CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN 6s JAARGANG DONDERDAG 4 FEBRUARI 1926 NUMMER 1739 COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per week I 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 22'/t cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage» lijks geplaatst ad 40 cent. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. ■I 1 II M V De dageraad blinkt) Toevallig kwam ons dezer dagen in handen een artikel uit „Het Volk" ge- schreven in de stormachtige Novem berdagen van 1918. In verschillende landen was de re volutie uitgebroken. De kronen rolden over de straten. Met gejuich werden deze gebeurte nissen door het socialistische hoofd orgaan, als de dageraad van den nieuwen dag begroet. In het Oosten was de revolutiezon, opgegaan en straks zou zij ook hier tot volle middaghoogte stijgen. Ziehier hoe „Het Volk'' dat toen nog in een overwinningsroes leefde, aan zijn vreugde uiting gaf: „Elk op haar eigen wijze zullen de arbeiderspartijen uiting geven aan den wil, om hij het groote werk dat de Düitsche sociaaldemocratie op zicji nam tot hernieuwing van de wereld, haar waardig op zij te streven. Elk op haar eigen wijze. Overal heeft het kapitalistisch stelsel onherroepe lijk zijn gezag over de massa's verlo ren Overal voelt de massa, dat nieu we vormen en gedachten bezig zijn te ontkiemen. Overal zijn de slaafgebore- nen ontwaakt. De moderne arbeidersbeweging van Nederland staat in volle wapenrusting gereed, om uit den nieuwen toestand alle konsekwenties te trekken. Zij zal zich geen enkele mogelijkheid, die zich voor haar opdoet, laten ontglippen. Haar krijgsraad is gemobiliseerd. Zij zou grootere plannen kunnen ma ken, haar doel hooger kunnen stellen, indien ook hier te lande althans het socialistische deel der arbeidersklasse een eenheid vormde. De verdeeldheid tu*?schen Je socialisten onderling, het streven van de kleinste der socialisti sche partijen, om de macht tot zich te trekken met vernietiging van de groot ste. is op dit oogenblik de zwakte van de Nedsrlandsche arbeidersklasse, i9 de macht van de kapitalistische klasse Als één ding noodig is in dezen tijd van Europeeschen hongersnood, is het dat de veranderingen, die zich voltrek ken, geschieden zoo veel mogelijk ge organiseerd, zooveel mogelijk zonder vernietiging. Desorganisatie, anarchie, terreur, kunnen thans over de bezit- looze massa de meest afschuwelijke ellende brengen, een ellende als die in de groote steden van Rusland heerscht waar de boeren met geweld het bezit van hun graan verdedigen en uitgehon gerde proletariërs in ongetelde menig te zich neder leggen om te sterven. Niet zonder leedvermaak ziet de kapitalis tische klasse, die overigens ten volle onder den indruk is van een toestand? die in de vlucht van Duitschland's keizer het scherpst wordt gesymboli-y seerd, het aan, dat zelfs iemand als mevrouw Roland Holst 'in deze dagen niet anders weet te doen, dan in naam der liefde haar volgelingen ophitsen tegen „de bloeddemocraten Troelstra, Wibaut, Teilegen." „Hier ligt de zwakte van de "Neder- landsche arbeidersklasse. Maar deson danks zal de moderne arbeidersbewe ging haar plicht weten te doen. Zij kiest haar weg zonder om te zien naar rechts of links. Zij vraagt alleen, welke eischen zij op dit oogenblik kan ver wezenlijken. Zij 9telt ze en roept de massa op tot den strijd. Tot dien ster ken en hoopvollen strijd, waartoe al leen de innige samenwerking van alle organisaties de kracht kan geven. De dageraad blinkt; en al staat ook in het Oosten de zon hooger aan den hemel dan hier, zij zal ook voor ons allengs itijgen tot volle middaghoogte!" De dageraad blinkt. Hoog staat reeds in het Oosten de zon aan den hemel. Och arme! Hoe is de massa die zich door dit dwaze geschrijf van het socialistische hoofdorgaan liet beïnvloeden, teleur gesteld. Bloedrood is de revolutiezon in Duitschland en andere landen onder gegaan. Wat men hier zag als het schijn sel van den nieuwen dag, was niet an ders dan de rosse gloed van de revo- lutievlammen, die dood en verderf