NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 16 FEBRUARI 1926
DAG-AGENDA.
Woensdag 17 Febr., 's middags 2 en
half vier uur: „Prediker" Janvossen-
steeg. Prop. middag van „De Kinder
krant". Lichtbeelden.
Donderdag 18 Febr., 's avonds 8 uur.
„Prediker", Janvossensteeg. Openb.
Verg.v. d. L. Chr. Besturenbond. Spr.
Ds. Schilder van Oegstgeest, over „Wat
is de Satan":
Vrijdag 19 Febr., 's avonds 8 uur.
Stadsgehoorzaal: Kunstavond voor
Centralen Wijkarbeid.
Dinsdag 2 Maart 's middags vier uur
L. Broodfabriek (Vergaderzaal) Alg.
Verg. v. Aandeelh. dezer fabriek.
De avond-, nacht- en Zondag-
dienst der apotheken wordt van Maan
dag 15 tot en met Zondag 21 Febr. a.s.
waargenomen door de apotheek van
den heer P. de Croix, Rapenburg 3,
Tel. 807.
De Kieskringen Utrecht, Amster
dam, Haarlem, den Helder, Leiden,
Dordrecht, Limburg en NoordBrabant
hebben dus geen vertegenwoordiger in
het C. C.
2e. Er komt nauw verband met de
personen, die in de Kieskringen bij re
'propaganda de leiding hebben,
3e. Er bestaat meer waarborg, dat
de vergaderingen van het C. C. ook be
zocht worden. Immers de medebe
stuurders hebben telkens inlichtingen
van hun afgevaardigde noodig of wer.-
schen, dat bepaalde zaken besproken
zullen worden,
4e. .Er bestaat op deze wijze waar
borg, dat het C. C. weet, wat in de
verschillende Kieskringen leeft.
Na breedvoerige bespreking werd 't
voorstel der Commissie met algemee-
ne stemmen aangenomen en besloten
dit voorstel om adhaesiebetuiging
door te zenden tot alle Kamerkies-
kringhesturen in het land.
In hoofdzaak zal gevraagd worden
lliet oordeel der Kieskringen betref
fende de hoofdgedachte van dit voor
stel. Het spreekt vanzelf dat verschil
lende onderdeelen, na overleg, anders
kunnen geregeld worden.
Ten aanzien van de tweede taak der
commissie rapporteerde de heer van
Nes dat' een andere, bfetere wijze van
candidaatstelling, maar niet a la mi
nute kan tot stand worden gebracht.
fHiertoe is studie noodig, waarom de
commissie voorstelt aan het C. C. te
verzoeken een speciale commissie te
benoemen, die tot opdracht krijgt-vóór
1 Augustus 1927 aan onze partij rap
port uit te brengen over de beste wijze
waarop de candidaatstelling kan wor
den geregeld.
Aan deze commissie worde opgedra
gen de Kieskringbesturen in de gele
genheid te stellen haar meening dien
aangaande kenbaar te maken.
Ook dit voorstel werd na bespreking
met algemeene stemmen aangenomen
en zal evenals het vorige doorgezon
den worden naar de andere Kieskrin
gen, met verzoek om instemming.
Aan de commissie en aan den rap
porteur werd door den voorzitter dank
gebracht voor hun omvangrijk werk.
Wat betreft het tweede punt der
aganda, n.l. versterking der Chr. Pers,
binnen den Kamerkieskring Leiden"
werd uitvoerig gesproken.
Besloten werd een commissie te be
noemen, welke met het C.C. deze zaak
nader zal bespreken en overleggen wat
er in dit opzicht met het oog op de
naderende verkiezing voor de Staten-
Provinciaal, kan worden gedaan.
Na behandeling van nog enkele on
dergeschikte punten, werd de verga
dering door den voorzitter, onder dank
aan de leden voor hunne tegenwoor
digheid gesTMen, nadat Ds. van Heij-
ningen van Ter Aar was voorgegaan
in dankzegging aan den Heere.
