NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 OCTOBER 1925
ARBEIDSSCHUWiHEID?
Er zijn, afdus ,Ons Schild" nog
steeds heel wat menJschen, die gaarne
generaliseeren, niet het laatste wan
neer het gaat om d'q arbeiders in een
bepaald daglicht te stellen.
Ze kennen in hun omgeving iemand
van wien ze veronderstellen, dat hij
arbeidsschuw is en ze zijn direct klaar
dit als een karaktertrek van de arbei
ders van dezen tijd te beschouwen.
Hoe onjuist dit is, bleek ons nog
weer dezer dagen.
Een der leden van een der aangeslo
ten organisaties bij den Haagschen
Christelijken Besturenbond, is gerui-
men tijd werkloos geweest. Hij trok
voor zijn groot gezin het hoogste steun
bedrag.
Toch werd hij zienderoogen mager
der en was de ellende hem van het
gelaat af te lezen.
Bij een nader onderzoek bleek, dat
niet gebrek aan voeding, maar gebrek
aan werk de oorzaak van zijn zichtba
ren achteruitgang was. De man kon er
maar-niet aan wennen, dat hij doelloos
moest rondloopen en zijn hand ophou
den voor een steunpenning.
Op zekeren dag bleef hij weg en
kwam niet meer teekenen. Van kennis
sen-Vernamen we, dat hij werk had
gekregen.
Dezer dagen ontmoetten we hem.
In blakende gezondheid reikte hij
ons de hand en vertelde overgelukkig
dat hij nu al weer weken werkte en
hoopte nog geruim en tijd werk te
houden. i
We vroegen belangstellend naar wat
zijn loon was en vernamen toen dat hij
nog f 1 beneden zijn steunbedrag blijft.
En, toch zoo opgewekt.
Ruim is het in het gezin niet. De
boterham is dun. Nu nog dunner dan
enkele weken gelèden.
Maar de overtuiging dat dit wordt
verdiend, sterkte hem meer dan de
uitgezochtste spijzen.
Moeten we nu ook generaliseeren?
Moeten we beweren dat alle arbei
ders zoo werklustig zijn?
We doen het niet. Er zijn arbeids-
schuwen. We aarzelen niet dit te ver
kjaren.
Maar er zijn ook arbeiders wier lust
het is te werken.
Onze arbeider staat niet alleen.
Neen, hij is één uit vele.
NOG IETS OVER PAUL KRUGER.
In „De .Wachter" schrijft Ds. O.
Boersma van Koudum „Brieven" aan
vriend Alexander.
Ds. B. is indertijd, 'n kwart eeuw
geleden, als onderwijzer in Pretoria
geweest, toen Kruger daar Staats.pre-
sident was.
Hij geeft nu eenige herinneringen,
die men zoo elders niet te lezen krijgt
en die meer op den .Christen en pp
het lid der kerk, dan op den staats
man betrekking hebben. Wij laten ze
hier volgen:
„Oom Paul", zooals hij ook als Pre
sident bleef beeten, was een echt en
oprecht Christen van de daad.
Dit getuigde.zijn huiselijk leven. De
Bijbel had in zijn woning1 niet een ©ere
plaats slechts, maar was voor hem
bekleed, en tevens de levensgids voor
óók van het hoogste ambt door hem
het troostboek in de zorgen en moeite,
zijn persoonlijk, huiselijk en staatkun
dig leven.
Naar oude gewoonte der Boeren
begaf hij zich des avonds vroeg ter
ruste, indien geen bijzondere moeilijke
vraagstukken van zijn ambt hem tot
nachtelijk gebed voerden. Vroeg in
den morgen opgestaan, 'hield de Pre
sident met zijn gezin eerst de huise.
lijke godsdienstoefening. Al de huis,
genooten, ook logeergasten, die on
gaarne zóó vroeg opstonden ot 'mis
schien liever geen deel namen, werden
verplicht zich aan ,deze huisorde te
onderwerpen. Wie ooit zulk een gods
dienstoefening, vroeger onder de boe
ren algemeen, heeft bijgewoond, zal
zich meermalen verbaasd hebben over
de vrijmoedigheid en eenvoudige juist
hei'd, waarmee een gedeelte der Schrift
werd besproken. Zulk een begin van
den dag gaf vaak wijding en sterkte
voor de dagtaak.
