CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Oil «nier beslaat Wf TWEE üaden. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 6e JAARGANG VRIJDAG 20 NOVEMBER 1925 NUMMER 1675 BUREAU: Hooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 227a cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per week 1 0.19 Franco per post per kwartaal I 2.90 V Marchant als leider. Mr. P. J. Aalberse schreef in de Te legraaf ©ver „De Katholieken en de crisis." i Omtrent de schuldvraag merkt de oud-minister o.m. het volgende op: De heer Marchant zei het onom wonden: staande voor de keuze: óf wel behoud van een nuttig Gezant schap, óf wel het uiteengaan der co alitie, aarzelde hij niet, het laatste te kiezen. Ik zal hier niet herhalen, met wel ke epitheta ornantia „Het Vader land" vóór de stemming een derge lijke taktiek heeft gequalificeerd, wil men: gebrandmerkt. Maar ik constateer het feit, dat de heer Marchant hierdoor de politieke leiding nam hij het in 't leven roepen van het conflict. En ik meen, dat volgens den constitutioneel-parlemen tairen regel: „qui casse, paie" hier uit voor hem een zeer ernstige con sequentie volgt. Hij durve haar thans ook aan! Deze opmerkingen zijn ongetwijfeld juist. 4 Mi'. Marchant had op den llen No vember de-politieke leiding. Hij riep een conflct in het loved met de scherp ^uitgesproken bedoeling om aan de rechtsche samenwerking een einde te maken, omdat de bestaande partijgroepeering door hem niet in \s lands, belang werd geacht. Nu is Mr, Marchant niet de eerste de beste. Hij is een. ervaren parlementariër en de leider eener partij. Van hem mag dus verwacht worden, dat hij niet alleen weet aan te geven, hoe het niet moet, maar dat hij ook een antwoord weet te geven op de waag hoe het w e 1 moet en dat hij kans ziet de vorige regeeringsmeerder- beid door een betere te vervangen. Verwacht kan dan ook worden, dat Mr, Marchant in de gelegenheid zal worden gesteld, niet alleen om een Kabinet in elkaar te rammen, maar ook een beter Kabinet op een meer zuivere basis op te bouwen. Vol verwachting klopt ons hart! V Schandelijke strijdwijze. Ds. Lingbeek", de man die n.b. door de H. G. S. naar de Tweede Kamer ge zonden werd, om zooals men het uit drukte daar Gods stem te laten hoo- ï'oin, veroorlooft zich een strijdwijze, zóó schandelijk* en zoo ver heneden peil als we dat zelfs van een commu nist nauwelijks verwachten. Eenigen tijd geleden schreef hij in de „Geref. Kerk" een artikel, dat voor den Gereformeerden Bond en de re dactie van de „Waarheidsvriend" zeer krenkend en beleedigend was. „Als Pi- latus nog leefde, zoo schreef Ds. Ling beek, „werd hij wis vaste medewerker aan de Waarheidsvriend! En dan praatte hij ook van „Gereformeerd." Hij had er ook hetzelfde recht toe als de overige11 leden der redactie van de „Waarheidsvriend!" Ds. van "Grieken heeft hem daarop gesommeerd deze krenkende woorden terug te nemen, wat dan ook, na heel veel moeite, althans gedeeltelijk ge daan werd. De uitdrukking werd gehandhaafd, maar met de toevoeging dat het toch heusch niet de bedoeling was geweest de redactie van de „Waarheidsvriend" te krenken. Men zal vragen wat er dan wel moet' gebeuren, wanneer Ds. Lingbeek w e 1 de bedoeling heeft iemand te krenken. Op die vraag is reeds het antwoord gegeven. Immers in hetzelfde orgaan schreef Ds. Lingbeek een artikel over Dr. Kuy per, dien hij beschuldigt van het ver scheuren van de Ned. Herv. Kerk en het op den voorgrond brengen van de Roomsche Kerk. En hij eindigt zijne aanvallen op Dr. Kuyper met de volgende meer dan schandelijke verdachtmaking: „Men zegt, dat Rome soms aan een harer bekwaamste zonen toestaat om zich in de Protestantsche Kérk te begeven en daar aan alles mee te doen, ten einde het alles ten bate van Rome te wenden. ,,En men fluisterde wel egns, dat Dr. Kuyper zoo een geweest is. »Wij gelooven dat niet „Wel vragen wij: indien hij wèl zoo een geweest was, had hij zich dan van zijn taak heter kunnen kwij ten dan nu het geval was?" Men