COURANT VAN DONDERDAG 18 FEBRUARI 1926 TWEEDE BLAD. WAT OE mm ZEGGËH. Crisis-moeilijkheden. In „Het Protestantsche Zuiden een Christel. Hist, weekblad, heeft een me dewerker gevraagd, of de leden der Unie niet het recht hebben de namen te weten dergenen, die in zake het Ge zantschap een afwijkend standpunt in namen van de opvatting der meerder heid van de Christ.-Hist. Tweede Ka merfractie, en genegen waren zich te laten verleiden tot beginselverzaking. Een lid vaji de redactie, de heer C. E. v. Koetsveld uit Vught, acht deze vraag te zacht: In de plaats van gerechtigd tot vragen, moeten wij spreken van ver plicht tot eischen. Wij mogen niet slechts weten de namen, waarnaar de geachte schrijver informeert, maar wij moeten ze weten. Want onze Unie is er niet om personen als leiders omhoog te beuren, te ontzien wat zij ook doen, en te volgen waar Zij ook gaan. Onze Unie is er om een beginselvaandel omhoog te beuren, het trouw te volgen, als 't moet óók naar schade en smaad, en om te ver manen te bestraffen en als 't moet van zich te stooten, elk, hoe hoog ook geplaatst, die, hetzij uit men- schenvrees, uit succesbejag of uit machtsbegeerte, niet den weg achter dat vaandel, maar listige kronkelpa den bewandelt. In een artikel op de voorpagina van hetzelfde nummer, zegt de redactie, dat zij zich „van harte" bij het stuk van den heer van Koetsveld aansluit. De „Nederlander" is het met deze opvatting niet eens. Bij de bespreking van de gezant schapskwestie zegt het blad, doet zich het moeilijk geval voor, dat niet één maar twee hoogst belangrijke kwes ties in het geding zijn: niet slechts het vraagstuk van het gezantschap, maar ook de vraag van behoud of verlies van het Bechtsche ministerie. En het is te verstaan, dat in twee colleges, die den ernst van beide vraag stukken ten volle beseffen, nu deze meer het gewicht van het eene belang, gene meer voor de beteekenis van het andere vraagstuk gevoelt en dus op den voorgrond zet. Zoo komen we toch langzamerhand iets verder. Tot nu toe heette het steeds, dat af schaffing van het gezantschap een Chr. Hist, b e g i n s-e 1 was, een gewe tenskwestie en dat wie dus de hand having bevordert de Chr. Hist, begin selen zou verloochenen. Nu echter erkent de .Nederlander" dat hier verschillende belangen in het spel zijn, die tegen elkaar kunnen wor den afgewogen. Het ei van Columbus. Nadat verschillende staatslieden te vergeefs hebben geprobeerd de Kabi netscrisis op te lossen, komt de heer Mr. E. J. Everwijn Lange in de „Ne derlander" en dan nog wel in een hoofdartikel verklaren, dat ergeen mimsterieele crisis is; er zijn, zegt hij, slechts vier ministers die hun ont slag hebben ingediend. „Op 11 Nov. 1925 geeft de Twee de Kamer te kennen, dat zij niet lan ger gediend is van een gezantschap bij het Vaticaan. De Minister van Buitenlandsche Za ken, maakt van dit votum geen porte feuille-kwestie. De Chef van het Kabinet vindt geen aanleiding om er een Kabinetskwestie van te maken. Hij, persoonlijk of althans de meer derheid van het Kabinet vertegenwoor digende, geeft hiermede te kennén, dat hij het met den Minister van Bui tenlandsche Zaken eens is. De vier Roomsdhe Ministers van het Kabinet nemen echter hun ont slag. Blijkbaar zijn zij door het votum van ae Kamer zoozeer in hun kerke lijke gevoelens pijnlijk getroffen, dat zij niet langer het land als ministers willen dienen, als H.M. niet meer bij het hoofd hunner kerk zal zijn ver tegenwoordigd. Om het H.M. gemakkelijk te maken m de ontstane vacatures in het Ka- binei te voorzien, stelt de Chef van het Kabinet" zijn portefeuille en de porte feuilles van de overige ministers, die hun ontslag nie. hebben ingediend, ter beschikking van H.M.. Wat hierop de adviezen van de raadgevers van de Kroon zijn geweest is onoekend. Hec is echter waarschijnlijk, dat de Roomsch-Katholieke voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer zich even als de Roomsch-Katholieke ministers door hun kerkelijke gevoelens daar bij hebben laten leiden". Na dan de verschillende pogingen tot oplossing \an de crisis, die geen crisis is, te hebben nagegaan, ver volgt de schrijver: „Thans is aan mr. Limburg de op dracht verleend een extra-parlemen tair Kabinet te vormen. De mogelijkheid bestaat, dat mr. Limburg niet slaagt. Wht dan, als hij niet slaagt? Dan zal moeten geschieden, waar toe aanstonds had moeten zijn gead viseerd. Dat de nog altoos fungeerende chef van het Kabinet, de heer Colijn, be last wordt H.M. vier ministers voor te dragen ter voorziening in de ont stane vacatures, t.w. die in het De partement van Koloniën, Arbeid, De fensie en Waterstaat. Slaagt de heer Colijn daarvoor de geschikte personen te vinden en kan M. zich met de voordracht ver eenigen, dan verleene H. M. ontslag aan de vier R.-K. ministers, die hun ontslag hebben ingediend en legge de beschikbaarstelling van de portefeuil les der ovgrige ministers ter zijde en de strijd of de samenwerking tusschen Kabinet en Vertegenwoordiging wor de voortgezet". Zoo men ziet, het is alle3 zeer een voudig. Wat jammer dat H.M. de Koningin en hare raadgevers en dal ook een Dr. de Visser dit niet heeft bedacht. Intusschen blijkt ook uit dit schrij ven weer, dat net hoog tijd wordt, dat eindelijk een oplossing wordt ge vonden. Zelfs ooraanstaande mannen blij ken het hoofd kwijt te raken. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Do Cocksdorp, E. A. J. Plug te SomareiL Te Putbeia, G. Beens te Monster. Te Oudenhoorn, toez.. C .B. Boere, cand. te Capelle aan den IJssel. Bedankt: Voor Zetten e.a., D. Th. £eek te Garderen. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Kollumerpomp, M. v. Wijk, cand. te Leiden. Te Blokzijl, B. Bouma, cand. te Koudum. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Maarssetn, G. Salo mons te Amersfoort. VRIJE EVANG. GEM. Beroepen: Te Wemeldinge, A. W. F. Waardenburg te Oude Pekela. Ds. E. Weidner. f Dinsdag is in den ouderdom van 70 jaar te Hilversum overleden Ds. Ever- hardus Weidner, em. pred. der Ned. Herv. Kerk. Ds. Weidner werd in 1882 in Fries land candidaat, om op 10 September van dat jaar zich te verbinden aan de Ned. Herv. Gemeente te Haarlo. Vervolgens stond Ds. W. te Wilsum, Altforst en Ochten en sedert 19 Mei 1895 *e Onst- wedde. Weigerachtige Kerkvoogdijen. In den kring Wirdum (Fr.) van de Hervormde Kerk, waartoe 13 meest vrrj zinnige gem. behooren, betalen nog maar vier den aanslag van den Raad van Be heer. De andere weigeren om principi- oele redenen. De volgende Generale Synode. Te Assen loopen stellige geruchten, dat de volgende Synode niet, zooals oorspronkelijk de bedoeling was, in Au gustus a.s. zal gehouden worden, doch een jaar zal worden verschoven. Ook zal deze Synode niet te Assen, maar in gevolge verzoek van de Geref. Kerk van Groningen, aldaar gehouden worden. Samenwerkende Zendingscorporaties. i'er bestrijding van het tekort op ul timo 1924, ten bedrage van f 87.000, hebben de Sapipnwerkende corporaties in de maand Januari nog f 5400 ontvan gen. Voor het jaar 1926 is een bedrag 1100 dig vin f 840.000. Aan ontvangsten, die min cf meer zeker zijn, omdat zij jaarlijks terugkeeren, verwacht men f 368.000, zocdat- nog bovendien aan extra bijdragen moet inkomen f 472.000 of f 39.500 per maand. In Januari kwam in f 33.000, waar van f 27,900 vallen onder de min of meer vaste inkomsten en f 6000 onder de benoodigtje extra-bedrage. BINNENLAND. DE KABINETSCRISIS. De Tweede Kamer wordt bijeenge roepen tegen Dinsdag 2 Maart a.s. om 1 uur Deze vergadering is door den voor zitter bepaald in gevolge een ingeko men verzoek van den heer Albarda en zeventien andere leden, om een verga dering bijeen te willen roepen, tenein de de behandeling mogelijk te maken van het volgende voorstel: „De Kamer besiuit in een voordracht overeenkomstig art. 120 der Grondwet, aan H. M. de Koningin te verzoeken wel ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te willen overwe gen."' De crisis bij den P. T. T.