NTEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 5 NOVEMBER 1925
i W £EDE BLAD.
Wflï DE BLADEN ZEGGEN.
Op twee manieren.
De redactie van „De Houten Pomp'
heeft zich de moeite gegeven in de
Handelingen de redevoering te lezen,
door ds. Lingbeek, den woordvoerder
der Hervormd-Gereformeerue Staats
partij in de Tweede "amer, bij de be
handeling van het ontwerp-Bioscoop
wet uitgesproken.
Maar nu heeft genoemd Kamerlid
•iok een blad „Staat en Kö'kin
hetwelk hij zijn rede uit de „Handelin
gen" liet afdrukken En ook die rede
heeft de redactie van de „Houten
Pomp' gelezen. Doch met welk gevolg?
dat zij ontdekt heeft, dat de heer
•Lingbeek in die rede1 nogal wat ver
anderd heeft. Waarmede hij den in-
druk wekt, dat hij twee manieren
heeft om zich uit te drukken; te we-
te- ^en voor de Tweede Kamer en een
voor zijn volkje, dat „Staat en Kerk"
leest.
Het meest heeft de aandacht getrok
ken de laatste volzin in bedoelde Twee-
de Kamerrede, luidende:
„Is dat niet de taak van de Regee
ring? Dan toone zij toch te beseffen,
dat het noodig is. Zij toone dat te be
seffen, door haar te steunen, haar in
stand te houden, wier taak hier wèl
ligt, zij toone dat, door in stand te
houden én beter te steunen de natio
nale, dat is onze Nederlandsch Her
vormde Kerk".
Van dezen zin maakte ds. Lingbeek
in zijn blad („Staat en Kerk"):
„Enis dat niet u w taak? Toon
dan te beseffen, dat het toch noodig
is. Toon dat besef door haar te steu
nen en i n stand te Touden wier taak
hier wel ligt: n.l. d kerkdesHee-
ren! In 't bijzonder: de Nationale,
de Ned. Herv. Kerk".
Van dezen zin maakte Ds. Lingbeek
in zijn blad („Staat en Kerk"):
In deze inlassching van „de Kerk
des.Heeren" proeft men de poging om
te ontkomen aan de zeer juiste De-
schuldiging, door een dame, een zeer
geacht lezeres van „Staat en Kerk"
zooals Ds. L. zelf zegt tot hem ge
richt, als zou hij alleen in 't krijt ge
treden zijn voor |,,de nationale, dat is
onze Ned. Herv. Kerk."
Nog slimmer is de volgende wijzi-
ging, die de man in zijn Katr.errede
heeft aangebracht, inzake zijn bezoek
aan den bioscoop.
In de Handeiihgeu der Tweede 'Ka
mer, het officieel /erslag, dat door
do sprekers zelven gecorrigeerd wordt,
leest men:
„Ik heb mij in de laatste wek-*,n
onledig gehouden met het lez«jn van
aanplakbiljetten op de bioscoopge
bouwen. Ikbenookweleensin
een bioscoop geweest."
In „Staat en Kerk" wordt deze vol
zin uit zijn Kamerrede door Ds- Ling
beek wel met eenige uitbreiding weer
gegeven, maar de hierboven gespatie-
eerde woorden komen er niet in voor.
Hier proeft men de vrees, dat de le-
zer(es) van „Staat en Kerk" het domi
nee kwalijk nemen zal, dat hij ook wel
eens in een bioscoop \s geweest.
Trouwens er zijn nog meer beden
kelijke verschillen tusschen de u' ■>-
sproken en door hem gecorrigeerde
Kamerrede en deze zelfde door hem
gewijzigde in „Staat en Kerk" over
gedrukte Kamerrede.