lette er wel op, dat zegt niet Ds. Lingbeek, maar „men" fluisterde zoo wel eens. Ds. Lingbeek zelf gelooft het niet, natuurlijk niet, maar toch schaamt hij zich niet om wat „men" wel eens fluisterde en wat waarschijn lijk niemand anders dan hijzelf wei eens hoorde, omdat het reine fantasie is en niet anders, zijn blad af te drukken, zóe dat de argelooze lezer zijne gevolgtrekklingen maakt. Wel zelden hebben wij een zóó schan delijke strijdwijze zien toegepast en 'n doode op zoo lage wijze zien belas teren. V Roomsch en rood. In de (R.K.) „Morgen" was zeer voor zichtig gezinspeeld op een oplossing van de Kabinetscrisis door bet samen gaan van Roomsch en rood. Het blad durfde niet beweren, dat dit nu reeds de aangewezen uitweg is maar bet meende toch wel dat er ee- nige punten van overeenkomst zijn. Zoo staat wel vast, dat het gezant schap hij het Vaticaan, dp processie vrijheid en de ophefifng van art. 123 van het I.R.R onmiddellijk zouden zijn te krijgen. Tegen dit voorzichtige pogen wordt evenwel door de Maasbode met de meeste beslistheid stelling genomen. „Al waren, zegt dit orgaan, de soci alisten dubbel zoo verstandig en ach tenswaardig als „De Morgen" ze gaar ne voorstelt, dan nog ware de dag. waarop rood, nog immer materialis tisch, en roomsch gedwongen samen werkten, een zwarte dag in onze ge schiedenis." Dat is besliste en kloeke taal. En heel wat verstandigerdan van de vele antipapisten, die den moed hebben zelfs onder aanroeping van den naam des Heeren te jubelen over den steun, dien zij naar zij in bunne kortzichtigheid meenden van socia listen en communisten óntvingen, ter wijl deze groepen, die veel beter de be- teekenis van een Christelijk bewind inzien, in werkelijkheid niets anders beoogden, dan de Christelijke regee ring ten val te brengen en den weg vrij te maken voor de revolutie. STADSNIEUWS. Schepping en evolutie. Op uitnoodiging van de N. C. S. V. heeft gisteravond Prof. Ph. Kohnstamm van Amsterdam, in het Academiegebouw gesproken over bovenstaand onderwerp. Door het bestuur der afdeeling aan gezocht, om in een tweetal voordrach ten te spreken over de verhouding van Schepper tot schepsel, wil spreker uit dit omvangrijke geheel slechts twee hoofdzakennaar voren brengen. Hedenavond zal hij spreken over de vraag of wij de wereld, waarin wij leven, inderdaad als schepping mogen zien. De volgende avond zal zijn gewijd aan de' vragen, die samenhangen met onze persoonlijke, individueel© ver houding tot God als onzen Schepper en Vader. Er is een tijd geweest en hij ligt nog pas kort achter ons waarin ae Wetenschap geacht werd met alle schep pingstheorieën te hebben afgerekend. In de plaats daarvan was gekomen de Evolutieleer, die, op wijsgeerig terrein ontstaan, door haar toepassing, vooral op biologisch gebied, de scheppingsleer voorgoed scheen te nebben, verdrongen. Spr. herinnert zich uit den aanvang van zijn studietijd nog, hoe absurd hem twijfel daaraan voorkwam. Maar sedert is de stand der proble men wel zeer veranderd; biologie, psy chologie en wijsbegeerte hebben daar toe samengewerkt. "Wil dat zeggen, dat wij weer geheel tot het vroegere vóór- Darwinistische standpunt zijn terugge keerd? Geenszins. Maar wij hebben ge leerd voorzichtiger te zijn en nauwkeu riger te onderscheiden. In de beschou wingen van Darwin en zijn volgers die nen wij drieërlei te onderscheiden, ie. Het feit van de veranderlijkheid der soorten; de constateeririg dus, dat ook het zuiver biologisch leven ecu his torisch gebeuren is; 2e. De verklaring van dit feit uit toevallige variabiliteit en strijd om het bestaan, dus mecha nisch en anti-teleologisch; 3e. De eigen lrjke evolutieleer, die niet meer natuur wetenschap is, maar wijsbegeerte. Zij ziet in het Darwinisme slechts een be vestiging van haar stelling, dat er in werkelijkheid geen wezensverschillen be staan, maar slechts geleidelijke over gangen. Of eigenljjk mag men zelfs ïüet van overgang spreken, want uie onder stelt reeas wezenlijke verandering. Al les