CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Oii nummer beslaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Gemeenten en Schoolbesturen Belangrijkste nieuws in dit Hummer. 6e JAARGANG DONDERDAG 11 FEBRUARI 1926 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 22x/i cent Ingezonden Mededeelmgen, dubbel tariet Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage- lijks geplaatst ad 40 cent Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 BUREAUHooigracht 35 Leiden ïxi „Gemeentebeleid" het orgaan van de vereeniging van Christelijk Histo rische gemeenteraadsleden werd on langs door een der leden gewezen op den langen tijd, die vaak verloopt eer door Ged. Staten de gemeenterekenin gen worden gesloten. Mij zijn, schreef hij, gemeenten bekend waar de reke ningen over 1921 nog niet zjjn vast gesteld. Dit is vooral voor de bijzondere scho len van belang, omdat de vergoeding bedoeld in artikel 101 der Lager On derwijswet 1920 over een bepaald jaar niet kan worden vastgesteld zoolang de gemeenterekening over dat jaar niet is gesloten en het dus jaren duurt eer de schoolbesturen weten hoe groot de uit te keeren vergoeding zal zijn. "In verband daarmede vroeg de in zender of geen maatregelen genomen kunnen worden om het sluiten der re keningen door Ged. Staten te bespoe digen. De redactie merkt hierbij op, dat haar ook van anderen kant van ver schillende zijden dezelfde moeilijkhe den werden medegedeeld. „En het valt niet te ontkennen dat in meerdere gemeenten een groote achterstand is in het vaststellen en af rekenen der exploitatie-kosten voor de bijzondere scholen ex-artikel 101 en 102 der Lager Onderwijswet. Wij kennen ook gemeenten waar voor de rekeningen 1922, 1923 en 1924 nog niet zijn gesloten. In meerdere ge meenten is dit het geval met de reke ningen over 1923 en 1924. En de school besturen ondervinden daarvan groote last en lijdem daardoor soms groote schade." „Krachtens artikel 103 der Lager On derwijswet genieten zij aan voorschot op de exploitatie-vergoeding 80 pro cent we kunnen wel haast zeggen van de vermoedelijke kosten van 't overeenkomstig openbaar Lager On derwijs. Scholen met f4000 exploitatie vergoeding zijn derhalve ieder jaar f 800 ten achter, dat is over drie jaren r2400. Die achterstand beteekent rentever lies. Meer nog beteekent verduistering van het inzicht in den stand van de schoolfinanciën. De besturen weten niet waar ze aan toe zijn. Ze kunnen geen behoorlijke winst- en verliesre kening maken. Dit alles werkt verlammend, belem merend. En 't zou een opluchting zijn indien in deze verandering kon wor den aangebracht." Op de vraag of het mogelijk is zon der verhooging van het risico voor de gemeenten deze verandering Aan te brengen, luidt het antwoord: „Wij meenen van ja. Zooals hierbo ven reeds indirect werd aangeduid, schuilt de grondfout niet In hettelaat sluiten van de gemeenterekening door Ged. Staten, maar veelmeer in het on voorwaardelijk vastkoppelen van de vaststelling der exploitatievergoeding aan die sluiting. Artikel 103, 4e lid van de L. O. wet is duidelijk. „De ge meenteraad stelt, zoodra de rekening der gemeente is gesloten, het bedrag der vergoeding vast." De gemeenten moeten eenvoudig wachten op de beslissing van Gedep. Staten omtrent de sluiting van de ge meente-rekening aleer zij de meerge noemde vergoeding mogen regelen. Wachten zonder reden, want in 99 van de 100 gevallen, wellicht in 999 van de 1000 gevallen, heeft geen verande ring in de rekening-cijfers plaats, waardoor die vergoeding verandering ondergaat. Het is ons dan ook ten eenenmale onduidelijk wat voor zin het enge verband tusschen sluiting der reke ning en vaststelling der exploitatie vergoeding heeft. Immers in 't hoogst enkele geval, dat de vergoeding te hoog of te laag zou zijn vastgesteld, n.l. doordat in de cijfers van de ge meenterekening wijziging zou zijn aan gebracht, is verrekening met het voor