CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS 9it nummer bestaat uit TWEE Men. EERSTE BLAD. AMSÏERDAMSCHE AHTHRACIET M». Belangrijkste nieuws in dit Hummer. Be JAARGANG DINSDAG 22 DECEMBER 1925 NUMMER 1Y03 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaalI 2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Gewone advertentiën per regel 22l/i cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarieL Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentien bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. V Feestgaven. In den Leidschen (Gemeenteraad is Maandag een langdurig en soms ietwat hartstochtelijk debht gevoerd over de vraag of aan werkloozen en andere ondersteunden in de Kerstweek een ex- tra-uitkeering moest worden verstrekt. Dat in meerdere gezinnen een der gelijke uitkeering zeer welkom zou zijn' omdat anders de Kerstdagen in kommervolle omstandigheden moeten worden doorgebracht, daaromtrent be stond weinig verschil van meening. Maar omtrent de wijze waarop in die behoefte behoort te worden voor zien bestond groot verschil van mee ning. Zij die op het standpunt staan, dat voor hen die hulp noodig hebben in de eerste plaats een beroep moet worden gedaan op de gemeentekas, omdat de „gemeenschap" zooals het dan heet in deze behoeften heeft te voorzien, plei ten uiteraard voor extra-uitkeeringen van crisiscomité en Burgerlijk Arm bestuur. En daartegenover stonden anderen, die zich op het standpunt stelden, dat de particuliere liefdadigheid hier een plicht heeft te vervullen en dat het al lerminst de taak der gemeente is om, zooals Dr. Knuttel het scherp maar ka rakteristiek uitdrukte, de menschen uit de klauwen van de particuliere liefdadigheid te bevrijden. Zij waren terecht van meening, dat op deze wijze door altijd maar een be roep te doen op de „gemeenschap" en te steunen op de Overheid, de particu liere en kerkelijke liefdadigheid wordt vermoord. Het resultaat van de debatten was, dat een motie werd aangenomen waar in de wenschelijkheid wordt uitgespro ken, dat aan gehuwden en daarmee ge- lijkgestelden een ondersteuning wordt verstrekt. Of deze motie eenig effect zal sortee- ren is zeer de vraag. Het crisis-comité is aan vaste nor men gebonden-en daar het Burgerlijk Armbestuur volgens de Armenwet al leen met behoefte heeft te rekenen en overigens geheel zelfstandig optreedt is het zeer waarschijnlijk, dat de werk- looze tribunebezoekers te vroeg hebben gejuicht en later tot de voor hen te leurstellende ontdekking zullen ko men, dat zij zich hebben vergaapt aan den schijn en dat zij zich met een doode musch hebben blij gemaakt. Dat zou wel een bittere ontgooche ling zijn. Vandaar, dat wij, terwijl we het toe juichen, dat getracht werd de lijnen zuiver te houden, tegelijkertijd alle le zers zoowel in Leiden als in de omge ving opwekken om naar de mate hun-' ner krachten mee te werken om het lot der maatschappelijk misdeelden zooveel mogelijk te verzachten. Verschillende diaconieën en andere instellingen hebben reeds hunne maat regelen in deze richting .genomen. Maar laten nu ook anderen, hetzij georganiseerd, hetzij persoonlijk het hunne doen om de Kerstdagen ook in dien zin tot fesetdagen te maken, dat voor velen de druk eenigermate wordt verlicht. Moge vooral op deze dagen de betëe- kenis van het Christendom blijken uit de werken. STADSNIEUWS. Kerstvergadering C. B. B. Gisteravond werd in „Prediker" een vergadering van den Leidschen Chr. Besturenbond gehouden, waar als spre ker optrad Dr. K. J. Brouwer, zen- dingsdirector te Oegstgeest, met het onderwerp: „De sociale beteekenis van •het Kerst-evangelie". De voorzitter, de heer J. B. H. Gro- t nhuis, opende de vergadering, liet zingen „Hoe zal ik U ontvangen", ging voor in gebed, las het Kerstevan gelie volgens Lucas en heette in zijn openingswoord