TWEEDE BLAD. WflT DE BLfiDEN ZEGGEN. De hoofdvraag. Indien men sommiger politieke ac tie gadeslaat aldus de Standaard, ontkomt men niet aan den indruk, dat naar hun meening heel de Neder- landsche politiek culmineert in twee of drie wagen, waaronder dan die van het gezantschap hij den Paus een eer ste plaats inneemt. Het is noodig, -dat wij aan deze sug gestie ontkomen. Wij zien op de heteekenis van vra gen als die ten aanzien van het gezant schap niet te laag neer. Ook deze heb ben voor ons volksleven haar waar de. en zij behooren naar die waarde onder de oogen gezien en beantwoord te worden. Maar zij vormen toch slechts een eer klein onderdeel in het geheel der politieke en sociale vragen, die ons he- dendaagsche publieke leven beroeren. Hoofdvraag is en blijft: in welke gere macht dan die der rede erken- sen? Hoofdvraag is en blijft: Zal het be wind des lands worden toevertrouwd aan mannen, die God den Heere als aller koningen Koning eeren, of aan hen, die in het staatsrecht geen hoo- gere macht dan die der rede erk..- nen? Hoofdvraag is en blijft, of aan do revolutie en haar beginselen ruim baan zal worden gelaten tot ondergra ving van de Nederlan'dsche volks kracht, dan wel in de mogendheid des Heeren tegen die beginselen nog een dam zal worden opgeworpen. Die hoofdvraag moet ons bezig hou den. Haar beantwoording moet richt snoer voor ons handelen zijn. En als we met die hoofdvraag klaar zijn, dan komen al die andere groote en kleine vragen, die eveneens een solutie eischen. Maar, zond,ér ook maar een oogen- blik de waardij dier bij-vragen te mis kennen, motet gij voor het volk altijd weer met uw hoofdvraag komen. Is ten opzichte daarvan overeen stemming bereikt, dan zeker, dan zijn nog lang niet alle moeilijkheden op gelost, maar dan hebt gij met allen, die den Christus belijden, toch een basis om op testaan, een steunpunt waaraan gij u. vasthoudt, waaruit gij verder kunt reideneeren. Denk bij uw propaganda altijd weer j om de hoofdvraag. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Viertal: Te Groningen (vac. Ds. Langman, officieel), J. J. 0. Karres te Oost hem, G. Tichelaar te Leiderdorp, I. Voorsteegh te Katwijk aan Zes en J. fle Jong te Spijk. Bedankt: Voor Aagtekerke, E. Pot !cand. te Hillegom. Btejroepeii: Te Gieten, J. Boomstra te Odporn. GE-REF. KERKEN. Aan g.e nomen: Naar Onstwedde, P. v. fl. Sluis te Dirkshorn, -DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Ber/oepen: Te Leiden, J. Bonga te Daaitumawoude. Bavastiglng, Intrede, Afscheid. Ds. J. Vermeulen is voornemens Zondag 24 Januari 1926 afscheid te ne men van de Herv. Gem. te Noordwijk aan Zee en Zondag 31 Januari .1926 tijn intrede te doen te Groningen, na te zijn bevestigd door Ds. Johs. Ste- Üouwer, Herv. pred. te. Weeep. Niet beroepbaar. De heer C. Steenblok, Theol. can- didaat te Nieuwdorp, van wien wij Za terdag, meldden, dat hij beroepbaar was gesteld ia de Geref. Kerken, verzoekt FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 82)' ,$e yVeet wel, dat ik je nooit daar van ztoüL verdenken. Xe bent voor mij alias .wat maar goeld en lief is1' zei fra&r teeder liefhebbende echtgenoot. „Wat wóu je me vragen, lieveling?" i „Dónk je niet, dat het beter zon zijn als je, in,plaats van al die zware reke ningen voor me te betalen, mij ieder jaar een bepaalde som gaf, Leo?" „Speldegeld?" lachte de graaf. „Ik weet niet, wat je met speldegeld bedoelt'' zei zij. „Mijn lieve vrouw, speldegeld is een jaarlijksohe toelage, die een man aan zijn vrouw geeft als zakgeld. Ik wil er niet in toestemmen om je een toelage te geven, om al je uitgaven van te be strijden. Als ik dat deed, zou je mis schien aan 't bezuinigen gaan en dat is beelemaal niet noodig Maar ik zal iets anders doen. Ik zal je een toelage ge ven van twintigduizend gulden p. jaar. Je begrijpt, dat is niet om japonnen en juWeeien voor te koopen, maar om ?r mee te doen, wat