Proclamatie H, M» de Koningin CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 6e JAARGANG MAANDAG 11 JANUARI 1926 NUMMER 1717 COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en builen Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 Per week i 0,19 Franco per post per kwartaal 5 2.90 Oil summer iseslaa? üil TWEE BEadea. EERSTE BLAD. van Teruggekeerd van mijn bezoek aan de door den watersnood getroffen streken is het mij een behoefte een persoonlijk woord tot mijn Volk te richten. Naast dank aan God, zij dat een woord van oprechte waardeering tot de redders der kostbare levens, die in gevaar verkeerd hebben, zoowel als tot allen die medewerkten tot het liefdevol onthaal, dart den van hun dak beroofden alom bereid is Niet minder waardeering heb ik voor hen, die rust noch kracht hebben ontzien, om verder onheil te keeren en die niet versagen, waar nog steeds onvermoeide werkzaamheid geboden is. Ik ben verzekerd van uw aller in nig medeleven met het leed dat zoo- velen getroffen heeft, een leed waar van ik zelf getuige ben geweest. Kennende de kracht die er van uit gaat zich gedragen te weten door ge meenschappelijk gebed, zoowel voor de door den watersnood getroffenen als voor de verdedigers onzer dijken, zul len allen zonder onderscheid een wensch van mij vervullen wanneer zij zich daarin met mij vereenigen. WILHELMINA. STADSNIEUWS. Week der gebeden. In de laatste samenkomst van de Week der gebeden heeft Ds. K. Schil der, Geref. pred van Oegstgeest ge sproken over: Inwendige Zending en Zending onder Israël. Bij den aanvang werd gezongen Ps. 119:83 en Ps. 75:3 en 4, en gelezen Ezech. 37:21einde. Het mag een teeken des tijds hee- ten, aldus spr. dat wij het niet meer gevoelen als iets vreemds wanneer wij worden geroepen tot zendingdrijven Een teeken dat tot dank mag stem men. Want zoodra de kerk haar ziel legt in den oproep tot alle volken en tot den man die naast de deur woont om met haar te gaan, en te doen als zij, beteekenrt dit dat zij haar eigen kwalen, ook de kwaal van de eenzij digheid. bezig is te overwinnen. Vroeger is er die eenzijdigheid ge- BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 22'/i cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten Hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. we est. Men heeft van zekere zijde ge zegd: wat God niet grijpt, hebben wij niet te. zoeken. Zij bleven niet bij de belijdenis dat de genade particulier is, doch hebben eraan toegevoegd dat zij particularistisch is, dat zij slechts voor zekere gToepen bestemd is. En aan die gedachte is Israël bezweken; daar door geleid heeft het Chrisitus, die ge geven was voor alle volkeh, gedood, en gezegd: sterf gij buiten de poort. Maar wij danken God, dat de men sehen die hebben gezegd: de genade is particulier, oojt hebben gezegd: de genade is niet particularistisch; niet voor een groepje of kerkje. Men heeft ook eenzijdig den nadruk erop gelegd, dat de genade universeel is. Het is gelukkig waar. Maar men moet dat mooie woord niet bederven door er universalistisch van te ma ken. De Kerk is geen ridderschaar, die uittrekt om uitwendige macht te ver overen, maar wordt gemeenschappe lijk apostolisch gebouwd en blijft, uit ziende naar haar Hoofd, zeggen: kom haastig. Als het waar is dat dit Uw werk is, laat ons dan de wereldmin van Christus in ons leven verwerken door in Zijn Naam uit te gaan en dis cipelen te maken. Wel blijven er vragen over. Het re sultaat vande Zending kan ons be nauwen als we 't leggen naast de ge weldige opdracht. Maar ook hier geldt het: de verborgen dingen zijn voor den Heere. En het bevel: ga,! is een openbaarheid voor ons en onze kin deren. De Zending onder Israël mag niet onderaan op het