CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN V- Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 6e JAARGANG ZATERDAG 16 JANUARI 1926 NUMMER 1723 COURANT ABONNEMENTSPRIJS -J"---"-1 In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 -Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 221/» cent Ingezonden Mededeelingen, dnbbel t&rieL Bij contract, belangrijke rednctie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent Oit nummer beslaat uit TWEE Bladen. CERSTE BLAD. Een bedenkelijk advies. In het November-nummer van „Vra gen des Tijds" heeft Mr W. F. Treub een artikel geschreven, dat in breede kringen de aandacht heeft getrokken Hij wijst er allereerst op, dat nu de zwakte van het democratisch parle mentarisme, door hem ^gekarakteri seerd als ,.oogendienarij Van Koning Kiezer" steeds duidelijker aan t licht treedt, velen beginnen te vragen om een dictatoriaal bewind. Deze remedie acht hij erger dan de kwaal, omdat onder het dictatorschap de staatsburgerlijke vrijheid ten gron de gaat Tegelijkertijd echter is hij van mea ning. dat het parlementarisme gron dig moet worden herzien omdat er bij de parlementen een neiging is om me de te regeeren en zich met allerlei- kleinigheden te bemoeien inplaats van zich te bepalen tot haar taak, liet oefenen van controle op de regeerin gen Verwacht mag z.i. worden, dat het Nederlandsche parlement uit eigjn beweging tot een grondige herziening van zvne werkwijze zal komen. Is dat evenwel niet het geval, dan zal de re geering in het welbegrepen landsbe lang verplicht zijn tot ingrijpen en met voorstellen moeten komen die de Kamer zullen dwingen binnen de per ken van de haar in een gezond parle mentair stelsel toekomende taak te blijven Moclit een poging in deze richting niet het gewenschte gevolg hebben en dat is, nu de verkiezingen geheel staan i^. het teeken der partijpolitiek en de meeste partijleiders die aan het euvel mede debet zijn in de Kamer, zitting hebben, zeer waarschijnlijk dan kan de Regeering op de sympa thie van het volk rekenen, wanneer zij niet terugschrikt voor buitengewo ne maatregelen. „Dus in den uitersten nood, een s-t-a a t s g r e e p vervolgt Mr. Treub? En het antwoord luidt: „Als het niet anders kan, zal dit van twee kwaden het minste zijn Zoo- ak het nu gaat in de meeste parle menten van Europa, en speciaal in on ze Kamer gaat het niet langer Het landsbelang wordt onder het eindeloos gepraat over allerlei futiliteiten be dolven Het zou getuigen van een jammer lijk gebrek aan wezenlijke volkskracht indien het land een Regeering, welke den moed had hieraan een einde te mal<en. niet zou steunen. Nog eens, het is te hopen, dat het tot dit ultimum remedium niet zal behoeven te komen. Maar indien dit toch onvermijdelijk mocht blijken, dan zou de schuld niet liggen bij de Regeering, die er ten einde raad toe overging, doch bij het parlement, dat haar ertoe dwong." Mr. Treub zou dus niet terugdein zen voor een met terzijdestelling van de Grondwet plotselinge en geweldda dige staatshervorming. Ontkend kan niet worden, dat de heer Treub hier heeft uitgesproken wat in veler harten meer of minder duidelijk leeft. Ook in onze kringen worden soms stemmen beluisterd waaruit blijkt dat men van het „parlementair gedoe" ge noeg heeft en dat men niet ongaarne zou zien dat een dictator optrad, die zonder zich aan de volksvertegenwoor dlging te storen, die maatregelen zou nemen, die in het belang van het land noodig worden geacht. Bekend is ook, dat ondier leiding van den heer v d Voort van Zijp een soort fascistische vereeniging is opge richt, die zich ten doel stelt het na tionaal besef te versterken en alle aanslagen op het Vorstenhuis, de per soonlijke vrijheid en de openbare or de met alle middelen, ook