NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 27 JANUARI 1926
TWEEDE BLAD.
Op de Raadstribune.
Voor de eerste maal in 1926 is Maan
dag de Leidsche Gemeenteraad weer
bijeengekomen. Na een kort hartelijk
welkomstwoord van den voorzitter op
even hartelijke wijze «'.oor 's Raads
nestor den heer van Hamel beant
woord, werden de werkzaamheden
hervat.
Onder de ingekomen stukken trok
d eaandacht een adres van de bouw-
vereeniging „Eensgezindheid", welke
Vereen, de dupe dreigt te worden van
hare inschikkelijkheid welke tengevol
ge zal kunnen hebben, dat de wonin
gen ter vervanging van krotwoningen
in de onmiddellijke nabijheid van haar
woningcomplex worden geplaatst,
waardoor het aanzien en de waarde
van hare woningen in niet geringe ma
te dreigt te worden geschaad.
Het was 'goed dat hierop nog even
door den heer Eikerbout speciaal de
aandacht werd gevestigd. Door den
Voorzitter, die tijdelijk wethouder
Mulder vervangt, konden wel geen be
vredigende toezeggingen worden ge
daan, maar B'. en W. zijn nu dan toch
gewaarschuwd.
De benoemingen liepen vlot van sta
pel. Een poging van de Soc.-Democra-
ten om den heer Schaap als lid van
ie plaatselijke schoolcommissie te. ver
vangen door den heer Verwey, had
geen succes.
Opnieuw kwamen een paar onder-
wijs-kwesties aan de orde. Bij de toe
kenning van vergoedingen voor boven-
.allige onderwijzers aan bijzondere
icholen, maakte de heer Zuidema er
bezwaar tegen, dat tengevolge van de
wijze waarop B. en W. de wet uitleg
gen, de U.L.O.-school aan de Hoogl.
Kerkgra.cht zich een vergoeding van
2860 ziet ontgaan. In tegenstelling
net B. en W. was hij van oordeel, dat
iet a'antal onderwijzers op 1 Januari
.924 beslissend wds en niet het gemid-
leld.e aantal onderwijzers over dit jaar
in 'het laatste geval toch zou een
schoolbestuur nooit weten waaraan
■tyet zich heeft te houden en zou het al-
fïjd achter de feiten aanloopen Dat
dit inderdaad het geval is blijkt wel
lit het feit, dat de Vereen, voor Chr.
Onderwijs, naar ons verzekerd werd,
aij de aanstelling nog wel overleg
pleegde met de afcL Onderwijs, zich een
'ubsidie van plm. 5000 zag ontgaan.
)mdat hem dit feit niet bekend was cn
lij niet over de juiste cijfers beschikte
;ag de heer Zuidema af van zijn plan
»m een amendement in te dienen, daar
iet anders tien schijn had alsof hij
'oor één bepaalde school het pleit voer-
ie. Ook de'ze zaak zal nu wel weer in
iooger be'roep worden beslist.
Omtrerit een andere schoolkwestie,
iet aanbrengen van centrale verwar
ming in een aantal R.-K. scholen, was
ie beslissing van de Kroon afgekomen
m Waren B. en W., zooals reeds in 1924
ii den Raad voorspeld werd, in het on-
;e).ijk gesteld.
De gemeente is volgens de Kroon
'/erplicht, hare medewerking te ver
eenen, maar B. en W., die deze uitgaaf
liet noodzakelijk achten, hadden er
>ets op gevonden, om de uitvoering
fan de plannen alsnog te verhinderen.
Nu werd daartegen door den Raad
weinig bezwaar gemaakt. De gemeente
nag niet noodeloos op kosten worden
jejaagd. Maar 't maakte wel een iet
wat vreemden indruk toen de heer
^ièmer meedeelde, dat het schoolbe
stuur met zijn aanvraag was geko
men, nadat het van gemeente-ambte
laren de schriftelijke verzekering had
ontvangen, dat gasverwarming goed-
sooper en voordeeliger zou zijn.
Waarschijnlijk heeft hier de bedoe
ling voorgezeten een groot-afneemster
foor de gasfabriek te krijgen, maar 't
is dan toch een zonderlinge wijze van
foorlichting.
