NTEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 5 NOVEMBER 1925 i W £EDE BLAD. Wflï DE BLADEN ZEGGEN. Op twee manieren. De redactie van „De Houten Pomp' heeft zich de moeite gegeven in de Handelingen de redevoering te lezen, door ds. Lingbeek, den woordvoerder der Hervormd-Gereformeerue Staats partij in de Tweede "amer, bij de be handeling van het ontwerp-Bioscoop wet uitgesproken. Maar nu heeft genoemd Kamerlid •iok een blad „Staat en Kö'kin hetwelk hij zijn rede uit de „Handelin gen" liet afdrukken En ook die rede heeft de redactie van de „Houten Pomp' gelezen. Doch met welk gevolg? dat zij ontdekt heeft, dat de heer •Lingbeek in die rede1 nogal wat ver anderd heeft. Waarmede hij den in- druk wekt, dat hij twee manieren heeft om zich uit te drukken; te we- te- ^en voor de Tweede Kamer en een voor zijn volkje, dat „Staat en Kerk" leest. Het meest heeft de aandacht getrok ken de laatste volzin in bedoelde Twee- de Kamerrede, luidende: „Is dat niet de taak van de Regee ring? Dan toone zij toch te beseffen, dat het noodig is. Zij toone dat te be seffen, door haar te steunen, haar in stand te houden, wier taak hier wèl ligt, zij toone dat, door in stand te houden én beter te steunen de natio nale, dat is onze Nederlandsch Her vormde Kerk". Van dezen zin maakte ds. Lingbeek in zijn blad („Staat en Kerk"): „Enis dat niet u w taak? Toon dan te beseffen, dat het toch noodig is. Toon dat besef door haar te steu nen en i n stand te Touden wier taak hier wel ligt: n.l. d kerkdesHee- ren! In 't bijzonder: de Nationale, de Ned. Herv. Kerk". Van dezen zin maakte Ds. Lingbeek in zijn blad („Staat en Kerk"): In deze inlassching van „de Kerk des.Heeren" proeft men de poging om te ontkomen aan de zeer juiste De- schuldiging, door een dame, een zeer geacht lezeres van „Staat en Kerk" zooals Ds. L. zelf zegt tot hem ge richt, als zou hij alleen in 't krijt ge treden zijn voor |,,de nationale, dat is onze Ned. Herv. Kerk." Nog slimmer is de volgende wijzi- ging, die de man in zijn Katr.errede heeft aangebracht, inzake zijn bezoek aan den bioscoop. In de Handeiihgeu der Tweede 'Ka mer, het officieel /erslag, dat door do sprekers zelven gecorrigeerd wordt, leest men: „Ik heb mij in de laatste wek-*,n onledig gehouden met het lez«jn van aanplakbiljetten op de bioscoopge bouwen. Ikbenookweleensin een bioscoop geweest." In „Staat en Kerk" wordt deze vol zin uit zijn Kamerrede door Ds- Ling beek wel met eenige uitbreiding weer gegeven, maar de hierboven gespatie- eerde woorden komen er niet in voor. Hier proeft men de vrees, dat de le- zer(es) van „Staat en Kerk" het domi nee kwalijk nemen zal, dat hij ook wel eens in een bioscoop \s geweest. Trouwens er zijn nog meer beden kelijke verschillen tusschen de u' ■>- sproken en door hem gecorrigeerde Kamerrede en deze zelfde door hem gewijzigde in „Staat en Kerk" over gedrukte Kamerrede. In de Kamer sprak Lingbeek: „Lutber heeft gezegd: Waar God zijn Kerk bouwt, daar bouwt Satan- zijn kapel er naast. Maar waar Gods Kerk niet gebouw wordt daar wordt de kapel Satans tot een kerk, en daar FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 85) „Als die man Lady Arden's naam nog eens durft te noemen, gooi hem dan de straat op" bulderde de graaf en terwijl de bedienden verschrikt op zij gingen, stonden de graaf en de vreemdeling recht tegenover elkaar. „Ik wil haar zien of haar man" riep hij woest uit. „Ik ga niet eerder heen." „Ik be;i Lord "Arden" zei de graaf. Hier moet een eind aan komen Een oogenblik was de man tot zwij gen gebracht. Zijn gelaat was vuur rood en zijn oogen stonden wild van den drank. Hij keek naar het trotsche gelaat en de edele gestalte voor hem. „Dus u bent