In de Kamer sprak Lingbeek:
„Lutber heeft gezegd: Waar God
zijn Kerk bouwt, daar bouwt Satan-
zijn kapel er naast. Maar waar Gods
Kerk niet gebouw wordt daar wordt
de kapel Satans tot een kerk, en daar
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
85)
„Als die man Lady Arden's naam
nog eens durft te noemen, gooi hem
dan de straat op" bulderde de graaf
en terwijl de bedienden verschrikt op
zij gingen, stonden de graaf en de
vreemdeling recht tegenover elkaar.
„Ik wil haar zien of haar man" riep
hij woest uit. „Ik ga niet eerder heen."
„Ik be;i Lord "Arden" zei de graaf.
Hier moet een eind aan komen
Een oogenblik was de man tot zwij
gen gebracht. Zijn gelaat was vuur
rood en zijn oogen stonden wild van
den drank. Hij keek naar het trotsche
gelaat en de edele gestalte voor hem.
„Dus u bent Lord Arden" zei hij.
„laat u dan door mij raden om uws
zelfs wil en om iemand, die u zeer lief
is laat mij u onder vier oogen mo
gen zien, voor u mij laat gevangen
nemen."
Inmiddels kwam de knecht met een
ernstig gelaat naar hem'toe.
„Mylord, neem mij niet kwalijk deze
man zegt wonderlijke djngen. Het zou
misschien moeite sparen als u hem
alleen zoudt willen zien Hij heek
■vreemde ïeeen over mevrouw «ra-
wordt de Kerk des Heeren tot een
kapel".
Hiervan maakt hij in zijn „Staat en
Kerk":
Iemand heeft gezegd: waar Gods
Kerk niet gebouw wordt, daar wordt
Gods Kerk een kapel en daar wordt
Satans kapel een kerk."
Dat verschilt nog al wat!
Een eindje verder leest men in de
Kamerrede:
„De bevdlking nam toe, maar wat
financiën en ambtenaren en ook
plaatsen van samenkomst bgtreft,
bleef de Kerk op één hoogte".
Maar in „Staat en Kerk" heet het:
in financieele krachten en in
ambtelijke krachten, en in kracht
van localiteit ging de kerk niet noe
menswaard vooruit."
Hier is het woord „ambtenaren"
schroomvallig vermeden en door
„ambtelijke krachten" vervangen. Dan
worden de ambtenaren niet gekwetst
en de gedachte gewekt dat predikan
ten of ouderlingen of iets dergelijks be
doeld zijn.
Hij zei (Handelingen St.G.): Toen ik
nog jong was, was het in de Amstel-
stad, waar ik opgroeide, nog nagenoeg
algemeen gebruikelijk om naar de ca
techisatie te gaa:\ tegenwoordig
schijnt dat vrijwel uitzondering te zijn
geworden.
Hij zei (Kerk en Staat): Toen ik jong
was, ging in de Amstelstad nog nage
noeg iedereen naar de catechisatie. Nu
schijnen nog maar weinigen daarvan
gebruik te maken. Het aantal kerkelij
ke huwelijken nam af. Het aantal
kerkgangers nam niet toe naar even
redigheid van de toename der bevol
king.
De schrijve n de H. P. zegt hierbij:
Zoo zou ik voort kunnen gaan: de
Bioscöoprede van den heer Lingbeek
in de Handelingen is op meerdere pun
ten een geheel andere, dan zijn
rede, die afgedrukt werd in „Kerk en
Staat".
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Ta Njjverdal (hulppred.
L. J. C. Visbaak, cand. te Amsterdam.
Te Werkhoven, C. J. Leenmans te Gar
deren.
Aangenomen: Naar Roswinkel,
D. Siemelink te Nieuw-Weerdinge. Naar
Ransdorp-Schellingerwoude (toez.h W.
Kool, cand. te» Barendracht. Naar Dirks
horr), G. d© Leeuw te Oudkarspel.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Soheemda, J. S.
Schaafsma te Gasseltern\jeveen.
CHR. GEREF. KERK.
Seroepen:Te Zwijndrecht, A. Grup
pen te Vlissingen.
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt: Voor Vlaardingen, M.
Hofman te Krabfcendijke.