-dienst. De Centrale Bond van Nederland- sche Post- Telegraaf- en Telefoonper soneel meldt ons: Ook het P.T.T.per- soneel te Enschedé, georganiseerd in den C.B.P.T.T. heeft in zijn vergade ring het conflict in de P.T.T.leiding besproken. Algemeen oordeelde men, dat aan den huidigen verwarden toe stand, waarbij aan geruchten steeds opnieuw voedsel wordt gegeven, enkel door een commissoriaal onderzoek een einde kan worden gemaakt. Volledige openbaarheid is daarna noodzakelijk, wil het geschokte vertrouwen onder het personeel terugkeeren. Federatie van Overheidspersoneel. De Federatie van Personeel in Over heidsdienst heeft, naar de ,T,el. ver neemt, van den Minister van Water staat het volgende schrijven ontvan gen: „De door u aangenomen houding met betrekking tot de actie voor een deel van het personeel, tot uiting ge komen in den aanvang van di jaar en het uiten van zienswijzen tegenover de Regeering in ontoelaatbare termen, noodzaken mij u hierbij mede te dee- len, dat ik het contact met uwe orga nisatie voor zoover nog aanwezig als verbroken beschouw. Hieruit vloeit o.m. voort, dat het lid maatschap van de door uwen bond aangewezen vertegenwoordigers in de Commissie van Overleg voor het Staatsbedrijf van de Posterijen, de Te legrafie en Telefonie is vervallen". Op het informatief schrijven aan den minister-president, heeft, naar aan het blad wordt medegedeeld, het Federa tiebestuur nog geen antwoord ont vangen. Men zou, volgens de Federatie, uit bovenstaand schrijven kunnen con- cludeeren, dat alleen door den minis ter van Waterstaat het contact met de Federatie is verbroken. Het Federatiebestuur zal zich nog maals tot den Minister-president wem- den. Geen pokken. Thans is vastgesteld, dat de tempe- ratuurverhooging welke was waarge nomen bij twee verpleegsters, die den Zuid-Afrikaanschen student Daniël de Wet, onlangs in het gemeente-zieken huis in Den Haag aan de pokken over leden, hadden verpleegd, en die toen ter observatie naar een barak waren overgebracht, niet het gevolg is van besmetting bij de verpleging opgeloo- pen, doch uit een gewone lichamelijke ongesteldheid voorkomt. Verladingsbrug ingestort. Dinsdagnacht is door nog onbeken de oorzaak aan de Hoogovens te Vel- zen de groote verladingsbrug ingestort en in twee stukken gebroken. Een lor rie, waarin zich drie werklieden be vonden, gleed met groote vaart naar beneden. De werklieden liepen echter slechts lichte verwondingen op. De materieele- en bedrijfsschade zijn zeer groot. Tegen de moderne mode. De besturen der Federatie van R. K. Vrouwenbonden in Nederland en van den Ned. Christ. Vrouwenbond hebben gezamenlijk een brief gericht tot da mes der hoogere standen in den lande om moreele steun in den strijd tegen de moderne mode. Constateerende, dat op het gebied van zedelijkheid en vrouwelijke eer baarheid, ook onder de toonaangeven de dames betreurenswaardige ideëa ingang hebben gevonden, wijzen ae Bonden zeer nadrukkelijk op het feit, dat het begrip welgevoegelijkbeU, voor een groot deel afhankelijk is van het voorbeeld eft 'de gedragingen der hoogere standen. Emigratie naar Zuid Afrika? In de gisteravond gehouden alge- meene vergadering van de afdeeling Utrecht en omstreken van de Nederl. Zuid-Afrikaansche Vereeniging heeft de voorzitter, de heer L. Penning, schrijver van Zuid-Afrikaansche ver halen, meegedeeld, dat enkele tiental len landbouwers uit de provincie Gro ningen en den Haarlemmermeerpol der het voornemen hebben, een Ne- derlandsche kolonie in Zuid-Afrika te vestigen. Een afgevaardigde van hen zal eerst een reis naar Zuid-Afrika doen om zich te vergewissen, of daar voor