TWEEDE BLAD.
WflT DE BLfiDEN ZEGGEN.
De hoofdvraag.
Indien men sommiger politieke ac
tie gadeslaat aldus de Standaard,
ontkomt men niet aan den indruk,
dat naar hun meening heel de Neder-
landsche politiek culmineert in twee
of drie wagen, waaronder dan die van
het gezantschap hij den Paus een eer
ste plaats inneemt.
Het is noodig, -dat wij aan deze sug
gestie ontkomen.
Wij zien op de heteekenis van vra
gen als die ten aanzien van het gezant
schap niet te laag neer. Ook deze heb
ben voor ons volksleven haar waar
de. en zij behooren naar die waarde
onder de oogen gezien en beantwoord
te worden.
Maar zij vormen toch slechts een
eer klein onderdeel in het geheel der
politieke en sociale vragen, die ons he-
dendaagsche publieke leven beroeren.
Hoofdvraag is en blijft: in welke
gere macht dan die der rede erken-
sen?
Hoofdvraag is en blijft: Zal het be
wind des lands worden toevertrouwd
aan mannen, die God den Heere als
aller koningen Koning eeren, of aan
hen, die in het staatsrecht geen hoo-
gere macht dan die der rede erk..-
nen?
Hoofdvraag is en blijft, of aan do
revolutie en haar beginselen ruim
baan zal worden gelaten tot ondergra
ving van de Nederlan'dsche volks
kracht, dan wel in de mogendheid des
Heeren tegen die beginselen nog een
dam zal worden opgeworpen.
Die hoofdvraag moet ons bezig hou
den. Haar beantwoording moet richt
snoer voor ons handelen zijn.
En als we met die hoofdvraag klaar
zijn, dan komen al die andere groote
en kleine vragen, die eveneens een
solutie eischen.
Maar, zond,ér ook maar een oogen-
blik de waardij dier bij-vragen te mis
kennen, motet gij voor het volk altijd
weer met uw hoofdvraag komen.
Is ten opzichte daarvan overeen
stemming bereikt, dan zeker, dan zijn
nog lang niet alle moeilijkheden op
gelost, maar dan hebt gij met allen,
die den Christus belijden, toch een
basis om op testaan, een steunpunt
waaraan gij u. vasthoudt, waaruit gij
verder kunt reideneeren.
Denk bij uw propaganda altijd weer
j om de hoofdvraag.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Viertal: Te Groningen (vac. Ds.
Langman, officieel), J. J. 0. Karres
te Oost hem, G. Tichelaar te Leiderdorp,
I. Voorsteegh te Katwijk aan Zes en J.
fle Jong te Spijk.
Bedankt: Voor Aagtekerke, E. Pot
!cand. te Hillegom.
Btejroepeii: Te Gieten, J. Boomstra
te Odporn.
GE-REF. KERKEN.
Aan g.e nomen: Naar Onstwedde,
P. v. fl. Sluis te Dirkshorn,
-DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Ber/oepen: Te Leiden, J. Bonga
te Daaitumawoude.
Bavastiglng, Intrede, Afscheid.
Ds. J. Vermeulen is voornemens
Zondag 24 Januari 1926 afscheid te ne
men van de Herv. Gem. te Noordwijk
aan Zee en Zondag 31 Januari .1926
tijn intrede te doen te Groningen, na
te zijn bevestigd door Ds. Johs. Ste-
Üouwer, Herv. pred. te. Weeep.
Niet beroepbaar.
De heer C. Steenblok, Theol. can-
didaat te Nieuwdorp, van wien wij Za
terdag, meldden, dat hij beroepbaar was
gesteld ia de Geref. Kerken, verzoekt
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
82)'
,$e yVeet wel, dat ik je nooit daar
van ztoüL verdenken. Xe bent voor mij
alias .wat maar goeld en lief is1' zei
fra&r teeder liefhebbende echtgenoot.
„Wat wóu je me vragen, lieveling?"
i „Dónk je niet, dat het beter zon zijn
als je, in,plaats van al die zware reke
ningen voor me te betalen, mij ieder
jaar een bepaalde som gaf, Leo?"
