Bronchitis NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 28 NOVEMBER 1925 Aan het einde der Week Reeds de vorige week schreven we, dat de positie van den Franschen Mi nister-president uiterst zwak was. En al spoedig daarop volgde dan ook de gemakkelijk te voorspellen minister-cri sis. Het is wel de moeite waard even rond te zien hoeveel ministeries er in deze maand verdwenen zijn, of, zoo als in Duitschland, nog verdwijnen zul len, al is d e reden van die verdwijning vaak geheel verschillend. Het Fransche ministerie valt, omdat het de moeilijke taak van saneering der financiën niet aandurft, terwnl Lu ther en Stresemann aan het eind van een schitterend volbracht werk staan. Painlevé, een beroemd wiskundige maar zonder de noodige handigheid om in een wonderlijke parlementaire toe stand als in Frankrjjk heerscht, de si tuatie meester te big ven, is gestruikeld over zijn pogingen een vergelijk tus sckem radicalen en socialisten tot stand te brengen. Toch is de crisis niet direct te wijten aan een splitsing in het Kar tel, maar veeleer aan het omslaan van de meeste rechtsche bijloopers. De eerste opdracht tot vorming van een ministerie werd door President Dou mergue aan Briand gegeven. Briand is- nogal gewild bij verschil lende partijen, .voornamelijk door zijn succes te Locarno. Maar ook zijn po gingen konden niet slagen. De socia listische partij wenscht niet aan de re geering deel te nemen al zal zij een eventueel kabinet, door Briand gevormd wel ondersteunen. Maar om op de oude basis een kabinet te vormen was den formateur ook te gevaarlijk. Dus legde hij zijn opdracht neer. Vervolgens werden Doumer, de ©enig ste minister van financiën uit de laat ste jaren, die er in geslaagd is zijn begrooting op tijd klaar te krijgen, en Herriot, aangezocht de formate op zich te nemen. Maar eveneens zonder suc ces, zoonat men tenslotte weer bij Bri anu terecht kwam. De voor buitenlanders meestal onbe grijpelijk geringe verschillen in de vele parijen tier hnkerzyde, maken een eenigszins stabiele eomüinatie aan ook wel moeilijk. Maar er moet tenslotte een einde ko men aan den onzekeren toestand, want het Fransche crediet zakt met den dag. Dat is dan ook wel de voornaams.e reden, waarom Briand de nieuwe op dracht aanvaard heeft. De- aanneming van de verdragen van iLocarno door den Duitsohen Rijksdag Iwas reeds zeker, maar 't zal voor de - compagnons Luther en Stresemann een groote. voldoening zijn, dat nu eindelijk de officiëele goedkeuringafgekomen is. Maar ookdaar zal een nieuwe re- geeringscoalitie gezocht moeten wor den, wegens 't uittreden der Duitsch- na.iouaie ministers, die door hun partij- bestuur gedwongen werden ontslag te - nemen, hoewel ze oorspronkelijk ook ktt verdrag van Locarno goedkeurden. Zou de groote coalitie van Weimar weer terug komen? Of willen de socialisten een demo cratisch getint kabinet steunen, dat gevormd is door Volkspartij, Cemrumm en democratische partij? De benoeming van ivir. Marehant tot kabinetsformateur is te onzent da conse- kwemtie van de stemming in de kamer. Maar of het hem gelukken zal een par lementair kabinet samen te stellen? In elk geval is een spoedige oplossing van de crisis zeer te hopen, een toestand al3 indertijd na de verwerping van de Vlootwet is hoogst ongewenscht. Uit het grijs verleden. SYNTHESE EN ANTITHESE. De. wereld, waarin het jonge Chris tendom optrad met de prediking: „Je zus Christus is de Heere", vertoont in meer dan één opzicht punten van overeenkomst met die van onzen tijd. Rome had zich van