NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 16 DECEMBER 1923 TWEEDE. BLAD. r, Mitii- WÜT DE OLHIIEÜ 2ESHEÜ Een fout van tactiek. Prof. Mr. D. P. D. Fabius schrijft in het „Handelsblad:" Mij komt voor, dat ten aanzien van bovengenoemde aangelegenheid van den kant der rechterzijde meer dan éene'fout is begaan. En dat de laatste fout is voor reke ning van de christelijk-historische groep in de Tweede Kamer der S. G. Haar standpunt bij de Kabinetsfor matie van dezen zomer was naar ik meen behoud van de „coalitie" met vrijheid voor zich, om te stemmen te gen het gezantschap bij den Paus. Verkeerdelijk echter heeft zij ge meend ik stel mij op haar stand punt dat zij van" die vrijheid ge bruik kon maken bij de stemming over het amendement van de heeren Ker sten en Zandt. Immers droeg feitelijk de stemming een gemengd karakter; was zij, deels een stemming, met de bedoeling, dat gezantschap te doen ophouden, deels een stemming over het voortbestaan van de „coalitie." Echter is de christelijk-historische fractie te-werk-gegaan, - als was die stemming een zuivere, een éénledige. Hierin school m.i. op haar stand punt een fout van tactiek. Zij had moeten begrijpen en kunnen verklaren, dat, gezien den stand van zaken, zij bij deze stemming de gele genheid miste, 0111 van de zich voor behouden vrijheid in zake het gezant schap gebruik te maken. Hoedanige verklaring voor haar te gemakkelijker was geweest, gegeven ihet feit, dat. die gezantschapspost van 1918 tot 1925 gehandhaafd was onder mede-verantwoordelijkheid van minis ter De Visser, en de bestendiging daar van thans bedoeld werd onder mede verantwoordelijkheid der ministers de |G«er en Schokking. Aan een beantwoorden van de vraag 'hoe alsnog deze fout van tactiek is to herstellen, waag ik mij niet; zij het al. dat ook dit wellicht mogelijk ware, los van eenig oordeel over het al dan niet wenschelijke van meergenoemd gezant schap; en naar het standpunt, dat de 'christelijk-historische groep dezen zo mer bij de Kabinetsformatie heeft in- igenomen. KERK EM SCHOOL. NED. HERV. KERK. Drietal: Te Amsterdam, |j- Boer te [Vriezen, veem, A. A. Dönszelmann te [Wassenaar en B. Gijzel te IJlst. j GEREF. KERKEN, j: Beroepen: Te Houwerzijl en te Zuidwolde (Dr.), R. Oosterhof, cand. te Groningen. Te Overschild, M. Jamt teens, cand. te Assen. Te Zwolle, G. {Laarman te Klumdert. i CHR. GEREF. KERK. j- Tweetal: Te "Woerden, L. de Bruij jtne te Zwolle. N. Bijdemast te Rotterdam Bavestlgix&o, Intrede, Afscheid. Ds. J. Kriiger, Geref. predikant te Delden, is voornemens Zondag 27 Dec. a.s. afscheid te nemen van zijn ge meente. De bevestiging en intrede te (Elburg zal D. V. op Zondag 3 Jan. d.a^v. plaat# hebben. Ds. J. Kooi. In den ouderdom van 77, jaar is te Bergum overleden Ds. J. Kooi, emeri tus predikant der Geref. Kerk. Ds. Kooi werd in 1879 candidaat, om 23 Nov. van dat jaar intrede te doen te B.'indeloopen. Den 18den Mei'1884 kwam hij naar ÏBesvgum. Oct. 1918 on ving hij eervol emeritaat. Indische predikanten, j Ter benoeming tot predikant bij de ('Indische Kerken van GouvernementsL wege zijn voorgedragen de heeren R. J. de Boer te Zwartsluis en C. B. Boel re ,cand. t-ot den H. Dienst bij het Provinciaal Kerkbestuur van ZuïdLHol land te Capelle aan den IJssel. Nederlandsch Bijbelgenootschap. Op 1 Dec. j.l. heeft de voorzitter van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, de heer E. Renje van Ouwenaller, deze bet. trekking neergelegd. De afgetreden voor 'zitter was als zoodanig in functie sei_ dort 1907, en lid van het Hoofdbestuur sinds 1891. Als zijn opvolger is benoemd Jhr. H. L. Quarles van Ufford, sedert 1907, Algemeen penningmeester van het .Gcl nootschap. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. Bij de regeling der werkzaamheden verklaart de heer BRAAT (Pl.B.) zich tegen de directe behandeling der be- zoldigingsontwerpen. Het voorstel van 'den Voorz. tot behandeling van deze en andere ontwerpen wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Aan de orde zijn herziening faillis- sementswet (ïsedactie-verbetering) en verschillende suppletoir e begrootings- ontwêrpen, alsmede het wetsontwerp tot goedkeuring van het ongevallen verzekeringsverdrag. Deze ontwerpen, worden evenals enkele andere voorstel len z.h.s. aangenomen. Aan de orde zijn de bezoldigings- ontwerpen. De heer TER LAAN (S.D.) acht de regeling onbevredigend, (Öeze regee ring meet met tweeërlei maat door be voordeeling der hooge salarissen. Noodgedwongen zal de Soc. Dem fractie vóórstemmen. De heer KUIPER (R.K.) wil een hei tere loonregeling voor Rijkswerklieden De heer KETELAAR (V.D.) oordeelt dat kantonrechters en onderwijzers er slecht afkomen. De heer BULTEN (R.K.) wil verhoo ging van den kindertoeslag voor rijks werklieden. De heer DRESSELHUYS (V B.) aan vaardt de verbetering, ofschoon de zaak nog niet te overzien is. Spreker bestrijdt den heer Ter Laan. Vooral de salarissen voor de rechterlijke macht zijn onvoldoende. Het ware al een verbètering, indien "we ten aanzien van de rechterlijke macht terugkeeren tot den toestand van 19201921, wat slechts een meer dere uitgave van f 315.000 zou beteeke- nen. Zal de Regeering spoedig komen met een voorstel, inhoudende de rege ling van 1920-'21 voor de rechterlijke macht? Inmiddels beschouwt spr. de ontwerpen, als slechts van provisio- neelen aard. De lieer L. DE VISSER (.comm.) be toogt dat de voorstellen der Regeering geenszins in staat zijn tevredenheid bij liet lagere personeel te verwekken. Vooral het postpersoneel zal nog on tevredener worden. De Minister van Financiën, de heer COLIJN, constateert, dat de Kamer be reid is de ontwerpen te aanvaarden. Het dèmissionnair Kabinet zal niet treden in de mérités van het Bezoldi gingsbesluit. De bedoeling is thans al leen de onjuistheden weg' te nemen; niet om de positie der ambtenaren te verbeteren. Niettemin zullen er wel fouten zijn overgebleven. Spr. bestrijdt clen lieer Ter Laan, dat liet hooger personeel zou worden bevoordeeld. Omtrent de Rijkswerklie- 'den kan spr. geen toezegging doen. Bij den Hoogen Raad zijn de salarissen gebracht*op het peil van 1920. Spreker geeft den heer Dresselhuys in over weging, geen amendementen in te dienen. De geheele rechterlijke macht wil spr. niet terugbrengen op het peil van 1920, ten einde het rech terlijk personeel niet in een uitzonde ringspositie te brengen. De Minister van Justitie, de heer FEUILLETON. Kattilyn Barringt on, j 12) Toen viel hem iets in. „Toen die ri- vierroovers, zooals je ze neemt, weg- j gingen, welken kant gingen ze toen j heen, Ching?" I Ching wees met de hand stroomop- jiwaarts. „Dien kant gaan, Groote jonk j zijn, wij jonk zagen ook wij komen t dezen morgen op rivier." j Nu zag Forsyth het verband tus- j schen den aanval op zich zelf en den aanval op de sampan. Li-'Weng Ho jwas waarschijnlijk de aanstoker van beide; maar terwijl hij den aanva! op (zichzelf beschouwen kon als een uiting 1 van baat van den mandarijn, kon hij rftet begrijpen wat de oorzaak was Van den aanval op de bagage van Kathlyn 