„Speldegeld?" lachte de graaf.
„Ik weet niet, wat je met speldegeld
bedoelt'' zei zij.
„Mijn lieve vrouw, speldegeld is een
jaarlijksohe toelage, die een man aan
zijn vrouw geeft als zakgeld. Ik wil er
niet in toestemmen om je een toelage
te geven, om al je uitgaven van te be
strijden. Als ik dat deed, zou je mis
schien aan 't bezuinigen gaan en dat is
beelemaal niet noodig Maar ik zal iets
anders doen. Ik zal je een toelage ge
ven van twintigduizend gulden p. jaar.
Je begrijpt, dat is niet om japonnen en
juWeeien voor te koopen, maar om ?r
mee te doen, wat je wilt. Je kunt dan
zooveel geven voor liefdadige doelein
den als je verkiest. Je behoeft mij
(nooit te vertellen wat ie er mee ge
daan 'hebt.'1
NIEUWE LE1DSCHE
in verband met voortgezette studie voor
lioopig geen beroep op hem uit te bren
gen.
Ds. A. van der Heijden.
Ds. A. van der Hegden, docent aan
de> Theol. School te Apeldoorn, hoopt
11 November a.s. zijn 25-jarige ambts
bediening in de Chr. Geref. kerk te
berdenken.
De a.s. jubilaris werd 11 November
1900 bevestigd bij de Chr. Geref. Kerk
te Broek op Langendijk en in 1903 te
Dordrecht. Op 13 September 1909 werd
hij benoemd tot docent aan de Theol.
schoei te Apeldoorn.
Tlieol. School te Kampen.
Y001* het candiöaatsexamen is aan de
Theol. School te Kampen geslaagd de
heer H. Brink te Hoogersmilde.
Radio-preekeD,
Een Israëliet heeft een radio-aanslui
ting. Hij is gewoon des Zondagsmorgens
te luisteren'naar een protestantsche en
le'eai roomschte preek.
Maar nu is hij geschokt. Want on-
la'ng's heeft hij een preek van Ds. Ta-
zielaar aangehoord, waarin aanstootelij
ka dingen voorkwamen. Hij vertelt er
.van mi klaagt l0r over in een groot
(dagblad.
Ziehier, wat de preek o.a. bevatte
volgens de samenvatting van den in-
zlelnaer met bijvoeging, van wat hij
idaarteigen heeft te zeggen.
De Eerwaarde beweerde o.a., „dat'
wie niet voor Hem is, die is tegen
Hem", en vervolgens, dat het Christus-
kruis den Joden een ergernis zij.
Noch' heit eeiu, noch het andere is
waar. Wij, Joden, zijn. allerminst te
gen de Kerkelijke 'opvattingen van
anders denkenden; wij respecteeren
e'en ieders zienswijze op dit gebied;
eJn eischen daarvoor, dat men de onze
respecteert. Het Kruis is ons geen
ergernis; wij staan er sceptisch te
genover, en velen onzer respectearen
ait symbool der Christenen, zooals
rechtschapen Christenen onze Thora
wel zullen respecteeren.
Voorts noodigda de Eerwaarde zijn
auditorium uit om o.a. te offeren voor
de Zending onder de Joden. Indien
de Joodsche bezitters van een ont
vangtoestel derhalve hun bijdrage aan
den II. D. 0. toezenden, werken zij
mede, om propaganda te laten ma
ken door andersdenkenden. Een ge
grond motief cm mijn geloofsgenoot-en
te adviseer en géén cent aan den H.
D. O. te zenden, zoolang deze zijn
zender laat misbruiken om tweedracht
onder de diverse gezindten te zaaien.
Het merkwaardige hier is zeker eerst
zegt de Nederl., dat radiotoespraken
dus wel overal en overal komen. Hoe
tenorm wérkt dit middel tot geestelijke
lopvoeding van het volk. De woorden
spatten er uit naai' alle kanten, Er
luisteren er, die anders nimmer luis
teren zouden.
Hier ligt ook een nieuw stuk chris
tenroeping klaar voor oogen.
