NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 18 JANUARI 1926 TWEEDE BLAD. WAT OE Mil Oil ZËGGEN. De kabinetscrisis. Wij lezen in de (R.K.) „Maasbode": Wat de laatste dagen meer en meer waarschijnlijk werd, is geschied. Dr. De Visser heeft thans oficieel kennis gegeven, dat zijn poging tot vorming van wat hij noemde een zelfstandig rechtsoh kabinet (maar dat, gezien de onderhandelingen van de ministers met de fracties, in wezen niets anders zou zijn dan een parlementair kabi net) voor de tweede maal mislukt is Thans zal hij, de christelijk-histori- sche leider, gegeven de hem verleende ruime opdracht, trachten een extra parlementair kabinet te vormen, waar mede we de vierde phase der zoo lang durige crisis zijn ingetreden. .Verwondering behQeft deze misluk king niet te baren na hetgeen sedert 1 Januari is geschied en uit tal van berichten bekend geworden. Wij weten toch, dat er voor de continuatie van het demissionaire kabinet tusschen den formateur en de ministers een ba sis was gevonden in den vorm van 'n combinatie van gezantschappen, hetzij dan Bern-Rome of Weenen-Rome. Dat die combinatie een zeer groote tege moetkoming in 's lands belang van de zijde der Katholieken beteekende, be hoeven 'we niet aan te toonen. Ook lag voor de hand, dat minister Colijn over dit onderdeel van zijn program nog wel eens afzonderlijk het oordeel van de R. K en A. R. Kamerfracties zou willen weten. Het gevolg was, dat bel de fracties daarover vergaderden en op haar beurt waarborgen vroegen van de Christelijk Historische fractie, dat lij, niettegenstaande hun leider het voorstelde, er mee instemde. Had met name de R. K. Kamerfrac tie dat niet gedaan, dan zou men even- ter zijn geweest als vóór 11 November )oen ook de christelijk-historischen lich ten opzichte van het gezantschap vrijheid had voorbehouden. De kans jlleof toen bestaan, dat het voorstel we-, der verworpen zou worden. Een spe>- lulatie op een mogelijk gewijzigd in zicht van den Vrijheidsbond was in de len niet geoorloofd. Voor het vragen van dezen waar borg was te meer reden, omdat in de ehristelijk-historische pers met uit zondering van „de Nederlander" die op dit punt onder strenge censuur van dr. de Visser schijnt te staan een dergelijke oplossing een gang naar Ca- flossa werd genoemd, een verloocho Hing van de beginselen. Voor het compromis-voorstel moest een meerderheid zijn in de coalitie A's er stemming over gevraagd zou worden, moest men kunnen rekenen op de hulp der christelijk historischen zij het dan ook, dat zij dien steun al leen gaven om de coalitie in stand te tiouden Desnoods zouden zij dit open lijk kunnen verklaren, evenals zij het hadden kunnen doen na de verklaring van mr. Marchant vóór de stemming op 11 November, Dat ie, logisch geredeneerd, toch wel het minste wat men vergen kon, ge zien het feit, dat het compromis-voor stel uitging van hun leider dr. de Vis ser en dat twee van hun voormannen zitting hebben in het ministerie, het welk het voorstelde. Dat de R. K Kamerfractie die waar borgen niet gekregen heeft en dat daardoor de oplossing van de crisis is mislukt, verwondert ons niet. Na dan gewezen te hebben op enkele (uitlatingen van den heer Krijger, n.l. dat de overigens gewenschte samen werking niet opnieuw mag worden verkregen voor den prijs dien de Room •chen wenschten, vervolgt het blad: „Wanneer de ehristelijk-historische fractie een staatsman in haar gelede ren had als mr. Heemskerk, zou ze spoedig haar vergisisng inzien; nu zal eerst een crisis in de eigen partij de oplossing kunnen brengen. Dr. de Visser achten we op grond van den weinigen invloed, dien hij in eigen partij blijkt te hebben en na het mislukken van zijn beide pogingen tot vorming van een kabinet, niet den aangewezen man om nu een extra par