Bevestiging, Intrede, Alscheld.
D3. H. W. Bloemhof f hoopt Zon
dag 8 November afscheid te nemen van
de Ned. Herv. Gemeente te Harkstede
en 15 November d.a.v. intrede te doen
te Warfhuizen.
Ds. G. Nuis te Drempt hoopt als be
vestiger op te treden.
Na 's morgens bevestigd te zijn
door Ds. S. Winkel van Heerenveen-
Terband, deed Zondagmiddag Ds. J.
Seven ster van Koflum zijn intrede
bp de Ned, Herv. Gemeente te Donker
broek met een le»srrede over Matth. 10
vers 27.
Ambtjubilea.
Ds. J. Bosch, predikant der Geref.
Kerk van Grppskerk (Gron.), hoopt 25
November zjjn 25-jarig ambtsjubileum
te herdenken.
Ds. Bosch, die zjjn opleiding ont
ving aan de Theol. School te Kampen,
diende achtereenvolgens de Geref. Ker
ken van Neede, Genderen, Steenwjjk,
Alteveer en Westbroek en sinds Sep
tember de kerk te Grjjpskerk.
Gisteren was het 25 jaar geleden,
dat Dr. H. T. de Graaf, Ned/ Herv.
vin, en u zou niet willen
Lord Arden viel hem boos in de rede
„Wat komt eht er op aan, wat zulk
een man zegt over mevrouw de gra
vin?"
„Buiten verzamelen zich steeds meer
nieuwsgierige vreemdelingen" zei de
man eerbiedig.
„Laat mij u even mogen spreken.
9lechts voor vijf minuten" riep Adam
Ramsay, „vijf minuten maar Ik zal u
niet langer ophouden. U zult er heel
uw leven berouw van hebben, als u
het niet doet."
Lord Arden besloot dat hij het niet
doen zou waarom ook? Hij zou den
man gevangen laten nemen, om het
maken van dit rumoer, maar hij zou
zich niet vernederen om met hem te
spreken waarom ook? Maar de man
drong zich met een zekeren ernst, Üie
niet te miskennen was, naar voren.
,Ter wille van uw vrouw" fluisterde
hij. „Ik weet ik weet. dat de drank
duivel mij hierheen heeft gedreven,
maar nu ik hier eenmaal ben, laten we
nu de zaak uitmaken. Geef mij vijf mi
nuten en ik zal u zeggen, wie uw
vrouw is! Dat behoort u toch te we
ten."
Maar de sterke rechterhand van den
graaf was opgeheven en Adam Ram
say zou niet veel meer te zeggen heb-
predikant te Zutphen, to Alarum in zijn
ambt bevestigd werd. Achtereenvolgens
diende hij de gemeente Veenhuizen en
Sneek. Op n April 1920 verbond hij
zich aan zjjn tegenwoordige gemeente.
Ds. J. W. Roobol.
Ds- J. W. Roobol te» Egmond aan Zee
is, naar het „Hbld." meldt, de vorige
week ipet vacantie gegaan. Thans' is
bij de Ned. Herv. .Gemeente bericht
van hem ingekomen, dat hjj besloten
heieft zijn bediening op ta geven, zoo
dat 15 November de plaats vacant is.
Dit besluit zal wel het gevolg zijn
van de minder goede verstandhouding
tusschen de. gemeente en den predikant.
Dr. C. Veltenaar.
Maandagavond dus meldt „De
Standaard vervoegde zich op de
vergadering van den kerkeraad der
Geref. Kerk van Asperen, Dr. C. Yel-
tenaar, die Zondagavond zijn ambt als
predikant der NS. Herv. Kerk had
neergelegd, met het verzoek tot de Ge
reformeerde Kerken te worden toege
laten. Daar de Kerkeraad ten volle
overtuigd was, hier te doen te hebben
met een zaak des gewete-ns, en des
beginsels, had niemand het geringste
bezwaar.
De zaak-deelkerken.
