NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 27 JANUARI 1926 TWEEDE BLAD. Op de Raadstribune. Voor de eerste maal in 1926 is Maan dag de Leidsche Gemeenteraad weer bijeengekomen. Na een kort hartelijk welkomstwoord van den voorzitter op even hartelijke wijze «'.oor 's Raads nestor den heer van Hamel beant woord, werden de werkzaamheden hervat. Onder de ingekomen stukken trok d eaandacht een adres van de bouw- vereeniging „Eensgezindheid", welke Vereen, de dupe dreigt te worden van hare inschikkelijkheid welke tengevol ge zal kunnen hebben, dat de wonin gen ter vervanging van krotwoningen in de onmiddellijke nabijheid van haar woningcomplex worden geplaatst, waardoor het aanzien en de waarde van hare woningen in niet geringe ma te dreigt te worden geschaad. Het was 'goed dat hierop nog even door den heer Eikerbout speciaal de aandacht werd gevestigd. Door den Voorzitter, die tijdelijk wethouder Mulder vervangt, konden wel geen be vredigende toezeggingen worden ge daan, maar B'. en W. zijn nu dan toch gewaarschuwd. De benoemingen liepen vlot van sta pel. Een poging van de Soc.-Democra- ten om den heer Schaap als lid van ie plaatselijke schoolcommissie te. ver vangen door den heer Verwey, had geen succes. Opnieuw kwamen een paar onder- wijs-kwesties aan de orde. Bij de toe kenning van vergoedingen voor boven- .allige onderwijzers aan bijzondere icholen, maakte de heer Zuidema er bezwaar tegen, dat tengevolge van de wijze waarop B. en W. de wet uitleg gen, de U.L.O.-school aan de Hoogl. Kerkgra.cht zich een vergoeding van 2860 ziet ontgaan. In tegenstelling net B. en W. was hij van oordeel, dat iet a'antal onderwijzers op 1 Januari .924 beslissend wds en niet het gemid- leld.e aantal onderwijzers over dit jaar in 'het laatste geval toch zou een schoolbestuur nooit weten waaraan ■tyet zich heeft te houden en zou het al- fïjd achter de feiten aanloopen Dat dit inderdaad het geval is blijkt wel lit het feit, dat de Vereen, voor Chr. Onderwijs, naar ons verzekerd werd, aij de aanstelling nog wel overleg pleegde met de afcL Onderwijs, zich een 'ubsidie van plm. 5000 zag ontgaan. )mdat hem dit feit niet bekend was cn lij niet over de juiste cijfers beschikte ;ag de heer Zuidema af van zijn plan »m een amendement in te dienen, daar iet anders tien schijn had alsof hij 'oor één bepaalde school het pleit voer- ie. Ook de'ze zaak zal nu wel weer in iooger be'roep worden beslist. Omtrerit een andere schoolkwestie, iet aanbrengen van centrale verwar ming in een aantal R.-K. scholen, was ie beslissing van de Kroon afgekomen m Waren B. en W., zooals reeds in 1924 ii den Raad voorspeld werd, in het on- ;e).ijk gesteld. De gemeente is volgens de Kroon '/erplicht, hare medewerking te ver eenen, maar B. en W., die deze uitgaaf liet noodzakelijk achten, hadden er >ets op gevonden, om de uitvoering fan de plannen alsnog te verhinderen. Nu werd daartegen door den Raad weinig bezwaar gemaakt. De gemeente nag niet noodeloos op kosten worden jejaagd. Maar 't maakte wel een iet wat vreemden indruk toen de heer ^ièmer meedeelde, dat het schoolbe stuur met zijn aanvraag was geko men, nadat het van gemeente-ambte laren de schriftelijke verzekering had ontvangen, dat gasverwarming goed- sooper en voordeeliger zou zijn. Waarschijnlijk heeft hier de bedoe ling voorgezeten een groot-afneemster foor de gasfabriek te krijgen, maar 't is dan toch een zonderlinge wijze van foorlichting. Het was bij de behandeling van dit laatste punt, dat de heeren Prof. Eerd- mans en v. THamel in een onderling ge- iprek de uitdrukking „jachthonden", (dat zijn <ie besturen van de bijzondere scholen) lieten ontvallen. Of de pacifi- catie-id.ee ook ingang heeft gevonden in den vrijheidsbond. In Soc.