Vooral president Kruger was thuis
-in zijn Bijbel. Dit bleek zoo telkens
in zijn kerkelijk leVen. Hij was be
slist' Gereformeerd Christen. Tegen
over zijn \Voning stond de nieuwge
bouwde kerk. die haar schoonheid en
.inrichting voor een groot deel aan
de milde geldelijke bijdragen van
Kruger te danken had.
Als met „Nachmaal" rondom die
kerk het plein-zich- vulde met wagens
en tenten, dan zag men den President,
als broeders onder de broederen, deze
tentein. ingaan. Daar en ook vóór of
in zijh. huis werden allerlei dingen,
doch vooral geestelijke onderwerpen
en het leven van strijd des geloofs
besproken. ,,Oöm Paul" was de vraag
baak van velen, niet het minst" ook
omtrent moeilijke Schriftgedeelten of
teksten, waarover de boeren elkander
en hun onderwijzer toch gaarne onder
vroegen. Meermalen bleek dan, hoe
goed Kruger het Wpord Gods kende
en verstond, al was men het met en
kele uitleggingen .soms niet eens.
Paul Kruger was echter allerminst
een bekrompen man. Hij had iets van
Willem den Zwijger, die ook zijn tijd
ver vooruit was.
Een paar voorbeelden.
In de nieuwe kerk was ook een
flink orgel aangebracht, door een be
kwaam Hollandsch musicus bespeeld
Daar een orgel in die dagen bij' vele
.'Gereformeerden nog als contrabande
werd beschouwd, was eenige voorzich
tigheid in gebruik wel gewenscht. Be
geleiding van den zang, zonder voor-
of naspel, was bij Avondmaalsdien-,'
sten eerst alles wat het orgel deed,
opdat het overige niet de dan talrijk
opgekomen buitenmenschen ergeren
mocht.
Op andere Zondagen werd hét or.
gel g ewoon bespeeld als bij ons. Toen
op zekeren Zondag een zijner gasten
blijkbaar verstoord, dat onder bet uit
gaan der kerk het orgel zich nog liet
ihooren, aan „Oom Paul" vroeg: „Hoe
kom schreeuw die ding nou nog?" ant
woordde deze niet dadelijk. Bij' wat
heftig herhalen' der vraag, zei hij zeer
lakonisch: „Ja neef, jijl verstaan toch
daar is nog lug in dit ding. Als die
er nie uitkom nie, dan bars hiji". De
Weet was blijkbaar met dit liumoris
tisch' antwoord voldaan.
Zoo weinig Kruger tegen het orgel
in de kerk 'had, zooi sterk voorstander
was hy; van de oprichting eener j ont
mannen, ver eeniging. Onze predikant,
achtte deze zeer gewenscht. opdat er
een prikkel tot onderzoek der .Schrift
zou blijven, na meestal op jeugdigen
leeftijd doen van belijdenis en in het
[huwelijk t reden. Hij vroeg mij, de ver
gaderingen bij Avondmaalsdiensten te
Iwillen leiden.
Er waren echter twee of drie voor
vergaderingen bijl „nachtmaal" noodig,
waarbij; 'de kerk overvol was, eer we
tot de oprichting van zulk een ver.
eeniging konden komen. Dit was niet
üiet minst te danken aan de krachtige
verdediging van den President, die tel
kens tegenwoordig was.
Daar onze bijeenkomsten door bijna
'heel de gemeente werden bijgewoond,
was voorzichtigheid van optreden raad
zaam, daar meerderen tegen deze
nieuwigheid" waren. Er werden voor
af enkele hoofdstukken uit de histo
rische boeken der Schrift opgegeven;
Hierdoor konden vragen worden ge
daan. Op de tweede vergadering liep
'het ons al tegen. Iemand vroeg of
'Kaïn wel kon doen, wat de Heere
hem waarschuwden voorhield in: „Is
er niet, indien gij' wel doet verhoo.
ging?"