schot over het loopende Jaar immer mogelijk. Onzerzijds wordt de aandacht van den Minister van Onderwijs op deze aangelegenheid gevestigd en gevraagd te bevorderen, dat artikel 103, 4e lid en de correspondeerende bepalingen gewijzigd, worden zoo, dat de gemeen ten tot vaststelling der vergoedingen van artikel 101 en 102 mogen over gaan, nadat de rekeningen voorloopig door den raad zijn vastgesteld. Alleen voor scholen, die opgehouden hebben te bestaan, zou met de verrekening moeten worden gewacht totdat slui ting der rekening heeft plaats gehad." Met wat hier gezegd wordt betuigen wij gaarne onze instemming. De tegenwoordige toestand is on houdbaar. t Niet alleen dat de schoolbesturen jarenlang in het onzekere verkeeren, wat tot groote moeilijkheden aanlei ding kan geven, maar bovendien zijn de schoolbesturen groote bedragen ten achter, wat een belangrijk rentever lies beteekent. Gemeentebeleid" neemt als voor beeld een school die f2400 ten achter is. Ons is een schoolvereeniging be kend, die alleen aan exploitatievergoe ding reeds een bedrag van f 12000 f 15000 te vorderen heeft. Voegt men hier nog bij de niet on belangrijke sommen, die men uit an deren hoofde nog van de Gemeente te goed heeft, dan is het duidelijk hoe groot het renteverlies is en hoe vele schoolbesturen onder schier niet to dragen lasten gebukt gaan. Een wetswijziging als door „Ge meentebeleid" aanbevolen, is dan ook zeer zeker gewenscht. VERBETERING. In de driestar „Gerehabiliteerd" kwam gisteren de volgende zin voor: „Het Gemeentebestuur 'van Leiden treft geen lof, maar blaam." Bedoeld was, zooals ook uit het ver band blijkt: „geen blaam, maar lof." STADSNIEUWS. Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging. In een der collegezalen van het In stituut voor Tropische Geneeskunde dat daarvoor door Prof. Flu welwil lend was afgestaan, werd gisteravond onder veel belangstelling het vijf- en twintig jarig bestaan herdacht van de afd Leiden der Ned. Natuurhist. ver eeniging, waarbij de afdeelingsvoorzit- ter, Dr. F. P. Mulder een gedachtenis rede hield, terwijl bij deze gelegenheid tevens de beroemde Malaria-film af gedraaid werd, toegelicht door Dr. W. H. van Seters. Dr. Muller heette in zijn openings woord in het bijzonder den spreker welkom, zoomede de heeren Dr. J. H. Blurkom, Amsterdam, die als hoofd bestuurslid, en A. F. des Tombe, Voor burg, die als lid-oprichter de herden king bijwoonde. In zijn herdenkings rede herinnerde spr. eraan hoe de af- deeling oorspronkelijk als zelfstandige „Leid$che Zoölogische en Botanische Vereeniging" door een achttal jonge lui werd opgericht. Voor hen is de heer des Tombe de eenige, die nog lid is. In dien tijd, aldus spr. stond ons nog niet zooveel vaklitteratuur ter beschik king als thans. Wel waren Heymans en Thysse de natuurhistorische weten schap aan het populariseeren, maar over het algemeen behielp men zich nog met de droge, ouderwetsche bron nen en was de noodzakelijkheid van persoonlijk onderzoek door proefne mingen nog weinig doorgedrongen. De lezingen N en voordrachten, die op de vergaderingen der afd. werden gehou den, waren dan ook meestal aan een of ander boek ontleend. In 1901 werd de Alg. vereeniging opgericht en sloot de L. vereeniging zich aan als afdee- ling ervan. Een der gunstige gevolgen hiervan was, dat men in de kringen van het Gymnasiaal onderwijs voor het werk der afdeeling belangstelling begon te toonen. Een krachtige steun kreeg de ver een. in Mej. Michelse, die zich met 't secretariaat belastte en later in Dr. Jentink, dir. v.h. Rijksmuseum voor Nat. Historie, die zelfs voorzitter werd Dezelfde functie is later ook zeer ver dienstelijk waargenomen door de hee ren dr. Goedhard en van Lit de Jeude, terwijl ook dr. M. D. Horst de vereen, aan zich verplicht heeft. Omstreieks 1909 trad eenige verslapping in door dat een verdwijnende generatie niet wer<l aangevuld en de bestuursfunc ties slecht