geschikte gouvei noinentsgrond te krijgen is, en verder ter plaatse na gaan de levensvatbaarheid van zooda nige nederzetting. Het pokkenbesluii. Stbl. No. 17 bevat het besluit van 2 Feb. 1925 tot nadere vaststelling van buitengewone maatregelen tot afwen ding van de pokken en tot wering ha- rer uitbreiding en gevolgen. Daaraan is het volgende* ontleend: Een ieder is verplicht de inlichtin gen, door ambtenaren of geneeskundi gen van hem verlangd ter zake van de uitvoering van dit besluit, nauwkeurig en naar waarheid onverwijld te geven. Het tweede hoofdstuk van dit be siuit geeft nadere regelen ten aanzien van het toezicht op landverhuizers en dergelijken; van het grensverkeer, van het goederenvervoer en van 't scheep vaartverkeer. Dit besluit dat, tenzij het eerder in- getiokken wordt, gedurende één jaar van kracht blijft treedt in werking met ingang van den eersten Maart '26. GEMENGD NIEUWS. V ij 1 menscuen verbran d. in de Londensche bladen komen thans Uitvoenge berienten over de DrandcataSciore bij Cheoter, die ge- iijK ge.ne.d, aan vijf menscuen, twee vrouwen en drie mannen, het leven ge.a>A heen, terwij 1 twee personen ex-noc.g gewond werden. Het vuur woedde in 11e. prachtige en btacige Kartee. Üulton rark, (Ta- porly, 1D mijlen van Chesterbeuoo- rende aan Sir Fnilip Grey-Egertön, die op het oogenblik te Fa rijs ver- toet':. v an hec mooie gebouw, da: langen tijd eén der bez.enswaaidighedsn \an Cheshire is geweest, bleven blecnts vier zwart-geblakerde muren over. De brana brak Zondag-morgen even over 10 uit op een bovenverdieping, vuur verspre.dde zich sne. en woedde den geneelen dag to; in deun avond voort. Toen de brandweer, spoedig van het eerste alarm ter plaacse verscheen, stond he. gebouw reeds in lichtelaaie. De brandweerlieden tastten het vuur van het dak at aan. Na verloop van een uur stortte 'het heele middendeel van het gebouw met dak en al in: Een water.ank met een inhoud van 200'J gallens bevend zich boven op het gebcuw en veroorzaakte blijkbaar door zijn zwaarte de instorting. Op het oogenblik, dat deze plaats had, waren de beheerder van het kas teel en een 16-tal helpers bezig, kost bare schilderijen te redden. Verscheidenen van de groep, die zich het dichtst bij de ramen bevon den. sloegen de ru ten stuk en rpron- gen u.t de vensters, terwijl hun klee- ren reeds brandden. Vier echter wer den ingesloten door de vlammen en kwamen om. terwijl het vijfde slacht offer, een brandweerman, later in het hospitaal stierf. Roodesneeuw. Meteoroiogisten van St. Paul (staat Minnesota; verlie zen zich in gissingen omtrent den oor sprong en de natuur van roodgekleur de sneeuw, die aldaar is gevallen. Toen zij pas was gevallen, was de sneeuw koperkleurig, doch werd later zeer rood. Het Fransche blad, waaraan dit be richt is ontleend, merkt wijsgeerig op, dat deze sneeuw in Rusland had moe ten vallen. Auto-ongeluk. Te Keulen is gistermorgen een uit Rodenkirchen komende taxi bij het uitwijken voor een andere auto te water geraakt. Volgens ooggetuigen bevonden zich in de taxi behalve de chauffeur nog 3 personen. Met de berging van den wagen, die geheel vernield moet zijn, is een aanvang gemaakt. Gistermiddag werd hex lijk van den chauffeur opgehaald. Overstrooming in Amerika Naar gemeld wordt, heeft te Pieviile (Kentucky) tengevolge van een wolk breuk een enorme overstrooming plaats gehad, d;e groote materieele schade aanrichtte. Er zijn 12 menschen om het leven gekomen. Door vloeiend ijzer getrof- fen. Toen gistermorgen verschillen de smeden in een fabriek van „Glück Auf te Gelsenkircfien, bezig waren met he. lassen en van gist stalen buizea, sprong een gloeiende ijzermassa Uxt eikaar, 20^-dax de arbeiders, die zich in de buurt bevonden, door de gloei ende ïjzerdeelen getroffen en meest zwaar gewond werden. Een arbeider is reeds gestorven, ter wijl een andere toraal blind is gewor den. Door r 00 vers vermoord. Uit Bombay wordt bericht, da: eene Engelsche vrouw, commandante van het inbooriingenleger van den s.aat Baroda, 'waarschijnlijk i r ermoord, door roovers, die de streek aldaar onveilig maken. Haar lijk werd ge vonden in een put nabij Champcourse. Een goll van netheid. Men schrijft uil Rome aan de ,.Msb."