met de daad tegen te gaan en dat ook een fascistische bew'eging in officierskrin gen tot uiting is gekomen. De heer Treub vindt voor zijn denk beelden blijkbaar veel meer aanhan ger, dan men oppervlakkig wel zou denken. En juist daarom schijnt het ons niet overbodig tegen dit revolutionair en ongrondwettig optreden met klem te waarschuwen. Er zijn zeker op bet parlementaire stelsel zooals dat zich den laatsten tijd heeft ontwikkeld gegronde aan merkingen te maken, maar 'de bier aanbevolen remedie schijnt ons erger dan de kwaal. Wij mogen toch niet uit het oog ver liezen, dat een staatsgreep, als door Mr. Treub gewenscht, op precies de zelfde lijn ligt als het optreden van Mr. Troelstra c.s in 1918, die ook met terzijdestelling van de Grondwet de minderheid over de meerderheid wil de laten heerschen. Door theorieën als de boven aange haalde te verkondigen, speelt men veel meer dan men vermoedt in de kaart van hen die op gewelddadige omverwerping van de bestaande maat schappelijke orde bedacht zijn en die nog altijd wachten op het geschikte oogenblik om een revolutionaire om wenteling te veroorzaken. Wat de heer Treub verdedigt, ligt niet minder dan de theorieën van com munisten en socialisten op de revolu tionaire lijn. De bedoeling is aan het drijven der revolutionaire partijen paal en perk te stellen, maar de middelen die men daartoe wenscht te bezigen dragen hetzelfde revolutionaire karakter. Het is een uitvloeisel van dezelfde beginselen die ook door de revolutio naire partijen worden aangeprezen en waar mogelijk toegepast. Op deze wijze wordt de deur wagen wijd opengezet voor geweld en wille keur'. Met de burgervrijheid die men meent te verdedigen loopt het zoo op een eind. De kracht van de Regee ring die men bedoelt te sterken wordt onherstelbaar geschokt. De positie van ons Vorstenhuis dip men meent te verstevigen wordt hopeloos onder mijnd. Immers, niet het recht maar het geweld É^eeft dan den doorslag. En wanneer 't zoover mocht komen dat een strijd gevoerd wordt, niet meer om het recht maar om de macht, dan zal het zeer de vraag zijn of de uit slag niet geheel anders zal zijn dan men meent te mogen verwachten. Men bedoelt de revolutie te bestrij den, maar hoe zou dat mogelijk zijn, wenneer men zelf revolutionaire the orieën in toepassing brengt en zich v. revolutionaire middelen gaat bedie nen? Neen, de taak van de Antirevolu tionaire partij is niet om een optre den als door Mr. Treub gewenscht, zij 'tdan als uiterste remedie, te steunen. Revolutie, dat is opstand tegen God. Het is een zich lceeren tegen de g'od- delijke ordinantiën. Het is een ver krachten van het recht, naar welke zijde dan ook. En tegen diè revolutie, die meer dan in de daad, in het uitgangspunt, in de beginselen moet worden gezocht, past slechts éóne remedie: terugkeer naar het Woord van God, een buigen vqor de goddelijke wetten, een reke nen met was is geschied, maar boven alles, met wat staat g e- schreven Dat aan het parlementaire stelsel zooals zich dat langzamerhand heeft ontwikkeld, ernstige bezwaren kleven en dat dit tot schade is van de be langen van het land, kan worden toe- Maar dat is juist een gevolg van het verlaten van het antirevolutionaY re pad en het huldigen van de revo lutionaire theorieën van de volkssouve reiniteit, w'aardoor de grenzen tus- schen Regeering en parlement zijn weggedoezeld. Om dat euvel te bestrijden moet niet een ander minder gevaarlijk schij nend pad worden ingeslagen, maar is het noodig een anderen koers te vol gen en te gaan in de antirevolutio naire richting. Daarom rust op ons de taak niet het grijpen naar ongrondwettige, re volutionaire middelen aan te bevelen; maar onr onvermoeid te pogen de anti-revolutionaire beginselen te pro- pageeren en tot toepassing