WAT DE BLADEN ZEGGEN. v. ESCH, Donkersteeg 5, NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 3 DECEMBER 1925 TWEEDE BLAD. De Kabinetsformatie. Nu de poging van den heer Marcliant om een Kabinet te vormen mislukt is, houden de bladen zich bezig met de vraag, wat nu gebeuren moet. De Standaard (A.-R.) betoogt, dat er goed bezien slechts twee moge lijkheden zijn: a. herstel van de coali tie en b. in uiterste noodzaak een sa mengaan van R.-Katholieken en soci aal-democraten, waarop zoowel door den heer Nolens als den heer Albarda was gezinspeeld. „Nu is het duidelijk", zegt het blajl, „dat bij herstel der coalitie twee par tijen betrokken zijn, de Christelijk-His- torische partij en de Roomsch-Katho- lieke partij. Wil men inderdaad de uiterste nood zaak niet naderbij doen treden, wil men haar vermijden, dan zal men moe ten kiezen voor het herstel der coalitie. En nu is het duidelijk, dat op den- gene, op wiens gemis aan medewer king dit herstel van de breuk in de coa litie afspringt, de verantwoordelijkheid zSl moeten worden gelegd voor het in treden van den noodtoestand, den toe stand van uiterste noodzaak, waarin de vorming van een Roomsch-Rood Kabinet zal moeten worden beproefd. Bij het intreden van de crisis konden Wij volstaan met de zuivere teekening yan den toestand. Nu de eerste fase voorbij is, en de crisis in de tweede fase is gekomen, behoeven wij ook niets anders te doen, dan den stand van zaken weer te ge- yen. Vóór alles is toch noodig, dat deze stand van zaken zoo duidelijk mogelijk staat". De N. R. Ct. (lib.) wijst op de ver schillende uitlatingen in de rechtsche pers, waarin op lieft-stel der- coalitie ;wordt aangedrongen. Blijkt echter, zegt het blad, dat noch Öe Roomsch-Katholieken, noch de !Ghr. Historisch-en tot de noödige in schikkelijkheid bereid zijn, dan blijft de plicht tot Kabinetsformatie rusten, daar, waar zij van den aanvang af te rusten scheen: bij de Christelijk-histo- rischen en de anti-revolutionairen, die kun verkiezmgsteezeggingen, ondanks Roomsch-Katholieken zich daar aan onttrokken, hebben gestand te doen. Re zaak is eenvoudig genoeg. Drie partijen hebben de kiezers gewon nen door de toezegging, dat zij bij overwinning bet land' zouden regee- ren naar hun geest en beginsel. Zij hebben de -overwinning behaald, door dat zij bij de kiezers liet vertrouwen ben gewekt, dat zij hun woord ge stand, zouden doen. Een van de drie trekt zich willekeurig en ontijdig 'terug; het was het risico, dat degenen, die de verkiezingsredevoeringen af staken 'en uitbundig werden toege juicht, hebben gekend, en in hunne berekeningen moeten hebben verzil verd. Hoe die eene het tegenover hare kiezers wil verantwoorden dat zij haar verkiezingsbelofte te niet deed, moet zij 'weten. Duidelijk is, dat de beide an dere nooit daardoor van hunne belof- twa kunnen worden ontslagen. Al was dus noodig is, om een kabi- fietsformatie te doen slagen, wanneer 'de Roomsch-Katholieken zich afzijdig blijven houden, is onder de Christelijk- ïiistorischen of anti-revolutionairen 'n man, die zijn woord staat. Een man. die het politiek spel prijsgeefst, en er firnst van maakt. 7Je Nederlander (C.H.) laat zich Dver de vraag hoe een oplossing moet Worden gevonden nog niet uit. Een be wijs mischien dat de hoofdredacteur Dr. de V isser meer van nabij bij de Ka binetsformatie zal worden betrokken? Het Centrum (R.K.) wijst er op dat bet dioor de wenschelijkheid van het behoud der coalitie aan te voeren, schijnt, 'dat de Kalh. Kamoifractïe'ovcr het hoofd van den heer Marcliant heen de hand reikt aan de Christelijk-His- torischen. Men zal hierbij echter ge dachtig blijven aan Mgr. Nolens' nach telijke verklaring. Deze-hand mag dus alleen geacht worden hier aangeboden te zijn, wan neer op een voor de Katholieken en a fortiori voor den H. Stoel te accepte.