1 Barrington. Langen tijd peinsde hij 1 hierover, maar tenslotte was hij neg even ver als aan het begin. Het was j onverklaarbaar voor hem. Toch be- sloot hij, %oe begeerig hij ook was oe- jnig 'icht te krijgen in deze duistere 1 zaak, er niets van te zeggen aan Kath lyn Barrington. LjToen Jiij den volgenden morgen de rivier opkeek, was de jonk van den mandarijn verdwenen. HOOFDSTUK V. Gsie Rechtspraak. Vijf dagen later kwam de sampan in het gezicht van Yong-Foo, een stad op een heuvel gelegen, waarvan de top gekroond werd door de „fung-shui" de beschermheilige der bewoners, een pa goda (kerk) van vier verdiepingen, zich verheugende in den naam van „Pagoda van den Rechtvaardigen weg." Ching wees den afgodstempel met trots aan. „Heel goede pagoda, heel goede stad, maar slechte, zeer slechte mandarijn." „Ja" stemde Forsytli toe. „Li-Weng- Ho is geen Ghineesche heilige." Een wirwar van jonken kwam in 'i gezicht en Forsyth .verwonderde er zich over, hoe ze een weg konden' vin den tusschen al die schepen door. Toch gelukte, dit aan den stuurman. Vlak bij verhief zich dreigend een waterpoort. In de- torens stonden, of liever gezegd, hingen een half dozijn soldaten. De tol werd betaald.'De sam pan ging door een sluis en toen Dick Forsyth rondkeek, wist hij, dat hij in Young-Foo was. waar Li-Weng-Ho SCHOKKING, onderstreept het betoog 'dat de rechterlijke macht niet op bui tengewone wijze bevoordeeld behoort te worden. Binnen het kader der mo gelijkheid is -.voor de leden der rech terlijke macht gedaan wat er gedaan kon wobden. Spr. sluit zich aan bij wat de heer Colijn heeft gezegd over de salarissen bij den Hoogen Raad. Een algeheele terugkeer tot clen toestand van 19201921 is vooralsnog naar spr. meening niet te verwachten. Tegen amendementen zou het gevaar kun nen worden opgeworpen, dat ze het on derling verhand der salarissen zouden kunnen verbreken; bovendien is bet de vraag, wat bescheiden amendementen zijn. De heer J. TER LAAN (S.D.A.P.), be toogt, dat verhooging van salarissen der rechterlijke macht door amende menten onbillijk zou zijn jegens an dere groepen van ambtenaren; boven dien zou het verban'd tusschen de sa larissen verbroken worden. Spr. ver zoekt den heer Dresselhuys, van amen dementen af te zien; anders zou spr. een motie moeten indienen om de amendeerings-veranderingen voor alle ambtenaren te doen gelden. De heer DRESSELHUYS (V.B.) re- pliceeren'd, merkt op dat de leden der rechterlijke macht in het algemeen niet tot fde hoogere ambtenaren behoo- ren. De beer HEEMSKERK (A.R.) zal vóór de ontwerpen stemmen. Spr. zou het hebben kunnen begrijpen als de beer Dresselhuys bij een enkel artikel een f100 meer zou voorstellen; maar hij heeft de rechterlijke macht in haar geheel ter sprake gebracht. Spr. kan zich niet vereenigen met de wijze waar op de heer Dresselhuys deze zaak in het debat brengt. Deze doet het voor komen alsof er geen geschikte solli citanten voor cle rechterlijke macht zijn; spr. moet dit tegenspreken. Spr. heeft thans 'de neiging om te stemmen tegen alle eventueele amendementen van den heer Dresselhuys. De heer KETELAAR (V.D.) repliceert. Ook spr. bestrijdt de gedragslijn van den heer Dresselhuys. Minister COLIJN geeft den heer Dres selhuys in overweging thans niet ver der aan te dringen, ook om het geheel niet te verbreken. De verschillende ontwerpen worden zonder h. st. aangenomen, alsook zon der verder debat, behalve het ontwerp betreffende de rechterlijke macht, waarbij de heer DRESSELHUYS (V.B.) amendementen