-Dem. kringen neemt men althans oogenschijnlijk een royaler standpunt in. Meij wil gaarne aan een loyale uitvoering van de wet meewer ken. De wijze echter waarop de heer Dubbeldeman zich tegenovei* den heer Zuidema uitliet, wijst er wel op, dat het nog niet van harte gaat. Wie op kom voor de wettelijke rechten van het Bijz. Onderwijs, wordt maar al te gaarne voorgesteld als iemand die op een handige wijze iets tracht binnen te halen, waarop het B. O. geen recht heeft. De heer Heemskerk, houder van een overzetveer in de Trekvliet, had suc ces met zijn verzoek om een gemeen telijk subsidie Hij krijgt wel niet de gevraagde 290 maar een voorstel van den heer Groeneveld om 150 te geven werd na eenige bespreking aangeno men. Eveneens werd aangenomen een voorstel van B. en W. om de renten van een aantal bouwvoorschotten van woningen tegen hun advies gebracht van 6 op 5 pet. op .5% pet. te bepalen. Het door den Raad genomen besluit was inderdaad niet verstandig. B. en W. hebb.en toegezegd, zoodra het noo- dige geld tegen een lager rentetype te krijgen is, ook met een voorstel tot verdere verlaging te zullen komen. Loopt men daarop vooruit, dan wordt aan een bepaald aantal woningen een toeslag gegeven, die zooals terecht door den heer Zuidema werd opge merkt, zeer willekeurig is; wordt er iets in deze richting gedaan wat straks wel noodig zal blijken dan moet dat voor alle complexen gelden. Dat de Soc.Dem. hierbij een poging deden om B. en W. en allen die hun verstandige politiek wenschten te vol gen, bij de „waakhonden van de brand kasten" in te deelen is te vanzelfspre kend dan dat het afzonderlijke ver melding zou verdienen. In de avondvergadering rookte de heer Schüller ,de interpellant van het werk aan den Rijnsburgerweg, een lee- lijke pijp. Door hem werd een voorstel ling van zaken gegeven, die voor be paalde gemeente-ambtenaren en ande ren buitengewoon krenkend was. Mocht men .den interpellant gelooven, dan zou het daar een ware knoeiboel zijn. Als verzachtende omstandigheid kan hierbij worden aangevoerd, dat de interpellant, die ongetwijfeld heeft ge meend het gemeentebelang te dienen, als spreektrompet van anderen dienst deed. Maar toch verdiet het toejuiching, dat met name door de heeren Splinter en Huurman op krachtige en rake wij ze het onhoudbare van 's heeren Schüller's bemoeiingen in het licht werd gesteld. Een voorstel om een comm. van on derzoek te benoemen, werd daarna met groote meerderheid verworpen. Op welk peil deze interpellatie, waarin de meest krasse beschuldigingen voor kwamen stond, bleek wel daaruit, dat Tan Soc.-Dem. zijde een Comm. van onderzoek verdedigd werd met de op merking, dat de beschuldigingen heel goed onjuist konden zijn maar, dat het toch nooit kwaad kon, een onderzoek in te stellen. De Raad bleek gelukkig verstandiger. Na nog een onbeduidende interpel latie van den heer Sijtsma werd de vergadering, dje tot 's avonds laat duurde, gesloten. