CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS
6o JAARGANG
VRIJDAG 26 FEBRUARI 1926
NUMMER 1758
COURANT
STADSNIEUWS.
Schnmann-avond.
(Sursum Corda).
Robert Schumann meer nog dan
Weber en Mendelssohn vertegenwoor
diger van de muzikale romantiek in
Duitschland; diep belever van het ro
mantisch heimwee naar meer dan de
aarde kon geven; in zich zelf gekeer
de droomer en idealist uitsluitend van
binnen uit levend en schoonheid schep
pend; of zooals Diepenbrock zegt:
eenzame zanger en dichter van zijn
eigen verrukkingen, vreugde en smar
ten" tot langzaam maar zeker de
waanzin kwam en droom en ideaal
deed verworden tot apatbie en
dwangvoorstelling en tenslotte - duis
ternis!
Had het God behaagd, dezen zanger
van sprookjes en liefde, van mijmerin
gen en innigheden, tot Zich te nemen
in den tijd dat hij stond aan het hoog
tepunt van zijn scheppingskracht
zeker zou de faam van zijn geniali
teit luider weerklinken dan tbans. De
schaduw, welke over Schumanns
geest kwam is ten deele de oorzaak,
dat de gezonde Schumann het TPbt
der volle erkentenis moelJ missen.
Vooral in dezen tijd, nu er zooveel
nieuwe krachten werkzaam zijn in het
groote beweeg der geesten en mo
derne aspiraties moderne vormen van
uiting zoeken.
Hef. „Aller vloeit" van den Griek-
fcchen wijze geldt wel bij uitstek van
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.S0
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Oil nummer besiaal ail TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
VOnderwijscijlers.
In de „Jaarcijfers van Nederland"
komen interessante mededeelingeri
voor omtrent liet openbaar en het bij
zonder onderwijs.
Uit deze cijfers blijkt, dat de uitbrei
ding van het openbaar onderwijs geen
gelijken tred houdt met de toename
der bevolking. Inplaats van vooruit
gang valt er achteruitgang te consia-
teeren.
Bedroeg in 1915 het aantal kinderen
dat de openbare school bezocht nog
ruim 250.000, in 1923 was dit aantal ge
daald tot 239000 leerlingen.
Bij het bijzonder onderwijs daaren
tegen valt een niet onbelangrijke voor
uitgang te constateeren. Bedroeg het
aantal leerlingen der bijzondere soho-
len in 1915 ongeveer 226000, in 1923
was het gestegen tot ruim 275000.
Bij het openbaar onderwijs dus een
vermindering met 21000 leerlingen en
bij het bijzonder onderwijs een ver-
meertering met 49000 leerlingen.
Of de natie ook gehecht is aan de
openbare school!
Interessant is ook wat omtrent het
aantal scholen wordt medegedeeld.
Men herinnert zich allicht de vele
klachten omtrent de kleine bijzondere
scholen, die overal werden opgericht.
Het waren die dwergschooltjes, die
het onderwijs niet alleen bovenmate
kostbaar maakten, maar die het ver
knoeiden bovendien.
Op dit oogenblk is de storm een
beetje geluwd, maar er zijn tijden ge
weest, dat de jammerklachten niet
van de lucht waren.
De indruk is dan ook algemeen dat
naar verhouding het aantal scholen
hij het bijzonder onderwijs veel groo-
ter is dan bij het openbaar onderwijs.
De „Jaarcijfers" leeren echter iets
anders.
Terwijl het aantal leerlingen der
openbare school belangrijk terugliep,
werd het aantal scholen grooter Wa
ren er in 1915 voor ruim 250.000 leer
lingen 3368 openbare scholen, in 1922
(het laatste jaar waaromtrent de „Jaar
cijfers" mededeelingen doen) met pl.m
20.000 leerlingen minder, was het aan
tal scholen gestegen tot 3833.
Bij het bijzonder onderwijs daar
entegen, dat rond 35000 leerlingen
meer telt, bedroeg het aantal scholen
slechts 3205 of 630 scholen minder dan
bij het openbaar onderwijs.
Als er dus klachten rijzen over te
veel en te kleine scholen, zal men niet
in de eerste plaats aan het bijzonder
onderwijs hebben te denken, maar is
er alle reden allereerst aandacht te
schenken aan het openbaar onderwijs.