primitief boeren dorp ontwikkeld tot de meest verfijnde fnetropool, die ooit bestaan heeft; daar bij was het de hoofdstad geworden van een imperium dat de geheele toen maals bekende wereld omvatte, zoodat er van den keizer Augustus een gebod kon uitgaan, dat „de geheele wereld" zoude beschreven worden. En dit Romeinsche rijk vormde een eenheid, meer dan een der wereldrij ken, die er aan waren voorafgegaan. Men zegt wel eens, dat in onzen tijd, door de uitvinding van spoor-, tele graaf-, telefoon- en radio-verbindingen de afstanden zijn weggevallen en, na tuurlijk, in die mate kon dit destijds nog niet het geval zijn. Toch was er ook toen reeds een druk verkeer tus- schen de verschillende deelen van het Romeinsche imperium; er had een be- teekenisvolle uitwisseling der gedach ten plaats en door een en ander ont stond een gemeenschappelijke cultuur, die tot draagster had een eenheids taal: het Hellenistische Grieksch, de z.g. „koinê", waarin ook het Nieuwe Testament geschreven is. Dit laatste is zelfs een voorrecht, dat wij in onzen tijd missen en in welke be hoefte men heeft willen voorzien door de geniale uitvinding van een wereld hulptaal, het Esperanto. Die eenheidscultuur was uit verschil lende elementen samengesteld. De oude godsdienst der Latijnen had plaats gemaakt bij de beschaafde stan den, voor de Grieksche wijsbegeerte en bij het volk voor de Oostersche religies. Zoowel Epicuris als de Stoa hadden hunne volgelingen en de Neo-Platonis- ten trachtten de leer der Academie weer te doen herleven. De Egyptische godin Isis werd, in 't bijzonder door de dames, vereerd en de uit Perzië geïm porteerde Mithrasdienst had grooten aanhang, vooral onder de Romeinsche soldaten. Zoowel in dit religieus eclecticisme, dit streven naar synthese, deze zucht om uit alles het goede te nemen en de meeste heterogene elementen samen te voegen tot een soort van theoso- phisch stelsel als ook in den hang naar het mystieke, die in dit alles openbaar werd, ligt een -treffende overeenkomst met onzen tijd. Het geheimzinnige oefende een ont zaglijke aantrekkingskracht op de geesten uit; de tooyenarij speelde een groote rol. In die wereld van verdraagzaamheid en syncretisme trad het christendom op en het stelde zich van meet af aan daartegenover. Het veroordeelde die magie op dë meest scherpe wijze; men herinnere zich slechts hoe te Efeze door de geloo- vigen, die onder de prediking van Pau- lus bekeerd waren, de hoeken die op deze zwarte kunst betrekking hadden verbrand wérden in aller tegewooröig- heid en hoe deze een waarde hadden van vijftig duizend zilveren penningen (Hand. 19 19). Dat is in ons geld uit gedrukt een bedrag van plm. 22.500; alzoo een reusachtige som gelds, in dien tijd nog meer dan thans. En in de Openbaring van Johannes wordt gezegd, dat buiten het nieuw Je ruzalem zullen blijven de honden en de toovenaars, evenals de hoereer ders en de moordenaars en de afgoden dienaars en alwie leugen mint en doet (2215); hun deel is in den poel die brandt van vuur en zwavel, hetwelk is de tweede dood (21 8). Ook tegenover de vele uit het Oosten geïmporteerde heidensche religies stel de liet Christendom zich antithetisch, ci} in dit opzicht was liet een vreemd element in die wereld van verdraag zaamheid. Plet-kwam destijds meerma len voor, dat dezelfde persoon zich in meer dan één mysterie liet inwijden. Doch het Christendom was absoluut. Het kon zijn Isis èn Mithras, maar het was: Mithras óf Christus. Ja, tegen het einde der tweede eeuw is er een strijd op leven en dood ge voerd tusschen de Mithrasreligie en het Evangelie. Een gezaghebbend Nieuwtestamen- ticus als prof. J. de Zwaan van Gronin gen ziet in de tegen het einde der eerste eeuw geschreven Openbaring van Jo hannes reeds het praeludium van dien strijd. Volgens dezeiï geleerde zijn de vier ruiters uit Openb. 