NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 16 FEBRUARI 1926 DAG-AGENDA. Woensdag 17 Febr., 's middags 2 en half vier uur: „Prediker" Janvossen- steeg. Prop. middag van „De Kinder krant". Lichtbeelden. Donderdag 18 Febr., 's avonds 8 uur. „Prediker", Janvossensteeg. Openb. Verg.v. d. L. Chr. Besturenbond. Spr. Ds. Schilder van Oegstgeest, over „Wat is de Satan": Vrijdag 19 Febr., 's avonds 8 uur. Stadsgehoorzaal: Kunstavond voor Centralen Wijkarbeid. Dinsdag 2 Maart 's middags vier uur L. Broodfabriek (Vergaderzaal) Alg. Verg. v. Aandeelh. dezer fabriek. De avond-, nacht- en Zondag- dienst der apotheken wordt van Maan dag 15 tot en met Zondag 21 Febr. a.s. waargenomen door de apotheek van den heer P. de Croix, Rapenburg 3, Tel. 807. De Kieskringen Utrecht, Amster dam, Haarlem, den Helder, Leiden, Dordrecht, Limburg en NoordBrabant hebben dus geen vertegenwoordiger in het C. C. 2e. Er komt nauw verband met de personen, die in de Kieskringen bij re 'propaganda de leiding hebben, 3e. Er bestaat meer waarborg, dat de vergaderingen van het C. C. ook be zocht worden. Immers de medebe stuurders hebben telkens inlichtingen van hun afgevaardigde noodig of wer.- schen, dat bepaalde zaken besproken zullen worden, 4e. .Er bestaat op deze wijze waar borg, dat het C. C. weet, wat in de verschillende Kieskringen leeft. Na breedvoerige bespreking werd 't voorstel der Commissie met algemee- ne stemmen aangenomen en besloten dit voorstel om adhaesiebetuiging door te zenden tot alle Kamerkies- kringhesturen in het land. In hoofdzaak zal gevraagd worden lliet oordeel der Kieskringen betref fende de hoofdgedachte van dit voor stel. Het spreekt vanzelf dat verschil lende onderdeelen, na overleg, anders kunnen geregeld worden. Ten aanzien van de tweede taak der commissie rapporteerde de heer van Nes dat' een andere, bfetere wijze van candidaatstelling, maar niet a la mi nute kan tot stand worden gebracht. fHiertoe is studie noodig, waarom de commissie voorstelt aan het C. C. te verzoeken een speciale commissie te benoemen, die tot opdracht krijgt-vóór 1 Augustus 1927 aan onze partij rap port uit te brengen over de beste wijze waarop de candidaatstelling kan wor den geregeld. Aan deze commissie worde opgedra gen de Kieskringbesturen in de gele genheid te stellen haar meening dien aangaande kenbaar te maken. Ook dit voorstel werd na bespreking met algemeene stemmen aangenomen en zal evenals het vorige doorgezon den worden naar de andere Kieskrin gen, met verzoek om instemming. Aan de commissie en aan den rap porteur werd door den voorzitter dank gebracht voor hun omvangrijk werk. Wat betreft het tweede punt der aganda, n.l. versterking der Chr. Pers, binnen den Kamerkieskring Leiden" werd uitvoerig gesproken. Besloten werd een commissie te be noemen, welke met het C.C. deze zaak nader zal bespreken en overleggen wat er in dit opzicht met het oog op de naderende verkiezing voor de Staten- Provinciaal, kan worden gedaan. Na behandeling van nog enkele on dergeschikte punten, werd de verga dering door den voorzitter, onder dank aan de leden voor hunne tegenwoor digheid gesTMen, nadat Ds. van Heij- ningen van Ter Aar was voorgegaan in dankzegging aan den Heere. De staking bij het „Haagsche Volk". Gisteravond heeft de afdeeling van 'de S.D.A.P. een spoedvergadering ge houden naar aanleiding van de loo- persstaking hij het „Haagsche Volk". Na een uiteenzetting van het gebeur de door het bestuur aan de vergade ring vereenigde deze zich met de door het bestuur a-an de loopers gestelde eischen qjn 't werk