--' ren wijze het Gezantschap niet opge heven wordt. Wordt de toegestoken hand afgewezen, dan zijn er verschil lende andere mogelijkheden. En uit het slot der verklaring blijkt, dat één dier mogelijkheden dan zijn kan, dat de Katholieke Kamerfractie zich ge noopt zou kunnen zien, om niettegen staande haar zeer ernstige bezwaren daarentegen toch in 's Lands belang tot de zeer ongewenschte samenwer king met de S.D.A.P. te komen. Een handreiking dus. maar tevens een zeer ernstige waarschuwing." KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Noord wijk aan Zee, (toez.), A. J. Wormgoor te Alblasser- laam. Te Oud Vofisemeer, W. L. Mul der te Enter. A ang ene men: Naar Lollum, A'. -W. Feenstra te Oudshoorn. Naar Ni en wendam (Gem. A'dam), D. Faber te Tilburg. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te St. Jacobi-parochie, R. Oosterhof, cand. te Groningen. Bedankt: Voor Augustinusga, G. A. Brouwer te Paessens. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Zaandam, J. Ree- sink te Aalten. Zendingsweek. Nu langzamerhand het resultaat der Zendingsweek kan worden opgemaakt blijkt ,dat tot i December ongeveer f 120.000 inkwam. Dit bedrag zal wel worden vermeerderd meit wat nog van enkele gemeenten inkomt, maar toch kan worden vastgesteld, dat nog on geveer f 200.000 uit buitengewone, ont vangsten nccdig zullen zijn. Dit feit baart zorg en z,eer zeker zullen alle krachten moeten worden ingespannen om zender te groot te kort het jaar te eindigen. Daartoe wordt nogmaals met drang de hulpi van Christelijk Nederland •ingeroepen. i Centrale Bond voor Inwendige Zending Onder voorzitterschap van Dr. J. Th. de Visser, vergaderde 30' November 1.1. het bestuur van den Bond in het Cen traal Bureau te Amsterdam, in welke vergadering tot secretaris werd her noemd de heer A. J. da Costa, tot nu toe secretaris van den vroegeren Cen- tralen Bond voor Christelijk Philanthro- pische Inrichtingen in Nederland. De begrooting voor het jaar 1926, welke een aanzienlijk tekort aanwijst werd na toelichting door den penning meester en 11a ingewonnen advies van de Financiëéle Commissie vastgesteld. De algemeene Propaganda-Commissie bestaande uit de heeren A. J. da Costa voorzitter; Jhr. M. C. T. van Lennep, secretarisDs. J. W. A. Klinkhamer Bredius, G. J. K. Baron van Lynden, Dr. 0. Norel en Ds. J. C. Schroder, deed voorloopige mededeelingen om trent bij haar aanhangige plannen tot het voeren van een krachtige finan- ciëele actie ten behoeve der aangesloten yereenigingen. Zoodra met de leden overleg zal zijn gepleegd en de plannen een definitief karakter dragen zullen nadere bijzonderheden worden gepubli ceerd. Aan de vergadering werd kennis ge geven, dat na ingesteld onderzoek tot lid is toegelaten do Dr. Mr. Willem van den Bergh Stichting te Noordwijk Binnen en dat in de Commissio van Advies betreffende de Zaken der Chr. philantropische inrichtingen opnieuw ba noemd zjjn Mej. A. F. Dudok van Heel en Dr. J. Lammerts van Bueren te Zetten, zoomede Ds. A. W. Voors te Alphen aan den Rijn. Tenslotte wordt nog eens de aandacht gevestigd op het Handboek voor In wendige Zending, dat gegevens over meer dan duizend instellingen op het gebied van Evangelisatie en Christ ■- ïijke phiiantropie bevat en dat dan ook voer allen, die arbeiden op het terrein der "inwendige Zending, en die in dat werk belang stellen, een onmisbaar ladresboek vormt. Massa-overgang naar het Christendom. Uit Malabar werd bericht ontvangen, dat de kaste der Tijer, ee.i kaste van palmkweekers, tus.se h 1 Calicut en Kan nanur in haar geheel tot het Christen dom is overgegaan. Sedert tientallen van jaren heeft zij aanraking gehad met de