CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Dit nummer beslaat ui! TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Bslangrijksie nieuws In dit Hunner.
6e JAARGANG
MAANDAG 8 FEBRUARI 1926
NUMMER 1742
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
BUREAUHooigracht 35 dtixSfp TeL 1278< Postgiro 58936
T,eid°n rA r Postbox ?ft
ADVERTENTIE-PRIJS
b Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal1 2.50
Per week 1 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Gewone advertentiën per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeelingen, dobbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
ran ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
Sociale gerechtigheid.
Dat er de laatste halve eeuw op so
ciaal gebied veel verbeterd is, kan niet
worden ontkend.
Aan de schreiende misstanden waar
op met name door Dr. Kuyper de aan-
dacht is gevestigd en die vloekten mei
wat Gods Woord ons leert, is een einde
gekomen.
De positie van de arbeidersklasse,
die voorheen op onbarmhatige wijze
en met een beroep op de vrijheid werd
uitgebuit, is zeer veel verbeterd.
De loonen zijn belangrijk verhoogd.
De ongelimiteerde werktijden van
voorheen, die het den werkman vrij
wel onmogelijk maakten om zijn hui
selijke .plichten te vervullen en ook op
ander gebied eenigermate mee te le
ven, zijn thans onbekend.
De zorg voor fabrieken en werk
plaatsen is vermeerderd.
In de woningtoestanden is een radi
cale ommekeer gekomen.
De schandelijk exploitatie van vrou
wen en kinderen, in zoo scherpe tegen
stelling met de beginselen van het
Christendom, heeft opgehouden.
De gedwongen winkelnering, die in
sommige streken van ons land tot zoo
veel ellende aanleiding gaf is beteu
geld.
De zorg voor zieken, invaliden en
ouden vangdagen is in niet geringe ma
te toegenomen.
Wanneer wij dit constateeren, ver
liezen wij niet uit het oog, dat er on
danks dezen voortuitgang nog zeer
veel te wenschen is overgebleven.
De hoopvolle verwachting, die enke
le jaren geleden gekoesterd werd, dat
er in de toekomst voor alle werkers
ruimschoots werk en brood zou zijn,
is niet vervuld.
De verhoogde loonen zijn iïi vele ge
vallen niet in overeenstemming n\et de
hooge prijzen van zoo goed als alle eer
ste levensbehoeften.
De werkloosheid maakt in breede
kringen tal van slachtoffers.
En .vrouw zorg" is in vele gez,innen
een helaas maar al te bekende gast.
Toch mag hieruit nu niet de gevolg
trekking worden gemaakt, dat er iu
den grond der iaak dus bitter weinig
veranderd is en dat wat op sociaal ge
bied tot stand kwam in den loop der
jaren toch van geringe beteekenis is.
Ondanks den teruggang van den
laatsten tijd, blijft er nog altijd een
zeer belangrijke materieele verbete
ring te constateeren.
Maar dat is'niet alles; niet het voor
naamste.
Hoofdzaak is de principieele veran
dering, die heeft plaats gehad.
De tijd, dat de arbeiders als armen,
als paupers werden beschouwd en be
handeld, behoort tot het verleden.
Inplaats van het geven van een aal
moes om in den ergsten nood te voor
zien. wordt nu gevraagd naar recht.
De prediking dat ook de arbeider ge
zien moet worden als beelddrager
Gods, is niet zonder vrucht -gebleven
De maatschappelijke positie van de
arbeiders in het algemeen is veel ver
beterd.
Maar van meer belang is de ontwik
keling tot sociale gerechtigheid.
STADSNIEUWS.
Herdenking van het Zilveren huwe
lijksfeest van H. M. de Koningin en
Z. X. H. Prins Hendrik.
Het zilveren huwelijksfeest van het
Koninklijk echtpaar is Zaterdagavond
vanwege het Oranje-Comité alhier
feestelijk herdacht met een vergade
ring in de Groote Stadsgehoorzaal.
Onder de aanwezigen bevonden zich
verschillende autoriteiten, als Z.Ex.
Min. Schokking met echtgenoote, *le
wethouders Sanders en Meynen (wetli.