Het was bij de behandeling van dit
laatste punt, dat de heeren Prof. Eerd-
mans en v. THamel in een onderling ge-
iprek de uitdrukking „jachthonden",
(dat zijn <ie besturen van de bijzondere
scholen) lieten ontvallen. Of de pacifi-
catie-id.ee ook ingang heeft gevonden
in den vrijheidsbond.
In Soc.-Dem. kringen neemt men
althans oogenschijnlijk een royaler
standpunt in. Meij wil gaarne aan een
loyale uitvoering van de wet meewer
ken. De wijze echter waarop de heer
Dubbeldeman zich tegenovei* den heer
Zuidema uitliet, wijst er wel op, dat
het nog niet van harte gaat. Wie op
kom voor de wettelijke rechten van
het Bijz. Onderwijs, wordt maar al te
gaarne voorgesteld als iemand die op
een handige wijze iets tracht binnen
te halen, waarop het B. O. geen recht
heeft.
De heer Heemskerk, houder van een
overzetveer in de Trekvliet, had suc
ces met zijn verzoek om een gemeen
telijk subsidie Hij krijgt wel niet de
gevraagde 290 maar een voorstel van
den heer Groeneveld om 150 te geven
werd na eenige bespreking aangeno
men.
Eveneens werd aangenomen een
voorstel van B. en W. om de renten
van een aantal bouwvoorschotten van
woningen tegen hun advies gebracht
van 6 op 5 pet. op .5% pet. te bepalen.
Het door den Raad genomen besluit
was inderdaad niet verstandig. B. en
W. hebb.en toegezegd, zoodra het noo-
dige geld tegen een lager rentetype te
krijgen is, ook met een voorstel tot
verdere verlaging te zullen komen.
Loopt men daarop vooruit, dan wordt
aan een bepaald aantal woningen een
toeslag gegeven, die zooals terecht
door den heer Zuidema werd opge
merkt, zeer willekeurig is; wordt er
iets in deze richting gedaan wat
straks wel noodig zal blijken dan
moet dat voor alle complexen gelden.
Dat de Soc.Dem. hierbij een poging
deden om B. en W. en allen die hun
verstandige politiek wenschten te vol
gen, bij de „waakhonden van de brand
kasten" in te deelen is te vanzelfspre
kend dan dat het afzonderlijke ver
melding zou verdienen.
In de avondvergadering rookte de
heer Schüller ,de interpellant van het
werk aan den Rijnsburgerweg, een lee-
lijke pijp. Door hem werd een voorstel
ling van zaken gegeven, die voor be
paalde gemeente-ambtenaren en ande
ren buitengewoon krenkend was.
Mocht men .den interpellant gelooven,
dan zou het daar een ware knoeiboel
zijn. Als verzachtende omstandigheid
kan hierbij worden aangevoerd, dat de
interpellant, die ongetwijfeld heeft ge
meend het gemeentebelang te dienen,
als spreektrompet van anderen dienst
deed.
Maar toch verdiet het toejuiching,
dat met name door de heeren Splinter
en Huurman op krachtige en rake wij
ze het onhoudbare van 's heeren
Schüller's bemoeiingen in het licht
werd gesteld.
Een voorstel om een comm. van on
derzoek te benoemen, werd daarna
met groote meerderheid verworpen. Op
welk peil deze interpellatie, waarin
de meest krasse beschuldigingen voor
kwamen stond, bleek wel daaruit, dat
Tan Soc.-Dem. zijde een Comm. van
onderzoek verdedigd werd met de op
merking, dat de beschuldigingen heel
goed onjuist konden zijn maar, dat het
toch nooit kwaad kon, een onderzoek
in te stellen. De Raad bleek gelukkig
verstandiger.
Na nog een onbeduidende interpel
latie van den heer Sijtsma werd de
vergadering, dje tot 's avonds laat
duurde, gesloten.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Zetten en Andelsf,
D. F. Keek te Garderen.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Schoonoord, cand. B.
Bouma te Koudum en cand. J. Offers
te Kampen.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Ds. M. E. v. d. Veen heeft Zondag
met een predicatie over 2 Cor. 4:7 af
scheid genomen van de Ned. Herv.