je wilt. Je kunt dan zooveel geven voor liefdadige doelein den als je verkiest. Je behoeft mij (nooit te vertellen wat ie er mee ge daan 'hebt.'1 NIEUWE LE1DSCHE in verband met voortgezette studie voor lioopig geen beroep op hem uit te bren gen. Ds. A. van der Heijden. Ds. A. van der Hegden, docent aan de> Theol. School te Apeldoorn, hoopt 11 November a.s. zijn 25-jarige ambts bediening in de Chr. Geref. kerk te berdenken. De a.s. jubilaris werd 11 November 1900 bevestigd bij de Chr. Geref. Kerk te Broek op Langendijk en in 1903 te Dordrecht. Op 13 September 1909 werd hij benoemd tot docent aan de Theol. schoei te Apeldoorn. Tlieol. School te Kampen. Y001* het candiöaatsexamen is aan de Theol. School te Kampen geslaagd de heer H. Brink te Hoogersmilde. Radio-preekeD, Een Israëliet heeft een radio-aanslui ting. Hij is gewoon des Zondagsmorgens te luisteren'naar een protestantsche en le'eai roomschte preek. Maar nu is hij geschokt. Want on- la'ng's heeft hij een preek van Ds. Ta- zielaar aangehoord, waarin aanstootelij ka dingen voorkwamen. Hij vertelt er .van mi klaagt l0r over in een groot (dagblad. Ziehier, wat de preek o.a. bevatte volgens de samenvatting van den in- zlelnaer met bijvoeging, van wat hij idaarteigen heeft te zeggen. De Eerwaarde beweerde o.a., „dat' wie niet voor Hem is, die is tegen Hem", en vervolgens, dat het Christus- kruis den Joden een ergernis zij. Noch' heit eeiu, noch het andere is waar. Wij, Joden, zijn. allerminst te gen de Kerkelijke 'opvattingen van anders denkenden; wij respecteeren e'en ieders zienswijze op dit gebied; eJn eischen daarvoor, dat men de onze respecteert. Het Kruis is ons geen ergernis; wij staan er sceptisch te genover, en velen onzer respectearen ait symbool der Christenen, zooals rechtschapen Christenen onze Thora wel zullen respecteeren. Voorts noodigda de Eerwaarde zijn auditorium uit om o.a. te offeren voor de Zending onder de Joden. Indien de Joodsche bezitters van een ont vangtoestel derhalve hun bijdrage aan den II. D. 0. toezenden, werken zij mede, om propaganda te laten ma ken door andersdenkenden. Een ge grond motief cm mijn geloofsgenoot-en te adviseer en géén cent aan den H. D. O. te zenden, zoolang deze zijn zender laat misbruiken om tweedracht onder de diverse gezindten te zaaien. Het merkwaardige hier is zeker eerst zegt de Nederl., dat radiotoespraken dus wel overal en overal komen. Hoe tenorm wérkt dit middel tot geestelijke lopvoeding van het volk. De woorden spatten er uit naai' alle kanten, Er luisteren er, die anders nimmer luis teren zouden. Hier ligt ook een nieuw stuk chris tenroeping klaar voor oogen. Er treft ons nog iets anders in dit etuk. De inzender is namelijk van oordeel, dat de uitzending van diergelijke preCr ken verboden moet worden en verhin derd bovendien. De dominé, die er zijn preek hield, scheen er blijkbaar geen rekening me de te houden, dat er ook andersden kenden zijn gloedrijke preek konden aanliooren, en zoodit wel het geval was, dan wordt het mijns inziens da hoogste tijd, dat men van regeerings- wege ingrijp e, opdat dergelijke aan stootgevende preekten verboden wor den Ik hoop, dat dit schrijven de be voegde autoriteiten onder de' oogen zal komen en dat er zoo spoedig mo gelijk paal en perk gesteld zal wor den aan dergelnke misbruiken, waar toe de radio allerminst geschikt is. Dit schijnt ons onbegrijpelijk. De predikant zou dus niet mogen pre diken, of althans: een radiopreek zou niet mogen uitgezonden, tenzjj met zulk een inhoud, dat „andersdenkenden" er zich niet aan kunnen strooten. De vrijheid van het woord, nog wel in de kerk, zou daardoor toch wel on rechtmatig aan banden worden gelegd. Te minder noodig, omdat immers ieder bezitter van een radio toestel volle vrij beid heeft om niet te luisteren. Ons dunkt: daarmee kunnen we vol staan. Hij begreep niet, waarom zij zich aan zijn hals wierp en schreiende zei, dat