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Zetten en Andelsf, D. F. Keek te Garderen. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Schoonoord, cand. B. Bouma te Koudum en cand. J. Offers te Kampen. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. M. E. v. d. Veen heeft Zondag met een predicatie over 2 Cor. 4:7 af scheid genomen van de Ned. Herv. Gem. te Opende. Ds. v. d. Veen stond ruim drie jaar te Opende en gaat naar Langweer ^Fr.) Na door Ds. B. G. C. Steenbeek van Wierden met een predicatie over Matth. 28 28b en 29a heeft Ds. G. Lans, gekomen van Ouderkerk a. d. IJsel, Zondag intrede gedaan hij de Ned. Herv. Gem. te SuawoudeTiet- jerk. Na door Ds. M. B. Parlevliet, van Enter te zijn bevestigd heeft Zondag Ds. Joh. Jansen, gekomen van IJmuiden intrede gedaan bij de Geref. kerk van Wierden, waarbij Z.Eerw. tot tekst had 1 Tim. 115a. Ds. A. W; F e e n s t r a, predikant bij de Ned. Herv. Gemeente van Ouden hoorn, praeses van het Classicaal Be stuur van Brielle, is voornemens Zon dag 14 Maart as. afscheid te prediken in zijn tegenwoordige gemeente om den daaraanvolgende Zondag intree te doen in zijii nieuwe gemeente Lollum en Waaxens (cl. Franeker). Ambtsjubilea. De Ned. Herv. predikanten Ds. J. H. Israels te Batenburg en Ds. H.» de Groot te Emmen, alsmede Ds. A. C. de Regt, predikant bij de Remonstrant- sche gemeente te Groningen; Ds. R. J. de Stoppelaar, predikant bij de Doops gezinde gemeente te Warga, en Ds. L. van Loon, predikant bij de Geref. kerk van Scherpenzeel (G.), herdachten gis teren hun 25-jarig ambtsvervulling. Beroepbaar. Door de classis Woerden is praep. geëxamineerd en toegelaten om te staan naar de bediening des W-ords in de Geref. Kerken Cand. J. F. d e Gier. Hij wenscht gaarne een even tueel beroep in overweging te nemen. Zijn adres is voortaan Burgwal 111 Kampen., Generale Synode Geref. Kerken. Zooals wij gisteren r^eds meldden, werd de Synode door Ds. H. W. La- man van Assen geopend. Aan zijn openingswoord is het vol gende ontleend: Er wordt gewacht op het woord, dat hier door u als Synode gesproken zal worden. Er is hoop en vrees in de harten. En dje hoop en die vrees zijn niet bij allen even gelijk. Wat de e.-n zal hopen, dat zal de ander misschien vreezen. De zaak Dr. J. G. Geelkerken komt hier aan <Je erde. Maar in deze ééne zaak is een meervoud van zaken, wel ke Spr. uit voorzichtgA-jid niet aan duiden zal, omdat het uecer is, de pre ciseering er van aan' de Synode over te laten. De Generale Synode van Leeuwar den in 1920 staat ons nog levendig voor de aandacht. De kraent van die Synode is geweest haar groote eens gezindheid. Door die eensgezindheid, door haar imponeerende eenne.d van gevoelen heelt zij toentertijd Kunnen spreken haar stormstilLnd woord Dat kan de Koning der Kern ook nu weer aan ons .geven, dat we eens gezind mogen zijn, dezeJde liefde heb bende, van één gemoed en van één_ gevoelen zijnde, vooral ki die eene, groote, allesbeheerschenae zaak, waar om het hoogstwaarschijnlijk hier gaan zal, Daartoe kan Hij verlichten onze ver standen en neigen onze harten. Doet geen ding door twisting of ij dele eer, maar door ootmoedigheid ackte de een den ander uitnemender dan zichzelven. Worde het u gegeven, dat ge u niet door menschenvrce3 laat beheerschen, want door menschen vrees wordt Gods