Bij Ruwe
SchraleHuid
PUROL
Be origineele bronzen KUYPER-PLflQilETIE, ootw. Wienecke. in imit. Ebbenhouten Lijst, groot 25 x 30 c.M.. thans slechts5,80 Ir. p. post na ontv. v. postw. S. ALLER SPflHHIHGA, Joore
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 12 DECEMBER 1925
TWEEDE BLAD.
H Uit de Schriften.
DOOp HET GELOOF.
Ziet, zijne ziel verheft zich,
zg is niet recht in hem, maar
de rechtvaardige zal door zgn
geloof leven.
Hab. 2:4.
Als de Wachter, die de geboorte
van den dageraad verbeidt, en van
den muur ingespannen tuurt naar het
Oosten, waar de nachtelijke duisternis
reeds begint te breken, om den eer
sten morgenschemer door te laten
zoo heett de profeet Habakuk gestaan
op zijn wacht om het Goddelijk ant
woord op te vangen, dat zijn ziele-
nevc.en zou verdrijven.
Bang was het probleem, dat tiem
kwelde: Juda, Goas troetelkind, over
gegeven aan den verwaten heiden, den
Chaldeeër, dje zijn kracht maakt tot
zijn god, die d-e landen uitmoordt en
met de volken doet als de visscher,
die het net uitwerpt, zoo weinig spaart,
zoo weinig telt hij ze: ze zijn t r voor.
E11 Cod zweeg, en liet Juda behan
delen als het eerste beste heiden volk,
als verga. Hij Zijn verbond, als had
Hi] Zijn genaoebe often teruggenomen
Hoe kon de Heers het aanzien, hoe
haastte Hij zich niet om te verlossen,
was Hij dan niet te rein van oogen
dan dat Hij het kwade kon aanschou
wen was Hii dan niet langer Juda's
Verbonds-Godr
Het was 'voor Habakuk niet langer
te dragen; hij1 heeft zijn hart voor
God uitgestort en nu is de Heere
gekomen met Zijn antwoord.
Maar het probleem schijnt met een
probleem beantwoord te worden: in
het woord des Heeren is van geen
Chaldeeër, van geen straf sprake,, ook
niet van verlossing hier is alleen
een algemeen© regel, die op den nood
van het oogenblik niet schijnt in te
gaan; hoor, hoe raadselachtig: ziet,
zijne ziel verheft zich, zij is niet recht
in hem, maar de rechtvaardige zal
door zijn geloof leven.
Toch is dit woord voor Habakuk
en Juda bij nader beschouwing door
zichtig genoeg: als het volk het op
de tafelen naleest, kan het den zin
ongetwijfeld verstaan.
Tweeërlei menschen worden hier
tegenover elkander geste'd: trolschen,
wier ziel zich verheft en rechtvaar
digen. Het valt niet moeilijk in die
trotschen de Chaldeeërs te herken
nen, wier hoogheid van henzelven uit
gaat (1:7; en in die rechtvaardigen
de Judaeërs, die klaagden tot God.
En nu mag het (op dit oogenbiitk
schijnc.i, dat het leven en de levens-
-volheid bij Juda's vijanden is en bij
hen dood en ondergang, maar de
Heere zal recht doen. De hoogmoe
dige Chaldeeër zal vallen, want God
wederstaat de hoogvaardigen, doch de
klagende rechtvaardige zal leven. Le
ven door zijn geloof, al schijnen de om
standigheden zijn verderf uit te roe
pen: God zal hein redden en einde-
iijk uitkomst geven.
Van den profeet en zijn volksge-
inooten wordt niet gevorderd dan ge
loof, het lijdzaam inwachten van de
beloften des Heeren. En als de red
ding vertoeft, laten ze verbeiden: laten
ze zien naar de tafelen, waar Gcds
Woorc is ingegrift: 'tis trouw, ai wat
Hij ooit beval.