Er treft ons nog iets anders in dit
etuk.
De inzender is namelijk van oordeel,
dat de uitzending van diergelijke preCr
ken verboden moet worden en verhin
derd bovendien.
De dominé, die er zijn preek hield,
scheen er blijkbaar geen rekening me
de te houden, dat er ook andersden
kenden zijn gloedrijke preek konden
aanliooren, en zoodit wel het geval
was, dan wordt het mijns inziens da
hoogste tijd, dat men van regeerings-
wege ingrijp e, opdat dergelijke aan
stootgevende preekten verboden wor
den
Ik hoop, dat dit schrijven de be
voegde autoriteiten onder de' oogen
zal komen en dat er zoo spoedig mo
gelijk paal en perk gesteld zal wor
den aan dergelnke misbruiken, waar
toe de radio allerminst geschikt is.
Dit schijnt ons onbegrijpelijk.
De predikant zou dus niet mogen pre
diken, of althans: een radiopreek
zou niet mogen uitgezonden, tenzjj met
zulk een inhoud, dat „andersdenkenden"
er zich niet aan kunnen strooten.
De vrijheid van het woord, nog wel
in de kerk, zou daardoor toch wel on
rechtmatig aan banden worden gelegd.
Te minder noodig, omdat immers ieder
bezitter van een radio toestel volle vrij
beid heeft om niet te luisteren.
Ons dunkt: daarmee kunnen we vol
staan.
Hij begreep niet, waarom zij zich
aan zijn hals wierp en schreiende zei,
dat hij te igoe'd, te lief was en dat zij
zulk een liefde niet waard was, .maar
hij kuste haar tranen weg.
„Ik zal het je per half jaar geven"
zei hij, „en morgen zal ik de eerste clie
que, van tienduizend voor je uitschrij
ven)''
In haar dankbaarheid en gevoel van
bevrijding was zij bijna op haar knie-
en voor hem neergevallen en hij
verbaasde zich over zoo veel 'dankbaar
heid voor wat hem slechts een kleinig
heid toescheen. Hij dacht dat het was,
omdat zij nooit tevoren geld had ge
had, dat geheel van haarzelf was.
En in dien nacht kon zij niet slapen,
haar hart was vol van dankbaarheid
aan God en aan haar man. Zij zou
in staat zijn om dien vreeselijken man
het geld te gevenen hij zou weg
gaan!
Zij was gered nog eenmaal gered!
Het duurde lang, eer de ongelukkige
Alice ten volle besefte, wat haar eigen
lijk was overkomen. Tevergeefs tracht
te zij zich de gelaatstrekken, de stem
of den naam van Adam Ramsay te her
inneren. Zij had nog een flauwe voor
stelling van een donkere gestalte, die
bij de celdeur stond en de portefeuille
van Mr. Ross aannam. Eveneens had
zij oen zwakke herinnering van een
COURANT VAN MAANDAG
Christel. H. 3. S. te 's-Graveziiiage.
Zaterdagmiddag werd de Christel.
IT.B.S. aan de Populierstraat te Den
Haag officieel geopend. Daarbij wa
ren 0.111. aanwezig de ministers Rut
gers en Colijn; de oud-ministers De
Vries en Bijleveld; de wethouders dr.
v. d. Meulen en mr. De Wilde; het
lid van Ged. Staten mr. H. de Wilde;
dr. D. H. Th. Yollenhoven, vertegen
woordiger van de Geref. Kerk te 's-
Gravenhage-West; bekende persoon
lijkheden uit de onderwijzerswereld en
vele belangstellenden.
De voorzitter van het schoolbestuur
sprak een inleidend woord, waarin hij
eraan herinnerde, dat op den Slen
October de Hervormingsdaad van Lu
ther herdacht wordt, welke daad de
Vrijheid gebracht heeft.
Spr. bracht dank aan den Minister
van O. K. en W., mr. Rutgers dat
liij tegenwoordig is, en herdacht wat
Ministers voorganger, dr. De Visser
(die niet tegenwoordig kon zijn; voor
hetgeen hij voor het Chr. Midd. On
derwijs gedaan heeft. Voorts dankte
spr. allen, die hadden meegewerkt om
<lit-voornemen te doen verwezenlijken;-.