waren bezet. De noodzake lijkheid bleek toen van een voortdu rende propaganda, speciaal onder de leerlingen van het Gymn. onderwijs. In 1911 heeft spr. het voorzitterschap weder op zich genomen, waarbij hij een krachtige steun had in den heer des Tombe, die als secretaris optrad. Zelf werd spr. spoedig opgevolgd door den heer Sirks, die echter na 5 maan den reeds weer heenging. Het is toen sukkelen geworden, zoo zelfs dat het er in 191415 even heeft voorgestaan alsof de afd. ontbonden zou worden. Toch is er het leven ingebleven en in 1920 kwam de afd. weer tot bloei na dat inmiddels spr. weer als voorzit ter was opgetreden. Met genoegen herinnerde spr. aan de samenwerking met de onderwijsin richtingen en speciaal met het Leid- sche Volkshuis. De afdeeling pleegt jaarlijks in sa menwerking met het Leidsche Volks huis 2 tentoonstellingen te organisee- ren ,die voor de leden gratis toegan kelijk zijn, en wel een voorjaars- en een najaarstentoonstelling. De eerste omvatte de laatste jaren: in '23 zoet water aquaria, voorjaarsplanten, spe ciaal die der duinen, o.m. was een mi niatuur duinlandschap ingericht; in '24 Inlandsche en tropische visschen; in '25 de biologie van dieren en plan ten van de zee en het strand. Op de tweede worden gewoonlijk 'paddestoe len en herfstvruchten geëxposeerd; in '23 bovendien ook spinnen en rupsen, terwijl in '24 meer in het bijzonder de nadruk gelegd werd op het Vergaan in de natuur De afdeeling houdt maan delijks een bijeenkomst, waarop spre kers optreden en organiseert geregeld excursie's. Bovendien werd in '25 een natuurhistorische bioscoopvoorstel ling gehouden, waarvoor de scholen tegen verminderd entree worden uit- genoodigd. Spr. drong aan op medewerking aan den toevoer van jeugdige krach ten, daar deze de afd. voortdurend moet aanvullen. Zoo zal zij in staat worden gesteld om te blijven werken in het belang van de verspreiding van de kennis der Natuurlijke historie in een zoo -ruim mogelijken kring. Namens het hoofdbestuur sprak Dr. J. H. Blurkom daarna de jubilee- rende afdeeling met haar bestuur, toe. Het leven van een afd. in een Acade miestad, aldus spr. is niet gemakke lijk met het oog op het verschil in ontwikkeling bij de leden, waardoor aan sterk uiteenloopende eischen vol daan moet worden. Maar spr. gelooft dat de afdeeling onder de leiding van dezen sympathieken voorzitter en zijn medebestuursleden nog wel een goe de toekomst tegengaat. Spr. bracht hulde voor hetgeen reeds bereikt werd en spoorde aan tot volhouden. AJs een verrassing had spr. vast de nieuw ont worpen fraaie reclameplaat medege bracht voor de 3e Biologische tentoon stelling, die met Pinksteren te Amster dam wordt gehoudeij. Het woord was daarna aan Dr. W. H. van Seters, om de Malaria-film te expliceeren, hetgeen spr. deed op een uitvoerige en zeer bevattelijke wij ze, en waarbij hij een zeer aandachtig gehoor had. (Gelijk men weef, is de Malaria-film van regeeringswege ver vaardigd, als propaganda onder speci aal de Noord-iHollandsche bevolking, voor bestrijding van de Malaria-mug). De film is samengesteld door Dr. J. C. Mol te Bloemendaal, met medewer king van Dr. Korteweg, die gedurende zijn 25-jarige practijk te Wormerveer voortdurend njateriaal heeft verza meld, en van Dr. H. W. van Seters, alhier. De buitengewoon duidelijke micro cinema-fotografische opname van de Malaria-parasiet die nog kléiner is dan onze bloedlichaampjes zijn (en die zijn 7/1000 m.M. „groot") stelde de toe schouwers In staat het geheele ont wikkelingsproces van a tot z te vol gen. Dit komt in het kort hier op neer: door den muggebeet komt de parasiet in de bloedsomloop, dringt door een bloedvaatje binnen en ontwikkelt er zicb tot meerdere exemplaren, doen het bloedvaatje uitzetten en eindelijk uiteenbarsten, waarbij zich de para sieten verspreiden en andere bloed vaatjes aantasten. Elk uiteenzetten gaat gepaard met het optreden van koorts, die