lementair kabinet te vormen. Op goe de gronden mag verondersteld worden dat hij zal zoeken in rechtsch conser vatieve richiing. Iets anders kan van hem, gezien zijn verleden, niet ver wacht worden. Steun voor een derge lijk kabinet is bij de samenstelling van de Kamer niet in voldoende mate te vinden. Nog enkele dagen en het record van de ministerieele crisis van 73 dagen na de verwerping van de vlootwet is geslagen" .,Dat door het mislukken van de po ging aan de coalitie een nieuwe slag is toegebracht, behoeven we niet uit een te zetten Wat we op 11 November schreven herhalen we nogmaals: .,we zien 'deze niet spoedig hersteld." Het „Utrechtsch Dagblad" (lib.) com mentarieert het nieuwste nieuws over de crisis als volgt: Men behoeft niet ervaren te zijn in d*e taal van het koffiedik, om aan het extra-parlementair kabinet, dat thans in de maak komt, een uiterst kort le ven te voorspellen. Wij hebben het nimmer verborgen gehouden, dat wij het gevallen Kamer votum een daad van onverstand en van gemis van deferentie jegens het Vaticaan hebben geacht. Maar de vraag doet zich voor, de daadwerke lijke vraag: Is regeeren met het ge zantschap thans mogelijk? Zal er een Kamermeerderheid te vinden zijn die het gevallen votum geheel of gedeel telijk (accrediteerking) herroept? Wij twijfelen daar aan. Wij gelooven niet dat de huidige Kamermeerderheid den moed en het verstand zal toonen, van hare paden terug te keeren. Een re- geerkrachtig extra-parlementair Kabi net zal dus door de macht der feiten gedwongen zijn, eenig voorstel tot handhaving van het gezantschap ach terwege te laten Maar tevens zal het, wil 't kans van leven hebben zich min of meer gevangen moeten geven aan de wenschen van vrijzinnig- en soci aal-democraten. En die groepen zullen niet gemakkelijk zijn! Wij hebben eerbied voor den moed en de hardnekkigheid, waarmede dr. de Visser zijn bovenmenschelijke zwa re taak verricht."*Maar vreezen dat 't verraad van -christeDijk-historischen en Vrijheidsbond aan het Kabinet- Colijn tot uiterst gevolg zal hebben 'n ministerie dat de gevangene is van anti-papistisme en democratie. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Bedankt: Voor Vlaardingen, H. J. van Schuppen te Groot-Ammers. Voor Zegveld* 0. J. Six Dijkstra te yer Aa. GEREF. KERKEN. B e d a| n k tVoor Zwartsluis, H. Steen te Zoutkamp. GEREF. GEMEENTEN. Tweetal: Te Rotterdam, D. 0. Over duin te Giessendam en A. Verhagen te Middelburg. Bevestiging, Intrede, Ai scheid. De bevestiging van Ds. G. R. K u y - per, van Haarlem bn de Geref. Kerk van Den Haag-Oost, zal Zondag 21 Febr. a.s., nam. te 5 uur, in de Westerkerk plaats hebben. De intrede «heeft Woans dag 24 Febr. d.a.v. in hetzelfde kerk gebouw plaats. Bevestiger is de oudste predikant van 's Gravenhage-Oost, Ds. D. Ringnalda. Ds. L. J. Allaart hoopt Zondag 7 Maart a.s. van de Geref. Kerk van Rozenburg afscheid te nemen en Zondag 14 Maart d.a.v. intrede te doen te ïïil- legersfcerg-Terbregge, na bevestiging door Ds. T. J. Hagen van Delft. Met een predicatie over Openb. 3 vers 18b heeft Ds. J. H. Sillevis Smitt afscheid genomen van de Geref. Kerk van Laren, na haar 21/2 jaar te hebben gediend. G. C. J. Schroder f In den ouderdom van 62 jaar is te Soekaboemi overleden de heer C. C. J. Schroder, oud hulpprediker N.O.I. en cud-director der Nederlandsche Zen- dingsvereeniging. Belangrijke beslissing. Bij Kon. Besluit van 14 December is een belangrijke principieele beslissing gevallen in een,geschil tusschen den raad van Amsterdam en de vereeniging voor L. 0. op Geref. Grondslag. Dit geschil gold de vraag, of volgens art. 73 en 74 der Lager-onderwpswet voor aanschaffing van schooimeubelen, niet gepaard gaande met verbouwing, 15 pet van het door de gemeente te verstrek ken kapitaal als