, in het bizonder dat volgens Gods openbaring ieder mensch ter stond na den dood geoordeeld wordt, waarbij beslist zal worden, wat s nnm schen eindbestemming zal wezen De- 'ze zal zijn: ofwel de hemel (hetzij di rect, hetzij na een loutering in het va gevuur ofwel de hel. In een tweede deel werd in de eerste plaats uiteengezet en bewezen, dat de hemel een plaats is van eeuwigduren de gelukzaligheid, waarheen de ziel sa gaan, die in staat van genade sterven en niets meer uit te boeten hebben. In de tweede plaats werd vooral uit de H. Schrift het bestaan van den hemel aangetoond. In een derde deel werd uitvoerig ge handeld over de hel. Ten eerste werd een nauwkeurige begripsbepaling ge geven van betgeen de katholieke leer onder de hel 'verstaat. Ten twpede werd het bestaan van de hel aange toond üit de klare Godsopenbaringen, alsmede uit de natuurlijke rede en de algemeene overtuiging der mensch- 'heid. Ten derde werd uit de Heilige Schrift de eeuwigheid der hellestraf bewezen tevens uitvoerig aangetoond, dat deze leer geenszins in 9trijd is, maar juist geheel in overeenstemming met 's menschen natuurlijke rede en met Gods oneindige volmaaktheden. Ten vierde werd een korte verhande ling gegeven over den aard der helle- straffen. Spreker eindigde zijn voordracht met een korte uiteenzetting, dat het nutteloos is om te vragen, hoe vel en zullen er zalig worden, hoevelen zul len er verloren gaan, aangezien nie mand daarvan ook maar iets weet. En daarom handelen wij verstandig als wij den raad van II Petr. 1:1011 op volgen. Op 11 Maart zal spreker zijn laatste academie-voordracht houden: deze draagt tot titel: Eén met God. Daarna zal Prof. Verhaar nog een vervolgcur sus en enkele wetenschappelijke pri- vatissima geven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1