de aanwezigen welkom, er zijn teleurstelling over uitsprekende, iat deze vergadering zoo slecht bezocht was. Spr. memoreerde voorts, hoe op da. vorige vergadering was gecollecteerd voor de stakende houtbewerkers te Blokzijl en een bedrag van 16 kon gaan van de Chr. Houtbewerkers worden overgemaakt. In het bondsor- schrijft Ds. G. Hofstede naar aanleiding van deze en andere giften: „Aan de gevers namens de stakende makkers hartelijk dank. Er is onder onze Chris ten-arbeiders nog solidariteitsbesef en gevoel voor recht. Dit laatste —dit is mijn dröeve ervaring in de geschiede nis dezer staking schijnt onder de hooggeplaatste Christenen wel een wei nig te ontbreken, immers, men juicht de Christel, vakbeweging toe als tegen wicht tegenover de revolutionaire, maar haar steunen in den strijd tegen het recht schennende patroons, daartoe komt men niet. 'Destemeer verblijdt het te zien, dat onder de arbeiders be sef van saamhoorigheid is". Dr. K. I.Brouwe r begon met op te merken, dat velen bij het hooren van den titel van spr.'s rede wel wat vreemd zullen opgekeken hebben. Im mers het Kerstevangelie behoort tot het intiemste van ons zielsbezit: de komst van Jezus Christus in de wereld om zondaren zalig te maken; moet dit nu in verband gebracht worden met zulke uiterlijke dingen als waarom het gaat in het sociale? Wat heeft Kerst mis met een vakvereeniging, met een collectief contract te maken. Wij moeten beginnen met dergelijke bezwaren te begrijpen, hoewel niet te billijken. Want de gemeente in haar geheel ko«« nog niet de volle Wijdte van het Kerstevangelie, waartoe ook het sociale behoort. Spr. begint met iets van de sociale beteekenis van het Kerstevangelie te laten zien uit de voorzeggingen. In den lofzang van Zacharias wordt gesproken van den maatschappelijken toestand van het volk Israël, wanneer het heet, dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreeze (Luc. 1 74). Ook de profeten, die Zacharias zijn voorafgegaan, wijzen op die sociale be teekenis, men denke aan Jesaja, die profeteert: Het volk, dat in duister nis wandelt zal een groot licht zien. Het individualisme van den modernen tijd is den Israëliet vreemd; hij ziet den enkeling in het verhand van het geheel; ook een zoo persoonlijk lied als Ps. 130 (Uit de diepten roep ik tot U, o Heere) eindigt met: „Hij zal Israël verlossen". Niet slechts vanuit de voorzegging, ook vanuit de vervulling gezien, kun nen we spreken van de sociale betee kenis van het Kerstevangelie. De Engel verkondigt den herders groote blijd schap niet slechts voor enkelingen maar al den volke, d.w.z. voor het ge- heele volk. In den stal zien wij de moeder, zien wij Maria als de personificatie van d e vrouw. In de oude wereld, in het hoog beschaafde Romeinsche rijk waren vrouwen, onmondigen, slaven en krankzinnigen van alle rechten uitge sloten; zoo was de plaats der vrouw, ook der moeder in die maatschappij. De heidensche mythologie kent geen go den die uit een vrouw geboren zijn (wel half-goden); de groote godjn Athene werd daarom uit het hoofd van Jupi ter geboren. Naast Maria staat bij de kribbe Jo zef, de timmerman, in wien de arbeid wordt geëerd. De herders zijn de vertegenwoordi gers van het arbeidsleven in die dagen; zij zijn de zwoegers, de sloovers, die de nachtwacht hielden. De engelen zingen van vrede, die ver der gaat dan het persoonlijk leven, die ook betreft het sociale. Spr. gaat vervolgens na de sociale be teekenis van het Kerstevangelie van uit de voltooiing. Jezus zelfd beschrijft Zijn roeping op deze wijze: Alzoo lief heeft God de wereld- gehad. Zooals de boodschap van het kruis is het recht Gods is het wezenlijke van het Kerstevangelie de prediking van de liefde Gods. En wij moeten naar het woord van Paulus zijn navolgers Gods. Het Kerstevangelie spreekt niet zoo als de \yerelcl van klassenstrijd en haat, maar van liefde. Het is moeilijk, het is bijna ondoenlijk, liefde te hebben in de sociale verhoudingen. Maar toch moe- ton we ook in ons maatschappelijk le ven zijn navolgers van God, die on danks de zonde de wereld liefhad. RECLAME. Heerensingel 34/35. Tel. 1523. PRIMA KWALITEIT. VERZEGELDE ZAKKEN. God heeft de wereld liefgehad; daar om géén wereld-mijding maar wereld wijding; heiliging van het leven in al zijn verhoudingen, zoodat we voor de wereld ten zegen zijn. Nog -een stapje verder en dan ko men we tot het geweldige woord van Paulus in Col. 120: God heeft in Chris tus alle dingen willen verzoenen tot Zichzelven, ook de dingen die op de aarde zijn. Ja nog een wijder perspectief opent ons het Kerstevangelie, de tweede komst van Jezus Christus. Heel de we reld leeft in een Adventstijd: Marana- tha, de Heere komt. Wij verwachten een nieuwen hemel en een nieuwe aarde, en zulk een nieuwe aarde is im mers niet mogelijk zonder een nieu we maatschappij. Zoo gezien is ook ons vakvereenigingswei'k eeuwigheidswerk De sociale beteekenis van het Kerst evangelie mag ons evenwel de betee kenis van het Kerstevangelie voor het persoonllijk leven niet doen voorbijzien. Persoonlijk en maatschappelijk leven behooren tezamen; ook hier geldt: wat God vereenigd heeft, scheide de mensch niet. De heer Grotenhuis sprak een kort slotwoord en liet zingen „Er ruischt langs de wolken", waarna Dr. Erouwer in dankgebed voorging. De samenkomst werd opgeluisterd door mej. A. v. d. Reyden, die verschil lende mooie Kerstliederen op verdien stelijke wijze ten gehoore bracht. Ter loops willen we er onze blijdschap over uitspreken, dat dit alle Holland- s c h e liederen waren. Het was jammer, dat deze vergade ring zoo slecht bezocht was. Er wordt hier in Leiden veel, te veel vergaderd, doch dit was nu eens een bijeenkomst, die het waard was, regen en wind er voor te trotseeren; een waardige voor bereiding voor de a.s. feestdagen. Kunstkring „Voor Allen" Lener-kwartet. Beethoven's grafredenaar, de muzi kale Weensche dichter Grillparzer, zei eens van zichzelf: Ik hoef maar een toon te hooren, en mijn heele natuur geraakt in een sidderende beweging, die ik niet meester worden kan". Zijn broeders D.onau-zaten bleken gis teravond van hetzelfde hout gesneden; ide artisticiteit straalt hun aan alle kanten uit. Hoe weten ze onder hun lichte streelingen hun instrument aan het zingen te krijgen, maar ook: hoe weet dan dat zingende werktuig zijn meester in laaiend enthousiasme te brengen, ze beinvloeden elkaar,sleepeu elkaar mee, totdat kunstenaar, Instru ment en hoorder zweven, zelfverlo ren, in een aetherisch al van muziek. Eerst mochten we luisteren naar Cé- sar Franlk: kwartet in D. gr. t. Een ongewoon belangwekkende composi tie. Of je het Lento hoort met zijn ver rassende wendingen, nooit banaal en altijd gemotiveerde, zijn prachtige soli, nu eens orgelmatig-ernstig, dan weer hevig gepassioneerd; of wel het Scher zo, con sordino gespeeld, waardoor het ietwat weemoedig getint wordt, schoon het geheel markant blijft; het Lar ghetto met z n voornaam cello^erk, dan wel het Allegro molto, waarin al de indrukken van het vorige weer eens worden verlevendigd. altijd boeit deze in zijn tijd onbegrepen com ponist door den onuitputtelijken rijk dom van zijn muzikale gedachten. „By the Farn" van Goossens kon me niet voldoen, een tikje melancholiek, heel individueel, schijnt 'tme toe, maar 't was erg kort; voor de hoorder er voldoende „in" was, was het uit. De „Italienische Serenade" sloeg meer in. Dat was populaire muziek in den besten zin des woords; praolitef- fecten, geestige pizzicato's. Het zal, ten minste uitgevoerd als gisteravond, op concertprogramma's altijd wel een „Schlager" blijven. Last not least kregen we een kwar tet van Beethoven. Op. 