waarborgsom in de ge meentekas moet worden gestort. Ged. Staten hadden zich in beroep geschaard aan fce zijde van het gemeentebestuur. Het schoolbestuur ging van deze beschik king in beroep. Bij Kon. Besluit is thans overwogen, dat art. 73, derde lid, laatste zinsnede bepaalt, dat bij de aanvrage' om gelden wordt overgelegd een verklaring, waar bij (de instelling of vereeniging zich ver bindt, om, voordat met den verbouw wordt aangevangen, als waarborgsom 'n bedrag, gelijkstaande met 15 pet van. de veroouwingsKosten, in de gemeen ie- kas te storten. Onder verbouwingskosten zqn volgens art. 74, eerste lid, onder meer begrepen de kosten van eerste in richting met inbegrip van de schóól- meubelen. Hieruit volgt, dat siecnts dan een waarborgsom bij aanschaxfing van schooimeubelen is vereisclit, wanneer die meubelen onder de eerste inrichting zijn begrepen. Deze eisoh geidt dus niet bij de aanschaffing van nieuwe school meubelen ter vervanging of uitbreiding van de bestaande Nu dit laatste hier het geval is aldus het K011. Besluit ne b oen der halve de raad van Amsterdam en in beroep Ged. Staten ten onrechte beslist. Het raadsbesluit van Amsterdam is dus vernietigd, met bepaling, dat de geleen nog beschikbaar moeten gesteld. STADSNIEUWS. Het bestratingswerk van den Rijnsburgerweg. In de Raadsvergadering van 30 Nov. werden door den heer Schüller aan B. en W, een 5-tal vragen gericht omtrent het bestratingswerk aan den Rijnsbur- gerweg. Naar aanleiding daarvan hebben B. en W. thans de volgende nota aan den gemeenteraad doen toekomen: In verband met de door interpellant nader verstrekte schriftelijke toelich tingen, verdient het voor een goed over zicht aanbeveling de behandeling van de vragen en de toelichting samen te vatten, hetgeen hieronder is geschied. Vraag 1. Het uitvoeren van alle bestratingswerken, noodig in verband met de verbreeding van den Rijnsbur gerweg over het wegvak Poelbrug (Lei den)Deutzstraat (Oegstgeest), is be schreven in bestek No. 10, dienst 1925, volgens welk bestek op 24 Maart 1925 een openbare aanbesteding plaats had, waarna het werk is gegund aan den aannemer A. Verhagen te Made. Deze aannemer is dus hoofdaannemer, ook van de bestratingswerken. Hij heeft echter de eigenlijke bestratingswerken weder uitbesteed aan een specialen on deraannemer van bestratingswerken, nadat de voordracht daartoe overeen komstig 33 van het bestek door de Directie was goedgekeurd. Hoe de hoofdaannemer komt tot de keuze van zijne onderaannemers ten aanzien waarvan de gemeentelijke bestekken niet voorschrijven, dat zij Leidsche ingezetenen moeten zijn, in tegenstelling met hetgeen in den regel voor de werklieden geldt is een kwestie, die de Directie feitelijk niet aangaat. Zooals steeds gebruikelijk, voert de aannemer de desbetreffende onderhan delingen geheel buiten de Directie om. Heeft hij eenmaal zijn keuze bepaald, dan verzoekt hij aan de Directie de nadere goedkeuring, welke indien te gen den voorgedragen onderaannemer geen bepaalde bezwaren bestaan, door gaans wordt verleend, zooals ook ge schiedde in het onderhavige geval, toen werd voorgedragen de heer Spie renburg, een bekend groot aannemer van bestratingswerken uit Rotterdam. De nadere vraag uit de toeliching, waarom de heer Verhoeven uit Leiden in dezen als onderaannemer werd ge passeerd, kan dus verder buiten be- scllouwing blijven, als gaande zulks de Gemeente niet aan. Overigens zij opgemerkt, dat bedoel de Verhoeven meer bekend staat als „straatmaker", die wel eens bestra tingswerkjes aanneemt, al of niet in combinatie met anderen doch in den regel dat zelf meewerkt. Als een geschikt en voldoende gegoed aanne mer van zeer omvangrijke bestratings werken (zooals in het onderhavige ge val, waar alleen reeds aan straatklin kers 1.500.000 stuks eenige malen moeten worden verwerkt en waartoe gedurende geruimen tijd een flink aau- tal straatmakers in dienst moet wor den genomen, met alles wat daaraan vastzit) kan bij bezwaarlijk worden beschouwd. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de aannemer Verbagen er ook zoo over heeft gedacht. Vraag 2. Omstreeks 15 Juni 1925 verzocht de Directie den aannemer, in verband met den stand der werkzaam heden, spoedig eenige bekwame straat makers aan het werk te zetten, om in bet belang wan bet verkeer e-m be gin te maken met bet aanbieti6«.n van de tegeltrottoirs en rijwielpaden. Op Maandag 22 Juni d.a.v. zijn- 2 Rol r- damsche straatmakers verschenen De aannemer deelde mede, dat bekwame Leidsche straatmakers op dat oocen- blik niet beschikbaar waren. Bij onuer- zoek door de Dir. bleek dan ook, dat op het tijdstip, dat de aannemer de straatmakers moest aannemen, slechts 1 Leidsche straatmaker als werkloos bij de Arbeidsbéurs stond ingeschre ven, van wien dan nog betwijfeld werd, of bij voor dit werk (banden stellen en tegels leggen) de vereischte bekwaamheid bezat. In verband daarmede heeft de Direc tie toen gemeend toe te moeten laten, dat de 2 Rotterdammers, van wie de aannemer verzekerde, dat het zeer be kwame vaklieden waren (hetgeen de Directie ook al spoedig bleek), voorloo- pig aan het werk gingen, waarbij even wel den aannemer werd opgedragen om, zoodra binnenkort meer straatma kers benoodigd zouden zijn, daarvoor in de eerste plaats naar geschikte Leidsche werkkrachten om te zien. Op 26 Juni d.a.v. meldde zich bij den Adjunct-Directeur van Gemeentewer ken een tweetal Leidsche straatma kers aan, met bet verzoek om aan den Rijnsburgerweg te werk te worden ge steld, zich daarbij op de besteksbepa lingen beroepende. Een van hen (de Ridder) stond sinds 24 Juni als werk loos ingeschreven; de ander (Verhoe ven, dezelfde als bedoeld in het ant woord op vraag 1) had nog werk, maar zou op Maandag 29 Juni d.a.v. beschik baar komen. Hun is daarop in overwe ging gegeven zich bij den aannemer aan te melden, onder mededeeling ech ter, dat in verband met den stand der werkzaamheden het aantal tewerkge stelde straatmakers voorshands nog niet kon worden uitgebreid. Daarop gaven de Leidenaars te ken nen, dat zij het tariefloon, waarop de beide Rotterdammers aan het werk waren (zijnde 0.20 per M.2 trottoir band leggen of per M.2 tegel- of klin kerbestrating aanbrengen) te laag von den, terwijl zij verzochten die 2 Rot terdammers zoo spoedig mogelijk door hen te vervangen. Tot inwilliging van dat verzoek heeft de Adjunct-Directeur van Ge meentewerken zich niet aanstonds be reid verklaard, uit overweging, dat bet niet aanging om buiten de stad wo nende werklieden die aanvankelijk AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 18 Januari 1920. De Leidsche Communisten en Socia listen, die de beboeftigen wilden red den uit „de klauwen van de particu liere liefdadigheid" maken 9chool De heer Braat verlangde in zijn be kende vragen toch niet meer of min der dan dat de regeering de slachtof fers van den watersnood uit de han den van de particuliere liefdadigheid zou redden. Gelukkig is de regeering zoo verstan dig geweest te antwoorden, dat zij er niet aan denkt, om, waar het leed dat aan vele landgenooten overkomen is door de natie als gezamenlijk leed is gevoeld, die uitingen van het natio naal saamhoorigheidsbesef te dooden. Zeer verstandige taal. Als 't niet anders kan moet bet Rijk bijspringen. Maar eerst is het woord aan ons volk, dat zich gelukkig niet onbe tuigd laat. Er is echter nog veel noodig. Worde niet vergeten, dat met het dalen van de temperatuur, de nood s t ij g t en dus ook de bijdragen bebooren te stij gen. •OBSERVATOR. te werk zijn gesteld, omdat geschikte Leidsche werklieden