kan uit alles voortkomen en tot alles worden, omdat eigenlijk en in den grond alles aan elkaar gelijk is en blijft. All'e verandering is maar schijn. Er is zoo min een klove tusschen mensch en dier, als tusschen man en vrouw, of dier en plant. De laatste consekwentie van deze gedachte is, dat toch ook het levende en levenlooze in wezen gelijk aan elkaar is, n.l. atoom- en molekuulcomplexen, zich gedragende naar dezelfde vaste wetten. Terwijl in den aanvang tusschen de zeer verschillende beweringen onder deze drie hoofden, genoemd, niet behoor lijk werd onderscheiden, hebben wij sindsdien geleerd scherper te redenee ren. Het feit van de veranderlijkheid der soorten zal niet licht do'or deskun- idigen worden betwist. Maar het is al lerminst in strijd met een theïstische met de Ejjbelsohe wereldbeschouwing, wat ook sommige rechters in Dayton en in Amsterdam mogen bewe ren. Er rijst door dit feit dan ook noch een zedelijk, noch een religieus conflict. Geheel anders staat het met het tweede punt, de zuiver mechanische verklaring idie a priori, de zinledigheid van (het leven voorop stelt. Maar van. die oorspronkelijke Darwinistische be schouwing is dan ook zoo goed als niets ^overgebleven. Meer en meer komt men in de biologie tot de overtuiging, dat de „verklaring" van de verandering uit een richtinglooze, toevallige opeeniiooping van elementaire, oneindig kleine ver schillen iets onmogelijks wil. De na tuurlijke teeltkeuze zou op zijn best toereiken om te laten zien, waarom Sommige_ soorten zijn uitgestorven. Zij kan nooit verklaren, waarom de ont wikkeling is geweest, .zooals zij geweest is en noch veel minder het feit, dat er (ontwikkeling geweest is. Als een ontwik keling aan den dag treedt, dan moet (zij van meet af in aanleg, in kiem reeds aanwezig geweest zijn. Wq ko men dan in de lijn van Bergsons évolu- tiou créatrice, en van de beschouwin gen in ons land, het eerst door Bolk uiteengezet, 'dat'niet de een© soort zich uit de andere „pntwikkelt", maar dat er verschillende ontwikkelingslijnen zijn die, in den aanvang schijnbaar even wijdig loopende, dan idivergeeren en tenslotte toonen, doordat zij iets tor taal verschillends opleveren, dat zij van den aanvang af in aanleg en bestemming verschillend waren. Daarmee zijn wq weer teruggekomen tot de grondgedachte der scheppings leer. De dingen schijnen niet verschil lend, maar zq blijken verschillend te zijn, omdat zij1 van den aanvang af op iets verschillends zqn aangelegd, om dat zq in wezen verschillend zijn. Hier komt nu de nieuwere psycho logie de biologie te hulp. Zq toont ons scherp de grenzen van het animale leven. Zq laat zien, dat er een klove is, geen vervloeiing in de werkelijkheid. Eenerzqds leert zq b.v. in Jennings proeven met protozoën scherp het ver schil aanwijzen tusschen het dierlijke en het zuiver vegetatieve leven. Ander zijds bepaalt zq door Kohlers apen-ex perimenten onvergelijkelijk veel scher per, dan het ooit morphologisch of physiologisch denkbaar zou zqn, het wezensverschil tusschen dier en mensch. Zoo wordt de groote hoofdgedachte van Genesis I bevestigd. Er zijn quali- tatieve verschillen in de werkelijkheid wezensverschillen, die zich door gee nerlei evolutionistische bespiegelingen tot niets laten vervluchtigen. De dingen der natuur, in de ons omringende werke lqkheid zqn niet een wezenloos© chaos. Ze zqn geschapen „naar hunnen aard". Maar verder dan tot dit inzicht kun nen ons de natuurwetenschappelijke ge gevens, de openbaring in de natuur, niet voeren. De vraag, of wij van schep ping ook mogen spreken, niet slechts in tegenstelling van een wezen-looze Evo lutie, maar meer bepaaldelijk als schep ping van een Schepper, noodzaakt ons het algemeen wijsgeerig en religieuze terrein te betreden. .Daarover de vol gende maal. R. K. Oratoriumvereenïging. Met een variant op Bilderdijk's be kende regels zou men vooral na gister avond kunnen zeggen, dat de R.K. Ora toriumvereeniging met een duidelijk bewijs yan groei en bloei weer haar naam