brad? ten. Zwaar zijn de landen, waar de revo lutiezon zoo hoog aan den hemel stond getroffen en het zwaarst werd daarbij getroffen de arbeidersklasse, die zich misleid als zij werd, aan den rooden schijn vergaapte. Gelukkig is de voorspelling van „Het Volk" dat ook hier de revolutiezon al lengs tot volle middaghoogte zou stij gen niet bewaarheid. Dank zij het optreden van de Chris telijke partijen en het Christelijk Ka binet is ons volk voor die ramp be waard gebleven. Met dankbaarheid mag Üit worden geconstateerd. Maar tevens moet he:1 innerd aan de Bijbelsche waarschuwing: Zoo zij niet handelen naar dit woord, zij zullen geen dageraad hebben. STADSNIEUWS. De Engelenwereld. Over dit onderwerp heeft Ds. T. L. de Vries van Rijnsburg, gisteravond op Mitnoodiging van de Chr. Geref. Jomge- lingsvereeniging een rede gehouden. In zijn voorwoord wees spr. op de be hoefte van den mensch, om voortdurend in contact te staan met de geestelijke dingen. Het materialisme, dat in de vo rige eeuw een tijdlang opgang maakte, heeft dan ook op den "duur niet kunnen bevredigen, en luider dan ooit wordt de vraag vernomen om brood voor de ziel. Adam Anthrapos: uit het stof naar boven ziende; dat is de teekening van den echten, volgroeiden mensch. Geheel geestelijk echter zijn de enge len, niet als een geslacht, dat zichzelf voortteelt, doch ieder persoonlijk door God geschapen. Zij bewonen de lich tende geestenwereld, die niet haar beeld vindt in kerkhofrust, doch in voortdu rend bewegen. Echter ook weer niet in ongeregeld en onsamenhangend bewe gen, doch, zooals de Schrift zegt, in orde, schoonheid en harmonie. Achtereenvolgens stond spr. daarna in zijn rede stil Dij de lichtende geesten wereld in betrekking: a. tot Gods Zoon; b. tot Gods kind; en c. tot Gods vijand. Terecht heeft iemand eens het Chris tendom den Godsdienst van den arbeid genoemd. In dit opzicht zijn de engelen ons ten voorbeeld. De HeidelbergschJe) Catechismus spreekt van een trouw ver vullen van ons dagelij ksch beroep, ge lijk de engelen in den hemel, Hun arbeid is God verheerlijken, dienen en strijden. Toen de aarde is gegrondvest, hebben zij, de morgensterren, vroolijk gezon gen. Maar Hun lied werd droevig ver stoord, toen tegenover de tienduizenden, die God loofden, twee menschen Zijn recht vertrapten. Het eerste probleem wordt geboren, als een uit het gevallen geslacht, Abel, den hemel wordt binnengedragen, en moeilijker wordt het voor hen, naarmate meerderen volgen. Zij zijn, zooals Pau- lus het uitdrukt, begeerig om in het plan Gods in te zien, maar verstaan eerst Zijn bedoeling als na 4000 jaren Gods Zoon in den Kerstnacht neerdaalt, en zij# het: „in menschen welbehagen" in duizendvoudige accoorden mogen ver kondigen. En later? bij de verzoeking in Geth- sémane, bi) de opstanding en de hemel vaart zijn ze getuigen, evenals ze het «uilen zijn bij net jongste gericht. Er zijn in hoofdzaak twee onderschei den engelengroepen, de Cherubijnen die ccn afwerende en de Serafijnen,' die een aanvallende taak hebben. Aanvankelijk waren door de scheuring tusschen de wereld der menschen en die der engelen, de laatsten in rust gegaan. Maar nu door Christus de onheüigheid van de zonde is weggenomen, werken de engelen mede aan de uitvoering van het raadsplan Godes, Die het, naar Paulus' woord, alles weer bijeenvergaderen en onder één hoofd brengen zal. Daarom iungeeren thans de engelen als gedienstige geesten tot nut van hen, die de zaligheid beërven zullen. Hiermede is dus tevens gezegd, dat ook voor de engelenwereld de vleesch- wording van Christus, waardoor de ver eeniging met het menschelijke geslacht mogelijk werd, van direct belang is ge weest.' Of de wedergeborene contact heeft met de wereld, der engelen? De Schrift zegt, dat er blijdschap is onder hen, over eiken zondaar, die zich bekeert. En Paulus zegt dat de vrouwen in de gemeente door een macht op het hoofd te dragen als een teeken, dat zij niest buiten de hen als vrouw in de gemeente toebeschikte plaats treden, moeten voor komen, dat de engelen met de gemeente geen verbinding