Gem. te Opende.
Ds. v. d. Veen stond ruim drie jaar
te Opende en gaat naar Langweer ^Fr.)
Na door Ds. B. G. C. Steenbeek van
Wierden met een predicatie over
Matth. 28 28b en 29a heeft Ds. G.
Lans, gekomen van Ouderkerk a. d.
IJsel, Zondag intrede gedaan hij de
Ned. Herv. Gem. te SuawoudeTiet-
jerk.
Na door Ds. M. B. Parlevliet, van
Enter te zijn bevestigd heeft Zondag
Ds. Joh. Jansen, gekomen van
IJmuiden intrede gedaan bij de Geref.
kerk van Wierden, waarbij Z.Eerw. tot
tekst had 1 Tim. 115a.
Ds. A. W; F e e n s t r a, predikant bij
de Ned. Herv. Gemeente van Ouden
hoorn, praeses van het Classicaal Be
stuur van Brielle, is voornemens Zon
dag 14 Maart as. afscheid te prediken
in zijn tegenwoordige gemeente om
den daaraanvolgende Zondag intree te
doen in zijii nieuwe gemeente Lollum
en Waaxens (cl. Franeker).
Ambtsjubilea.
De Ned. Herv. predikanten Ds. J. H.
Israels te Batenburg en Ds. H.» de
Groot te Emmen, alsmede Ds. A. C. de
Regt, predikant bij de Remonstrant-
sche gemeente te Groningen; Ds. R. J.
de Stoppelaar, predikant bij de Doops
gezinde gemeente te Warga, en Ds. L.
van Loon, predikant bij de Geref. kerk
van Scherpenzeel (G.), herdachten gis
teren hun 25-jarig ambtsvervulling.
Beroepbaar.
Door de classis Woerden is praep.
geëxamineerd en toegelaten om te
staan naar de bediening des W-ords
in de Geref. Kerken Cand. J. F. d e
Gier. Hij wenscht gaarne een even
tueel beroep in overweging te nemen.
Zijn adres is voortaan Burgwal 111
Kampen.,
Generale Synode Geref. Kerken.
Zooals wij gisteren r^eds meldden,
werd de Synode door Ds. H. W. La-
man van Assen geopend.
Aan zijn openingswoord is het vol
gende ontleend:
Er wordt gewacht op het woord, dat
hier door u als Synode gesproken zal
worden. Er is hoop en vrees in de
harten. En dje hoop en die vrees zijn
niet bij allen even gelijk. Wat de e.-n
zal hopen, dat zal de ander misschien
vreezen.
De zaak Dr. J. G. Geelkerken komt
hier aan <Je erde. Maar in deze ééne
zaak is een meervoud van zaken, wel
ke Spr. uit voorzichtgA-jid niet aan
duiden zal, omdat het uecer is, de pre
ciseering er van aan' de Synode over
te laten.
De Generale Synode van Leeuwar
den in 1920 staat ons nog levendig
voor de aandacht. De kraent van die
Synode is geweest haar groote eens
gezindheid. Door die eensgezindheid,
door haar imponeerende eenne.d van
gevoelen heelt zij toentertijd Kunnen
spreken haar stormstilLnd woord
Dat kan de Koning der Kern ook
nu weer aan ons .geven, dat we eens
gezind mogen zijn, dezeJde liefde heb
bende, van één gemoed en van één_
gevoelen zijnde, vooral ki die eene,
groote, allesbeheerschenae zaak, waar
om het hoogstwaarschijnlijk hier gaan
zal,
Daartoe kan Hij verlichten onze ver
standen en neigen onze harten. Doet
geen ding door twisting of ij dele eer,
maar door ootmoedigheid ackte de een
den ander uitnemender dan zichzelven.
Worde het u gegeven, dat ge u niet
door menschenvrce3 laat beheerschen,
want door menschen vrees wordt Gods
zaak niet gediend en worden ook geen
menschen oenouden. Wtai« men door
vrees behoudt, verliest men eindelijk
toch. Laten de vreeze Gods en de broe
derlijke liefde u leiden em besturen
in uw overleggen en besluiten. Wan
neer ge met een goede consciëntie
voor God uw bedachtzaam woord weet
te spreken, dan kome er, wat komt,
maar op 's Heeren tijd komt het te
recht.