- Nadat lie. stadsbestuur de polixie in het nieuw gestoken heeft de kleeding is zeer smaakvol heett her thans bepaald, dat van 1 Maart af ook de chauffeurs en koetsiers zoo al geen uniform dan toch minstens een uniforme hoofdbedekking moeten dragen, n.I. een soort muts, die in den winter zwart en in den zomer grijs moet zijn. De chauffeurs moeten bovend en in den zomer een grijze stofjas dragen, waarvan de vorm en de lengte nauw keurig voorgeschreven zijn. 'Zeer streng zijn ook ae voorschrif ten over de properheid der kleecfing en over het goed geschoren zijn der be treffende chauffeurs. Een geest van netheid is over Rome vaardig geworden. Een krasse Arabier. Uit Jeruzalem wordt aan de Londensche bladen gemeld, dat de Arabier Aboe Moesa uit de nabijheid van Hebron, tot tien jaar dwangarbeid is veroor deeld omdat hij zijn dochter had ge dood wegens haar onzedelijk gedrag. De veroordeelde is105 jaar oud en als groote merkwaardigheid wordt gemeld,, dat de natuur hem voor de derde maal een gebit heeft geschon ken, nadat het tweede, dat bij an dere menschen het laatste pleegt te zijn, was opgebruikt. Overreden. Te Wildervank geraakte gisteren een 70-jarige man onder een auto. In hopeloozen toe stand werd hij naar het ziekenhuis te Groningen vervoerd. Woeste honde n.Te Bedum zijn door woeste honden drie schapen van gebroeders Bazuin verscheurd. On ge luk met een buks. De bijna 18-jarige W. C. B. aan den Kruis weg te Haarlemmermeer had he: on- ge.uk met een buks in zijn borst te schieten. De kogel drong in een der longen. Hij werd in vrij ernstieen toe stand naar het Gasthuis te Haarlem overgebracht. Brand. Woensdagmorgen is aan den Hoofdweg te Hoofddorp een groote landbouvvschuur afgebrand, op het erf van de familie Groenvelt. Het FEUILLETON. Kathlyn Barrington. 64; „Ik zal hem hier laten komen en hem zeggen, dat, als hij hier weer komt, hij gedood zal worden. Zijn vrijheid en zijn leven schenk ik hem. Dat doe ik voor u, Forsyth, en voor uw Kathlyn." Forsyth was niet tegenwoordig bij het onderhoud met Barrington. Hij verlangde er ook niet naar. Een uur later ongeveer vernam hij den uit slag. „De man is vertrokken. Hij heeft 'n toontje lager gezongen. Drie soldaten en een officier gaan met hem mee. Hij gaat eerst naar IJong Foo om zijijhuis te verkoopen en dan naar Hong Kong om zich in te schepen naar Engeland. Dat is bepaald. De officier heeft een brief bij zich voor den Engelschen con sul, om hem met een en ander op de hoogte te brengen. Daarin staat ook, dat de dood Barrington wacht, als hij terugkomt. Hij heeft den brief gelezen en hij zal vertrekken. Daarvan ben ik zeker." „Ik ben u zeer dankbaar." „Mijn vriend, tusschen ons beiden moet geen sprake zijn van dank. Ik hen blij iemand van dienst te kunnen zijn, die medegewerkt heeft om mijn lief kind te doen zingen als een nach tegaal. Maar praat er niet meer over. daar komen mijn. Nang Kung en uw Kathlyn aan." Zij kwam samen naar de beide man nen toe. Beiden stralend van vreugde. Nog juist had de gouverneur tijd om Forsyth een brief te overhandigen en hem in 'foor te fluisteren: „Neem de zen brief, Forsyth. Hij is voor Kathlyn van haar vader. Maar lees hem eerst. Ik weet den inhoud" voegde hij er glimlachend bij! ,.Ik heb hem den brief gedicteerd. Hij is niet te vertrouwen." Forsyth nam den brief en toen de gelegenheid zich aanbood, las hij hem. Hij was heel kort en meldde, dat Bar rington China zoo spoedig mogelijk verliet. Hij uittte den wensch, dat Kathlyn met Forsyth, met wien zij, zooals