Minister Rutgers zeide zich in de"
eerste plaats af te vragen, op welken
niet voor de hand. Men zou zich ven
grond hii 'hier aanwezig was. Dit ligt
^gissen als men meende, dat aan den
Minister van Onderwijs in de eerste
plaats gevraagd moet worden een
school te openen. Het onderwijs is
vrij' en men zal dan ook wel zonder
overheidshulp den drempel kunnen
overschrijden. Het feit, dat het BijL
zonlder Onderwij's steun uit de open
bare kas ontvangt, brengt daarin geen
verandering. Het onderwijs blijft vrij',
een zaak van particulier initiatief.
We bidden van God af, dat hij' ook
in de toekomst der H.BlS. zijn zegen
niet zal onthouden. Aan bestuur en
leeraren is veel toevertrouwd. Spr.
wenschte dat het nageslacht, hetwelk
nog lang bewondering zal hebben voor
het gebouw, nog meer reden zal heb
ben te danken voor hetgeen in het
gebouw verricht wordt.
Hiermede verklaarde spr.- het ge
bouw voor geopend.
Schoolstrijd te Relde.
Te Eelde (GrJ hebben de voorstan
ders van het Chr. Onderwijs plannen
om aldaar teen Chr. school te stichten.
De personeélèn 'der openbare scholen
die van dit voornemen hoorden, po^en
thans, naar de „N. Prov. Gron. Crt"
meldt, de plannen te verijdelen^ en
hebben as£ alle ouders van school
gaande kinderen een circulaire thuis
gestuurd, waarin zij zeggen, dat met
een bijzondere school veel verdeeld-
héid en tweedracht de gemeente zal
binnendringen, en dat het wel en wee
der kinderen op het spel staat.
Een vergadering .werd belegd., waar
in dei h(esren Huizsenga, oud-directeur
der Chr. Kweekschool en Rozendal,
hoofd der Chr. school te Hareln, bene
yens twee bestuursleden der- Chr. school
yereietnigin'g tot 'debat werden uitge-
noodigd, waarvoor natuurlijk genoemde
heeren stichtelijk bedankten.
De voorstanders van de openbare
school hebben het voorts geoorloofd go-
vondein neringdoenden een bedreiging
thuis te sturen, niet mee te werken aan
de stichting aer Chr. school .om niet
de kans te loopen klanten te v r
Wij schrijven 1925terwijl in
1920 dö pacificatie op onderwijsgebied
is verkregen.
Het protestantisme in Zuid-Amerika
De „Civita Cattolica" een Italiaanscli
blad, maakt alarm tegen den Protes-
tantschen Evangelisatiearbeid in Zuid-
Amerika. Katholieke ouders zenden hun
kinderen naar de Protestantsche scho
len en in de Protestantsche jeugdver-
leeniging.
De „Corriera dTtalia" bevestigt een
.en ander met de woorden, dat uit door
haar ontvangen berichten blijkt, dat de
schade, door de R. K. geleden, zeer
groet is: „wij staa*n voor levensvragen"
zoo zegt het blad, „die de opmerkzaam
heid van ieder, die den naam van ka
tholiek op prijs stelt, tot zich trekken
imoet.
De géheele Katholieke wereld moet
kennis nemen van 'het gevaar, clat in
het bijzonder uitgaat van de z,g. Ame
rikaansche Bijbelgenootschappen en
Tractaatgenootschappan. Het gaar hier
'donkere gestalte, die dicht bij haar
stond tijdens de terechtzitting, de ge
stalte van een man, die steeds bezig
was met papieren aan te reiken en
over te nemen maar zij had nooit
de moeite genomen naar zijn gelaat te
kijken. Zij had zelfs nooit een stem ge
hoord,- zij had -een flauwe herinnering
van den glceienden blik zijner oogen,
die zij eens had opgevangen en die
haar had gehinderd, maar verder kon
zij zioli niets meer te hinnen brengen
en zij vroeg zich af, waarom zij hem
nu weer moest ontmeten. Was er dan
nog geen einde aan al haar leed en
ellende?
