CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
6e JAARGANG
VRIJDAG 11 DECEMBER 1925
NUMMER 1693T
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per week i 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Bil nummer beslaat üi! TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Lager-onderwijswet.
Mej. YVesterman lieeft aan den mi
nister van onderwijs enkele vragen ge
steld over de toepassing van de Lager-
ondfrwijswet 1920.
Gevraagd is of de minister het in
net algemeen belang acht dat steeds
weer moeilijkheden rijzen tusschen
gemeente- en schoolbesturen óver de
toepassing van verschillende wetsar
tikelen, speciaal wat betreft de vergoe
ding van exploitatiekosten enz.
Verder wordt gezegd, dat misschien
een scherpe omschrijving van de be
doeling der wet aan de autoriteiten
kan worden gegeven, zoodat iedereen
weet waaraan zich bij de berekening
van de vergoeding te houden.
In verband hiermede wordt dan ge
vraagd of de minister bereid is, zoo
spoedig mogelijk, duidelijk kenbaar te
maken, welke kosten naar zijn inzicht
door de schoolbesturen in rekening
mogen worden gebracht.
Wij willen niet beoordeelen of de
hier gevolgde weg de juiste .is.
Een nadere omschrijving door den
minister te geven, kan zeker verhelde
rend werken en zal ook nijet nalaten
invloed uit te oefenen, maar hiermede
worden de moeilijkheden toch niet
geheel opgelst.
Wanneer de minister b.v. zooals
Dr. de Visser dat deed het recht
van de schoolbesturen op vergoeding
van administratiekosten erkent, maar
hij weet geen weg aan te geven om
bij weigering door de gemeentebestu
ren, dit recht in toepassing te brengen,
dan komen we niet veel verder
Beter zou het misschien zijn indien
in verband met de vele procedures,
een wetswijziging werd voorberei t
waardoor aan de bestaande moeilijk
heden een einde werd gemaakt.
Hoe dit zij, door de vragen van Mei
Westerman is 't verogedingsvraagstuk
dat in tal van gemeenten tot onaange
naamheden leidde publiek aan de or
de gesteld.
En indien wat wij hopen Mi
nister Rutgers aan het bewind blijft,
dan kan ongetwijfeld ook een bevre
digende oplossing tegemoet worden
gezien.
V Woekerwinsten?
In den Leidschen Gemeenteraad zijn
gisteren ernstige beschuldigingen ge
uit aan het adres van den Midden
stand.
Bij de bespreking van liet voorstel
tot afschaffing van den vischwinkei
kwam de heer Eerdmans het behoud
van dit instituut verdedigèn, o.m. met
de opmerking dat prijsregelend optre
den vanwege de gemeente noodig is,
aangezien- door den tusschenhandel
veel te groote winsten worden ge
maakt, soms zelfs tot 500 pet.
Is deze beschuldiging juist, dan zou
dus de Middenstand die een zeer ge
wichtige taak in het maatschappelijk
leven heeft te ver-vullen, op een erger
lijke wijze misbruik maken van zijne
positie en oorzaak zijn van de duurte,
waardoor velen zoo ernstig worden ge
troffen.
Ook al zou deze beschuldiging juist
zijn, dan volgt daaruit voor ons nog
niet dat het de taak van de gemeente
zou zijn door het stichten van eigen
winkels, prijsregelend op te treden
Maar wel is het dan de taak van
onze middenstandsorganisaties maat
regelen te nemen, opdat aan dergelijke
woekerwinsten een einde wordt ge
maakt.
Wij vertrouwen dat over deze kwes
tie het laatste woord nog niet zal zijn
gesproken.
STADSNIEUWS.
DE HULDIGING VAN PROF.
LORENTZ BIJ ZIJN GOUDEN
DOCTORAAT.
Vanmiddag heeft in het groot-audito
rium der Universiteit alhier de hul
diging p-aats gehad van proi. dr. H. A.
Lorentz met het oog op het lMt, dat het
du jaar geleden is, dat deze ltoog-
leeraar, die zich door zijn bijzonder
voornamen tvetenschappelijken ar
beid een onsterfelijke wereMreputat;e
.heeft verworven, aan de Leidsche Uni
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
versiteit promoveerde tot doctor in de
wis- en natuurkunde met een proef
schrift: „Over de theorie der terug
kaatsing en onderbreking van bet
licht".
De groote belangstelling.
Buitengewoon groot was de belang
stelling vanmiddag bij deze huldigings
plechtigheid, die zoowel een nationaal
als een internationaal karakter droeg;
immers, zooals reeds gemeld, hadden
zich voor deze huldiging een nationaal
en een internationaal comité van ge
it erden uit alle werelddeelen gevormd.
