COURANT VAN DONDERDAG 18 FEBRUARI 1926
TWEEDE BLAD.
WAT OE mm ZEGGËH.
Crisis-moeilijkheden.
In „Het Protestantsche Zuiden een
Christel. Hist, weekblad, heeft een me
dewerker gevraagd, of de leden der
Unie niet het recht hebben de namen
te weten dergenen, die in zake het Ge
zantschap een afwijkend standpunt in
namen van de opvatting der meerder
heid van de Christ.-Hist. Tweede Ka
merfractie, en genegen waren zich te
laten verleiden tot beginselverzaking.
Een lid vaji de redactie, de heer C.
E. v. Koetsveld uit Vught, acht deze
vraag te zacht:
In de plaats van gerechtigd tot
vragen, moeten wij spreken van ver
plicht tot eischen. Wij mogen niet
slechts weten de namen, waarnaar
de geachte schrijver informeert,
maar wij moeten ze weten. Want
onze Unie is er niet om personen als
leiders omhoog te beuren, te ontzien
wat zij ook doen, en te volgen waar
Zij ook gaan. Onze Unie is er om een
beginselvaandel omhoog te beuren,
het trouw te volgen, als 't moet óók
naar schade en smaad, en om te ver
manen te bestraffen en als 't moet
van zich te stooten, elk, hoe hoog
ook geplaatst, die, hetzij uit men-
schenvrees, uit succesbejag of uit
machtsbegeerte, niet den weg achter
dat vaandel, maar listige kronkelpa
den bewandelt.
In een artikel op de voorpagina van
hetzelfde nummer, zegt de redactie,
dat zij zich „van harte" bij het stuk
van den heer van Koetsveld aansluit.
De „Nederlander" is het met deze
opvatting niet eens.
Bij de bespreking van de gezant
schapskwestie zegt het blad, doet zich
het moeilijk geval voor, dat niet één
maar twee hoogst belangrijke kwes
ties in het geding zijn: niet slechts het
vraagstuk van het gezantschap, maar
ook de vraag van behoud of verlies
van het Bechtsche ministerie.
En het is te verstaan, dat in twee
colleges, die den ernst van beide vraag
stukken ten volle beseffen, nu deze
meer het gewicht van het eene belang,
gene meer voor de beteekenis van het
andere vraagstuk gevoelt en dus op
den voorgrond zet.
Zoo komen we toch langzamerhand
iets verder.
Tot nu toe heette het steeds, dat af
schaffing van het gezantschap een
Chr. Hist, b e g i n s-e 1 was, een gewe
tenskwestie en dat wie dus de hand
having bevordert de Chr. Hist, begin
selen zou verloochenen.
Nu echter erkent de .Nederlander"
dat hier verschillende belangen in het
spel zijn, die tegen elkaar kunnen wor
den afgewogen.
Het ei van Columbus.
Nadat verschillende staatslieden te
vergeefs hebben geprobeerd de Kabi
netscrisis op te lossen, komt de heer
Mr. E. J. Everwijn Lange in de „Ne
derlander" en dan nog wel in een
hoofdartikel verklaren, dat ergeen
mimsterieele crisis is; er zijn, zegt
hij, slechts vier ministers die hun ont
slag hebben ingediend.
„Op 11 Nov. 1925 geeft de Twee
de Kamer te kennen, dat zij niet lan
ger gediend is van een gezantschap
bij het Vaticaan.
De Minister van Buitenlandsche Za
ken, maakt van dit votum geen porte
feuille-kwestie.
De Chef van het Kabinet vindt geen
aanleiding om er een Kabinetskwestie
van te maken.
Hij, persoonlijk of althans de meer
derheid van het Kabinet vertegenwoor
digende, geeft hiermede te kennén,
dat hij het met den Minister van Bui
tenlandsche Zaken eens is.
De vier Roomsdhe Ministers van
het Kabinet nemen echter hun ont
slag.
Blijkbaar zijn zij door het votum
van ae Kamer zoozeer in hun kerke
lijke gevoelens pijnlijk getroffen, dat
zij niet langer het land als ministers
willen dienen, als H.M. niet meer bij
het hoofd hunner kerk zal zijn ver
tegenwoordigd.
