NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 16 DECEMBER 1923
TWEEDE. BLAD.
r, Mitii-
WÜT DE OLHIIEÜ 2ESHEÜ
Een fout van tactiek.
Prof. Mr. D. P. D. Fabius schrijft in
het „Handelsblad:"
Mij komt voor, dat ten aanzien van
bovengenoemde aangelegenheid van
den kant der rechterzijde meer dan
éene'fout is begaan.
En dat de laatste fout is voor reke
ning van de christelijk-historische
groep in de Tweede Kamer der S. G.
Haar standpunt bij de Kabinetsfor
matie van dezen zomer was naar ik
meen behoud van de „coalitie" met
vrijheid voor zich, om te stemmen te
gen het gezantschap bij den Paus.
Verkeerdelijk echter heeft zij ge
meend ik stel mij op haar stand
punt dat zij van" die vrijheid ge
bruik kon maken bij de stemming over
het amendement van de heeren Ker
sten en Zandt.
Immers droeg feitelijk de stemming
een gemengd karakter; was zij, deels
een stemming, met de bedoeling, dat
gezantschap te doen ophouden, deels
een stemming over het voortbestaan
van de „coalitie."
Echter is de christelijk-historische
fractie te-werk-gegaan, - als was die
stemming een zuivere, een éénledige.
Hierin school m.i. op haar stand
punt een fout van tactiek.
Zij had moeten begrijpen en kunnen
verklaren, dat, gezien den stand van
zaken, zij bij deze stemming de gele
genheid miste, 0111 van de zich voor
behouden vrijheid in zake het gezant
schap gebruik te maken.
Hoedanige verklaring voor haar te
gemakkelijker was geweest, gegeven
ihet feit, dat. die gezantschapspost van
1918 tot 1925 gehandhaafd was onder
mede-verantwoordelijkheid van minis
ter De Visser, en de bestendiging daar
van thans bedoeld werd onder mede
verantwoordelijkheid der ministers de
|G«er en Schokking.
Aan een beantwoorden van de vraag
'hoe alsnog deze fout van tactiek is to
herstellen, waag ik mij niet; zij het al.
dat ook dit wellicht mogelijk ware, los
van eenig oordeel over het al dan niet
wenschelijke van meergenoemd gezant
schap; en naar het standpunt, dat de
'christelijk-historische groep dezen zo
mer bij de Kabinetsformatie heeft in-
igenomen.
KERK EM SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Amsterdam, |j- Boer te
[Vriezen, veem, A. A. Dönszelmann te
[Wassenaar en B. Gijzel te IJlst.
j GEREF. KERKEN,
j: Beroepen: Te Houwerzijl en te
Zuidwolde (Dr.), R. Oosterhof, cand. te
Groningen. Te Overschild, M. Jamt
teens, cand. te Assen. Te Zwolle, G.
{Laarman te Klumdert.
i CHR. GEREF. KERK.
j- Tweetal: Te "Woerden, L. de Bruij
jtne te Zwolle. N. Bijdemast te Rotterdam
Bavestlgix&o, Intrede, Afscheid.
Ds. J. Kriiger, Geref. predikant te
Delden, is voornemens Zondag 27 Dec.
a.s. afscheid te nemen van zijn ge
meente. De bevestiging en intrede te
(Elburg zal D. V. op Zondag 3 Jan.
d.a^v. plaat# hebben.
Ds. J. Kooi.
In den ouderdom van 77, jaar is te
Bergum overleden Ds. J. Kooi, emeri
tus predikant der Geref. Kerk.
Ds. Kooi werd in 1879 candidaat, om
23 Nov. van dat jaar intrede te doen
te B.'indeloopen.
Den 18den Mei'1884 kwam hij naar
ÏBesvgum. Oct. 1918 on ving hij eervol
emeritaat.
Indische predikanten,
j Ter benoeming tot predikant bij de
('Indische Kerken van GouvernementsL
wege zijn voorgedragen de heeren R.
J. de Boer te Zwartsluis en C. B. Boel
re ,cand. t-ot den H. Dienst bij het
Provinciaal Kerkbestuur van ZuïdLHol
land te Capelle aan den IJssel.
Nederlandsch Bijbelgenootschap.