131. Dat was weer heel wat anders dan Hugo Wolf, en ook dan César Franck. Grillparzer zei eens tegen zijn vriend Beethoven: „Had ik maar het duizendste deel van uw kracht en vastheid", W&lnu. eigenschappen hebben we, naast an dere in deze compositie kunnen be wonderen. Welk een architectonische bouw! Wat een strengheid van lijn hij toch zoo'n rijke afwisseling! Nu eens wordt een ruige cello-toon als door een sa ter de zaal in geworpen, terwijl dade lijk daarna op een ragfijn spinsel van hooge viooltoontjes de elfen schijnen te dansen. Alles zwelt aan machtig als tot een onweer, maar .dan maakt zich uit dreigende klankenmassa op (eens een allerliefste melodie los. terwijl even later een semplice Allegretto, schalk als een jong meisje, komt aan gehuppeld. Een wondere compositie, beurtelings imposant en geestig, wer kelijk de kroon op den avond. Over de uitvoering zelf, niets dan lof. De vier artisten geven elkaar niets toe in muzikaliteit, zoowel als in tech niek. Af, en toe zouden we de 1ste viool wel even terug willen houden, zoodat de andere wat meer op den voorgrond konden treden, maar zijn heerlijke voordacht en schitterende tech niek verzoenden den hoorder weer met alles. Het is een uitgelezen genot te luisteren naar kunstenaars, die trotsch triompheeren over fabelachtige moei lijkheden, waarddoor ze heel hun ziel in hun spel kunnen leggen. Het was een kostelijke avond. Het bestuur van den kunstkring heeft het publiek door deze „strijkage" ongetwij feld aan zich verplicht. Gerei. Stadsevangelisatie. Gisteravond vierde de vervoleklasse der Zondagsschool' in 't Morschkwar- tier haar 'Kerstfeest. Tal van ouders en verdere familie waren daartoe mede opgekomen. v Na opening door den leider, begon deze de leden ie< ondervragen over een en ander van het in dit jaar behandel de, n.l. het levenswerk van Paulus. Van zijn bekeermg af, volgden we hem verder op zijn 'drie zendingsreizen en zijn reis naar Rome. En treffend was het te hooren. hoe goed allen de Handelingen der Apostelen „kenden". Hierna genoten we van een schat van voordrachten, die door velen mees terlijk werden gereciteerd. "'Buitengewoon boeide ons de onvol prezen schets van Van de Hulst: „Het _Zaad". Vergeten we ook niet het zang- "en muziekkoor, onder leiding van ae dames Bink, dat dè voordrachten zoo passend afwisselde. Tenslotte sprak de heer van Ulden een kort, keurig slotwoord en eindigde de heer J. Mulder met dankzegging. Het was een heerlijke avond, die, me de door de consumptie en de uitreiking der boekwerken een aangename her innering zal nalaten. De studio van het Oude Testament. Na voorloopige besprekingen met de vertegenwoordig, rs Tan d" „oociety for Old Testament Study" en van de Deut sche Alttestamcntlertagnngen" is te Leiden op 7„ 8 m 9 April 192Ó een bij eenkomst georganiseerd, waarop voor drachten zullen worden gehouden door Professor Dr. A. Budde (Marburg), over „Deutercnomium", Prof. Dr. W. B. Ste venson uit Glasgow over „Uittocht en intocht", waarna Prof. Dr. B. D. Eerd mans uit Leiden en Prof. Dr. H. Th. Obbink uit Utrecht, eenige mededee lingen zullen doen. Een Italiaan over Leiden. Sapori, de Italiaan die een bezoek gebracht beeft aan ons land, is ook te Leiden geweest. Wat hij daar zocht, dat waren de molens, de mooie zeventiende-eeuwsehe huizen en de hofjes. „De oude vrouwtjes ontmoeten el kaar en praten, als de musschen tus- schen de takken. In het hofje bestaan geen standen, alleen een beetje geheim zinnigheid. Vóór de vensterruiten han gen versch gewasschen gordijntjes, die op een mikroskopisch tafeltje glanzen de kopjes doen raden en weer bloem potten, met een vink in een kooitje, die, pikkend en zingend, de vrijwillige ballingschap van de vrouw des huizes deelt. Alles is klein, vol, nauwgezet ge wasschen, afgestoft, gewreven als op een schip. Achter