verdedigt, strekkende om de salarissen 'der substituut-grif fiers bij kantongerechten le klasse te brengen van f 2700 op f 2900, idem van griffiers der 3e klasse varrif 2300 op f 2500 en de salarissen der ambtenaren Openhaar Ministerie bij kantongerech ten van f 3200 op f 3400, van griffier le kl. van f 3200 op f 3400. De lieer J. TER LAAN (S D.A.P.) be strijdt nogmaals 'afzonderlijke behan deling van enkele leden der rechterlij ke macht. Minister SCHOKKING ontraadt de aanneming der amendementen, in hoofdzaak om het geheele stelsel niet te verbreken. De beer BEUMER (A.R.) wijst op do mogelijkheid voor. deze jongste ambte naren om promotie te maken. Spr. is tegen de amendementen. De heer DRESSELHUYS trekt zijn amendementen in. De wetsontwerpen,worden zonder h. st aangenomen. De VOORZITTER sluit de vergade ring. EERSTE KAMER. Vergadering van gisteren. De Kamer gaat over tot. het trek ken der afdeelingen. Daarna wordt de vergadering geschorst 0111 de afdee lingen in de gelegenheid te stellen voorzitters en ondervoorzitters te kie zen. heer en meester was. Toen de sampan verder voer, zag hij vlak bij de pagoda een keurig gebouw, omringd door een hoogen muur. „'Wat gebouw is dat, Ching?" vroeg hij. „Mandarijns paleis. Li-Weng-Ho wo nen." Zoo." Onwillekeurig beving hem een ge voelen van angst. Daar bij zijn lot en leven in veilige handen geborgen wist. aarzelde hij evenwel niet. De wande ling naar het zendingshuis uitgezon derd, was hij nu aan het einde van zijn taak. Toen hij eenmaal aan land was, herinnerde hij zich zijn belofte aan Kathlyn Barrington en besloot, die terstond in te lossen. „Ching" zei hij, „weet je het huis van Mr. Barrington?" .Mista Barrington?" Een smal lach je kwam op het gezicht van den Oos terling, toen iiij sprak: „Ja." „Ik weten zijn huis heel goed." „Breng deze pakjes van juffr. Bar rington daar heen. Neem een kruiwa gen en een paar knechts en laad ze daar op." „Ik zenden zr.I" 1ril cle Ching. maar vroeg onvrrv.v.rd. .1; vreten wat in pakjes zijn, iriivih?" Na heropening der vergadering deelt de VOORZITTER mede, dat door de afdeelingen zijn benoemd tot voorzit ters 'de heeren Fransen, Rink, v. Was senaar van Catwijck, de Vos v. Steen- wijk en Slotemaker de Bruine en tot ondervoorzitters de «heeren Blomjous, de Zeeuw, de Gijselaar, v. d. Lande en van Emden. De VOORZITTER stelt voor Woens dag in de afdeelingen een reeks ont werpen te JbehanVIelen, Dinsdag a.s. wederom afdeelingsonderzoek te hou den en Woensdag 23 December in het openbaar te behandelen de ontwerpen, 'die in staat van wijzen; zijn. De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag a.s. 2 uur. BINNENLAND. DE KABINETSCRISIS. De pogingen van dr. De Visser. NaaV de Haagsche correspondent cvan „de Maasbode" verneemt, heeft Dr. De Visser thans verschillende leden van het demissionaire kabinet aangezocht om over te gaan in een door hem te vormen ministerie. Deze uitnoodiging is o.m. ook gericht, tot de vier Katholieke ministers. Naar onze meening, merkt het „Han delsblad." op, kan het als vaststaande worden beschouwd, dat de Katholieke ministers, gezien de houding, die zij van het begin van het conflict af heb ben aangenomen, aan deze uitnoodi ging geen gevolg zullen geven, wanneer niet een voor de Katholieke Kamerfrac tie en ook voor hen zelf aannemelijke oplossing van de kwestie van het ge zantschap bij den H. Stoel wordt ge vonden. De ontwapeningscommissie. Naar uit Genève wordt medegedeeld, is ook Nederland onder de Staten, wien de Raad van den Volkenbond een