Om het H.M. gemakkelijk te maken
m de ontstane vacatures in het Ka-
binei te voorzien, stelt de Chef van het
Kabinet" zijn portefeuille en de porte
feuilles van de overige ministers, die
hun ontslag nie. hebben ingediend, ter
beschikking van H.M..
Wat hierop de adviezen van de
raadgevers van de Kroon zijn geweest
is onoekend.
Hec is echter waarschijnlijk, dat de
Roomsch-Katholieke voorzitters van de
Eerste en Tweede Kamer zich even
als de Roomsch-Katholieke ministers
door hun kerkelijke gevoelens daar
bij hebben laten leiden".
Na dan de verschillende pogingen
tot oplossing \an de crisis, die geen
crisis is, te hebben nagegaan, ver
volgt de schrijver:
„Thans is aan mr. Limburg de op
dracht verleend een extra-parlemen
tair Kabinet te vormen.
De mogelijkheid bestaat, dat mr.
Limburg niet slaagt.
Wht dan, als hij niet slaagt?
Dan zal moeten geschieden, waar
toe aanstonds had moeten zijn gead
viseerd.
Dat de nog altoos fungeerende chef
van het Kabinet, de heer Colijn, be
last wordt H.M. vier ministers voor
te dragen ter voorziening in de ont
stane vacatures, t.w. die in het De
partement van Koloniën, Arbeid, De
fensie en Waterstaat.
Slaagt de heer Colijn daarvoor de
geschikte personen te vinden en kan
M. zich met de voordracht ver
eenigen, dan verleene H. M. ontslag
aan de vier R.-K. ministers, die hun
ontslag hebben ingediend en legge de
beschikbaarstelling van de portefeuil
les der ovgrige ministers ter zijde en
de strijd of de samenwerking tusschen
Kabinet en Vertegenwoordiging wor
de voortgezet".
Zoo men ziet, het is alle3 zeer een
voudig.
Wat jammer dat H.M. de Koningin
en hare raadgevers en dal ook een
Dr. de Visser dit niet heeft bedacht.
Intusschen blijkt ook uit dit schrij
ven weer, dat net hoog tijd wordt,
dat eindelijk een oplossing wordt ge
vonden.
Zelfs ooraanstaande mannen blij
ken het hoofd kwijt te raken.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Do Cocksdorp, E.
A. J. Plug te SomareiL Te Putbeia, G.
Beens te Monster. Te Oudenhoorn, toez..
C .B. Boere, cand. te Capelle aan den
IJssel.
Bedankt: Voor Zetten e.a., D. Th.
£eek te Garderen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Kollumerpomp, M.
v. Wijk, cand. te Leiden. Te Blokzijl,
B. Bouma, cand. te Koudum.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Maarssetn, G. Salo
mons te Amersfoort.
VRIJE EVANG. GEM.
Beroepen: Te Wemeldinge, A. W.
F. Waardenburg te Oude Pekela.
Ds. E. Weidner. f
Dinsdag is in den ouderdom van 70
jaar te Hilversum overleden Ds. Ever-
hardus Weidner, em. pred. der Ned.
Herv. Kerk.
Ds. Weidner werd in 1882 in Fries
land candidaat, om op 10 September van
dat jaar zich te verbinden aan de Ned.
Herv. Gemeente te Haarlo. Vervolgens
stond Ds. W. te Wilsum, Altforst en
Ochten en sedert 19 Mei 1895 *e Onst-
wedde.
Weigerachtige Kerkvoogdijen.
In den kring Wirdum (Fr.) van de
Hervormde Kerk, waartoe 13 meest vrrj
zinnige gem. behooren, betalen nog maar
vier den aanslag van den Raad van Be
heer. De andere weigeren om principi-
oele redenen.
De volgende Generale Synode.