programma staan Heel onze theologie hangt samen met de vraag welke bedoeling God met dat volk heeft gehad. Twee groo- ten, Mozes en Paulus zijn erom be roerd geweest. Dat Mozeè eindigde in een: delg mij uit Uw boek, en Paulus met een loflied verklaart zich door Christus die tusschen hen stond met Zijn volkomen volbrachte gehoorzaam heid. Maar ook Paulus kon alleen berus ten omdat hij wist, dat God Israël niet had verstooten. SHet blijft de oude boom, waarop het Christendom een nieuwe loot was. De Zaligheid is uit de Joden. Het is moeilijk, den Joden het Evan gelie te brengen; hen op te zoeken. De heidenen zijn zoover weg. Zij dan ken ons wel niet maar ze zijn ook niet ondankbaar. Maar de Joden zien wij in hun dagelijksche levensopenba ring. Wij kennen hun gebreken. Maar, vraagt spr., hoe heeft God u gevonden? Waren wij niet veel on williger? Wij moeten schuld belijden, eerlijk en duidelijk, omdat wij den Joden niet genoeg het Evangelie brengen, wij moeten leeren verstaan, dat Zen ding geen riddersport van een kerk is maar een daad van gehoorzaam heid, en dat de kerk, die leeft van genade, om niet heeft te geven wat zij om niet heeft ontvangen. Ook moeten wij er als personen niet buiten komen te staan. Tot de discipelen, die duivelen uitwerpen, zegt Jezus: Verblijdt u veelmeer hier over, dat uw namen zijn geschreven in de hemelen. Voor dit woord hebben wij te wei nig eerbied en daarom past veroot moediging. En tevens hebben we ons te ver ootmoedigen voor het westersch we reldbeeld. Moet dat het Oosten aan trekken en tot voorbeeld dienen? Of zou het gaan als bij de wijzen uit het Oosten, die gewaarschuwd werden voor het Westen, dat het Kind zocht te dooden. Tenslotte: wij moeten meer den ken, Denken over de wereldverschijn selen en de komst van het Godsrijk. De tegenstellingen worden voortdu rend grooter( Eiken dag is Christus bezig om te komen. Voor sommigen schijnt het alsof God het onrecht laat heerschen, maar wij weten, dat Hij offensief is. en clat Hij komt om de aarde te richten in gerechtigheid. Eer de spreker in gebed voorging, werd gezongen Ps. 81 11; aan het einde Gezang 3 1. Watersnood-Commissie. Hedenmiddag vergaderde de Commis sie tot leniging van den nood in het overstroomde gebied ten jaadhuize. 0^ voorstel van den voorzitter werd besloten voqreers'c geen circulaires met in vullingsbiljetten rond te zenden, in afwachting van het resultaat der te hou den collecte. Er zal inu voorloopig alleen een schaal collecte langs de huizen plaats hebben en wel op Donderdag, 14 Jan. a.s., des voormiddags te ió uur, waartoe mede werking zal worden ingeroepen van een 6o-taI dames en keeren. De ingekomen. gelden zullen recht streeks worden overgemaakt aan den Penningmeester van de Algemeene ,Ver eenigde commissie tot leniging van rampen door Watersnood in Nederland te Amsterdam. Het Dagelijksch bestuur van de Com missie bestaat uit de heeren: J'hr. Mr. N. C. de GIJSELAAR E ere-Voorzitter. A. L. REIMERINGER, Voorzitter. F. G. ROSIER, Secretaris. F. MUYS VAN DE MOER, P enriingmeester Dr. J. C. M. TIMMERMANS. Kunst en Wetenschap voor het volk. Men schrijft ons: Donderdag a.s. zal het vijf jaar ge leden zijn, dat de commissie „Kunst en Wetenschap voor 't Volk" onder- afdeeling van den R.-K. Volksbond, haar eerste bijeenkomst organiseerde. Haar pogen werd toen begroet als „Een mooi initiatief", „Een mooie daad Deze Commissie zoo heette het, heeft een prachttaak te vervullen, in dezen tijd. Haar arbeid kan onberekenbaar nuttig zijn in de resultaten, de gevol gen". De commissie heeft volgehouden nu .laar ia,Tig en of-de resultaten „on berekenbaar nuttig ztjn geweest1', laten wij ever aan anderen te beoordeelen, wel meenen wij goed te doen er op te wijzen, dat de commisste is begonnen met lezingen te doen houden over ket terkunde, muziek, geschiedkundige-, ethncgrafisclie, natuurkundige en an dere onderwerpen, excursie's en ten toonstellingen organiseerde en dat het voorbeeld door deze commissie gegeven, door anderen werd nagevolgd hetzij met of zonder succes. En thans na een vijfjarigen arbeid, meent de commissie een feestavond te moeten organiseeren, op de haar eigen bescheiden voet. 