hij had vernomen, binnenkort zou trouwen, gelukkig zou worden. Dat was alles. Tien dagen later trouwden van het paleis uit van den gouverneur Dick Forsyth en Kathlyn Barrington. Het huwelijk werd ingezegend in de kerk van de Amerikaansche Zending. De gouverneur trad op als vader van de bruid en de kleine Nang Kung was bruidsmeisje. Als zoodanig stond ze gedurende de heele plechtigheid bij de bruid: een kleine koninklijke gestalte in goudlakensche zijde, zooals geen Engelsch bruidsmeisje ooit gedragen had. Er was geen statie-draagstoel voor de bruid in de zendingskerk en geen verhooging, zooals de gewoonte is bij Chineesche huwelijken; maar terwijl het huwelijk in deze opzichten op Europeesche wijze werd gesloten, was het uit andere oogpunten Chi- neesch. De bruidsjapon, die Kathlyn droeg, was vervaardigd uit de koste lijkste stoffen, die het paleis van den gouverneur had kunnen bemachtigen, en terwijl er geen karmozijnroodkoord om haar hand en die van Forsyth ge bonden werd, om ze voor altijd te ver binden. droeg Kathlyn toch de karmo zijnrood© bruidssluier, die haar van 't hoofd tot de voeten omhulde, zoodat Forsyth, toen hij naar haar keek, haar slechts flauw kon onderscheiden. Er werd geen wilde gans losgelaten om rond het hoofd te vliegen van den- gene, die de eerste in huis zou zijn; maar de Chineesche gewoonte werl na gevolgd in het gemeenschappelijk uit één kopje drinken door bruid en brui degom. Teruggekomen in het paleis werd op de trommels geslagen en de vreemde muziekinstrumenten gaven vreemdsoortige muziek. De hofdames zongen Chineesche minneliederen, de bloemen verspreidden haar geuren en er heerschte een feestelijke stemming, waarvan Forsyth zelfs niet had kun nen droomen. 't Was alles heel prach tig, echt Chineesch en aan Ching's ge voelens betreffende de noodige plech tigheden bij een huwelijk, was dan ook geheel voldaan. „Heel mooi huwelijk, dokter For syth; heel mooi huwelijk. Missie Bar rington.'" „Miss Barrington, Ching?" vroeg Forsyth. Ching zoo dom!' lachte de vroolijke Chinees. „Mij bedoelen Mevrouw For syth. Ching blij als een vink kan zingen." En hij bracht de blijdschap, de vreug de van zijn hart tot uiting door een oud-Chineesch loflied op het huwelijk aan te heffen. Eindelijk kwam er een oogenblik. waarop Kathlyn en Forsyth gelegen heid hadden zich aan de feestelijkhe den te onttrekken en een poosje alleen te zijn. Hij legde zijn handen op haar schouders, waarlapgs de bruidssluier afhing. Door den rooden sluier heen schitterden de kostbare juweelen, ge schenken van Nang Kung en haar va der. Daarvoor had hij nu evenwel geen oog. Zijn oogen waren op haar gelaat ge richt, dat van blijdschap straalde en op haar oogen die hij nog door den sluier heen kon zien schitteren. „Kathlyn!" fluisterde hij en toen schoof hij, zooals iedere Chineesche bruidegom dat doet, den sluier op zij. Zij lag in zijn armen, gelukkiger dan ooit een bruid in China geweest was. Na eenigen tijd zagen ze op. Door 'Je boomen wierp de zon haar licht in de kamer. Stralend van geluk en blijdschap za gen ze elkander aan, totdat hun lippen elkaar ontmoetten. „Kathlyn" fluisterde hij. „nu zijn de schaduwen geweken. Nu Is het dag voor ons geworden. Laten we God danken, Die alles zoo wèl gemaakt heeft." Hand in hand knielden ze neer. Een innig dankgebed werd tot God opge zonden, Die, waar de mensch hen had willen scheiden, tenslotte vereenigd had. Drie dagen later vertrokken zij voor een huwelijksreisje naar Canton. Kath lyn gebruikte nog steeds len draag stoel, die getuige geweest was van zoo veel gevaren. Forsyth kon, als hij niet wilde loopen gebruik maken van een draagstoel van den gouverneur. Met hen ging Ching om toezicht te houden op de koelies; en als geleide trokken vier soldaten mee, wier uniformen overal ontzag inboezemden. (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5