Lord Arden" zei hij. „laat u dan door mij raden om uws zelfs wil en om iemand, die u zeer lief is laat mij u onder vier oogen mo gen zien, voor u mij laat gevangen nemen." Inmiddels kwam de knecht met een ernstig gelaat naar hem'toe. „Mylord, neem mij niet kwalijk deze man zegt wonderlijke djngen. Het zou misschien moeite sparen als u hem alleen zoudt willen zien Hij heek ■vreemde ïeeen over mevrouw «ra- wordt de Kerk des Heeren tot een kapel". Hiervan maakt hij in zijn „Staat en Kerk": Iemand heeft gezegd: waar Gods Kerk niet gebouw wordt, daar wordt Gods Kerk een kapel en daar wordt Satans kapel een kerk." Dat verschilt nog al wat! Een eindje verder leest men in de Kamerrede: „De bevdlking nam toe, maar wat financiën en ambtenaren en ook plaatsen van samenkomst bgtreft, bleef de Kerk op één hoogte". Maar in „Staat en Kerk" heet het: in financieele krachten en in ambtelijke krachten, en in kracht van localiteit ging de kerk niet noe menswaard vooruit." Hier is het woord „ambtenaren" schroomvallig vermeden en door „ambtelijke krachten" vervangen. Dan worden de ambtenaren niet gekwetst en de gedachte gewekt dat predikan ten of ouderlingen of iets dergelijks be doeld zijn. Hij zei (Handelingen St.G.): Toen ik nog jong was, was het in de Amstel- stad, waar ik opgroeide, nog nagenoeg algemeen gebruikelijk om naar de ca techisatie te gaa:\ tegenwoordig schijnt dat vrijwel uitzondering te zijn geworden. Hij zei (Kerk en Staat): Toen ik jong was, ging in de Amstelstad nog nage noeg iedereen naar de catechisatie. Nu schijnen nog maar weinigen daarvan gebruik te maken. Het aantal kerkelij ke huwelijken nam af. Het aantal kerkgangers nam niet toe naar even redigheid van de toename der bevol king. De schrijve n de H. P. zegt hierbij: Zoo zou ik voort kunnen gaan: de Bioscöoprede van den heer Lingbeek in de Handelingen is op meerdere pun ten een geheel andere, dan zijn rede, die afgedrukt werd in „Kerk en Staat". KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Ta Njjverdal (hulppred. L. J. C. Visbaak, cand. te Amsterdam. Te Werkhoven, C. J. Leenmans te Gar deren. Aangenomen: Naar Roswinkel, D. Siemelink te Nieuw-Weerdinge. Naar Ransdorp-Schellingerwoude (toez.h W. Kool, cand. te» Barendracht. Naar Dirks horr), G. d© Leeuw te Oudkarspel. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Soheemda, J. S. Schaafsma te Gasseltern\jeveen. CHR. GEREF. KERK. Seroepen:Te Zwijndrecht, A. Grup pen te Vlissingen. GEREF. GEMEENTEN. Bedankt: Voor Vlaardingen, M. Hofman te Krabfcendijke. Bevestiging, Intrede, Alscheld. D3. H. W. Bloemhof f hoopt Zon dag 8 November afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gemeente te Harkstede en 15 November d.a.v. intrede te doen te Warfhuizen. Ds. G. Nuis te Drempt hoopt als be vestiger op te treden. Na 's morgens bevestigd te zijn door Ds. S. Winkel van Heerenveen- Terband, deed Zondagmiddag Ds. J. Seven ster van Koflum zijn intrede bp de Ned, Herv. Gemeente te Donker broek met een le»srrede over Matth. 10 vers 27. Ambtjubilea. Ds. J. Bosch, predikant der Geref. Kerk van Grppskerk (Gron.), hoopt 25 November zjjn 25-jarig ambtsjubileum te herdenken. Ds. Bosch, die zjjn opleiding ont ving aan de Theol. School te Kampen, diende achtereenvolgens de Geref. Ker ken van Neede, Genderen, Steenwjjk, Alteveer en Westbroek en sinds Sep tember de kerk te Grjjpskerk. Gisteren was het 25 jaar geleden, dat Dr. H. T. de Graaf, Ned/ Herv. vin, en u zou niet willen Lord Arden viel hem boos in de rede „Wat komt eht er op aan, wat zulk een man zegt over mevrouw de gra vin?" „Buiten verzamelen zich steeds meer nieuwsgierige vreemdelingen" zei de man eerbiedig. „Laat mij u even mogen spreken. 