Wij willen niet ontkennen, dat hier
en daar een bijzondere school is ge
sticht, die misschien achterwege had
kunnen blijven. Er is weieens onnoo-
dig gesplitst.
Maar de ijveraars voor de openbare
school, die, zooals de Commissie Eerd-
mans van oordeel zijn, dat de bezuini
ging zoo goed als uitsluitend gezocht
moet worden hij het bijzonder onder
wijs, zullen met de gegevens van deze
„Jaarcijfers" voor oogen toch een toon
tje lager moeten zingen.
BUREAUHooigracht 35
Leideu
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
de muziek, de „vloeibaarstealler
kunsten, die zich het allereerst er toe
leent nieuw levensgevoel in nieuwe
melodieën te verklanken en de dyna-
modernen tijd te stuwen in nieuwe
mische "krachten van den actieven
rhythmiek.
Ondanks alle moderniteit blijft liet
oude ons lief, want zonder Palestri-
na, Bach, Beethoven, zonder de Ro
mantiek zouden de muzikale uitings
vormen van modernen ondenkbaar
zijn. Ook het lied van Schumann, was
spiegel des tijds en heeft zijn eigen
plaats in de eere-galerij der muziek
geschiedenis en tintelt daar in gen
restukjes, wonderlijk innig en drco-
men fijn met starrelende goudglan
zen.
„Der Rose Pilgerfahrt door nie
mand minder dan Rieman de waar
dige pendant van „Das Para dies und
die Peri" genoemd, werd plm. 1850
door Schumann gecomponeerd met
klavierbegeleiding. Jammer genoeg
gaf hij een paar jaren later gehoor
aan den aandirang zijner vrienden, om
er een orkestbegeleiding bij te schrij
ven, die aan de reputatie van het
werk afbreuk heeft gedaan.
Het is het sprookje van de bioemen-
koningin die heimwee heeft naar men
schelijk geluk, door de elfenkoningin
tot maagd wordt omgetooverd, na al
lerlei ervaringen gelukkig huwt en
eindelijk na de moederweelde ge
smaakt te hebben, onder engelenzang
in den hemel wordt opgenomen.
Het gegeven is te eenvoudig voor
een grootschen dramatischen opzet.
Maar daarmee zou Schumann trou
wens ook zijn lyrisch gestemde per
soonlijkheid geweld hebben aange
daan. Zijn kracht was de „Liederselig-
keit". Zijn romantische fantasie gaf
hem hier een weelde van melodieën
aan de hand, alle even gekuischt: ern
stige, innige, vroolijke en uitbundige.
Van „Der Rose Pilgerfahrt" gaf
„Sursum Corda" gisteravond een
mooie gave vertolking. Reeds dadelijk
viel op met welk een glans het vrou
wenkoor, dat trouwens in deze compo
sitie een rol van beteekenis vervult,
de inleidende strophen zong, en daar
na het lichte, beweeg'lijke „Chor der
Elfen". Deze voordracht wist reeds
dadelijk bij het publiek een sfeer van
belangstelling te scheppen, welke
voortdurend warmer werd.
Toen we het mannenkoor alleen
hoorden, hebben we een oogenblik ge
dacht aan de altijd weer herhaalde
klacht, dat het stemmenmateriaal dor
mannen in onze gemengde koren
nooit geëvenredigd is aan het stem-
menmaterieel der vrouwen. Maar het
sterk rhytmische koor voor heeren:
„Bist du im Wald gewandelt" klonk
overtuigend en flink.
Zuiver en beschaafd en vol relief
waren ook de gemengde koren; wc
denken aan het prachtige: „Wie Blat
ter am Baum", aan de fijne voordracht
van het innige „O Zel'ge seit'aan het
jubelende „Hochzeit wird gefeiert'
en aan het leuke bruilofslied „lm Hau-
se des Müllers". De dirigent, de heer
Hubert Cuypers verstaat de kunst
verrassende en toch altijd logisch be
rekende effecten te bereiken. In de
eerste plaats ligt dit aan zijn alles
doordringende muzikaliteit, waardoor
hij zich psychisch inleeft in de idee
van den componist. Daarmee hangt
samen de kleurenrijkdom van zijn nu
anceering en zijn fijn gevoel voor
rhytmische verscheidenheid. Daardoor
vermijdt hij alle vlakheid van voor
dracht en wordt elk koornummer een
levend en tintelend geheel met vol
strekt eigen sfeer. Zijn gebaar is so
ber, maar beslist en zegt precies wat
hij wil.