heeft gesteld. Na een tijd waarin de inzinking zoo ver was gekomen dat een vrij groot gedeelte meer voor opheffing dan voor doorgaan bleek te gevoelen, is gister avond de vereeniging, als vrucht van een periode van ijverige en bekwaam geleide studie weer voor het front ge komen met een Oratorium, niet minder zelfs dan met Handels Judas Macca- baus, naar de onder ons Wel het meest bekende bewerking van Chrysander. En naar wij meenen behoeft zij van de keuze van dit werk voor baar eerste weer optreden vooralsnog geen spijt te hebben. Daarmede is niet gezegd, dat gister avond de Judas Maccabaus in zijn vol le schoonheid is uitgespeeld en uitge zongen, maar wat speciaal het koor, zelf presteerde, was, vocaal in de eer ste plaats, maar ook technisch een <^1*- volle vermelding waard. Het bad, door de minder volledige begeleiding soms een dubbele taak te vervullen waar bet op bet klankeffect aankwam en mag zich verzekerd houden zich van die taak gekweten te hebben, al bleven we door de minder volledige orkest-bezet ting weL eens iets missen. Speciaal het koper in den marsch die in bet derde deel voorkomt, waar bet in Handel's instrumentatie een moeilijk te ontbe ren element is. Wat de aanwezige leden van bet Re sidentie-orkest in de begeleiding gaven was op zichzelf van 'n subliem, gehaituj Waai' noodig vond het koor in hen den gewenscbten steun, die onder de fijn- verzorgde leiding van den directeur, Aug. Smets, uitnemend tot zijn recht kwam. Van de solisten wekten Mevr. Mus- kensSleurs als sopraan, en de beer Jan v. Rijsselberg als bas, bet meest onze vfcaardeerihg op. Wat de laatste betreft werd. o.m. in de aria van bet eerste deel: „Auf tapfre Schar" soms mooie ademtecbniek ge toond. Do. br. Th. de Groen, die als tenor op, trad, beeft niet in elk opzicht zijn stem mee. Hij wist echter .veel te ver goeden door zijn mooie zeggenswijze: Und^ nun, bliek T' berl bier steht dein VolkZu vollziehn, O Vater, dein letzt' Gebot", het werd evenals andere recitatieven met warmte voorgedragen. Mevr. Nannie van Es vervulde de Alt solopartij, wat onbepaald in de klank vorming maar zuiver en met gevoel De bede van de Israëliete bij de inwijding van bet nieuwe altaar gaf zij een goede vertolking. De begeleiding werd verder verzorgd door Mevr. H. NieuwerkerkVermeu len, den Haag (vleugel) en door den heer J. Martijn (Orgel). De uitvoering als geheel kan onge twijfeld de R.K. Oratoriumvereen. tot voldoening stemmen en was ook een succes voor dep bekwamen directeur. De dames-solisten werden bloemen aangeboden. Het belangrijke feit, dat de vereeni ging ditmaarl weer voor bet eerst na haar critieken tijd optrad en dat nog wel op deze wijze, werd bij bet intrede van de pauze herdacht door den voor zitter den heer Spepdel, die in bet bij zonder hulde bracht aan den directeur vopr betgeen onder zijn leiding in zoo korten tijd was bereikt, hem als stoffe lijk blijk van waardeering een cadeau overhandigde, en hem namens de ver eeniging ook voor bet vervolg ijverige studie beloofde. Het was voor de R.K. Oratoriumver eeniging een mooie avond, waartoe ook de vrij groote belangstelling uit eigen kring te Leiden en omgeving me dewerkte. Evenwel mag de laatste bij een vol gende gelegenheid nog wel iets groo- ter zijn. Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel. Voor het departement Leiden van bovenstaande vereeniging hield gister avond $e beer N. Hoog w out van Zaandam een lezing over het onder werp: „Verkoopsorganisatie en Reizi gers." Spr. begon met er op te wijzen', dat er drieërlei /wijze om'te verkoopen is: verkoopen door middel van persoonlijk contact met den kooper, door middel van zakenbrieven en door middel van publicatie, waardoor be langstelling voor het artikel wordt op gewekt. Bij de eerste dezer verkoopwijzen is de reiziger de schakel tusschen koo per en verkooper. Spr. onderscheidt de reizigers in twee categorieën: "die van bet meer ouderwetsche type en die van bet tegenwoordige, bet meer ge schoolde type: de wetenschappelijke