De staking bij het „Haagsche Volk".
Gisteravond heeft de afdeeling van
'de S.D.A.P. een spoedvergadering ge
houden naar aanleiding van de loo-
persstaking hij het „Haagsche Volk".
Na een uiteenzetting van het gebeur
de door het bestuur aan de vergade
ring vereenigde deze zich met de door
het bestuur a-an de loopers gestelde
eischen qjn 't werk onmiddellijk te
hervatten en op regelmatige wijze door
voortgezette onderhandelingen te
trachten met de Directie van het
„Haagsthe Volk" tot overeenstemming
te komen, wa.arbij 't bestuur ten voile
bereid blijft bemiddeling te verleenen.
Namens de loopers werd hierna ver
klaard, dat rnten bereid was het werk
onmiddellijk (te hervatten.
Doopsuezinde gemeente.
Zondag is een referendum gehouden
onder de leden van de Doopsgezinde
gemeente over de vraag, of de dienen
de kerkeraad in het vervolg zal wor
den benoemd zooals tot heden het ge
val was door den z.g. grooten kerke
raad, of dat de gemeenteleden zelf
dezen raad direct zouden kiezen. De
uitslag van he referendum is geweest,
dat de oude toestand gehandhaafd
blijft.
Prijsvraag Juridische Faculteit.
De Juridische Faculteit der Leidsche
Studenten heeft voor haar leden een
prijsvraag uitgeschreven.
Gevraagd wordt een overzicht van
de gevallen waarin, volgens ons tegen
woordig recht (Burgerlijk- en Handels
recht), degene, aan wien een recht ge
leverd wordt, dat recht onaantastbaar
verkrijgt op grond dat hij te goeder
trouw is, en van wat in die gevallen
als goede trouw beschouwd mag wor
den.
Voor het beste antwoord looft de Ju
ridische Faculteit der Leidsche Stu
denten een prijs uit van GO. De jury
wordt gevormd door de Proff. Meijers,
Scheltema en de Blécourt en behoudt
het recht den prijs niet toe te kennen
of te yerdeelen.
Antwoorden, die in geen geval lan
ger mogen zijn dan twintig bladzijden
machineschrift, moeten worden inge
zonden vóór 15 October 192G bij den ab-
actis der Jur. Fac. der L. S. Zij dienen
voorzien te zijn van een motto en ver
gezeld te gaan van een enveloppe
waarop het motto worde herhaald en
waarin naam en adres van den inzen
der zij vermeld.
Beroepen.
De heer H. J. Kouwenhoven Jr.,
theol. cand., alhier, heeft een beroep
ontvangen naar de. Geref. Kerk van
Ottoland.
De heer M. van Wijk, theol. cand.
alhier ontving een beroep naar de Ge
ref. Kerk van Oostburg.
Propaganda-avond v. d. Ned. Bond
van personeel in Publieken Dienst.
Gisteravond heeft de afdeeling Lei
den van dezen Bond in het gebouw
Prediker een zeer goed geslaagden
propaganda-avond gehouden.
Dank zij de goede voorbereiding kon
den talrijken bezoekers een mooi pro
gramma worden aangeboden, waar
van een filmvertooning de hoofdscho
tel vormde. Het betrof n.l. de veel ge
roemde film ,,In en om de lichtfabrie
ken", eigendom van de Stedelijke
Lichtfabrieken alhier.
Nadat de Christelijke muziekvere
niging „Polyhymnia" zich eenige ma
len had doen hooren, opende de heer
W. Veerman als voorzitter van de afd.
Leiden de vergadering met het laten
zingen van Psalm 103:1, gebed en het
lezen van Marcus 4:123, waarna hij,
mede aan de hand van het gelezen
Schriftgedeelte in zijn openingswoord
het doel van de vergadering uiteen
zette. n.l. inwendige versterking en
tevens uitbreiding van het lédental.