Als solisten hoorden we in de eerste
plaats Mej. Gonny Vogt, uit Gronin
gen, die in hot bezit is van stralende
sopraan en op alleszins te waardeeren
wijze de Rose-partij zong.
jaar in „Ruth" van César Franck hoor-
Sinds wij deze zangeres het vorige
den, is zij merkbaar vooruitgegaan in
stemtechniek, voordracht en ademhe-
heersching. Mej. Vogt mag tevreden
zijn over haar prestaties.
De niet zeer omvangrijke altpartij
werd vervuld door Mej. Josephine Boe
len uit Amsterdam. Deze beschikt
over een mooi geluid, met veel aanleg
voor kleur-nuance, dat vooral in het
middenregister een prachter cello
timbre heeft. In de hoogte en de diep
te is de stem nog ryiet tot volle ont
wikkeling gekomen en zijn de uispraak
en de voordracht niet altijd duidelijk.
Waarschijnlijk zal een en ander ook
beinvloed zijn door eenige nerveuzitcit
De tenor, de heer F. E. Paesi van
Haarlem, was hier te Leiden tot dus
verre eveneens onbekend; maar hij
heeft met zijn mooi mannelijk lyrisch
geluid en behqerschte voordracht een
uitstekenden indruk gemaakt. Zeer
gevoelig en poëtisch was o.a. zijn
voordracht van de solo, waarmee het
„In 't Haus des Todtengrabersen het
duet van hem en mej. Vogt wekte
groote ontroering bij de toehoorders.
De heer Robert Gevers uit 's-Herto-
genboseh, die over een senoor basge-
luid beschikt, vervulde op loffelijke
wijze zijn korte rol. Bij voortgaande
scholing van zijn mooi materiaal, wat
meer losheid van voordracht en zorg
voor de articulatie kan hij in de zan
gerswereld een eervolle positie inne
men. Naast deze meer officieele so
listen mogen we een woord van waar
deering niet onthouden aan Mej. An
nie van der Reyden, het koorlid, dat
verschillende kleinere solotrekjes op
zeer verdienstelijke wijze vertolkte.
We denken o.a. aan het zeer mooie en
innige „Die Kirchenglocken klingen
De klavierbegeleiding was toever
trouwd aan den heer Wllem Doort-
mond van Amsterdam, die op artistie
ke wijze relief gaf aan den zang. Met
pianistische vaardigheid en veel poë
zie deed hij Schumann's muziek tot
haar recht komen.
Na de pauze hoorden we liederen
uit den tijd van Schumann's „Liebcs
frühling" het jaar 1840. In twee a ca-
pella-werkjes „Sommerlied' en
„Schön Rohtraut" kon „Sursum Cor
da" zich op zijn allerbest toonen.
Teer en met ragfijne pianisimo's en
subtiele klankverinniging werd het
droomerige „Sommerlied" voorgedra
gen, terwijl in de tweede helft het no
bele diepe geluid der bassen opviel,
dat prachtig de bovenpartijen droeg.'
Mej. Boelen zong vervolgens een
drietal liederen, waarin zij zich ge
heel gaf, vrijer uitzong dan voor de
pauze en veel succes oogstte.
Ten slotte zong het koor het beken
de „Zigeunerleben" een werk, dat al
tijd succes heeft, al was het onzes in
ziens het minst geslaagde van het
programma. De slagvaardigheid van
de heeren bassen liet in den beginne
te wenschen over, waardoor de sterke
rhytmiek niet tot zijn recht kwam cn
een en ander wat weifelde. In het
middengedeelte schenen pianist en
heerenkoor het niet geheel eens te
zijn. Wellicht hadden ook de heeren
moeite den dirigent goed te zien.
Maar de dames zongen met rhythmi-
sche zekerheid en de voordracht sloeg
geweldig in.
