WAT DE BLADEN ZEGGEN.
v. ESCH, Donkersteeg 5,
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 3 DECEMBER 1925
TWEEDE BLAD.
De Kabinetsformatie.
Nu de poging van den heer Marcliant
om een Kabinet te vormen mislukt is,
houden de bladen zich bezig met de
vraag, wat nu gebeuren moet.
De Standaard (A.-R.) betoogt,
dat er goed bezien slechts twee moge
lijkheden zijn: a. herstel van de coali
tie en b. in uiterste noodzaak een sa
mengaan van R.-Katholieken en soci
aal-democraten, waarop zoowel door
den heer Nolens als den heer Albarda
was gezinspeeld.
„Nu is het duidelijk", zegt het blajl,
„dat bij herstel der coalitie twee par
tijen betrokken zijn, de Christelijk-His-
torische partij en de Roomsch-Katho-
lieke partij.
Wil men inderdaad de uiterste nood
zaak niet naderbij doen treden, wil
men haar vermijden, dan zal men moe
ten kiezen voor het herstel der coalitie.
En nu is het duidelijk, dat op den-
gene, op wiens gemis aan medewer
king dit herstel van de breuk in de coa
litie afspringt, de verantwoordelijkheid
zSl moeten worden gelegd voor het in
treden van den noodtoestand, den toe
stand van uiterste noodzaak, waarin
de vorming van een Roomsch-Rood
Kabinet zal moeten worden beproefd.
Bij het intreden van de crisis konden
Wij volstaan met de zuivere teekening
yan den toestand.
Nu de eerste fase voorbij is, en de
crisis in de tweede fase is gekomen,
behoeven wij ook niets anders te doen,
dan den stand van zaken weer te ge-
yen.
Vóór alles is toch noodig, dat deze
stand van zaken zoo duidelijk mogelijk
staat".
De N. R. Ct. (lib.) wijst op de ver
schillende uitlatingen in de rechtsche
pers, waarin op lieft-stel der- coalitie
;wordt aangedrongen.
Blijkt echter, zegt het blad, dat noch
Öe Roomsch-Katholieken, noch de
!Ghr. Historisch-en tot de noödige in
schikkelijkheid bereid zijn, dan blijft
de plicht tot Kabinetsformatie rusten,
daar, waar zij van den aanvang af te
rusten scheen: bij de Christelijk-histo-
rischen en de anti-revolutionairen, die
kun verkiezmgsteezeggingen, ondanks
Roomsch-Katholieken zich daar
aan onttrokken, hebben gestand te
doen. Re zaak is eenvoudig genoeg.
Drie partijen hebben de kiezers gewon
nen door de toezegging, dat zij bij
overwinning bet land' zouden regee-
ren naar hun geest en beginsel. Zij
hebben de -overwinning behaald, door
dat zij bij de kiezers liet vertrouwen
ben gewekt, dat zij hun woord ge
stand, zouden doen. Een van de drie
trekt zich willekeurig en ontijdig
'terug; het was het risico, dat degenen,
die de verkiezingsredevoeringen af
staken 'en uitbundig werden toege
juicht, hebben gekend, en in hunne
berekeningen moeten hebben verzil
verd. Hoe die eene het tegenover hare
kiezers wil verantwoorden dat zij haar
verkiezingsbelofte te niet deed, moet
zij 'weten. Duidelijk is, dat de beide an
dere nooit daardoor van hunne belof-
twa kunnen worden ontslagen.
Al was dus noodig is, om een kabi-
fietsformatie te doen slagen, wanneer
'de Roomsch-Katholieken zich afzijdig
blijven houden, is onder de Christelijk-
ïiistorischen of anti-revolutionairen 'n
man, die zijn woord staat. Een man.
die het politiek spel prijsgeefst, en er
firnst van maakt.