Het was een wonderlijke geschiede
nis. Als een gering vooTval haar dien
dag had teruggehouden van haar rit
door de nieuwe Bondstraat, zou haar
geheim veilig zijn geweest. Als hij in
zijn rusteloosheid ergens anders had
rondgezworven, als er geen versper
ring in de straat was geweest, dan zou
alles anders zijn geweest. Er was maar
zoo weinig voor noodig geweest om
dit te verhinderen. Waarom moest dit
nu juist gebeuren! Zij huiverde toen
zij er aan dacht.^
Toch had zij nog kans op redding.
Hij herkende haar, omdat hij haar lief
bad gehad. Be gedachte hieraan was
afschuwelijk, maar toch was het waar.
Indien zijn cogen niet verscherpt wa-.
2 NOVEMBER 192^
niet meer om een paar beke: landsge
schiedenissen, zooab in de vcrige eeuw
maar om een goed in elkaar gezetten
veldtocht, die bewonderenswaardig ge
organiseerd is. van uit Ncord-Amerika.
en vandaar ook zeer ruim wordt gefi
nancierd".
De 2560 mulo diploma-bezitiers.
Naar aanleiding van de vraag, waar
de bijna 2500 pas geslaagde mulo di
ploma-bezitters heen moeten, zegt de
edacteur K(euning) Th het Cnr. School
blad „Onze vacatures":
„Waar al die diplomabezetters heen
moeten, weten wij inderdaad hiet Ze
zijn kïaargekweekt, klaargestoomd en
nu staan ze daar. Dat komt van de ge-
berdenkwee kerij. Wij kennen jongens,
die hun mulo-diploma haalden, omdat ze
•er nu eenmaal voor geleerd hadden on
ze leerden er voor, omdat de ouders
v/aren overgehaald, er hen voor te la
ten. leeren.
Hier werken velerlei oorzaken. Ou
derlijke hoogmoed, het verkeerd advies
van onderwijzers, die hun school be
volkt moeten hebben, enz. Die jongens
'zagen we, dadelijk nadat ze hun diploma
gehaald hadden, de werkplaats ingaan.
Nu zal mön zeggen: het geleerde is
nooit weg.
Maar hi de teerste plaats behoeven
we niet allemaal geleerden te zijn en
in de tweede plaats hadden die jongens
vetel meer gehad aan ander onderwijs.
Wij zijn met onze .mulo-scholen nog
niet,waar we zjjn moeten. Er moet
verandering komen."
Chr. Scholen in België.
De vereeniging tot stichting en in
standhouding van Prot. Chr. scholen te
Antwerpen, is voornemens het volgend
jaar haar eerste school met subsidie,
van den Belgischen staat, aanvankelijk
met één of twee klassen te openen.
HET FATSSOEN VAN DEN WEG.
De tegenwoordige gebruikers van den
weg, lijden aan gemis aan vormen, zoo
schrijft „De Kampioen".
Is dit een gevolg van den oorlog ...en is
daardoor het recht van den sterkste en
den ruwste geworden het goed recht
van hem, «die het gebruik van den rij
weg, het rijwielpad of het voetpad voor
zich alleen opeischt?
Moeten wij' niet trachten den vrede
op den weg te bewaren, een ieder te
geven wat zijn deel is, opdat er rust
zij en geen krakeel? En moeten wij ook
(met naast het juist opvolgen van de
voorschriften voor het verkeer, tegen
over de andere weggebruikers de be
leefdheidsvormen in acht nemen?
Zeer zeker.
Wij moeten ons op de wegen zoo be
wegen, dat niemand daardoor overlast
hinder of schade ondervindt.
Maar wat ziet men?
Op de voetpaden en trottoirs, en ook
op de rijwielpaden, waar zij niet hoo-
rein, loopefti de voetgangers glehteel naar
goeddunken, in het midden of links en
niet meerderen op een rij, zonder er
aan te denken, ook maar één centi
meter uit te wijken of de noodigte ruim
te te laten voor ben, di» hun tegemoet
komen.
