Bronchitis
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 28 NOVEMBER 1925
Aan het einde der Week
Reeds de vorige week schreven we,
dat de positie van den Franschen Mi
nister-president uiterst zwak was. En
al spoedig daarop volgde dan ook de
gemakkelijk te voorspellen minister-cri
sis.
Het is wel de moeite waard even
rond te zien hoeveel ministeries er in
deze maand verdwenen zijn, of, zoo
als in Duitschland, nog verdwijnen zul
len, al is d e reden van die verdwijning
vaak geheel verschillend.
Het Fransche ministerie valt, omdat
het de moeilijke taak van saneering
der financiën niet aandurft, terwnl Lu
ther en Stresemann aan het eind van
een schitterend volbracht werk staan.
Painlevé, een beroemd wiskundige
maar zonder de noodige handigheid om
in een wonderlijke parlementaire toe
stand als in Frankrjjk heerscht, de si
tuatie meester te big ven, is gestruikeld
over zijn pogingen een vergelijk tus
sckem radicalen en socialisten tot stand
te brengen. Toch is de crisis niet direct
te wijten aan een splitsing in het Kar
tel, maar veeleer aan het omslaan van
de meeste rechtsche bijloopers.
De eerste opdracht tot vorming van
een ministerie werd door President Dou
mergue aan Briand gegeven.
Briand is- nogal gewild bij verschil
lende partijen, .voornamelijk door zijn
succes te Locarno. Maar ook zijn po
gingen konden niet slagen. De socia
listische partij wenscht niet aan de re
geering deel te nemen al zal zij een
eventueel kabinet, door Briand gevormd
wel ondersteunen. Maar om op de oude
basis een kabinet te vormen was den
formateur ook te gevaarlijk. Dus legde
hij zijn opdracht neer.
Vervolgens werden Doumer, de ©enig
ste minister van financiën uit de laat
ste jaren, die er in geslaagd is zijn
begrooting op tijd klaar te krijgen, en
Herriot, aangezocht de formate op zich
te nemen. Maar eveneens zonder suc
ces, zoonat men tenslotte weer bij Bri
anu terecht kwam.
De voor buitenlanders meestal onbe
grijpelijk geringe verschillen in de vele
parijen tier hnkerzyde, maken een
eenigszins stabiele eomüinatie aan ook
wel moeilijk.
Maar er moet tenslotte een einde ko
men aan den onzekeren toestand, want
het Fransche crediet zakt met den dag.
Dat is dan ook wel de voornaams.e
reden, waarom Briand de nieuwe op
dracht aanvaard heeft.
De- aanneming van de verdragen van
iLocarno door den Duitsohen Rijksdag
Iwas reeds zeker, maar 't zal voor de
- compagnons Luther en Stresemann een
groote. voldoening zijn, dat nu eindelijk
de officiëele goedkeuringafgekomen is.
Maar ookdaar zal een nieuwe re-
geeringscoalitie gezocht moeten wor
den, wegens 't uittreden der Duitsch-
na.iouaie ministers, die door hun partij-
bestuur gedwongen werden ontslag te
- nemen, hoewel ze oorspronkelijk ook
ktt verdrag van Locarno goedkeurden.
Zou de groote coalitie van Weimar
weer terug komen?
Of willen de socialisten een demo
cratisch getint kabinet steunen, dat
gevormd is door Volkspartij, Cemrumm
en democratische partij?
De benoeming van ivir. Marehant tot
kabinetsformateur is te onzent da conse-
kwemtie van de stemming in de kamer.
Maar of het hem gelukken zal een par
lementair kabinet samen te stellen? In
elk geval is een spoedige oplossing van
de crisis zeer te hopen, een toestand
al3 indertijd na de verwerping van de
Vlootwet is hoogst ongewenscht.
Uit het grijs verleden.
SYNTHESE EN ANTITHESE.
De. wereld, waarin het jonge Chris
tendom optrad met de prediking: „Je
zus Christus is de Heere", vertoont in
meer dan één opzicht punten van
overeenkomst met die van onzen tijd.
Rome had zich van primitief boeren
dorp ontwikkeld tot de meest verfijnde
fnetropool, die ooit bestaan heeft; daar
bij was het de hoofdstad geworden van
een imperium dat de geheele toen
maals bekende wereld omvatte, zoodat
er van den keizer Augustus een gebod
kon uitgaan, dat „de geheele wereld"
zoude beschreven worden.
En dit Romeinsche rijk vormde een
eenheid, meer dan een der wereldrij
ken, die er aan waren voorafgegaan.