Easier Zending. Reeds meerma len heeft zrj het plan, om tot het Chris tendom over te gaan, overwogen, maar thans is het tot een welbewuste keus gekomen. De „Madras Mail" meldt er het vol gende over: „Een algemeene vergade ring der Tijer werd in Kannanur-Pattola gehouden onder voorzitterschap van K. E. Chami, een welgestelden grondbezit ter en lid van de Malabar-regeering. Veel menschen uit de omliggende dor pen waren mee opgekomen. Het onder werp van bespreking was de vraag, of het met het oog op 1de besnoeiing van de rechten der kaste niet in het belang der gemeente zou zijn, hetzij het boed dhisme, hetzij het christendom aan te inemen. Verschillende sprekers bepleitten een lovergang tot het boeddhisme. De voor zitter merkte echter op, dat hij twee en een half jaar boeddhist geweest was en id'at hij niet kon vonden daardoor een geachte sociale positie verkregen te Ji ebben. of dat de hoogero kasten hem anders hadden behandeld dan ier- mand, met wien men geen aanraking heeft. K. Paul, een Christelijke sanyasi, zette doen het Christendom uiteen. Hij (deelde mede, dat hij voor 30 jaren van (dien godsdienst van den Tijerstam tot Cnet Christendom was overgegaan. Sedert dien tijd was hij niet alleen op den maatschappelijken ladder hooger (geklommen, maar hij werd ook niet meer als een kastenlooze beschouwd, wiens aanraking men schuwde. K. De Vadasz en Dharmapala, twee tot het Christendom bekeerden uit welbekende Tij er-families, spraken over politieke en maatschappelijke voordeelen, die uit den tovergang tot het christendom zouden voortvloeien. Na een geanimeerde discussie werd met algemeene stemmen besloten het Hindoeisme af te zweren, dat tot maat schappelijke onderdrukking en slaver nij voerde, en het Christelijk geloof aan te nemen, terwijl dan tegelijker - tijd vrijheid gelaten werd om eventueel ook het boeddhisme aan te nemen voor wie dit liever mochten doen Een comité werd gekozen om in Ma labar, vooral in de Tij er-woonplaatsen, [propaganda te maken voor deze verwis seling van geloof. Bij het slot der vergadering traden verscheidene Tijer, uit invloedrijke fa milies naar voren om mede te deelen dat zij den Christelijken doop wensch- ten. Het zijn niet de meest verheven ar gumenten, die bij dezen overgang den doorslag hebben gegeven. Maar daarom is deze overgang toch friet geheel zonder beteekems. Er is daar thans voor de zending een ar beidsgelegenheid en de prediking van den Christus is in niet geringe mate bevorderd. BINNENLAND. De Kabinetsformateur in afwachting. „Het Vaderland" geeft van de Haag- sche Raadsvergadering op Maandag 1.1. het volgende verslag: Er hing een zwaar-politieke atmos feer in onze Raadzaal. Veler gedachten gingen uit naar het Binnenhof, waar de Katholieke Kamerfractie bijeen was om op Marchant's aanzoek te beschik ken. Daar kwam de Kabinetsformateur binnen, met een goed gespeelde onver schilligheid. Van verschillende zijden treedt men hem tegemoet; het is een spel van spot, waarbij de Kabinetsfor mateur niet de aangenaamste positie inneemt. Ook de heer Albarda trekt meer dan anders de aandacht: wie wist hoe kort ook hij nog in dit milieu zou verkeerenl Ook de heer Snoeck Henkemans maakt zijn entrée;hij tracht het niet te verbergen hoe zorgen hem drukken. Alleen het communistische Kamer lid-raadslid schijnt gematigd-onver schillig, gelijk liet den vertegenwoordi ger van een vreemde mogendheid be taamt. Maar het wachten is op dat ééne Kamerlid-raadslid, dat op het Binnen hof meebeschikt. Zal hij, de conserva tieve Katholiek, straks als „democraat" binnentreden, als steunpilaar van het democratische Kahinet-Marchant? Geen verstandig' mensch, die het meer gelooft, maar de onzekerheid prikkelt. De anti-papisten zijn nog vol vertrou wen en