NlfcUWt LfclUSCHE COURANT VAN MAANDAG 15 FEBRUARI 1926 TWEEDE BLAD. Wftï DE BL^IE^ ZE8SEH. Roomsch en Rood. Op een heel eigenaardige wijze, zegt de „Standaard trachten de sociaal democraten de R.-K. partij te drijven in de richting der samenwerking. Vooreerst teekenen zij de politieke toekomst met hetzelfde air van zeker heid, waarmede zij de ontwikkeling der maatschappij aangeven. En stellen zij ook hier hun eisch voor als het on ontkoombare, als een fataliteit, waar tegen te strijden, dwaasheid zoude zijn Maar voorts komt dan nog het drei gement, dat, als de Roomschen geen virenden willen worden, de sociaal-de mocraten den strijd tegen deze partij met groote kracht zullen voeren, waar bij dan de overwinning natuurlijk ze ker wordt geacht. De R.-K. Partij is wel in een onge lukkige positie geplaatst. Men laat haar de keuze tusschen de samenwerking en den ondergang. Het is als in het oude versje: en wilt gij niet mijn broeder zijn, dan sla ik u den schedel in. Alleen met de „uiterst enoodzaak zal de R.-K. Partij haar eenheid hand haven. Weigert zij dan zal men door een krachtige actie haar doen splijten. Wij stellen ons voor, dat noch de fa taliteit, noch de bedreiging, op de R.-K. partij een diepen indruk zal maken. Zij weet al te goéd, dat het alles groo- tendeels bluf is. Veeleer kan de ervaring leeren, dat de samenwerking met de partijen der revolutie den verbreker, die nog bui tenshuis staat, daarbinnen haalt. Laat men maar eens naar België zien, waar een deel der R.-K. partij reeds over het vormen van een afzon derlijke groep gaat denken, omdat zij niet kan meegaan met de politiek van Roomsch-Rood. Dat de sociaal-democraat als breker der Christelijke partijen gaarne zou optreden, is bekend. Men doet het best hem buiten de deur te houden. het zielebegeeren hoopt te verdooven. Dezelfde schrijver verhaalt er dit van „Intusschen mogen dan de Sovjets den ouden godsdienst versmaden, zij zijn bezig een nieuwen daarvoor in de plaatst te stellen, met Lenin als mid delpunt. Zoo godsdienst opium is, dan heeft zij ingezien, dat het Russische volk niet zonder dien opium kan. Op het Roode plein, tegen den muur van het Kremlin aan, bevindt zich het graf van den heiligen Lenin. Dagelijks tusschen vijf en zes is het open voor bezoekers, en eiken dag opnieuw staat er een lange file geduldig te wachten om toegelaten te worden. Voor het kleine houten gebouw een paar onbewegelijke schildwachtén, de bajonet op het geweer. Een trap afda lende, komt men in een klein vertrek. Daar, in zijn glazen kist, ligt het volko men gave lijk van Lenin, alsof hij sliep. Op hem concentreert zich alles, wat er aan warme devotie over is bij hen, wier moraal is het Marxisme. Ligt er niet diepe humor in het feit, dat men, om een mechanische wereld beschouwing ingang te doen vinden, zijn toevlucht moet nemen tot per- soonsvereering? Wladimir Iljitsj moet in de plaats komen van Vadertje Tsaar in de volksverbeelding. Zijn buste, zijn portret is overal verspreid. Hij is de onsterfelijke profeet van dien nieuwen godsdienst, die Communisme heet". „De Rotterdammer" merkt hierbij op: We wijzen nu niet op het merkwaar dige dat een vrijzinnig schrijver hier een vernietigend oordeel uitspreekt over eigen levensbeschouwing, we voe len slechts medelijden met het arme Russische volk, dat in slaafscher boei en geslagen is dan de slachtoffers van 't tsarisme, die naar Siberië gedepor teerd werden; en we danken God, dat we op kerken en scholen mogen beite len en daarbinnen mogen leeren: „De vreeze des Heeren is het beginsel der wijsheid". KERK EN SCHOOL. BINNENLAND. DE KABINETSCRISIS. De oplossiag van de crisis? Naar „De Volkskrant" verneemt, zal deze week de heer mir. Limburg spoe dig klaar kpmen met de vorming van zijn kabinet. Dit kabinet zal bestaan