Toen de discipelen waren in nood
der baren, riepen zij tot hun Meester.
Die weg staat ook nu nog voor ons
open.
De discipelen hebben gebedenHeere,
behoedt ons, wij vergaan.
En Hg zeide tot lien: Wat zijt gij
vreesachtig, gij kleingeloovigen?
Toen stond Hij op en bestrafte de
winden en de zee en er werd groote
stilte.
En de menschen verwonderden zich,
zeggende: Hoedanig een is deze, dat
ook de winden en de zee Hem ge
hoorzaam zjjn?
Het zou iets schoons en groots zjjn,
aldus Spr., indien d§ menschen zich
weer verwonderen konden, omdat er
ook nu een stormstillend woord gespro
ken werd; en deze geruchtmakende)
zaak veranderd werd in een verwonder
lijke stilte.
Wij mogen daarom vragen.
Onze God ontfermt zich op het gebed,
wanneer wij onzen nood en ellendig
heid maar recht gevoelen en Hem cfm
Zijn genade aanroepen, aldus .eindigde
spreker.
Hierop werd gezongen Psalm 65 5,
waarna Ds. Daman voorging in gebecr.
Mededeeling werd gedaan van een
ingekomen radio-telegram van den vol
genden inhoud.
Kerken Indië bidden Synode leldin^
des Heiligen Geestes toe bij oplossing
geschil zonder verbreking broederban
den met behoud belijdenis. Mede omdat
Kerken Indië en Zendingswerk hoogste
belang hebben bij ongebroken broeder
lijke gemeenschap Kerken Holland.
Voorts werd voorgelezen het volgend
telegram:
Wetende te spreken namens 1167 be
lijdende leden der Geref. Kerk van Am
sterdam-Zuid, bidden wjj U 's Heeren
onmisbaren zegen tce bij Uw beraad
slagingen en beslissingen. Wij vertrou
wen, overtuigd dat Dr. Geelkerken de
Geref. Belijdenis lief heeft en ten volle
aanvaardt, dat Uw vergadering onder
de leiding des Heiligen Geestes in alles
het recht en de waarheid naar den
eisch der liefde zal handhaven.
Het mederamen stelde hierop voor
een commissie te benoemen die zal ad-
viseeren over de prealabele kwestie der
bevoegdheid en of er gronden zijn om
op grond van de Kerkenorde de af
vaardiging van Noord-Holland te wra
ken, alsook over de kwestie of som
mige hoogleeraren als adviseurs kun
nen worden toegelaten.
In deze commissie werden benoemd:
Ds. J. J. Miedema, van Groningen, Ds.
J. P. Klaarhamer, Man Dokkum, Dr. K.
Dijk van Den Haag, Dr. J. Thijs, van
Meppel en de praeses qualitate qua.
En voorla ouderling A. Muys, van Rot
terdam, H. Veldhuis, van B.dum, H.
Schexfer, van Assem S. Brandsma, van
Middelburg en L. Hekman, van Schoo-
nebeek.
Gisteravond is de zitting der Gene
rale Synode voordgezet. Beraadslaagd
werd over het rapport, dat eerst van
daag gepubliceerd zal worden, betref
fende de formeele bevo.-gdn.id van de
Synode, n.l. of enkele leden der Synode
bevoegd zijn. Dit rapport, waarover in
den breede gediscusseerd is, werd aan
genomen.
Verder werd een commissie benoemd,
bestaande uit de predikanten Ds. van
Es van Leeuwarden, Ds. Heida van
Viaaraingen, Ds. Kunst van Arnhem,
Ds. Metering van Delfzijl, Ds. Milo van
Almelo en Dr. de Moor van Utrecht,
bijgestaan door vier ouderLngen en de
hoog leeraren Kuyper en Bouwman als
adviseurs, die heeft te onderzoeken, of
de kwestie Geelkerken terecht op deze
Synode is gebracht.