misschien niet zij alleen. Zou er geen slag om den arm worden gehouden, geen achterdeurtje open blijven, zou dus Marchant niet tóch nog een kans maken? Er dringt slechts van het Binnenhof tot de Javastraat door, dat een van de 30 Katholieken ontbreekt en de verga dering duurt voort.. ..Mr. Marchant doodt den tijd met lectuur; ir. Albarda denkt er niet aan (hij is immers slechts bereid tot, niet belust op een ministers zetel); de innerlijke onrust van de her vormd-gereformeerden neemt toe naar mate de heer Van Vuuren langer weg blijft. Tot eindelijk, te kwart voor vier, de heer Van Vuuren, het eenige Katholie ke raadslid, dat ook lid is van de Tweede Kamer, binnenstapt. Lachend! Het kan een toeval.ig samentreffen zijn, maar zou de heer Van Vuuren ook lachend naar zijn zetel wandelen, als Marchant en zelfs Stenhuis binnen en kele dagen tot zijn politieke vrienden zouden behooren? Ondenkbaar. Alleen mr. Marchant kijkt niet op, Een Kabinetsformateur behoeft het antwoord op zijn poging om de Katho lieke bij de democraten in te lijven, niet van het gelaat van een gewoon Kamer lid af te lezen. Mr. de Wilde, ook al Kamerlid-raads lid, stapt op den man, die het weet, af en vraagt hem of de Voorzitter hem soms het woord moet geven voor het afleggen van een verklaring. De heer Van Vuuren vertelt niets; er is, zwaar wichtig, geheimhouding opgelegd, wijl het protocol eischt, dat de Kabinetsfor mateur den primeur heeft van het ant woord op zijn aanbieding. De heer Van Vuuren gaat dus niet naar mr. Marchant toe en omgekeerd vindt de Kabinetsformateur, anders geen man van overdreven decorum, dat hij toch moeilijk op den heer Van Vuuren kan toestappen met een „wat is er voor nieuws op de wereld?" De positie is pikant en lichtelijk ridi cuul. Gevoelt de Kabinetsformateur, zelf het laatste? Hij houdt het in ieder geval niet lang meer uit. Weldra verlaat hij de vergadering. In den Katholieken Loek wordt ge lachen. Wij begrijpen er alles van: de katholieke eenheid is alweer hersteld en het gevaar voor vermenging met Rood bezworen, de „uiterste nood zaak" was er gelukkig nog niet. Het is weldra geen geheim meer en de heer Duymaer van Twist straalt alsof zijn benoeming tot generaal-titulair was afgekomen. De juist vertrokkene wordt beklaagd. Ten onrechte. Hem wacht nu weer de heerlijkheid van de „scherpste opposi tie" in de Kamer en de Raad behoudt hem. Zoo is het beter 1 E. Deen. f In den ouderdom van 65 jaar is na kortstondige ongesteldheid te Parijs overleden de heer E. Deen., die geduren de vele jaren te 's-Gravenhage in het openbare leven een belangrijke plaats heeft ingenomen. Hij was lid van den Gemeenteraad en van de Provinciale Staten van Zuid- Holland.en was bekend voor zijn groo- te milddadigheid en zijn belangstelling op sociaal gebied. RECLAME. Si. Nicolaas-Reclame. WINTERPANTOFFELS 11,69 m. Hak. ACTETASSCHEN a f 3,50. PORTEMONNAIES, PORTEFEUILLES, BEENKAPPEN, enz. Zooals men weet is tegen den heer Deen, oud-directeur van de Perlak Pe troleum Maatschappij in April 1915 een aktie op touw gezet, teneinde langs ci- vielrechterlijken weg dezen te dwingen tot terugbetaling van het door, de Per- lak geleden verlies op de in 1909 ge kochte aandeelen Zuid-Perlak. Deze procedure heeft reeds negen jaar ge duurd en is nog niet geheel geëindigd. De Woningnoodwet. De Minister van Arbeid, H. en N. beeft bepaald, dat voor 1926 op de jaar rekening der exploitatie van een groep noodwoningen voor uitgaven niet meer mag worden gebracht dan 50 ten hon derd van de huuropbrengst in den zin van het 2de lid van art. 21 van het Kon- b«luit van 25 Juli 1918 tot uitvoering van de artt. 4, 5 en 7 der Woningnood wet. Weldadigheidspostzegels. Naar wij vernemen zullen de welda digheidspostzegels dit jaar verkrijg baar zijn van 17 Dec. tot 16 Jan. Gelijk men weet, zijn de weldadig heidspostzegels verkrijgbaar in drie waarden, n.l. va^ 2, V en van 10 cent, welke zegels zullen verkocht worden voor 4,11 en 125 cent. Dit keer zullen de zegels ook in rol len verkrijgbaar zijn, zoodat men ze ook op de postzegelmachine kan ge bruiken. De R.