Prof. dr. Hi. Oort schrijft in het
iHaagsch Maandblad van deze maand
over bovengenoemde zaak o.m.:
„Memschen die weinig of geen be
lang stellen in kerkelijk-godsdienstig
leven, daarvan ook niet veel weten,
zijn licht geneigd schouderophalend te
zeggen: Laten vrijzinnigen en recht-
zinnigen strijden over de waarde van
den Bijbel; wat hebben wij daarmee te
maken? Dat gaat buiten het leven
om. Dprtkt gij dat? Gij weet niet hoe
veel er hangt aan de vraag of God
in zes dagen hemel en aarde gescha
pen heeft en oi de Paradijsslang een
werkelijke slang is geweest. Er hangt
een wereld- en levensbeschouwing aan.
Zijn die verhalen niet waar, waarom
dan de tallooze wonderverhalen van
O. en .N T. wel? En zijn die ver
halen verdicht, dan zijn de schrijvers
niet in alles betrouwbaar, dan kun
nen wij ook niet aannemen, dat hun
denkbeelden over God en den weg
tot Hem waar zijn; daar gaat eerst het
gezag van het O. T. te gronde; het
Nieuwe houdt het nog iets langer;
maar het ontzinkt ons mee. Geen klei
nigheid.
Zooals de alleenheerschappij, het
„Koningschap van Gods genade",
eeuwen lang voor vele volken een
zegen is geweest het nog mis-
sciuen is maar ten slotte valt 0111
het onheil dat het den tot vrijheid rij
penden aanbrengt; zooak de Koomsch-
Katholieke Kerk en andera gods
diensten het geluk van millioenen
eeuwen lang heeft vermeerderd, en tooh
gebroken wordt omdat zij het geeste
lijk teveh stremt; zoo heeft het Bijbel-
geloof aan talloos velen licht, verster
king van plichtgevoel en groots ver
troosting gebracht. Wat zou een goad
deel der wereld in da laatste vier eeu
wen arm zijn geweest al3 zij haar Bijbel
niet had gehad Maar die Heiliga Schrift
heeft door te heerschen ook veel on
heil gesticht, verkeerde denkbeelden,
zoo niet aangebracht, dan toch in het
leven gehouden; zij werkt belemme
rend. En daar gaat haar gezag Zjj wordt
een verzameling hoeken van minder of
meerder waarde, welker inhoud even
vrij worden beoordeeld als van
elk ander geschrift. Ja; al blijven velen
op den weg tusschen domme Bjjbel-
vereering en onbeperkt vrijheidsbesef
halverwege staan, daar gaat het heen,
op den duur onweerstaanbaar.
Indien het geen fait was dat rechtzin
nige theologen nog in dit jaar met
'beroep op i Kor. 11 216 ernstig
streden over de vraag of vrouwen in
de kerk zonder hoed mogen zitten, wjj
zouden liet, als al te belachelijk, niet
gelooven; maar dat hoofdstuk leert daar
bü de onderdanigheid van de vrouw
aan den man, en die mag dus door Brj-
belgeloovigen niet wesrsproken wor»
de»n. Zoo is er meer. Ieder gezag, niet
door rede en liefde, maar door dwang
gehandhaafd, is, hoezeer vaak tijdelijk
noodig en heilzaam, ten slotte onheil
aanbrengend; het is daarom een zegen
vdór óns dat het Bijbelg»ezag, steunend
op overlevering en "kerkdwang, valt.
Het brokkelt tegenwoordig SfWKroogen
af. Velen, die het nog handhaven, twft-
ben gehad, Indiër niet een van de
knechten, ziende wat er ging gebeuren
hem had weggetrokken.
„Als je het nog eens waagt om dien
naam uit te spreken" zei de graaf, zie
dend van drift, sla ik je neer. En ik
ben gewoon het niet bij dreigen te
laten."
„Mylord, ik ben de eenige man in de
wereld, die weet, wie mevrouw de gra
vin is."