6 de Perzische zon negod met zijn gevolg en bedoelt de profeet met dit gezicht, dat Christus (het Lam, dat de zegelen opent) meer der is dan Mithras. Ook in. het Kerstfeest ligt een pro test tegen de Mithras-religie. in den wintertijd, kort nadat de zon haar laagtepunt heeft bereikt en wanneer zij dus weer in kracht begint toe te ne men, vierden de heidenen den „dies na- talis invicti solis", den geboortedag der onoverwonnen zon. Deze onoverwon nen zon was in het bijzonder Mithras. De Christenen stelden tegenover dit heidensche feest de herdenking van den geboortedag van Hem, die is de Zon der Gerechtigheid. RECLAME. Als 'Uw in den aanvang onbete kenende verkoudheid is verergerd tot bronchitis, taim dan niet Sanger, neem de beproefde Akkêr's Abdij siroop die de .prikkelende hoest- ecnvallen za! temperen, de slyna zal oplossen en Uw ontcioken slijmvliezen volkomen geneZen. AKKER'# verzacht .zuivert geneest. Alom vcTiojgbaar ;1iri kokers vah 230 gram 1.50 550 gram ƒ2.75 «n 1000 gram ƒ4.50 SCHAAKRUBRIEK Redacteur: J. Verstoep Jzn. Fred. Hendrikstraat 37, Delft. Benige sneesterpartijen uit Meskou. Hier volgen eenige partijen uit het meestertournooi te Moskou, waaronder de Siciliaansche partij, dip Capablan- ca in de zevende ronde verloor. Geweigerd Dame-gambiet. Wit: Capablanca. Zwart: Rijbinstein. 1 d2—d4, d7—id5, 2 c2—c4, e7—eS, 3 Pblc3, do x c4, 4 e2e3, PgS—fS, 5 Lfl x c4, c7c5, 6 Pgl—f3. a7—a6, 7 0—0, b7b5, 8 Lc4—e2, Lc8—b7„ S Ü4 x c5, Lf8 x c5, 10 Ddl x d8f, Ke8 x d8, 11 a2a3, Kd8—e7, 12 b2—b4. Leod6, 13 Lel—b2, Pb8—d7, 14 Tal- el, Ta8—c3, 15 Pc3—bi. Tc8 x cl, 16 Til x cl, Th8c8, 17 Tel x c8, Lb7 x c8, 18 Pbl—d2, Lc8—b7, 19 Le2—d3 g~—g6, 20 Kgl—fl, Pf6—g4, 21 Ld3— e4, Lb7 x e4, Remise. ZEVENDE RONDE Siciliaansche partij. Wit: Capablanca. Zwart: Iljin-Ge- newski. 1 e2—e4, c7—c5, 2 Pbl—c3, Pb8—c6, 3 g2—g3, g7—gG, 4 Lfl—g2, Lf8—g7, 5 Pgl—e2, d7—d6, 6 d2—413, Pg8—f6, 7 0—0, 0—0, 8 h2li3, a7—a6. 9 Lel— e3. Lc8d7, 10 Ddl—d2, Tf8—e8, 11 Pc3—dl, Ta8—c8, 12 c2—c3, Dd8—a5, 13 g3—g4 Te8—d8, 14 f2—f4, Ld7—e8, 15 g4—g5, Pf6Ü7, 16 f4—f5, b7—b5, 17 Pe2f4. (Wit's aanval begint er nu dreigend uit te zien en men begint ai nieuwsgierig te worden, boe het moge lijk is, dat wit deze partij nog verliezen kan), 17.... b5—b4, 18 f5—f8 Lg7—fS. 19 Pdl—f2, b4 x c3, 20 b2 x c3, e7—e6. 21 h3—h4, Ta8b8, 22 h4—h5. Tb8— b6, 23 h5 x'g6, h7 x g6, 24 Pf2—dl (be ter was misschien Pf2g4, gevolgd door Df2—h4 en Ph6f), 24 Pd7— e5, 25 Dd2f2 (bier was eerst Le3f2 —el noodig), 25Pe5—g4, 26 DG— h4, Pc6—e5 (niet Pe3» wegens Tfl—f3 h3 en Dh8 mat), 27 d3—d47? (Le3— d2 was de zet, gevolgd door Lf3. Nu gaat de partij, die glad gewonnen stond nog verloren), 27Pg4 x e3, 28 Pdl x e3, Da5 x c3 29 d4 x e5, Dc3 x e3f 30 Kgl—hl? (beter was Kh2) 30.... d6 x e5,31 Tflf3, e5 x f4! (fraai gespeeld) 32 Tf3 x e3 (de voorkeur verdiende Tf3 h3, De3 x h3 gedwongen! Lg2 x h3) 32..'.. f4 x e3, 33 Dh4—el, Tb6 b2 34 Del x e3, 'Td8—d2, 35 Lg2—f3, c5c4, 36 a2a3, Lf8d6, 37 De3a7, c4c3, 38 Wit geeft op. Eindspelstudie van L. B Sallkind, te Moskou. 7 Tf8 x g8 8 Tg8-g7 9 Tg7 x h7 10 Th7b7 b4b3 Kd5c4! b3b2 en Wit wint. DIENSTWEIGERAARS. a b c d e f Wit aan zet. wint. Wit: Kill, Tf7, pi. d.4, f4, g6 en h6. Zwart: Kc6, Tg4, pi. b5 d6, e6 en h7. Deze studie bevat een geniale com binatie 1 g6g7 Tg4g6! 