Dat het'antwoord Gods in zoo al-
gemeenen vorm tot Habakuk is g&-
komen, mag ons wel tot blijdschap
zijn: het is de kernspreuk geworden
voor allen, dkfGods wegen niet ver
staan en door 's levens raadselen in
diepen nood zijn gekomen. Paulus
haalt het aan in Romeinen 1 en Gala
ten 3 en in het 10e hoofdstuk van
'den Hebreeër brief vinden wij liet
inogmaals. Het mag dan ook wel het
trpuwe geleidwoiord zijn van allen, die
op hun roepen tot den Allerhoogste
schijnbaar geen antwoord ontvingen.
Er zijn tijden, dat Gods kinderen
zich aan alle zijden ellendig, berooid,
ontbloot en machteloos gevoelen. Dat
izij tusschen de benauwende vraagstuk
ken, die ze als rotsblokken op 'hun
weg gewenteld vinden, niet vandaan
kunnen komen. Dat zij zich ingesloten-
weten en nergens heen kunnen vluch
ten. Dat de omstandigheden hen druk
ken tot moedeloos wordens^ toe. En
dat zij in hun nood den ©enigen weg
inslaan, die nog overblijft: de toe
vlucht tot God. Dat zij,als Habakuk
hun nooden voor God uitschreien:
Heere, zult Gij niet hooren
En God hoort. Misschien na lang
feduld, als bij den profeet, maar God
oort. En dat wil dan niet zeggen,
dat Hij dadelijk alle belemmeringen,
alle steenen des aanstoots uit den weg
ruimt, maar: Hij1 hoort. Hij toont 'U,
Zijn aangezicht; Ik ben met U. Ge
loof aileen en wil niet vreezen. Ik
help, als hierna id helpen kan. Ver-
irouw op Mij, Ik zal het maken. De
rechtvaardige zal door zijn geloof
leven.
Is dat geloof ook het Uwe?, mijn
broeder en zuster? Zal het U. helpen
in tijden van benauwdheid, dan moet
gij weten dat het Uwe is: Uw geloot
alleen redt U, niet Uw inzicht, Uw
ervaring, Uw kennis, Uw goede wil.
En wie dat kan zeggen: ik geloof, hij
moet rechtvaardig zijn, want die zal
door zijn geloof leven. En de recht
vaardige, dat is Hij, die te doen heeft
gehad met het recht van ,God. Dip
God erkend heeft als rechtvaardig in
Zijn oordeelen en rein in Zijn richten
en zichzelf als een onrechtvaardige.
Die uitriep: Gij, Heere> zijt waarach
tig. Bij mij alle onrecht bij U„ hec
recht. Die onder het recht Gods ver
broken is, maar door het recht Gods
in Christus weer is opgericht. En die
nu weet: mijn recht is Dij God, die de,
oprechten van hart behoudt.
Zij zullen leven door hun geloof.
Voor de onrechtvaardigen, hoe deug
delijk ook in eigen en anderer oog, is
de dood. Maar 'voor de rechtvaardi
gen is het leven tot in eeuwigheid.
En zij zullen zingen van de wegen
des Heeren, en tot hun -ziel zeggen:
Doch gij, mijn ziel, liet ga zoo T wil,
Stel L gerust, zwijg Code stil,
Ik wacht op Hem, Zijn huip zal blijken
ABVENÏSLIED.
Hoort, zoet en klaar een stemme zingt
Die door de neevTen henendringt,
Gij, valsche droomen, wijkt: ontwaakt.
Uw Jezus, 't Godlijk Licht, genaakt.
Rijs, trage geest, rijs uit uw graf,
Werp uwer loomheid handen af,
Ziet, hoe een nieuwe sterre daagt,
Die al het booze henenjaagt.
Het Lam genaakt, dat, vol geduld.
Vrijwillig boet voor onze schuld;
Komt, weent en bidt den Hemelheer:
„Zend uw genade tot ons neer!"