te brengen. Donkere toekomst. Met de oplossing van de Kabinets crisis wil het nog steeds niet vlotten. Scheen het enkele dagen geleden dat een oplossing was gevonden en dat de samenwerking van de rechtsche partij en zou worden hersteld, latere berich ten wijzen er op dat we nog even ver zijn als op 11 November toen de cri sis uitbrak. In een te Maassluis gehouden rede voering verklaarde de oud-Minister Heemskerk dan ook ten opzichte van hetgeen de toekomst ons op politiek gebied zal brengen, pessimistisch ge stemd te zijn en den toestand donker in te zien Wel een bewijs dat de kans op een bevredigende oplossing van de crisis al zeer gering moet worden geacht. Uit partijoogpunt bezien, behoeft tiit door ons niet al te zeer te worden be treurd. Een samenwerking als we nu jaren lang hebben gehad, brengt ontegenzeg gelijk bezwaren met zich. We staan daardoor bloot aan een zeer scherpe en vaak onbillijke critiek zelfs van bevriende zijde, waarvan de gevolgen bij de stembus terdege wor den gevoeld. Wat er bij verbreking van de samen werking zal gebeuren valt nog niet ^e zeggen. Dat er e'en roomsch-rood Kabinet zal optreden gelooven wij niet. Daarvoor is Nederland en geluk kig nog niet rijp. Meer waarschijnlijk is, een extra parlementair- of een zakenkabinet. Maar hoe dit ook zij, voor de Anti revolutionaire partij behoeft dit geen nadeel te brengén. Onze voormannen staan dan vrijer, zij kunnen dan gemakkelijker critisee- ren, onzen bestrijders wordt voor een deel de wind uit de zeilen genomen en onze werfkracht zal grooter wor den. Zóó bezien is er dus geen reden voor ongerustheid. Maar de zaak staat anders als wii letten op het landsbelang. Er is nog veel te doen en er was alle reden om van het Kabinet-Colijn gevormd door bekwame mannen, veel te verwachten. En het behoeft ook geen betoog, dat op deze wijze bet vertrouwen in de rechterzijde hopeloos wordt geschokt. Hoe zullen de kiezers voor 'n rechtsch Kabinet ooit weer warm worden ge maakt, wanneer blijkt dat door kwes ties van zeer ondergeschikten aard al les op losse schroeven kan worden ge steld? Mogen de leiders van ons volk, die thans te beslissen hebben toch ver staan de groote verantwoordelijkheid die in de gegeven omstandigheden op hunne schouders rust. Diens verwachtingen wordt nu de bodem ingeslagen. STADSNIEUWS. De Madrigaal-vereeniging. De ..Leidsche Kunstkring Voor Al len" bereidde ons gisteravond, door het laten optreden van de „Madrigaal- vereeniging" onder leiding van Sem Dresden een paar uren van verheffend kunstgenot. Zooals de naam reeds aandiiidt, legt deze vereeniging zich toe op het ten gehoore brengen van Madrigalen. Over het wezen en de ontwikkeling van dit genre a capella-muziek zou een ver handeling te schrijven zijn. Met een korte toelichting willen we volstaan. Evenals van zoovele andere liedvor men, b.v Villanella, Rondo, Ratornel- lo enz. komt de naam uit het Zuiden. Zeer waarschijnlijk was het Madrigaal oorspronkelijk een vorm van lyrische poëzie, herderspoëzie, welke beoefend werd door de Zuid-Fransche trouba dours. Het lied zal gezongen zijn door ééne zangstem met begeleiding van een of ander instrument. In Italië in gevoerd, waar in de 14e eeuw de po- lyphonie zich in al haar rijkdom be gon te ontplooien, gaat het oorspron kelijk natuurlyrische van 't Madrigaal wel niet verloren, maar dikwijls wor den dieper gedachten aan de lyriek verbonden. Zoo omvatte het Marigaal, behalve liederen van joligen. ook die van meer ernstigen inhoud. De instru mentale begeleiding van één-zangstem verdwijnt en de oude contrapuntisten, de toovenaars met de mogelijkheden van 't menschelijk stemorgaan, vervor men het tot een zuiver polyphoonvo- cale compositie. In de 14e en 15e eeuw bereikt het een volkomenheid