Alles samengenomen een zeer
mooie avond waarop „Sursum Cpr-
da met groote voldoening mag terug
zien.
A.-R. Propagandaclub „Dr. A. Kuyper
De club hield gisteravond in ,fFeen-
stra" haar zooveelste seizoentfergade
ring onder leiding van den voorzitter,
den heer H. Lambooij, 'die bil 'de
opening liet zingen Ps. 84 :'b ën voor
las Romeinen 13.
Aan de orde was een bespreking
over „Ons, Parlementaire stelsel", die
door den heer C. Wassenaar werd in
geleid.
Na in het algemeen eenige opmer
kingen te hebben gemaakt over de
noodzakelijkheid van een beter onder
scheiden ien aanzien der staatkundige
vraagstukken over den oorsprong en
den aard van Tiet gezag der staatkun
dige overheid en"de verschillende vor
men waarin net in ae historie der
meer beschaafde volken optrad kwam
spr. tot een uiteenzetting van het par
lementaire steisei zooais "net zich naar
eigen trant in ons land heeft ontwik
keld.
Achtereenvolgens omschreef pr. de
wetgevende, de rechtsprekende cn dé
besturende macht, waarin de overheids
macht is onderscheiden. De taak van
de overheid, is wel onderscheiden,
maar met gescheiden. Zij treedt ver
schillend op, al naar het wetgeving,
rechtspraak ot bestuur betreft.
In ons parlementair stelsel ligt, wat
den wetgevenden arbeid betreft, het
zwaartepunt in het parlement. Uitvoe
rig werden, de mac fit van de kroon,-
de plaats en de taak der verantwoor
delijke ministers en de invloed der
volksvertegenwoordiging hierbii ge
schetst, evenals, doch meer beknopt,
ten aanzien der andere overheidsfunc
ties voor zoover daar dezelfde onder
scheiding^ kan worden gemaakt.
Vervolgens belichtte spr. onze hui
dige staatsinrichting van principieel e
zijde.
Souvereinileit in den oorspronkelij-
ken zin van het woord kan aan geen
mensch worden opgedragen omdat dan
het recht niet voldoende beveiligd is.
Op ziéhzelf acht de A.R. geen enkelen
staatsvorm den eenig bruikbaren. De
eerste vraag is dan ook niet wie het
gezag draagt, maar of er een overheid
is die voor de handhaving van het
recht, voor het leiden van de verde
diging der Staatkundige onafhanke
lijkheid en de bescherming van het
zwakke aansprakelijk kan worden ge
steld.
Met eenig voorbehoud meende spr.
deze vraa°; toestemmend te kunnen
beantwoorden, gelet op den geest van
de grondwet. Het voorbehoud echter
gelat vooral het kabinet dat eventu
eel geroepen wordt den schakel te
vormen tusschen kroon en volksver
tegenwoordiging. Of datv homogeen is
en ol dat zedelijk overwicht weet te
laten gelden, beslist veel.
Mits er gewaakt worde voor de be
waring van het juiste evenwicht, biedt
het parlementaire stelsel wel zeker
heid voor de eerbiediging der volks
vrijheden en daarmede is voldaan aan
een eisch, die in ons land met zijn
histonschen zin voor vrijheid (in den
goeden zin van het woord) bijzonder
klemt.
In onze dagen wordt het parlemen
taire stelsel -sterk becritiseera. Critiek
die zeer gegrond is voor zoover zij
bedoelt in' het licht te stellen dat het
zich gemakkelijk door de revolutio
naire elementen laat gebruiken om het
noodzakelijk evenwicht te verstoren.
Maar daarin zal met een wijziging
van de huidige kieswet alléén nooit
iets ten goede worden verbeterd, zon
der-'een of andere categorie onrecht
te doen
M71J moeten, naar het woord van
Groen,* in ons volk en vooral bij ons
christenvolk het constitutioneel plichts
besef aankweeken.
De waarborgen voor een richtige
uitvoering der overheidstaak liggen
niet in een stelsel maar in hei besef
van wat recht en wat plicht is. Dit
besei nu, wordt riïet versterkt met
behulp van machtsgrepen, maar door
inwerking op de volksconscientie. De
staatsvorm is daarbij met oversolillig
maar zij moet naast aan dc benoetten
van het oogenblik ook voldoen aan
den eisch van een goeden rechtsgrond.