Daar niemand hierop antwoordde
gat de voorzitter de gewone verkla
ring. Dadelijk was een broeder, en
nog wel een ouderling, op de been. Hij
vond dit antwoord „modern". De
mensch kon niets. Er waren vele moi
derne „Hollanders". Dat kwam nu
van die „nieuwigheden" enz.
Toen vroeg Kruggr' het woord. Hij'
doorzag dadelijk de bedoeling. Maar
vroeg slechts aan dien broeder: „Als'
ik jou op een stuk land breng en
jou een ploeg geef en zeg dat jij1 moet
Sloegen, hoe maak.jij dan?" De brok
er zei, zoo niet te kunnen ploegen.
Maar, zoo hernam de President, als
ik jou dan naar die wagenhuis breng,
waar jij ketting en jukken en een
zweep vindt en ik geef jou ossen en
een kaffer om deze te leiden, hoe idan?
Dan zou de broeder wel kunnen ploe
gen.
.Welnu, zoo bedoel die Voorzitter
ook. Als de Heere ons bekwaam maak
dan kan ons en kon Kaïn ook wel
Hollanders of modern of nieuwigheid
doen. Dit heeft niks te maak metf
nie, sprak Kruger wal heftig. Ons bei
doel is jonge menschen naar die
'Woord t e lei'.
Sedert verliepen onze Jonge-Man-
nen.yergaderingen, door de gemeente'
omringd, rustig en verkregen waar
deering. Ook dit dankten wij' grooten.
deels aan Paul Kruger.
UIT DE OMGEVING.
KOUDEKERK.
Gemeenteraad
Vergadering van 'gistermorgen, gèhou
den onder leiding van den burgemess-
ter, den heer J. M. E. Kwint, en bij
gewoond door 'alle leiden.
Na opening 'en goedkeuring van de
notulen worden eenige ingekomen stuk
ken bekendgemaakt, Hieronder is een
Kon. Besluit, waarbij goedgekeurd is
de door 'Ged. Staten getroffen regeling,
voor de jaarwedden van den burge
meester en den secretaris-ontvanger.
Voor Koudekerk blijft de wedde van
den ontvanger 'overeenkomstig het be
sluit van 'den Raad bepaald op f640.
Verder heeft opname plaats gehad
van de kas- jen de boeken van den ge
meente-ontvanger, die alle in goéde
orde zijn bevonden. De ontvangsten be
droegen f 9°-332>75, de uitgaven de som
van- f S7.110,34, kassaldo f3222,411/-'.
Naar aanleiding van de in de vorige
vergadering door den heer v. Egmond
gestelde vraag aangaande de mogelijk
heid van meterhuurverlaging stelt de
Voorzitter voor, in samenwerking
met andere belanghebbende gemeentén
een adres'aan den Leidschen gemeente
raad te richten, waarin op verlaging
van den abnormaal hoogen, in de oor-
lagsjaren vastgestelden huurprijs wordt
aangedrongen.
Aldus besloten.
In verband met het besluit van de
vorige vergadering om alsnog te trach
ten een derde postbestelling te krijgen
hebben de1 .Voorzitter en de heer 'Öp-
pelaar een onderhoud gehad met den
waam. directeur der Posterijen. Naar
aanleiding daarvan stelt de vóorz. voor
om, indien 'er voldoende behoefte is,
het aanbod va.11 de Pesterijen aan te
nemen, ^waarbij de gemeente gelegen
heid krijgt 0111 des middags 2 uur een
bestelling voor eigen rekening te laten
houden.
Spr. zou echter eerst gaarne willen
weten, of deze bestelling algemeen ver
langd wordt. Is dit niet' het geval, dan
acht spr. 'd© uitgave van gemeentewege
voor dit doel niet gewenscht.
De lieer 0 p n e 1 a a r pleit krachtig
voer een derde bestelling. Men moet bij
het beoordeelen van. de noodzakelijkheid
niet letten 'op het getal fabrikanten,
maar ook op dat van de menschen,
dié in hun industrieën werkzaam zijn,
en wier getal niet minder groot is,
dan dat in gr00tere gemeenten in de
buurt. Daarbij zijn er ook groote be
drijven van anderen aard, die ermede
gebaat zouden 'zijn.