onmiddellijk te hervatten en op regelmatige wijze door voortgezette onderhandelingen te trachten met de Directie van het „Haagsthe Volk" tot overeenstemming te komen, wa.arbij 't bestuur ten voile bereid blijft bemiddeling te verleenen. Namens de loopers werd hierna ver klaard, dat rnten bereid was het werk onmiddellijk (te hervatten. Doopsuezinde gemeente. Zondag is een referendum gehouden onder de leden van de Doopsgezinde gemeente over de vraag, of de dienen de kerkeraad in het vervolg zal wor den benoemd zooals tot heden het ge val was door den z.g. grooten kerke raad, of dat de gemeenteleden zelf dezen raad direct zouden kiezen. De uitslag van he referendum is geweest, dat de oude toestand gehandhaafd blijft. Prijsvraag Juridische Faculteit. De Juridische Faculteit der Leidsche Studenten heeft voor haar leden een prijsvraag uitgeschreven. Gevraagd wordt een overzicht van de gevallen waarin, volgens ons tegen woordig recht (Burgerlijk- en Handels recht), degene, aan wien een recht ge leverd wordt, dat recht onaantastbaar verkrijgt op grond dat hij te goeder trouw is, en van wat in die gevallen als goede trouw beschouwd mag wor den. Voor het beste antwoord looft de Ju ridische Faculteit der Leidsche Stu denten een prijs uit van GO. De jury wordt gevormd door de Proff. Meijers, Scheltema en de Blécourt en behoudt het recht den prijs niet toe te kennen of te yerdeelen. Antwoorden, die in geen geval lan ger mogen zijn dan twintig bladzijden machineschrift, moeten worden inge zonden vóór 15 October 192G bij den ab- actis der Jur. Fac. der L. S. Zij dienen voorzien te zijn van een motto en ver gezeld te gaan van een enveloppe waarop het motto worde herhaald en waarin naam en adres van den inzen der zij vermeld. Beroepen. De heer H. J. Kouwenhoven Jr., theol. cand., alhier, heeft een beroep ontvangen naar de. Geref. Kerk van Ottoland. De heer M. van Wijk, theol. cand. alhier ontving een beroep naar de Ge ref. Kerk van Oostburg. Propaganda-avond v. d. Ned. Bond van personeel in Publieken Dienst. Gisteravond heeft de afdeeling Lei den van dezen Bond in het gebouw Prediker een zeer goed geslaagden propaganda-avond gehouden. Dank zij de goede voorbereiding kon den talrijken bezoekers een mooi pro gramma worden aangeboden, waar van een filmvertooning de hoofdscho tel vormde. Het betrof n.l. de veel ge roemde film ,,In en om de lichtfabrie ken", eigendom van de Stedelijke Lichtfabrieken alhier. Nadat de Christelijke muziekvere niging „Polyhymnia" zich eenige ma len had doen hooren, opende de heer W. Veerman als voorzitter van de afd. Leiden de vergadering met het laten zingen van Psalm 103:1, gebed en het lezen van Marcus 4:123, waarna hij, mede aan de hand van het gelezen Schriftgedeelte in zijn openingswoord het doel van de vergadering uiteen zette. n.l. inwendige versterking en tevens uitbreiding van het lédental. De heer J. B. H. Grotenhuis, voor zitter van den Christ, besturenbond, sprak daarna de vergadering toe. Zijn humoristisch getinte speech vond .veel ingang. In twee gedeelten werd daarna de mooie film ontrold, waarbij de heer P-. v. d. Meer een verklaring gaf. De pauze werd gezellig doorgebracht onder het genot van ververschingen. terwijl programma's werden verkocht voor den feestavond van den Chr. B.B. op 15 Maart a.s. Nadat nog een propagandacommis- sie was geinstalleerd, werd gecollec teerd voor het fonds „Eigen Gebouw. Nadat gezongen was de .Avondzang (Gez. 180:1) eindigde de heer Groten huis met dankgebed en werd de zeer geanimeerde vergadering gesloten. Lichtbeelden-Voorstelling. In