Aan dezen eisch kan eeh willekeurig
aangesteld directorium niet voldoen,
en daarom blijven wil invloed vragen
voor de wettige volksvertegenwoordi
ging.
De vraag ot er geen gevaar bestaat,
dat de ziektekiemen van het verwor
den parlementaire stelsel, het parle
mentarisme 'dus zooafs het in Frank
rijk gezien wordt, ook ons stelsel niet
zouden kunnen aantasten, beantwoord
de spr. toestemmend.
Maar dat gevaar wordt niet gekeerd
door een willekeurig samengestelde
macht. Tegenover de elementen die m
het parlement het evenwicht willen
-verstoren, moeten andere waarborgen
worden gezocht voor de erkenning van
het recht.
Bij de zeer geanimeerde bespreking
van het onderwerp gaf de heer G.
Kuyper nog een mooie uiteenzetting
van het organisch kiesrecht zooals de
A.R. Partij 'dat altijd heeft voorge
staan. Dit geeft de eenige goede op
lossing voor een betere samenstelling
van de volksvertegenwoordiging. Het
huidig kiesstelsel dat de staalgemeen
schap ontleedt in individuën, staat op
revolutionairen grondslag en moet wel
tot onevenwichtigheid leiden.
Het late uur alleen bleek in staat
de opgewekte discussie te .aten ein
digen. Na dankgebed van den heer
E. Wassenaar sloot de voorzitter de
vergadering.
In de volgende vergadering zal de
heer J. v. Hooidonk een bespreking
over „Volkssouvereiniceit" inleiden.
Deze vergadering zal D.V. 25 Maart
gehouden worden.
De Ambachtsschool.
In de Ambachtsschool, Haagweg,
had gisteravond de algemeene leden
vergadering plaats vr.n de vereeniging
,,De Ambachtsschool' alhier.
De voorzitter de heer I r. A. M.
Tou vv, opende de vergadering, heette
de niet zeertalrijke aanwezigen wel
kom en las daarna bij ontstentenis
van den secretaris de notulen der vo
rige vergadering, die onveranderd wer
den goedgekeurd.
Vervolgens was het woord aan den
penningmeester, den heer P. Otto,
voor zijn rekening en verantwoording.
De rekening der dagschool over
1925 sluit in ontvangsten en uitgaven
op een bedrag van f 266.188.42' ter
wijl het saldo f«560.07 bedraagt.
Van de vakavondschool zijn de eind-
oijfers f 4013.07 en is het saldo f80S.73
van den michinistencursus f 1951.12
met een tekort van f66.72V2.
Het rapport der commissie tot het
nazien der rekening van den pen
ningmeester over hei afgefoopen 'jaar
werd' voorgelezen "door den voorzit
ter en luidde gunstig. De rekening
en verantwoording werd goedgekeurd
en de penningmeester gedechargeerd
onder aankbetuiging voor zijn accu
raat beheer.
Overgegaan werd tot de benoeming
van een Commissie van drie leden
tot het nazien der rekening van het
loopende jaar; gekozen werden de
heeren Buurman, Bouter en Goslinga.
Voor de vacature in het Bestuur
werden voorgedragen de heeren v. d.
Laan en Korswagen.
Van de rondvraag werd gebruikge
maakt door den heer Gosl'n a, die een
opmerking maakte over .1 inning der
schoolgelden. De voorzitter deelde ver
volgens nog mede, dat terwijl de ma
chinistencursus beoogt de opleiding
tot het voorioopig machinistenenamen
dit jaar een proef is genomen met een
landmachinistencursus. De kosten daar
van worden bestreden uit de school-
Gewone advertentiën per regel 22\'« eent
Ingezonden Mededeelingen. dobbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
Mr. Limburg zai waarschijnlijk met
de vorming van een Kabinet slagen.
Buitenland.
De Zuid-Slaviscihe minister van bui-
tenlandsche Zaken cooiereert met Mus
solini.
De Belgische Senaat heeft het wets
ontwerp inzake de stabilisatie der va
luta aangenomen.