-K. Kamerfractie-vergadering. Naar gemeld wordt, had mr. A. baron van Wijnbergen,die Maandagmiddag de vergadering van de R.-K. Kamer fractie niet bijwoonde, vooraf bericht van verhindering gezonden, wegens zitting van den Centralen Raad van be roep te Utrecht, onder toevoeging van zijn meening omtrent het aan de orde Romende vraagpunt. Ds. E. vanden Bergh. f Men bericht aan de „N. R. Ct. uit Maastricht, dat aan ds. Van den Bergh geen wandaad is bedreven. Hij is op straat bezweken aan een hartkwaal. De „Lim. Koer." die wel vermeldt, dat even voordat ds. Van den Bergh ineenzakte, deze door jongen3 met sneeuwballen was geworpen, schrijft: „Geruchten, als zou de dood van den predikant in verband staan met het gooien van sneeuwballen, zijn in het gehet? niet bevestigd, ook niet, naar. ons werd medegedeeld door den dok ter, die den dood constateerde". Hulpbehoevende kantoorbedienden. De bondsraad van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Handels- en Kantoorbedienden heeft besloten zich te wenden tot de regeering met verzoek om steunmaatregelen ten behoeve van kantoorbedienden, die door hun leef tijd in moeilijke omstandigheden ko- men te verkeeren. Een motie van afkeuring. De heer Arts, de afgevaardigde van de R.-K. Volkspartij is niet gelukkig in zijn optreden. Hij heeft althans de volgende motie thuisgestuurd gekregen: De afd. Amsterdam der R.K. Volks partij, in vergadering bijeen, gehoord de besprekingen aangaande de de batten en de stemming over de Bios coopwet in de Tweede Kamer der Staten-Generaal geeft als haar meening te kennen, dat het votum, uitgebracht door haar afgevaardigde, den heer Mr. P. M. Arts, door de af deeling niet in over eenstemming wordt geacht met hare opvatting van R.-K. politieke begin selen en R.-K. politiek. FEUILLETON. JKathlyn Barrington. HOOFDSTUK I. rrHet paleis van de Tienduizend Genoegens." -Toen Richard Forsyth, in gedachten (verzonken, de nauwe straat overstak, die schaarsch werd verlicht door lam pions, botste hij plotseling tegen een toeisje aan dat van 'den anderen kant hard kwam aanloopen. Oogenblikke- lijk bood hij in vleiend Ghineesch zijn verontschuldigingen aan, maar hoe verbaasd was hij, het meisje te hooren antwoorden in het.... Engelsoh: 't Was mijn schuld, mijnheer. Ik Jiep hard, zonder voor me uit te zien." Hij keek haar vol verwondering aan. Het zachte licht van een der lampions viel rechtstreeks op het gelaat daar vóór hem: een onschuldig, lief gelaat toet mooie, groote oogen, geheel ver schillend van de schuinstaande, koude C'Ogen der Chineesehe vrouwen. „Is u een Engelsche?" vroeg hij ver wonderd. ,.Ja" antwoordde zij terstond. Maar...^'1 -A Hij voleindigde zijn zin niet, maar keek vragend de schaarsch-verlichtc straat af, die in Canton in een slechten reuk stond. Had hij haar ook niet ge uit, in zijn blik lag duidelijk te lezen de vraag, wat zij daar doen moest, in dit nachtelijk uur, waarop het geboef te op straat was te vinden en zelfs een man in voortdurend gevaar verkeerde. Blijkbaar had het meisje zijn onuit gesproken vraag begrepen; want nau welijks hield Forsyth op, of zij ant- woorde: „Er is niet aan te doen, en ik kan het u niet verklaren. Neemt u me niet kwalijk, maar ik heb groote haast en geen tijd om hier te staan .praten." 't Volgend oogenblik ging ze weer verder. Toen haar slanke figuur de dein* van een openstaand winkeltje voorbijgleed, zag hij hoe van den an deren kant een man opstond en even eens do lichtstraal, die uit de geopende deur op straat viel, passeerde. 