zich om den anderen dag herhaalt. De parasieten kunnen zich' in het menschelijk lichaam niet vol komen tot mannelijke en vrouwelijke vormen ontwikkelen. Dit gebeurt na dat zij door een bloedopzuigenden ma lariamug in de maag van dit dier zijn opgenomen. Als zich de mannelijke vormen hebben ontwikkeld, laten zij draden los die de vrouwelijke vormen binnendringen, deze bevruchten en 'n ontelbaar aantal nieuwe parasieten doen ontstaan die zich, nog in blaas- vorm op den maagwand zetten, daar na uiteenzwermen en in de' speeksel klier van den mug worden opgenomen die ze dan weer in vergrooten getale overbrengt op het te infecteeren li chaam. Duidelijk bleek hier dus uit, dat voor de bestrijding van de Malaria de verdelging van de Malariamug van de grootste beteekenis is. Als een bijzonderheid deelde dr. S. nog mede dat, hoewel hier practisch geen malaria heerscht, de voor het onderzoek benoodigde muggen toch alle Leidsche muggen zijn. Vooral een koeètalletje op „Cronesteyn" 'heeft zich hierbij beroemdheid verworven Het slot van de film bevat de mug- genverdelging in beeld. Deze heeft plaats door bespuiting van de slooten waar de larven zich ophouden, met een polossing van parafine-liquidum maar kan in woningen en stallen heel eenvoudig en goedkoop geschieden met behulp van een op een stok ge plaatst drinkglas waarin in petroleum gedrenkte watten, die de muggen be dwelmen en ze in het glas doen vallen Een hartelijk applaus vertolkte dat de vergadering zich geheel aansloot bij het woord van Dr. Muller, toen bij Dr. van Seters hartelijk jankte voor zijn interessante uiteenzetting, die We gaarne te zijner tijd voor een nog bree der kring ook in deze omgeving zagen gehouden. Ds. W. den Hengst. Nu Ds. W. den Hengst, predikant bij de Geref. gemeente alhier, op z'n ver zoek om gezondheidsredenen eervol emeritaat is verleend, willen wij en kele data en gebeurtenissen uit zijn leven in de herinnering terugroepen. Den 4den September 1859 te Delft geboren, ontving hij zijn opleiding op het# stedelijk gymnasium te Doetin- chem, waarna hij aan de Vrije Uni versiteit te Amsterdam in de theolo gie studeerde. In 1888 deed. hij met goed gevolg het candidaatsexamen in de theologie. ^De eerste kerk die hij diende, was de Geref. Kerk te Den Helder, waar hij werkzaam was van 2 Sept. 1888 tot 30 Sept. 1894, toen hij naar Veenen- daal vertrok. Omdat hij zich met de verhondsleer der Geref. kerken niet kon vereenigen, verliet hij in 1913 deze kerken en stichtte een „Gereformeerde gemeen te" die zich aansloot hij de Gereform. Gemeenten in Nederland. Van 4 Juli 1915 tot 1 April 1918 dien de hij de gemeente te Amsterdam en van 7 April 1918 tot op heden de ge meente te Leiden. Hoewel hem door de Classis Am sterdam ontheffing van sjjn dienstf- werk in de gemeenten is verleend, hoopt hij het werk, hem door de Ge nerale Synode van 1916 opgedragen, n.l. de opleiding van aanstaande Die naren des Woords, nog eenige jaren voort te kunnen zetten, wanneer le ven en krachten hem daartoe worden verleend. Staking bij „Het Volk." In verband met de looneischen van de bezorgers van het Haagsche Volk, die niet ingewillgd werden door de Directie, zijn alle loopers van het H. Volk vanaf 10 Febr. in staking gegaan De bladen worden per post verzonden. Afscheid Dr. D. Plooy. Dr. D. Plooy, predikant bij do Ned. Herv. Gem. alhier, benoemd Prof. aan de universiteit te Amsterdam, hoopt als zoodanig op i Maart zijn inaugureele rede te houden, terwijl nq 4 April zijn afscheid hoopt te prediken als predikant te Ledden en tegen 5 April als zoodanig eervol ontslag heeft aangevraagd. BINNENLAND. DE KABINETSCRISIS. Het „Hbld." verneemt, dat de po gingen van mr. J. Limburg voor de vorming van een extra parlementair kabinet vertraging hebben ondervon den doordat aanstanade leden van het kabinet zekere modificaties in het Ne- derlandsch-Belg. verdrag gewenscht achtten, tengevolge waarvan daarom