Op 1 Dec. j.l. heeft de voorzitter van
het Nederlandsch Bijbelgenootschap, de
heer E. Renje van Ouwenaller, deze bet.
trekking neergelegd. De afgetreden voor
'zitter was als zoodanig in functie sei_
dort 1907, en lid van het Hoofdbestuur
sinds 1891.
Als zijn opvolger is benoemd Jhr.
H. L. Quarles van Ufford, sedert 1907,
Algemeen penningmeester van het .Gcl
nootschap.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Bij de regeling der werkzaamheden
verklaart de heer BRAAT (Pl.B.) zich
tegen de directe behandeling der be-
zoldigingsontwerpen. Het voorstel van
'den Voorz. tot behandeling van deze
en andere ontwerpen wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Aan de orde zijn herziening faillis-
sementswet (ïsedactie-verbetering) en
verschillende suppletoir e begrootings-
ontwêrpen, alsmede het wetsontwerp
tot goedkeuring van het ongevallen
verzekeringsverdrag. Deze ontwerpen,
worden evenals enkele andere voorstel
len z.h.s. aangenomen.
Aan de orde zijn de bezoldigings-
ontwerpen.
De heer TER LAAN (S.D.) acht de
regeling onbevredigend, (Öeze regee
ring meet met tweeërlei maat door be
voordeeling der hooge salarissen.
Noodgedwongen zal de Soc. Dem
fractie vóórstemmen.
De heer KUIPER (R.K.) wil een hei
tere loonregeling voor Rijkswerklieden
De heer KETELAAR (V.D.) oordeelt
dat kantonrechters en onderwijzers er
slecht afkomen.
De heer BULTEN (R.K.) wil verhoo
ging van den kindertoeslag voor rijks
werklieden.
De heer DRESSELHUYS (V B.) aan
vaardt de verbetering, ofschoon de
zaak nog niet te overzien is. Spreker
bestrijdt den heer Ter Laan. Vooral de
salarissen voor de rechterlijke macht
zijn onvoldoende.
Het ware al een verbètering, indien
"we ten aanzien van de rechterlijke
macht terugkeeren tot den toestand
van 19201921, wat slechts een meer
dere uitgave van f 315.000 zou beteeke-
nen. Zal de Regeering spoedig komen
met een voorstel, inhoudende de rege
ling van 1920-'21 voor de rechterlijke
macht? Inmiddels beschouwt spr. de
ontwerpen, als slechts van provisio-
neelen aard.
De lieer L. DE VISSER (.comm.) be
toogt dat de voorstellen der Regeering
geenszins in staat zijn tevredenheid
bij liet lagere personeel te verwekken.
Vooral het postpersoneel zal nog on
tevredener worden.
De Minister van Financiën, de heer
COLIJN, constateert, dat de Kamer be
reid is de ontwerpen te aanvaarden.
Het dèmissionnair Kabinet zal niet
treden in de mérités van het Bezoldi
gingsbesluit. De bedoeling is thans al
leen de onjuistheden weg' te nemen;
niet om de positie der ambtenaren te
verbeteren. Niettemin zullen er wel
fouten zijn overgebleven.
Spr. bestrijdt clen lieer Ter Laan,
dat liet hooger personeel zou worden
bevoordeeld. Omtrent de Rijkswerklie-
'den kan spr. geen toezegging doen. Bij
den Hoogen Raad zijn de salarissen
gebracht*op het peil van 1920. Spreker
geeft den heer Dresselhuys in over
weging, geen amendementen in
te dienen. De geheele rechterlijke
macht wil spr. niet terugbrengen op
het peil van 1920, ten einde het rech
terlijk personeel niet in een uitzonde
ringspositie te brengen.
De Minister van Justitie, de heer
FEUILLETON.
Kattilyn Barringt on,
j 12)
Toen viel hem iets in. „Toen die ri-
vierroovers, zooals je ze neemt, weg-
j gingen, welken kant gingen ze toen
j heen, Ching?"
I Ching wees met de hand stroomop-
jiwaarts. „Dien kant gaan, Groote jonk
j zijn, wij jonk zagen ook wij komen
t dezen morgen op rivier."
j
Nu zag Forsyth het verband tus-
j schen den aanval op zich zelf en den
aanval op de sampan. Li-'Weng Ho
jwas waarschijnlijk de aanstoker van
beide; maar terwijl hij den aanva! op
(zichzelf beschouwen kon als een uiting
1 van baat van den mandarijn, kon hij
rftet begrijpen wat de oorzaak was Van
den aanval op de bagage van Kathlyn
1 Barrington. Langen tijd peinsde hij
1 hierover, maar tenslotte was hij neg
even ver als aan het begin. Het was
j onverklaarbaar voor hem. Toch be-
sloot hij, %oe begeerig hij ook was oe-
jnig 'icht te krijgen in deze duistere
1 zaak, er niets van te zeggen aan Kath
lyn Barrington.