Hedenmiddag 2 uur zal deze com
missie rapport uitbrengen, waarna de
Synode zal worden voortgezet
J. Wedeven. f
Op 66-jarigen leertijd is te Hoogezand
overleden de heer J. Wedeven, oud-
schoolopziener in het arrondissement
Hoogezand, eerder hoofd eener Christ,
school te Aduard, die verschillende func
ties bekleedde op kerkelijk en politiek
gebied.
Eerbied voor de school.
In School life" vinden we, zegt het
„Hbla", de volgende uitlating van Ri
chard Yates, lid van het congres van
Illinois, die hier ook wel eens getoond
en overdacht mag worden, nu er van
eenige kanten smalend wordt gesproken
over „onderwijzersontwikkeling" door
menschen, die zeker buitengewoon
groote ontwikkeling te danken nebben
aan de grondslagen, die de school, de
heel erg gewone lagere school, met ziin
jammer genoeg te benepen opgeleide
leerkrachten hebben gelegd, tot voor
het geheele leven onverwoestbare fun
damenten van alle kennis.
„Wat een mensch werkelijk leert,
werkelijk weet, gaat nimmer verloren.
De dingen, die hij geleerd heeft, zijn als
een pijlkoker vol blinkende, scherpe
ujjlen, naar welke hij grijpen kan, als
hq, op een daarvoor gunstig en dag een
treffer wil afvuren od zijn doel^ Hij,
die weet ,hoe hij dat doen moet, is ae
held, de groote man, de geslaagde leider
van den dag.
AAN HET ZOEKLICHT.
I iden, 27 Januari 1926.
In „Het Volk" doet Prof Bonger een
boekje open over den leider van het
roode vakverbond, den heer Stenhuis.
't Is niet oninteressant.
Ik las daarin o.a., dat Prof. Bonger
den heer Stenhuis indertijd geluk-
wenschte met diens benoeming tot
voorzitter van het N.V.V. maar dat bij
er aan toevoegde, dat deze benoeming
zeker tien jaar te vroeg
kwam.
M.aw. Stenhuis was nog niet rijp
voor die taak. Hij miste de noodzake
lijke karaktereigenschappen. Hij be
gon te leiden, toen hij nog moest
1 e e r e n.
Wie een beetje meeleefde weet, dat
de practijk Prdf. Bonger in het gelijk
heeft gesteld.
Maar wat te zeggen van een organi
satie als het N.V.V., dat zulk een onnj-
pen demagoog tot voorzitter koos en
van de S.D.A.P., die dezen onrijpen ge
weldenaar, door Prof Bonger geka
rakteriseerd als een „demagogischen
huichelaar", op een vertrouwenspost
plaatste, eerst in de Eerste en daarna
in de Tweede Kamer?
OBSERVATOR.
Kennis komt hoofdzakelijk voort uit
onderwijs. Het schoolgebouw op don heu
vel staat daar gereed om den worden
den man, de wordende vrouw toe te
rusten voor dien dag. Daar komt de
jeugd aan, waaronder hij is, die eens
gouverneur van Illinois zal zjjn, mis
schien is hij op dit oogenblik 20 of
10 of 2 jaar ouü, maar hg is op komst,
zonder eenige twijfel zal hij komen, en
hq zal zeker onze gouverneur worden,
over 10 of 20 01 40 jaren; neem uw
hoed voor hem af. En ook is onder de
jeugd hij, die over 20 of^ 40 of 50
jaren onze president zal zijn. En ook
komt daar aan de jongen, die op een
dag in uw huis zal komen bij uw naard
en bij uw hart en die het dierbaarst,
•dat u bezit op de wereld van u weg
zal nemen: uw dochter.
Zoudt ge, als ge hem thans reeds
kondt leeren kennen tusschen de me
nigte, niet tot hem gaan en zeggen:
„Mqn zoon, laat mij u eens helpen".
Dank God, dat het middel daartoe
bestaat en dat middel is: geef de jeugd
goed onderwijs. Zoolang als ik leef, zal
ik alles doen wat ik kan voor goede
[scholen.
GEMENGD NIEUWS.