Men zegt wel eens, dat in onzen tijd,
door de uitvinding van spoor-, tele
graaf-, telefoon- en radio-verbindingen
de afstanden zijn weggevallen en, na
tuurlijk, in die mate kon dit destijds
nog niet het geval zijn. Toch was er
ook toen reeds een druk verkeer tus-
schen de verschillende deelen van het
Romeinsche imperium; er had een be-
teekenisvolle uitwisseling der gedach
ten plaats en door een en ander ont
stond een gemeenschappelijke cultuur,
die tot draagster had een eenheids
taal: het Hellenistische Grieksch, de
z.g. „koinê", waarin ook het Nieuwe
Testament geschreven is.
Dit laatste is zelfs een voorrecht, dat
wij in onzen tijd missen en in welke be
hoefte men heeft willen voorzien door
de geniale uitvinding van een wereld
hulptaal, het Esperanto.
Die eenheidscultuur was uit verschil
lende elementen samengesteld. De
oude godsdienst der Latijnen had
plaats gemaakt bij de beschaafde stan
den, voor de Grieksche wijsbegeerte en
bij het volk voor de Oostersche religies.
Zoowel Epicuris als de Stoa hadden
hunne volgelingen en de Neo-Platonis-
ten trachtten de leer der Academie
weer te doen herleven. De Egyptische
godin Isis werd, in 't bijzonder door de
dames, vereerd en de uit Perzië geïm
porteerde Mithrasdienst had grooten
aanhang, vooral onder de Romeinsche
soldaten.
Zoowel in dit religieus eclecticisme,
dit streven naar synthese, deze zucht
om uit alles het goede te nemen en de
meeste heterogene elementen samen
te voegen tot een soort van theoso-
phisch stelsel als ook in den hang naar
het mystieke, die in dit alles openbaar
werd, ligt een -treffende overeenkomst
met onzen tijd.
Het geheimzinnige oefende een ont
zaglijke aantrekkingskracht op de
geesten uit; de tooyenarij speelde een
groote rol.
In die wereld van verdraagzaamheid
en syncretisme trad het christendom
op en het stelde zich van meet af aan
daartegenover.
Het veroordeelde die magie op dë
meest scherpe wijze; men herinnere
zich slechts hoe te Efeze door de geloo-
vigen, die onder de prediking van Pau-
lus bekeerd waren, de hoeken die op
deze zwarte kunst betrekking hadden
verbrand wérden in aller tegewooröig-
heid en hoe deze een waarde hadden
van vijftig duizend zilveren penningen
(Hand. 19 19). Dat is in ons geld uit
gedrukt een bedrag van plm. 22.500;
alzoo een reusachtige som gelds, in
dien tijd nog meer dan thans.
En in de Openbaring van Johannes
wordt gezegd, dat buiten het nieuw Je
ruzalem zullen blijven de honden en
de toovenaars, evenals de hoereer
ders en de moordenaars en de afgoden
dienaars en alwie leugen mint en doet
(2215); hun deel is in den poel die
brandt van vuur en zwavel, hetwelk is
de tweede dood (21 8).
Ook tegenover de vele uit het Oosten
geïmporteerde heidensche religies stel
de liet Christendom zich antithetisch,
ci} in dit opzicht was liet een vreemd
element in die wereld van verdraag
zaamheid. Plet-kwam destijds meerma
len voor, dat dezelfde persoon zich in
meer dan één mysterie liet inwijden.
Doch het Christendom was absoluut.
Het kon zijn Isis èn Mithras, maar het
was: Mithras óf Christus.
Ja, tegen het einde der tweede eeuw
is er een strijd op leven en dood ge
voerd tusschen de Mithrasreligie en
het Evangelie.
Een gezaghebbend Nieuwtestamen-
ticus als prof. J. de Zwaan van Gronin
gen ziet in de tegen het einde der eerste
eeuw geschreven Openbaring van Jo
hannes reeds het praeludium van dien
strijd.
Volgens dezeiï geleerde zijn de vier
ruiters uit Openb. 6 de Perzische zon
negod met zijn gevolg en bedoelt de
profeet met dit gezicht, dat Christus
(het Lam, dat de zegelen opent) meer
der is dan Mithras.
Ook in. het Kerstfeest ligt een pro
test tegen de Mithras-religie. in den
wintertijd, kort nadat de zon haar
laagtepunt heeft bereikt en wanneer zij
dus weer in kracht begint toe te ne
men, vierden de heidenen den „dies na-
talis invicti solis", den geboortedag der
onoverwonnen zon. Deze onoverwon
nen zon was in het bijzonder Mithras.