Op de rijwielpaden blijven de wiel
rijders kalm naast elkaar rijden, wan
neer anideren hen tegemoet komen, in
plaats van behoorlijk achter elkaar te
gaan rijden.
Op den rijweg rijden tal van wielrij
ders zig-zag' door het drukke verkeer
heen, kruip en door de nauwste gaat
jes, als het maar even kan, en hebben
veelal maling aan verkeersvoorschrif-
ten en maximumsnelheidsbepalingen.
De voetganger gebruikt bij voorkeur
den rijweg, hoewel hij daardoor het rij
verkeer hindert, zijn leven in de waag
schaal stelt en er voor hem alleen toch
het voetpad of he,t trottoir is aangelegd.
Hg steekt zonder nadenken, zonder
vooraf uit te kijken, den rijweg schuin
over, omdat hij aan den overkant een
kennis ziet of een sigaar moet koopen.
De wagenvoerder rijdt liefst in het
midden of aan den verkeerden kant
van den rijweg, zwenkt links een straat
in of keert op den rijweg om zonder
eenig teeken van zijn voornemen te
geven, noch voor de gebruikers van
den rijweg, die hem zouden willen pas
seeren, noch voor de voetgangers op de
trottoirs, die den zijweg moeten over
steken.
ren geweest door onzaligen hartstocht
voor haar, dan zou hij haar nooit heb
ben herlcend. Anderen, die haar moch
ten hebben gezien in vroeger tijden,
zouden haar na zooveel jaren niet
meer herkennen. Als zij hem kon bewe
gen om het land te verlaten te gaan
naar een ver verwijderd land, dan zou
zij misschien veilig zijn.
De graaf had haar geld gegeven, en
de vreugde waarmee zij het ontving,
maakte hem gelukkig.
„Het is aan jou, Alice" om er mee
te doen wat je wilt. Ik begrijp niet, dat
ik er nooit eerder aan gedacht heb Het
moet prettig voor je zijn om wat geld
geheel in eigen bezit te hebben. Je
moogt het besteden, zooals je wilt, lie
veling en je. behoeft je niet te laten
terughouden door de gedachte, wat ik
er van zal-zeggen. Je mag het allemaal
vandaag nog weggeven ,als je dat
weiïscht.'
Zij lachte om zijn woorden om haar
ontroering te verbergen, maar toch
klopte haar hart van opluchting. Z'j
had het nu in haar bezit, het geld dat
haar veiligheid en geluk moest koo
pen. Zij liet de cheque bij de bank in
nen en ontving het geld in bankbiljet
ten.
Toen was het alles in orde, zij borg
het weg in haar schrijfbureautje, tot
de dag zou aanbreken, dat zii 't moest
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 2 November 1925.
In de Indische bladen werd de ver
wachting uitgesproken, dat de Solo-
scbe jaarmarkt slecht bezocht zouwor
den, en wel om de volgende reden:
Het goede Javaansche jaar „Dal" is
achter den rug en thans doet het jaar
,Bé" d.w.z. „gaat niet door" zijn in
trede.
Alle huwelijken door de Javanen in
Bé" gesloten, moeten volgens het bij
geloof persé door echtscheiding wor
den ontbonden.
De laatste 3 maanden van „Dal" fs
nu ijverig getrouwd en feestgevierd,
zoodat de trouwlustigen thans finan
cieel eenigzins in de war zijn.
Dit is de reden ,dat verkoopers op de
sekatan dit jaar minder goede zaken
verwachten.
De verlichte Europeanen lachten na
tuurlijk over zoo dwaas bijgeloof.
Maar hebben zij daartoe eigenlijk
wel het recht?
In dit opzicht staan toch velen die
zoo „verlicht" zijn dat ze het geloof als
contrabande beschouwen met de Ja
vaansche bruine broeders op ééne lijn.
De angst voor bepaalde cijfers en da
gen en het gescharrel met poppetjes en
beeldjes heeft in vele kringen zulk een
omvang gekregen, dat er heusch en
helaas! geen reden is om uit de
hoogte op de Javanen neer te zien.
