WflT DE BIBDEN ZEGGEN.
N EUWE LEIDSCHE
COURANT VAN WOENSDAG 9 DECEMBER 1925
léenen liet volgende aan een artikel
in het R. K. weekblad „De Nieuwe
Eeuw."
Symeon Stylitus de Oudere, was de
eerste, die door een heilig verlangen
naar versterving- en boete gedreven
werd tot een vorm van afzondering,
welke in de Kerk tot pp zijne dagen
nog niet bekend was en welke hij dan
ook eerst na veel weerstand te hebben
ontmoet, kon doorvoeren.
In het jaar 388 van onze jaartelling
werd hij te Sirian, een dorp aan de
Noordgrens van - Syrië geboren, Nau
welijks tien jaar oud zwierf hij als her
dersknaap met zijn schapen- over de
bergweiden.
Het leven in de eenzaamheid, in de
open lucht, altijd in de natuur waar
alles van God spreekt, drukte diep zijn
stempel in de ziel van den knaap. Op
zijn' zestiende jaar klopt hij aan de
kloosterpoort, de jonge, krachtig ge
bouwde herdersknaap, die vlug in z'n
bewegingen was als eep klipgeit zijner
bergen niets in zijn voornemen deed
aan den toekomstigen asceet denken.
Wij.weten slechts van hem, dat hij des
Zondags met buitengewone gods
vrucht, de Heilige Mis bijwoonde, gre
tig luisterde naar de voorlezingen uit
de Schriftuur en er eert eer in stelde
om met de spijzen, die bij zich zelf uit
den mond, spaarde, den honger van
anderen te stillen.
In het klooster opgenomen ontstelde
hij zijn medebroeders door het beoe
fenen van een dusdanige versterving
men was andersin de Oostersche
kloosters van dien-tijd. voor een beetje
ascese niet bang dat zij de meening
uitspraken, dat Symeon niet geschikt
was om in een kloostergemensckap
te leven.
Het was Symeon niet mpgelijk de al-
gemeene kloostergebruiken, hoe streng
ook, te volgen. Ten slotte leefde hij in
het klooster als kluizenaar in 'tbrand-
stoffenhok, terwijl hij per 'dag niet
meer voedsel tot zich nam dan het
holle der. hand kon bevatten.
Om zijn medebroeders, niet te stoo-
ten had hij reeds opgegeven te wonen
in een open kuil in den kloostertuin,
des daags blootgesteld aan de gloei
ende zon, des .iiachts aan de kou, af
wisselend aan al de ruwheden van het
weer.
In het klooster begreep men met 'n
heilige óf met een gek .te doen te heb
ben. De broeders'daclifen niet een gek;
de-abt, die scherper zag, begreep dat
God door Symeon Óp een heel bijzon
dere wijze, tot de wereld zoü gaan spre
ken. De abt en Symeon voelden bei
den echter de moéilijkhèden, welke de
aanwezigheid v.an een zoo ongéwonèn
kluizenaar zijn omgeving bereidde.
Herhaaldelijk traden zijn ordebroeders
tegen hem op om hem met geweld te
bevrijden van de verschrikkelijke li
chamelijke mishandelingen, welke hij.
zichzelven aandeed en welke het vol
gens de christelijke opvatting ook niet
geoorloofd is zich aan te doen tenzij
dan aan heiligen, die daar bijzondere
inspiratie voor. ontvangen. Terwille
van den lieven vrede zag vader abt
zich eindelijk genoodzaakt Symeon te
verzoeken heen te gaan. Deze gehoor
zaamde in allen ootmoed, weigerde el-
ken reispenning en verzocht slechts
om den zegen, welken de abt hem diep
geroerd gaf.