7Je Nederlander (C.H.) laat zich
Dver de vraag hoe een oplossing moet
Worden gevonden nog niet uit. Een be
wijs mischien dat de hoofdredacteur
Dr. de V isser meer van nabij bij de Ka
binetsformatie zal worden betrokken?
Het Centrum (R.K.) wijst er op dat
bet dioor de wenschelijkheid van het
behoud der coalitie aan te voeren,
schijnt, 'dat de Kalh. Kamoifractïe'ovcr
het hoofd van den heer Marcliant heen
de hand reikt aan de Christelijk-His-
torischen. Men zal hierbij echter ge
dachtig blijven aan Mgr. Nolens' nach
telijke verklaring.
Deze-hand mag dus alleen geacht
worden hier aangeboden te zijn, wan
neer op een voor de Katholieken en a
fortiori voor den H. Stoel te accepte.--'
ren wijze het Gezantschap niet opge
heven wordt. Wordt de toegestoken
hand afgewezen, dan zijn er verschil
lende andere mogelijkheden. En uit
het slot der verklaring blijkt, dat één
dier mogelijkheden dan zijn kan, dat
de Katholieke Kamerfractie zich ge
noopt zou kunnen zien, om niettegen
staande haar zeer ernstige bezwaren
daarentegen toch in 's Lands belang
tot de zeer ongewenschte samenwer
king met de S.D.A.P. te komen.
Een handreiking dus. maar tevens
een zeer ernstige waarschuwing."
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Noord wijk aan Zee,
(toez.), A. J. Wormgoor te Alblasser-
laam. Te Oud Vofisemeer, W. L. Mul
der te Enter.
A ang ene men: Naar Lollum, A'.
-W. Feenstra te Oudshoorn. Naar Ni en
wendam (Gem. A'dam), D. Faber te
Tilburg.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te St. Jacobi-parochie,
R. Oosterhof, cand. te Groningen.
Bedankt: Voor Augustinusga, G.
A. Brouwer te Paessens.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Zaandam, J. Ree-
sink te Aalten.
Zendingsweek.
Nu langzamerhand het resultaat der
Zendingsweek kan worden opgemaakt
blijkt ,dat tot i December ongeveer
f 120.000 inkwam. Dit bedrag zal wel
worden vermeerderd meit wat nog van
enkele gemeenten inkomt, maar toch
kan worden vastgesteld, dat nog on
geveer f 200.000 uit buitengewone, ont
vangsten nccdig zullen zijn. Dit feit
baart zorg en z,eer zeker zullen alle
krachten moeten worden ingespannen
om zender te groot te kort het jaar te
eindigen. Daartoe wordt nogmaals met
drang de hulpi van Christelijk Nederland
•ingeroepen. i
Centrale Bond voor Inwendige Zending
Onder voorzitterschap van Dr. J. Th.
de Visser, vergaderde 30' November 1.1.
het bestuur van den Bond in het Cen
traal Bureau te Amsterdam, in welke
vergadering tot secretaris werd her
noemd de heer A. J. da Costa, tot nu
toe secretaris van den vroegeren Cen-
tralen Bond voor Christelijk Philanthro-
pische Inrichtingen in Nederland.
De begrooting voor het jaar 1926,
welke een aanzienlijk tekort aanwijst
werd na toelichting door den penning
meester en 11a ingewonnen advies van
de Financiëéle Commissie vastgesteld.
De algemeene Propaganda-Commissie
bestaande uit de heeren A. J. da Costa
voorzitter; Jhr. M. C. T. van Lennep,
secretarisDs. J. W. A. Klinkhamer
Bredius, G. J. K. Baron van Lynden,
Dr. 0. Norel en Ds. J. C. Schroder,
deed voorloopige mededeelingen om
trent bij haar aanhangige plannen tot
het voeren van een krachtige finan-
ciëele actie ten behoeve der aangesloten
yereenigingen. Zoodra met de leden
overleg zal zijn gepleegd en de plannen
een definitief karakter dragen zullen
nadere bijzonderheden worden gepubli
ceerd.