2 d5d.6-f! Pc6 x d5 Het is duidcli.il: 1 e6 x d5 we gens 3 f4fo art tot verlies zou voeren. 3 f4f5! e6 x f5 4 Tf7—f6! Nu blijkt,, wat het verborgen oog merk was van het pionoffer; de g-pion moet met schaak tot Dame promoyee- ren. Zwart" is nu verloren, want de to ren mag hij wegens 5 g7—-gSDf naast Dg8 x li7 niet nemen, en op 4Tg6 g4 volgt 5 Tf6 x f5 Pd5c4 (ingeval Kd5e4, zoo Tf5 x b5), 6 Tf5f4f enz. Er blijft voor Zwart dus alleen nog maar over: 4Tg6g3 waarop het volgende eindspel ontstaat: 5 Tf6—f8 b5b4 Of 5.... Tg3h3f? 6 Khlg2, enz. 6 g7g8Df -Tg3 x g8 Naar aanleiding van de dienstweige ring van een zoon van het s.-d. Ka merlid Schaper deelt de „Tel.eenige bijzonderheden mede over hetgeen den betrokkene in zulk een geval te wach- 1 ten staat. Men heeft tot heden weinig gehoord van gevallen, waarin een dienstwei geraar op grond van gewetensbezwa ren, vrijstelling van den militairen dienst werd verfeend, en hij te werk is gesteld bij een anderen tak van den staatsdienst. Toch wil dit nog geens zins zeggen, dat zich geen gevallen hebben voorgedaan. Naar wij vernamen, zijn er, sinds de afkondiging van de Dienstweigerings- wet óp 3 Mei 1924 tot heden circa veer tig gevallen geweest. Een markant geval bierbij was dat van een luitenant, die na eenige jaren te hebben gediend, gewetensbezwaren kreeg voor zijn verderen dienst. Hij vroeg ontslag. De commissie erkende de bezwaren. Hij is daarop te werkge- steld voor administratieve bezigheden bij het Rijksinkoopbureau. Een tweetal andere dienstweige raars werden bij het staatsboschbedrijf ingedeeld. Overleg is thans gaande om enkelen, ook bij de Staatsmijnen en Posterijen te werk te kunnen stellen. Men moet evenwel niet denken, dat de dienstweigeraars er zoo gemakkelijk afkomen. Art. 3 der Dienstweigerings- wet bepaalt o.a.: Bij erkenning van de gewetensbezwaren door den betrokken minister, wordt hij, die een beroep heeft gedaan op art. 1 sub B onder vrijstelling van den militairen dienst of onder opheffing van het militair ver hand tewerkgesteld bij een anderen tak van staatsdienst. Onder takken van staatsdienst zijn voor de toepassing van deze wet begre pen de bedrijven onder beheer van den Staat, wapen- en munitiefabrieken uitgezonderd. Volgens art. 4 duurt de bedoelde te werkstelling twaalf maanden langer dan de werkelijke dienst van den be trokkene. Betreft bet een weigering niet van iederen militairen dienst,'maar uitslui tend van dien welke gericht is op den strijd met de wapens, dan bedraagt de diensttijd acht maanden langer dan normaal. Andere bepalingen treffen voorzie ningen in het geval de betrokkene niet voldoet aan de gestelde voorwaarden bij de tewerkstelling en volgen kan zelfs de plaatsing in een Rijkswerkin lichting. Een en ander is oorzaak, dat het nog wel eens eenigen tijd duurt, voor een dienstweigeraar aan den arbeid kan gezet worden. Als bezoldiging of soldij ontvangt de betrokkene 65 per maand; soms kan dit bedrag wat verhoogd worden, maar zulks is uitzondering. Moet de dienstweigeraar zijn burger plicht ver van zijn woonplaats vervul len en is hij kostwinner, in den zin der Dienstplichtwet dan krijgt hij ook nog kostwinnervergoeding volgens deze wet. Hij blijft zoolang op deze voorwaar den bij den Staatsdienst ingedeeld, tot hij den termijn van zijn z.g. diensttijd plus nog extra 12 maanden heeft uitge- - diend. Leidsche Penkrassen. Amice, Ge hebt waarschijnlijk ook wel ken nis genomen van het adres en de daar bij