Na eerst eenige jaren in een grot te
hebben geleefd, ging hij. ten slotte hui
zen op den top van een.zuil, een een
zame zuil van een, bouwval, waarvan
hij het kapiteel met een balustrade
van enkele latten en planken omgaf,
opdat de storm hem er niet af zou kun
nen waaien. De ruimte,, waarover de
kluizenaar beschikte, gaf hem geen
gelegenheid om te gaan liggen of zelfs
maar te zitten Geen bescherming, bui
ten de monnikskap, dekte zijn hoofd
tegen zon, regen of sneeuwstorm
als een metalen beeld stond de heilige
held jaar in jaar uit op zijn twaalf me
ter hoogen zuil.
Maar het bleef niet lang eenzaam
om den pilaar, waarop de eerste en
grootste der Styliten zes eeuwen
lang heeft de Syrische Kerk deze
heilige hoetelingen voortgebracht
zijn woning had opgeslagen. Van af
h^t eerste oogenb.lik moet hij reeds een
enkelen leerling of verzorger hebben
gehad, die hem de sGhaarsche teug w-a
ter en hete spijs, langs een ladder naar
boven brachten.
De roep der heiligheid van 'den iuil-
kluiz^naar en van zijn levenswijze ver
spreidde zich door het geheele Oosten,
drong zelfs door tot in het 'Westen, be
reikte Rome, waarheen talrijke afbeel
dingen van Symeon op zijn zuil hun
weg vonden.
Om zijn zuil heen ontstond de man
dra, een ommuurde ruimte, waarin
zijn leerlingen leefden, .die gretig luis
terden naar de lessen, welke Symeon
hen in de Heilige Schrift gaf. Want
deze eenzame zónderling, die bezig
was een heilige te worden, was altijd
druk aan het werk. Hij correspondeer
de met koningen en keizers, hij ont
ving allen, die belast en beladen tot
hem kwamen en staande boven op de
ladder, welke bij die gelegenheden te
gen den zuil gezet werd, zijn geeste
lijken troost in ontvangst namen. Het
geheele jaar door was hij voor ieder
toegankelijk om gedurende den Vasten
alleen voor God toegankelijk te zijn.
Dan wist men veelal niet of hij leefde
of dat boven tegen het houten tralie
werk een verstijfd lijk stond. Groot
was met Pascben de vreugde in de
mandra, wanneer een priester naar bo
ven gaande, Symeon had laten com-
municeeren.
De kluizenaars uit de woestijn om
Thebe zonden een deputatie naar hem
toe om hem over het verkeerde van z'n
gedrag te onderhouden. Maar zoo'n
sfeer ging er van Symeon uit, dat toen
zij hem enkel maar zagen, zij overwon
nen waren en zwegen.
Zes en dertig jaren heeft Symeon
dat onwaarschijnlijke leven boven op
zijn kolom volgehouden; hij stierf op
Vrijdag den 2d en September 459 nadat
hij al zijn leerlingen en bezoekers voor
het laatst gezegend had. Hij stierf
staande, met het hoofd op den schou
der van een zijner leerlingen, rouwmoe
dig kloppend op zijn borst.
Zijn lijk werd onder vorstelijke eer
bewijzen en wierppkwaim: naar Antio-
chië gebracht, waarvan de muren door
een aardbeving in puin lagen én dat
i zich voorloopig voor .krijgsgeweld be
veiligd achtte, w-anjieer het maar eerst
Sjtmeon's heilig overblijfsel mocht hei
bergen.
Zijn invloed op zijn tijd is een bui
tengewone geweest. „Zijn wóórd, gedra
gen door zijn voorbeeld, heeft veel bij
gedragen tot de, verspreiding van het
Christendom .onder_.de vele heidenen,
die in zijne dagen nóg..leefden. Enkele
uitverkorenen hebben zijn voorbeéld
zelfs gevolgd; natuurlijk maar heel en
kelen toch hee.ft .de Syrische Kerk
zes eeuwen lang die. uitzonderlijke zuil
kluizenaars voortgebracht. Wat er
ook gebeurde, zij bleven op hun post
zoolang de bliksem hen er ni^t vernie
tigde wat. ook ia voorgekomen in
bpete en versterving biddende voor
hun volk enan koude sneeuwjacht met
hun ontvleeschde .armen hun land ze
genend. De latere stylieten werden
zelfs priester en kwamen voor hun vel
schillende wijdingen een énkel oogen-
blik van hun zuil 'naar beneden, waai^
de bisschop hen opwachtte.