Onder den trein. Gisteren
met den sneltrein van 4.24 uit Eind
hoven, stapte de 19-jarigie M. J. P.
uit Weert, terwijl de trein nog in be
weging was, op 't station te Weert,
uit den trein. Zij kwam daarbij te val
len en geraakte onder de wielen.
De trein moest eerst worden op
getrokken, daar een der wielen op haar
rechterarm stond.
Dr. Peet eis verleende de eerste hulp
en bracht haar naar het Louisahuis
te Roermond.
Doodelqk ongeval. Gister
morgen te ongeveer 9 uur is het 7"
jarig zoontje van den heer H., spe
lende voor de R.K. schooi te Laren, on,
der een passeerenderi auto geraakt.
Deerlijk gekwetst werd het knaapje
naar de K.K. Ziekenverpleging ver
voerd, alwaar het spoedig aan ae be
komen verwondingen overleed. Den
chauffeur treft geen schuld.
De ontsnapte Duitschers.
Naar wij vernemen is het aan de beide
ontvluchte Duitschers gelukt m den
afgeloopen nacht in de omgeving van
Nieuweschans over de grens te komen.
Zij moeten zich in Beerta ieder van
een rijwiel hebben voorzien, ook al
weer door inbraak.
Een handig inbre ker. Naar
vermeld wordt nebben te Utrecht in
den laatsten tijd, en steeds in verschil
lende wijken der stad, insluipingen
plaats gehad, zonder der men den da
der kon pakken. Reeds een tiental ge
vallen deed zidh voor, waarbij in totaal
een bedrag van f500 gestolen werd.
Het is merkwaardig, dat alleen geld
wordt medegenomen en geen voorwet
pen van waarde, ook al liggen deze
vlak voor de hand.
FEUILLETON.
Kathlyn Barrington.
45)
En d© daad bij het woord voegende,
stapte ze uit en toen Ching en For
syth den stoel weer op de schouders
namen, liep ze gelijk met den laat
ste verder:.
„Vertel me nu eens alles Dick!"
Hij befc'on haar in groote trekken te
verhalen, wat er gebeurd was. Ze had
den den top van den heuvel bereikt en
nog vertelde bij. Ineens gaf Ching, die
vooraan liep, een zachten schreeuw,
om hen te waarschuwen.
„Wat is er?" vroeg Forsyth, eenigs-
«fcns angstig.
„Iemand vuur maken daar" en hij
wees voor hen uit. „Schijnen kamp
vuur."
Forsyth zag een klein, rood vuur
voor zich uit, terwijl in 't schijnsel van
dat vuur de omtrek van een tent zicht
baar werd.
„IWat kan dat zijn, Ching?"
„Ching niet weten. Kan zijn soldaten
van mandarijn; misschien niet. Niets
kunnen zeggen, eerst zien."
En stilstaande, tuurden ze alle drie
in de richting van 't kampvuur met
onheilspellende tent.
HOOFDSTUK XVIII.
Langs ongebaande wegen.
Na enkele minuten van gemeen
schappelijk overleg, bood Ching aan,
vooruit te gaan en polshoogte te ne
men. Forsyth keurde dit goed en toen
de Chinees in het donker verdwenen
was, stonden hij en Kathlyn hem nog
na te staren.
't Kunnen geen mannen van den
mandarijn zijn" zei Kathlyn. „want ik
hoorde, dat Li-Weng-Ho bevel gaf, dat
niemand in het gedeelte van het huis
mocht komen, waar mijn kamer was
en. Chineesche bedienden gehoorza
men slaafs. We hebben du9 heel wat
uurtjes voor ons, éér we vervolgd
worden."
„Ik hoop. dat 't zoo is, en zal 't geen
makkelijk zoeken worden voor hen;
want we hebben niet veel sporen na
gelaten. Li-Weng-Ho zal, met al de
middelen, die hem ten dienste staan,
toch nog wel eenigen tijd noodig heb
ben om op ons spoor te komen; tenzij
dat we 't ongeluk hebben iemand te
ontmoeten, die hem inlicht." Hij zweeg
een oogenblik en zei toen: „Je iei. dat
je gehoord had, dat Li-Weng-Ho een'
bevel had gegeven. Wanneer deed hij
dat?"