hij te igoe'd, te lief was en dat zij zulk een liefde niet waard was, .maar hij kuste haar tranen weg. „Ik zal het je per half jaar geven" zei hij, „en morgen zal ik de eerste clie que, van tienduizend voor je uitschrij ven)'' In haar dankbaarheid en gevoel van bevrijding was zij bijna op haar knie- en voor hem neergevallen en hij verbaasde zich over zoo veel 'dankbaar heid voor wat hem slechts een kleinig heid toescheen. Hij dacht dat het was, omdat zij nooit tevoren geld had ge had, dat geheel van haarzelf was. En in dien nacht kon zij niet slapen, haar hart was vol van dankbaarheid aan God en aan haar man. Zij zou in staat zijn om dien vreeselijken man het geld te gevenen hij zou weg gaan! Zij was gered nog eenmaal gered! Het duurde lang, eer de ongelukkige Alice ten volle besefte, wat haar eigen lijk was overkomen. Tevergeefs tracht te zij zich de gelaatstrekken, de stem of den naam van Adam Ramsay te her inneren. Zij had nog een flauwe voor stelling van een donkere gestalte, die bij de celdeur stond en de portefeuille van Mr. Ross aannam. Eveneens had zij oen zwakke herinnering van een COURANT VAN MAANDAG Christel. H. 3. S. te 's-Graveziiiage. Zaterdagmiddag werd de Christel. IT.B.S. aan de Populierstraat te Den Haag officieel geopend. Daarbij wa ren 0.111. aanwezig de ministers Rut gers en Colijn; de oud-ministers De Vries en Bijleveld; de wethouders dr. v. d. Meulen en mr. De Wilde; het lid van Ged. Staten mr. H. de Wilde; dr. D. H. Th. Yollenhoven, vertegen woordiger van de Geref. Kerk te 's- Gravenhage-West; bekende persoon lijkheden uit de onderwijzerswereld en vele belangstellenden. De voorzitter van het schoolbestuur sprak een inleidend woord, waarin hij eraan herinnerde, dat op den Slen October de Hervormingsdaad van Lu ther herdacht wordt, welke daad de Vrijheid gebracht heeft. Spr. bracht dank aan den Minister van O. K. en W., mr. Rutgers dat liij tegenwoordig is, en herdacht wat Ministers voorganger, dr. De Visser (die niet tegenwoordig kon zijn; voor hetgeen hij voor het Chr. Midd. On derwijs gedaan heeft. Voorts dankte spr. allen, die hadden meegewerkt om <lit-voornemen te doen verwezenlijken;-. Minister Rutgers zeide zich in de" eerste plaats af te vragen, op welken niet voor de hand. Men zou zich ven grond hii 'hier aanwezig was. Dit ligt ^gissen als men meende, dat aan den Minister van Onderwijs in de eerste plaats gevraagd moet worden een school te openen. Het onderwijs is vrij' en men zal dan ook wel zonder overheidshulp den drempel kunnen overschrijden. Het feit, dat het BijL zonlder Onderwij's steun uit de open bare kas ontvangt, brengt daarin geen verandering. Het onderwijs blijft vrij', een zaak van particulier initiatief. We bidden van God af, dat hij' ook in de toekomst der H.BlS. zijn zegen niet zal onthouden. Aan bestuur en leeraren is veel toevertrouwd. Spr. wenschte dat het nageslacht, hetwelk nog lang bewondering zal hebben voor het gebouw, nog meer reden zal heb ben te danken voor hetgeen in het gebouw verricht wordt. Hiermede verklaarde spr.- het ge bouw voor geopend. Schoolstrijd te Relde. Te Eelde (GrJ hebben de voorstan ders van het Chr. Onderwijs plannen om aldaar teen Chr. school te stichten. De personeélèn 'der openbare scholen die van dit voornemen hoorden, po^en thans, naar de „N. Prov. Gron. Crt" meldt, de plannen te verijdelen^ en hebben as£ alle ouders van school gaande kinderen een circulaire thuis gestuurd, waarin zij zeggen, dat met een bijzondere school veel verdeeld- héid en tweedracht de gemeente zal binnendringen, en dat het wel en wee der kinderen op het spel staat. Een vergadering .werd belegd., waar in dei h(esren Huizsenga, oud-directeur der Chr. Kweekschool en Rozendal, hoofd der Chr. school te Hareln, bene yens twee bestuursleden der- Chr. school yereietnigin'g tot 'debat werden uitge- noodigd, waarvoor natuurlijk genoemde heeren stichtelijk bedankten. De