Symeons mandra groeide uit tot een
groötsch heiligdom; om zijn zuil werd
een achtkante hof gemaakt, waarop
zich vier basilieken aansloten, naar
elk der windstreken een. Het geheel
kreeg daardoor den 'vorm van een
Grieksch kruis en he'éft als zoodanig
de kerkelijke bouwkunde van zijn tijd
i wii£DE BLAD.
Arbeidslied en Arbeidsvreugde.
Over de verhouding tusschen arbeid
en muziek, aldus „De Maatschappij",
bestaat in zooverre eenige lectuur, dat
bewaard zijn gebleven de zangen ter
begéleiding van sommige handwerken.
Het waren dan de arbeiders zelf, die
de muzikale omlijsting van hun Werk
verzorgden. Bitter weinig echter \yeten
wij nog van den invloed der muziek op
de arbeidsprestatie; zij schijnt nog ge
heel een studie der toekómst te zijn.
Dat die invloed er is en dan :een goede
is, weten we uit het rijk der dieren, in
dien althans de cijfers, jpist zijn over
de vermeerderde melkproductie bij
koeien, die tijdens het, melken in de
wereld der toonkunst werden binnen
geleid. Nieuwste experiment in de men-
schelijke samenleving is het aanbren
gen van een radio-toestel ineen
wasch-, glans- en strijkinrichting.. De
muziek begeleidt wel niet den gan
seden dag het werk twee uren per
dag, maar in elk geval oefent zij haar
invloed op de hoorders,, die op hun
beurt hun opgewektheid weer doorge
ven aan de vuile wasch.
Ontegezeggelijk is deze proefneming
(<3ie volgens de Directie goede gevolgen
heeft) ernstige aandacht waard. Uit het
rijk van den arbeid klinken de laatste
jaren zóóveel disharmonieën op, dat
het een verkwikking mag keeten, als
de harmonie er ook nog een pldatjè kan
vinden. Jammer genoeg moet een gróót
gedeelte der bedrijfswereld van dé'tbe-
passing verstoken blijven, omdat het
hooren van- muziek eenige stilte onder
stelt, deze is b.v. in de metaalnijverheid
niet op haar plaats. Voor tal van be
drijfstakken echter zou do muziek de.
arbeidsvreugde vóorzoover nog aan
wezig kunnen verhoogen.
Natuui :jk is deze vorm van levens
verrijking niet de echte; het blijft van
buiten af aangebrachte müzaék. Den
waren arbeider moet d*e -zang uit het
hart, desnoods uit volle borst komen,
en ik kan mij clan ook zöo goéd inden
ken in de gemoedsgesteldheid van een
koor operazangers, die dezer dagen hun
staking luidkeels aankondigden, dooi;
midden in een stuk een stakingspror
clamatie te zingen!-Zij zijn bovendien
de schoenmakers, die bij hun leest
zijn gebleven. Maar oók buiten deze
trouw aan het embleénï laat zich een
uitgebreid repertoire van arbeids-zan-
gen denken, zij mogen dan al of niet
in verhand staan -met het vak. Wie. een
grooté Diamantslijperij te Amsterdarii
binnengaat, staat verrast over de voort
durende zangdrift der slijpers. Ge zegt:
ja maar dat zijn ook meest Israëlieten.
Inderdaad, maar moeten zij ons lee-
ren, liederen te zingen bij den maatglag
van het werk?
In-emst: het is geen verheugend,teer
ken, dat lied en arbeid in onze dagen
zoover van elkander verwijderd staan..