uit vier link sche, vier rechtsche leden en minister Van Karnebeek. Tot de vier rechtsche leden behoo- ren twee katholieken, staande buiten het parlement. Een daarvan wordt mi nister van Waterstaat, de ander waar schijnlijk minister van Arbeid. Het program van het nieuwe minis terie gaat in democratische richting en bevat o.m. de doorvoering der Ar beidswet voor winkel- en kantoorper soneel. aisof er niet het minste gevaar dreig de. Lang had hij ook niet moeten wach ten met het ophalen van den ladder: want nu Forsyth zich niet meer ver toonde, begreep Ah IJeo, dat hij zich op den zolder schuil hield. Daarom gaf hij zelf het voorbeeld en drong den stal binnen, waarboven de vluchtelingen zich schuil hielden. Toen hij dien binnentrad, gevolgd door tal van Chineezen en den ladder niet zag, steeg er uit de menigte in den stal een kreet van woede op, die beantwoord werd door de buitenstaan- den. Een regen van steenen kletterde weer tegen den zolder. Forsyth tracht te Kathlyn te kalmeeren. Indien ze het nog enkele uren konden volhouden zouden ze misschien in het donker kunnen ontsnappen. Kathlyn moest onwillekeurig glimlachen. „We schijnen wel telkens in het don ker te moeten ontsnappen, Dick!" zei ze. „Ja" stemde hij toe. „We zullen er langzamerhand knap in worden. Maar stil eens, wat is dat?" De drukte en het rumoer buiten en binnen hielden plotseling op. Alleen nog eenig geroezemoes van stemmen liet zich hooren. Forsyth vermoedde onraad. Het leek een stilte die gevolad ZjOu worden door een storm. Om voor bereid te zijn op een of andere verras sing, slopen Forsyth en Ching naar het geopende luikje en keken onderzoe kend naar buiten. De menschen ston den met den rug naar het gebouw toe en keken aandachtig naar den weg. Langs den weg naderde een groote stoet. Niet minder dan zeven draag stoelen, getorst door koelies, geëescor- teerd door mannen in uniform, waren in aantocht. Alles duidde de komst van een belangrijk persoon aan. „Wat is dat, Ching?" „Mandarijn reizen, of gouverneur misschien. "Groote mannen, zeker." „Misschien zullen we dan toch nog vrij wegkomen, Ching!" „Misschien!" zei Ching met een wei nig moedgevend gebaar. „Misschien niet. Alles afhangen van grooten man.' De stoet naderde meer en meer. Een man, op een ezel gezeten, ging vooruit en richtte eenige woorden tot de ver zamelde menigte. Eén of twee wezen naar de 9chuur, waar de vluchtelingen m spanning af wachten, wat er gebeuren zou. Een onderdrukt geschreeuw rees uit de verzamelde menschenmassa op. For syth keek nauwlettend naar den man, die op den ezel zat, maar kon op zijn gezicht niets ontdekken aangaande t'n bedoelingen. Kort daarna wendde de voorname boodschapper den muilezel om en voegde zich weer by den stoet, waar hij stil hield bij een draagstoel, die door vier koelies gedragen werd Bleek reeds hieruit, dat een voornaam per soon in den stoel gezeten was, te dui delijker nog sprak dit uit hetgeen volg de. Terwijl de menigte in afwachtende houding stond en de vluchtelingen op den zolder angstig zich afvroegen, wat gebeuren zou, verscheen plotseling 'n man, die een langen bamboestok in de hand hield, waaraan een papieren draak slingerde. Dezen maa.kte hij vast aan een paal voor het huis. Daar na verdween hij. om in minder dan een minuut terug te komen met een voorraad vlagetjes en wimpels. „Versieringen" zei Forsyth. „Je had gelijk, Ching. De man in den draag stoel moet beslist een voornaam heer zijn. Welnu, voor ons is het: hoe voor namer. hoe beter; als hij tenminste dan ook een daaraan evenredig ver antwoordelijkheidsgevoel heeft." Vóór de herberg hield de stoet stil. Het volgende oogenblik lag de heele menigte in de meest onderdanige hou ding geknield, met het hoofd op den grond. (Wordt vervolgd)* Godsdienst en opium. Op het Kremlin (het vroegere paleis der Tsaren, thans van de heeren dei- Sovjet) te Moskou leest men (in bet Russisch natuurlijk): Godsdienst is opium voor het volk. De Nederlandsche Communisten hebben dit altijd ontkend. Natuurlijk, het staat daar niet in het Hollandsch! Maar Dr. Duyvendak, die voor de „Telegraaf" via Rusland naar China ging en wel Russisch verstaat, schreef dezer dagen: „Twee merkwaardige inschriften op hot tweede Sovjethuis van Moskou ken schetsen een geest, die niet alleen daarbinnen, maar ook op het Krem lin heerscht. Op den voorgevel staat met groote letters te lezen: „Revolutie is een wervelwind, die alles neerslaat wat hij op zijn weg vindt". Aan den zijgevel leest men: „Godsdienst is opium voor het vplk". Vlak. daartegen over bevindt zich de beroemde kapel van de Iwerskaja Matj, de Iberische Moeder Gods, die dagelijks door tal- looze geloovigen werd bezocht. Nog* verdrong men zich in de kleine ruimte, armen en eenvoudigen, maar ook een enkele goedgekleede, en vol devotie kuste men de heilige afbeelding van de Mater dolorosa. Zwaar klonk de stem van den dienstdoenden priester met het telkens herhaalde Gospodi pomily „Heer, ontferm u", en eerbie dig wierp men zich nog met het aan gezicht ter aarde. In de duistere, be nauwde ruimte broeide een innerlijk verzet tegen dat opschrift daar bui ten. Dit heilig verzet, al kiest het niet een ons welbehagelijken vorm, is een lichtsprank in den duisteren nacht van officieel en "tiranniek ongeloof. Als God Zijn Woord zendt, dan is het noch met geweld, noch met list te keeren; maar het zal alles doen, wat Hem behaagt. Ondanks de muurproclamatie van een anti-godsdienstige Sovjet-regeering Ondanks de listige toediening van godsdienstige opium, waarmee men NED. HERV. KERK. Beroepen: Te De Cocksdorp feil'. Texel), W. A. Plug te Someren. Të Hoo geveen (vac.-R. Bartlema), A. Meyers te 's Grevelduin-Capelle. Bedankt: VoorBuiksloot, Dr. J. J. Woldendorp te Warmond. Aangenomen: Naar Mantgum en Schillaard, E. A. A. Snijdelaar te IJ- horst en De Wijk (Dr.). CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Haarlem (2de pred. plaats), J Jongel.een te Hilversum. GEREF. GEMEENTEN. Bedankt: Voor Meliskerke, J. R. van Oordt te Opheueden. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Cand. J. E. Visser te Kockengen (U.), hoopt zijn intrede te doen in de Geref. Kerken van Domburg en West- kapelle op Zondag 21 Maart, na dee morgens te Domburg bevestigd te zijn door zijn vader, Ds. J. Visser van Ko ckengen. J. Scheweer. f Te Woudsend is overleden de heer L Scheweer, onderwijzer aan de Dr. Visserschool te Assen, leeraar aan de Chr. Normaallessen en den tuin- bouwcursuste Hoogeveen. Ds. R. van de Kamp. f Donderdag is in het Academisch Zie kenhuis te Utrecht in den ouderdom van 57 jaar overleden Ds. R. van de Kamp, predikant van de Geref. Kerk van Baren drecht. Ds. Renger van de Kamp werd 5 Dec. 1868 geboren en genoot zijn opleiding aan de Theologische School te Kampen. De overledene werd 24 Oct. '97 be vestigd te Anna Tacobapol'der, waar hij twee jaar arbeidde. Van 1899 tot 1909 stond hn te Axel, van 1909 tot 1912 te Sliedrecht en van 1912 tot 1919 te Breukelen. Op 7 Dec. 1919 deed Ds. van de Kamp zijn in trede te Barendrecht. De Duinoordkerk te 's-Gravenhage. Jhr. v. Haeften te 's Gravenhage heeft aan de Duinoordkerk aldaar ten ge schenke gegeven een houten Christus figuur met twee engelen. Gisteren is in de kerk een nieuw gedenkraam onthuld met de Schrift woorden: „Als hij nog verre was zag hem zijn vader". Kerkelijke vredesbeweging. Onlangs hebben de Frotestantsche Kerken van Amerika, een driedaagsche conferentie voor wereldvrede gehouden. Deze bijeenkomst, waaraan 160 offici- eel© vertegenwoordigers van 28 kerk genootschappen deelnamen, heeft een vredesboodschap aan