van vorm, die later niet meer overtroffen zou worden, al weten moderne compo nisten met modern toongevoel compo sities te schrijven, die men uit muzi kaal oogpunt met de oude op één lijn kan stellen. De eerst bekende Madrigaal-compo nist is Pietro Casella, Dantes bekende vriend, die den Florentijnschen bal ling meermalen met zijn kunst opvroo lijkte. Uit de 'overrijke literatuur der Ma drigalen, niet in te beperkten .zin ge nomen, heeft Sem Dresden een histo risch en artistiek met bijzondere zorg samengesteld programma ten gehoore laten brengen. Vóór de pauze omvatte dit program ma werken uit de 16de en 17de eeuw, na de pauze uitsluitend van moderne componisten. Symmetrie in de beide hoofdafdeelingen werd bereikt, door dat beide geopend werden met twee composities, die niet in engeren zin tot de Madrigalen behooren. „Sicut avis" van Palestrina en „Crucifizus" van Lotti openden het eerste deel van den avond en „Agnus Dei" van Caplet en „Ave Verum" van Guy Ropartz het tweede deel. Na de middenmaat van heide gedeelten werd besloten met Hollandsche Composities. Hierop mag wel eens de aandacht worden geves tigd, omdat de schoonste uitvoering een onoordeelkundig en rammelend samengesteld programma niet tot een weldadig aandoend artistiek geheel kan opheffen Maar hier was alles in orde. In den aanvang vreesden we, dat, wat de uitvoering betreft, onze ver wachtingen niet geheel beantwoord zoudèn worden. En die waren toch wel hoog gespan nen, als we even in herinnering bren gen, dat de begaafde leider de volgen de krachten tot zijn beschikking heeft de dames Mevr. KubbingaBurg, Mej. J. van Saher, Mej. J. van der Linde, Mejuffr. Evekink Busgers en mevr. J Dresden-Dhont en de heeren Jac. van Kempen, K. van Bers,.W. Ravelli en H. Kubbinga, waarvan verschillende te Leiden reeds als solisten optraden. Palestrina's opus kon ons niet geheel bevredigen, hoe glanzend oek vertolkt. Het achtstemmig „Crucifixus" van Lotti vonden we meer geschikt voor een groot koor. Maar daarna zijn on ze bedenkingen absoluut weggevallen. Toen het min of meer schoolsch pro fessorale geheel verdrongen werd door de oplaaiing van het gemoedsleven, toen de zang steeds meer zingen werd, toen toonvorming en voordracht gea deld werden door het leven van bin nenuit, hebben we onverdeeld kunnen genieten. Steeds, beter kwam de prach tige stemvernouding tot zijn recht, terwijl Sem Dresdent evens de compo sities doorzichtig wist te houden. Opnieuw heeft ons de schittering van het contrapuntische weefsel der oude meesters getroffen en de sugges tieve wijze, waarop zij de teksten door rhythmische en klankeffecten wister: te beelden tot aanschouwelijkheid. Zoo in „Joseph, liebes Joseph mein" het wiegende rhythme; het geestige roe pen van den koekoek in 't volgende lied. In „La Sortie des Gendarmes" werden we even herinnerd aan „La Ba taille de Marignon" dat .Sursum Cor- da" bij zijn laatste concert uitvoerde: dezelfde aanschouwelijkheid van het soldatenbedrijf. „O Heer, die daer" het prachtige lied van Valerius was door Sem Dres den, voor zijn koor gezet. De uitvoe ring er van was zeer mooi, maar de vergelijking met Cuypers' zetting, wel ke te Leiden reeds meermalen gehoor! is, drong zich noodzakelijk op. En dan meenen we, dat Cuypers* zetting vol ler, imposanter is, wat zich vooral laat merken aan de baspartij. Het wil ons toeschijnen dat Cuypers de com positie met meer fantasie bewerkt heeft: ik denk aan den regel: „Het schuimig woedig meer kunt maken stille." ,,'tHaesken" heel mooi en geestig door Dresden gezef moest worden ge bisseerd. Het zou ons te ver voeren, over elk lied een aantal opmerkingen te ma ken maar toch moeten we. nog even (herinneren aan de innige wijze, waar op de sopranen het „Slaap, kindeke slaap" zongen