Reimeringer leidde als voorzitter van
het Oranje-Comité de vergadering;,
eenige vertegenwoordigers van liet
Prov. bestuur, o.a. Jhr. Mr. van Wey-
ler, verder Mr. P. N. Pijnacker Hor
dijk, dijkgraaf van het Hoogheemraad
schap Rijnland, de commandanten der
hier in garnizoen liggende afdeelingen
van Leger en Vloot, de legerpredikant
Ds. J. Nauta, vertegenwoordigers van
de 3-Oct. vereen., de L. Chr. O.-vereen.,
enz. enz., terwijl de burgemeester, die
verhinderd was, vertegenwoordigd
was door zijn echtgenoote, Mevr. dc
Gijselaar—Viruly.
Nadat het Stedelijk muziekkorps,
dat onder leiding van den heer Joh. C.
Geyps medewerkte, het „Wien Neer-
lands bloed" had laten hooren, gevolgd
door een feestmarsch, opende de heer
Aug. L. Reimeringer officieel de
feestvergadering.
Nataens het Comité verwelkomde
spr. alle aanwezigen, in de eerste
plaats de autoriteiten. Een bijzonder
aangename gewaarwording, aldus spr.
is het ons Z.Ex. Min. Schokking hier
te zien. De burgemeester, die gewoon
is overal zijn belangstelling te toonen,
doch thans rouw in de familie heeft,
moest hedenavond helaas een uitzon
dering maken. Temeer apprecieeren
we daarom de aanwezigheid van Mevr.
de Gijselaar, aldus spr.
Achtereenvolgens richtte spr. zich
daarna tot allen, die belangeloos hun
medewerl:ng voor 1 -• avond liad-
Ctn tpCAw^" 'ers' Gem.
koor „De Ster" met zijn directeur, den
heer W. J. Mizee; de heer F. H. Vrij-
hoff, Violoncel-solist; de dames-Gym-
nastiekvereen. „Brunhilde" met haar
directrice, Mevr. Dieben-Konings en
de Tooneelvereen. „Nut en Vermaak.
In het bijzonder dankte spr. Prof. Blok
Wij weten, aldus spr. dat wij nooit te
vergeefs een beroep op u doen wan
neer het geldt van uw groote kennis
der Vaderlandsche historie en van uw
liefde voor het Huis van Oranje aan
anderen mede te deelen. Hartelijk
dankte spr. ook Prof. H. M. v. Nes, die
zich bereid had verklaard de plaats in
te nemen van Ds. Thomas, die tot zijn
leedwezen verhinderd was hier op ie
treden. Wij zijn overtuigd, aldus spr.,
dat gij door uw bezielend woord waar
mede gij de godsdienstige zijde van
het herdenkingsfeit zult belichten on
ze vergadering een hoogere wijding
zult geven.
Onder applaus deelde spr. mede, dat
hedenmorgen namens het Comité aan
het jubileerend Vorstenpaar een tele
gram van gelukwensch was gezonden.
Wij deelen mede, aldus spr., in cie
vreugde van het Kon. gezin, gelijk
Hare Majesteits geslacht gedurende
eeuwen heeft gedeeld in de nooden
van ons volk en in oorlog en rampen
uitkomst heeft mogen geven. Nog de
allerlaatste tijden getuigen dat die
liefde van Oranje vcor ons land en
ons volk in H. M. onverzwakt voort
leeft. Wij danken God, dat Hij de bei
de echtgenooten zoolang voor elkaar
gespaard heeft, en de Oranjevaan op
heffende, kunnen we wel niet. beter
uiting geven aan onze gevoelens dan
door te zingen de twee meest gezongen
coupletten van het lied van geloof, van
trouw en van overwinning: het oude
Wilhelmus (applaus).
Staande, en met veel geestdrift wer
den de beide coupletten daarna gezon
gen, begeleid door het muziekkorps.
Hierna hield prof. dr. P. J. Blok,
oud-hoogleeraar in de Vaderlandsche
Geschiedenis aan de Universiteit al
hier, een korte toespraak, waarin hij
wees op het eigenaardig karakter van
vorstenhuwelijken in het algemeen.