zaak niet gediend en worden ook geen menschen oenouden. Wtai« men door vrees behoudt, verliest men eindelijk toch. Laten de vreeze Gods en de broe derlijke liefde u leiden em besturen in uw overleggen en besluiten. Wan neer ge met een goede consciëntie voor God uw bedachtzaam woord weet te spreken, dan kome er, wat komt, maar op 's Heeren tijd komt het te recht. Toen de discipelen waren in nood der baren, riepen zij tot hun Meester. Die weg staat ook nu nog voor ons open. De discipelen hebben gebedenHeere, behoedt ons, wij vergaan. En Hg zeide tot lien: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingeloovigen? Toen stond Hij op en bestrafte de winden en de zee en er werd groote stilte. En de menschen verwonderden zich, zeggende: Hoedanig een is deze, dat ook de winden en de zee Hem ge hoorzaam zjjn? Het zou iets schoons en groots zjjn, aldus Spr., indien d§ menschen zich weer verwonderen konden, omdat er ook nu een stormstillend woord gespro ken werd; en deze geruchtmakende) zaak veranderd werd in een verwonder lijke stilte. Wij mogen daarom vragen. Onze God ontfermt zich op het gebed, wanneer wij onzen nood en ellendig heid maar recht gevoelen en Hem cfm Zijn genade aanroepen, aldus .eindigde spreker. Hierop werd gezongen Psalm 65 5, waarna Ds. Daman voorging in gebecr. Mededeeling werd gedaan van een ingekomen radio-telegram van den vol genden inhoud. Kerken Indië bidden Synode leldin^ des Heiligen Geestes toe bij oplossing geschil zonder verbreking broederban den met behoud belijdenis. Mede omdat Kerken Indië en Zendingswerk hoogste belang hebben bij ongebroken broeder lijke gemeenschap Kerken Holland. Voorts werd voorgelezen het volgend telegram: Wetende te spreken namens 1167 be lijdende leden der Geref. Kerk van Am sterdam-Zuid, bidden wjj U 's Heeren onmisbaren zegen tce bij Uw beraad slagingen en beslissingen. Wij vertrou wen, overtuigd dat Dr. Geelkerken de Geref. Belijdenis lief heeft en ten volle aanvaardt, dat Uw vergadering onder de leiding des Heiligen Geestes in alles het recht en de waarheid naar den eisch der liefde zal handhaven. Het mederamen stelde hierop voor een commissie te benoemen die zal ad- viseeren over de prealabele kwestie der bevoegdheid en of er gronden zijn om op grond van de Kerkenorde de af vaardiging van Noord-Holland te wra ken, alsook over de kwestie of som mige hoogleeraren als adviseurs kun nen worden toegelaten. In deze commissie werden benoemd: Ds. J. J. Miedema, van Groningen, Ds. J. P. Klaarhamer, Man Dokkum, Dr. K. Dijk van Den Haag, Dr. J. Thijs, van Meppel en de praeses qualitate qua. En voorla ouderling A. Muys, van Rot terdam, H. Veldhuis, van B.dum, H. Schexfer, van Assem S. Brandsma, van Middelburg en L. Hekman, van Schoo- nebeek. Gisteravond is de zitting der Gene rale Synode voordgezet. Beraadslaagd werd over het rapport, dat eerst van daag gepubliceerd zal worden, betref fende de formeele bevo.