de Amerikaansche Christenheid gericht, waaraan wij het volgende ontleenen: „De Kerken moeten niet alleen ar beiden voor de komst van het Godsrijk in de harten der menschen, maar ze moeten al haar kracht geven aan Tie bevordering van den wereldvrede en de wereldgerechtigheid in de staatkun de. Zij zouden tevergeefs geestelijken arbeid verrichten, wanneer zij niet on bevreesd haar boodschap der verzoe ning (goodwill) doen hooren, zonder te letten op de wisselende meeningen en politieke eischen. De kerken moeten het als haar duren plicht gaan beschouwen, den staat door haar vaderlandsliefde op te bouwen, maar nooit mogen ze &r zich toe leenen een regeering te onder steunen, die een actie begint, welke in strijd is met den geest van Christus. Zij moeten er integendeel op lettein, dat de leidende \s taatsiieden hun ambt uit oefenen in den geest der gerecntigheid, die iederen oorlog uitsluit. De Kerken moeten erkennen het recht van iederen staatsburger om naar de inspraak van zijn geweten al dan niet deel te nemen aan een oorlog. De Kerken aller landen moeten'vol komen breken met den geest en de politiek van chauvinisme en daarom de oanden van vriendscnap en erkenning van de goede dingen in ieder volk door gemeenscuappelijK handelen en confe renties versterken, gelijK er onlangs een te Stockholm gehouden is. Wy protesteeren er tegen, dat onze nationaie industrie gescniKt gemaakt wordt voor oorlogsdoeleinden. Deze maat regelen zyn. volkomen in tegenspraak mei de beiolte van den president, üat we ons demilitairiseeren zullen, omdat zij in de kringen van handel1 en inciustrie den oorlogsgeest aanwakkeren". De Kerkdiensten der Chr. Radio-Ver- eeniging. In het tijdschrnt van bovengenoemde vereeniging. lezen wy „Van meer dan éen zijde wordt ge vraagd, of het de bedoeling van onze vereeniging is, om niet anders dan Her vormde en Gereiormeerde KerKdiensun uit te zenden, met uitsluiting van an dere groepen. Het antwoord kan kort zijn. ,Waar het de taak van de N. C. R. V. is, de belangen te behartigen van ons orthodox protestantsche volksdeel in zijn geheel, kan het haar niet anders dan aangenaam zijn, haar bemiddeling ook te verieenen bij het uitzenden van kerkdiensten van andere ortnodox-pro- testantsche groepen, mits deze het ver langen daartoe te kennen te geven en aan dezelide voorwaarden volnoen ais de kerken, die reeds met uitzendin gen zijn aangevangen. Ter regeling van een en ander wende men zich tot den voorzitter, den heer Mr .A. van der Deure te Bennekom". Aan de „Rotterdammer' wordt nog het volgende gemeld: Nadere informatie bevestigt onzen aanvankelijken indruk, dat een posi tieve beslissing over het al of niet tot stand komen van een kabinet-Lim burg nog wel eenige dagen op zich kan laten wachten. Het schijnt dat in derdaad het Belgische tractaat tot moeilijkheden aanleiding geeft ten aanzien van de bezetting van een der portefeuilles, waarvoor aanvankelijk de naam genoemd was van een staats man, die o.a. bekend is om de veelvul dige bekleeding van het ministers ambt. De mogelijkheid van een spoedige negatieve beslissing wordt echter geenszins uitgesloten geacht. Zijn op het punt van kwestie geen modifica ties mogelijk, dan hooren we daarvan misschien binnen een paar dagen. Blijkt intusschen de mogelijkheid om tot overeenstemming te komen, dan nog loopt het wel een heel eind in deze week, eer met zekerheid iets kan worden medegedeeld. In dit verband valt nog melding te maken van de mededeeling van de „Res.bode" dat voor het geschil een op lossing zou worden gezocht op die ba sis dat, wanneer de Staten-Generaal eventueel zouden weigeren het door Minister van Karnebeek voorgestelde verdrag te aanvaarden, het kabinet, uitgezonderd de heer Van Karnebeek. zich bij de beslissing zou neerleggen, zoodat afwijzing