Daarbij wordt in de eerste plaats ge
woonlijk, al gaat volgens spr., dat in
onzen tijd veranderen, gelet op de dy
nastieke belangen der betrokken
landen en personen en in den regel
niet op eigen keuze, wat odk dit
leert de geschiedenis soms tot on
gelukkige verbintenissen leidt. Spr.
merkte op, dat hier te lande daarover
gelukkig niet te klagen valt. Het Huis
van Oranje heeft voortreffelijke echt
genooten aan te wijzen, zooals Char
lotte de Bourbon en Louise de Coligny
bij Willem I, als Amilia van Solms bij
Frederik Hendrik, als Maria van En
geland bij Willem III, als Maaike Meu
bij Johan Willem Friso als prinses
Anna bij Wilieui IV, als de beide Wii-
helmina's van Pruisen bij Willem V en
als Anna Paulowna b)j koning Willem
II.
Als laatste voorbeeld noemde spr.
koningin Emma bij koning Willem
III, wiens levensavond zij heeft kun
nen verhelderen Al deze prinsessen
hebben wat ook vorsten noodig hebben
zooals spr. deed uitkomen, haren echt
genooten een rustig hutsel ijk leven
weten te verzekeren, waarin zij zich
konden terugtrekken uit hun dagc-
lijksch leven (op een presenteerblad)
met hunne waardigheid als noodzake
lijk verbonden. Onze Oranjevorsten
hebben, gelijk spr. deed uitkomen, bij
na zonder uitzondering zoo een echt-
hollandsch huiselijk leven gekend. De
bewaarde brieven uit ouden tijd zijn
er om het te bewijzen.
Dat is ook het geval met de vorste
lijke Bruid en Bruidegom van heden,
zeide spr. Talrijk zijn de getuigenissen
van hen, die leven in de omgeving van
het hof, van de algemeene indrukken
bij vorr"Mfning in het onenbaar, van
foto's en films van allerlei aard. Op
den dag van lnMnS besloot spr.
bren"""1 wij ook i - *-t opzicht onze
-imr
Na de rede van Prof. Blok, die luide
werd toegejuicht, bracht de Zangver-
eeniging „De Ster onder leiding van
den heer W. J. Mizee, a capella eenige
liederen ten gehoore, zooals het be
kende en voor deze gelegenheid zeer
passende „Domine salvam fac regï-
nam nostram" (toonz. A. v. Giezen-
voots eenige Valerius-liederen „O
Heer die daaren „Op het ontzet
van Leiden", met tot slot een,lied van
Adama v. Scheltema: „De krekels en
de wandelaar".
De sterkte van het koor in aanmer
king genomen mocht wat het pres
teerde voldoening wekken; het publick
beloonde zangers en directeur met een
telkens herhaald applaus.
Nadat de heer T. Th. Vrijhof zeer
verdienstelijk een violoncel-solonum
mer had ten gehoore gebracht, waarbij
hij op den vleugel door den heer W. J.
Mizee werd begeleid, verkreeg de
tweede feestredenaar, Prof. H. M. v.
Nes het woord, die zijn rede aanving
met het schetsen van het godsdienstig
leven van de vorstin.
Dit is, zoo ging spr. voort, bij haar
geen vernis, geen opleg, maar funda
ment van haar bestaan. Koningin
Wilhelmina heeft zich haar belijdenis
nimmer geschaamd, veeleer getoond
er een eere in te stellen. Koningin Em
ma moet hier met grooten eerbied en
groote dankbaarheid worden genoemd
voor de opvoeding en het voorbeeld,
dat zij haar dochter gaf.
De trits „God, Nederland en Oran
je" is nog geenszins een afgesleten cli
ché. Het blijkt ook in deze dagen, hoe
volk en vorstenhuis innig met eikaar
verbonden zijn en dat de Koningin, die
de regeering aanvaardde op God ver
trouwende en met de bede, dat Hij
haar sterke, die woorden evenmin als
een cliché gebruikt heeft, doch meen
de wat zij zeide.