9lechts voor vijf minuten" riep Adam Ramsay, „vijf minuten maar Ik zal u niet langer ophouden. U zult er heel uw leven berouw van hebben, als u het niet doet." Lord Arden besloot dat hij het niet doen zou waarom ook? Hij zou den man gevangen laten nemen, om het maken van dit rumoer, maar hij zou zich niet vernederen om met hem te spreken waarom ook? Maar de man drong zich met een zekeren ernst, Üie niet te miskennen was, naar voren. ,Ter wille van uw vrouw" fluisterde hij. „Ik weet ik weet. dat de drank duivel mij hierheen heeft gedreven, maar nu ik hier eenmaal ben, laten we nu de zaak uitmaken. Geef mij vijf mi nuten en ik zal u zeggen, wie uw vrouw is! Dat behoort u toch te we ten." Maar de sterke rechterhand van den graaf was opgeheven en Adam Ram say zou niet veel meer te zeggen heb- predikant te Zutphen, to Alarum in zijn ambt bevestigd werd. Achtereenvolgens diende hij de gemeente Veenhuizen en Sneek. Op n April 1920 verbond hij zich aan zjjn tegenwoordige gemeente. Ds. J. W. Roobol. Ds- J. W. Roobol te» Egmond aan Zee is, naar het „Hbld." meldt, de vorige week ipet vacantie gegaan. Thans' is bij de Ned. Herv. .Gemeente bericht van hem ingekomen, dat hjj besloten heieft zijn bediening op ta geven, zoo dat 15 November de plaats vacant is. Dit besluit zal wel het gevolg zijn van de minder goede verstandhouding tusschen de. gemeente en den predikant. Dr. C. Veltenaar. Maandagavond dus meldt „De Standaard vervoegde zich op de vergadering van den kerkeraad der Geref. Kerk van Asperen, Dr. C. Yel- tenaar, die Zondagavond zijn ambt als predikant der NS. Herv. Kerk had neergelegd, met het verzoek tot de Ge reformeerde Kerken te worden toege laten. Daar de Kerkeraad ten volle overtuigd was, hier te doen te hebben met een zaak des gewete-ns, en des beginsels, had niemand het geringste bezwaar. De zaak-deelkerken. Prof. dr. Hi. Oort schrijft in het iHaagsch Maandblad van deze maand over bovengenoemde zaak o.m.: „Memschen die weinig of geen be lang stellen in kerkelijk-godsdienstig leven, daarvan ook niet veel weten, zijn licht geneigd schouderophalend te zeggen: Laten vrijzinnigen en recht- zinnigen strijden over de waarde van den Bijbel; wat hebben wij daarmee te maken? Dat gaat buiten het leven om. Dprtkt gij dat? Gij weet niet hoe veel er hangt aan de vraag of God in zes dagen hemel en aarde gescha pen heeft en oi de Paradijsslang een werkelijke slang is geweest. Er hangt een wereld- en levensbeschouwing aan. Zijn die verhalen niet waar, waarom dan de tallooze wonderverhalen van O. en .N T. wel? En zijn die ver halen verdicht, dan zijn de schrijvers niet in alles betrouwbaar, dan kun nen wij ook niet aannemen, dat hun denkbeelden over God en den weg tot Hem waar zijn; daar gaat eerst het gezag van het O. T. te gronde; het Nieuwe houdt het nog iets langer; maar het ontzinkt ons mee. Geen klei nigheid. Zooals de alleenheerschappij, het „Koningschap van Gods genade", eeuwen lang voor vele volken een zegen is geweest het nog mis- sciuen is maar ten slotte valt 0111 het onheil dat het den tot vrijheid rij penden aanbrengt; zooak de Koomsch- Katholieke Kerk en andera gods diensten het geluk van millioenen eeuwen lang heeft vermeerderd, en tooh gebroken wordt omdat zij het geeste lijk teveh stremt; zoo heeft het Bijbel- geloof aan talloos velen licht, verster king van plichtgevoel en groots ver troosting gebracht. Wat zou een goad deel der wereld in da laatste vier eeu wen arm zijn geweest al3 zij haar Bijbel niet had gehad Maar die Heiliga Schrift heeft door te heerschen ook veel on heil gesticht, verkeerde denkbeelden, zoo niet aangebracht, dan toch in het leven gehouden; zij werkt belemme rend. En daar gaat haar gezag