LjToen Jiij den volgenden morgen de
rivier opkeek, was de jonk van den
mandarijn verdwenen.
HOOFDSTUK V.
Gsie Rechtspraak.
Vijf dagen later kwam de sampan
in het gezicht van Yong-Foo, een stad
op een heuvel gelegen, waarvan de top
gekroond werd door de „fung-shui" de
beschermheilige der bewoners, een pa
goda (kerk) van vier verdiepingen,
zich verheugende in den naam van
„Pagoda van den Rechtvaardigen
weg."
Ching wees den afgodstempel met
trots aan. „Heel goede pagoda, heel
goede stad, maar slechte, zeer slechte
mandarijn."
„Ja" stemde Forsytli toe. „Li-Weng-
Ho is geen Ghineesche heilige."
Een wirwar van jonken kwam in 'i
gezicht en Forsyth .verwonderde er
zich over, hoe ze een weg konden' vin
den tusschen al die schepen door. Toch
gelukte, dit aan den stuurman.
Vlak bij verhief zich dreigend een
waterpoort. In de- torens stonden, of
liever gezegd, hingen een half dozijn
soldaten. De tol werd betaald.'De sam
pan ging door een sluis en toen Dick
Forsyth rondkeek, wist hij, dat hij in
Young-Foo was. waar Li-Weng-Ho
SCHOKKING, onderstreept het betoog
'dat de rechterlijke macht niet op bui
tengewone wijze bevoordeeld behoort
te worden. Binnen het kader der mo
gelijkheid is -.voor de leden der rech
terlijke macht gedaan wat er gedaan
kon wobden. Spr. sluit zich aan bij wat
de heer Colijn heeft gezegd over de
salarissen bij den Hoogen Raad. Een
algeheele terugkeer tot clen toestand
van 19201921 is vooralsnog naar spr.
meening niet te verwachten. Tegen
amendementen zou het gevaar kun
nen worden opgeworpen, dat ze het on
derling verhand der salarissen zouden
kunnen verbreken; bovendien is bet de
vraag, wat bescheiden amendementen
zijn.
De heer J. TER LAAN (S.D.A.P.), be
toogt, dat verhooging van salarissen
der rechterlijke macht door amende
menten onbillijk zou zijn jegens an
dere groepen van ambtenaren; boven
dien zou het verban'd tusschen de sa
larissen verbroken worden. Spr. ver
zoekt den heer Dresselhuys, van amen
dementen af te zien; anders zou spr.
een motie moeten indienen om de
amendeerings-veranderingen voor alle
ambtenaren te doen gelden.
De heer DRESSELHUYS (V.B.) re-
pliceeren'd, merkt op dat de leden der
rechterlijke macht in het algemeen
niet tot fde hoogere ambtenaren behoo-
ren.
De beer HEEMSKERK (A.R.) zal
vóór de ontwerpen stemmen. Spr. zou
het hebben kunnen begrijpen als de
beer Dresselhuys bij een enkel artikel
een f100 meer zou voorstellen; maar
hij heeft de rechterlijke macht in haar
geheel ter sprake gebracht. Spr. kan
zich niet vereenigen met de wijze waar
op de heer Dresselhuys deze zaak in
het debat brengt. Deze doet het voor
komen alsof er geen geschikte solli
citanten voor cle rechterlijke macht
zijn; spr. moet dit tegenspreken. Spr.
heeft thans 'de neiging om te stemmen
tegen alle eventueele amendementen
van den heer Dresselhuys.
De heer KETELAAR (V.D.) repliceert.
Ook spr. bestrijdt de gedragslijn van
den heer Dresselhuys.
Minister COLIJN geeft den heer Dres
selhuys in overweging thans niet ver
der aan te dringen, ook om het geheel
niet te verbreken.