De heer J. B. H. Grotenhuis, voor
zitter van den Christ, besturenbond,
sprak daarna de vergadering toe. Zijn
humoristisch getinte speech vond .veel
ingang.
In twee gedeelten werd daarna de
mooie film ontrold, waarbij de heer
P-. v. d. Meer een verklaring gaf.
De pauze werd gezellig doorgebracht
onder het genot van ververschingen.
terwijl programma's werden verkocht
voor den feestavond van den Chr. B.B.
op 15 Maart a.s.
Nadat nog een propagandacommis-
sie was geinstalleerd, werd gecollec
teerd voor het fonds „Eigen Gebouw.
Nadat gezongen was de .Avondzang
(Gez. 180:1) eindigde de heer Groten
huis met dankgebed en werd de zeer
geanimeerde vergadering gesloten.
Lichtbeelden-Voorstelling.
In het gebouw „Prediker" Jan Vos-
sensteeg zal Woensdagavond voor de
kinderen der Chr. Scholen een propa
ganda avond plaats hebben, voorliet
Geillustreerd Chr. Weekblad „De Kin
derkrant" uitgave van W. Kirchner te
Amsterdam.
Er zullen aardige en leerzame licht
beelden vertoond worden, zoodat het
een leuke avond belooft te worden.
Voor nadere bijzonderheden zie men
de advertentie in dit nummer.
BINNENLAND.
DB KABINETSCRISIS.
De moeilijkheden van mr. Limburg.
Naar de N. R. Crt. verneemt, hou
den de moeilijkheden* waarmee Mr.
Limburg bij de vorming van een ka
binet te kampen heeft, in hoofdzaak
verband met zijn verklaarbaar ver
langen, niet slechts de departementen
aan hoofden te helpen, doch voor de
onderscheidene departementen ge
schikte en voor hun taak berekende
ministers voor te kunnen dragen. (Is
een Kabinetsformateur denkbaar, die
zulk een verlangen niet zou koesteren)
De moeilijkheid, die hieruit voort
spruit, wordt dan nog verhoogd door
het feit, dat Mr. Limburg behalve
den heer De Geer, nog gaarne en
kele reschtsche ministers aan zijn kabi
net wenscht te 'verbinden. -
Ook de heer Braat heeft thans in
de „Plattelander" zijn licht laten schij
nen over de Kabinetscrisis.
Ziehier 'wat hij daaromtrent heeft
op te merken:
„Nog steeds is de crisis niet opge
lost; wel leest men, dat de beëindi
ging spoedig zou zijn te wachten, maar
terwijl wij dit schrijven, is ons nog
niets met zekerheid bekend. jW.el zijn
in enkele bladen namen genoemd,
maar het komt ens voor, dat het niet
waarschijnlijk is, dat de genoemde per
sonen allen geroepen zullen worden
een departement te beheern.
Want het zijn niet, de leidende per
sonen in de verschillende partijen noch
personen van welke men zou kunnen
verwachten, dat zij, als mir.'.c.cv, den
steun zouden heb oen van de partij,
waartoe zij behcorcn en dat zal toch
noodig .zijn, anders staat men over
eenigen 'tijd weer voor een cr'tis.
Wat ons nu opgevallen is, is dat
het bijna uitsluitend volbloed Hage
naars zijn, die genoemd werden, het
schijnt dus dat de .kabinetsformateijr
voornamelijk in Haagsche kringen
zoekt. Wij vragen ons af, hoe moet
nu iemarxl, die zijn geheele leven in
Den Haag heeft doorgebracht, en van
het ander gedeelte van het land niets
afweet, hoogstens een oppervlakkige
kennis heeft, in staat zijn aan het
hoofd van het departement van land
bouw te staan.