van het verdrag geen kabinetscrisis zou veroorzaken, maar alleen een crisis voor de portefeuille van buitenlandsche zaken. De Indische prinsen bij de Koningin- Moeder. Zaterdagmiddag heeft de Koningin- Moeder de Indische prinsen ontvan gen, die naar Nederland zijn gekomen in opdracht resp. van den sultan van Soerakarta en den sultan van Jogja karta om Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik de gelukwenschen van die sultans over te brengen bij gele genheid van hun zilveren huwelijks feest. Om 5 uur verscheen ten paleize der Koningin-Moeder in het Voorhout Pan geran Ario Mataram, afgevaardigde 'van den Soesoehoenan van Soerakarta vergezeld van zijn gemalin en zijn zoon. Hun kleeding was het Javaan- sche plechtgewaad. De Pangeran en zijn gezin werden in de vestibule ontvangen door den kamerheer en particulieren secretaris van Koningin Emma, baron Sixma v. Heemstra, die hen naar de ontvang zaal leidde, van waar de groot-officier jhr. mr. Schimmelpenninck den Pan geran en zijn familie naar de Konin gin-Moeder 4eidde in de groote zaal. Bij de ontvangst waren, behalve bo vengenoemde hofdignitarissen, aanwe zig de hofdame baronesse van Itter- sum, de hofmaarschalk, baron van Tuyll en de kamerheer, mr. S. W. B Graaf van Limburg Stirum. De hofdig nitarissen droegen het ceremonieel tenue. Nadat Pangeran Aris Mataram in het Hoog-Javaansch vriendelijke woor den had gericht tot de Koningin-Moe der, welke toespraak vertolkt werd door den oud-resident, den heer Oude mans, onderhield Hare Majesteit zich geruimen tijd met de Indische perso nen, waarna dezen het paleis verlie ten. Hierna had, om 5.30 uur, met ge heel hetzelfde ceremonieel en op de zelfde wijze de ontvangst door de Ko ningin-Moeder plaats van Pangeran Ario Soerjodiningrat, den vertegen woordiger van den sultan van Jogja karta, die vergezeld werd door den re gent, Raden Toemenggoeng Poerbou- renoto. De Pangaran sprak- de Konin gin-Moeder toe in de Nederlandsche taal. Ook bij deze ontvangst was de heer Oudemans tegenwoordig. Congres voor drankbestrijding. Enkrateia, Bond van Prot. Christ, drankbestrijdersvereenigingen, heeft het voornemen, op 25 en 26 Augustus een congres voor drankbestrijding te houden. Reeds is een congrescomité samengesteld onder voorzitterschap van prof. dr. J. R. Slotemaker de Brui ne; het secretariaat is opgedragen aan van Krevelen en ds. A. J. Montijn, en het penningmeesterschap aan den heer J. Henri Ledeboer te Amsterdam. De heer J. v d Spek, arts, zal inlei den het onderwerp: Geestelijke ge zondheidsleer (mental hygiëne); prof. dr. A. v. Veldhuizen: Folkloristische bezwaren bij den arbeid der drankbe strijding; mr. F. M. G. van Walsen: De drankbestrijding in Indië; de heer N. Baas: Evangelisatie en drankbestrij ding; mevr. HavelaarVan Beeck Cal ken: de taak der vrouw in verband met de drankbestrijding; de heer Ris- seeuw: De drankbestrijding en de lit teratuur. Het) ligt in de bedoeling, het congres te houden in Amsterdam. Aardappelen voor Duitschland. De directie van den landbo%uw meldt het volgende: Bij het nieuwe handelsverdrag met Duitschland is o.a. bepaald, dat het in voerrecht op aardappelen, in Duitsch land ingevoerd tusschen 15 Februari en 15 April, 1 Mark per 100 K.g. be draagt (in plaats van 4 Mark tusschen 1 April en 15 April) voor zoover die aardappelen vergezeld gaan van een verklaring, afgegeven door een Neder landsche autoriteit, inhoudende, dat zij in Nederland zijn geoogst vóór den len December van hpt vorig jaar. Met de Duitsche regeering is thans overeengekomen, dat als Nederland sche autoriteit, belast met ho£ afgeven van die verklaring, in de eerste plaats zal zijn aangewezen het hoofd van den plantenziektenkundigen dienst te Wa- geningen. Een desbetreffende aantee- kening op het gezondheidscertificaat