zouden kunnen hebben. En vooral Cnristus spreekt duidelijk van het verband tusschen engelen en geloo- vigen, als hij de wereld vermaant niet de kleinen in het geloof te ergeren, om dat hunne engelen „dag en nacht het aangezicht des vaders zien". De zonde is het eerst opgetreden in den kring der engelen. Dit stempelt God niet tot auteur ervan, want Hjj heeft tot zevenmaal, het getal der, volmaakt heid, toe geconstateerd, dat hetgeen Hij gemaakt had, goed was, en ook dat de engelen geen enkc-I zedelijk gebrek had den. Zij zijn ook niet verbondsgewiis, zooals de mensch, maar groepsgewijs gevallen. Zeer zéker hebben ^ook de engeïèn eenmaal moetën kiezen tusschen den dienst van God en dien van Satan. Psalm 148 zegt, dat hun een orde is gesteld, die zj] niet overtreden, en Ju das, dat de gevallen engelen hun begin sel niet bewaard hebben. Vrijwilligheid en gehoorzaamheid wor den van de engelen geëischt en (Joor de goede engelen opgevolgd als het pa rool in het heirleger Gods. Met vele uitspraken der H. Schrift omschreef spr. vervolgens de taak van «de engelenlegers, waarin allen met hun eigen aanvoerders optreden. Zoo lezen we van Gabriël, dat hij voor God staat en gemeenschap heeft met de geloovigen, terwijl Michaël spe ciaal optreedt als verdediger van de Sou vereiniteit Gods en bestrijder van den Vorst der duisternis. Psalm 68 spreekt van verdubbelde tienduizenden strijdkrachten Gods, en de jongen van Eliza ziet in een gezicht hoe zij heele velden en bergen bezetten, terwijl de heidenen optrekken tegen Is raël. Michaël strijdt met den Satan om het lichaam van Mozes, en Johannes ziet hem als bestrijder van den draak, die de Kerk Gods wil verslinden. Hij is het pok, die volgens den brief aan den Thessalonisenzen den Anti-Christ tegen houdt. Openbaart deze zich eenmaal in vleesch en bloed, dan weten wü, dat God tot Michael heeft gesproken en dat het vreeselijke laatste tijdperk is aan gebroken, dat om der uitverkorenen wil zal verkort worden. Maar daarna zal dan ook voor ons de triumf komen, als Christus zal worden erkend boven de koningen der aarde.. Dan zullen de en gelen terugtreden voor ons, de verlosten en zal ons verlossingslied ter eere van het Lam, het hunne in diepe schoon heid overtreffen. Gezongen werd Psalm 42^1, Gebed des Heeren, vers 4, Psalm 103:10 en 11 en Psalm 68:9. Vereeniging tot Bescherming van Dieren. In het Nutsgebouw werd gisteravond de jaarvergadering van de afd. Leiden van bovengenoemde vereeniging ger houden. De voorzitter, Prof. André de la Porte heette alle aanwezigen welkom en verzocht daarna de secretaresse, Mevr. v. Poelgeest de notulen voor te lezen, die zonder opmerkingen werden vastgesteld. Vervolgens bracht Mevr. v. Poelgeest een verslag uit over 'twerk der ver eeniging in het afgeloopen jaar, waar aan we het volgende ontleenen: Het ledental, dat heel wat te door staan had van de malaise, vertrek naar elders, overlijden enz. kon door nieuwe aanwinsten van 525 op 550 ge bracht worden. Het gaat dus wel ee- nigszins in de goede richting, maar veel te langzaam. Het bestuur bleef in het afgeloopen jaar vrijwel ongewijzigd; alleen trok zich de heer Eeltjes als bestuurslid terug, waardoor het verband van de Afdeeling met de Jeugdgroep, die door den heer Eeltjes geleid wordt, verbro ken werd. Mejuffrouw van Spall bleef de Afdee ling vertegenwoordigen in de film commissie. Het werk van den heer Nord Thomson in de commisie „Brand in stallen" ingesteld door het Hoofd bestuur, werd beëindigd door het uit gebrachte rapport. De secretaresse bleef lid van het Hoofdbestuur en voor de hoofd-vereeni ging algemeen bestuurslid in den Na- tionalen Vrouwenraad. De kas-commisie bestond uit de hee ren Sytsma, van Romburgh en Bader. De afgevaardigden naar de Algemeene Vergadering waren Mevrouw Jonker en de heer van Poelgeest. De heeren van Nes, Boelee, Eeltjes. van Duyn en Hasselbach maakten zich weer verdienstelijk met de controle op den weg. De afdeeling heeft het afgeloopen jaar weer op allerlei wijzen publiciteit aan haar werk gegeven en propaganda gemaakt voor