De Christenen stelden tegenover dit
heidensche feest de herdenking van
den geboortedag van Hem, die is de
Zon der Gerechtigheid.
RECLAME.
Als 'Uw in den aanvang onbete
kenende verkoudheid is verergerd
tot bronchitis, taim dan niet Sanger,
neem de beproefde Akkêr's Abdij
siroop die de .prikkelende hoest-
ecnvallen za! temperen, de slyna
zal oplossen en Uw ontcioken
slijmvliezen volkomen geneZen.
AKKER'#
verzacht .zuivert geneest.
Alom vcTiojgbaar ;1iri kokers vah 230 gram
1.50 550 gram ƒ2.75 «n 1000 gram ƒ4.50
SCHAAKRUBRIEK
Redacteur: J. Verstoep Jzn. Fred.
Hendrikstraat 37, Delft.
Benige sneesterpartijen uit Meskou.
Hier volgen eenige partijen uit het
meestertournooi te Moskou, waaronder
de Siciliaansche partij, dip Capablan-
ca in de zevende ronde verloor.
Geweigerd Dame-gambiet.
Wit: Capablanca. Zwart: Rijbinstein.
1 d2—d4, d7—id5, 2 c2—c4, e7—eS, 3
Pblc3, do x c4, 4 e2e3, PgS—fS,
5 Lfl x c4, c7c5, 6 Pgl—f3. a7—a6,
7 0—0, b7b5, 8 Lc4—e2, Lc8—b7„
S Ü4 x c5, Lf8 x c5, 10 Ddl x d8f, Ke8
x d8, 11 a2a3, Kd8—e7, 12 b2—b4.
Leod6, 13 Lel—b2, Pb8—d7, 14 Tal-
el, Ta8—c3, 15 Pc3—bi. Tc8 x cl, 16
Til x cl, Th8c8, 17 Tel x c8, Lb7 x
c8, 18 Pbl—d2, Lc8—b7, 19 Le2—d3
g~—g6, 20 Kgl—fl, Pf6—g4, 21 Ld3—
e4, Lb7 x e4, Remise.
ZEVENDE RONDE
Siciliaansche partij.
Wit: Capablanca. Zwart: Iljin-Ge-
newski.
1 e2—e4, c7—c5, 2 Pbl—c3, Pb8—c6,
3 g2—g3, g7—gG, 4 Lfl—g2, Lf8—g7,
5 Pgl—e2, d7—d6, 6 d2—413, Pg8—f6,
7 0—0, 0—0, 8 h2li3, a7—a6. 9 Lel—
e3. Lc8d7, 10 Ddl—d2, Tf8—e8, 11
Pc3—dl, Ta8—c8, 12 c2—c3, Dd8—a5,
13 g3—g4 Te8—d8, 14 f2—f4, Ld7—e8,
15 g4—g5, Pf6Ü7, 16 f4—f5, b7—b5,
17 Pe2f4. (Wit's aanval begint er nu
dreigend uit te zien en men begint ai
nieuwsgierig te worden, boe het moge
lijk is, dat wit deze partij nog verliezen
kan), 17.... b5—b4, 18 f5—f8 Lg7—fS.
19 Pdl—f2, b4 x c3, 20 b2 x c3, e7—e6.
21 h3—h4, Ta8b8, 22 h4—h5. Tb8—
b6, 23 h5 x'g6, h7 x g6, 24 Pf2—dl (be
ter was misschien Pf2g4, gevolgd
door Df2—h4 en Ph6f), 24 Pd7—
e5, 25 Dd2f2 (bier was eerst Le3f2
—el noodig), 25Pe5—g4, 26 DG—
h4, Pc6—e5 (niet Pe3» wegens Tfl—f3
h3 en Dh8 mat), 27 d3—d47? (Le3—
d2 was de zet, gevolgd door Lf3. Nu
gaat de partij, die glad gewonnen stond
nog verloren), 27Pg4 x e3, 28 Pdl
x e3, Da5 x c3 29 d4 x e5, Dc3 x e3f
30 Kgl—hl? (beter was Kh2) 30.... d6
x e5,31 Tflf3, e5 x f4! (fraai gespeeld)
32 Tf3 x e3 (de voorkeur verdiende Tf3
h3, De3 x h3 gedwongen! Lg2
x h3) 32..'.. f4 x e3, 33 Dh4—el, Tb6
b2 34 Del x e3, 'Td8—d2, 35 Lg2—f3,
c5c4, 36 a2a3, Lf8d6, 37 De3a7,
c4c3, 38 Wit geeft op.