'n Feestavond, die ech ter geheel blijft -in den geest der com missie n.m„ die zal dragen een kunst zinnig karakter. Het vocaal mannenkwartet „St. Fran- ciscus Sclanus" heeft toegezegd een feestprogramma ineen te zetten voor de feestelijke viering van dit eerste lus trum op Vrijdag 15 Jan., piano, viool en guitaar zullen de vocale muziek af wisselen. Behalve het optreden van het kwartet zullen door eenige leden solo's wordep gezongen en meerdere ernstige en lui mige coupletten gezongen bij de gui taar. Hef kind en het geschiedenisonderwijs. Over dit onderwerp sprak Zaterdag middag de heer A. Janse, hoofd der Chr. School te Biggekerke, voor de Vereeniging „De paedagogische Biblio theek". Spr. begon met de opmerking, dat een van de gevaarlijkste dingen bij de opvoeding van kinderen wel is gewich tigdoenerij. Hij zei dit vooral in ver band met het door hem meegebrachte werk van zijn leerlingen, dat liij hier demonstreerde niet omdat hij het zoo buitengewoon gewichtig acht, maar ter illustratie en als aanknoopingspunt voor de bespreking. Dat alles, wat naar .gewichtigdoene rij" zweemt, hem vreemd was^ bleek wel uit de eenvoudige wijze waarop hij zijn buitengewoon belangrijke ge dachten en inzichten naar voren bracht Spr. voerde een ouden Afrikaan- schen Boer ten tooneele een van dat oude vertellersras, dat wel schijnt uit te sterven. Heel de familie zit 0111 hem heen gegroept, om te luisteren naar Opa's „storie"', de vertelling, de oer oude vorm van alle Geschiedenison derwijs. Al zijn emoties, blijkend uit een trilling in zijn stem, een beweging van zijn hand, worden opgemerkt. Hij staat in 't centrum van aller opmerk zaamheid, die bij kleine kinderen vaak zoo intens is, dat ze zich in later ja ren alles, tot zelfs den klank van zijn stem nog herinneren. Toch is t bij de opmerkzaamheid ook weer niet om den verteller, om zijn stem of mi miek te doen, neen, het denken con centreert zich op wat verteld wordt. Wanneer wij letten op den verteller, dan zien we hoe hij door een sterke „Zuwendung" lot het verleden, alles nog eens weer doorleeft. In één mi nuut springt hij jaren over en dan weer spreekt hij minuten lang over wat in één seconde gebeurde. Hij vraagt niet naar deHerbart-Ziller- sche leertrappen, hij heeft geen motto, geen thema, geen indeeling. Hij deelt geen lessen of vermaningen uit en on derzoekt niet of alles wel goed begre pen is. Dat alles komt spontaan te recht. Zijn opinies worden niet opzet telijk naar voren gebracht, maar toch verkeeren de toehoorders daarover niet in 't onzekere, omdat ze in de ver telling als vanzelf aan den dag komen. Al de lessen, die wij zoo gaarne uit een verhaal trekken, doen de meeste kracht als ze er in blijven. Ieder geschiedenisverhaal kan wor den saamgevat in de simpele woor den Er was eens... En toen.... En daardoor kan het kind den kern der geschiedenis verstaan, 't Kleine kind kent nog geen distanties. Het be leeft het feit, hier, op deze plaats, nu, Binnenland. Een proclamatie van H. M. de Konin gin. De toestand in het overstroomde ge bied. Buitenland. Rusland heeft zich bereid verklaard aan de voorbereiding der ontwape ningsconferentie deel te nemen. Het politie-onderzoek inzake de val- sche bankbiljetten-affaire te Boeda pest is afgeloopen. De