Aan de vergadering werd kennis ge
geven, dat na ingesteld onderzoek tot
lid is toegelaten do Dr. Mr. Willem
van den Bergh Stichting te Noordwijk
Binnen en dat in de Commissio van
Advies betreffende de Zaken der Chr.
philantropische inrichtingen opnieuw ba
noemd zjjn Mej. A. F. Dudok van Heel
en Dr. J. Lammerts van Bueren te
Zetten, zoomede Ds. A. W. Voors te
Alphen aan den Rijn.
Tenslotte wordt nog eens de aandacht
gevestigd op het Handboek voor In
wendige Zending, dat gegevens over
meer dan duizend instellingen op het
gebied van Evangelisatie en Christ ■-
ïijke phiiantropie bevat en dat dan ook
voer allen, die arbeiden op het terrein
der "inwendige Zending, en die in dat
werk belang stellen, een onmisbaar
ladresboek vormt.
Massa-overgang naar het Christendom.
Uit Malabar werd bericht ontvangen,
dat de kaste der Tijer, ee.i kaste van
palmkweekers, tus.se h 1 Calicut en Kan
nanur in haar geheel tot het Christen
dom is overgegaan. Sedert tientallen
van jaren heeft zij aanraking gehad
met de Easier Zending. Reeds meerma
len heeft zrj het plan, om tot het Chris
tendom over te gaan, overwogen, maar
thans is het tot een welbewuste keus
gekomen.
De „Madras Mail" meldt er het vol
gende over: „Een algemeene vergade
ring der Tijer werd in Kannanur-Pattola
gehouden onder voorzitterschap van K.
E. Chami, een welgestelden grondbezit
ter en lid van de Malabar-regeering.
Veel menschen uit de omliggende dor
pen waren mee opgekomen. Het onder
werp van bespreking was de vraag, of
het met het oog op 1de besnoeiing van de
rechten der kaste niet in het belang
der gemeente zou zijn, hetzij het boed
dhisme, hetzij het christendom aan te
inemen.
Verschillende sprekers bepleitten een
lovergang tot het boeddhisme. De voor
zitter merkte echter op, dat hij twee
en een half jaar boeddhist geweest was
en id'at hij niet kon vonden daardoor
een geachte sociale positie verkregen
te Ji ebben. of dat de hoogero kasten
hem anders hadden behandeld dan ier-
mand, met wien men geen aanraking
heeft.
K. Paul, een Christelijke sanyasi,
zette doen het Christendom uiteen. Hij
(deelde mede, dat hij voor 30 jaren
van (dien godsdienst van den Tijerstam
tot Cnet Christendom was overgegaan.
Sedert dien tijd was hij niet alleen op
den maatschappelijken ladder hooger
(geklommen, maar hij werd ook niet
meer als een kastenlooze beschouwd,
wiens aanraking men schuwde. K. De
Vadasz en Dharmapala, twee tot het
Christendom bekeerden uit welbekende
Tij er-families, spraken over politieke en
maatschappelijke voordeelen, die uit den
tovergang tot het christendom zouden
voortvloeien.
Na een geanimeerde discussie werd
met algemeene stemmen besloten het
Hindoeisme af te zweren, dat tot maat
schappelijke onderdrukking en slaver
nij voerde, en het Christelijk geloof
aan te nemen, terwijl dan tegelijker -
tijd vrijheid gelaten werd om eventueel
ook het boeddhisme aan te nemen voor
wie dit liever mochten doen
Een comité werd gekozen om in Ma
labar, vooral in de Tij er-woonplaatsen,
[propaganda te maken voor deze verwis
seling van geloof.
Bij het slot der vergadering traden
verscheidene Tijer, uit invloedrijke fa
milies naar voren om mede te deelen
dat zij den Christelijken doop wensch-
ten.
Het zijn niet de meest verheven ar
gumenten, die bij dezen overgang den
doorslag hebben gegeven.