Eindspelstudie van L. B Sallkind, te
Moskou.
7 Tf8 x g8
8 Tg8-g7
9 Tg7 x h7
10 Th7b7
b4b3
Kd5c4!
b3b2
en Wit wint.
DIENSTWEIGERAARS.
a b c d e f
Wit aan zet. wint.
Wit: Kill, Tf7, pi. d.4, f4, g6 en h6.
Zwart: Kc6, Tg4, pi. b5 d6, e6 en h7.
Deze studie bevat een geniale com
binatie
1 g6g7 Tg4g6!
2 d5d.6-f! Pc6 x d5
Het is duidcli.il: 1 e6 x d5 we
gens 3 f4fo art tot verlies
zou voeren.
3 f4f5! e6 x f5
4 Tf7—f6!
Nu blijkt,, wat het verborgen oog
merk was van het pionoffer; de g-pion
moet met schaak tot Dame promoyee-
ren. Zwart" is nu verloren, want de to
ren mag hij wegens 5 g7—-gSDf naast
Dg8 x li7 niet nemen, en op 4Tg6
g4 volgt 5 Tf6 x f5 Pd5c4 (ingeval
Kd5e4, zoo Tf5 x b5), 6 Tf5f4f enz.
Er blijft voor Zwart dus alleen nog
maar over: 4Tg6g3
waarop het volgende eindspel ontstaat:
5 Tf6—f8 b5b4
Of 5.... Tg3h3f? 6 Khlg2, enz.
6 g7g8Df -Tg3 x g8
Naar aanleiding van de dienstweige
ring van een zoon van het s.-d. Ka
merlid Schaper deelt de „Tel.eenige
bijzonderheden mede over hetgeen den
betrokkene in zulk een geval te wach- 1
ten staat.
Men heeft tot heden weinig gehoord
van gevallen, waarin een dienstwei
geraar op grond van gewetensbezwa
ren, vrijstelling van den militairen
dienst werd verfeend, en hij te werk
is gesteld bij een anderen tak van den
staatsdienst. Toch wil dit nog geens
zins zeggen, dat zich geen gevallen
hebben voorgedaan.
Naar wij vernamen, zijn er, sinds de
afkondiging van de Dienstweigerings-
wet óp 3 Mei 1924 tot heden circa veer
tig gevallen geweest.
Een markant geval bierbij was dat
van een luitenant, die na eenige jaren
te hebben gediend, gewetensbezwaren
kreeg voor zijn verderen dienst. Hij
vroeg ontslag. De commissie erkende
de bezwaren. Hij is daarop te werkge-
steld voor administratieve bezigheden
bij het Rijksinkoopbureau.
Een tweetal andere dienstweige
raars werden bij het staatsboschbedrijf
ingedeeld.
Overleg is thans gaande om enkelen,
ook bij de Staatsmijnen en Posterijen
te werk te kunnen stellen.
Men moet evenwel niet denken, dat
de dienstweigeraars er zoo gemakkelijk
afkomen. Art. 3 der Dienstweigerings-
wet bepaalt o.a.: Bij erkenning van de
gewetensbezwaren door den betrokken
minister, wordt hij, die een beroep
heeft gedaan op art. 1 sub B onder
vrijstelling van den militairen dienst
of onder opheffing van het militair ver
hand tewerkgesteld bij een anderen tak
van staatsdienst.
Onder takken van staatsdienst zijn
voor de toepassing van deze wet begre
pen de bedrijven onder beheer van den
Staat, wapen- en munitiefabrieken
uitgezonderd.
Volgens art. 4 duurt de bedoelde te
werkstelling twaalf maanden langer
dan de werkelijke dienst van den be
trokkene.
Betreft bet een weigering niet van
iederen militairen dienst,'maar uitslui
tend van dien welke gericht is op den
strijd met de wapens, dan bedraagt de
diensttijd acht maanden langer dan
normaal.
Andere bepalingen treffen voorzie
ningen in het geval de betrokkene niet
voldoet aan de gestelde voorwaarden
bij de tewerkstelling en volgen kan
zelfs de plaatsing in een Rijkswerkin
lichting.
Een en ander is oorzaak, dat het nog
wel eens eenigen tijd duurt, voor een
dienstweigeraar aan den arbeid kan
gezet worden.