Zjj wordt een verzameling hoeken van minder of meerder waarde, welker inhoud even vrij worden beoordeeld als van elk ander geschrift. Ja; al blijven velen op den weg tusschen domme Bjjbel- vereering en onbeperkt vrijheidsbesef halverwege staan, daar gaat het heen, op den duur onweerstaanbaar. Indien het geen fait was dat rechtzin nige theologen nog in dit jaar met 'beroep op i Kor. 11 216 ernstig streden over de vraag of vrouwen in de kerk zonder hoed mogen zitten, wjj zouden liet, als al te belachelijk, niet gelooven; maar dat hoofdstuk leert daar bü de onderdanigheid van de vrouw aan den man, en die mag dus door Brj- belgeloovigen niet wesrsproken wor» de»n. Zoo is er meer. Ieder gezag, niet door rede en liefde, maar door dwang gehandhaafd, is, hoezeer vaak tijdelijk noodig en heilzaam, ten slotte onheil aanbrengend; het is daarom een zegen vdór óns dat het Bijbelg»ezag, steunend op overlevering en "kerkdwang, valt. Het brokkelt tegenwoordig SfWKroogen af. Velen, die het nog handhaven, twft- ben gehad, Indiër niet een van de knechten, ziende wat er ging gebeuren hem had weggetrokken. „Als je het nog eens waagt om dien naam uit te spreken" zei de graaf, zie dend van drift, sla ik je neer. En ik ben gewoon het niet bij dreigen te laten." „Mylord, ik ben de eenige man in de wereld, die weet, wie mevrouw de gra vin is." Er was iets in de wijze van doen van den man. dat Lord Arden trof; een plotselinge stilte was gevallen over de groep bedienden, alsof zij een voorge voel hadden van kwaad, dat In de lucht hing. Hij aarzelde, hij wist, dat er niets kon zijn betreffende zijn sctnjo nen en edele vrouw, dat niot in orde was. Maar toch, als door gebrek aan geduld bij hem haar naam werd be lasterd, zelfs door de leden van haar eigen huishouding, zou hij het zich r.ooit vergeven. Dat mocht niet gebeuren, als hij het voorkomen kon door zich te beheer- schen en voor enkele oogenblikken te luisteren naar een man, dien hij tot in het diepst van zijn ziel verachtte „Breng hem naar de bibliotheek" zei hij op een toon van minachting en af keer, „üa^r zal ik hem zien Niet een' van de in deftige livrei ge leien reeds, ai ïurven, Kunnen 01 wffien zij het zichzelf niet bekennen. Eere een man, idie er eerlijk voor uitkomt, al is het voorloopig in de kinderachtige vraag of fcle Paradijsslang een werke lijke slang was. Er is voor ons, .Gode zij dank, een hooger gezag in gees telijke ddingen dan de Bijbel." Deze stem van Prof. Oort is bijzon der 'be»langwekkend, indien wij in aan merking nemen, dat deze grijze oud- hoogleeraar, die tegen de» negentig loopt de eenige nog in leven zijnde theoloog is, die de opkomst van de moderne richting nog heeft meegemaakt. Wanneer hjj hier een verheugend te»eken ziet, is dit voor wie vasthouden wil aan de autoriteit van Gods Woord een vermaning, ié meer: Principüs 5b- sta, d. w. z. sta de beginselen "te- gen. Wie' begint met aan bepaalde ge deelten van 'Gods Woord te tornen, zal er toe moeten komen, tenslotte alles los te laten. Betwijfeld mag zeker, of Dr. Geel kerken een verdediging van die djjde pp prjjs zal stellen. Bezoldiging Leeraren M O. De besturen van de Algem'. Vereen, van leeraren bjj het M. 0., van het Gen. van leeraren aan de Ned. Gymnar sia en van de R. K. Leerarenvereen. „St. Bonaventura", hebben een adres gericht tot den Voorzitter van den raad van Ministers in verband met de mo gelijkheid tot het afbrengen van ver beteringen in het Bezoldigingsbesluit 1925. Hoewel naar het inzien van adres santen een volledige herziening van dat Bezoldigingsbesluit, voor wat betreft de regeling der salarissen van de leeraren aan Rijks Hoogere Burgerscholen nood zakelijk is, geven zij den minister de volgende partiëele wijzigingen in over weging. 