-gdn.id van de Synode, n.l. of enkele leden der Synode bevoegd zijn. Dit rapport, waarover in den breede gediscusseerd is, werd aan genomen. Verder werd een commissie benoemd, bestaande uit de predikanten Ds. van Es van Leeuwarden, Ds. Heida van Viaaraingen, Ds. Kunst van Arnhem, Ds. Metering van Delfzijl, Ds. Milo van Almelo en Dr. de Moor van Utrecht, bijgestaan door vier ouderLngen en de hoog leeraren Kuyper en Bouwman als adviseurs, die heeft te onderzoeken, of de kwestie Geelkerken terecht op deze Synode is gebracht. Hedenmiddag 2 uur zal deze com missie rapport uitbrengen, waarna de Synode zal worden voortgezet J. Wedeven. f Op 66-jarigen leertijd is te Hoogezand overleden de heer J. Wedeven, oud- schoolopziener in het arrondissement Hoogezand, eerder hoofd eener Christ, school te Aduard, die verschillende func ties bekleedde op kerkelijk en politiek gebied. Eerbied voor de school. In School life" vinden we, zegt het „Hbla", de volgende uitlating van Ri chard Yates, lid van het congres van Illinois, die hier ook wel eens getoond en overdacht mag worden, nu er van eenige kanten smalend wordt gesproken over „onderwijzersontwikkeling" door menschen, die zeker buitengewoon groote ontwikkeling te danken nebben aan de grondslagen, die de school, de heel erg gewone lagere school, met ziin jammer genoeg te benepen opgeleide leerkrachten hebben gelegd, tot voor het geheele leven onverwoestbare fun damenten van alle kennis. „Wat een mensch werkelijk leert, werkelijk weet, gaat nimmer verloren. De dingen, die hij geleerd heeft, zijn als een pijlkoker vol blinkende, scherpe ujjlen, naar welke hij grijpen kan, als hq, op een daarvoor gunstig en dag een treffer wil afvuren od zijn doel^ Hij, die weet ,hoe hij dat doen moet, is ae held, de groote man, de geslaagde leider van den dag. AAN HET ZOEKLICHT. I iden, 27 Januari 1926. In „Het Volk" doet Prof Bonger een boekje open over den leider van het roode vakverbond, den heer Stenhuis. 't Is niet oninteressant. Ik las daarin o.a., dat Prof. Bonger den heer Stenhuis indertijd geluk- wenschte met diens benoeming tot voorzitter van het N.V.V. maar dat bij er aan toevoegde, dat deze benoeming zeker tien jaar te vroeg kwam. M.aw. Stenhuis was nog niet rijp voor die taak. Hij miste de noodzake lijke karaktereigenschappen. Hij be gon te leiden, toen hij nog moest 1 e e r e n. Wie een beetje meeleefde weet, dat de practijk Prdf. Bonger in het gelijk heeft gesteld. Maar wat te zeggen van een organi satie als het N.V.V., dat zulk een onnj- pen demagoog tot voorzitter koos en van de S.D.A.P., die dezen onrijpen ge weldenaar, door Prof Bonger geka rakteriseerd als een „demagogischen huichelaar", op een vertrouwenspost plaatste, eerst in de Eerste en daarna in de Tweede Kamer? OBSERVATOR. Kennis komt hoofdzakelijk voort uit onderwijs. Het schoolgebouw op don heu vel staat daar gereed om den worden den man, de wordende vrouw toe te rusten voor dien dag. Daar komt de jeugd aan, waaronder hij is, die eens gouverneur van Illinois zal zjjn, mis schien is hij op dit oogenblik 20 of 10 of 2 jaar ouü, maar hg is op komst, zonder eenige twijfel zal hij komen, en hq zal zeker onze gouverneur worden, over 10 of 20 01 40 jaren; neem uw hoed voor hem af. En ook is onder de jeugd hij, die over 20 of^ 40 of 50 jaren onze president zal zijn. En ook komt daar aan de jongen, die op een dag in uw huis zal komen bij uw naard en bij uw hart en die het dierbaarst, •dat u bezit op de wereld van u weg zal nemen: uw dochter. Zoudt ge, als ge hem thans reeds kondt leeren kennen tusschen de me nigte, niet tot hem gaan en zeggen: „Mqn zoon, laat mij u eens helpen". Dank God, dat het middel daartoe bestaat en dat middel is: geef de jeugd goed onderwijs. Zoolang