Te Assen loopen stellige geruchten,
dat de volgende Synode niet, zooals
oorspronkelijk de bedoeling was, in Au
gustus a.s. zal gehouden worden, doch
een jaar zal worden verschoven. Ook
zal deze Synode niet te Assen, maar in
gevolge verzoek van de Geref. Kerk van
Groningen, aldaar gehouden worden.
Samenwerkende Zendingscorporaties.
i'er bestrijding van het tekort op ul
timo 1924, ten bedrage van f 87.000,
hebben de Sapipnwerkende corporaties
in de maand Januari nog f 5400 ontvan
gen.
Voor het jaar 1926 is een bedrag 1100
dig vin f 840.000. Aan ontvangsten,
die min cf meer zeker zijn, omdat zij
jaarlijks terugkeeren, verwacht men
f 368.000, zocdat- nog bovendien aan
extra bijdragen moet inkomen f 472.000
of f 39.500 per maand.
In Januari kwam in f 33.000, waar
van f 27,900 vallen onder de min of
meer vaste inkomsten en f 6000 onder
de benoodigtje extra-bedrage.
BINNENLAND.
DE KABINETSCRISIS.
De Tweede Kamer wordt bijeenge
roepen tegen Dinsdag 2 Maart a.s. om
1 uur
Deze vergadering is door den voor
zitter bepaald in gevolge een ingeko
men verzoek van den heer Albarda en
zeventien andere leden, om een verga
dering bijeen te willen roepen, tenein
de de behandeling mogelijk te maken
van het volgende voorstel:
„De Kamer besiuit in een voordracht
overeenkomstig art. 120 der Grondwet,
aan H. M. de Koningin te verzoeken
wel ontbinding van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal te willen overwe
gen."'
De crisis bij den P. T. T.-dienst.
De Centrale Bond van Nederland-
sche Post- Telegraaf- en Telefoonper
soneel meldt ons: Ook het P.T.T.per-
soneel te Enschedé, georganiseerd in
den C.B.P.T.T. heeft in zijn vergade
ring het conflict in de P.T.T.leiding
besproken. Algemeen oordeelde men,
dat aan den huidigen verwarden toe
stand, waarbij aan geruchten steeds
opnieuw voedsel wordt gegeven, enkel
door een commissoriaal onderzoek een
einde kan worden gemaakt. Volledige
openbaarheid is daarna noodzakelijk,
wil het geschokte vertrouwen onder
het personeel terugkeeren.
Federatie van Overheidspersoneel.
De Federatie van Personeel in Over
heidsdienst heeft, naar de ,T,el. ver
neemt, van den Minister van Water
staat het volgende schrijven ontvan
gen:
„De door u aangenomen houding
met betrekking tot de actie voor een
deel van het personeel, tot uiting ge
komen in den aanvang van di jaar en
het uiten van zienswijzen tegenover
de Regeering in ontoelaatbare termen,
noodzaken mij u hierbij mede te dee-
len, dat ik het contact met uwe orga
nisatie voor zoover nog aanwezig
als verbroken beschouw.
Hieruit vloeit o.m. voort, dat het lid
maatschap van de door uwen bond
aangewezen vertegenwoordigers in de
Commissie van Overleg voor het
Staatsbedrijf van de Posterijen, de Te
legrafie en Telefonie is vervallen".
Op het informatief schrijven aan den
minister-president, heeft, naar aan het
blad wordt medegedeeld, het Federa
tiebestuur nog geen antwoord ont
vangen. Men zou, volgens de Federatie,
uit bovenstaand schrijven kunnen con-
cludeeren, dat alleen door den minis
ter van Waterstaat het contact met de
Federatie is verbroken.
Het Federatiebestuur zal zich nog
maals tot den Minister-president wem-
den.
Geen pokken.
Thans is vastgesteld, dat de tempe-
ratuurverhooging welke was waarge
nomen bij twee verpleegsters, die den
Zuid-Afrikaanschen student Daniël de
Wet, onlangs in het gemeente-zieken
huis in Den Haag aan de pokken over
leden, hadden verpleegd, en die toen
ter observatie naar een barak waren
overgebracht, niet het gevolg is van
besmetting bij de verpleging opgeloo-
pen, doch uit een gewone lichamelijke
ongesteldheid voorkomt.