Het Koninklijk Huis was vertegen
woordigd door Prins Hendrik, ten ein
de blijk te geven van Zijne groote waar
deering van dezen eminenten geleer
de; de regeering was vertegenwoordigd
door den minister-president, den heer
Colijn en den minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen, mr. Rut
gers.
Groot was ook het aantal geleerden
uit het buitenland, dat deze plechtig
heid bijwoonde. Ondanks het gure jaar
getijde haden vele geleerden van den
aïlereersten rang zich de reis naar
Leiden getroost ten einde ook den in
hun landen zoo hooggeschatten Lorentz
namens deze te huldigen en alzoo te
getuigen van den grooten eerbied, wel
ken men daar voor Lorentz koestert.
Onder deze buitenlandsche geleer
den, welke deze plechtighèid met hun
tegenwoordigheid opluisterden, waren
o.a. Mevrouw prof. Curie uit Parijs;
prof. Bohr uit Kopenhr^en; prof. Ed-
dington uit Cambridge (Eng); prof. Ein
stein uit Berlijn; prof. Langevin uit
Parijs; prof. Perrin uit Parijs; prof.
Verschaffeit uit Gent; prof. Wolfke
uit Warschau; Ing. Lefebure van het
Inst. Phys. Solvay te Brussel; prof.
Herriot uit Brussel; prof. De Hinder
uit Brussel; prof. L^zareff uit Meskou
en prof. Bïillouin uit Parijs, die allen
hunne universiteiten of andere weten
schappelijke instellingen vertegen
woordigden. Voorts waren aanwezig
vrijwel het geneele college van cura
toren der Leidsche Universiteit, als
mede de rector-magnificus prof. dr.
W. de Sitter, de secretaris, prof. mr.
E. M Meyers en nagenoeg de geheele
Senaat der Leidsche Hoogeschool.
Voorts een deputatie van de Konink
lijke Academie van Wetenschappen te
Amsterdam, tal van hoogleeraren uit
andere universiteitssteden van ons
land en afgevaardigden van verschil
lende in den lande gevestigde weten
schappelijke genootschappen en instel
lingen. Het groote auditorium was dan
ook geheel gevuld.
Wil men eenigszins een indruk zich
vormen van den grootschen aard dezer
huldiging, dan is hiervoor voldoende
er slechts op te wijzen, dat ongeveer
2000 personen uit binnen- en buiten
land er aan hebben deelgenomen of
er toe hebben bijgedragen.
Zooals reeds eerder vermeld, be
stond het uitvoerend comit' voor deze
huldiging uit de hoogleeraren: prof.
dr. H. H Kamerlingh' Onnes te Leiden;
prof. dr. P. Zeeman te Amsterdam en
prof. dr. A. D Fol^ker te Delft, van
welke hoogleeraren ook het initiatief
tot deze huldiging was uitgegaan,
Vóór de huldiging had in de Senaats
kamer de promotie tot doctor honoris
causa in de geneeskunde plaats ge
had, bij welke gelegenheid Prof. J. van
der Hoeve, voorzitter van de medische
faculteit, het woord gevoerd had.
Rede van Prof. de Sitter.
Nadat prof. Lorentz het groot audi
torium was binnengeleid, en Prins
Hendrik en de beide ministers hadden
plaats genomen, sprak de rector mag
nificus der Leidsche Universiteit, prof.
De Sitter, namens den academischen
senaat prof, Lorentz toe in een rede.
waaraan wij het volgende ontleenen:
Mijnheer Lorentz! op dezen dag, vijf
tig jaren nadat gij uw eersten doctors
titel, dien in de wis- en natuurkunde
aan deze Universiteit verwierft, heeft
de Senaat u, uit erkentelijkheid voor
alles wat gij gedurende die vijftig ja
ren voor de Universiteit gedaan hebt,
voor den luister, die van u op haar
heeft afgestraald, en nog steeds af
straalt, het hoogste eerbewijs geschon
ken dat bet in zijn macht staat te ver
lenen, het doctoraat honoris causa, en
wel in de geneeskunde, in bijzondere
waardeering voor wat gij voor de vor
ming der medici gedaan hebt.