Spr. heeft de dagen der verloving en
der huwelijksbesluiting als Kaagsch
predikant medegemaakt, en schetste
de gevoelens, die toen in de residentie
de gemoederen vervulden. Spr. herin
nerde aan de beproevingen, die ook
voor het vorstelijk echtpaar niet uit
bleven, alsmede aan de vreugde in den
lande bij de geboorte van de Prinses.
Daarop haalde spr. eenige treffende
woorden der Koningin aan, om aan te
toonen, hoezeer het haar ernst is om
God te dienen en te verheerlijken; het
bezoek in 1912 te Parijs en de plechtige
öogenblikken bij het standbeeld van
den admiraal de Coligny werden even
eens gememoreerd.
Evenzoo werd door spr. in de herin
nering terug geroepen het „Christ
avant tout", onderschrift onder het
portret aan den afgevaardigde der Ar-
gentijnsche regeering geschonken bij
gelegenheid van het aanbieden van
het Christusbeeld voor het Vredespal.,
alsmede de Kerstgroet van '14, ingege
ven door de ellende van den oorlog. Na
te hebben gewaagd van de bange dagen
van Nov. '18 stond spr. stil bii het laat
ste voorbeeld, toen onze Vorstin, ter
wijl zij persoonlijk zoo veel mogelijk
hulp bood aan de slachtoffers van den
watersnood haar volk opwekte tot ge
meenschappelijk gebed, waarvan zij
zelf de kracht had ervaren.
Vervolgens wees spr. op de groote
belangstelling, door de Koningin steeds
getoond in den arbeid der Zending.
„Nog eens", aldus besloot spr. „de
Christelijke toon bij deze herdenking
is geen vreemde toon, die komt mede
klinken, moge hij opklinken uit het
leven van een Vorstenpaar, waarover
wij Gods zegen van harte afbidden".
Op de rede volgde een warm applaus
Onder leiding van Mevr. DiebenKo-
nings gaf vervolgens de dames-gyin-
nastiekvereeniging „Brunhilde" eeni
ge fraaie standen en groepen te zien.
Vooral die, welke rechtstreeksch be
trekking hadden op liet nationale ele
ment in de feestviering en ook door
het muziekkorps met volksliederen
werden geacompagneerd, ontlokten de
vergadeing veel applaus.
De pauze, waarvoor ook de Foyer als
koffiekamer was ingericht, werd beëin
digd door het Sted. Muziekkorps met
het spelen van een ouverture op het
„Wien Neêrlands bloed.." van Blat-
termann en de „Ons rood, wit en blauw
marsch", gecomponeerd door den heer
Geyp.
„Nut en vermaak" vulde den avond
verder aan met de opvoering van een
blijspel in één bedrijf „Nummer der
tien" (L. G. Heemann) en een operette
in één bedrijf: „Naar het tooneel" (v.
Offenbach, die vlot werden gespeeld en
veel bijval kregen, verder met een mu
zikaal nummer, een solo op piston ge
speeld.
De, voor zoover het niet de opkomst
betrof, goed geslaagde vergadering,
werd besloten met een door het Stede
lijk Muziekkorps kranig gespeeiden
feestmarsch, een compositie van den
heer Geyp.
De Jeodsche dank- en bidstond.
Gistermorgen te half 11 heeft in de
Synagoge alhier een buitengewone.
dank- en bedestond plaats gehad.
Door den voorzanger en de gemeen
te werden achtereenvolgens de volgen
de psalmen gezongen, (natuurlijk in
het Hebreeuwsch): Psalm 116.1211S
vs. 4 en voorts de Psalmen 21, 47, 93,
100 en 150.
Nadat eerst een gelegenheidsgebed
was uitgesproken in verband met het
25-jarig huwelijksfeest van ons Vor
stenpaar, werd door den leeraar der
Israëlietische gemeentee den heer Co-
hen een gelegenheidsrede gehouden;
ook werd bij geopende H. Arke het
volgende gebed opgezonden voor het.
welzijn van H. M. de Koningin en het
Koninklijk Huis:
„Hij, die hulp verleent aan koningen
en heerschappij aan vorsten, Wiens
koningschap is een koningschap van
alle eeuwigheid; Hij, die Zijnen die
naar David van 't verderfelijke zwaard
bevrijd heeft, die in de zee een en weg
•in geweldige wateren een pad baant
Hij zegene, hoede, bescherme, steu-
ne, verheffe en verhooge ten zeerste
onze Gebiedster H. M. Koningin Wil
helmina, en Z. K. H. den Prins Ge
maal, H. K. H. Prinses Juliana, H. M.