uit noodiging heeft gezonden om als lid deel uit te maken tot de Voorbereiden de Commissie inzake de ontwapening. De weelde- en verteringsbelasting. Naar het „Hbld." verneemt, is aan clen Nijverheidsraad ter beoordeeling toegezonden een nieuw voor-ontwerp wtelde-wet, ter vervanging van het be staande wetsontwerp. Het nieuwe voor-ontwerp beoogt de vijf-en-twintig artikelen welke als weelde-artikelen worden aangemerkt, t<- belaste^n bij de bron en wel met 12 pct„ voor zoover ze hier te lande wor den gemaakt. Op ingevoerde weelde-ar tikelen zal een invoerrecht van 12 pet. worden geheven. De weelde-belasting ten aanzien van hotel-verteringen blijft als in het oude ontwerp. De pasvisa voor Duitschland. Zooals reeds gemeld is, worden te Osnabrück besprekingen tusschen ver tegenwoordigers van de Nederlandsche en de Duitsche regeering gevoerd no pens de opheffing van pasvisa in het, verkeer tusschen beide landen. Van Ne derlandsche zijde' traden als vertegen woordigers op de heeren: J. Wolff, con sul-generaal te Berlijn; A. Folmer, di recteur van de dienst der werkloos- ling; J. F. Boer, referendaris aan liet departement van Buiten]Zaken Th. v. Lier, referendaris aan het depar tement v. arbeid, handel en nijverheid, en F. C. A. van der Minne, luitenant-ko lonel der marechaussee, administra teur van het bureau grensbewaking. Hot Nedsrïanöscli-Beïgiseh verdrag. „Aangaande de Hollandsch-Belgische onderhandelingen verneemt de „Voor waarts" uit goede bron, dat in de laat ste dagen de regeeringen van Parijs en Lenden, te Brussel en in Den Haag voorstellen hebben gedaan, die, indien zij werden aangenomen aan de Hol- landsclie-Belgische overeenkomst een „Neen, Ching. handelswaar, denk ik Maar dat zijn onze zaken niet." Ching aarzelde zichtbaar, blijkbaar zeer genegen om nog meer te zeggen- maar daar hij zag, dat Forsyth niet genegen was tot het houden van een gesprek, draaide hij zich om en be gon de bedoelde pakjes weg te dragen. Forsyth keek er naar, zonder te let ten op de hem nieuwsgierig aankij kende omstanders, hij zag hoe de kist jes op een wagen geplaatst werden, dat do wagen wegrolde en vertrok, toen Ching klaar was, in de richting van het zendingshuis. - Na verschillende straten 'doorloopen te hebben, die walgelijk stonken van al het vuil, dat overal verspreid lag. kwamen ze voor een grooten tuin. De poort was open en Ching voerde For syth lang een laan van oranjeboomen naar het daarin gelegen huis. Een lange Chinees, wiens voorko men getuigde van een ingetogen le venswijze, liep hem haastig tegemoet cn een oogenblik later stelde Ching hem voor aan zijn collega en assistent. Dokter Wang-Hi. Hem groote geleer de. Hem helpen zieke menschen." Forsyth werd ingenomen door het, voorkomen van den man en het duur de niet lang, of hij zat met Dr. Wang- AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 16 December 1925. Er wordt heel wat over „democratie" gepraat den laatste* tijd. Dr.^de Visser, zoo vernam ik, han delt bij zijn pogen tót kabinetsformatie heelemaal niet democratisch in tegen- steling met de heeren Marchant en Al- barda, die wel niets loslieten van wat ze onder elkaar verhandelen, maar die dan toch maar een mooie kiek lieten maken van een gehouden conferentie. Zoo „democratisch" mogelijk dus. Maar nu lees ik in „Het Volk" een ingezonden stuk van den modernen Kantoorbediendenhond, waaruit men kan opmaken, dat het in den rooden hoek met de democratie ook al niet pluis is. Krachtens welke opdracht, zoo wordt gevraagd, heeft het bestuur van het