Maar daarom is deze overgang toch
friet geheel zonder beteekems. Er is
daar thans voor de zending een ar
beidsgelegenheid en de prediking van
den Christus is in niet geringe mate
bevorderd.
BINNENLAND.
De Kabinetsformateur in afwachting.
„Het Vaderland" geeft van de Haag-
sche Raadsvergadering op Maandag 1.1.
het volgende verslag:
Er hing een zwaar-politieke atmos
feer in onze Raadzaal. Veler gedachten
gingen uit naar het Binnenhof, waar
de Katholieke Kamerfractie bijeen was
om op Marchant's aanzoek te beschik
ken.
Daar kwam de Kabinetsformateur
binnen, met een goed gespeelde onver
schilligheid. Van verschillende zijden
treedt men hem tegemoet; het is een
spel van spot, waarbij de Kabinetsfor
mateur niet de aangenaamste positie
inneemt.
Ook de heer Albarda trekt meer dan
anders de aandacht: wie wist hoe kort
ook hij nog in dit milieu zou verkeerenl
Ook de heer Snoeck Henkemans
maakt zijn entrée;hij tracht het niet
te verbergen hoe zorgen hem drukken.
Alleen het communistische Kamer
lid-raadslid schijnt gematigd-onver
schillig, gelijk liet den vertegenwoordi
ger van een vreemde mogendheid be
taamt.
Maar het wachten is op dat ééne
Kamerlid-raadslid, dat op het Binnen
hof meebeschikt. Zal hij, de conserva
tieve Katholiek, straks als „democraat"
binnentreden, als steunpilaar van het
democratische Kahinet-Marchant?
Geen verstandig' mensch, die het meer
gelooft, maar de onzekerheid prikkelt.
De anti-papisten zijn nog vol vertrou
wen en misschien niet zij alleen.
Zou er geen slag om den arm worden
gehouden, geen achterdeurtje open
blijven, zou dus Marchant niet tóch
nog een kans maken?
Er dringt slechts van het Binnenhof
tot de Javastraat door, dat een van de
30 Katholieken ontbreekt en de verga
dering duurt voort.. ..Mr. Marchant
doodt den tijd met lectuur; ir. Albarda
denkt er niet aan (hij is immers slechts
bereid tot, niet belust op een ministers
zetel); de innerlijke onrust van de her
vormd-gereformeerden neemt toe naar
mate de heer Van Vuuren langer weg
blijft.
Tot eindelijk, te kwart voor vier, de
heer Van Vuuren, het eenige Katholie
ke raadslid, dat ook lid is van de
Tweede Kamer, binnenstapt. Lachend!
Het kan een toeval.ig samentreffen
zijn, maar zou de heer Van Vuuren ook
lachend naar zijn zetel wandelen, als
Marchant en zelfs Stenhuis binnen en
kele dagen tot zijn politieke vrienden
zouden behooren? Ondenkbaar.
Alleen mr. Marchant kijkt niet op,
Een Kabinetsformateur behoeft het
antwoord op zijn poging om de Katho
lieke bij de democraten in te lijven, niet
van het gelaat van een gewoon Kamer
lid af te lezen.
Mr. de Wilde, ook al Kamerlid-raads
lid, stapt op den man, die het weet, af
en vraagt hem of de Voorzitter hem
soms het woord moet geven voor het
afleggen van een verklaring. De heer
Van Vuuren vertelt niets; er is, zwaar
wichtig, geheimhouding opgelegd, wijl
het protocol eischt, dat de Kabinetsfor
mateur den primeur heeft van het ant
woord op zijn aanbieding.
De heer Van Vuuren gaat dus niet
naar mr. Marchant toe en omgekeerd
vindt de Kabinetsformateur, anders
geen man van overdreven decorum,
dat hij toch moeilijk op den heer Van
Vuuren kan toestappen met een „wat
is er voor nieuws op de wereld?"