De verschillende ontwerpen worden
zonder h. st. aangenomen, alsook zon
der verder debat, behalve het ontwerp
betreffende de rechterlijke macht,
waarbij de heer DRESSELHUYS (V.B.)
amendementen verdedigt, strekkende
om de salarissen 'der substituut-grif
fiers bij kantongerechten le klasse te
brengen van f 2700 op f 2900, idem van
griffiers der 3e klasse varrif 2300 op
f 2500 en de salarissen der ambtenaren
Openhaar Ministerie bij kantongerech
ten van f 3200 op f 3400, van griffier
le kl. van f 3200 op f 3400.
De lieer J. TER LAAN (S D.A.P.) be
strijdt nogmaals 'afzonderlijke behan
deling van enkele leden der rechterlij
ke macht.
Minister SCHOKKING ontraadt de
aanneming der amendementen, in
hoofdzaak om het geheele stelsel niet
te verbreken.
De beer BEUMER (A.R.) wijst op do
mogelijkheid voor. deze jongste ambte
naren om promotie te maken. Spr. is
tegen de amendementen.
De heer DRESSELHUYS trekt zijn
amendementen in.
De wetsontwerpen,worden zonder h.
st aangenomen.
De VOORZITTER sluit de vergade
ring.
EERSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
De Kamer gaat over tot. het trek
ken der afdeelingen. Daarna wordt de
vergadering geschorst 0111 de afdee
lingen in de gelegenheid te stellen
voorzitters en ondervoorzitters te kie
zen.
heer en meester was. Toen de sampan
verder voer, zag hij vlak bij de pagoda
een keurig gebouw, omringd door een
hoogen muur.
„'Wat gebouw is dat, Ching?" vroeg
hij.
„Mandarijns paleis. Li-Weng-Ho wo
nen."
Zoo."
Onwillekeurig beving hem een ge
voelen van angst. Daar bij zijn lot en
leven in veilige handen geborgen wist.
aarzelde hij evenwel niet. De wande
ling naar het zendingshuis uitgezon
derd, was hij nu aan het einde van
zijn taak. Toen hij eenmaal aan land
was, herinnerde hij zich zijn belofte
aan Kathlyn Barrington en besloot,
die terstond in te lossen.
„Ching" zei hij, „weet je het huis
van Mr. Barrington?"
.Mista Barrington?" Een smal lach
je kwam op het gezicht van den Oos
terling, toen iiij sprak: „Ja."
„Ik weten zijn huis heel goed."
„Breng deze pakjes van juffr. Bar
rington daar heen. Neem een kruiwa
gen en een paar knechts en laad ze
daar op."
„Ik zenden zr.I" 1ril cle Ching.
maar vroeg onvrrv.v.rd. .1; vreten wat
in pakjes zijn, iriivih?"
Na heropening der vergadering deelt
de VOORZITTER mede, dat door de
afdeelingen zijn benoemd tot voorzit
ters 'de heeren Fransen, Rink, v. Was
senaar van Catwijck, de Vos v. Steen-
wijk en Slotemaker de Bruine en tot
ondervoorzitters de «heeren Blomjous,
de Zeeuw, de Gijselaar, v. d. Lande en
van Emden.
De VOORZITTER stelt voor Woens
dag in de afdeelingen een reeks ont
werpen te JbehanVIelen, Dinsdag a.s.
wederom afdeelingsonderzoek te hou
den en Woensdag 23 December in het
openbaar te behandelen de ontwerpen,
'die in staat van wijzen; zijn.
De vergadering wordt verdaagd tot
Dinsdag a.s. 2 uur.
BINNENLAND.
DE KABINETSCRISIS.
De pogingen van dr. De Visser.
NaaV de Haagsche correspondent cvan
„de Maasbode" verneemt, heeft Dr. De
Visser thans verschillende leden van
het demissionaire kabinet aangezocht
om over te gaan in een door hem te
vormen ministerie.
Deze uitnoodiging is o.m. ook gericht,
tot de vier Katholieke ministers.
Naar onze meening, merkt het „Han
delsblad." op, kan het als vaststaande
worden beschouwd, dat de Katholieke
ministers, gezien de houding, die zij
van het begin van het conflict af heb
ben aangenomen, aan deze uitnoodi
ging geen gevolg zullen geven, wanneer
niet een voor de Katholieke Kamerfrac
tie en ook voor hen zelf aannemelijke
oplossing van de kwestie van het ge
zantschap bij den H. Stoel wordt ge
vonden.