voorstanders van de openbare school hebben het voorts geoorloofd go- vondein neringdoenden een bedreiging thuis te sturen, niet mee te werken aan de stichting aer Chr. school .om niet de kans te loopen klanten te v r Wij schrijven 1925terwijl in 1920 dö pacificatie op onderwijsgebied is verkregen. Het protestantisme in Zuid-Amerika De „Civita Cattolica" een Italiaanscli blad, maakt alarm tegen den Protes- tantschen Evangelisatiearbeid in Zuid- Amerika. Katholieke ouders zenden hun kinderen naar de Protestantsche scho len en in de Protestantsche jeugdver- leeniging. De „Corriera dTtalia" bevestigt een .en ander met de woorden, dat uit door haar ontvangen berichten blijkt, dat de schade, door de R. K. geleden, zeer groet is: „wij staa*n voor levensvragen" zoo zegt het blad, „die de opmerkzaam heid van ieder, die den naam van ka tholiek op prijs stelt, tot zich trekken imoet. De géheele Katholieke wereld moet kennis nemen van 'het gevaar, clat in het bijzonder uitgaat van de z,g. Ame rikaansche Bijbelgenootschappen en Tractaatgenootschappan. Het gaar hier 'donkere gestalte, die dicht bij haar stond tijdens de terechtzitting, de ge stalte van een man, die steeds bezig was met papieren aan te reiken en over te nemen maar zij had nooit de moeite genomen naar zijn gelaat te kijken. Zij had zelfs nooit een stem ge hoord,- zij had -een flauwe herinnering van den glceienden blik zijner oogen, die zij eens had opgevangen en die haar had gehinderd, maar verder kon zij zioli niets meer te hinnen brengen en zij vroeg zich af, waarom zij hem nu weer moest ontmeten. Was er dan nog geen einde aan al haar leed en ellende? Het was een wonderlijke geschiede nis. Als een gering vooTval haar dien dag had teruggehouden van haar rit door de nieuwe Bondstraat, zou haar geheim veilig zijn geweest. Als hij in zijn rusteloosheid ergens anders had rondgezworven, als er geen versper ring in de straat was geweest, dan zou alles anders zijn geweest. Er was maar zoo weinig voor noodig geweest om dit te verhinderen. Waarom moest dit nu juist gebeuren! Zij huiverde toen zij er aan dacht.^ Toch had zij nog kans op redding. Hij herkende haar, omdat hij haar lief bad gehad. Be gedachte hieraan was afschuwelijk, maar toch was het waar. Indien zijn cogen niet verscherpt wa-. 2 NOVEMBER 192^ niet meer om een paar beke: landsge schiedenissen, zooab in de vcrige eeuw maar om een goed in elkaar gezetten veldtocht, die bewonderenswaardig ge organiseerd is. van uit Ncord-Amerika. en vandaar ook zeer ruim wordt gefi nancierd". De 2560 mulo diploma-bezitiers. Naar aanleiding van de vraag, waar de bijna 2500 pas geslaagde mulo di ploma-bezitters heen moeten, zegt de edacteur K(euning) Th het Cnr. School blad „Onze vacatures": „Waar al die diplomabezetters heen moeten, weten wij inderdaad hiet Ze zijn kïaargekweekt, klaargestoomd en nu staan ze daar. Dat komt van de ge- berdenkwee kerij. Wij kennen jongens, die hun mulo-diploma haalden, omdat ze •er nu eenmaal voor geleerd hadden on ze leerden er voor, omdat de ouders v/aren overgehaald, er hen voor te la ten. leeren. Hier werken velerlei oorzaken. Ou derlijke hoogmoed, het verkeerd advies van onderwijzers, die hun school be volkt moeten hebben, enz. Die jongens 'zagen we, dadelijk nadat ze hun diploma gehaald hadden, de werkplaats ingaan. Nu zal mön zeggen: het geleerde is nooit weg. Maar hi de teerste plaats behoeven we niet allemaal geleerden te zijn en in de tweede plaats hadden die jongens vetel meer gehad aan ander onderwijs. Wij zijn met onze .mulo-scholen nog niet,waar we zjjn moeten. Er moet verandering komen." Chr. Scholen in België. De vereeniging tot stichting en in standhouding van Prot. Chr. scholen te Antwerpen, is voornemens het volgend jaar haar eerste school met subsidie, van den Belgischen staat, aanvankelijk met één of twee klassen te openen. HET FATSSOEN VAN DEN WEG. De tegenwoordige