het doel der vereeniging De klachten waren ook dit jaar om zoo te zeggen niet van de lucht. Hoe jammer het ook is, dat er voor de die renvrienden steeds nog aanleiding te over is om zich met ergerlijke gevallen tot het bestuur te wenden, te waardee ren is toch ook. dat het aantal belang stellenden, dn, aandacht geeft aan de behandeling der dieren en zich moeite wil getroosten om te trachten daarin iets te verbeteren, ieder jaar grootci wordt. De drie categorieën, waarover vrijwel dagelijks reclames inkomen, zijn hot veevervoer, met behandeling op de markt, de hondenkarren en het te zwaar belasten van paarden. Tal van correspondenties werden met verschillende personen en licha men gevoerd in het belang van 'tdoel der vereeniging. Op 3 Augustus zond het Bestuur een adres aan den Raad van Leiden met het verzoek de verplichte muilkorf voor trekhonden uit de verordeningen te schrappen. Hoewel in een stad als Rotterdam, waar duizenden trekhon^ den zwoegen, de muilkorf niet is voor geschreven, meende de Leidsche Vroed schap, dat het niet aanging menschen aan gevaar of grooten hinder bloot te stellen om een hond iets minder aan genaams te besparen. Het verzoek werd van de hand ge wezen. Op Zaterdag 17 Januari werd de stai op het woonwagenterrein met een ope ningsrede van den voorzitter officieel ingewijd. Er was veel belangstelling en verscheiden bladen namen enkele foto's van de opening op. De stal wordt druk gebruikt, er zijn zelfs al oogenblikken geweest, dat hij te klein was en dat we met andere hulpmiddelen, zooals rietmatten, moes ten bijspringen om de paarden te be schutten, die in plaats van erin erach ter moesten staan. In het algemeen is de ruimte echter voldoende, maar als de kas het toelaat, zal nog wel moeten worden voorzien in eenige meerdere beschutting van de open zijde. De rietmatten, die tot dat doel tegen het hek waren geplaatst, zijn totaal verdwenen, zoodat ook hier alleen uit komst te wachten is van ijzersterk ma teriaal. Met B. en W. heeft het bestuur met bevredigenden afloop onderhandelin gen gevoerd over het vastleggen der juiste verhoudingen met de (gemeente inzake den stal. De in het vorig jaar reeds eenigszins voorbereidtentoonstelling der verza meling van Freule des Tombe, vond begin April plaats in het Volkshuis, en had groot succes. Meer dan dui zend schoolkinderen zagen de interes sante uitstalling en hoorden de zeer leerzame toelichting van Freule des Tombe aan. Begin Mei werd door den heer H0I9- heimer, Heerengracht 110, de polikli niek voor huisdieren van on- en min vermogenden geopend (Dinsdag- en Vrijdagavond van 79). Deze instel ling heeft tot heden aan alle verwach tingen beantwoord. Door de goede zorgen van Mevrouw Jonker heeft het Bestuur in de Biblio theek Reuvens ruimte beschikbaar ge kregen om een afdeeling boeken op die renbeschermend gebied te plaatsen Reeds zijn ongeveer zeventig boeken en boekjes, in hoofdzaak voor de jeugd door Mevrouw Jonker aan de biblio theek overgedragen, terwijl er ook nog enkele tijdschriften in portefeuille ter lezing zijn gelegd. Van 13 tot en met 16 October werd 'n bazar gehouden in de groote zaal van Zomerzorg. Het heeft het bestuur ge frappeerd, hoe algemeen de sympathie voor zijn werk wordt; dit is vooral toen ook gebleken. Op 31 October werd tot slot van onze najaars-actie nog een straatverkoop gehouden. De penningmeester deed daarna me dedeelingen over den stand der finan ciën. De inkomsten waren f3273.59 en de uitgaven bedroegen f3239. 