Verladingsbrug ingestort.
Dinsdagnacht is door nog onbeken
de oorzaak aan de Hoogovens te Vel-
zen de groote verladingsbrug ingestort
en in twee stukken gebroken. Een lor
rie, waarin zich drie werklieden be
vonden, gleed met groote vaart naar
beneden. De werklieden liepen echter
slechts lichte verwondingen op. De
materieele- en bedrijfsschade zijn zeer
groot.
Tegen de moderne mode.
De besturen der Federatie van R. K.
Vrouwenbonden in Nederland en van
den Ned. Christ. Vrouwenbond hebben
gezamenlijk een brief gericht tot da
mes der hoogere standen in den lande
om moreele steun in den strijd tegen
de moderne mode.
Constateerende, dat op het gebied
van zedelijkheid en vrouwelijke eer
baarheid, ook onder de toonaangeven
de dames betreurenswaardige ideëa
ingang hebben gevonden, wijzen ae
Bonden zeer nadrukkelijk op het feit,
dat het begrip welgevoegelijkbeU,
voor een groot deel afhankelijk is van
het voorbeeld eft 'de gedragingen der
hoogere standen.
Emigratie naar Zuid Afrika?
In de gisteravond gehouden alge-
meene vergadering van de afdeeling
Utrecht en omstreken van de Nederl.
Zuid-Afrikaansche Vereeniging heeft
de voorzitter, de heer L. Penning,
schrijver van Zuid-Afrikaansche ver
halen, meegedeeld, dat enkele tiental
len landbouwers uit de provincie Gro
ningen en den Haarlemmermeerpol
der het voornemen hebben, een Ne-
derlandsche kolonie in Zuid-Afrika te
vestigen. Een afgevaardigde van hen
zal eerst een reis naar Zuid-Afrika
doen om zich te vergewissen, of daar
voor geschikte gouvei noinentsgrond te
krijgen is, en verder ter plaatse na
gaan de levensvatbaarheid van zooda
nige nederzetting.
Het pokkenbesluii.
Stbl. No. 17 bevat het besluit van 2
Feb. 1925 tot nadere vaststelling van
buitengewone maatregelen tot afwen
ding van de pokken en tot wering ha-
rer uitbreiding en gevolgen.
Daaraan is het volgende* ontleend:
Een ieder is verplicht de inlichtin
gen, door ambtenaren of geneeskundi
gen van hem verlangd ter zake van de
uitvoering van dit besluit, nauwkeurig
en naar waarheid onverwijld te geven.
Het tweede hoofdstuk van dit be
siuit geeft nadere regelen ten aanzien
van het toezicht op landverhuizers en
dergelijken; van het grensverkeer, van
het goederenvervoer en van 't scheep
vaartverkeer.
Dit besluit dat, tenzij het eerder in-
getiokken wordt, gedurende één jaar
van kracht blijft treedt in werking
met ingang van den eersten Maart '26.
GEMENGD NIEUWS.
V ij 1 menscuen verbran d.
in de Londensche bladen komen
thans Uitvoenge berienten over de
DrandcataSciore bij Cheoter, die ge-
iijK ge.ne.d, aan vijf menscuen, twee
vrouwen en drie mannen, het leven
ge.a>A heen, terwij 1 twee personen
ex-noc.g gewond werden.
Het vuur woedde in 11e. prachtige
en btacige Kartee. Üulton rark, (Ta-
porly, 1D mijlen van Chesterbeuoo-
rende aan Sir Fnilip Grey-Egertön,
die op het oogenblik te Fa rijs ver-
toet':.
v an hec mooie gebouw, da: langen
tijd eén der bez.enswaaidighedsn \an
Cheshire is geweest, bleven blecnts
vier zwart-geblakerde muren over.
De brana brak Zondag-morgen even
over 10 uit op een bovenverdieping,
vuur verspre.dde zich sne. en woedde
den geneelen dag to; in deun avond
voort.