Straalt dan ten tweeden maal zijn
licht,
Als de aarde in vrees gebonden zwicht
Dan dreige ons niet des Rechters
straf,
Maar daal' Zijn liefde tot ons af.
Macht, lof en roem en eerbetoon
Zij God den Vader, God den Zoon,
En God den Trooster, met Hen één,
Door aller eeuwen eeuwen heen.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te. Simonshaven en
Biert (classis Brielle) (toez.J, H. E.
Beernink te Charlois (Rotterdam).
Aangenomen: Naar Nes en Wiel
rum, W. H. A. Nelck te GiessenlOude
kerk. Naar Joure, Tj. Jonker te Bieze
linge.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Larein, P. v. d. Spek
te Sptjkemsse.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Zwrjnlrecht, N. Bij
Idemast, te Rotterdam.'
Bedankt: Voor Gouda en Zaandam
H. Velema, te Noordeloos (Z. H.)
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Vlaardingen, G. H.
Kersten te Ierseke.
Dr. C. Veltenaar.
Dr. C. Veltenaar, die, naar men weet
eerst uit de Geref. -Kerken naar de
(Serv. Kerk Oiverging en nu onlangs
uit de Herv. Kerk (Asperen) is terugl
gekeerd naai' de Geref. 'Kerken, lieleft
in de classis Gorinchem der Geref.
Kerken verbintenis gezocht Op de ver.
gadering der classis Gorinchem was een
instructie van de Geref. Kerk van As.
peren, in verband met Dr. Veltenaars
verzoek om beroepbaar gestéld te wor.
den bjj de Geref. Kerken.
Na breedvoerige beraadslaging en sa.
inenspreking met Dr. V„ besloot de
classis zich te vereenigen met het advies
vsjl Deputaten, Art. 49 en mitsdien
de behandeling van deze zaak op de
eerstvolgende classis voort te zetten.
De zaak-Dr, Geelkerken.
In de Woensdag j.l. gehouden verl
gadering der classis Amsterdam van
Geref. Kerken, werd voor kennisgeving
pangenomen een schrijven van de Kerk
van Oude Pekela, ter begeleiding van
een missive van die Kerk aan de Gel
Jierale Synode, over het feit, dat de
Classis geen gebruik maakte van haar
recht om Dr. Geelkerken eo ipso geL
suspendeerd te stellen.
Besloten werd voorts te voldoen aan
een missive van het moderamen der
Particuliere Synode, om alle stukken,
de zaak Geelkerken betreffende, te stel
len ter beschikking yan de Generale
Synode.
De. B. A. Knoppers bad deze stukl
ken, welke eejn respectabel pak vormL
den, gereed gemaakt. Zij zullen door
een commissie, bestaande uit Ds. J.
L. Schouten, Ds .A. Schweitzer en een
lid van den Kerkeraad van Amsterdam
Zuid, vooraf gerevisioneerd worden.
Goedgevonden werd, dat de praeses
Ds. D. Tom en de actuarius, Ds. B. A.
Knoppers, de General© Synode zullen
bijwonen, om namens de classis desL
gewenscht inlichtingen over deze stuk
Tien te geven.
Een schrijven van den Kerkeraad
van Amsterdam-Zuid, waarin zonder
nadere definieering werd gezegd, dat
hij in appèl gaat inzake de besluiten der
classis van 9 en 23 September en van
13 October, werd voor kennisgeving
aangenomen, nadat gebleken was, dat
de afgevaardigden niet in staat waren
de inlichtingen te geven, die de classis
begeerde.
Nog te voorkomen schade.
Door de Samenwerkend© ZendingsJ
corporaties werd gedurende de maand
November ontvangen f 161.485. Hier
in is begrepen een hedrag van circa
f 125.000, dat tot op Jo November als
opbrengst der Zendingsweek inkwam;
Het totaal der ontvangsten over dit jaar
steeg daardoor tot f 573.267.