toen niet beschik baar waren zoo maar voetstoots te doen ontslaan, zoodra Leidenaars zicli aanmeldden. Bovendien deed zich hier voor de kwestie van al dan niet „overvraging volgens 43 van het bestek toch behoe ven door den aannemer of eventueel e onderaannemers ongeschikte, onwilli ge of overvragende Leidsche werklie den, een en ander ter beoordeeling van de Directie, nimmer in dienst te worden genomen of gehouden. De 2 Leidenaars vonden het tarief van f 0.20 te laag en eisebten f 0.23. De aannemer verklaarde uitdrukkelijk laatstbedoeld tarief in geen geval te willen betalen, daar bij het lagere ta rief een ruim weekloon kon women verdiend. Waar de Directie inderdaad bleek, dat de 2 Rotterdamsche straat makers bij bet verrichten van goe'i werk en in den normalen arbeidstijd een weekloon konden verdienen v«r.i» f 50 a f 60 hierin het loon van den helper niet begrepen), achtte zij uiter aard geen termen aanwezig om teger het door den aannemer aangeboden tarief bezwaar te maken. Intusscben richtte de Directie op 2 Juli 1925 tot den aannemer een schrij ven, waarin hem nogmaals werd ver zocht, om de inmiddels aan de Ar beidsbeurs als werkloos ingeschreven Leidsche straatmakers zoo spoedig mogelijk te werk te stellen, onder mede deeling, dat -y—-- -ulks uiterlijk op 13 Juli niet mocht zijn geschied, de 2 te werk gestelde straatmakers van buiten de stad door Leidsche straat makers vervangen zouden moeten wor den. Op 9 Juli deelde de aannemer mede, dat de ingeschreven werklooze Leid sche straatmakers (3 man) den volgen den dag te werk zouden worden ge steld en dat zij nader genoegen had den genomen met het tariefloon, het welk ook aan de Rotterdammers werd betaald n.l. f 0.20. De Adjunct-Directeur van Gemeen tewerken is er persoonlijk getuige van geweest, dat in dezen tusschen den onderaannemer Spierenburg en de Leidenaars een bepaalde afspraak is gemaakt. Behalve één Leidsch straatmaker (v. Egmond), die aan het werk ging, zijn eehter de beide andere Leidenaars (Verhoeven en de Ridder) niet op den afgesproken tijd verschenen, ook niet toen onmiddellijk daarna door de Di rectie door tusschenkomst van de Ar beidsbeurs op hun komst werd aange drongen en hun daarbij zelfs nog eenig uitstel werd verleend. Ook later zijn, zopwel van de zijde FEUILLETON. Kathlyn Barrington. 87) Forsyth klauterde op zijn rug en kwam zoo op den muur, om aan den anderen kant er af te springen. Ching klauterde als een kat over den muur en zoodra beiden aan den anderen kant waren, vervolgden ze hun weg. „Ching" zei Forsyth, „als Ah IJeo overal langs den weg tot Pi-Chow toe, zulke bekendmakingen heeft laten plaatsen, zal het moeilijk zijn om Miss Barrington te helpen „Heel moeilijk" zei kortweg zijn met gezel. „Er ie maar één lichtpunt; er wordt in de bekendmaking geen melding ge maakt van jou." „Ah IJeo niet weten, Ching met u, misschien. Hij denken Ching verdron ken. Hij niet weten Ching uw vriend, dokter." „Dan moet je me één ding beloven, Ching. Wat er ook gebeuren mag Ching, je moet voor Miss Barrington doen wat je kunt. Als de mandarijn mij gevangen neemt, moet jij alles doen, w.at in je macht is, om haar uit Pi Chow naar Canton te brengen Wil je dat beloven?" „Ching beloven" antwoordde hij een voudig. „En wraak nemen op Weng- Ho." „Neen, Ching, daaraan mag je niet denken. Als wij gescheiden worden, moet je al je aandacht wijden aan Mis9 Barrington. Beloof me dat!" „Ching beloven" antwoordde hij met niet bet minste spoor van tegenzin. Forsyth viel hem niet langer lastig. Hij wist, dat een eerlijk Chinees zijn woord hield en van Chings eerlijkheid was hij overtuigd. „Ik zal je heel dankbaar zijn Ching1 antwoordde hij bewogen. Een uur lang liepen ze zwijgend naast elkaar voort. De weg begon af te loopen en zij hoorden het