Waarom kan nu een gedeelte der
ministers niet gezocht worden, in de
andere provinciën, b.'v. Frie laad, Gro
ningen, Drenthe, enz., maar het liiki
wel, dat we zij 'hét in cenigszins
•gewijzigden vorm nog leven in de
dagen der Republiek d? Zeven Ver
eenigde Nederlanden, toen Holland
de overige provincies wist te over-
Iheerschen".
Het vertrek van Het Loo.
Gistermiddag is per trein van 3.41,
waaraan verbonden was de Konink
lijke salonwagen, de Koninklijke Fa
milie, die per auto van Het Loo aan
het station Apeldoorn was aangeko
men, van daar naar Den Haag ver
trokken.
Te voet begaven zich de Koningin en
Prins (in admiraalsuniform gekleed,
de Prinses en het gevolg onder luide
toejuichingen van het publiek naar
den voor het tweede perron gereed-
staanden trein, welke op tijd wegreed
De burgemeester van Apeldoorn, mr.
W. Roosmal e, was op het perron.
De Koningtanehulde te Utrecht.
Gistermiddag te 4.59 passeerde de
Koningin op haar reis van Het Loo
naar 's-Gravenhage het Centraal Sta
tion te Utrecht, waar haar een eenvou
dige bloemenhulde werd geboden door
de Vereeniging „Koninginnedag", en
door weeskinderen van elke gezindte.
Een meisje, daartoe door „Koningin
nedag" uitgenoodigd, reikte H. M. bloe
men toe, waarbij de heer Klokke, voor
zitter der vereeniging, hét woord richt
te tot de vorstin, die haar dank uit
sprak voor deze aardige hulde.
Hierna onderhield de Koningin zich
eenigen tijd met den burgemeester van
Utrecht, mr. J. P. Fockema Andreae.
Bij het binnenkomen en vertrekken
van den trein juichte het publiek de
Koningin levendig toe.
Défilé Grenadiers en Jagers.
Naar wij vernemen zullen a.s. Vrij
dag, ten 12 uur des middags, de regi
menten Grenadiers en Jagers, ter ge
legenheid van het zilveren huwelijks
feest van H. M. de Koningin en Z. K.
H .den Prins, een défilé houden voor
bij het Koninklijk Paleis in het Noord
einde, dat door de Koninklijke Familie
zal worden aanschouwd.
Extra treinen bij vertraging.
De directie der Spoorwegen heeft
aan het stationjpersoneél medegedeeld
In den laatsten tijd is het herhaal
delijk voorgekonien, dat tengevolge
van verkeersstoringen (b.v. dóór de
fecte locomotieven of watersr.ocdi trei
nen meer dan e;n urn* vertraagd wer
den.
Bij vertraging, grooter dan 'een uur,
moeten door de hoofdstations' zooveel
mogelijk treinen mei ander materiaal
ingelegd wordeif; bij 'zee belangrijke
sneltreinen zal zulks reeds bij vertra
ging van meer dan een half uip- noo
dig zijn.
De vertraag/de trein wordt in derge
lijk geval als volgtrein doorgevoerd.
Bij de beoordeeling, ol inlegging
van een extra-trein noodig is, is re
kening te houden met de belangrijkheid
van den trein en van zijn aansluitin
gen, het aantal reizigers, dat de in te
leggen trein zal vervoeren, enz.
Bij twijfel verdient het voorkeur, lie
ver te spoedig tot het inleggen van
een extra-trein over te gaan. aan zulks
na te laten.
De, extra-trein z£i niet noodig zijn,
voor zoover op het betreffende baan
vak inmiddels een trein der gewone
dienstregeling in het verkeer van den
vertraagden trein voorziet.
KERK EN SCHOOL.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Ottoland, H. J. Kou
wenhoven Jr., cand. te Leiden.
Generale Synode Geref. Kerken.
In de „Telègraaf" van sisteravond
vonden wjj 'gepubliceerd de vragen
door de Synode aan Dr. Geelkerken ge
steld.