Waar de raming ovor dit jaar, met
febegrip van bet tekort over 1925
f 909.000 bedraagt, moet dus nog gedu
rende de maand December f 335-733
inkomen ,om zonder tekort te sluiten.
Gedurende December wordt nog ©en
bedrag van ongeveer f 155.000 ver
wacht aan inkomsten, waarop min of
meer staat valt te maken, zoodat nog
een bedrag van ongeveer f 180.000 aan
buitengewone ontvangsten zal moeten
inkomen om het dreigend tekort te voor
komen.
De besturen doen daarom in deze
maand nog een krachtige poging om
hulp te verkregen en de schade, die
voor het Zendingswerk uit een tekort
zou voortkomen, af te wenden.
Orgelspel en lied.
De organist, schreef onlangs ,,Prak_
tika", kan Veel tot de stichting bijl
brengen, wanneer zijn orgelspel get
tuigt van medeleven met wat in het
door hem begeleide lied leeft.
Bij gelegenheid van een ring vergade
ring van Jongelingsvereenigingen in de
Groote Kerk te Deventer stond op bet
program Gezang 140:4.
De voorganger deelde bij het opgeven
vanidit lied me& dat het program hieri
fout was, er had moeten staaii Gezang
140:1, dat hij dan ook liet zingen.
RECLAME.
van Handen en Gelaal
Doos 30"60"90cta
In -den regel maakt een dergelijke
wijziging verder geen verandering, want
wat beteekent het of men van een lied
het eene, dan wel het andere vers laat
zangen?
Maar voor den organist Wensink
maakte dat een groot verschilr Hg kon
de mededeeling van den voorganger op
het koor niet hooren ep speelde dus
vers 4:
„Toen in d' ochtendschemeringen.
Nog het luist rend aardrijk zweeg"
en een lenteritseliug ging door het flui
ten van het orgel
Die gemeente zong vers i
„Looft Gods Zoon, den doodvertreder"
en zat als malle Piet te kijken, dat
ze daar opeens harder kon zingen dan
het orgel en kwam eerst tot rust, toen
bij het:
„De hemelingen zongen straks in 'tLn_
Doodvernietiger, Uw for^10^
de bazuinen open .gingen.
De organist moet echter bij de nood
zakelijke vrijheid, zonder welke inspi
ratie gesmoord wordt, niet al te zelf
standig optreden, zooals in die gemeen
te, waar mij voor den dienst gezegd
werd, 'dat ik er op bedacht moest zijn,
dat de organist op de preek zacht ori
el liet velgen, wanneer n.l. de
preek hem voldaan had, maar dat hij in
het andere geval dit achterwege liet.
Hij liet het dien keer achterwege.
Maar fcit is, meen ik, toch niet de
reden, waarom ik deze zijn gewoonte
afkeur.
„Om Zions wil".
Met Januari a.s. verschijnt bij de uit.
gevers Littooij ën Olthoif te MiddeL
burg een wekelijksch© uitgave van preel
ken, getiteld„Om Zions wil", onder
redactie van Ds. H. Biesma, Groningen;
Ds. L. de Bruijne, Zwolle: Ds. J. fonl
feleen, Hilversum; Docent J. J. v. d.
chuit, Apeldoorn; met medewerking
van vele Chr. Geref. predikanten.
In den kring der Chr. GereformeerL
den wordt naar de verschijning van
deze wekelijksche Leerredenen reeds
sedert lang met groot verlangen uitga,
zien. Het abonnement loopt over een
jaar en wordt per 3 maanden geïnd
a f 2,50.
Afscheid proi. dl. L. Bouman.
Gistermiddag is een afsoheidssamenL
komst met bet personeel van de Valeri
uskliniek gehouden, waarbij Prof. en
mevr. Bouman aanwezig waren.
Namens bet gebeele personeel werd
bet woord gevoerd door Dr. S. T. Heide
ma, die uiteenzette welke groote betee.
lcenis Prof. Bouman als directeur voor
de Valeriuskliniek gehad heeft. 1 Sept.