en het celloaóhtig tim bre der bromstemmen die begeleidden Na de pauze scheen het koor ons nog beter op dreef dan daarvoor. Het „Agnus Dei" van Caplet, alleen voor vrouwenkoor was een wonder van tekstverheerlijking en eindigde met *n Binnenland. Mr. Heemskerk over den politieken toestand. De Kamer van Koophandel en Fabrie ken in Rijnland te Leiden. Buitenland. Amerika biedt aan, zijn internatio nale verdragen aan den Volkenbond ter publicatie in te zenden. Het nieuwe Oostenrijksche kabinet. Br is kans op een accoord inzake do Fransche linanciëele voorstellen. Hevige sneeuwstormen boven Noord- Italië. zacht orgelend. pianissimo Stralend was ook bet ,Ave Verqm" van Guy Ropartz. En na deze wondermooi ge componeerde en verklankte kerkelijke teksten, volgden weer de wereldlijke en meerendeels geestige composities Hiervan moeten we in 't bijzonder noemen en roemen .Nicolette" van Ra- vel. Met geheel modern toongevoel en werkelijkheidszin heeft de Fransche componist zijn rijke muzikale phanta- sie hier laten werken en op nieuwe wijze heizelfde suggestieve realisme bereikt als eenige eeuwen voor hem zijn landgenoot Clement Jannequin. De „Irish Song" (zonder woordenl van Graingei, berustend op een ee- nigszins weemoedig sleepend thema, sloeg zoo sterk in hij de aanwezigen, dat een ovatie tot herhaling dwong. Met „Den.Uil" van den grootmees ter van de moderne Nederlandsche toonkunst, Alphons Diepenbrock werd de avond besloten. En we hebben alle reden, deze vertolking den grooten componist waardig te achten. Zoo was deze avond een avond van schoonheid en we mogen ons geluk kig prijzen, dat de „Madrigaal-Veree- niging" op zoo voortreffelijke wijze ein. delijk te Leiden baar joyeuse entree heeft gedaan. Moge ze meermalen terugkeeren om ons het rijk der vocale schoonheid te openen. De Engelsche vakbeweging. A.s. Donderdag zal in „Nathanaël" voor den Leidschen Chr. Bestureh- bond als spreker optreden de heer G. P o st van Utrecht, bezoldigd bestuur der van den Chr. Metaalbewerkers* bond, met het onderwerp: De Engel- sche vakbeweging.'" Men houde alvast dien avond voor deze bijeenkomst vrij. Jongelingsvereen. op G. G. „Dr. H. „Bavinck." Wij vernemen dat de Jongelingsver- eeniging op Geref. Grondslag „Dr Ba vinck" Donderdag 21 Jan. des avonds 8 uur in de groote zaal van ,,'t Nut" Steen schuur, hare jaarlijksche open bare feéstvergadering hoopt te houden welke ditmaal een eenigszins bijzon der karakter zal dragen, in verband met de opluistering van.zoodat de belangstellende bezoekers(sters) een aangenamen avond zullen hebben. Woning- en gezinsteling. Maandag 18 Januari a.s. zal met de teling worden begonnen en wel in de navolgende straten: Morschstraat, Boerhavestr., Narm- straat, Middelstegracht, Uiterstegracht, Vestestraat, Gortestraat, Haverstraat, 4e Binnenvestgracht, Kaiserstraat, Bak kersteeg, Zegersteeg, Kolfmakersteeg, Morschweg, Paul Krugerstraat, Jou- bertstraat, Haarlemmerweg, Straten in het Kooitterrein, Utrechtsche Jaag pad, Hooge Rijndijk, Da Costastraat cn de Genestetstraat. Watersnood-comité. Bij het Watersnoodcomité zijn de volgende giften ingekomen: Dr. A. B. C. f 100; Aug. L. R. f 50; Mr. H. A.S. f 25; G. L. S. f 1; H. O. f 25; J. P. S. G., Oegstgeest f 25; P. S. f 10; G. S. f 1; Mr. M. V. f 10; B. E. S. Azn. f 10; Dr. D. A. H. v. E. f 10; G. S. f 1; A. M. de B. f 10; Bewoner Hooge Rijndijk na de Wilhelminabrug f 1; D. f 10; v. D. f 1; Mejuffrouw A. M. Z. f 5; Ringzang vereeniging Lei den en omstreken t 63.36; Dr. W. St. f 20; Collecte gedeelte Hoogewoerd, dat overgeslagen was f 20.26s; Collecte gedeelte behoorende bij den Rijnsbur- gerweg f 6; V. d. W. f 7.50; W. B. f 1; B. F. K. f 10; Anna f 0.50 H. C. V. en Zoon t 10.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1