van dien dienst, Sat toch reeds vrijwel alle zendingen aardappelen naar Duitschland vergezelt, is in dezen vol doende. Voor zoover zendingen aard appelen naar Duitschland mochten uit gevoerd worden zonder certificaat van voornoemden dienst, zijn de Rijksland bouwconsulenten aangewezen, ieder voor zijn ambtsgebied, om verklarin gen inzake Nederlandschen oorsprong en oogsttijd af te geven. Posterijen en Telegrafie. Naar de Haagsche Crt. meldt, heeft de minister van Waterstaat, ir. Bpn- gaerts, aan de drie hoofdambtenaren bij het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie, aan wie tijdens de afwezig heid van den directeur-generaal, de leiding van het bedrijf is toevertrouwd verboden, zich in het openbaar over de moeilijkheden, welke het bedrijf thans doormaakt, uit te laten. De minister heeft Zaterdagmorgen aan genoemd blad meegedeeld, dat hij de nieuwe vragen van het kamerlid mr. Boon nog niet had ontvangen en der halve niet kon zeggen, of hij deze zou beantwoorden. G. Bruna. t Omtrent den heer G. Bruna, redac teur van het „Centrum", van wiens overlijden wij de vorige week melding maakten, geeft onze „Rotterdammer" de volgende bijzonderheden: Merkwaardig was de levensloop van dezen begaafden journalist van groote wetenschap en krachtige geloofsover tuiging. Zijn vader was bij zijn geboorte mo dern Ned. Herv. predikant te Heumen en stond later vele jaren in t moderne Hengelo (O.). Het droeve feit deed zich voor dat deze bedienaar des Woords de eenvou digste Bijbel-waarheden loochende en deken (of zoo iets) was bij de Loge der Vrijmetselaars. Menschen kwamen er dan ook zoo FEUILLETON. Kathlyn Barrington, ei) Ching nam Forsyth mee naar een luikje, dat zoowel voor venster als ventilator diende Forsyth keek er door. Rondom de herberg stond een groote menigte van mannen, vrouwen en kinderen. Blijkbaar verkeerden ze allen in een «enigszins opgewonden toestand. Op den hoek van het gebouw stond een man. die de menigte toe sprak, maar zoo groot was het rumoer, dat Forsyth niets kon verstaan van 't gesprokene. Maar kon hij 'tgesproke ne niet hooren, hij begreep toch de be doeling er van; want de spreker was. Ah IJeo. Nu Ah IJeo zijn toeleg mislukt zag, om Kathlyn te ontvoeren, trachtte hij de bevolking tegen de vreemdelingen op te zetten en van die gelegenheid te profiteeren om toch nog zijn plan ten uitvoer te brengen. Eensklaps evenwel nam het rumoer nog toe Vlak bij Forsyth's hoofd vloog een steen tegen den muur. Men had hom ontdekt. Vlug trok hij zijn hoofd terug. Nog juist bijtijds; want een vol gende «teen was zoo goed gemikt, dat fhij door de opening naar binnen vloog. HOOFDSTUK XXVI. Wie goed doet, goed ontmoet. Een ernstige blik kwam op For syth's gezicht. Hij begaf zich naar Kathlyn, die eveneens door 't rumoer ontwaakt was en vertelde haar, wat er dreigde. Zij luisterde, doodsbleek en met angst 'op 't gezicht. De vrees voor Ah IJeo deed haar beven. „Zouden de dorpsbewoners niet tevreden zijn, als we weggaan", vroeg ze. „De m.ens^hen hier in 't dorp zouden ons misschien nog laten vertrekken, maar Ah IJeo niet, die stookt hen op tegen de vreemde honden" antwoord de Forsyth. De steenen, die tegen den muur wer den geworpen, bewezen wel, dat een weggaan niet zonder gevaar meer was Twee of drie steenen vonden hun weg door de opening. Om haar voor treffen te behoeden, bracht Forsyth Kathlyn naar een hoek van den zolder, waar de steenen haar niet meer treffen kon den. „Als ze zóó opgewonden zijn. is het raadzaam ons maar niet te vertoonen" zei hij rustig. „We zullen hier kalm afwachten." Hij richtte zich tot Ching, die den ladder omhoog haalde, waar door de toegang tot den -zolder onmo gel lik werd gemaakt. „Al klaar" zei Ching op een toon

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5