als ik leef, zal ik alles doen wat ik kan voor goede [scholen. GEMENGD NIEUWS. Onder den trein. Gisteren met den sneltrein van 4.24 uit Eind hoven, stapte de 19-jarigie M. J. P. uit Weert, terwijl de trein nog in be weging was, op 't station te Weert, uit den trein. Zij kwam daarbij te val len en geraakte onder de wielen. De trein moest eerst worden op getrokken, daar een der wielen op haar rechterarm stond. Dr. Peet eis verleende de eerste hulp en bracht haar naar het Louisahuis te Roermond. Doodelqk ongeval. Gister morgen te ongeveer 9 uur is het 7" jarig zoontje van den heer H., spe lende voor de R.K. schooi te Laren, on, der een passeerenderi auto geraakt. Deerlijk gekwetst werd het knaapje naar de K.K. Ziekenverpleging ver voerd, alwaar het spoedig aan ae be komen verwondingen overleed. Den chauffeur treft geen schuld. De ontsnapte Duitschers. Naar wij vernemen is het aan de beide ontvluchte Duitschers gelukt m den afgeloopen nacht in de omgeving van Nieuweschans over de grens te komen. Zij moeten zich in Beerta ieder van een rijwiel hebben voorzien, ook al weer door inbraak. Een handig inbre ker. Naar vermeld wordt nebben te Utrecht in den laatsten tijd, en steeds in verschil lende wijken der stad, insluipingen plaats gehad, zonder der men den da der kon pakken. Reeds een tiental ge vallen deed zidh voor, waarbij in totaal een bedrag van f500 gestolen werd. Het is merkwaardig, dat alleen geld wordt medegenomen en geen voorwet pen van waarde, ook al liggen deze vlak voor de hand. FEUILLETON. Kathlyn Barrington. 45) En d© daad bij het woord voegende, stapte ze uit en toen Ching en For syth den stoel weer op de schouders namen, liep ze gelijk met den laat ste verder:. „Vertel me nu eens alles Dick!" Hij befc'on haar in groote trekken te verhalen, wat er gebeurd was. Ze had den den top van den heuvel bereikt en nog vertelde bij. Ineens gaf Ching, die vooraan liep, een zachten schreeuw, om hen te waarschuwen. „Wat is er?" vroeg Forsyth, eenigs- «fcns angstig. „Iemand vuur maken daar" en hij wees voor hen uit. „Schijnen kamp vuur." Forsyth zag een klein, rood vuur voor zich uit, terwijl in 't schijnsel van dat vuur de omtrek van een tent zicht baar werd. „IWat kan dat zijn, Ching?" „Ching niet weten. Kan zijn soldaten van mandarijn; misschien niet. Niets kunnen zeggen, eerst zien." En stilstaande, tuurden ze alle drie in de richting van 't kampvuur met onheilspellende tent. HOOFDSTUK XVIII. Langs ongebaande wegen. Na enkele minuten van gemeen schappelijk overleg, bood Ching aan, vooruit te gaan en polshoogte te ne men. Forsyth keurde dit goed en toen de Chinees in het donker verdwenen was, stonden hij en Kathlyn hem nog na te staren. 't Kunnen geen mannen van den mandarijn zijn" zei Kathlyn. „want ik hoorde, dat Li-Weng-Ho bevel gaf, dat niemand in het gedeelte van het huis mocht komen, waar mijn kamer was en. Chineesche bedienden gehoorza men slaafs. We hebben du9 heel wat uurtjes voor ons, éér we vervolgd worden." „Ik hoop. dat 't zoo is, en zal 't geen makkelijk zoeken worden voor hen; want we hebben niet veel sporen na gelaten. Li-Weng-Ho zal, met al de middelen, die hem ten dienste staan, toch nog wel eenigen tijd noodig heb ben om op ons spoor te komen; tenzij dat we 't ongeluk hebben iemand te ontmoeten, die hem inlicht." Hij zweeg een oogenblik en zei toen: „Je iei. dat je gehoord had, dat Li-Weng-Ho een' bevel had gegeven. Wanneer deed hij dat?" „Hoorde je het geluid van de gong? vroeg Kathlyn. „Ja het vervulde me met vreezen en beven." „Toen gaf hij het bevel. Ilr kwam uit de kamer die hij voor mij had be stemd en ontmoette hem voor de deur. 