Ook daarin tec-kent zich iets af van den
geest des tijds, die het klaaglied der on
tevredenheid, der arbeid'sschuwheid en
van 'het stille verzet.uit zooyeler hart
doet rijzen. Het is hier de plaats; niet^,
om dé meerdere of mindere rechtma
tigheid, daarvan te bespreken. Maar
wel willén wij naast den oproep van
het €.- N. V. „Moedig Voorwaarts 1" en
„Er op uit" de opwekking plaatsen:
zoek ook in uw arbeid d.en toon des lofs
Bij al wat daarin drukt of deert, hij.i?
en blijft toch een.zegen Gods. En van
wje zijn werk in het volle bezit van li
chamelijke of geestelijke kracht mag
verrichten, verwacht Hij, Die er de ge
ver en onderhouder van is, dat We Hem
leven zullen, óÖk in ons lied van'den
arbeid. Wie zal zeggen, hoeveel meer
arbeidskracht geopenbaard zou worden
onder den invloed van het aan eigèn
aandrift-ontstoken lied!
FEUILLETON,
Kathlyn Barrington,
6) -
Om Dr. Forsyth scheen hij zich niet
meer te bekommeren. Deze keek het
'drietal verbaasd na. Toen hij het hotel
hinnentrad, waren Alle drie reeds ver
dwenen, maar werd hij met aandaclv
tigen blik gadegeslagen door den man
darijn, die met Kathlyn Barrington
had gepraat in „Het Paleis van de
Tienduizend Genoegens."
HOOFDSTUK III.
Do waarschuwing van den Mandarijn
Toen Dr Dick Forsyth nasrde trap
stapte,' zag hij óok de 'figuur in het zij
den, kleed. Barington had gezegd, dat
het de gouverneur van de provincie
was, waar zijn nieuwe werkking zou
zijn. Van terzijde nam hij hem terdege
op, terwijl hij speelde met een kleinen,
keurigen waaier van ivoor 'en zijde.
Toen Forsyth den mandarijn passeer-
dè, wuifde Li-Weng-Ho naar hem mét
zijn waaier de Chineesche manier van
groeten. Daar de zendeling geen waai
er bij ziqh had, boog hij beleefd.
.Zco, Dr. Forsyth, u is aan de geva-
-n van de stad ontkomen?" zei de
KERK EN SCHOOL.
geref. kerken..
T w t a lTe 's Gratfelahd, Dr. D.
J. v. - Katwijk te Schipluiden en J. E.
Vonkenberg te Huizen.
Beroepen": Te 's Graveland, J. E.
Vonkenberg te Huizen. Te Hilversum,
H. S. Bouma te Leeuwarden. Te Burum,
B. Steen te Zoutkamp. Te Kampen, G.
W. Akkerhuis te Maassluis.
Bedankt: Voor Raard, G. Ploos
van Amstel te Oppenhuizen. Voor Ger
kesklooster-Stroohos, E. Beukema te Nji
ewier. j
Aangenomen: Naar Gaast, 'H. J.
Hoek, cand. te Haarlem.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Drachten, H. C. Binee
te Mirrmerwoude en P. de.Split te N.
Pekela.
geref: gemeenten.
Tweetal: Te Vlaardingen, g. H.
ersten teIer'seke én H. Kievit te
een endaal.
doopsgezinde gemeente.
Beroepen: Te. Arnhem, 'P. Vis te
Drachten.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Ds. K. J. v. d. Berg heeft Zondag
morgen Ds. J. G, v. Apeldoorn be
vestigd als leeraar. van da Ned. Herv.
Gemeente te Bennekom met een pre
dicate over Lukas 16:2931-
De bevestigde deed iti den namiddag
dienst intrede met een predicate over
2 Oor. 8:9.
Na door Ds. Rünia van Arnemui-
den met een^ predicate over Rom. 10
vers 15 te zijn. bevestigd, deed Zondag
middag Ds. A. Kroning intrede bij oe
Geref. Kerk van St. Laurens met eén
predicate over 2 €0^ 4 :-7.
Na des morgensbevestigd te zijn
door Ds. Ubbink van Zevenhoven, met
een predicate over 2 <Cor., 36, deed Ds.