OBSERVATOR.
Motorwielrrjders en automobiele
stuurders rijden liefst met groot lawaa!
van claxon of knalpot, om toch vooral
maar zoo snel mogelijk door de drukte
heen te komen en denken er niet aan,
dat zij andere weggebruikers daarmede
hinderen, met modder bespatten en dik
wijls in gevaar brengen.
Dat alles is een teeken van onzen
tijd.
Dat moet veranderen.
Men moet leeren elkander op de we
gen te waardeeren, men moet niet al
leen in gezelschap de vormen in het
oog houden, maar deze ook, en wellicht
in nog meerdere mate, op den weg be
trachten. Betracht beleefdheid, welwil
lendheid, inschikkelijkheid, en leert daar
door deze deugden aan anderen. Zijt
gg eten man van de wereld, een man
van goede vormen op den weg, dan zal
men er u niet om uitlachen, maar men
zal uw handelwijze op prijs stellen en
u navolgen.
Zoo komt men tot den waren vrede
op dten weg; wafit alleen van binnen
uit bereikt men, wat door wetten af ge
dwongen,alleen maar een „gewapende"
vrede blijft.
HET ROODE MILITAIRISM.E
In Sovjet-Rusland is een nieuwe wet
op den militairen dienstplicht tot stand
gekomten.
Volgens deze wet zijn alle burgers
van 1940 jaar dienstplichtig.
Er wordt een gemengd systeem inge
voerd, en wel een staand en een militie
leiger. Van «hun 19de tot hun 20ste jaar,
krijgen de dienstplichtigen een voor
opleiding. De werkelijke dienst vangt
aan met het 21ste levensjaar en duurt
5 jaar, waarvan 2 tot 4 jaar actief, al'
naar gelang van het wapen, waarbg
men is ingedeeld.
Tot de eerste reserve behooren de
manschappen tot hun 32ste levensjaar
en tot de tweede tot hun 40ste.
Personen, die niet op eenigerlei wgze
arbeid verrichten en dus met kiesge
rechtigd zgn, zullen niet bij de_ weer
macht worden ingelijfd, maar in z.g.
arbeidsbataljous, waarvan in vredestgd
slechts een klein contingent wordt op
geroepen, terwjjl de overigen een ver-
aedigmgsbelasting hebben te betalen.
Vrouwen dienen in tijd van vrede al
leen op grond van vrgWillige aanmel
ding, terwgl zij in tijd van oorlog voor
bijzondere diensten zullen worden ge
bruikt.
Vrijstelling vau het dragen van wape
non op grond van religieuze overtuiging
is ipogeffik. In voorkomende gevallen
zal de Rechtbank "hebben te beslissen.
uitbetalen uitbetalen aan Adam
Ramsay.
Nu zij de belofte had, deze som gelds
elk jaar te zullen ontvangen, zou zij
geen moeite hebben om hem zijh jaar
geld van vijfduizend gulden te betalen.
Toch voelde zij dit geheim zwaar op
zich drukken. Zij wist, dat het haar
naar beneden zou halen. Zij wist, dat
ieder jaar dat aanbrak, voor haar deze
vreeselijke geheime daad zou meebren
gen.
Haar gezondheid en opgewektheid
keerde eenigermate terug. Zij zei bij
zichzelf telkens en telkens weer, dat
zij nu veilig was.
Op den avond van den twintigsten
Juni gingen de graaf en de gravin naar
een groote avondreceptie ten huize van
de hertogin van Glendoon.
Lady Arden zag er op haar best uit.
Haar schoonheid scheen het hoogte
punt te hebben bereikt Zij droeg een
kleed zoo schitterend, als. zij nog hooit
had gehad. Zelfs de kamenier, die haar
kleedde, was verrukt over baar vorste
lijke verschijning. Zij droeg een klein
kroontje van diamanten in het weelde
rige haar. Zij was een toonbeeld van
liefelijkheid en gratie, zoodat men de
oogen niet van haar kon afhouden.
Wordt vervolgdJL