1. Verhooging van de lage aanvangs- wedden, b.v., zoodat een een leeraar met 20 wekeljjksehe lesuren een aan vangssalaris ontvangt, dat niet mindep is dan f 3000. 20. Verbetering van de opklimming der salarissen, zoo dat het eindsalaris kan wprden bereikt in 16 jaar. 3e. Verbetering van de betaling der lesuren hoven de 20 door in plaats van een van f 50 tot f 100 opklimmend bedrag, daarvoor een uniform bedrag te stellen van f loo. 4e. De salarieering der teekenleera ren zjj gelijk aan die van de leeraren in de andere vakken. De samenwerkende besturen hebben in het adres speciaal de aandacht van den minister gevestigd op de h.i. bui- tengewon lage salarieering der leerar ren in de lichamelijke oefening. Tenslotte wordt m het adres ver zocht den betrokken leeraar zonder diens toestemming geen grooter aantal lesuren te doen oparagen dan 24. BINNENLAND. De Raden van Axbei<L Aan het Voorl. Verslag betreffende de begrooting van Arbeid is bet vol gende ontleend: „Verscheidene leden vroegen, boe het staat met de voorgenomen centra lisatie van de Raden van Arbeid. Som migen drongen op een verdere inkrim ping van het aantal dier Raden aan, liefst in versneld tempo. *Men was voorts van oordeel, dat de Minister 'n goede gelegenheid om de centralisatie te bevorderen voorbij bad laten gaan door geen gebruik te maken van de ge legenbeid, dat vele voorzitters dier Ra den herbenoemd moesten worden. Ook werd gewezen op de mogelijkheid van opheffing van den Verzekeringsraad. Andere leden drongen ten aanzien van de bovenbedoelde centralisatie op voorzichtigheid aan. Met bet oog op de behoeften van bet platteland moet de werkkring van een Raad van Arbeid vooral niet te uitgestrekt worden. Betoogd werd, dat wanneer een Raad van Arbeid wordt opgeheven en diens gebied bij dat van een anderen Raad wordt gevoegd, de Raad opnieuw moet worden samengesteld, omdat de sa menstelling anders in territoriaal op zicht te eenzijdig is. Voorts werd gevraagd, boe bet staat kleede 'bedienden wilde hem aanraken, zoodat hem de weg werd gewezen naar de bibliotheek. „Orton" zei de graaf tot den ouden bottelier, „zend nu iedereen weg. Ik zal zelf de haldeur sluiten." De graaf en Adam Ramsay stonden tegenover elkaar. Een plotselinge ont nuchtering was over den man geko men. Hij keek den graaf half bevreesd aan. „Wat is er nu?" zei Lord Arden snel. „Spreek op. ik heb geen tijd to verliezen." Maar bij scheen nu zijn bru taliteit te hebben verloren. De uitdruk king van dronkenschap was bijna van zijn gelaat verwenen. „Ik wilde Lady Arden zien?" zei bij. „Ik moet baar spreken! Ik kende baar, toen zij nog Hester Blair was." „Wie ter wereld is Hester Blair?" riep de graaf uit. „Hester Blairl De naam komt mij bekend voor." De man kon niet weerstaan aan de verleiding om zijn triomf te vieren over Hester's man, al zou bet hem bet leven hebben gekost. Hij scheen flin ker en grooter te worden en keek den graaf recht in bet gelaat. „Hester Blair" zei bij, „was de hel din van bet Geheim van Colde Feil." Lord Arden keek hem aan. „Je bent waanzinnig!" zei bij. AAN HET ZOEKLICHT Leiden, 5 November 1925. Wat gisteren in den Gemeenteraad van Noordwijkerhout omtrent denau- tobusdienst KatwijkIJmuiden werd medegedeeld, gaat toch wel alle jur ken te buiten. Meermalen, aldus een 'der leden, komt bet voor, dat chauffeurs in dron ken toestand de auto besturen. En een ander lid voegde er aan toe, dat er in de bus Vaak flink getracteerd wordt en dat er soms schandelijke dingen ge beuren, zoo zelfs dat onlangs een pas sagier uitstapte, omdat bij zijn leven in de auto niet langer veilig achtte. Dat is toch wel heel kras. Door den