73, zoo dat er een klein batig saldo is van 33.86 Eenige opmerkingen werden er ge maakt over de hooge kosten voor het dierenasyl, maar uit de toelichting van den penningmeester bleek wel dat deze uitgaven volkomen gerechtvaar digd waren. De begrooting voor 1926 bedraagt in inkomsten en uitgaven, met een pro- memoriepost voor de najaarsactie f 3533.86. Mevr. v. Beek en de heeren Badel en Elders werden verzocht de rekening na te zien. Mej. van Spall bracht na mens de leden dank aan den heer en mevr. v. Poelgeest voor hun accuraat beheer. De aftredende bestuursleden. Mevr. C. S. VosmaerRoëll en Mr. G. H. E Nord Thomson werden bij acclamatie herkozen, terwijl naar de Alg. verg. te Amersfoort afgevaardigd werden Me vrouw v. Poelgeest en Mevr. Jonker. De keer Sytsma vroeg og de Alg. ver Belanprijkste nieuws in dit Hummer. Binnenland. De Post-cheque en Girodienst. De Katholieken en de kabinetsioz- matie. Buitenland. De Rijksdagcommissie heeft de rijks- regeering gemachtigd Dnitschlands toetreding tot den Volkenbond te ver zoeken. De mislukte staatsgreep in Porto- gal. gadering 't doodschieten van honden, die na 9 uur buiten loopen, zooals in Katwijk en Oegstgeest bepaald is ter sprake te brengen. De heer Bader, inspect, van politie zeide, dat het ook bijzonder moeilijk is op een loopend dier te schieten, zon der gevaar voor de omgeving. Hij raad de aan de Leidsche verordening, die bepaalt dat de dieren naar het politie bureau gebracht moeten wqrden, als model voor te stellen. Het bestuur stelde verder voor, dat de dames en heeren die zich verdien stelijk gemaakt hebben voor de na jaarsactie, samen een commissie van advies zullen vormen, om plannen voor een nieuwe propaganda-actie te maken. Bij de rondvraag kwamen nog vele dingen ter sprake, ook over klach ten van dierenmishandeling. Aangera den werd, bij het constateeren van mis handeling direct de politie op te bel len, daar deze dan procesverbaal kan opmaken. Verder diende de heer Hasselbach een aantal punten ter bespreking in, waarover lang gediscussieerd werd. Het bestuur zal met de betrokken autoriteiten overleg plegen over deze dingen. Wies Moens over de jongeren in de Vlaamsche poëzie. Voor de afdeeling Leiden van het Dietsch Studentenverbond en voor do Litteraire faculteit der Leidsche stu denten heeft gisteravond de Vlaam sche dichter Wies Moens een lezing gehouden in het klein auditorium van de Leidsche universiteit over de jonge ren in de Vlaamsche poëzie. Spreker ving zijn rede aan met op te merken, dat de Vlaamsche beweging, zooals wij die kennen, van 1830 tot op lecjen haar stempel heeft gedrukt op de Vlaamsche poëzie. De generatie der zoogenaamde jongeren in Vlaanderen heeft twee van elkaar te onderschei den stroomingen gehad. De Belgische mentaliteit, aldus spr. is tegen het Nederlandsche volk, maar de Vlamingen alleen staan sympa thiek tegenover de Nederlanders en voelen zich daarmee verwant. De strijd, ook thans gevoerd tegen de Vlamingen, wordt in werkelijkheid ook gevoerd tegen de Nederlanders. Het is geen wonder, dat er van het geestelijk leven •weinig terecht kon ko men en er betrekkelijk weinig oorlogs litteratuur is ontstaan. Zelfs studie clubs, die door studenten en intellectu- eelen waren opgerich, werden in 1917 door het legerbestuur aan het front verboden. Spreker gaf een overzicht van de laatste bijeenkomst van zoo'n studie club, zooals dit door prof. Daels in zijn werk „Voor mijn volk in nood" is be schreven. Vervolgens gaf spreker een overzicht van eenige gedichten die aan het front zijn geschreven en waaruit sterk de liefde voor de Vlaamsche be weging naar voren kwam, o.a. van Daan Boens, van August van Cauwe- laert, Fritz Francken, Frans de Bac ker, Frans van Raemsdonck en ande ren. Dan gaf spreker èen overzicht van den tragischen dood van de gebroeders van Raemsdonck en de weigering van den Belgischen generaal om ten be hoeve van deze slachtoffers een half uur wapenstilstand aan te vragen, om deze slachtoffers van broederliefde te kunnen begraven, welke weigering werd gemotiveerd met de woorden: „Le plus jeune des deux était un fla mingant'. Het andere deel, zij die thuis geble ven waren, begonnen de cultureele en intellectueele wapenen te smeden die moesten voorkomen, dat van den Vla ming e 'enmonsterachtig fantoom ge maakt werd. In de tweede helft van 1917 werd te Gent een tijdschrift op gericht „De Regenboog", dat zooals uit het prospectus bleek, niet alleen na streefde de artistieke, politieke en poëtische idealen te dienen, maar ook een poging wilde doen om een dieper- gaand beschavingsarbeid ter h&nd te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1