De ontwapeningscommissie.
Naar uit Genève wordt medegedeeld,
is ook Nederland onder de Staten, wien
de Raad van den Volkenbond een uit
noodiging heeft gezonden om als lid
deel uit te maken tot de Voorbereiden
de Commissie inzake de ontwapening.
De weelde- en verteringsbelasting.
Naar het „Hbld." verneemt, is aan
clen Nijverheidsraad ter beoordeeling
toegezonden een nieuw voor-ontwerp
wtelde-wet, ter vervanging van het be
staande wetsontwerp.
Het nieuwe voor-ontwerp beoogt de
vijf-en-twintig artikelen welke als
weelde-artikelen worden aangemerkt,
t<- belaste^n bij de bron en wel met 12
pct„ voor zoover ze hier te lande wor
den gemaakt. Op ingevoerde weelde-ar
tikelen zal een invoerrecht van 12 pet.
worden geheven.
De weelde-belasting ten aanzien van
hotel-verteringen blijft als in het oude
ontwerp.
De pasvisa voor Duitschland.
Zooals reeds gemeld is, worden te
Osnabrück besprekingen tusschen ver
tegenwoordigers van de Nederlandsche
en de Duitsche regeering gevoerd no
pens de opheffing van pasvisa in het,
verkeer tusschen beide landen. Van Ne
derlandsche zijde' traden als vertegen
woordigers op de heeren: J. Wolff, con
sul-generaal te Berlijn; A. Folmer, di
recteur van de dienst der werkloos-
ling; J. F. Boer, referendaris aan liet
departement van Buiten]Zaken
Th. v. Lier, referendaris aan het depar
tement v. arbeid, handel en nijverheid,
en F. C. A. van der Minne, luitenant-ko
lonel der marechaussee, administra
teur van het bureau grensbewaking.
Hot Nedsrïanöscli-Beïgiseh verdrag.
„Aangaande de Hollandsch-Belgische
onderhandelingen verneemt de „Voor
waarts" uit goede bron, dat in de laat
ste dagen de regeeringen van Parijs
en Lenden, te Brussel en in Den Haag
voorstellen hebben gedaan, die, indien
zij werden aangenomen aan de Hol-
landsclie-Belgische overeenkomst een
„Neen, Ching. handelswaar, denk ik
Maar dat zijn onze zaken niet."
Ching aarzelde zichtbaar, blijkbaar
zeer genegen om nog meer te zeggen-
maar daar hij zag, dat Forsyth niet
genegen was tot het houden van een
gesprek, draaide hij zich om en be
gon de bedoelde pakjes weg te dragen.
Forsyth keek er naar, zonder te let
ten op de hem nieuwsgierig aankij
kende omstanders, hij zag hoe de kist
jes op een wagen geplaatst werden,
dat do wagen wegrolde en vertrok,
toen Ching klaar was, in de richting
van het zendingshuis.
- Na verschillende straten 'doorloopen
te hebben, die walgelijk stonken van
al het vuil, dat overal verspreid lag.
kwamen ze voor een grooten tuin. De
poort was open en Ching voerde For
syth lang een laan van oranjeboomen
naar het daarin gelegen huis.
Een lange Chinees, wiens voorko
men getuigde van een ingetogen le
venswijze, liep hem haastig tegemoet
cn een oogenblik later stelde Ching
hem voor aan zijn collega en assistent.
Dokter Wang-Hi. Hem groote geleer
de. Hem helpen zieke menschen."
Forsyth werd ingenomen door het,
voorkomen van den man en het duur
de niet lang, of hij zat met Dr. Wang-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 16 December 1925.
Er wordt heel wat over „democratie"
gepraat den laatste* tijd.
Dr.^de Visser, zoo vernam ik, han
delt bij zijn pogen tót kabinetsformatie
heelemaal niet democratisch in tegen-
steling met de heeren Marchant en Al-
barda, die wel niets loslieten van wat
ze onder elkaar verhandelen, maar die
dan toch maar een mooie kiek lieten
maken van een gehouden conferentie.
Zoo „democratisch" mogelijk dus.
Maar nu lees ik in „Het Volk" een
ingezonden stuk van den modernen
Kantoorbediendenhond, waaruit men
kan opmaken, dat het in den rooden
hoek met de democratie ook al niet
pluis is.