'tWas liet figuur van iemand uit de laagste klasse van liet volk en het was duide lijk, dat hij het meisje volgde. Deze laatste was al in de duisternis verdwe nen, en daar hij gevaar vermoedde, be sloot hij een wakend oog in 'tzeil te houden. „Wat ter .wereld kan een EngelscK meisje hier alleen te doen hebben?" Hij stelde zichzelf deze vraag, maar vond er geen antwoord op. Daar zag hij haar weer in het licht van een lan taarn, die hoven den ingang van een groot theehuis hing. Zij draaide links af. Vijf seconden later, minder dan 10 meter achter haar, zag hij haar ver volger, die ook linksaf sloeg. „Naar de Bloemgracht!" mompelde hij bij zichzelf. „Zeker is het meisje...." Hij haastte zich nog meer. Het licht van de lantaarn, dat nu op zijn gezicht viel, .gaf duidelijk de bezorgdheid weer die er op zijn jong, streng gezicht te lezen was. Als zendeling-arts kende hij dit gedeelte van Canton beter dan de meeste Europeanen; want, voordat hij op zijn tegenwoordige standplaats werkzaam was, had. hij een half jaar gewerkt in deze omgeving met haay nauwe, smalle straatjes. Hij wist, dat de slechte naam van de Bloemgracht volkomen verdiend was; en was hij al verbaasd een meisje van zijn eigen volk in deze omgeving aan te treffen, nog meer verbaasde hij zich er over, dat ze geheel alleen was en dat op "dit uur. Haastig vervolgde hij zijn weg, stak een wrak bruggetje over om in de hoofdstraat_te komen. Plotseling werd de nachtelijke stilte verbroken door 'n vrouwenstem. Nog eens en nog eens. 't Was de hulp van iemand, die in nood verkeerde. Geen twijfel mogelijk, 't En gelsche meisje had om hulp geroepen. Hij liep wat hij kon en zag in de duis ternis, hoe zij worstelde om aan de handen van den Chinees te ontkomen, 'die haar trachtte te berooven. Geen oogenblik aarzelde Forsyth. Hij greep den roover beet, rukte hem terug en bevrijdde het meisje. Nauwelijks be merkte de roover, dat zijn plan mis lukt was of hij maakte zich uit de voe ten. Op den hoek van de straat strui kelde de vluchteling en viel met een plons in het daar loopende water. Daar Forsyth nu zeker was, den man voor goed kwijt te zijn, wendde hij ziph tot het meisje. „Heeft u zich niet bezeerd?" vroeg hij beleefd. „Neen dank u" antwoordde ze, nog trillend van angst, terwijl ze vol vrees zag in de richting, waarin haar belager was verdwenen. „Gelukkig, dat ik u nagegaan was." „Volgde u mij?" was het verschrikte antwoord. „Ja. Ik zag juist, dat de schurk be gon u te achtervolgen en daar ik niets goeds daarvan vermoedde, volgde ik hem op mijn beurt." „Dat was heel vriendelijk van u" zei het meisje eenigszins uit de hoogte. „Ik ben u dan ook zeer dankbaar, maar. Verder sprak ze niet en draaide zich weer half om in de richting van de Bloemgracht. Daardoor viel het licht van de naastbijzijnde lantaran op haai' lief gelaat en bij zag, dat haar blikken angst teekenden. Er moest iets zijn, dat baar verontrustte, niet het avon tuur, dat ze zoo juist had beleefd, maar iets, dat hij niet vermoeden kon. On willekeurig sprak hij weer tegen haar. ,,U moet me niet kwalijk nemen, dat ik zoo blijf aandringen, maar inder daad, dit uur hoort u hier alleen niet. Zooals u misschien niet weet, loopt u groot gevaar telkens aangerand te zul len worden en deze huurt in 't bijzon der heeft een 9lechte reputatie. „Ja, dat weet ik" viel ze hem in de rede. „Ik moet beslist iemand spreken aan de Bloemgrachtl" Hoewel hij het reeds vermoed had, dat een der huizen aan de Bloem gracht haar doel was, verraste het 'm niettemin, dat ze daarvoor zoo open lijk uitkwam. [Wfirdt vervólgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5