Ik heb daar juist in de Senaatska
mer de eer genoten de plechtigheid
van uw promotie te mogen leiden,
thans rust op mij de welkome taak
voor wijder kring de dankbaarheid
die de Universiteit jegens u voelt, uit
te spreken.' Ik zal niet uitwijden over
uw wetenschappelijke beteekenis: hoe
uw heden voor vijftig jaren verdedig
de, dissertatie de richting heeft aan
gegeven, waarin sindsdien de weten
schap zich heeft ontwikkeld en wat
gijzelf in die vijftig jaren hebt gedaan,
dat zal ik niet wagen hier te schetsen-
Evenmin wil ik spreken over wat gij
voor het onderwijs déedt. Voor zoover
het speciaal de studenten in de ge
neeskunde betreft, heeft uw promotor
het daareven gezegd; ook over uw on
derwijs aan de studenten in de natuu
kunde, even als over wat gij zoo nu
en dan voor cle opvoeding der profes
soren deedt, zal ik zwijgen. Zeker, gij
zijt een uitnemend docent, ook zijt gii
de grootste physicus van uw tijd, en
om die beide dingen eeren wij u en
huldigen wij u, op die beide zaken
zijn wij 'trotsch, omdat de glorie van
onze Universiteit daardoor zoozeer
verhoogd wordt, terwijl, onze bewon
dering en onze trots gepaard gaan: met
en gedragen worden dooi* een innig en
warm gevoel van dankbaarheid, dat
is, omdat gij zoo'n goed mensch en
voor ons allen zoo'n vriend zijt!
„Nederland is op het gebied der we
tenschap een der grootste mogendhe
den." „In Nederland is het aantal emi
nente mannen der wetenschap per
viei'k. kilometer" grooter dan ergens
anders ter wereld." Deze en dergelijke
uitingen hcorc men herhaaldelijk in
buitenlandsche geschriften,. En zeer
dikwijls bemerkt men dan, dat de bui
tenlander met Nederland, wel niet al-
lé'n, maar dan toch in de eerste plaats
Leiden bedoelt.
Het geestelijk bezit van een volk
maakt ten slotte zijn grootste en zijn
eenige blijvende kracht uit. Wij heb
ben dus een pLcht van groote dank
baarheid jegens onze groote mannen
en heden trachten wij ons van een
gedeelte van dien plicht te kwijten.
Uw betreurde leerling, onze collega
Kuenen, heeft het gezegd: als iemand
het Nederland der laatste vijftig jaren
zou beschrijven, hij zou het noemen
niet het land van Rembrandt, maar
het land van Lorentz.
Maarik sta hier niet om te spreken
voor Nederland, ik sta hier voor de
Leidsche, voor onze en Uwe Universi
teit. Dat gij uw geheele leven lang de
Leidsche Universiteit zijt trouw ge
bleven, dat uw glorie onze glorie is,
en niet maar toevallig, doch door uw
eigen wensch en voorkeur, dat is het,
waarvoor onze dank tot u uitgaat.
Reeds dadelijk bij het zien van uw
professorale loopbaan hadt gij de keus
en hebt gij Leiden verkozen. Later rie
pen u Utrecbit, Weenen, Munchen,
maar gij bloeit hier. Door de geheele
wereld gaat uw roem. Uw naam is in
ternationaal, doch gij blijft u voelen
als tot de Leidsche Universiteit behoo-
rend, en zelfs thans, nu de wet U ver
jaagd heeft, zijt gij nochtans toch nog
hier.
Wat gij in al die jaren voor de Uni
versiteit geweest zijt is niet zoo een
voudig te zeggen. Natuurlijk hebt gij
op de gestelde tijden de gewone func
ties bekleed, secretaris en decaan van
de faculteitj secretari^'an den Se
naat, etc. Rector-Magnificus waart gij
in den cursus 1899—1900. En natuur
lijk hebt gij al die functies op voor
treffelijke wijze vervuld. Die verzeke
ring is gemakkelijk te geven, en wordt
dan ook aan iederen aftredenden func
tionaris gegeven; minder gemakkelijk
is het onder woorden te brengen wat
uw wijsheid, uw menschenkennis, uw
werkkracht, uw belangstelling en toe
wijding voor de zaken van eiken dag
voor de faculteit en de Universiteit
hebben beteekend, voortdurend en al
tijd, of gij functies bekleeddet of niet
Altijd als er een bijzonder moeilijke
of een bijzonder delicate zaak te be
handelen was, dan waart gij degeen
die met tact de tegengestelde gezichts
punten tot elkaar wist te brengen, de
beste oplossing wist te vinden. Voor
beelden zal ik niet noemen, ze liggen
voor het grijpen.
En zoo is het ook buiten de Univer
siteit, in nationale en evenzeer in In
ternationale zaken in den Volkenbond
in de International Research Vojken-
boncl en de Unies, overal waar moei
lijke en teere quaesties zich voordoen,
wordt uw advies gevraagd, en uw me
dewerking ingeroepen En gij geeft uw
hulp en raad altijd met dien onverge-
telijken eenvoud en natuurlijkheid,
die doet vergeten welk een kostbare
gaven gij om u heen strooit.