J. D. Sp eelplan, Stellingen, Zon
dagavond zijn intrede bij de Geréf. Kerk
van Niéuw veen, 'met leerrede'over
2 Cor. 4:3, 6 err 7. -
Na des morgéns Bevestigd' te zijn
door Dr. v.'d. Vaart Smit, met een pre
dicate over Ezech. 37.: 4, deed Zondag,
j.l. Ds. A. v. Vegt, gekomen van 01de-
hove, zijn intrede bp .de .Geref. Kerk
van Strijen, sprekende oyer Efeze. 6
vers 19.
Ds. W. H. H. Dijkman.
Ds. W. H.H. -Dijkman, Ned. Helrv.
predikant te Rodenburg, is voornemens
begin 1926 emeritaat aan te vragen.
Ds. J. R, Dijkstra
De toestand van Ds, J. R. Dijkstra,
em.-pred. der Geref. Kerk .van Jouree-
is, 11a een nieuwe inzinkingr thans ge
stadig achteruitgaande."
Beroepbaar.
De-heer J. P-. C. ten Brink is door
de. classis- Apeldoorn-.beroepbaar ver
klaard in de Geref. Kerken.
Ambtsjubileum.
Vandaag viert Ds. W. A. Wille m-
s e, Geref.prccl. te PoortUgaal zijn zil
veren ambtsjubileum.1. -■
De jubilaris, die. eerst alsoefenaar
de Geref. Kerken gediend heeft, werd,
na aan de Theöl. school te Kampen
gestudeerd te hebben, eerst op 35-jari
gen leeftijd predikant en diende de ker
ken van Oudega :(W.), Wilhis en sedert
1917 die van PoortugaaL-
Het concilie van Nicea.
Ter gelegenheid van- de ióco jarige
herdenking van het concilie van Ni
cea organiseert de aartsbisschop van
Parijs een religieuse 'week, Waarbij de
kerkelijke plechtigheden volgens alle
riten, do katholieke,- latijnsche, slavische
en oostc-rsche .zullen pïaats hebben.
Chr. Lyoeum te Haarlem.
Het nieuwe gebouw van het Chr. Ly-
seiim te Haarlem zal-Donder dagmiddag
te half drie worden geopend.
SYMEON DE STYLIET.
In ons hoofdartikel van Zaterdag
was sprake van Sym'eóh den Styliet
Wellicht zal het ohzèn lezers inte-
reSseerenj iets meer van deze eigen
aardige verschijning te weten; wij ont-
mandarijn, met een deftig glimlachje.
Ling-Weng-Ho sprak in 'tEngelsch
met een licht accent; en Dick Forsyth
was eenigszins verbaasd, minder door
de taal, waarin hij Werd toegesproken
dan wel doordat de mandarijn blijk
baar zijn naam Wist
Hij verborg zijn verrassing achter
een glimlachje, en antwoordde:
„•Ik ken de omgéving hier nogal goed
Jk heb geruimeri tijd in een ziekenhuis
daar ginds gewerkt, en daar juffrouw
Barrington haar vader moest opzoe
ken, vergezelde ik haar."
,,0 zoo!"
De oogen van Li-Wei)g-Ho keken
Forsyth met ijskouden blik aan. Zijn
gezicht was totaal zonder uitdrukking
en omtrent de -oorzaak vari dien uit
roep kon de Eh'gelschman slechts on
zekere gissingen maken. Ineens even
wel scheen het gezicht voor hem te
ontdooien en iets, dat op een glimlach
moest lijken, verscheen op het gezicht
vap den mandarijn.
,:Dr. Forsyth, u wilt zeker wel een
kopje .thee met, me drinken?"
Hoewel hij door deze onverwachte
liitnoodiging ten zeerste verrast werd,
haastte hij zich haar aan te nemen,
daar het voor zijn werk van groot be
lang kon zijn van dezen man iets meer
te weten.
„Het zal 111e zeer aangenaam zijn,
Edelachtbare Heer."
De koude oogen van den mandarijn
schenen weer even te flikkeren.