de Koning-Moeder benevens het ge
heel© Koninklijk Huis,
verheven blijve hunne Majesteit! De
Koning aller koningen behoude haar
in Zijne barmhartigheid in 't leven,
hoede en redde haar van allen nood.
kommer en ongeval; Hij ondervverpe
volken aan hare voeten, doe hare vij
anden voor haar vallen, en waarheen
zij zich wendt, moge zij gelukkig zijn!
De Koning aller koningen in Zijne
barmhartigheid legge in haar hart en
in dat van al hare raadgevers en
waardigheidsbekleciders eene neiging
tot goedgunstigheid, om ons en ge
heel Israël wel te doen. Dat in hare en
onze dagen Juda geholpen worde en
Israël veilig wone. Dat voor Tsion de
Verlosser kome! Zoo zij het welgeval
lig; laat ons hierop zeggen: Amen!"
Aan het einde van den dienst had
een collecte plaats voor de slachtoffers
van den watersnood.
De 351ste verjaardag der Universiteit.
Ter gelegenheid van den 351sten ver
jaardag der Leidsche Hoogeschool
heeft vanmiddag de rector magnificus,
Prof. Dr. W. de Sitter, directeur
van de Leidsche Sterrenwacht, in het
groot auditorium der Leidsche Univer
siteit een rede gehouden over: De een
heid der wetenschap.
Wij leven, aldus ving de rector zijr.
rede aan, in een tijd van wonderbaar
lijke ontwikkeling der wetenschappe
lijke ideeën en theorieën. Nieuwe re
sultaten en nieuwe gezichtspunten vol
gen elkaar met groote s'nelheid op.
Wat kort geleden nog onmogelijk of
ondenkbaar scheen, wordt thans alge
meen aangenomen; wat gisteren on-
omstootelijk scheen vast te staan,
vindt heden twijfel.en ongeloof. De tijd
die noodig is voor een paradox om tot
gemeenplaats te worden is zelden zoo
kort geweest als tegenwoordig.
Na eenige der nieuwe theorieën op
gesomd to hebben, vroeg spr.:
Is er dan geen eenheid meer? Spr.
gelooft het niet. Immers hoe gevari
eerd de problemen ook zijn, die onze
geesten bezighouden, er is eenheid in
doel en middelen, zooals spreker na
der uiteenzet!
De vele problemen, die tegenwoor
dig de gemoedsrust verstoren, zijn
toch niet zoo onsamenhangend, dat ze
zich niet laten classificeeren. Aller
eerst in twee groote groepen: De vraag
naar de structuur van het heelal, en
die naar de constitutie en evolutie van
een ster, of, ruimer gevat, het onder
zoek van de verspreiding der materie
in de ruimte en dat van de eigenschap
pen der materie. Een derde groep, de
theorie der gravitatie, staat tegenwoor
dig op den achtergrond; haar tijd zal
ook wel weer eens komen.
Als uitgangspunt van wat spr. wil
betoogen, zegt spreker, dat de zon be
hoort tot een stelsel van duizend of
tienduizend millioen sterren, die een
ronde platte schijf of ellipoide vor
men, waarvan de middellijn 40 tot 50
duizend, de grootste dikte 10 tot 12
duizend lichtjaren bedraagt. De ster
ren zijn in dit stelsel gecondenseerd
naar het midden toe, waar er twee of
drie per 1000 kubieke lichtjaren zijn.
Naar den rand toe neemt de licht
sterkte geleidelijk af; reeds op afstan
den van 650 lichtjaren in de rich
ting van de dikte en 2400 in het
equatorvlak is zij tot de helft vermin-
Binnenland.
De herdenking van het zilveren hu
welijksfeest van het vorstelijk echt
paar.
De dies natalis der Leidsche Univer
siteit.
Buitenland.
Mussolini heeft scherpe critiek ge
oefend op de anti-Italiaansche campag
ne der Duitschers.