Er was iets in de wijze van doen van
den man. dat Lord Arden trof; een
plotselinge stilte was gevallen over de
groep bedienden, alsof zij een voorge
voel hadden van kwaad, dat In de
lucht hing. Hij aarzelde, hij wist, dat
er niets kon zijn betreffende zijn sctnjo
nen en edele vrouw, dat niot in orde
was. Maar toch, als door gebrek aan
geduld bij hem haar naam werd be
lasterd, zelfs door de leden van haar
eigen huishouding, zou hij het zich
r.ooit vergeven.
Dat mocht niet gebeuren, als hij het
voorkomen kon door zich te beheer-
schen en voor enkele oogenblikken te
luisteren naar een man, dien hij tot
in het diepst van zijn ziel verachtte
„Breng hem naar de bibliotheek" zei
hij op een toon van minachting en af
keer, „üa^r zal ik hem zien
Niet een' van de in deftige livrei ge
leien reeds, ai ïurven, Kunnen 01 wffien
zij het zichzelf niet bekennen. Eere
een man, idie er eerlijk voor uitkomt, al
is het voorloopig in de kinderachtige
vraag of fcle Paradijsslang een werke
lijke slang was. Er is voor ons, .Gode
zij dank, een hooger gezag in gees
telijke ddingen dan de Bijbel."
Deze stem van Prof. Oort is bijzon
der 'be»langwekkend, indien wij in aan
merking nemen, dat deze grijze oud-
hoogleeraar, die tegen de» negentig loopt
de eenige nog in leven zijnde theoloog
is, die de opkomst van de moderne
richting nog heeft meegemaakt.
Wanneer hjj hier een verheugend
te»eken ziet, is dit voor wie vasthouden
wil aan de autoriteit van Gods Woord
een vermaning, ié meer: Principüs 5b-
sta, d. w. z. sta de beginselen "te-
gen.
Wie' begint met aan bepaalde ge
deelten van 'Gods Woord te tornen, zal
er toe moeten komen, tenslotte alles
los te laten.
Betwijfeld mag zeker, of Dr. Geel
kerken een verdediging van die djjde
pp prjjs zal stellen.
Bezoldiging Leeraren M O.
De besturen van de Algem'. Vereen,
van leeraren bjj het M. 0., van het
Gen. van leeraren aan de Ned. Gymnar
sia en van de R. K. Leerarenvereen.
„St. Bonaventura", hebben een adres
gericht tot den Voorzitter van den raad
van Ministers in verband met de mo
gelijkheid tot het afbrengen van ver
beteringen in het Bezoldigingsbesluit
1925. Hoewel naar het inzien van adres
santen een volledige herziening van dat
Bezoldigingsbesluit, voor wat betreft de
regeling der salarissen van de leeraren
aan Rijks Hoogere Burgerscholen nood
zakelijk is, geven zij den minister de
volgende partiëele wijzigingen in over
weging.
1. Verhooging van de lage aanvangs-
wedden, b.v., zoodat een een leeraar
met 20 wekeljjksehe lesuren een aan
vangssalaris ontvangt, dat niet mindep
is dan f 3000.
20. Verbetering van de opklimming
der salarissen, zoo dat het eindsalaris
kan wprden bereikt in 16 jaar.
3e. Verbetering van de betaling der
lesuren hoven de 20 door in plaats
van een van f 50 tot f 100 opklimmend
bedrag, daarvoor een uniform bedrag
te stellen van f loo.
4e. De salarieering der teekenleera
ren zjj gelijk aan die van de leeraren
in de andere vakken.
De samenwerkende besturen hebben
in het adres speciaal de aandacht van
den minister gevestigd op de h.i. bui-
tengewon lage salarieering der leerar
ren in de lichamelijke oefening.
Tenslotte wordt m het adres ver
zocht den betrokken leeraar zonder
diens toestemming geen grooter aantal
lesuren te doen oparagen dan 24.
BINNENLAND.