zaak is thans bij het O. M. Turkije doet een compromis-voorstel inzake Mossoel. op dit oogenblik. Later komen de dis tanties van ruimte en tijd, nog later de critiek, de vraag naar het waarom en waartoe. Door echter vast te houden aan de naief-realistische opvatting van hetEr was eens En toen heeft men het voordeel, dat de kern der geschiedenis niet uit het oog wordt verloren. Is deze kern bij ons onderwijs niet te veel verwaarloosd? Wie bij zijn geschiedenisonderwijs uit is op vermeerdering van kennis, moet als hij dat 40 jaar heeft gedaan, wel alle vreugde in zijn vak verliezen, als hij ziet welke poovere resultaten hij be reikte. Wie uitsluitend distanties wil aan brengen, en zijn geschiedenisonderwijs doet opgaan in het leeren van jaar tallen, gaat feil. Ook wie eenzijdig wil letten op de ontwikkeling van maat schappelijke toestanden en gebruiken, op de evolutie van ideeën. Bij die allen zal de echte „Zuwendung" tot het his torische nooit komen. Laat ons voor 't brood dat het kind vraagt geen steo- nen geven. In het tweede deel van zijn lezing wijst spr. op de wijze, waarop de ver schillende toehoorders op het verhaal reageeren. Bij de 5-jarige Mimi brengen Opa s „stories" levendige emoties teweeg, juist omdat ze alles zoo intens reëel beleeft. Voor haar zijn lange verhalen waarbij ze in slaap valt wat mis schien nog maar het beste is min der geschikt. Zij heeft een prentenboek noodig met levendige platen, waarop menschen en dieren voorkomen, die- wat doen en waarbij dan verteld kan worden. De 7 a 8-jarige Jannie heeft ree is eenig vermoeden van distanties, en vraagt b.v. al: „Was U er bij? In on ze aanvangsklassen zou doorloopen- de vertelling van enkele historische feiten, als b.v. het beleg van Li den, de overwintering op Nova-Zembla, zeer wel op haar plaats zijn, bij wijze van „Stammunterricht" voor het geschie denisonderwijs. Onze Christel. Scho len kunnen dit trouwens al in b.v. de geschiedenis van Jozef en andere ver halen uit de Bijbelsche Geschiedenis. Om dat evenwel goed te kunnen doen, hebben we detailstudies noodig. Na tuurlijk is 't bij deze vertellingen nog niet om de distanties te doen. 't Ge beurt alles hier, nu Gert en zijn zusjes beginnen, nu ze 10 jaar zijn, te denken, dat ze al heel wat weten en kunnen. Ze worden zoo FEUILLETON. Kathlyn Barrington, 31) Ah IJeo was op 't juiste oogenblik ge komen om over dit onderwerp te kun nen beginnen. Met voorbedachten ra de scheen hij het gesprek daarheen te hebben geleid. Misschien was het wel niet zoo heel toevallig, dat die schoen daar lag. Bij die gedachte draaide hij zich in eens om en zocht naar Ah IJeo. De schoen was verdwenen, maar even ver der zag hij den Chinees met een spot lach om de lippen. Forsyth draaide zich weer snel af. „Wat kunnen ze daarmee toch bedoelen? vroeg hij zich zelf af.- HOOFDSTUK XI. Vrij. Nog zocht hij een antwoord op die fraag, toen hij een luid gebel hoorde. Aan den oever der rivier zag hij een Boedhistentempel, waarnaast eon klooster zich verhief. Het bellen was de oproep tot den kerkdienst. In op tocht trokken de monniken op Voor het oogenblik vergat hij zijn overpein,. zingen. Zou hij, waar zoovelen hem voor gingen hun god te dienen op hun wijze, achterblijven? En uit zijn hart steeg een stil gebed tot den Eeuwige, den Rots der Eeuwen. Een seconde la ter, waren de monniken, was het bel len en de afgodstempel, was alles ver geten. 