„Hoorde je het geluid van de gong?
vroeg Kathlyn.
„Ja het vervulde me met vreezen en
beven."
„Toen gaf hij het bevel. Ilr kwam
uit de kamer die hij voor mij had be
stemd en ontmoette hem voor de deur.
'k Schrok er vreeselijk van; want ik
wist niet, dat hij in huis was."'
„,Hij zal thuisgekomen zijn, terwijl
we met elkaar stonden te praten" zei
Forsyth. „We mogen van geluk spre
ken, dat hij ons toen niet verraste."
„Ja zeker. Maar toen ik hem zag,
verloor ik alle hoop. Ik wist niet, wat
ik moest doen en was wanhopig. Ik
wilde je waarschuwen, wist niet op
welke manier. Maar ik had mijn man
tel over den arm en die verborg mijn
handkoffertje en mijn schoenen en
toen hij bij me kwam, klaagde ik over
de warmte en zei ik van plan te zijn,
in den tuin te gaan wandelen.
Hij was blij, dat hij me kon verge
zellen en ik liep langzaam naar de ka
mer en praatte maar aldoor, om je te
waarschuwen in de hoop, dat je zou
ontvluchten. Ik was o zoo bang voor
je."
,En ik voor jou. Ik wilde niet weg
gaan en jou alleen laten met dien
slechten man. Hoe kon je er aan den
ken, dat ik weg zou gaan en jou al
leen laten, Kathlyn?"
„Ik geloof ook niet, dat ik dat wer
kelijk verwacht had" antwoordde ze.
„Maar toch wilde ik je daarvoor de
gelegenheid geven."
„Ja, dat begreep ik. Dat was, toen
je bij de deur wachtte?"
Terwijl hij sprak, voelde hij, hoe ze
plotseling rilde.
„Wat i9 er?" vroeg hij.
„O" fluisterde ze, „dat was een vree
selijk oogenblik. Ik moest nog aardig
en lief tegen dien glurenden en zoet
sappig lachenden man zijn. Hij legde
zijn vreeselijke hand op mijn schou
der. Ik had 'twel kunnen uitgillen
Maar inplaats daarvan lachte ik en
eindelijk ging ik de kamer binnen. Bij
den eersten oogopslag meende ik, dat
je weggegaan wa9. Toen zag ik je ach
ter het scherm en om te voorkomen
dat Li Weng Ho je zag, ging ik zoo
9taan, dat hij zijn rug naar jou keeren
moest. Ik begreep wel, dat jij vroeger
of later voor den dag zou komen en
daarom leidde ik het gesprek zóóda
nig, dat jij op het juiste oogenblik je
voordeel er mee kon doen. 't Is me ge
lukt, maar wat heb ik gevreesd en
gesidderd!"
„Je bent een moedig meisje" zei For
syth en kuste haar de hand.
„Volstrekt niet. De waarheid is, dat
ik erg bang was. Ik had het telkens
wel kunnen uitschreeuwen."
„Maar dat deed je niet' antwoordde
Forsyth, „en daarin heeft je moed de
vuurproef doorstaan. Mijn heele leven
zal ik trotsch op je zijn lieveling;
trotsch.ook op den moed, dien je toon
de in die hachelijke oogenblikken. Het
was prachtig."
„O, denk toch niet, dat ik zoo held
haftig ben, ik trilde van angst."
.Neen" protesteerde hij. „Neen, dat
je.
„Daar is Ching!" fluisterde Kathlyn
plotseling. Forsyth keek naar het
vuur. Tegen den glans van het kamp
vuur teekende zich den vorm af van
een man. Nauwkeurig keken ze toe,
wat gebeuren zou. Dat er gevaar dreig
de, vreesden zij niet; want dan zou
Ching zich niet vertoond hebben aan
de kampbewoners.
Twee mannen kwamen naar voren
en t geluid van stemmen drong tot hen
door. Vervolgens keerde Ching zich
om en liep in rechte richting op hen
toe. Kathlyn en Forsyth herademden
Toen Ching weer bij hen gekomen
was, zei Ching: Melaatschen.
(JVordt vervolgd).