het gebouw „Prediker" Jan Vos- sensteeg zal Woensdagavond voor de kinderen der Chr. Scholen een propa ganda avond plaats hebben, voorliet Geillustreerd Chr. Weekblad „De Kin derkrant" uitgave van W. Kirchner te Amsterdam. Er zullen aardige en leerzame licht beelden vertoond worden, zoodat het een leuke avond belooft te worden. Voor nadere bijzonderheden zie men de advertentie in dit nummer. BINNENLAND. DB KABINETSCRISIS. De moeilijkheden van mr. Limburg. Naar de N. R. Crt. verneemt, hou den de moeilijkheden* waarmee Mr. Limburg bij de vorming van een ka binet te kampen heeft, in hoofdzaak verband met zijn verklaarbaar ver langen, niet slechts de departementen aan hoofden te helpen, doch voor de onderscheidene departementen ge schikte en voor hun taak berekende ministers voor te kunnen dragen. (Is een Kabinetsformateur denkbaar, die zulk een verlangen niet zou koesteren) De moeilijkheid, die hieruit voort spruit, wordt dan nog verhoogd door het feit, dat Mr. Limburg behalve den heer De Geer, nog gaarne en kele reschtsche ministers aan zijn kabi net wenscht te 'verbinden. - Ook de heer Braat heeft thans in de „Plattelander" zijn licht laten schij nen over de Kabinetscrisis. Ziehier 'wat hij daaromtrent heeft op te merken: „Nog steeds is de crisis niet opge lost; wel leest men, dat de beëindi ging spoedig zou zijn te wachten, maar terwijl wij dit schrijven, is ons nog niets met zekerheid bekend. jW.el zijn in enkele bladen namen genoemd, maar het komt ens voor, dat het niet waarschijnlijk is, dat de genoemde per sonen allen geroepen zullen worden een departement te beheern. Want het zijn niet, de leidende per sonen in de verschillende partijen noch personen van welke men zou kunnen verwachten, dat zij, als mir.'.c.cv, den steun zouden heb oen van de partij, waartoe zij behcorcn en dat zal toch noodig .zijn, anders staat men over eenigen 'tijd weer voor een cr'tis. Wat ons nu opgevallen is, is dat het bijna uitsluitend volbloed Hage naars zijn, die genoemd werden, het schijnt dus dat de .kabinetsformateijr voornamelijk in Haagsche kringen zoekt. Wij vragen ons af, hoe moet nu iemarxl, die zijn geheele leven in Den Haag heeft doorgebracht, en van het ander gedeelte van het land niets afweet, hoogstens een oppervlakkige kennis heeft, in staat zijn aan het hoofd van het departement van land bouw te staan. Waarom kan nu een gedeelte der ministers niet gezocht worden, in de andere provinciën, b.'v. Frie laad, Gro ningen, Drenthe, enz., maar het liiki wel, dat we zij 'hét in cenigszins •gewijzigden vorm nog leven in de dagen der Republiek d? Zeven Ver eenigde Nederlanden, toen Holland de overige provincies wist te over- Iheerschen". Het vertrek van Het Loo. Gistermiddag is per trein van 3.41, waaraan verbonden was de Konink lijke salonwagen, de Koninklijke Fa milie, die per auto van Het Loo aan het station Apeldoorn was aangeko men, van daar naar Den Haag ver trokken. Te voet begaven zich de Koningin en Prins (in admiraalsuniform gekleed, de Prinses en het gevolg onder luide toejuichingen van het publiek naar den voor het tweede perron gereed- staanden trein, welke op tijd wegreed De burgemeester van Apeldoorn, mr. W. Roosmal e, was op het perron. De Koningtanehulde te Utrecht. Gistermiddag te 4.59 passeerde de Koningin op haar reis van Het Loo naar 's-Gravenhage het Centraal Sta tion te Utrecht, waar haar een eenvou dige bloemenhulde werd geboden door de Vereeniging „Koninginnedag", en door weeskinderen van elke gezindte. Een meisje, daartoe door „Koningin nedag" uitgenoodigd, reikte