'k Schrok er vreeselijk van; want ik wist niet, dat hij in huis was."' „,Hij zal thuisgekomen zijn, terwijl we met elkaar stonden te praten" zei Forsyth. „We mogen van geluk spre ken, dat hij ons toen niet verraste." „Ja zeker. Maar toen ik hem zag, verloor ik alle hoop. Ik wist niet, wat ik moest doen en was wanhopig. Ik wilde je waarschuwen, wist niet op welke manier. Maar ik had mijn man tel over den arm en die verborg mijn handkoffertje en mijn schoenen en toen hij bij me kwam, klaagde ik over de warmte en zei ik van plan te zijn, in den tuin te gaan wandelen. Hij was blij, dat hij me kon verge zellen en ik liep langzaam naar de ka mer en praatte maar aldoor, om je te waarschuwen in de hoop, dat je zou ontvluchten. Ik was o zoo bang voor je." ,En ik voor jou. Ik wilde niet weg gaan en jou alleen laten met dien slechten man. Hoe kon je er aan den ken, dat ik weg zou gaan en jou al leen laten, Kathlyn?" „Ik geloof ook niet, dat ik dat wer kelijk verwacht had" antwoordde ze. „Maar toch wilde ik je daarvoor de gelegenheid geven." „Ja, dat begreep ik. Dat was, toen je bij de deur wachtte?" Terwijl hij sprak, voelde hij, hoe ze plotseling rilde. „Wat i9 er?" vroeg hij. „O" fluisterde ze, „dat was een vree selijk oogenblik. Ik moest nog aardig en lief tegen dien glurenden en zoet sappig lachenden man zijn. Hij legde zijn vreeselijke hand op mijn schou der. Ik had 'twel kunnen uitgillen Maar inplaats daarvan lachte ik en eindelijk ging ik de kamer binnen. Bij den eersten oogopslag meende ik, dat je weggegaan wa9. Toen zag ik je ach ter het scherm en om te voorkomen dat Li Weng Ho je zag, ging ik zoo 9taan, dat hij zijn rug naar jou keeren moest. Ik begreep wel, dat jij vroeger of later voor den dag zou komen en daarom leidde ik het gesprek zóóda nig, dat jij op het juiste oogenblik je voordeel er mee kon doen. 't Is me ge lukt, maar wat heb ik gevreesd en gesidderd!" „Je bent een moedig meisje" zei For syth en kuste haar de hand. „Volstrekt niet. De waarheid is, dat ik erg bang was. Ik had het telkens wel kunnen uitschreeuwen." „Maar dat deed je niet' antwoordde Forsyth, „en daarin heeft je moed de vuurproef doorstaan. Mijn heele leven zal ik trotsch op je zijn lieveling; trotsch.ook op den moed, dien je toon de in die hachelijke oogenblikken. Het was prachtig." „O, denk toch niet, dat ik zoo held haftig ben, ik trilde van angst." .Neen" protesteerde hij. „Neen, dat je. „Daar is Ching!" fluisterde Kathlyn plotseling. Forsyth keek naar het vuur. Tegen den glans van het kamp vuur teekende zich den vorm af van een man. Nauwkeurig keken ze toe, wat gebeuren zou. Dat er gevaar dreig de, vreesden zij niet; want dan zou Ching zich niet vertoond hebben aan de kampbewoners. Twee mannen kwamen naar voren en t geluid van stemmen drong tot hen door. Vervolgens keerde Ching zich om en liep in rechte richting op hen toe. Kathlyn en Forsyth herademden Toen Ching weer bij hen gekomen was, zei Ching: Melaatschen. (JVordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5