behoorende memorie van toelich ting door de Vereeniging voor Chris telijke Fröbelscholen aan den Gemeen teraad gericht, in welk adres een ver hooging van de gemeentelijke subsidie voor het bewaarschoolonderwijs wordt gevraagd. Merkwaardig was, dat dit adres al heel spoedig gevolgd werd door een verzoek van een bewoner van het Kooi- park, waarin mede namens een groot aantal ouders de stichting van een openbare bewaarschool werd gevraagd Ik weet niet of er tusschen beide adressen verband bestaat en of het eene misschien een gevolg is van het andere, maar hoe dit ook zij, 'thad dunkt mij niet mooier kunnen treffen. Het laatste adres toch bevat zeer klem mende argumenten ten gunste van het eerste. Volkomen terecht wordt toch hier ge constateerd, dat er met name in de nieuwere wijken groote behoefte be staat aan bewaarscholen. Gevraagd wordt nu, dat de Gemeente in die be hoefte zal voorzien, door üe stichting van openbare bewaarscholen. Dat is voor de betrokken ouders misschien de gemakkelijkste weg en zeker wel de goedkoopste, maar een andere vraag is of zonder meer gezegd kan worden dat het op den weg der gemeente ligt. in die behoefte te voorzien. Met 't gewone lager onderwijs staat de zaak een we in te anders. De over heid verplicht de ouders hunne kinderen naar school te zenden en ze heeft ook allerlei bepalingen gemaakt waaraan het te geven onderwijs moet voldoen. Door zich een dergelijk recht aan te matigen, heeft de Overheid ook zeken- verplichtingen op zich genomen, zoo dat, wanneer de ouders niet voor be hoorlijk onderwijs zorgen, de Overheid wel geroepen is in te grijpen. Boven dien is het ook een algemeen belang, dat ide kinderen behoorlijk worden on derwezen. Ditzelfde nu, kan niet van het be waarschool- of beter gezegd van het fröbelonderwijs «worden gezegd. De overheid stelt hier geen eischen. nie mand wiJrdt verplicht zijne kinderén naar een bewaarschool te sturen en bo vendien kan ook niet gezegd worden, dat het bewaarschoolonderwijs onmis baar is. De taak van de Overheid is hier dus een andere en het gaat niet aan te zeggen, dat zij verplicht is in de behoefte aan dat onderwijs te voor zien. Maar het bewaarschoolonderwijs is toch wel van veel beteekenis. Over de opvoedkundige waarde wordt verschil lend geoordeeld, en ik waag het niet hier een uitspraak te doen, maar vei lig kan toch wel gezegd dunkt me, dat er voor het standpunt van de voorstan ders minstens evenveel te zeggen valt als voor dat der tegénstanders.. De tegenstanders trouwens, die het als een kwaad beschouwen, voegen er onmiddellijk aan toe, dat hier van een noodzakelijk kwaadkan ge sproken worden. Noodzakelijk omdat vele ouders slecht behuisd zijn en het dus zoowel voor de gezinnen als voor de kinderen een plaats is waar de kin deren op nuttige en aangename wijze bezig gehouden •kunnen worden, en noodzakelijk ook, omdat vele moeders de gelegenheid missen den geheelen dag op de kleine kleuters te letten Let men hierbij dan nog op het feit, dat in een goede bewaarschool oog en hand van de kinderen worden geoe fend en ze daar allerlei dingen leeren die voor hun latere leven van veel be lang kunnen zijn, dan is het duidelijk dat toch wel gezegd kan worden, dat de Overheid tegenover dit onderwijs niet geheel onverschillig mag staan, waaruit nog niet volgt, dat zij maar zonder meer scholen zou hebben te bouwen en alle kosten voor hare reke ning' zou hebben te nemen. Zóó wilden het de bewoners van het Kooikwartier. Zij gevoelen behoefte aan een bewaarschool en daar zij naar hun zeggen principieele bezwaren heb ben hunne kinderen naar bijzondere bewaarscholen te sturen, wordt een voudig gevraagd dat de Gemeente in deze behoefte zal voorzien. 