Het blad merkt daarbij op, dat de
Synode zelf (de vragen streng geheim
houdt, 't Is dus tamelijk doorzichtig,
van welke zijde de redactie» werd inge
licht.
Nu intusschen de vragen gepubliceerd
zijn en ook reeds door andere bladen
werden overgenomen, willen wij ze hier
laten volgen, hoewel wij, zooals vanzelf
spreekt, niet in de gelegenheid zijn om
na. te gaan, of de vragen met juistheid
zijn weergegeven.
1. Wanneer ge in uw antwoord aan
de classis Amsterdam (brochure Oude
vragen, enz., pag. schrijft: „Ofschoon
uw vragen zich niet als zoodanig aan
dienen, zijn zij inderdaad toch naïf-
realistisch, en aldus beantwoord ik» elk
een daarvan natuurlijk onmiddellijk be
vestigend", wat verstaat gij dan onder
„naïf-realistisch" en op welk stand
punt stelt ge u bij de Schriftverklaring
tegenover het door u gewraakte stand
punt der classis?
2. Wanneer ge op blz. 45 van uw bro
chure: „Op weg naar de Synode" zegt,
dat „achter de kwestie" dit zit, of „de
vrijheid der exegese en de mogelijkheid
van voortgaand wetenschappelijk onder
zoek binnen onze kerken gehandhaafd
zullen blijven of niet", en dit toch blij
kens uw uitlatingen (b.v. „Oude vra
gen", blz. 11 en „Op weg naar de Sy
node", blz. 45) alaus te verstaan is, dat
deze vrijheid en mogelijkheid aan het
gezag van Schrift en Confessie moeten
zijn gebonden, zijt ge dan niet van oor
deel, dat ook de Gereformeerde Ker
ken ten' allen tijde het recht en de roe
ping hebben cm de exegese en het
wetenschappelijk onderzoek te toetsen
of deze niet zij het ook onder de pre
tentie van het £ezag der H. Schrift
te handhaven metterdaad daaraan te
kort doen?
3. Wat is voor u het criterium om
uit te maken, of een Schriftverhaal in
eigenlijken zin is op te vatten of niet?
4. In uw antwoord aan de classis
Amsterdam (brochure „Oude vragen",
enz., blz. 10) wordt door u gezegd: „Wel
staat een andere en diepere vraag hier
mede in het nauwste verband, te» weten
een kwestie van Schriftbeschouwing,
enz." Is uwe bedoeling hiermede deze,
dat het nadruk leggen .op de strikt-
historische beteekenis der 111 het geding
zijnde elementen van het Schriftver
haal naar uw oordeel moet voortvloei-
e nuit een Schriftbeschouwing, die ge
mepnt te moeten verwerpen?
5. Wanneer ge in uw brochure „Oude
vragen" enz., blz. 7, spreekt van het
„gegeven uit Gen. 3 wil men een
aanhaling er van bedoelt ge dan
daarmede dubieus te laten, of de Schrift
in 2 Oer. 11:3 het iii Gein. 3 verhaalde
opvat als historie en ook ons hieraan
bindt?
6. Wanneer ga in uw brochure „Op
weg naar de Synode", blz. 45, schrijft:
„dat een organische Schriftinspiratie
ons het in Gen. 13 verhaalde moet
doen zien in relatie met den tijd en
het millieu, waarin deze Schriftgedeel
ten althans zijn te boek gesteld", is hét
dan uw bedoeling te zeggen:
a. dat de inhoud van het verhaal, dat
in Gen. 1—3 ons wordt geboden, onder
den invloed staat van de omstandighe
den, waarin de opsteller va.n dat verhaal
leefde;
b. dat dus de verhaalde gebeurtenis
sen niet historisch-getrouw zijn mede
gedeeld;
c. en dat wij tot het historische sleichts
kunnen doordringen dcor verschillende
elementen, die door den invloed van
den tijd en het milieu van den. schrijver
in het verhaal zijn geLomen, er 1TC te
elïmineeren?