vefkooper. Voor dit laatste is allereerst noodig. dat de persoon en de mentaliteit van den aspirant-verkooper goed zijn, doch dan moet de opleiding komen, waar voor de firma zelve aansprakelijk is. Menscbenkennis is onontbeerlijk, doch tevens is ge wens ebt, dat de rei ziger in de fabriek practische ervaring heeft opgedaan betreffende de vervaar diging van bet product, dat bij moet verkoopen. De reiziger moet voorts den steun Binnenland. De opening der winkelweek „Nivibo" te Leiden. Een manifest van het bestnur der S.D.A.P. over de Kabinetscrisis, Buitenland. De conferentie van de Duitsche mi nister-presidenten heeft 't verdrag van Locarno, zij het ook niet met alge- ineene stemmen, goedgekeurd. In de Itaiiaansche Kamer heeft gis teren een kandgpmeen plaats gehad tusschen communisten en fascisten. ondervinden van de verkoopsorganisa tie der onderneming, waarvoor hij werkt. Spr. formuleert dezen steun in een tweetal axioma's: le. geef den verkooper een volledig! vertrouwen, doch controleer hem ook zoodanig, dat gij van zijn doen en la-, ten volledig op de hoogte zijt, waartoe dagelijkscbe reisrapporten zeer dien stig zijn. 2e. leer den- verkooper, dat bet sluiten van een koop uit drie deelen bestaat: De begroeting van den klant en de inleidende bespreking; de eigenlijke j zakenbespreking; bet sluiten van den' j koop. Uitvoerig gaat spr. de wijze na, waar op de verkooper den klant moet toe spreken en bet interesse voor zijn ar tikel opwekken, terwijl spr. zijn rede kruidt met tal van Engelschè en Duit sche citaten, die betrekking hebben op deze zaak en van practisch inzicht ge tuigen. Nadat gepauzeerd wfis, ging spr. de vraag na: kan elke verkooper bet tot wetenschappelijk verkooper brengen? Dit 'hangt niet alleen van den vèrkoo- per af, doch vooral van de leiding, idie j bij van de verkoopsorganisatie der fir ma, waarvoor bij werkt, ontvangt. De verkooper moet liefde, enthou- siasme en toewijding hebben voor de hem opgedragen taak en dit moet hem van bovenaf bijgebracht worden. Een practische, Amerikaansche methode is j b.v. zijn reizigers iedere week een spreuk mee te geven. Ook moet de firma er voor zorgen, dat de verkoo-i per zoo goed mogelijk gehumeurd kan- zijn en niet met financieel© of andere j moeilijkbeden lieeft te kampen. Mag de verkooper humor brengen!, in zijn werk? Spr. beantwoordt die vraag toestemmend en deelt enkele' 1 staaltjes daarvan mee Voorts behandelde spr, de vraag, boe de verkoopsorganisatie den verkooper tegenover de concurrentie moet doeni staan. D.e verkooper moet de positie van den concurrent onaangetast laten, niet de verkooper'doch de klant moet over de beide artikelen oordeelen. Ook zul len de reizigers verstandig doen, op hun eigen artikel te letten en niet altijd angstvallig naar de concurren tie te kijken. Vervolgens deelde spr. nog een en' an der mede over de andere wijze Vant verkoopen, n.l. door middel van za kenbrieven of circulaires. Zoowel da stijl als de technische uitvoering daar-; van zijn bierbij van beteekenis. Is de a spirant-koop er door een voldoend aan tal brieven bewerkt, dan yerscliijnt j. als de klap op de vuurpijl de ve^'r-o- ppr op het terrein. Ten slotte behandelde sgr nog in het kort de derde wijze van verkoopen. n.l. door publiciteit. De kooper moet gewonnen worden, niet gedreven; do verkoöpers moeten nauwkeurig op do hoogte gehouden van de annonces, die x in de bladen verschijnen, enz. Op de' schitterende, met enthousias me uitgesproken rede van den beer Hoogwout volgde een warm app! us. De Centrum-Winkelweek. De groote dag voor de centrum-win keliers is vandaag gekomen. Zij ope nen beden hun eerste winkelweek, de Ni-Vi-Bo, zooals zij haar zelf, 'n beetje Ku-Kux-Rlan-achtig hebben genoemd. Maar ter zake, de winkeliers van de Nieuwe Rijn, Visch- en Botermarkt hebben vandaag een mooi stuk werk geleverd, waar ieder die er «en draagt den hoed voor kan afnemen. Wanneer de voorteekepen niet bedrie-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1