Toen de brandweer, spoedig van het
eerste alarm ter plaacse verscheen,
stond he. gebouw reeds in lichtelaaie.
De brandweerlieden tastten het vuur
van het dak at aan. Na verloop van
een uur stortte 'het heele middendeel
van het gebouw met dak en al in:
Een water.ank met een inhoud van
200'J gallens bevend zich boven op
het gebcuw en veroorzaakte blijkbaar
door zijn zwaarte de instorting.
Op het oogenblik, dat deze plaats
had, waren de beheerder van het kas
teel en een 16-tal helpers bezig, kost
bare schilderijen te redden.
Verscheidenen van de groep, die
zich het dichtst bij de ramen bevon
den. sloegen de ru ten stuk en rpron-
gen u.t de vensters, terwijl hun klee-
ren reeds brandden. Vier echter wer
den ingesloten door de vlammen en
kwamen om. terwijl het vijfde slacht
offer, een brandweerman, later in het
hospitaal stierf.
Roodesneeuw. Meteoroiogisten
van St. Paul (staat Minnesota; verlie
zen zich in gissingen omtrent den oor
sprong en de natuur van roodgekleur
de sneeuw, die aldaar is gevallen.
Toen zij pas was gevallen, was de
sneeuw koperkleurig, doch werd later
zeer rood.
Het Fransche blad, waaraan dit be
richt is ontleend, merkt wijsgeerig op,
dat deze sneeuw in Rusland had moe
ten vallen.
Auto-ongeluk. Te Keulen is
gistermorgen een uit Rodenkirchen
komende taxi bij het uitwijken voor
een andere auto te water geraakt.
Volgens ooggetuigen bevonden zich
in de taxi behalve de chauffeur nog
3 personen.
Met de berging van den wagen,
die geheel vernield moet zijn, is een
aanvang gemaakt.
Gistermiddag werd hex lijk van den
chauffeur opgehaald.
Overstrooming in Amerika
Naar gemeld wordt, heeft te Pieviile
(Kentucky) tengevolge van een wolk
breuk een enorme overstrooming
plaats gehad, d;e groote materieele
schade aanrichtte.
Er zijn 12 menschen om het leven
gekomen.
Door vloeiend ijzer getrof-
fen. Toen gistermorgen verschillen
de smeden in een fabriek van „Glück
Auf te Gelsenkircfien, bezig waren
met he. lassen en van gist stalen buizea,
sprong een gloeiende ijzermassa Uxt
eikaar, 20^-dax de arbeiders, die zich
in de buurt bevonden, door de gloei
ende ïjzerdeelen getroffen en meest
zwaar gewond werden.
Een arbeider is reeds gestorven, ter
wijl een andere toraal blind is gewor
den.
Door r 00 vers vermoord.
Uit Bombay wordt bericht, da: eene
Engelsche vrouw, commandante van
het inbooriingenleger van den s.aat
Baroda, 'waarschijnlijk i r ermoord,
door roovers, die de streek aldaar
onveilig maken. Haar lijk werd ge
vonden in een put nabij Champcourse.
Een goll van netheid. Men
schrijft uil Rome aan de ,.Msb."-
Nadat lie. stadsbestuur de polixie
in het nieuw gestoken heeft de
kleeding is zeer smaakvol heett
her thans bepaald, dat van 1 Maart
af ook de chauffeurs en koetsiers zoo
al geen uniform dan toch minstens
een uniforme hoofdbedekking moeten
dragen, n.I. een soort muts, die in
den winter zwart en in den zomer
grijs moet zijn.
De chauffeurs moeten bovend en in
den zomer een grijze stofjas dragen,
waarvan de vorm en de lengte nauw
keurig voorgeschreven zijn.
'Zeer streng zijn ook ae voorschrif
ten over de properheid der kleecfing en
over het goed geschoren zijn der be
treffende chauffeurs.
Een geest van netheid is over Rome
vaardig geworden.
Een krasse Arabier. Uit
Jeruzalem wordt aan de Londensche
bladen gemeld, dat de Arabier Aboe
Moesa uit de nabijheid van Hebron,
tot tien jaar dwangarbeid is veroor
deeld omdat hij zijn dochter had ge
dood wegens haar onzedelijk gedrag.