De positie is pikant en lichtelijk ridi
cuul. Gevoelt de Kabinetsformateur,
zelf het laatste? Hij houdt het in ieder
geval niet lang meer uit.
Weldra verlaat hij de vergadering.
In den Katholieken Loek wordt ge
lachen. Wij begrijpen er alles van: de
katholieke eenheid is alweer hersteld
en het gevaar voor vermenging met
Rood bezworen, de „uiterste nood
zaak" was er gelukkig nog niet.
Het is weldra geen geheim meer en de
heer Duymaer van Twist straalt alsof
zijn benoeming tot generaal-titulair
was afgekomen.
De juist vertrokkene wordt beklaagd.
Ten onrechte. Hem wacht nu weer de
heerlijkheid van de „scherpste opposi
tie" in de Kamer en de Raad behoudt
hem.
Zoo is het beter 1
E. Deen. f
In den ouderdom van 65 jaar is na
kortstondige ongesteldheid te Parijs
overleden de heer E. Deen., die geduren
de vele jaren te 's-Gravenhage in het
openbare leven een belangrijke plaats
heeft ingenomen.
Hij was lid van den Gemeenteraad
en van de Provinciale Staten van Zuid-
Holland.en was bekend voor zijn groo-
te milddadigheid en zijn belangstelling
op sociaal gebied.
RECLAME.
Si. Nicolaas-Reclame.
WINTERPANTOFFELS 11,69 m. Hak.
ACTETASSCHEN a f 3,50.
PORTEMONNAIES, PORTEFEUILLES,
BEENKAPPEN, enz.
Zooals men weet is tegen den heer
Deen, oud-directeur van de Perlak Pe
troleum Maatschappij in April 1915 een
aktie op touw gezet, teneinde langs ci-
vielrechterlijken weg dezen te dwingen
tot terugbetaling van het door, de Per-
lak geleden verlies op de in 1909 ge
kochte aandeelen Zuid-Perlak. Deze
procedure heeft reeds negen jaar ge
duurd en is nog niet geheel geëindigd.
De Woningnoodwet.
De Minister van Arbeid, H. en N.
beeft bepaald, dat voor 1926 op de jaar
rekening der exploitatie van een groep
noodwoningen voor uitgaven niet meer
mag worden gebracht dan 50 ten hon
derd van de huuropbrengst in den zin
van het 2de lid van art. 21 van het Kon-
b«luit van 25 Juli 1918 tot uitvoering
van de artt. 4, 5 en 7 der Woningnood
wet.
Weldadigheidspostzegels.
Naar wij vernemen zullen de welda
digheidspostzegels dit jaar verkrijg
baar zijn van 17 Dec. tot 16 Jan.
Gelijk men weet, zijn de weldadig
heidspostzegels verkrijgbaar in drie
waarden, n.l. va^ 2, V en van 10 cent,
welke zegels zullen verkocht worden
voor 4,11 en 125 cent.
Dit keer zullen de zegels ook in rol
len verkrijgbaar zijn, zoodat men ze
ook op de postzegelmachine kan ge
bruiken.
De R.-K. Kamerfractie-vergadering.
Naar gemeld wordt, had mr. A. baron
van Wijnbergen,die Maandagmiddag
de vergadering van de R.-K. Kamer
fractie niet bijwoonde, vooraf bericht
van verhindering gezonden, wegens
zitting van den Centralen Raad van be
roep te Utrecht, onder toevoeging van
zijn meening omtrent het aan de orde
Romende vraagpunt.
Ds. E. vanden Bergh. f
Men bericht aan de „N. R. Ct. uit
Maastricht, dat aan ds. Van den Bergh
geen wandaad is bedreven. Hij is op
straat bezweken aan een hartkwaal.
De „Lim. Koer." die wel vermeldt,
dat even voordat ds. Van den Bergh
ineenzakte, deze door jongen3 met
sneeuwballen was geworpen, schrijft:
„Geruchten, als zou de dood van den
predikant in verband staan met het
gooien van sneeuwballen, zijn in het
gehet? niet bevestigd, ook niet, naar.
ons werd medegedeeld door den dok
ter, die den dood constateerde".