De Raden van Axbei<L
Aan het Voorl. Verslag betreffende
de begrooting van Arbeid is bet vol
gende ontleend:
„Verscheidene leden vroegen, boe
het staat met de voorgenomen centra
lisatie van de Raden van Arbeid. Som
migen drongen op een verdere inkrim
ping van het aantal dier Raden aan,
liefst in versneld tempo. *Men was
voorts van oordeel, dat de Minister 'n
goede gelegenheid om de centralisatie
te bevorderen voorbij bad laten gaan
door geen gebruik te maken van de ge
legenbeid, dat vele voorzitters dier Ra
den herbenoemd moesten worden. Ook
werd gewezen op de mogelijkheid van
opheffing van den Verzekeringsraad.
Andere leden drongen ten aanzien
van de bovenbedoelde centralisatie op
voorzichtigheid aan. Met bet oog op de
behoeften van bet platteland moet de
werkkring van een Raad van Arbeid
vooral niet te uitgestrekt worden.
Betoogd werd, dat wanneer een Raad
van Arbeid wordt opgeheven en diens
gebied bij dat van een anderen Raad
wordt gevoegd, de Raad opnieuw moet
worden samengesteld, omdat de sa
menstelling anders in territoriaal op
zicht te eenzijdig is.
Voorts werd gevraagd, boe bet staat
kleede 'bedienden wilde hem aanraken,
zoodat hem de weg werd gewezen
naar de bibliotheek.
„Orton" zei de graaf tot den ouden
bottelier, „zend nu iedereen weg. Ik
zal zelf de haldeur sluiten."
De graaf en Adam Ramsay stonden
tegenover elkaar. Een plotselinge ont
nuchtering was over den man geko
men. Hij keek den graaf half bevreesd
aan.
„Wat is er nu?" zei Lord Arden
snel. „Spreek op. ik heb geen tijd to
verliezen." Maar bij scheen nu zijn bru
taliteit te hebben verloren. De uitdruk
king van dronkenschap was bijna van
zijn gelaat verwenen.
„Ik wilde Lady Arden zien?" zei bij.
„Ik moet baar spreken! Ik kende baar,
toen zij nog Hester Blair was."
„Wie ter wereld is Hester Blair?"
riep de graaf uit. „Hester Blairl De
naam komt mij bekend voor."
De man kon niet weerstaan aan de
verleiding om zijn triomf te vieren
over Hester's man, al zou bet hem bet
leven hebben gekost. Hij scheen flin
ker en grooter te worden en keek den
graaf recht in bet gelaat.
„Hester Blair" zei bij, „was de hel
din van bet Geheim van Colde Feil."
Lord Arden keek hem aan.
„Je bent waanzinnig!" zei bij.
AAN HET ZOEKLICHT
Leiden, 5 November 1925.
Wat gisteren in den Gemeenteraad
van Noordwijkerhout omtrent denau-
tobusdienst KatwijkIJmuiden werd
medegedeeld, gaat toch wel alle jur
ken te buiten.
Meermalen, aldus een 'der leden,
komt bet voor, dat chauffeurs in dron
ken toestand de auto besturen. En een
ander lid voegde er aan toe, dat er in
de bus Vaak flink getracteerd wordt
en dat er soms schandelijke dingen ge
beuren, zoo zelfs dat onlangs een pas
sagier uitstapte, omdat bij zijn leven
in de auto niet langer veilig achtte.
Dat is toch wel heel kras.
Door den burgemeester werd een
streng onderzoek toegezegd, en ver
wacht mag zeker worden dat bet on
derzoek onverwijld zal worden inge
steld.
De veiligheid van de pasagiers, 'die
zich aan zulk een vervoermiddel toe
vertrouwen, staat bier op bet spek
maar ook de veiligheid van bet zicK
op den weg bevindend en toch reeds
door duizend gevaren bedreigde pu
bliek.
Aan een roekelooze rijderij als hier;
geconstateerd werd, dient onmiddel
lijk een einde te worden gemaakt.