op de binnenplaats naar het Zuiden gekeerd en tegen den wind beschut, rijst een gemetseld af dak, waar de bewoonsters van het vre dig asyl van de zon genieten, als die schijnt, in alle jaargetijden. Een uitste kend plekje om eens voor goed in te slapen, alles te vergeten enheen te gaan in vrede met de menschen en ïnet God". In het Ethnographisch Museum zag Sapori de vijf Boeddha'fe: „Deze koste lijke goden schijnen me voor Holland te zijn wat de Venus^an Gyrene voor Binnenland. De vergadering van de Vereen, vooi Bloembollencultuur. Buitenland. Bij de Lagèrhuisdebaften over de Mossoelkwesiie heeit de Labourfractie de zaal verlaten. In Januari beginnen te Parijs ofli- cieele onderhandelingen tusschen Frankrijk en Rusland. ons is: een onwaardeerbare schat, die niemand kan aanbreken en verteren Zij gaven mij een zoo sterken schok, van openbaring, dat ik dien dag van het museum niets anders heb willen zien." Mej. Tilly Lec-ning is geslaagd voor bet diploma Prime van ae Mij. van Toonkunst alhier. 1 BINNENLAND. De kabinetscrisis. Naar de ,,N. R. Crt." verneemt, i3 de mogelijkheid van een parlementair minderheidskabinet, bestaande uit anti-revolutionairen en christelijk-his- toriscben, door ,dr. J Th. de ViVsser ten ernstigste overwogen. Deze oplos sing is ook beproefd, doch op verzet van anti-revolutionaire zijde afge stuit. Het bericht in enkele bladen, het welk den indruk vestigt, dat de forma teur nadat een compromis-voorstel (accrediteering van den gezant te Bern bij den Paus) door de vier roomsch- katholieke ministers was afgewezen een poging gedaan heeft, tot een am der vergelijk te komen ,moet onjuist zijn. Veeleer is dit nieuwe voorstel van de andere roomschl-katholieke -- zijde uitgegaan. Dienaangaande schijnt dr. de Visser nog geen beslissing te hebben genomen. Zijn we wel ingelicht, zegt het blad, dan zou laatstgenoemde de thans door hem gedane stappen geenszins als de laatste beschouwen, welke van hem te verwachten zijn; de mogelijkheid van een andere oplossing, welke door zijne bemoeiingen zou kunnen worden be vorderd, wordt door dr. de Visser vol strekt niet bij voorbaat ontkend. De parlementaire redacteur van de' Telegraaf acht de kans dat Dr. De Visser zal slagen al heel gering. In parlementaire kringen zoo zegt hij, is men pessimistisch 'gestemd ten aanzien van de pogingen om het hui dige ministerie als extra-parlementair Kabinet te doen voortleven. Jacht op stemmen. Naai' het schijnt is Ds. Lingbeek lastig gevallen omdat niet hij maar Ds. Kersten het amendement tegen het gezantschap heeft ingediend. In „Staat en Kerk" geeft hij hierom trent nu nadere inlichtingen. Toen hij het amendement in wou dienén, vertelde de Griffie dat Ds. Kei- sten hem dit voordeeltje al had af gesnoept en toen hij daarop D9. Ker sten aanbood het amendement mede te onderteekenen, toonde die daarin niet veel trek, doch scheepte .hem af. En zoo greep Lingbeek er naast en was hij niet in de gelegenheid zijn an- ti-papisme door het onderteekenen v. een amendement te demonstreeren. Spoorweg museum. De „N. R. Ct." meldt, dat de directie der Ned. Spoorwegen, met medewer king van den heer G. W. van Vloten te Utrecht een verzameling van voor werpen en bescheiden, voor de geschie denis ven het spoorwegwezen van be lang, heeft bijeengebracht, Zij 'hoe,' ten behoeve van deze verza'meling o in een lokaal op het hoofdbureau Utrecht wordt bewaard, reeds v?r schillende zaken in bruikleen afge staan De bedoeling is, dat hie de grondslag zal zijn gelegd voor ee i spoorwegmuseum. Het personeel i aangespoord ter aanvulling modellen, foto's, platen en andere voorwerpen o te zenden. Toeslag op de ongevailenrcnte. Door den heer Vliegen zijn aan 1 Minister v£n Arbeid Handel en Nn heid 'de volgende vragen gesteld:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1