Hulpbehoevende kantoorbedienden.
De bondsraad van den Algemeenen
Nederlandschen Bond van Handels- en
Kantoorbedienden heeft besloten zich
te wenden tot de regeering met verzoek
om steunmaatregelen ten behoeve van
kantoorbedienden, die door hun leef
tijd in moeilijke omstandigheden ko-
men te verkeeren.
Een motie van afkeuring.
De heer Arts, de afgevaardigde van
de R.-K. Volkspartij is niet gelukkig in
zijn optreden.
Hij heeft althans de volgende motie
thuisgestuurd gekregen:
De afd. Amsterdam der R.K. Volks
partij, in vergadering bijeen, gehoord
de besprekingen aangaande de de
batten en de stemming over de Bios
coopwet in de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
geeft als haar meening te kennen,
dat het votum, uitgebracht door haar
afgevaardigde, den heer Mr. P. M.
Arts, door de af deeling niet in over
eenstemming wordt geacht met hare
opvatting van R.-K. politieke begin
selen en R.-K. politiek.
FEUILLETON.
JKathlyn Barrington.
HOOFDSTUK I.
rrHet paleis van de Tienduizend
Genoegens."
-Toen Richard Forsyth, in gedachten
(verzonken, de nauwe straat overstak,
die schaarsch werd verlicht door lam
pions, botste hij plotseling tegen een
toeisje aan dat van 'den anderen kant
hard kwam aanloopen. Oogenblikke-
lijk bood hij in vleiend Ghineesch zijn
verontschuldigingen aan, maar hoe
verbaasd was hij, het meisje te hooren
antwoorden in het.... Engelsoh:
't Was mijn schuld, mijnheer. Ik
Jiep hard, zonder voor me uit te zien."
Hij keek haar vol verwondering aan.
Het zachte licht van een der lampions
viel rechtstreeks op het gelaat daar
vóór hem: een onschuldig, lief gelaat
toet mooie, groote oogen, geheel ver
schillend van de schuinstaande, koude
C'Ogen der Chineesehe vrouwen.
„Is u een Engelsche?" vroeg hij ver
wonderd.
,.Ja" antwoordde zij terstond.
Maar...^'1 -A
Hij voleindigde zijn zin niet, maar
keek vragend de schaarsch-verlichtc
straat af, die in Canton in een slechten
reuk stond. Had hij haar ook niet ge
uit, in zijn blik lag duidelijk te lezen
de vraag, wat zij daar doen moest, in
dit nachtelijk uur, waarop het geboef
te op straat was te vinden en zelfs een
man in voortdurend gevaar verkeerde.
Blijkbaar had het meisje zijn onuit
gesproken vraag begrepen; want nau
welijks hield Forsyth op, of zij ant-
woorde:
„Er is niet aan te doen, en ik kan
het u niet verklaren. Neemt u me niet
kwalijk, maar ik heb groote haast en
geen tijd om hier te staan .praten."
't Volgend oogenblik ging ze weer
verder. Toen haar slanke figuur de
dein* van een openstaand winkeltje
voorbijgleed, zag hij hoe van den an
deren kant een man opstond en even
eens do lichtstraal, die uit de geopende
deur op straat viel, passeerde. 'tWas
liet figuur van iemand uit de laagste
klasse van liet volk en het was duide
lijk, dat hij het meisje volgde. Deze
laatste was al in de duisternis verdwe
nen, en daar hij gevaar vermoedde, be
sloot hij een wakend oog in 'tzeil te
houden.
„Wat ter .wereld kan een EngelscK
meisje hier alleen te doen hebben?"