Wanneer ge in uw antwoord aan
de classis Amsterdam d.d. 5 Sept. 1925
in de brochure „Oude vragen", enz.
blz. 11„Aleer nog, ieder, wie dan
ook, die zelfs maar iets weet èn van
het licht, dat de nieuwe kennis van do
Oud-Oostersche wereld op het Oude
Testament ook op de z.g.n. „Oer-
geschiedenis" welke in Genesis 110
is vervat geworpen heeft, è'11 van de
moeilijke vraagstukken, welke daardoor
levensbaan tie exegese dezer hoofdstuk
ken in den weg gelegd zijn....", verg.
ook: „Op weg naar de SynodeVblz. 4s,
bedeelt gij daarmede 'te zeggen, dat de
nieuwe kennis van de Oud-Oosterscbo
wereld inzake het Oude Testament die
twijfelachtig heeft gemaakt, of het in
Genesis 3 gezegde aangaand d 11 boom
der kennis idles goeds, en des kwaads,
sangaande de slang én haar spreken, en
aangaande den boom des. levens, wel
Goddelijke bekendmaking is van histo
rische realiteiten of feiten, en wel in
eigenlijken zin is te verstaan?
8. In het schrrjVen van broeder Ma-
rinus aan de classis Amstsrdam, d.d. 15
Nov. 1925 wordt op getuigenis van broe
,der Kransen medegedeeld, dat door
u in een persoonlijk onderhoud zou zijn
gezegd, dat !h et voor de vakmenschen
zoo Moeilijk is, om in de eerste hoofd
stukken van Genesis de 'dichterlijke voor
styling te onderscheiden van d> wer
kelijke gebeurtenissen. Erkent gij, dat
déze mededee-iing woordelijk onzakelijk
juist is, en. indien ja, zoudt gij ze nog
voor uwe rekening willen nemen?
9. I11 uw antwoord aan de classis^
Amsterdam in de brochure„Vragen mij
voorgelegd", enz., blz. 19. is door u ge
zegd: „Natuurlijk bedoelde ik met mijn
opmerking: „Vaststaat, dat wij in Ge
nesis 3 de goddelijke bekendmaking heb
ben van een historisch feit, het feit van
den zondeval,,, dan ook niet, dat alléén
het feit van den zondeval vast staat".
Kunt ge ons zeggen, welk? andere za
ken of feiten in het verhaal van Gen. 3
icloor u nog als vaststaand worden be
schouwd?
10. Wanneer gij op blz. io en 19
van uw brochure: „Vragen mij voorge
legd." enz., zegt: „Het komt mg voor,
dat wij bij al deze bijzonderheden
dus co'k bij „het proefgebod", de beide
Paradijsboomen, de slang en haar spre
ken goddelijke medele-Hing hebben
van werkelijkheid, zelfs van de hoogst
denkbare werkelijkheid, maai* dan ook
alleen van een werkelijkheid, die in
haar volheid ons intellectueel „begrij
pen." ten eenenmale te boven gaat", wat
bedoelt gij dan met de hoogst denkbare
werkelijküeid?" Is dit een werkelijkheid
van de huidige essentieel verschillend?
Ti. Op blz. 44 uwer brochure: „Op
weg naar de Synode", erkent gei „geen
enkel g e 10 0 f bezwaar (te hebben) te
gen de aanvaarding der onder ons tra-
diticneele opvattingen omtrent de bijzon
derheden van het in Genesis 13 mede
gedeelde". Wat bedoelt gij hier met ge
loof s-bezwaar" en hebt ge hierbij op
het oog een tegenstelling met andere
bezwaren, die bij u wef bestaan, en wél
ke zijn deze daii?