.1907 aanvaardde Prof. Bouman de fund-
tie van Hoogleeraar-directeur. De kli
niek, waarvan hij directeur zou zijn,
werd geheel naai' zijn ideeën en onder
tznn leiding gebouwd en ingericht. 3
November 1910 kon de kliniek geopend
worden en reeds terstond kwamen de
patiënten toestroomen. Naar gelang van
het aantal patiënten nam het perso
neel in aantal toe en dit bestaat thans
uit ruim 100 persenen, waarvan er 60
behooren tot bet verplegend personeel
Dr Heidema schetste daarna in enke
le woorden, wat Prof. Bouman voor bet
personeel geweest is. Hij was een uit.
stekend directeur, die door rijn noeste
werkkracht, door zijn trouwe plichtsl
betrachting tot voorbeeld is.
Uit dankbaarheid werd als stoffelijk
blijk van hulde aan den scheidenden
directeur een artistiek uitgevoerd album
met 25 photo's van de kliniek aanget
boden.
De administrateur der kliniek, de heer
J. H. van de. Pool, £prak nog een kort
afscheidswoord.
Prof. Bouman noemde dit uur voor
hem bet moeilijkste. Tegen dit afscheid
had hij opgezien. Hij dankte voor de
hartelijke v. orden van afscheid, die
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 12 December 1925.
Onze middenstanders, die de laatste
weken een behoorlijke activiteit aan
den dag hebben gelegd, mogen naar 't
mij voorkomt de beschuldiging door
Prof. Eerdmans in een openbare raads
vergadering geuit, niet zonder meer
laten passeeren.
Een van twee de .beschuldiging is
juist en dan behoort er aan bet maken
vandergelijke woekerwinsten een einde
te komen, of zij is niet juist en dan
behooren maatregelen te worden geno
men om deze beschuldiging in het
publiek en afdoende te weerspreken.
Iemand die zelf geen middenstander
is, maar die hot middcnstandersleveii
van zeer nabij kent, vertelde mij, dat
bet in verreweg de meoste gevallen
precies andersom is.
De winkeliers, zoo zei bij, hebben
wel geleerd te concurreeren en heel
scherp te concurreeren, maar ze moe
ten nog beginnen te leeren door ge^
meenscbappelijk optreden hunne be
langen te behartigen en niet te leveren
tegen prijzen waarmee ze onherroepe
lijk naar den kelder gaan.
Ik acht mij niet bevoegd hier een
oordeel uit te spreken.
Maar wel weet ik, dat de heer E.
heeft gezegd, wat door velen wordt ge
dacht en dat de waardeering voor den
middenstand al weer niet grooter is
geworden.
Meer licht in deze kwestie is dus
zeker gewenscht.
OBSERVATOR
gesproken waren en \por het blijk van
w^ardeering, dat hem waa aangeboden
en dat hem bijzonder had getroffen.
Hij gedacht nog eenige personen, die
bijna van de oprichting .af in de kliniek
werkzaam waren, en dankte het geheele
personeel voor den steun, hem bg zijn
arbeid verleend. Ook dankte hij het bet
{stuur voor de aangename wijze van
samenwerking.
Een toeziende voogdes.
In het Ohr. Schoolblad „Onze VacaL
tures" lezen we het volgende:
Het hoofdbestuur van het N.O.G.
welbekend, heeft opdracht gegeven aan
'de diverse besturen van haar afdeelin.
gen om nauwlettend toe te zien op de
drieLjaarlgksche afrekening tusschen
Gemeente, en Schoolbesturen in haar
ressort.