'tWas, als kwam in antwoord op zijn stil gebed, een lied tot hem, dat door een vrouwenstem gezongen werd Houd Gij mijn handen beide Met kracht omvat. Pl^tséling een hevig rumoer op het dek, dat het overige onhoorbaar maak te, maar hij had reeds genoeg ge hoord. Hij had die stem, hoewel hij ze nooit zingende gehoord had, van duizend andere kunnen onderscheiden. Maar hij ha'd weinig gelegenheid daarover na te denken. De boot was een pas genaderd en uit alles bleek dat het de bedoeling was daar aan te leggen. Vol spanning wachtte Forsyth, op wiens doen en laten schijnbaar niet ge 'et werd op de dingen die komen zou den Dat er iets bijzonder^ stond to rebeuren, bleek duidelijk uit de beve len die werden gegeven en uit de haast waarmee die b.evelen werden uitge voer d: Wat, zoo vroeg Forsyth zich af, zou men met hem voor hebben? Zou het de bedoeling zijn hem hier aan land te zetten en hem met stille trom naar een gevangenis te voeren en hem daar onschadelijk te maken? Maar waarom was hem dan de vrijheid gegeven op het dek te wandelen en hem met het lort van juffrouw Barrington op de hoogte gesteld? Wat het dan niet veel eenvoudiger geweest hem tot het laat ste oogenblik in zijn hut te laten? Aan zijn onzekerheid kwam spoedig een einde. Nauwelijks lag de boot stil of er werd een draagstoel naar het dek ge bracht en enkele oogenblikken later kwam een zwaar gesluierde dame te voorschijn, die in den stoel plaats nam. Forsyth begreep onmiddellijk dat 't juffrouw Barrington was. Als hij haar niet herkend had aan de wijze waarop zij zich over het dek bewoog, dan zou hij het geweien hebben door de spot tende .wijze waarop Ah IJeo hem aan-. zag. Voel tijd voor het houden van be- spicplinivcn werd hem overigens niet jc-lötcn. Onmiddellijk nadat juffrouw Barrington in den stoel had plaats genomen, werd deze opgenomen en on der leiding van Ah IJeo van boord ge dragen. Tegelijkertijd werden de tou wen losgemaakt en werd aan Forsyth te verstaan gegeven dat hij het dek had te verlaten. Toen Forsyth zijn hut weer had be reikt werden zijn voeten opnieuw ge boeid en toen bleef hij met zijne ge dachten alleen. Het werd hem nu dui delijk wat men met hem voorhad. Juf frouw Barrington werd al of niet met haar goedvinden naar het paleis van haar toekomstigen echtgenoot ver voerd en men had hem de pijniging van haar te zien vertrekken niet wil len besparen. Wat zou er nu met juffrouw Bar rington gebeuren. Volgde zij vrijwillig Li Weng Ho of was zij evenals hij een gevangene? Maar dat zou verschrikke lijk zijn. Want dan was haar toestand duizend maal erger dan de zijne. Dan moest zij gered worden uit de klau wen van den Chinees, het kostte wat het wilde. Maar hoe? Dit vraagstuk was het waarmee Dr. Forsyth zijn hersenen pijnigde, zoo, dat hij nauwelijks den Chineeschen bediende bemerkte die hem thee kvam aanbieden. Forsyth schonk wei nig aandacht aan den man die zon der te spreken de thee op een tafeltje plaatste. Op het oogenblik dat hij de deur wilde sluiten liet hij schijnbaar achteloos een pakje vallen, waarin 'n hard voorwerp was verborgen. Vóór Forsyth gelegenheid had den bediende, die hem plotseling bekend voorkwam, iets te vragen, was deze zonder een woord te spreken verdwe nen en was de deur gesloten. Met moeite stond Forsyth op om het pakje van naderbij te bezien Het bleek, dat het een hamer bevatte eA een beitel, maar verder ontbrak ie dere aanwijzing. Was hier een vriendenhand aan het werk geweest om hem de middelen tot ontsnapping te verschaffen? Forsyth wist niet wat hij er van denken moest maar hij besloot van deze gereed schappen zoo mogelijk een goed ge- bruik te maken. Hoe echter een gele genheid te vinden, om zonder dat het bemerkt zou worden te ontsnappen? Lang kon hij daarmee niet wachten Hij wist niet wat zijn vijanden met hem voor hadden en dan, als hij iets voor juffrouw Barrington zou doen, zou hij haar al heel 9poedig moeten volgan Het was reeds donker toen de be diende opnieuw de deur opende. (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1