Hij stelde zichzelf deze vraag, maar
vond er geen antwoord op. Daar zag
hij haar weer in het licht van een lan
taarn, die hoven den ingang van een
groot theehuis hing. Zij draaide links
af. Vijf seconden later, minder dan 10
meter achter haar, zag hij haar ver
volger, die ook linksaf sloeg.
„Naar de Bloemgracht!" mompelde
hij bij zichzelf.
„Zeker is het meisje...."
Hij haastte zich nog meer. Het licht
van de lantaarn, dat nu op zijn gezicht
viel, .gaf duidelijk de bezorgdheid weer
die er op zijn jong, streng gezicht te
lezen was. Als zendeling-arts kende hij
dit gedeelte van Canton beter dan de
meeste Europeanen; want, voordat hij
op zijn tegenwoordige standplaats
werkzaam was, had. hij een half jaar
gewerkt in deze omgeving met haay
nauwe, smalle straatjes. Hij wist, dat
de slechte naam van de Bloemgracht
volkomen verdiend was; en was hij al
verbaasd een meisje van zijn eigen
volk in deze omgeving aan te treffen,
nog meer verbaasde hij zich er over,
dat ze geheel alleen was en dat op "dit
uur. Haastig vervolgde hij zijn weg,
stak een wrak bruggetje over om in de
hoofdstraat_te komen. Plotseling werd
de nachtelijke stilte verbroken door 'n
vrouwenstem. Nog eens en nog eens.
't Was de hulp van iemand, die in nood
verkeerde. Geen twijfel mogelijk, 't En
gelsche meisje had om hulp geroepen.
Hij liep wat hij kon en zag in de duis
ternis, hoe zij worstelde om aan de
handen van den Chinees te ontkomen,
'die haar trachtte te berooven. Geen
oogenblik aarzelde Forsyth. Hij greep
den roover beet, rukte hem terug en
bevrijdde het meisje. Nauwelijks be
merkte de roover, dat zijn plan mis
lukt was of hij maakte zich uit de voe
ten. Op den hoek van de straat strui
kelde de vluchteling en viel met een
plons in het daar loopende water. Daar
Forsyth nu zeker was, den man voor
goed kwijt te zijn, wendde hij ziph tot
het meisje.
„Heeft u zich niet bezeerd?" vroeg
hij beleefd.
„Neen dank u" antwoordde ze,
nog trillend van angst, terwijl ze vol
vrees zag in de richting, waarin haar
belager was verdwenen.
„Gelukkig, dat ik u nagegaan was."
„Volgde u mij?" was het verschrikte
antwoord.
„Ja. Ik zag juist, dat de schurk be
gon u te achtervolgen en daar ik niets
goeds daarvan vermoedde, volgde ik
hem op mijn beurt."
„Dat was heel vriendelijk van u" zei
het meisje eenigszins uit de hoogte.
„Ik ben u dan ook zeer dankbaar,
maar.
Verder sprak ze niet en draaide zich
weer half om in de richting van de
Bloemgracht. Daardoor viel het licht
van de naastbijzijnde lantaran op haai'
lief gelaat en bij zag, dat haar blikken
angst teekenden. Er moest iets zijn,
dat baar verontrustte, niet het avon
tuur, dat ze zoo juist had beleefd, maar
iets, dat hij niet vermoeden kon. On
willekeurig sprak hij weer tegen haar.
,,U moet me niet kwalijk nemen, dat
ik zoo blijf aandringen, maar inder
daad, dit uur hoort u hier alleen niet.
Zooals u misschien niet weet, loopt u
groot gevaar telkens aangerand te zul
len worden en deze huurt in 't bijzon
der heeft een 9lechte reputatie.
„Ja, dat weet ik" viel ze hem in de
rede.
„Ik moet beslist iemand spreken aan
de Bloemgrachtl"
Hoewel hij het reeds vermoed had,
dat een der huizen aan de Bloem
gracht haar doel was, verraste het 'm
niettemin, dat ze daarvoor zoo open
lijk uitkwam.
[Wfirdt vervólgd).