Wg kunnen voor die belangstelling
van de zgde van het N.O.G. niet dankt-
baar genoeg zgn. Deze organisatie heeft
bewezen, zoozeer gekant te zijn tegen
de finantiëele regeling, die ten opzich
te van het Bijzoïider onderwgs uit de
L. O.- Wet 1920 voortvloeit, dat zg
bij uitstek geschikt is, om precies af
te wegen wat naar de ijk van die
wet ons toekomt. Ik houd wel van
zulke dwarskijkers. Alleen ik vind
het niet erg vleiend voor de gemeenteL
besturen, en de betrokken aideeiingen
onzer Secretarieën, om te meenen, dat
die piet rechtvaardig en scurpuleus de
bepalingen der wet zouden naleven.
Gerust het N.O.G. mag het weten
ons wordt nog wel eens wat toerei,
stopt, en dat daar de keur van het
N.O.G. over gaat, wie aal het wraken.
De ouwe tante meent het zoo goed.
Ik geloof zelfs, dat zg, bijaldien er
onverhoopt ergens een gemeentebestuur
mocht wezen, dat niet zoo rechtschapen
ons Ihet onze niet zqu willen geven,
zg zou zeggen: „Neen, lieve menschen,
dat is gemeen; eerlijk is eerigk; geef
aan het bijzonder onder wgB wat des
bgzonderen onderwgs is".
Ziet u, omdat .ik de rechtschapen^,
heid en eerlijkheid en nobelheid van
tante N.O.G. zóó boven allen twüfel
acht, daarom vind ik, dat wij geen beu
tere toeziende voogdes kunnen vinden.
Ik heb haar nog nooit zoo bef geu
•vonden als juist nu.
Misschien begrijpt zg het zelf nifi4*
maar toch is het zco.
FEUILLLTON.
Kathlyn Barrington.
9)
Laat in den namiddag ging de wind
liggen en de bemanning van de sam
pan stak de riemen uit om te roeien,
welks pagoda reeds van ver te zien
was. Toen zij naderden, weerklonk het
geluid van slaande trommels over het
water. Forsyth verklaarde, dat het een
of ander feest werd gevierd, waarop
een van de zendingszusters haar
wenseh te kennen gaf aan land te
gaan.
„Dat zou ik juist voorstellen" ant
woordde hij. Er is hier een zendings
station, waar een mijner vrienden een
ziekenhuis heeft. Wij zullen voor het
souper zijn gastvrijheid inroepen Wat
dunkt u er van juffrouw Barrington?"
voegde hij er aan toe, zich tot haar
richtend.
„Uw plan lacht me van harte toe"
was het antwoord.
„Dan zijn we er allen mee ingeno
men" gaf hij lachende ten antwoord
Intusschen was het tamelijk donker
geworden. Hier en daar schommelden
de papieren lantaarns. Het getrommel
nam nog toe in sterkte. De straten
waren zeer vol. Terwijl zij voortstap
ten, werd het geraas nog heviger; en
tusschen 't getrommel door hoorden zo
gelach en kreten van opwinding. Bij
het omslaan van den hoek der straat
zag men dé oorzaak van al dit leven.
Te Inidden van tal van lamjpions
kwam een grillig verlicht dier aan-
kronkelen. 'tWas ongeveer vijf en
twintig voet lang en vervolgde al kron
kelende zijn weg
„Wat aardig!" riep een der Engel-
sche meisjes. „Wat stelt dat voor?"
„Een papieren draak" gaf de dokter
ten antwoord. „We doen het beste met
op zij te gaan, anders kon de draak
wel eens in den zin krijgen ons te ver
slinden."
Zoo ging hij 'dan, gevolgd door zijn
gezelschap, in een nauw zijstraatje
staan, vanwaar zij alles konden zien.
Hij was lang genoeg in China geweest,
om te weten, dat. vooral bij gelegen
heid van feesten, de Chineezen moei
lijk in bedwang zijn te houden. Kathr
Jyn wist dit eveneens en maakte zich
beangst, ilat de Gelen hen ontdekken
zouden en jacht zouden maken op 'die
vreemde indringers." Praat vooral
niet" fluisterde zij de twee zusters in
en ging zeif voor haar staan
Gelukkig was de menigte zoo zei-
ingenomen met de prachtige kronke
lingen van den draak, dat zij de vreeni
delingen in de schaduw van het steeg
je niet bemerkten.