H. M. bloe men toe, waarbij de heer Klokke, voor zitter der vereeniging, hét woord richt te tot de vorstin, die haar dank uit sprak voor deze aardige hulde. Hierna onderhield de Koningin zich eenigen tijd met den burgemeester van Utrecht, mr. J. P. Fockema Andreae. Bij het binnenkomen en vertrekken van den trein juichte het publiek de Koningin levendig toe. Défilé Grenadiers en Jagers. Naar wij vernemen zullen a.s. Vrij dag, ten 12 uur des middags, de regi menten Grenadiers en Jagers, ter ge legenheid van het zilveren huwelijks feest van H. M. de Koningin en Z. K. H .den Prins, een défilé houden voor bij het Koninklijk Paleis in het Noord einde, dat door de Koninklijke Familie zal worden aanschouwd. Extra treinen bij vertraging. De directie der Spoorwegen heeft aan het stationjpersoneél medegedeeld In den laatsten tijd is het herhaal delijk voorgekonien, dat tengevolge van verkeersstoringen (b.v. dóór de fecte locomotieven of watersr.ocdi trei nen meer dan e;n urn* vertraagd wer den. Bij vertraging, grooter dan 'een uur, moeten door de hoofdstations' zooveel mogelijk treinen mei ander materiaal ingelegd wordeif; bij 'zee belangrijke sneltreinen zal zulks reeds bij vertra ging van meer dan een half uip- noo dig zijn. De vertraag/de trein wordt in derge lijk geval als volgtrein doorgevoerd. Bij de beoordeeling, ol inlegging van een extra-trein noodig is, is re kening te houden met de belangrijkheid van den trein en van zijn aansluitin gen, het aantal reizigers, dat de in te leggen trein zal vervoeren, enz. Bij twijfel verdient het voorkeur, lie ver te spoedig tot het inleggen van een extra-trein over te gaan. aan zulks na te laten. De, extra-trein z£i niet noodig zijn, voor zoover op het betreffende baan vak inmiddels een trein der gewone dienstregeling in het verkeer van den vertraagden trein voorziet. KERK EN SCHOOL. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Ottoland, H. J. Kou wenhoven Jr., cand. te Leiden. Generale Synode Geref. Kerken. In de „Telègraaf" van sisteravond vonden wjj 'gepubliceerd de vragen door de Synode aan Dr. Geelkerken ge steld. Het blad merkt daarbij op, dat de Synode zelf (de vragen streng geheim houdt, 't Is dus tamelijk doorzichtig, van welke zijde de redactie» werd inge licht. Nu intusschen de vragen gepubliceerd zijn en ook reeds door andere bladen werden overgenomen, willen wij ze hier laten volgen, hoewel wij, zooals vanzelf spreekt, niet in de gelegenheid zijn om na. te gaan, of de vragen met juistheid zijn weergegeven. 1. Wanneer ge in uw antwoord aan de classis Amsterdam (brochure Oude vragen, enz., pag. schrijft: „Ofschoon uw vragen zich niet als zoodanig aan dienen, zijn zij inderdaad toch naïf- realistisch, en aldus beantwoord ik» elk een daarvan natuurlijk onmiddellijk be vestigend", wat verstaat gij dan onder „naïf-realistisch" en op welk stand punt stelt ge u bij de Schriftverklaring tegenover het door u gewraakte stand punt der classis? 2. Wanneer ge op blz. 45 van uw bro chure: „Op weg naar de Synode" zegt, dat „achter de kwestie" dit zit, of „de vrijheid der exegese en de mogelijkheid van voortgaand wetenschappelijk onder zoek binnen onze kerken gehandhaafd zullen blijven of niet", en dit toch blij kens uw uitlatingen (b.v. „Oude vra gen", blz. 11 en „Op weg naar de Sy node", blz. 45) alaus te verstaan is, dat deze vrijheid en mogelijkheid aan het gezag van Schrift en Confessie moeten zijn gebonden, zijt ge dan niet van oor deel, dat ook de Gereformeerde Ker ken ten' allen tijde het recht en de roe ping hebben cm de exegese en het