Mijnheer Lorentz, zoo eindigde spi'.
ik z,al niet verder voortgaan. Dit oo-
genblik is een der schoonste van mijn
leven. Dat uw feest juist onder mijn
rectoraat valt, dat het juist mij gege
ven is u heden te mogen toespreken
en u, zij het nog zoo gebrekkig, te mo
gen zeggen welke bewondering, welke
vriendschap en welke dankbaarheid
ik u toedraag, is een bestiering van
het lot, waarvoor ik mij uitermate ge
lukkig prijs. Vergeef' mij deze enkele
persoonlijke noot ik weet, dat niet
ik alléén zoo tegenover u voel, dat
ieder onzer, dat de geheele Senaat, de
geheele Universiteit, zich oprecht ver
heugt een gelegenheid te hebben u te
huldigen en te eeren, u te danken voor
alles wat gij voor aar hebt gedaan en
zijt geweest, en nog steeds doet en zijt.
Toespraak van Prof. Kamerlingh
Onnes.
Prof. dr. H. Kamerlingh Onnes, voor
zitter van het uitvoerend comifé, sprak
hierna prof. Lorentz toe:
Hooggeachte Lorentz, beste vriend!
alcTus begon spr. Weet ge nog boe wij
54 jaren geleden als aankomende stu
denten van Leiden en van Groningen
te Arnhem, door Van Bemmel met el
kander in kennis gebracht, wandelden
in de Geldersche bosschen en onze ge
sprekken liepen over het mooie van
de Natuurkunde. En hoe gij vei'lang-
öet zelf later ook iets tot haar opbouw
bij te dragen. Dat u dit gelukken zou.
daarvan was men toen reeds zeker,
Kaga kan daarvan vertellen.
Aan de H.B.S. hadt gij zondeï* dat
u het bewijs bekend was, laten zien
hoe men de wet van Snellius uit het
beginsel van Huygens kon afleiden.
Twee leeraren waren toen zij met een
moeilijk vraagstuk voor het eindexa
men geen weg wasten, maar even gaan
zien wat gij ei' van maakte, die inder
daad de juiste oplossing reeds had
neergeschreven. Maar wat moet gij u
heden overgelukkig gevoelen, wanneer
gij naast hetgeen gij gehoopt had te
kunnen*bereiken, stelt, wat het u ge
lukt is tot stand te brengen. Dit is im
mers van zoo groote beteekenis, dat
het ons zelfs tot een dieper inzicht in
het wezen der natuur heeft gevoerd.
Gij houdt niet van wierook, maar
wanneer gij ons vertelt, dat waar gij
staat zich eigenlijk slechts een wolk
van kleine electrisch geladen deeltjes
bevindt, die samen nog niet het mil-
lioenste van de ruimte beslaan, die gij
inneemt, en dat door deze ijle wolk
van u een etherwind met een snelheid
van 30 K.M. per seconde blaast, en
wanneer dat dan alles waar blijkt, zie
dan moet gij u voor het ontdekken van
zulke waarheden toch wel een beetje
wierook getroosten.
Reeds bij uw zilveren doctor jubi
leum hadt gij de voldoening, dat men
zich in al de wetenschappelijke cen
tra van beteekenis ipet denkbeelden
van u bezig hield, die reeds het eigen
dom van het vorig geslacht geworden
waren en u toen reeds tot een beroemd
man gemaakt haclden, getuige het Li-
vre Jubilaire u toen aangeboden en de
spoedig daarop gevolgde bekroning,
met den Nobelprijs.
Thans zijn uwe denkbeelden tot de
grondslagen onzer wretenschap gaan
behoorén
Gij liebt wel eens gesproken van de
gelukkige omstandigheden, die tot uw
welslagen hebben medegewerkt, waar
wij u in het bijzonder dankbaar voor
zijn is, dat gij van deze steeds zoo ten
volle partij getrokken hebt, om in ge-
stadigen gang uwe gaven verder te
ontplooien Dit maakt, dat uw loop
baan zicb voor ons ontrolt jals een
schouwspel van buitengewone geeste
lijke schoonheid, waarvan elk tafereel
beantwoordt aan het ontstaan van
nieuw wetenschappelijk leven.
De invloed door u te Leiden uitge
oefend breidde zich voortdurend uit.
Allergelukkigst werkte hij op de na
tuurkundigen, die het laboratorium
tot zicb trok en langeren tijd, dikwijls
oük als assistenten bij U, vasthield.