Toen de draak eindelijk voorbij was
en de grootste menschenmassa even
eens langs hen heen gegaan wasser-
volgden zij hun weg. Geen der beide
meisjes was zich bewust geweest van
eenig gevaar, maar Forsyth en Kath-
lyri. Barrington wisten maar al te goed
dat zulk een menschenmassa altijd
gevaar opleverde voor vreemdelingen.
Eindelijk kwamep zè in een rustige
straat, in verhouding met degene, die
ze pas verlaten hadden, tamelijk don
ker. Voor een poort hielden ze stil.
Forsyth klopte luid. Sloffend kwam
iemand aanloopen en op het herhaal
de geklop van Forsyth, vroeg een Chi-
neesche stem: „Wie is daar?"
Forsyth antwoordde, de stem zei
iels terug en vervolgens klonk het ge
luid van zich verwijderende voetstap
pen
.Uw vriend is blijkbaar een voor
zichtig man, dokter" meende eeii der
zu.fers.
Hij handelt verstandig op een
avond van een feestdag. Het volk is
nc ;.l vitandig. Maar wie }comt daar
aan?"
Een draagstoel door twee mannen
gedragen, was den hoek 'omgeslagen
en naderde de wachtenden Naast den
draagstoel liep een derde persoon, on
getwijfeld iemand van gezag, want, bij
de poort gekomen, gaf hij een bevel
en terstond zetten de dragers den stoel
neer.
Uit den draagstoel klonk een zachte
kreet van pijn. Forsyth deed een stap
naar voren.
„Wat wenscht u?" vroeg hij in de
landstaal.
„Mijn dochtertje «Nan Kung" ant
woordde een beschaafde Chineesche
stem. „Zij is zeer ziek. Haar voeten
zijn gebonden om ze klein te houden
(Bij de Chineezen geldt het voor zeer
godsdienstig en voornaam, kleine voe
ten te hebben. Reeds vroeg worden
daarom de voeten in zwachtels gewik
keld om op die wijze den groei der voe
ten tegen te gaan. 't Gevolg is natuur
lijk een vreeselijke, pijnlijke vergroei
ing der voeten)
Forsyth uitte een kreet van veront
waardiging, greep de lantaarn van een
der dragers en hield die boven den
open stoel. Bij 'dit licht zag hij een
kle'n Chineesch meisje van hoogstens
7.CX2n jaar. Zij was r :k gekleed in zij
de, luaar baar gericht a.s verschrik
kelijk bleek eu de grooie, zwarte halve
manen onder haarg esloten oogen spra
ken van verschrikkelijke pijnen. Toen
het licht op haar viel, opende ze even
de oogen, die gevuld- waren met trar
nen en weer ontsnapte een kreet van
pijn aan haai* bleeke lippen.
,Och, arme kleinel" fluisterde een
der Engelsche meisjes. „Wat is ze
ziekt"
„En zijn hier in China vele duizen
den zooals zij" antwoordde Kathlyn
Barrington.
„Hallo, Forsyth" klonk ineens een
stem aan den anderen kant der poort.
„Ben jij daar, oude jongen?"
„Ja, Burnt met gezelschap."
't Geluid van een houten afsluitboom
die werd weggenomen, liet zich hoe
ren, daarna draaide de poort open en
daar stond voor hen een mam met een
lantaarn in de haind. die op Dick For
syth toeliep. Vóór hij dezen evenwel
kon verwelkomen, wees Forsyth op
de laatst aangekomenen.
„Bekommer je niet om ons, Burrit.
Er is iemand hier, die je hulp komt
inroepen voor een kind, waarvan
'de voeten gebonden zijn. 't Schijnt nog
al een voornaam persoon te zijn. Help
hem eerst maai*. Ik zal met mijn troep
je den weg wel vinden."