gebruikers van den weg, lijden aan gemis aan vormen, zoo schrijft „De Kampioen". Is dit een gevolg van den oorlog ...en is daardoor het recht van den sterkste en den ruwste geworden het goed recht van hem, «die het gebruik van den rij weg, het rijwielpad of het voetpad voor zich alleen opeischt? Moeten wij' niet trachten den vrede op den weg te bewaren, een ieder te geven wat zijn deel is, opdat er rust zij en geen krakeel? En moeten wij ook (met naast het juist opvolgen van de voorschriften voor het verkeer, tegen over de andere weggebruikers de be leefdheidsvormen in acht nemen? Zeer zeker. Wij moeten ons op de wegen zoo be wegen, dat niemand daardoor overlast hinder of schade ondervindt. Maar wat ziet men? Op de voetpaden en trottoirs, en ook op de rijwielpaden, waar zij niet hoo- rein, loopefti de voetgangers glehteel naar goeddunken, in het midden of links en niet meerderen op een rij, zonder er aan te denken, ook maar één centi meter uit te wijken of de noodigte ruim te te laten voor ben, di» hun tegemoet komen. Op de rijwielpaden blijven de wiel rijders kalm naast elkaar rijden, wan neer anideren hen tegemoet komen, in plaats van behoorlijk achter elkaar te gaan rijden. Op den rijweg rijden tal van wielrij ders zig-zag' door het drukke verkeer heen, kruip en door de nauwste gaat jes, als het maar even kan, en hebben veelal maling aan verkeersvoorschrif- ten en maximumsnelheidsbepalingen. De voetganger gebruikt bij voorkeur den rijweg, hoewel hij daardoor het rij verkeer hindert, zijn leven in de waag schaal stelt en er voor hem alleen toch het voetpad of he,t trottoir is aangelegd. Hg steekt zonder nadenken, zonder vooraf uit te kijken, den rijweg schuin over, omdat hij aan den overkant een kennis ziet of een sigaar moet koopen. De wagenvoerder rijdt liefst in het midden of aan den verkeerden kant van den rijweg, zwenkt links een straat in of keert op den rijweg om zonder eenig teeken van zijn voornemen te geven, noch voor de gebruikers van den rijweg, die hem zouden willen pas seeren, noch voor de voetgangers op de trottoirs, die den zijweg moeten over steken. ren geweest door onzaligen hartstocht voor haar, dan zou hij haar nooit heb ben herlcend. Anderen, die haar moch ten hebben gezien in vroeger tijden, zouden haar na zooveel jaren niet meer herkennen. Als zij hem kon bewe gen om het land te verlaten te gaan naar een ver verwijderd land, dan zou zij misschien veilig zijn. De graaf had haar geld gegeven, en de vreugde waarmee zij het ontving, maakte hem gelukkig. „Het is aan jou, Alice" om er mee te doen wat je wilt. Ik begrijp niet, dat ik er nooit eerder aan gedacht heb Het moet prettig voor je zijn om wat geld geheel in eigen bezit te hebben. Je moogt het besteden, zooals je wilt, lie veling en je. behoeft je niet te laten terughouden door de gedachte, wat ik er van zal-zeggen. Je mag het allemaal vandaag nog weggeven ,als je dat weiïscht.' Zij lachte om zijn woorden om haar ontroering te verbergen, maar toch klopte haar hart van opluchting. Z'j had het nu in haar bezit, het geld dat haar veiligheid en geluk moest koo pen. Zij liet de cheque bij de bank in nen en ontving het geld in bankbiljet ten. Toen was het alles in orde, zij borg het weg in haar schrijfbureautje, tot de dag zou aanbreken, dat zii 't moest AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 2 November 1925. In de Indische bladen werd de ver wachting uitgesproken, dat de Solo- scbe jaarmarkt slecht bezocht zouwor den, en wel om de volgende reden: Het goede Javaansche jaar „Dal" is achter den rug en thans doet het jaar ,Bé" d.w.z. „gaat niet door" zijn in trede. Alle huwelijken door de Javanen in Bé" gesloten, moeten volgens het bij geloof persé door echtscheiding wor den ontbonden. De laatste 3 maanden van „Dal" fs nu ijverig getrouwd en feestgevierd, zoodat de trouwlustigen thans finan cieel eenigzins in de war zijn. Dit is de