12. Indien het antwoord op de vorige
vraag zou inhouden, dat de eigenlijke
beteekenis v. h. medegedeelde aangaan
de pet paradijs, den boom der kennis
des goeds en aes kwaads, den boom des
levens, het proefgebod, de slang en haar
spreken naar uwe meening onzeker is,
op welken grond meent j^j dit te moe
ten aannemen, en op welken grond
acht gij, dat wel vaststaat het feit van
den zondeval en wat door u in het ont-
wcord op vraag 9 nog meer mocht zijn
genoemd
13. Wanneer gij in uw schriftelijk
overgelegd preekgedeelte zegt: „Als
God ons daaromtrent Zijn Openbaring
geeft, dan spreekt Hü daarover, èn van
dien (staat der hemelsche heerlijkheid
èn van dien staat der rechtheid, in be
woordingen aan onze tegenwoordige,
aardsche bedeeling ontleend. Anders zou
den wij er niets van kunnen vatten, en
Hij tot ons spreken, geljjk iemand tot
een blinde, een blindgeborene, spreekt
over de kleuren"; bedoelt gij-dan teskg-
;gen, dat God Zijne Openbaring in Gen.
3 over den boom der kennis aes goeds
en des kwaads, de slang en haar spre-'
ken, den boom des levens, gegeven heeft
in oneigenlgken figuurlijken vorm, ge
lijk Hij Zijne openbaring in het laatste
Bijbelboek grootendeels in symbolischen
vorm gaf, zoodat bovengenoemde ele
menten van het verhaal niet door de
Radio-Programma.
Wat er vanavond te liooren is.
5.20 (Brussel, 265 M.). Concert.
5.20 (Hamburg, 395 M.) Lezinge.n.
5.20 (Frankfort, 470 M.) Lezingen,
enz.
5.20 JBremen, 300 M.L Lezingen.
5.20 (Hannover, 393 if.). Lezingen.
5.35 (Davontry, 1600 M.). Kinder
uurtje, zang, lezing, muziek.
5.35 (Londen, 365 M.). Kinderuurtje
zang, lezing, muziek.
6.20 (Berlijn, 505 M.). .Verschillende
lezingen.
6.20 (Parijs, Eiffellcren, 2650 M.).
Lezingen en orkestmuziek.
6.30 (Hilversum, 1050 M.L Engelsehe
les, door Mr. Fred Fry, leeraar aan
de A. B. C,-school te Amsterdam.
7.05 (Mürichen,,485 M.). Concert.
7.20 Alle Engelsehe stations. Tijdsein
nieuws, toespraken, lc.I.igon.
7.20 (Hamburg, 395 M.). Muziek.
7.20 (Stuttgart, 445 M.). Concert.
7.30 (Hilversum, 1050 M.). Politiebe
richt, weerbericht.
7.45 (Hilversum, 1050 M.). Uitzen
ding van persberichten enz. door het
persbureau Vaz Dias.
7.45 Alle Engek-kc stations. Muziek.
7.50 Königswusterhausen (1300 M.)
Concert.
7.50 (Berlijn, 505 M.). Concert.
7.50 (Frankfort aan de Main, 470 M.)
7.50 (Munster, 410 M.) Concert of
lezing.
7.50 (Ziirich, 515 M.). Concert of
voordracht.
7.50 (Parijs, Eiffeltoren, 2200 M.).
Concert.
8.(Rome, 425 M.). Concert.
8.10 (Hilversum, 1030 M.L Program
ma v. d. B. K. Radio-omroep.
Vastenavond-programma. Zang door
het Humoristisch Mannen-Ensemble, m.
medewerking van het H.D.O.-orkest eti
den heer Rijnen.
1Marscli.
2. Er was ere is.
3. Kikkercantate.
4. De pruimebocm.
5. De femme judokus.
6. Abdijsiroop.
7. leng' bloed.
Q. Janscantate.
16^ Üe vink.
11Toen wisten ze 't.
ie. Muzikaal dessert.
8.20 (Londen, 365 M.). Concert en
lezingen.
S.20 (Daventry, 1600 M.). Concert
en lezingen
8.20 (Hamburg, 395 M.). Concert.