„Als u me dan volgen wilt, dokter?"
Hij leidde ïorsyth naar het einde
der gang, schoof een gordijn open en
liet hem in een keurig ingerichte ka
mer. Aan de wanden en op tafeltjes
waren zooveel kostbaarheden, dat het
zien van al dien rijkdom aan Forsyth
onwillekeurig een kreet van verbazing
ontlokte.
„Verbaast u zich over mijn kamer,
Dr. Forsyth?"
„Ja" gaf de zendeling ten antwoord,
„in een hotel had ik zoo iets...."
„Het is alles mijn eigendom" onder
brak Li-Weng-Ho. „Daar ik dikwijls
in Canton ben, beb ik op deze kamer
beslag gelegd. Ik hóud er van te mid-
dén van mooie voorwerpen te verkee-
ren en heb daarom enkele van mijn
schatten hier heen geVoerd."
Hij liep naar het einde der kamer
en sloeg op een gong. Als antwoord
kwam terstond een Chinees binnen,
die zijn orders ontving en vertrok, kort
daarop evenwel weer binnenkwam met
een blaadje, waarop twee keurige kop
jes thee stonden. De bediende schonk
de llico in en vertrok. Daarop richtte
de mandarijn het woord tot den zen
deling.
„U vertrekt morgen naar Yong-Foo.
Dr. Forsyth?"
D« Engelschman toonde zijn verras
sing en vroeg dan ook:
„Hoe weet u dat?"
Weer scheen de Chinees te willen
glimlachen.
„Yong-Foo ligt in mijn provincie"
gaf hij verklarend ten antwoord. Het
is mijn plicht te weten, wat daarmee
in betrekking staat, wie er komen en
gaan meer in t bijzonder welke
vreemdelingen het land binnenko
men." -
Hij wachtte een oogenblik, alsof hij
wilde, dat, hetgeen nu volgen zou, die
pen indruk zou maken op zijn gast, en
vervolgde dan:
„De bevolking van Yong-Foo houdt
niet van vreemde indringers."
De koele oogen keken den zendeling
dreigend en onderzoekend aaft, als om
te weten te komen, welken indruk zijn
woorden op hem gemaakt hadden Al
vorens te antwoorden, dronk de zen
deling een paar 9lokken thee en zei
toen:
„Ik kan dat oordeel begrijpen. Het
is natuurlijk. Maar ik ben een genees
heer. Ik kan uw ongelukkigen helpen,
verlicht hun lijden en^.."
„Ontheilig hun geloof, ontbind hun
sterk beïnvloed. Daarbuiten verrees n
groot klooster, waar vrome broeders
heel uit de verte het voorbeeld, door
den heilige gegeven, trachtten na te
volgen.
Gemeenteraad Leiden,
Vergadering van Dinsdag.
De heer Mulder Weth. zegt dat hij
kort kan zijn, daar zoo" goed als geen
nieuwe onderwerpen ter sprake zijn
gebracht. Weliswaar is er critiek op t
beleid van B. en W. geoefend, maai*
daar staat tegenover dat anderen hun
waardeering hebben uitgesproken.
Spr. keurt het af, dat vejen hier de
gewoonte hebben hun éigen woon
plaats af te breken en daarvan kwaad
te zeggen. Er is hier gezegd, dat B. en
W. te weinig actief waren. Spr. wijst
er echter op, dat in 1925 reeds voor een
bedrag van ruim f700.000 is verwerkt.
De heer Schüller heeft een 7-tal' Voor
stellen ingediend, die alleen reeds een
bedrag van 46 ton vereischen. Verge
ten wordt echter dat men voorzichtig
moet zijn voor de financiën, daar de
belastingen hier toch al vrij hoog zijn
De heer van Eek heeft betoogd, dat
hier weinig gedaan wordt voor werk
verschaffing, en hij wees in dit ver
hand op Dordrecht, waar de Biesbosch
wondt gedempt. Dit gebeurt echter niet
uit een oogpunt van werkverschaffing,
maar men bergt daar zijn straatvuil.