geluid van snel stroomend water. Als voor zorgsmaatregel ging Ching vooruit om een onderzoek in te stellen en na on geveer een kwartier kwam hij terug. „Brug over water" zei hij. „Wacht huis op de brug met soldaten. Geen andere weg." Dat was een ernstige zaak Maar keus bleef er voor niet over. Ze moes' ten dit gevaar trotseeren. Ching zou voo uit gaan en aan de overzijde op hem wachten. Overkwam Forsylh iets, zou Ching alleen verder traan. Zonder eenigen overlast bereikte Cbing den anderen oever. Van de ■plaats, waar hij wachtte, zocht For syth de beste gelegenheid om de sol daten te passeeren. 't Wachthuis be sloeg een groot gedeelte van de brug en dus was de doortocht niet heel breed Aan het begin van de brug stonden twee soldateff, waarvan de een gewapend was met een zwaard en de ander met een lange speer. Ze ston den vlak bij een lantaarn. Aan den anderen kant der brug stonden blijk baar nog twee soldaten. Den hoed ver over de oogen getrok ken, ging Forsyth op stap. De soldaten zagen hem komen en bleven in hun onverschillige houding staan. Reeds ademde hij wat ruimer, maar juist, toen hij bij een der soldaten was ge komen, hield deze hem met zijn zwaard tegen. Hij stond stil In het volgende oogenblik zag hij, dat het on verschillige gezicht van den soldaat een en al aandacht werd. 't Volgende oogenblik riep deze: „De vreemde hond." De andere soldaat sprong naar voren. Forsyth wilde zich omkeeren en hard wegloopen. De soldaat die met een speer gewapend was, wierp hem dien na. Hij mi9te, maar Forsyth strui kelde over de schacht en viel tegen de zwakke leuning van de brug Deze gaf mee en hij stortte met 'n schreeuw omlaag. HOOFDSTUK'XIV. Vervolgd. Nauwelijks had hij een noodkreet geslaakt, of Dr. Dick Forsyth voelde een uitstekende rotspunt, waarop een struik nog voldoenden grond om te groeien had kunnen vinden. Hij greep er oogenblikkelijk naar en hoewel de takken bogen, hielden ze hem toch te gen. 't Schuimende water stroomde snel langs hem heen In het licht van de lantaarns kon hij zien, dat de sol daten zich over de gebroken leuning bogen en daarna haastig van de brug zich verwijderden om langs den oever naar hem te zoeken. Van die gelegen heid maakte hij gebruik om zich een gemakkelijker houding te geven; want lang zou hij het niet kunnen volhou den. Hij zocht aus naar een steun voor zijn voeten, maar hij vond niets van dien aard. Toen probeerde hij zich te draaien, maar dat ging evenmin en in eens gaf de struik, waaraan hij zich vasthield, mee en stortte hij in het wa ter Snel werd hij meegevoerd door 't stroomende water. Tnch behield hii zijn tegenwoordigheid van geest en probeerde al drijvende de overzijde der rivier te bereiken. Wel was de rivier niet diep, op som mige plaatsen reikte het hem tot de borst, maar de stroom was zoo 9nel. dat staanblijven onmogelijk was Overal waren rotspunten en draai kolken, die ieder op zichzelf 'n nieuw gevaar opleverden. Gekneusd en over al pijnlijk kwam hij tenslotte dicht bij de overzijde, waar hij een in 't watv hangende tak van een boom wist te grijpen. Met veel moeite wist hij zich naar den kant.te trekken. Nu had hij steun onder de voeten en daar de stroom hier niet meer zoo sterk was, kon hij blijven staan Voorzichtig keek hij -rond. Een paar honderd me|er stroomopwaarts lag de brug. Op be trekkelijk kleinen afstand stroomop waarts zag hij twee schaduwen, die op een vooruitstekende landpunt ston den en in het water tuurden 't Maan licht deed het zwaard In de hand van den een glinsteren en Forsyth begreep dat het de twee schildwachten waren. Nog eenigen tijd bleven ze staan Ein delijk keerden ze terug, ohgetwijfeld in de meening. dat hij verdronken was en stroomafwaarts gevoerd door htt water

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5