reden ,dat verkoopers op de sekatan dit jaar minder goede zaken verwachten. De verlichte Europeanen lachten na tuurlijk over zoo dwaas bijgeloof. Maar hebben zij daartoe eigenlijk wel het recht? In dit opzicht staan toch velen die zoo „verlicht" zijn dat ze het geloof als contrabande beschouwen met de Ja vaansche bruine broeders op ééne lijn. De angst voor bepaalde cijfers en da gen en het gescharrel met poppetjes en beeldjes heeft in vele kringen zulk een omvang gekregen, dat er heusch en helaas! geen reden is om uit de hoogte op de Javanen neer te zien. OBSERVATOR. Motorwielrrjders en automobiele stuurders rijden liefst met groot lawaa! van claxon of knalpot, om toch vooral maar zoo snel mogelijk door de drukte heen te komen en denken er niet aan, dat zij andere weggebruikers daarmede hinderen, met modder bespatten en dik wijls in gevaar brengen. Dat alles is een teeken van onzen tijd. Dat moet veranderen. Men moet leeren elkander op de we gen te waardeeren, men moet niet al leen in gezelschap de vormen in het oog houden, maar deze ook, en wellicht in nog meerdere mate, op den weg be trachten. Betracht beleefdheid, welwil lendheid, inschikkelijkheid, en leert daar door deze deugden aan anderen. Zijt gg eten man van de wereld, een man van goede vormen op den weg, dan zal men er u niet om uitlachen, maar men zal uw handelwijze op prijs stellen en u navolgen. Zoo komt men tot den waren vrede op dten weg; wafit alleen van binnen uit bereikt men, wat door wetten af ge dwongen,alleen maar een „gewapende" vrede blijft. HET ROODE MILITAIRISM.E In Sovjet-Rusland is een nieuwe wet op den militairen dienstplicht tot stand gekomten. Volgens deze wet zijn alle burgers van 1940 jaar dienstplichtig. Er wordt een gemengd systeem inge voerd, en wel een staand en een militie leiger. Van «hun 19de tot hun 20ste jaar, krijgen de dienstplichtigen een voor opleiding. De werkelijke dienst vangt aan met het 21ste levensjaar en duurt 5 jaar, waarvan 2 tot 4 jaar actief, al' naar gelang van het wapen, waarbg men is ingedeeld. Tot de eerste reserve behooren de manschappen tot hun 32ste levensjaar en tot de tweede tot hun 40ste. Personen, die niet op eenigerlei wgze arbeid verrichten en dus met kiesge rechtigd zgn, zullen niet bij de_ weer macht worden ingelijfd, maar in z.g. arbeidsbataljous, waarvan in vredestgd slechts een klein contingent wordt op geroepen, terwjjl de overigen een ver- aedigmgsbelasting hebben te betalen. Vrouwen dienen in tijd van vrede al leen op grond van vrgWillige aanmel ding, terwgl zij in tijd van oorlog voor bijzondere diensten zullen worden ge bruikt. Vrijstelling vau het dragen van wape non op grond van religieuze overtuiging is ipogeffik. In voorkomende gevallen zal de Rechtbank "hebben te beslissen. uitbetalen uitbetalen aan Adam Ramsay. Nu zij de belofte had, deze som gelds elk jaar te zullen ontvangen, zou zij geen moeite hebben om hem zijh jaar geld van vijfduizend gulden te betalen. Toch voelde zij dit geheim zwaar op zich drukken. Zij wist, dat het haar naar beneden zou halen. Zij wist, dat ieder jaar dat aanbrak, voor haar deze vreeselijke geheime daad zou meebren gen. Haar gezondheid en opgewektheid keerde eenigermate terug. Zij zei bij zichzelf telkens en telkens weer, dat zij nu veilig was. Op den avond van den twintigsten Juni gingen de graaf en de gravin naar een groote avondreceptie ten huize van de hertogin van Glendoon. Lady Arden zag er op haar best uit. Haar schoonheid scheen het hoogte punt te hebben bereikt Zij droeg een kleed zoo schitterend, als. zij nog hooit had gehad. Zelfs de kamenier, die haar kleedde, was verrukt over baar vorste lijke verschijning. Zij droeg een klein kroontje van diamanten in het weelde rige haar. Zij was een toonbeeld van liefelijkheid en gratie, zoodat men de oogen niet van haar kon afhouden. Wordt vervolgdJL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5