burgemeester werd een streng onderzoek toegezegd, en ver wacht mag zeker worden dat bet on derzoek onverwijld zal worden inge steld. De veiligheid van de pasagiers, 'die zich aan zulk een vervoermiddel toe vertrouwen, staat bier op bet spek maar ook de veiligheid van bet zicK op den weg bevindend en toch reeds door duizend gevaren bedreigde pu bliek. Aan een roekelooze rijderij als hier; geconstateerd werd, dient onmiddel lijk een einde te worden gemaakt. OBSERVATOR. met de mechanisatie van de Raden van Arbeid, of de daarmede genomen proef geslaagd is en welke financieele offers aan deze proef verbonden zijn geweest. Enkele leden meenden te we ten, dat een beter doorgevoerde mecba nisatie bemoeilijkt wordt door de aan schaffing van ondoelmatige en ondeug delijke machines, die veel geld heb ben gekost, én niet bet gewenschte re sultaat konden opleveren. Door eenige leden werd de wensche- lijkheid bepleit om bij de steeds verder gaande gelijkmaking van de salarisre geling der ambtenaren bij de Raden van Arbeid met die der Rijksambtena ren die gelijkstelling niet alleen te doen plaats hebben, zooals thans bet geval is, wanneer de positie dor Rijks ambtenaren slechter is, maar ook in bet omgekeerde geval. Voorts werd aangedrongen op verbetering van de positie van de agenten der Vrijwillige Ouderdomsverzekering." De uniformen voor Rusland. Het Haagsche Gerechtshof heeft he den arrest gewezen inzake de procedu* re betreffende de voor de Sovjets be stemde uniformenè Zooals men zich herinneren zal, had de Haagsche firma Vlessi'ng en Co. een overeenkomst aangegaan volgens wél ke zij aan de Russische Handelscom missie moest leveren 200000 nieuwe Khaki-uniformen ad 35.per stuk'. Ten behoeve van de firma Vlessing had de bankier Scheel te Revel een ac- creditief van 6.000.000 gesteld. Toen echter de uniformen bij aankomst door de Russen werden afgekeurd en gewei gerd, wenschte Scheel zijn geld terug en stelde een vordering in tegen Vles sing, welke vordering door de Haag sche rechtbank ten volle werd toiege- wezen. Van deze uitspraak ging de fir\m# Vlessing in hooger beroep en bij plei dooi werd alsnog een verhoor op vraagpunten van den bankier "ge vraagd. Alvorens verder te beslissen, willig de het Hof dit verzoek in en bepaalde het verhoor van bankier Scheel Op Woensdag 10 December te 10 uur. Homoepathlsch Ziekenhuis. Een echtpaar, dat onbekend wenscftït te blijven, beeft aan het Homoepa* thiscb Ziekenhuis te Utrecht 1000.—* geschonken, als bijdrage in de kosten van bet buitenwerk 'der gebouwen. „Neen" antwoordde Adam Ramsay, „ik ben waanzinnig in één enkel op« zicht -- sedert ik ,mijn oog sloeg op Hes ter Blair. M^ar ik ben niet gek in den zin, als bedoelt" ging hij vooijt» „maar ik begin te begrijpen, dat ik niet nuchter ben. Ik heb haar geheim niet verkocht! Ik heb niemand iets ge zegd van Hester Blair." Toen met een plotselinge opwinding, die voortkomt uit drankmisbruik, riep hij uit: „U bent een groote en machtige graaf, maar u weet niet met wie u getrouwd bent dat weet ik alleen I" HOOFDSTUK XLVHI. Hester Blair. „Ik' was niet van plan bet u te zeg gen" riep Adam Ramsay, aan wien het plotseling duidelijk werd, wat hij ge daan bad, „maar nu moet ik den prijs hebben voor mijn geheim. Zij zou mij dien hebben gegeven, doch nu moet ik dien van u hebben. De prijs voor Hés- ter Blair's geheim beteekent voor mij geld en weelde!" Nu bij met hem alleen was en niets zijn aandacht afleidde, zag de graaf heel goed. wat er te doen was. De man was in diepen, vree9elijken ernst. Hij wist een verschrikkelijk geheim of hii meende dit althans en bij was verre van nuchter (Wordt yervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5