Krachtens welke opdracht, zoo wordt
gevraagd, heeft het bestuur van het N.
V. V. met de leiding van de S. D. A. P.
over de crisis onderhandeld?
Wie heeft opdracht gegeven den
steun van de moderne vakbeweging
voor een eventueel te vormen kabinet
aan te bieden?
Wie beeft machtiging gegeven een
bepaald program te aanvaardend
Me dunkt de „democratische" leiders,
die anderen over hun gebrek aan „de
mocratie" kapittelen, maar die zelf op
eigen gelegenheid hunne volgelingen
zoo ongeveer hebben verkocht en gele
verd kunnen het er mee doen.
Trouwens als de roode heeren ooit
tot de regeeering geroepen worden zul
len ze nog wel eens meer met hunne
z.g. „democratie" in de maag zitter.
OBSERVATOR
heel nieuw karakter zouden geven.
De Fransche ên Engelsche regeering
hebben voorgesteld, het tractaat van
1839, waarbij de Belgische onzijdig
heid werd gewaarborgd, te vervangen
door een niéuw algemeen tractaat.
door alle groote Europeesche mogend
heden te onderteekenen. In dit alge
meen tractaat zou dan de Holland-
sche-Belgische overeenkomst worden
gewaarborgd.
Te Brussel en in Den Haag schijnt
men nochtans weinig geneigd op het
Fransche en Engelsche voorstel in te
'gaan om'dat men er tot de conclusie
is gekomen dat het voorgesteld alge
meen tractaat eventueele veranderin
gen aan de Hollandsch-Belgische over
eenkomst onmogelijk zouden maken.
Dit is het waarschijnlijke antwoord
dat door de regeeringen van Brussel
en Den Haag aan Parijs en Londen
zal worden gegeven.
Directeur-generaal van Landbouw.
Het bestuur van den Chr. Boeren-
en Tuindersbond heeft zijn standpunt
inzake een directie van Landbouw den
Minister van Binnenlajidsche Zaken
en Landbouw kenbaar gemaakt. Het
bestuur schijnt bet nietongewenscht.
dat aan t' hoofd van een dergelijke
directie een ambtenaar staat, die in
nauw contact met land- en tuirjboiiw
leeft, technisch daarvan volkomen op
de hoogte is en het geheel V volledig
overziet.
Hij zal toch voor de noodige^eenheid
in 'de adviezen kunnen waken en kun
nen zorg dragen, dat elk belang in
zijn juiste waarde tot het geheel wordt
geschat.
De Zomertijd.
Naar „Het Vad." verneemt heeft het
Kamerlid de heer Braat nog geen be
slissing genomen inzake zijn wetsvoor
stel tot inperking van den Zomertijd.
Hij heeft, aldus deelde hij het blad me
de, de voor- en nadeelen van intrekken
of verzoeken om de geschorste beraad
slagingen weer voort te zetten, nog
niet voldoende tegen elkaar afgewogen.
Binnen een week denkt de heer
Braat een besluit te nemen.
Hi, onder het genot an een kopje thee.
te praten over YongvFoo. Wang-Hi,
die in Londen had gestudeerd, sprak
uitstekend Engelsch en na korten tijd
vroeg Forsyth hem openlijk: „Legt de
mandarijn Li-Weng-Ho ons veel hin
derpalen in den weg?"
„Ik weet niet van werkelijke hin
derpalen van zijn kant" antwoordde
Weng-J-Io kalm. „Maar men kan Li-
Weng-Ho s afkeer van vreemdelingen
moeilijk te groot voorstellen. Ik denk
dat alleen 'de keizerlijke edicten hem
terughouden van werkelijke vervol
ging. En toch, in zijn haat tegen vreem
delingen is één uitzondering, neen.
twee!"
„Werkelijk?"
„Ja, er is een vreemdeling genaamd
Barrington, die zich, met zijn dochter,
verheugen mag in de bescherming van
den mandarijn. Zij srliijnen overal in
de provincie te mogen komen en alles
te mogen doen. Ik begrijp waarlijk
niet, waarom de man hier toegelaten
wordt; want Yong-Foo is geen handels
haven."
„Is Li-Weng-Ho vriendelijk voor ze!'
„Buitengewoon. Ik denk, dat die 2
mannen in verschillende dingen sa
menwerken; en het meisje is lief en
aardig en Li-Leng-Ho.