S.20 (Bremen, 330'M.). Concert.
8.20 (Hannover, 296 M.). Concert
Concert of voordracht.
8.35 (Brussel, 265 M.L Concert, on
derbroken door nieuws.
8.30- (Madrid. 392 M.). Concert.
8.50.(Parijs, 1730 M.). Concert.
9.20' (Parijs, 345 M.). Concert.
10.(Hilversum.- 1050 M.) Uitzen
ding van persberichten enz. door het
persbureau Vaz Dias.
10.20 Alle Engelsehe stations. Tijd
sein, weerbericht, nieuws, enz.
Schuift bedoald zijn als behoorende tot
de wereld van het zintuigelijk-waarneera
bare?
14. Wanneer gij in uw brochure: Op
weg naar ds Synode, blz. 44, schrijft:
Alleen maar meet ik er zeer ernstig be
zwaar tenPi] maken, dat die traditionea
ie exegese door mij of door wien ook,
zonder confessioneele uitspraak inde
zen, aan m(j zeiven 0! aan anderen met
ambtelijk gezag zou worden opgelegd als
de eeiiig mogelijke ea uitsluit nd ware",
bedoeld gij daarmede dan te zeggen,
dat de zintuigelijk-waarneembare rea
liteit van den boom der kennis des
feeds en des kwaads en van de slang en
aar spreken, ge ene beteekenis heeft
voor liet schuldig karakter van 's men-
schen zondeval? En dat zonder deze zin
tuigelijk-waar neembare realiteit van
den boom der kennis des goeds en d s
kwaads en van de slang en haar spre
ken, de val der menschen blijft oen
even schuldige zondeval? Zoo ja, op
welken grond?
15. Wanneer gij terzelfder plaat:»
aan de in vraag 14 aangehaalde zinsne
de toevoegt: „Onze Belijdenisschriften
zoggen omtrent deze gangbare exegese
niets". he? rijmt gij dan dit zeggen met
de volg e uildrukki gen 'n onz - Bel j-
denisscoriften: gebea des levens art.
14 Ned. Gel.; „bevende vlood", art.
17 Ned. Gel.; „welke al bevende zich
met vijgebladeren bedekken wilde", art.
23 Ne'd. Gel.; „onze eerste voorouders
Adam en Eva in het Paradijs", Catech.
antw. 7 en „hetwelk God zelf eerst in
het paradijs heeft geopenblaaard", Cat.
antw. 19?'
16. I11 eéu interview, dat ,,De Tele
graaf" met u had, en dat opgenomen is
in haar Avondblad van 17 Oct. '25 en
door u voor betrouwbaar is verklaard,
staat: „Watdir. Geelkerken nu wil, is te
rugkeeren van de vraag: wat zijn wij er
onder gaan verstaan? tot de vraag: wat
bëdoelde'de schrijver van Genesis er
mee: toen hij zijn woorden neerschreef?
wat was voor hem de slang? Indien dit
.uw meening juist weergeeft, is daardoor
dan wel duidelijk uitgesloten een inspi
ratiebegrip, waarbij de bedoeling van
den bijbefschrijvc-r normatief wordt ge
steld in plaats van „den zin en de mee
ning des Geestes"?
17. Gaat gij accoord met de weergave
van uw gevoelen in zake het boek Job,
door broeder A. van Kooten in zijn
onderscheidene bezwaarschriften aan
den Kerkeraad van Amsterdam-Zuid, de
classis Amsterdam en Generale Syno
de neergelegd en die door onze Com
missie in de volgende bewoordingen is
Êamengeivat:
„dat het boek Joh hat best is te ver
gelijken met deii Gijshrecht van Am-
stel van Vondel, waarin historische en
niet-histcrische personen voorkomen,
wier woorden door Vondel zijn verdicht
Dat het wel zeker is, dat Joh heeft .ge
leefd, omdat hij elders in de Schrift,