Te Parijs is gisteren d? Fransch-
Russische conferentie begonnen.
De Franscüe socialisten zullen in de
Kamer een tegenontwerp tegen de fi-
nancieele regeringsvoorstellen in
dienen.
gelden der leerlingen, wier aantal
thans. 17 bedraagt.
Daarna sloot de voorzitter de ver
gadering.
Jubileum.
Maandag 1 Maart a.s. zal het 25
jaar geleden zijn dat de heer C. J. A.
van Eyk door'den Kerkeraad der
Gerei. Kerk G., werd benoemd tot or
ganist der Kerk Oude Vest.
De heer v. Eyk is de tweede orga
nist in dit kerkgebouw en was
volger van den heer Bink die vanaf
de ingebruikne .ng van het org ei (wij
meenen in 18,tot 1901 als zoo
danig werkzaam was.
Met groote toewijding heeft de heer
v. Eyk zich van zijn taak gekweten
en ongetwijfeld zou hem een "beschei
den huldiging tebeurt zijn gevallen, in
dien niet huiselijk leed. dat den heer
v. Eyk trof, hierin verhindering bracht
Dit neemt echter nie. weg, dat velen
a.s. Maandag van nunne belangstel
ling wel blijk zullen geven.
Wintexlezing.
Wij 'herinneren aan de winterlezing
die hedenavond in de Hooigrachtkerk
gehouden wordt. De spreker, Ds. ooi
steegh, *Ned. Herv. Pred. e Katwijk
aan Zee is hier geen onbekende en
wij vertrouwen dat velen de gelegen
heid zullen aangrijpen om Ds. V. te
hooren.
Gaarne wekken wij onze lfezers op,
deze lezing over „De daadte gaan
bijwonen.
Wetenschappelijke voordrachten.
Gisteravond hield Prof. J. P. Ver
haar (Warmond) in het Universiteits
gebouw Ivloksteeg alhier zijn zevende
academievoordracht over „Hemel en
hel."
In een eerste deel zette spreker uit
een wat de katholieke kerk in hei al
gemeen leert over het leven na den
dood, in het bizonder dat volgens
Gods openbaring ieder mensch ter
stond na den dood geoordeeld wordt,
waarbij beslist zal worden, wat s nnm
schen eindbestemming zal wezen De-
'ze zal zijn: ofwel de hemel (hetzij di
rect, hetzij na een loutering in het va
gevuur ofwel de hel.
In een tweede deel werd in de eerste
plaats uiteengezet en bewezen, dat de
hemel een plaats is van eeuwigduren
de gelukzaligheid, waarheen de ziel sa
gaan, die in staat van genade sterven
en niets meer uit te boeten hebben. In
de tweede plaats werd vooral uit de
H. Schrift het bestaan van den hemel
aangetoond.
In een derde deel werd uitvoerig ge
handeld over de hel. Ten eerste werd
een nauwkeurige begripsbepaling ge
geven van betgeen de katholieke leer
onder de hel 'verstaat. Ten twpede
werd het bestaan van de hel aange
toond üit de klare Godsopenbaringen,
alsmede uit de natuurlijke rede en de
algemeene overtuiging der mensch-
'heid. Ten derde werd uit de Heilige
Schrift de eeuwigheid der hellestraf
bewezen tevens uitvoerig aangetoond,
dat deze leer geenszins in 9trijd is,
maar juist geheel in overeenstemming
met 's menschen natuurlijke rede en
met Gods oneindige volmaaktheden.
Ten vierde werd een korte verhande
ling gegeven over den aard der helle-
straffen.
Spreker eindigde zijn voordracht
met een korte uiteenzetting, dat het
nutteloos is om te vragen, hoe vel en
zullen er zalig worden, hoevelen zul
len er verloren gaan, aangezien nie
mand daarvan ook maar iets weet. En
daarom handelen wij verstandig als
wij den raad van II Petr. 1:1011 op
volgen.
Op 11 Maart zal spreker zijn laatste
academie-voordracht houden: deze
draagt tot titel: Eén met God. Daarna
zal Prof. Verhaar nog een vervolgcur
sus en enkele wetenschappelijke pri-
vatissima geven.