Als bezoldiging of soldij ontvangt de
betrokkene 65 per maand; soms kan
dit bedrag wat verhoogd worden, maar
zulks is uitzondering.
Moet de dienstweigeraar zijn burger
plicht ver van zijn woonplaats vervul
len en is hij kostwinner, in den zin der
Dienstplichtwet dan krijgt hij ook nog
kostwinnervergoeding volgens deze
wet.
Hij blijft zoolang op deze voorwaar
den bij den Staatsdienst ingedeeld, tot
hij den termijn van zijn z.g. diensttijd
plus nog extra 12 maanden heeft uitge- -
diend.
Leidsche Penkrassen.
Amice,
Ge hebt waarschijnlijk ook wel ken
nis genomen van het adres en de daar
bij behoorende memorie van toelich
ting door de Vereeniging voor Chris
telijke Fröbelscholen aan den Gemeen
teraad gericht, in welk adres een ver
hooging van de gemeentelijke subsidie
voor het bewaarschoolonderwijs wordt
gevraagd.
Merkwaardig was, dat dit adres al
heel spoedig gevolgd werd door een
verzoek van een bewoner van het Kooi-
park, waarin mede namens een groot
aantal ouders de stichting van een
openbare bewaarschool werd gevraagd
Ik weet niet of er tusschen beide
adressen verband bestaat en of het
eene misschien een gevolg is van het
andere, maar hoe dit ook zij, 'thad
dunkt mij niet mooier kunnen treffen.
Het laatste adres toch bevat zeer klem
mende argumenten ten gunste van het
eerste.
Volkomen terecht wordt toch hier ge
constateerd, dat er met name in de
nieuwere wijken groote behoefte be
staat aan bewaarscholen. Gevraagd
wordt nu, dat de Gemeente in die be
hoefte zal voorzien, door üe stichting
van openbare bewaarscholen. Dat is
voor de betrokken ouders misschien de
gemakkelijkste weg en zeker wel de
goedkoopste, maar een andere vraag is
of zonder meer gezegd kan worden
dat het op den weg der gemeente ligt.
in die behoefte te voorzien.
Met 't gewone lager onderwijs staat
de zaak een we in te anders. De over
heid verplicht de ouders hunne
kinderen naar school te zenden en ze
heeft ook allerlei bepalingen gemaakt
waaraan het te geven onderwijs moet
voldoen.
Door zich een dergelijk recht aan te
matigen, heeft de Overheid ook zeken-
verplichtingen op zich genomen, zoo
dat, wanneer de ouders niet voor be
hoorlijk onderwijs zorgen, de Overheid
wel geroepen is in te grijpen. Boven
dien is het ook een algemeen belang,
dat ide kinderen behoorlijk worden on
derwezen.
Ditzelfde nu, kan niet van het be
waarschool- of beter gezegd van het
fröbelonderwijs «worden gezegd. De
overheid stelt hier geen eischen. nie
mand wiJrdt verplicht zijne kinderén
naar een bewaarschool te sturen en bo
vendien kan ook niet gezegd worden,
dat het bewaarschoolonderwijs onmis
baar is. De taak van de Overheid is
hier dus een andere en het gaat niet
aan te zeggen, dat zij verplicht is in
de behoefte aan dat onderwijs te voor
zien.
Maar het bewaarschoolonderwijs is
toch wel van veel beteekenis. Over de
opvoedkundige waarde wordt verschil
lend geoordeeld, en ik waag het niet
hier een uitspraak te doen, maar vei
lig kan toch wel gezegd dunkt me, dat
er voor het standpunt van de voorstan
ders minstens evenveel te zeggen valt
als voor dat der tegénstanders.. De
tegenstanders trouwens, die het als
een kwaad beschouwen, voegen er
onmiddellijk aan toe, dat hier van
een noodzakelijk kwaadkan ge
sproken worden. Noodzakelijk omdat
vele ouders slecht behuisd zijn en het
dus zoowel voor de gezinnen als voor
de kinderen een plaats is waar de kin
deren op nuttige en aangename wijze
bezig gehouden •kunnen worden, en
noodzakelijk ook, omdat vele moeders
de gelegenheid missen den geheelen
dag op de kleine kleuters te letten Let
men hierbij dan nog op het feit, dat
in een goede bewaarschool oog en
hand van de kinderen worden geoe
fend en ze daar allerlei dingen leeren
die voor hun latere leven van veel be
lang kunnen zijn, dan is het duidelijk
dat toch wel gezegd kan worden, dat
de Overheid tegenover dit onderwijs
niet geheel onverschillig mag staan,
waaruit nog niet volgt, dat zij maar
zonder meer scholen zou hebben te
bouwen en alle kosten voor hare reke
ning' zou hebben te nemen.