trent nader overleg met den heer Van Binnenland. Mr. Marchant over de oplossing van de crisis. Het 25-jarig bestaan van den GereL Zendingsbond. Buitenland. Mussolini heeft in den Senaat op de rede van Stresemann geantwoord. In Frankrijk wordt een compromis verwacht tuschen Doumer en de iinan- cieele Kamercommissie. Een hevige sneeuwstorm te New- York. Karnebeek, die aanblijven zou, moest worden gepleegd. Niettegenstaande dit oponthoud is de kabinetsformateur nog steeds vol goeden moed. De meeste najften van. aanstaande ministers, den laatsten tijd in de pers genoemd, berusten op mis lukte onderhandelingen of op pure fantasie. Slechts van de heeren Van Karnebeek en De Geer schijnt het vast te staan, dat zij eventueel een por tefeuille in het kabinet-Limburg zul len aanvaarden. „Het Volk"' weet te melden, dat er alle reden bestaat om aan te nemen dat a.s. Zaterdag de beslissing (hetzij positief of negatief) is te wachten in zake de pogingen van mr. Limburg tot kabinetsformatie. Marchant contra Limburg. De heer Marchant heeft te 's-Herto- genbosch een politieke rede gehouden waarin hij uiteenzet, dat hij aan een Kabinet-Colijn de voorkeur geeft bo ven een Kabinet-Limburg. „Er is, aldus spr., dan maar één weg open. Wie niet hooren wil, moet voelen En dat gaat bet best in 1929. En wel het best als men het kabinet-Colijn tot dan aan het bewind laat. Dan zal men van rechts met bosjes naar de rooden overloopen. Waarom begroeten Katho lieken en Anti-revolutionairen het ka binet-Limburg zoo luidruchtig? Hoe is dat in 's hemelsnaam te verklaren? Waarom zegt men nu: „alsjeblieft niet Colijn?" Dat is alleen hieraan toe te schrijven dat nu de kloof tusschen Chr. Hist, en Katholieken open en bloot is gekomen. Nu durven zij niet meer en zijn ze bang voor elke verantwoorde lijkheid. Zij willen een tijdperk van rust, ten einde de coalitie weer te lijmen. Dat is de reden, waarom men reikhalzend uitziet naar het niet bestaande kabi net-Limburg. Op dezelfde gronden zegt spr.: Co- lijn moet blijven en Limburg moet niet komen. Van het kabinet-Limburg ver wacht de heer Marchant, gezien de wij ze waarop getracht wordt het tot Stand te brengen, geen goed democratisch bewind. Hij stelt daarom op dat kabi net geen prijs. Die methode waarborgt alleen dat men aan de coalitie de mogelijkheid opent om weer te lijmen. Men zal dan in 1929 niet kunnen zeggen, dat is 't beïeid-Colijn, weg daarmee, maar men zal oogsten; dat men zal zeggen van het slappe ministerie-Limburg, dat het een Vrijz. Democrtisch kabinet was. Dat is wel niet zoo, maar men zal het den Vrijz. Dem. tocb in de schoe nen schuiven, omdat de formateur een Vrijz. Democraat is. Tenslotte de vraag of de heer Lim burg gehandeld heeft, zooals een goed partijgenoot handelen moet. Wanneer men niet in de leiding van een partij zit, kan men zich niet voorstellen wat een gevoel het geeft, als men door een partijgenoot tusschen de beenen wordt geloopen. Dat kan in een goed georga niseerde partij niet. Stel u voor, dat zoo iets bij de S.D.A. P. was voorgekomen. De man, die op eigen houtje een kabinet was gaan vormen, was onmiddellijk geroyeerd. Ook anderen konden de ontevreden heid van spreker over het optreden van mr. Limburg zich zeer goed ver klaren. Als men verantwoordelijk is voor den goeden gang van zaken in de partij, kan men iets als Mr. Lim burg gedaan heeft, niet goedkeuren. Spr. heeft nooit van lijmen gehouden. Daardoor blijft er een goede saamboo- righeid in de partij. Als we van den weg afwijken en be ginnen met een extra-parlementair ka binet, glijden we zoo gemakkelijk af naar een Koninklijk kabinet, zooitts als kabinetten van Mussoiini Onder Cort van der Linden is hei gevaar daarvoor al gebleken. Wanneer men het kabinet-Coiijn mocht houden dan is dit het voordeel, dat het zal zijn, een parlemontair ka binet, en steeds zal meer blijken in het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1