De veroordeelde is105 jaar oud
en als groote merkwaardigheid wordt
gemeld,, dat de natuur hem voor de
derde maal een gebit heeft geschon
ken, nadat het tweede, dat bij an
dere menschen het laatste pleegt te
zijn, was opgebruikt.
Overreden. Te Wildervank
geraakte gisteren een 70-jarige man
onder een auto. In hopeloozen toe
stand werd hij naar het ziekenhuis te
Groningen vervoerd.
Woeste honde n.Te Bedum
zijn door woeste honden drie schapen
van gebroeders Bazuin verscheurd.
On ge luk met een buks. De
bijna 18-jarige W. C. B. aan den Kruis
weg te Haarlemmermeer had he: on-
ge.uk met een buks in zijn borst te
schieten. De kogel drong in een der
longen. Hij werd in vrij ernstieen toe
stand naar het Gasthuis te Haarlem
overgebracht.
Brand. Woensdagmorgen is
aan den Hoofdweg te Hoofddorp een
groote landbouvvschuur afgebrand, op
het erf van de familie Groenvelt. Het
FEUILLETON.
Kathlyn Barrington.
64;
„Ik zal hem hier laten komen en
hem zeggen, dat, als hij hier weer
komt, hij gedood zal worden. Zijn
vrijheid en zijn leven schenk ik hem.
Dat doe ik voor u, Forsyth, en voor
uw Kathlyn."
Forsyth was niet tegenwoordig bij
het onderhoud met Barrington. Hij
verlangde er ook niet naar. Een uur
later ongeveer vernam hij den uit
slag.
„De man is vertrokken. Hij heeft 'n
toontje lager gezongen. Drie soldaten
en een officier gaan met hem mee. Hij
gaat eerst naar IJong Foo om zijijhuis
te verkoopen en dan naar Hong Kong
om zich in te schepen naar Engeland.
Dat is bepaald. De officier heeft een
brief bij zich voor den Engelschen con
sul, om hem met een en ander op de
hoogte te brengen. Daarin staat ook,
dat de dood Barrington wacht, als hij
terugkomt. Hij heeft den brief gelezen
en hij zal vertrekken. Daarvan ben ik
zeker."
„Ik ben u zeer dankbaar."
„Mijn vriend, tusschen ons beiden
moet geen sprake zijn van dank. Ik
hen blij iemand van dienst te kunnen
zijn, die medegewerkt heeft om mijn
lief kind te doen zingen als een nach
tegaal. Maar praat er niet meer over.
daar komen mijn. Nang Kung en uw
Kathlyn aan."
Zij kwam samen naar de beide man
nen toe. Beiden stralend van vreugde.
Nog juist had de gouverneur tijd om
Forsyth een brief te overhandigen en
hem in 'foor te fluisteren: „Neem de
zen brief, Forsyth. Hij is voor Kathlyn
van haar vader. Maar lees hem eerst.
Ik weet den inhoud" voegde hij er
glimlachend bij!
,.Ik heb hem den brief gedicteerd.
Hij is niet te vertrouwen."
Forsyth nam den brief en toen de
gelegenheid zich aanbood, las hij hem.
Hij was heel kort en meldde, dat Bar
rington China zoo spoedig mogelijk
verliet. Hij uittte den wensch, dat
Kathlyn met Forsyth, met wien zij,
zooals hij had vernomen, binnenkort
zou trouwen, gelukkig zou worden.
Dat was alles.