De klacht, dat te weinig grond wordt
gekocht is niet juist. Wel hadden onze
voorvaderen op dit gebied misschien
meer kunnen doen, maar de laa .ste ja
ren is er op dit gebied zeker geen ge
brék aan activiteit. De heer Knuttel
wil veel woningen bouwen, om op die
manier de prijzen te drukken, maar
dat is toch niet de taak van de ge
meente. Verder wijst spr. er op, dat he*
in de bedoeling ligt een deel van het
Schuttersveld droog te leggen.
Wat betreft de voorstellen inzake de
asphalteering van straten, zegt spr.
dat het noodig is, hierbij de noocflge
voorzichtigheid te "betrachten omdat
er omtrent de verschillende stélseb-
eerst proeven moeten worden geno
men. Spr. wijst er verder op, datde
meeste voorstellen buiten de begroo-
ting omgaan en dat hier blijkbaar ge
zocht is naar onderwerpen, die men
'hier ter sprake zou kunnen brengen.
Nu is dat een heel kleine moeite. Er
is hier zeker nog héél wat ie doen,
maar we stuiten telkens weer op het
kostenbez'waar. Houden we daarmee
rekening, dan meent spr. dat er zeker
wel reden i9 tot tevredenheid.
Spr. voegt hieraan nog Loe, dat er te
recht geklaagd is over de werkloos-
béid. Maar er zijn en dat mag óok
wel gezegd, worden heel wat werk-
schuwen. Dat is gebleken bij d.e
j sneeuwruiming,, toen* een heel deel van
dc sneeuwploeg onnoodig wegbleef of.
althans niet de moeite deed tijdig aan
wezig te zijn
De heer M e y n e n weth. dankt voor
de waardeerende woorden tot hem ge
richt.
Verder herhaalt spr. dat van B. en
W. geen voorstel te wachten is om
trent de stichting van een levensmid-
aelendienst, waartegen zij principieele
bezwaren hebben, terwijl een gevolg
zou zijn dat de handel zou worden ont
wricht, wat zeker niet in 't belang der
gemeente is. Verder zal spr hierop
niet ingaan en verwijst' hij naar vroe
gere besprekingen.
Spr. komt dan tot het onderwijs. Er
is gezegd dat het gem. bestuur zich
houdt aan wat de wet voorschrijft. Dit
is echter niet juist. We hebben hier
onverplicht, vervolgonderwijs, school-
baden, schoolkindervoeding en klée-
ding, vakonderwijzeressen, buitengew.
lager onderwijs, subsidie voor de bui
tenscholen, bewaarscholen enz
De heer Verwey heeft voorts als eisch
gebonden voeten, vertel hun, dat het
ten huwelijk verkoopen een zondig.
duivel9ch. ding is, bezoedel ze met de
zoogenaamde Westersche beschaving,
Is dat- niet zoo?"
„Zeker" antwoordde Forsyth, „als u
hetgeen ik bij uw volk wensch te doen
op zoo'n ruwe manier wilt voorstel
len, Edelachtbare Heer. dan kan ik-
zeggen dat u wel een en ander van
mijn taak hebt genoemd.
„Wilt u deze plannen ook in Yong-
Foo, in mijn provincie ten uitvoer
brengen?"
De mandarijn wachtte, keek met z'n
gevoellooze oogen zijn gast aan en
vroeg:
„Ik veronderstel, dokter, dat u van
plan zijt zoo te doen met mijn goed
vinden?"
„Daarop hoop ik dan ook" antwoord
de Forsyth ernstig.
Li-Weng-Ho wuifde met zijn waaier
eenige koelte toe. Met betrekking tot
de temperatuur was dit een tamelijke
overbodige bezigheid; maar Dick For
syth was lang genoeg in China geweest
om te weten dat de waaier gebruikt
wordt om de aandacht af te eliden en
zoo gelegenheid te hebben zijn gevoe
lens te vdrbergen.
Wordt vervolgd).