't Is duidelijk amice, dat hier een misverstand in het spel is. Deze men- schen hebben geen principieele bezwa ren tegen bijzondere bewaarscholen, maar vermoedelijk tegen het Christe lijk-onderwijs dat daar gegeven wordt, waarom zij opénbare scholen vragen, waar het onderwijs z.g. neutraal is. Vergeten wordt echter dat een bijzon dere bewaarschool niet persé Christe lijk behoeft te zijn. maar dat óók in een bijzondere school en misschien nou wel heter dan in een gemeentelijke in richting, z.g. neutraal onderwijs kan worden gegeven. Niets en niemand be let die menschen scholen te stichten en het onderwijs daar geheel naar#hun smaak in te richten. De gemeente behoeft het niet te doen en het is voor haar zeer bezwaar lijk om het te doen, in verband met de liooge kosten. De kosten van de bestaande gemeen telijke bewaarscholen bedragen toch volgens de gemeenterekening over 1924 ongeveer f86 per kind en per jaar. Worden nu nieuwe scholen gebouwd, dan kan veilig worden aangenomen, dat in verband met de bedragen noo dig voor rente en aflossing, de kosten zullen stijgen tot f 110 a f 120 per kind en per jfiar. Dat is van de gemeente niet te vergen. Maar nu biedt hier het adres van de Vereeniging voor Christelijke Fröbel scholen een mooie oplossing van deze moeilijkheid. Allereerst wordt voorge rekend, dat de subsidie die thans ver leend wordt, (pl m. f 32.50 per leerling per jaar) te laag is om de scholen in stand te houden. Tevens echter wordt er op gewézen, dat indien de 'subsidie met een betrekkelijk klein bedrag ver hoogd wordt en gebracht op pl.m. f 40 het mogelijk zal zijn de noodige be waarscholen te stichten en te onder houden. Het is dunkt me duidelijk, amice, dat het dien kant op moet. Immers, wordt dit verzoek toegestaan, dan is niet alleen de adresseerende vereeni ging geholpen, maar dan zijn ook de Kooikwartier-bewoners ip de gelegen. heid een school te stichten en daar on derwijs te laten geven, zooals zij dat wenschen. Wat voor den een mogelijk is. moet ook mogelijk zijn voor den ander. Blij kens het adres is er in het Kooikwar tier reeds de noodige belangstelling, aan kinderen ontbreekt het niet en er schijnt al een zekere organisatie te zijn Richt men nu een Vereeniging op, die de noödige subsidie krijgt, dan is de geheele zaak in orde, aan alle wen schen is dan voldaan, er is geen be voorrechting op welke manier dan ook, en het is voor de gemeente veel goed- kooper én het geeft minder zorg, dan wanneer-zij zelf scholen gaat bouwen Daarom amice, schijnt het me zeer gewenscht. dat de Gemeenteraad het verzoek van de Vereen, voor Chr. Frö belscholen inwilligt. Het gemeentelijk bewaarschoolonderwijs verkeert hier in tamelijk primitieven toestand en het zal in de naaste toekomst wel noodi;.v zijn hierin verandering te brengen. Maar nu zijn er twee oplossingen: een dure die tot groote onbillijkhe'd en veel strijd aanleiding moet geven en een goedkoope, die voor de gemeente alleen geldelijke uitgaven meebren t, die dit voordeel beeft dat daardoor u- volkskracht wordt gesterkt en dat ahe richtingen op voet van gelijkheid kun nen worden behandeld en een gezond* ontwikkeling van het bewaarschooi- wezen mogelijk gemaakt. Ik hoop dan ook en vertrouw, dat op het verzoek van de Vereen, boven genoemd een gunstige beslssing- zal ge- nomen, worden, VERITAS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6