N. V. V. met de leiding van de S. D. A. P. over de crisis onderhandeld? Wie heeft opdracht gegeven den steun van de moderne vakbeweging voor een eventueel te vormen kabinet aan te bieden? Wie beeft machtiging gegeven een bepaald program te aanvaardend Me dunkt de „democratische" leiders, die anderen over hun gebrek aan „de mocratie" kapittelen, maar die zelf op eigen gelegenheid hunne volgelingen zoo ongeveer hebben verkocht en gele verd kunnen het er mee doen. Trouwens als de roode heeren ooit tot de regeeering geroepen worden zul len ze nog wel eens meer met hunne z.g. „democratie" in de maag zitter. OBSERVATOR heel nieuw karakter zouden geven. De Fransche ên Engelsche regeering hebben voorgesteld, het tractaat van 1839, waarbij de Belgische onzijdig heid werd gewaarborgd, te vervangen door een niéuw algemeen tractaat. door alle groote Europeesche mogend heden te onderteekenen. In dit alge meen tractaat zou dan de Holland- sche-Belgische overeenkomst worden gewaarborgd. Te Brussel en in Den Haag schijnt men nochtans weinig geneigd op het Fransche en Engelsche voorstel in te 'gaan om'dat men er tot de conclusie is gekomen dat het voorgesteld alge meen tractaat eventueele veranderin gen aan de Hollandsch-Belgische over eenkomst onmogelijk zouden maken. Dit is het waarschijnlijke antwoord dat door de regeeringen van Brussel en Den Haag aan Parijs en Londen zal worden gegeven. Directeur-generaal van Landbouw. Het bestuur van den Chr. Boeren- en Tuindersbond heeft zijn standpunt inzake een directie van Landbouw den Minister van Binnenlajidsche Zaken en Landbouw kenbaar gemaakt. Het bestuur schijnt bet nietongewenscht. dat aan t' hoofd van een dergelijke directie een ambtenaar staat, die in nauw contact met land- en tuirjboiiw leeft, technisch daarvan volkomen op de hoogte is en het geheel V volledig overziet. Hij zal toch voor de noodige^eenheid in 'de adviezen kunnen waken en kun nen zorg dragen, dat elk belang in zijn juiste waarde tot het geheel wordt geschat. De Zomertijd. Naar „Het Vad." verneemt heeft het Kamerlid de heer Braat nog geen be slissing genomen inzake zijn wetsvoor stel tot inperking van den Zomertijd. Hij heeft, aldus deelde hij het blad me de, de voor- en nadeelen van intrekken of verzoeken om de geschorste beraad slagingen weer voort te zetten, nog niet voldoende tegen elkaar afgewogen. Binnen een week denkt de heer Braat een besluit te nemen. Hi, onder het genot an een kopje thee. te praten over YongvFoo. Wang-Hi, die in Londen had gestudeerd, sprak uitstekend Engelsch en na korten tijd vroeg Forsyth hem openlijk: „Legt de mandarijn Li-Weng-Ho ons veel hin derpalen in den weg?" „Ik weet niet van werkelijke hin derpalen van zijn kant" antwoordde Weng-J-Io kalm. „Maar men kan Li- Weng-Ho s afkeer van vreemdelingen moeilijk te groot voorstellen. Ik denk dat alleen 'de keizerlijke edicten hem terughouden van werkelijke vervol ging. En toch, in zijn haat tegen vreem delingen is één uitzondering, neen. twee!" „Werkelijk?" „Ja, er is een vreemdeling genaamd Barrington, die zich, met zijn dochter, verheugen mag in de bescherming van den mandarijn. Zij srliijnen overal in de provincie te mogen komen en alles te mogen doen. Ik begrijp waarlijk niet, waarom de man hier toegelaten wordt; want Yong-Foo is geen handels haven." „Is Li-Weng-Ho vriendelijk voor ze!' „Buitengewoon. Ik denk, dat die 2 mannen in verschillende dingen sa menwerken; en het meisje is lief en aardig en Li-Leng-Ho.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5