Tien dagen later trouwden van het
paleis uit van den gouverneur Dick
Forsyth en Kathlyn Barrington. Het
huwelijk werd ingezegend in de kerk
van de Amerikaansche Zending. De
gouverneur trad op als vader van de
bruid en de kleine Nang Kung was
bruidsmeisje. Als zoodanig stond ze
gedurende de heele plechtigheid bij de
bruid: een kleine koninklijke gestalte
in goudlakensche zijde, zooals geen
Engelsch bruidsmeisje ooit gedragen
had. Er was geen statie-draagstoel
voor de bruid in de zendingskerk en
geen verhooging, zooals de gewoonte
is bij Chineesche huwelijken; maar
terwijl het huwelijk in deze opzichten
op Europeesche wijze werd gesloten,
was het uit andere oogpunten Chi-
neesch. De bruidsjapon, die Kathlyn
droeg, was vervaardigd uit de koste
lijkste stoffen, die het paleis van den
gouverneur had kunnen bemachtigen,
en terwijl er geen karmozijnroodkoord
om haar hand en die van Forsyth ge
bonden werd, om ze voor altijd te ver
binden. droeg Kathlyn toch de karmo
zijnrood© bruidssluier, die haar van
't hoofd tot de voeten omhulde, zoodat
Forsyth, toen hij naar haar keek, haar
slechts flauw kon onderscheiden.
Er werd geen wilde gans losgelaten
om rond het hoofd te vliegen van den-
gene, die de eerste in huis zou zijn;
maar de Chineesche gewoonte werl na
gevolgd in het gemeenschappelijk uit
één kopje drinken door bruid en brui
degom. Teruggekomen in het paleis
werd op de trommels geslagen en de
vreemde muziekinstrumenten gaven
vreemdsoortige muziek. De hofdames
zongen Chineesche minneliederen, de
bloemen verspreidden haar geuren en
er heerschte een feestelijke stemming,
waarvan Forsyth zelfs niet had kun
nen droomen. 't Was alles heel prach
tig, echt Chineesch en aan Ching's ge
voelens betreffende de noodige plech
tigheden bij een huwelijk, was dan ook
geheel voldaan.
„Heel mooi huwelijk, dokter For
syth; heel mooi huwelijk. Missie Bar
rington.'"
„Miss Barrington, Ching?" vroeg
Forsyth.
Ching zoo dom!' lachte de vroolijke
Chinees. „Mij bedoelen Mevrouw For
syth. Ching blij als een vink kan
zingen."
En hij bracht de blijdschap, de vreug
de van zijn hart tot uiting door een
oud-Chineesch loflied op het huwelijk
aan te heffen.
Eindelijk kwam er een oogenblik.
waarop Kathlyn en Forsyth gelegen
heid hadden zich aan de feestelijkhe
den te onttrekken en een poosje alleen
te zijn. Hij legde zijn handen op haar
schouders, waarlapgs de bruidssluier
afhing. Door den rooden sluier heen
schitterden de kostbare juweelen, ge
schenken van Nang Kung en haar va
der. Daarvoor had hij nu evenwel geen
oog.
Zijn oogen waren op haar gelaat ge
richt, dat van blijdschap straalde en
op haar oogen die hij nog door den
sluier heen kon zien schitteren.
„Kathlyn!" fluisterde hij en toen
schoof hij, zooals iedere Chineesche
bruidegom dat doet, den sluier op zij.
Zij lag in zijn armen, gelukkiger dan
ooit een bruid in China geweest was.
Na eenigen tijd zagen ze op. Door 'Je
boomen wierp de zon haar licht in de
kamer.
Stralend van geluk en blijdschap za
gen ze elkander aan, totdat hun lippen
elkaar ontmoetten.
„Kathlyn" fluisterde hij. „nu zijn de
schaduwen geweken. Nu Is het dag
voor ons geworden. Laten we God
danken, Die alles zoo wèl gemaakt
heeft."
Hand in hand knielden ze neer. Een
innig dankgebed werd tot God opge
zonden, Die, waar de mensch hen had
willen scheiden, tenslotte vereenigd
had.
Drie dagen later vertrokken zij voor
een huwelijksreisje naar Canton. Kath
lyn gebruikte nog steeds len draag
stoel, die getuige geweest was van zoo
veel gevaren. Forsyth kon, als hij niet
wilde loopen gebruik maken van een
draagstoel van den gouverneur. Met
hen ging Ching om toezicht te houden
op de koelies; en als geleide trokken
vier soldaten mee, wier uniformen
overal ontzag inboezemden.
(Slot volgt).