Uwe opgetogenheid, wanneer er er
gens woer een nieuw „effect" gevonden
was, Uwe verrukking over het mooie
van een experiment of het nu hooge
nauwkeurigheid beoogde, of pioniers
arbeid was, Uw ingenomenheid met het
aardige in een nieuw onderwerpje
wanneer een laborant dit ojj ans semi-
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone adrertentiën per regel 227i cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarieL
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine adTertentiën bij vooruitbetaling
van ten Hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent.
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
Binnenland.
De eere-promoüe en huldiging van
pr:L Lorentz te Leiden.
De Leidsche raad heelt besloten tot
afschaffing van het gemeentelijk visch-
bedrijf.
Buitenland.
De Fransche Kamer heeft een com
munis usch voorstel om het gezant
schap bij net Vaiicaan af te schaffen
verworpen.
De Duitsche socialisten hebben zich
bereid verklaard, in onderhandeling te
tred.en over een groote coalitie.
De buitenlandsche steun tot stabili
satie van den Belgischen irank.
narium laatst vertelde mij een er
nog van ging demonstree/en, bet
was alles even opwekkend en aanmoe
digend Door uwe theoretische colleges
geboeid bleven zij na hun promotie tot
uwe trouwe toehoorders behooren en
droegen hunnerzijds weder bij tot het
verhoogen van de eischen, die gij aan
uw onderwijs steldet.
Thans, zoo besloot spr., kpmen onze
comité's vervuld van dankbaarheid je
gens u, een tweeledig ^erzoek tot U,
richten, dat hun stof tot nieuwen dank
zal geven.
In de eerste plaats verzoeken zij U
Uv.v verhouding tot het Leidsche Uni
versiteitsfonds en de Leidsche univer
siteit in denzelfuen geest, als zij werd
ingezet, voor het leven te bestendigen
en op deze wijze de eerste te worden,
die een internationaal professoraat
ven deze soort, alleen vooï* de aïlereer
sten weggelegd, wilt. bekleeden.
In de tweede plaats verzoeken zij U
wel de bestemming, die U het beste zal
si hijnen, te willen geven aan het Lo-
rentzfonds ter bevordering van de theo
retische physica, dat door hen is bijeen
gebracht, teneinde U tot hulp te zijn
waar gij met de zonneschijn van Uw,
sympathie wetenschappelijk leven
wilt koesteren.
Waar ons land broederlijk met het
buitenland heeft samengewerkt om dit
tweeledig verzoek tot U te kunnen
richten ,zal het een ieder goed doen,
dat ons land toch het leeuwendeel in
het gemeenschappelijk werk heeft be
houden. Nederland weet ook in ruime
re kringen te waardecren, dat ge te
midden van ons leeft en werkt, en dat
het onze Lorentz is die een plaats in
neemt in de rij van de meestuitnemeii-
den van alle volken en tijden.
Van de warme aanhankelijkheid van
den kring, die U het naast staat, ge
tuigde de ontroering, die allen vervul
de, toen gij met enkele eenvoudige
woorden het laatste college, door U als
70-jarige gegeven, besloot en rondgingt
om ieder de hand te drukken.
Moogt gij, aldus besloot prof. Kamer
lingh Onnes zijn toespraak tot prof.
Lorentz, nog lang voor ons blijven wat
ge voor ons zijt.
Een krachtig en langdurig applaus
volgde op deze woorden.
Minister C o 1 ij n bracht hierna na
mens de regeering aan prof. Lorentz
hare gelukwenschen over met dezen
zoo gewichtigen dag en sprak vervol
gens namens haar een woord van har-
telijken dank voor het vele en belang
rijke, dat hij tot roem der Nederland-
sche wetenschap en van Nederland
zelve heeft verricht.
Vervolgens werd het woord gevoerd
door prof. Went te Utrecht, voorzitter
van de Koninklijke Academie van We
tenschap, aan wiens rede wij het vol
gende ontleenen:
De Koninklijke Academie van We
tenschappen stelt het op hoogen prijs,
dat haar de gelegenheid gegeven wordt
U hier haar gelukwenschen te komen
aanbieden. De Academie beseft zeer
goed, welke groote beteekenis bet voor
haar heeft, dat Gij sedert 44 jaar deel
van haar uitmaakt. Zij voelt een klein
weinig Uw triomfen als de hare en zij
mag het als hoogste wetenschappelijk
lichaam van Nederland wel uitspreken,
dat het een zeer groot voorrecht is voor
de Nederlandsch wetenschap, dat zij
reeds gedurende 50 jaren roem mag