OBSERVATOR.
met de mechanisatie van de Raden
van Arbeid, of de daarmede genomen
proef geslaagd is en welke financieele
offers aan deze proef verbonden zijn
geweest. Enkele leden meenden te we
ten, dat een beter doorgevoerde mecba
nisatie bemoeilijkt wordt door de aan
schaffing van ondoelmatige en ondeug
delijke machines, die veel geld heb
ben gekost, én niet bet gewenschte re
sultaat konden opleveren.
Door eenige leden werd de wensche-
lijkheid bepleit om bij de steeds verder
gaande gelijkmaking van de salarisre
geling der ambtenaren bij de Raden
van Arbeid met die der Rijksambtena
ren die gelijkstelling niet alleen te
doen plaats hebben, zooals thans bet
geval is, wanneer de positie dor Rijks
ambtenaren slechter is, maar ook in
bet omgekeerde geval. Voorts werd
aangedrongen op verbetering van de
positie van de agenten der Vrijwillige
Ouderdomsverzekering."
De uniformen voor Rusland.
Het Haagsche Gerechtshof heeft he
den arrest gewezen inzake de procedu*
re betreffende de voor de Sovjets be
stemde uniformenè
Zooals men zich herinneren zal, had
de Haagsche firma Vlessi'ng en Co. een
overeenkomst aangegaan volgens wél
ke zij aan de Russische Handelscom
missie moest leveren 200000 nieuwe
Khaki-uniformen ad 35.per stuk'.
Ten behoeve van de firma Vlessing
had de bankier Scheel te Revel een ac-
creditief van 6.000.000 gesteld. Toen
echter de uniformen bij aankomst door
de Russen werden afgekeurd en gewei
gerd, wenschte Scheel zijn geld terug
en stelde een vordering in tegen Vles
sing, welke vordering door de Haag
sche rechtbank ten volle werd toiege-
wezen.
Van deze uitspraak ging de fir\m#
Vlessing in hooger beroep en bij plei
dooi werd alsnog een verhoor op
vraagpunten van den bankier "ge
vraagd.
Alvorens verder te beslissen, willig
de het Hof dit verzoek in en bepaalde
het verhoor van bankier Scheel Op
Woensdag 10 December te 10 uur.
Homoepathlsch Ziekenhuis.
Een echtpaar, dat onbekend wenscftït
te blijven, beeft aan het Homoepa*
thiscb Ziekenhuis te Utrecht 1000.—*
geschonken, als bijdrage in de kosten
van bet buitenwerk 'der gebouwen.
„Neen" antwoordde Adam Ramsay,
„ik ben waanzinnig in één enkel op«
zicht -- sedert ik ,mijn oog sloeg op
Hes ter Blair. M^ar ik ben niet gek in
den zin, als bedoelt" ging hij vooijt»
„maar ik begin te begrijpen, dat ik
niet nuchter ben. Ik heb haar geheim
niet verkocht! Ik heb niemand iets ge
zegd van Hester Blair." Toen met een
plotselinge opwinding, die voortkomt
uit drankmisbruik, riep hij uit: „U
bent een groote en machtige graaf,
maar u weet niet met wie u getrouwd
bent dat weet ik alleen I"
HOOFDSTUK XLVHI.
Hester Blair.
„Ik' was niet van plan bet u te zeg
gen" riep Adam Ramsay, aan wien het
plotseling duidelijk werd, wat hij ge
daan bad, „maar nu moet ik den prijs
hebben voor mijn geheim. Zij zou mij
dien hebben gegeven, doch nu moet ik
dien van u hebben. De prijs voor Hés-
ter Blair's geheim beteekent voor mij
geld en weelde!"
Nu bij met hem alleen was en niets
zijn aandacht afleidde, zag de graaf
heel goed. wat er te doen was. De man
was in diepen, vree9elijken ernst. Hij
wist een verschrikkelijk geheim of hii
meende dit althans en bij was verre
van nuchter (Wordt yervolgd)