Zóó wilden het de bewoners van het
Kooikwartier. Zij gevoelen behoefte
aan een bewaarschool en daar zij naar
hun zeggen principieele bezwaren heb
ben hunne kinderen naar bijzondere
bewaarscholen te sturen, wordt een
voudig gevraagd dat de Gemeente in
deze behoefte zal voorzien.
't Is duidelijk amice, dat hier een
misverstand in het spel is. Deze men-
schen hebben geen principieele bezwa
ren tegen bijzondere bewaarscholen,
maar vermoedelijk tegen het Christe
lijk-onderwijs dat daar gegeven wordt,
waarom zij opénbare scholen vragen,
waar het onderwijs z.g. neutraal is.
Vergeten wordt echter dat een bijzon
dere bewaarschool niet persé Christe
lijk behoeft te zijn. maar dat óók in
een bijzondere school en misschien nou
wel heter dan in een gemeentelijke in
richting, z.g. neutraal onderwijs kan
worden gegeven. Niets en niemand be
let die menschen scholen te stichten
en het onderwijs daar geheel naar#hun
smaak in te richten.
De gemeente behoeft het niet te
doen en het is voor haar zeer bezwaar
lijk om het te doen, in verband met
de liooge kosten.
De kosten van de bestaande gemeen
telijke bewaarscholen bedragen toch
volgens de gemeenterekening over 1924
ongeveer f86 per kind en per jaar.
Worden nu nieuwe scholen gebouwd,
dan kan veilig worden aangenomen,
dat in verband met de bedragen noo
dig voor rente en aflossing, de kosten
zullen stijgen tot f 110 a f 120 per kind
en per jfiar. Dat is van de gemeente
niet te vergen.
Maar nu biedt hier het adres van de
Vereeniging voor Christelijke Fröbel
scholen een mooie oplossing van deze
moeilijkheid. Allereerst wordt voorge
rekend, dat de subsidie die thans ver
leend wordt, (pl m. f 32.50 per leerling
per jaar) te laag is om de scholen in
stand te houden. Tevens echter wordt
er op gewézen, dat indien de 'subsidie
met een betrekkelijk klein bedrag ver
hoogd wordt en gebracht op pl.m. f 40
het mogelijk zal zijn de noodige be
waarscholen te stichten en te onder
houden.
Het is dunkt me duidelijk, amice,
dat het dien kant op moet. Immers,
wordt dit verzoek toegestaan, dan is
niet alleen de adresseerende vereeni
ging geholpen, maar dan zijn ook de
Kooikwartier-bewoners ip de gelegen.
heid een school te stichten en daar on
derwijs te laten geven, zooals zij dat
wenschen.
Wat voor den een mogelijk is. moet
ook mogelijk zijn voor den ander. Blij
kens het adres is er in het Kooikwar
tier reeds de noodige belangstelling,
aan kinderen ontbreekt het niet en er
schijnt al een zekere organisatie te zijn
Richt men nu een Vereeniging op, die
de noödige subsidie krijgt, dan is de
geheele zaak in orde, aan alle wen
schen is dan voldaan, er is geen be
voorrechting op welke manier dan ook,
en het is voor de gemeente veel goed-
kooper én het geeft minder zorg, dan
wanneer-zij zelf scholen gaat bouwen
Daarom amice, schijnt het me zeer
gewenscht. dat de Gemeenteraad het
verzoek van de Vereen, voor Chr. Frö
belscholen inwilligt. Het gemeentelijk
bewaarschoolonderwijs verkeert hier
in tamelijk primitieven toestand en het
zal in de naaste toekomst wel noodi;.v
zijn hierin verandering te brengen.
Maar nu zijn er twee oplossingen:
een dure die tot groote onbillijkhe'd
en veel strijd aanleiding moet geven en
een goedkoope, die voor de gemeente
alleen geldelijke uitgaven meebren t,
die dit voordeel beeft dat daardoor u-
volkskracht wordt gesterkt en dat ahe
richtingen op voet van gelijkheid kun
nen worden behandeld en een gezond*
ontwikkeling van het bewaarschooi-
wezen mogelijk gemaakt.
Ik hoop dan ook en vertrouw, dat
op het verzoek van de Vereen, boven
genoemd een gunstige beslssing- zal ge-
nomen, worden,
VERITAS