Ernstige spoorwegramp In België.
Ce conferentie der Duitsche bonds
staten over Duitschlands toetreding
tot den Volkenbond.
derd. Een eigenlijke grens is er niet.
De zon bevindt zich niot precies in het
centrum, maar misschien 200 lichtja
ren daarvan verwijderd, in elk geval
nog in dat gedeelte, waar de dichtheid
nog niet merkbaar is afgenomen. Dii
sterrenstelsel is het, dat on§ door ie
onderzoekingen van Kapteyn zoo goed
hekend is geworden. Alle sterren, die
wij met het bloote oog kunnen zien en
mischien wel alle, die wij, als afzon
derlijke sterren, in onze kijkers kun
nen onderscheiden, behooren er toe.
Dit, ons sterrenstelsel nu maakt met
vele andere ster-conglomeraten deel
uit van een grooter systeem, het melk
weg-systeem. Wat wij hiervan weten
is reeds veel onzekerder. Het bestaat
uit wolken van sterren en nevels, mis
schien in grootte en samenstelling lij
kend op ons eigen stelsel. Spr. be
schrijft dit melkwegstelsel uitvoerig,
het aantal sterren in het melkwegstel
sel kan op ongeveer 1000 millioen ge
schat worden en de levensduur van 'n
ster als stralend lichaam op ongeveer
evenveel jaren.
Spreker behandelt dan de constitu
tie van de ster. De groote gebeurtenis
op dit gebied was de verhandeling
van Eddington van Maart 1924 over 't
verband tusschen de massa en de licht
kracht van een ster. Na daar uitvoerig
bij te hebben stilgestaan, zegt spr. dat
de beide kenmerken van de gegevens,
welke de astronomie voor den opbouw
harer theorieën noodig heeft, zijn: 1e
kleinheid der te meten grootheden en
de behoefte aan veel. aan steeds meer
materiaal. Deze beide kenmerken ma
ken dat twee dingen in de astronomie
noodiger zijn dan in elke andere we
tenschap: geduld en georganiseerde
samenwerking. En daarmede komt
spr. weer tot zijn uitgangspunt terug:
de eenheid der wetenschap. De vraag,
die spr. in den aanvang stelde of niet
door de verrassende veelheid van he
terogene en dikwijls tegenstrijdige re
sultaten, waarmede wij in de laatste
jaren worden overstelpt, die eenheid
in gevaar wordt gebracht, beantwoor
den wij ontkennend; de tegenstrijdig
heid is het beginpunt van een weg
naar hooger eenheid. Maar ook in het
dagelijksch bedrijf der astronomen is
die eenheid niet verbroken. Zij zijn
reeds lang gewend aan de verdeeling
van arbeid en specialisatie, wetend
dat of men nu het een of het andere
werk doet, het altijd een schakel is
in een keten, die alleen beteekenis
heeft doordat er ter weerszijden weer
andere schakels zijn. Het is de keten
die belangrijk is, niet de enkele scha
kels.
Ongetwijfeld gaat er van den sterren
hemel een geheimzinnige bekoring uit
De- kracht van het wonder van den
sterrenhemel is zoo groot, dat zij zelfs
hem, die er niets van weet, aangrijpt.
Duizeling bevangt ook 't hart van spr.
als hij den sterrenhemel aanschouwt,
maar het is de duizeling van een an
dere orde, zij verhoudt zich tot die van
den artistieken bewonderaar als de be
wuste volle liefde van een vrouw en
moeder tot het dwepend verlangen van
een bakvisch. Zeker, wij trachten de
afstanden tusschen de sterren in ge
tallen te vangen. Doch die getallen
zijn niet ons einddoel. Het getal, beter
gezegd de wiskunde, die meest vol
maakte en meest onmaterieele schep
ping van den menschelijken geest. \s
ons het middel, waardoor wij hopen
ons hoe langer hoe meer te bevrijden v.
de beperkingen ons door onze mensche
lijke onvolmaaktheid en materieel®
gebondenheid opgelegd, de trap waa
langs wij hopen op te klimmen tot
steeds zuiverder, steeds vrijer en ou-