wetenschappelijk onderzoek te toetsen of deze niet zij het ook onder de pre tentie van het £ezag der H. Schrift te handhaven metterdaad daaraan te kort doen? 3. Wat is voor u het criterium om uit te maken, of een Schriftverhaal in eigenlijken zin is op te vatten of niet? 4. In uw antwoord aan de classis Amsterdam (brochure „Oude vragen", enz., blz. 10) wordt door u gezegd: „Wel staat een andere en diepere vraag hier mede in het nauwste verband, te» weten een kwestie van Schriftbeschouwing, enz." Is uwe bedoeling hiermede deze, dat het nadruk leggen .op de strikt- historische beteekenis der 111 het geding zijnde elementen van het Schriftver haal naar uw oordeel moet voortvloei- e nuit een Schriftbeschouwing, die ge mepnt te moeten verwerpen? 5. Wanneer ge in uw brochure „Oude vragen" enz., blz. 7, spreekt van het „gegeven uit Gen. 3 wil men een aanhaling er van bedoelt ge dan daarmede dubieus te laten, of de Schrift in 2 Oer. 11:3 het iii Gein. 3 verhaalde opvat als historie en ook ons hieraan bindt? 6. Wanneer ga in uw brochure „Op weg naar de Synode", blz. 45, schrijft: „dat een organische Schriftinspiratie ons het in Gen. 13 verhaalde moet doen zien in relatie met den tijd en het millieu, waarin deze Schriftgedeel ten althans zijn te boek gesteld", is hét dan uw bedoeling te zeggen: a. dat de inhoud van het verhaal, dat in Gen. 1—3 ons wordt geboden, onder den invloed staat van de omstandighe den, waarin de opsteller va.n dat verhaal leefde; b. dat dus de verhaalde gebeurtenis sen niet historisch-getrouw zijn mede gedeeld; c. en dat wij tot het historische sleichts kunnen doordringen dcor verschillende elementen, die door den invloed van den tijd en het milieu van den. schrijver in het verhaal zijn geLomen, er 1TC te elïmineeren? Wanneer ge in uw antwoord aan de classis Amsterdam d.d. 5 Sept. 1925 in de brochure „Oude vragen", enz. blz. 11„Aleer nog, ieder, wie dan ook, die zelfs maar iets weet èn van het licht, dat de nieuwe kennis van do Oud-Oostersche wereld op het Oude Testament ook op de z.g.n. „Oer- geschiedenis" welke in Genesis 110 is vervat geworpen heeft, è'11 van de moeilijke vraagstukken, welke daardoor levensbaan tie exegese dezer hoofdstuk ken in den weg gelegd zijn....", verg. ook: „Op weg naar de SynodeVblz. 4s, bedeelt gij daarmede 'te zeggen, dat de nieuwe kennis van de Oud-Oosterscbo wereld inzake het Oude Testament die twijfelachtig heeft gemaakt, of het in Genesis 3 gezegde aangaand d 11 boom der kennis idles goeds, en des kwaads, sangaande de slang én haar spreken, en aangaande den boom des. levens, wel Goddelijke bekendmaking is van histo rische realiteiten of feiten, en wel in eigenlijken zin is te verstaan? 8. In het schrrjVen van broeder Ma- rinus aan de classis Amstsrdam, d.d. 15 Nov. 1925 wordt op getuigenis van broe ,der Kransen medegedeeld, dat door u in een persoonlijk onderhoud zou zijn gezegd, dat !h et voor de vakmenschen zoo Moeilijk is, om in de eerste hoofd stukken van Genesis de 'dichterlijke voor styling te onderscheiden van d> wer kelijke gebeurtenissen. Erkent gij, dat déze mededee-iing woordelijk onzakelijk juist is, en. indien ja, zoudt gij ze nog voor uwe rekening willen nemen? 9. I11 uw antwoord aan de classis^ Amsterdam in de brochure„Vragen mij voorgelegd", enz., blz. 19. is door u ge zegd: „Natuurlijk bedoelde ik met mijn opmerking: „Vaststaat, dat wij in Ge nesis 3 de goddelijke bekendmaking heb ben van een historisch feit, het feit van den zondeval,,, dan ook niet, dat alléén het feit van den zondeval vast staat". Kunt ge ons zeggen, welk? andere za ken of feiten in het verhaal van Gen. 3 icloor u nog als vaststaand worden be schouwd? 10. Wanneer gij op blz. io en 19 van uw brochure: „Vragen mij voorge legd." enz., zegt: „Het komt mg voor, dat wij bij al deze bijzonderheden dus co'k bij „het proefgebod", de beide Paradijsboomen, de slang en haar spre ken goddelijke medele-Hing hebben van werkelijkheid, zelfs van de hoogst denkbare werkelijkheid, maai* dan ook alleen van een werkelijkheid, die in haar volheid ons intellectueel „begrij pen." ten eenenmale te boven gaat", wat bedoelt gij dan met de hoogst denkbare werkelijküeid?" Is dit een werkelijkheid van de huidige essentieel verschillend? Ti. Op blz. 44 uwer brochure: „Op weg naar de Synode", erkent gei „geen enkel g e 10 0 f bezwaar (te hebben) te gen de aanvaarding der onder ons tra- diticneele opvattingen omtrent de bijzon derheden van het in Genesis 13 mede gedeelde". Wat bedoelt gij hier met ge loof s-bezwaar" en hebt ge hierbij op het oog een tegenstelling met andere bezwaren, die bij u wef bestaan, en wél ke zijn deze daii? 12. Indien het antwoord op de vorige vraag zou inhouden, dat de eigenlijke beteekenis v. h. medegedeelde aangaan de pet paradijs, den boom der kennis des goeds en aes kwaads, den boom des levens, het proefgebod, de slang en haar spreken naar uwe meening onzeker is, op welken grond meent j^j dit te moe ten aannemen, en op welken grond acht gij, dat wel vaststaat het feit van den zondeval en wat door u in het ont- wcord op vraag 9 nog meer mocht zijn genoemd 13. Wanneer gij in uw schriftelijk overgelegd preekgedeelte zegt: „Als God ons daaromtrent Zijn Openbaring geeft, dan spreekt Hü daarover, èn van dien (staat der hemelsche heerlijkheid èn van dien staat der rechtheid, in be woordingen aan onze tegenwoordige, aardsche bedeeling ontleend. Anders zou den wij er niets van kunnen vatten, en Hij tot ons spreken, geljjk iemand tot een blinde, een blindgeborene, spreekt over de kleuren"; bedoelt gij-dan teskg- ;gen, dat God Zijne Openbaring in Gen. 3 over den boom der kennis aes goeds en des kwaads, de slang en haar spre-' ken, den boom des levens, gegeven heeft in oneigenlgken figuurlijken vorm, ge lijk Hij Zijne openbaring in het laatste Bijbelboek grootendeels in symbolischen vorm gaf, zoodat bovengenoemde ele menten van het verhaal niet door de Radio-Programma. Wat er vanavond te liooren is. 5.20 (Brussel, 265 M.). Concert. 5.20 (Hamburg, 395 M.) Lezinge.n. 5.20 (Frankfort, 470 M.) Lezingen, enz. 5.20 JBremen, 300 M.L Lezingen. 5.20 (Hannover, 393 if.). Lezingen. 5.35 (Davontry, 1600 M.). Kinder uurtje, zang, lezing, muziek. 5.35 (Londen, 365 M.). Kinderuurtje zang, lezing, muziek. 6.20 (Berlijn, 505 M.). .Verschillende lezingen. 6.20 (Parijs, Eiffellcren, 2650 M.). Lezingen en orkestmuziek. 6.30 (Hilversum, 1050 M.L Engelsehe les, door Mr. Fred Fry, leeraar aan de A. B. C,-school te Amsterdam. 7.05 (Mürichen,,485 M.). Concert. 7.20 Alle Engelsehe stations. Tijdsein nieuws, toespraken, lc.I.igon. 7.20 (Hamburg, 395 M.). Muziek. 7.20 (Stuttgart, 445 M.). Concert. 7.30 (Hilversum, 1050 M.). Politiebe richt, weerbericht. 7.45 (Hilversum, 1050 M.). Uitzen ding van persberichten enz. door het persbureau Vaz Dias. 7.45 Alle Engek-kc stations. Muziek. 7.50 Königswusterhausen (1300 M.) Concert. 7.50 (Berlijn, 505 M.). Concert. 7.50 (Frankfort aan de Main, 470 M.) 7.50 (Munster, 410 M.) Concert of lezing. 7.50 (Ziirich, 515 M.). Concert of voordracht. 7.50 (Parijs, Eiffeltoren, 2200 M.). Concert. 8.(Rome, 425 M.). Concert. 8.10 (Hilversum, 1030 M.L Program ma v. d. B. K. Radio-omroep. Vastenavond-programma. Zang door het Humoristisch Mannen-Ensemble, m. medewerking van het H.D.O.-orkest eti den heer Rijnen. 1Marscli. 2. Er was ere is. 3. Kikkercantate. 4. De pruimebocm. 5. De femme judokus. 6. Abdijsiroop. 7. leng' bloed. Q. Janscantate. 16^ Üe vink. 11Toen wisten ze 't. ie. Muzikaal dessert. 8.20 (Londen, 365 M.). Concert en lezingen. S.20 (Daventry, 1600 M.). Concert en lezingen 8.20 (Hamburg, 395 M.). Concert. S.20 (Bremen, 330'M.). Concert. 8.20 (Hannover, 296 M.). Concert Concert of voordracht. 8.35 (Brussel, 265 M.L Concert, on derbroken door nieuws. 8.30- (Madrid. 392 M.). Concert. 8.50.(Parijs, 1730 M.). Concert. 9.20' (Parijs, 345 M.). Concert. 10.(Hilversum.- 1050 M.) Uitzen ding van persberichten enz. door het persbureau Vaz Dias. 10.20 Alle Engelsehe stations. Tijd sein, weerbericht, nieuws, enz. Schuift bedoald zijn als behoorende tot de wereld van het zintuigelijk-waarneera bare? 14. Wanneer gij in uw brochure: Op weg naar ds Synode, blz. 44, schrijft: Alleen maar meet ik er zeer ernstig be zwaar tenPi] maken, dat die traditionea ie exegese door mij of door wien ook, zonder confessioneele uitspraak inde zen, aan m(j zeiven 0! aan anderen met ambtelijk gezag zou worden opgelegd als de eeiiig mogelijke ea uitsluit nd ware", bedoeld gij daarmede dan te zeggen, dat de zintuigelijk-waarneembare rea liteit van den boom der kennis des feeds en des kwaads en van de slang en aar spreken, ge ene beteekenis heeft voor liet schuldig karakter van 's men- schen zondeval? En dat zonder deze zin tuigelijk-waar neembare realiteit van den boom der kennis des goeds en d s kwaads en van de slang en haar spre ken, de val der menschen blijft oen even schuldige zondeval? Zoo ja, op welken grond? 15. Wanneer gij terzelfder plaat:» aan de in vraag 14 aangehaalde zinsne de toevoegt: „Onze Belijdenisschriften zoggen omtrent deze gangbare exegese niets". he? rijmt gij dan dit zeggen met de volg e uildrukki gen 'n onz - Bel j- denisscoriften: gebea des levens art. 14 Ned. Gel.; „bevende vlood", art. 17 Ned. Gel.; „welke al bevende zich met vijgebladeren bedekken wilde", art. 23 Ne'd. Gel.; „onze eerste voorouders Adam en Eva in het Paradijs", Catech. antw. 7 en „hetwelk God zelf eerst in het paradijs heeft geopenblaaard", Cat. antw. 19?' 16. I11 eéu interview, dat ,,De Tele graaf" met u had, en dat opgenomen is in haar Avondblad van 17 Oct. '25 en door u voor betrouwbaar is verklaard, staat: „Watdir. Geelkerken nu wil, is te rugkeeren van de vraag: wat zijn wij er onder gaan verstaan? tot de vraag: wat bëdoelde'de schrijver van Genesis er mee: toen hij zijn woorden neerschreef? wat was voor hem de slang? Indien dit .uw meening juist weergeeft, is daardoor dan wel duidelijk uitgesloten een inspi ratiebegrip, waarbij de bedoeling van den bijbefschrijvc-r normatief wordt ge steld in plaats van „den zin en de mee ning des Geestes"? 17. Gaat gij accoord met de weergave van uw gevoelen in zake het boek Job, door broeder A. van Kooten in zijn onderscheidene bezwaarschriften aan den Kerkeraad van Amsterdam-Zuid, de classis Amsterdam en Generale Syno de neergelegd en die door onze Com missie in de volgende bewoordingen is Êamengeivat: „dat het boek Joh hat best is te ver gelijken met deii Gijshrecht van Am- stel van Vondel, waarin historische en niet-histcrische personen voorkomen, wier woorden door Vondel zijn verdicht Dat het wel zeker is, dat Joh heeft .ge leefd, omdat hij elders in de Schrift,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 2