De heer V. d. Berg is niet voor elen
bestelling van gemeentewege, omjdat in
geen geval 'alle ingezetenen ervan zul
len profiteeren.
De heer 'Oppelaar merkt op, dat
dit argument niet altijd beslissend kan
'zijn. Het komt zelden voor, dat alle in
gezetenen belang hebben bij dezelfde
uitgaven.
Weth. R e y n e v eTd is ook niet voor,
een bestelling van gemeentewege, maar
als het moest doorgaan, zou spr. de
bestelling niet willen beperken tot. het
gedeelte tusschen Schouw en Schouw.
Het behoeft in de-kosten niet veel te
Verschillen. - 'i 1
Op voorsfceT van den voorzitter wordt
tenslotte b esloten 'nog ie ens te onder
zoeken of 'de bestelling, door een ge
noegzaam aantal ingezetenen gewenscht
svordt.
Met den aanleg van electriciteit gaat
het gestadig vooruit. Op Woensdag 5
November a.s. zal in ide Openb. schooi
des morgens voor leerlingen van de
hoogste klassen 'en des middags en des
avonds voor het groote publiek een
demonstratie worden 'gëhöuiden.
Hierna hééft de aanbieding plaats
van da rekeningen van het Burgerlijk
Armbestuur en 'het Weeshuis over 1924.
De eerste 'sluit met een.batig saldo
van f 123,73, de andera met een batig
saldo van f 133,03.
Het Waterleidingbedrijf heeft dit jaar
een winst gemaakt van f 206,361/2. Zal
waarschijnlijk door da toeneming van
het aantal aansluitingen een volgende
maal nog wel meer bedragen.
Da cijfers van da gemaanterekeningl
over 1924 hebben een bedrag van
f 52.976,881/2 aan voordeeliga, een van
f 54.833,781/2 aan Uadeeliga sloten, dus
een batig saldo van, f 143,021/2.
De kapitaalsdien3t sluit mat een na-
deielig saldo van f '456,79, dat echter
ruimschoots tvordt 'gedekt door het over
schot van het in 1924 geleende.
De begrooting voor» 1926 zal dein
raadsleden ter inzage worden, gegéyen
in een speciale bijéénkomst, .waarbij
de secretaris vanvoorlichting zal dier
mén.
Goedgekeurd worden 'eenige af- en
overschrijvingen op 'de begrooting van
1925 tot een bedrag Van f 940. Hier is
een. som van ruim1 f 300 onder begre
pen voor 'vergoeding van L. 0. in an
der© gemeenten 'genoten.
Vervolgens komt een verzoek van
d© R. rK. Vroedvrouwenschool ta Heer
len in behandeling. Gevraagd wordt pm
een jaarlijksch subsidia van f 25.
Wordt z.h.st. 'afgawezen.
Aan d'a Herv: school zal da uitkeer
ring overeenkomstig 'art. 101 der L.
O.-wet worden verleend, berekend naar
de kosten per leerling jaan de 0. L.
school, dia in dit geval f 11,5.4 bedra
gen.
Vervolgens komtr'een voorstel tot wij
ziging van de politieverordening ter ta
fel. Tot héden was het n.l. heel mooie
lijk om bewijs ta-leveren in gevallen
van bedelarij, omdat da betreffende
/personen zich gewoonlijk voorzien van
ie enige kleine koopwaren om voor
„koopman" tei kunnen doorgaan.
Voorgesteld wordt daarom ta bepalen
dat ieder, dÉa iéts te koop 'aanbiedt
langs dei huizen, daarvoor vergunning
moet-hebben-van SB. en W. Deza be
paling 'zou Zeer coulant kunnen wor
den toegepast, en zal, naar da Voor
zitter in antwoord op da heeren Gorts,
d»a Jong, v. d. Berg, en Reyneveld me
dedeelt slechts ten doel hebben, even
als de huidige bepaling, om ongawensch
ta elementen te weren.
Deze bepaling werd - tenslotte z.h'.st.
goedgekeurd. ,1
Bij de rondvraag informeert de heer
v .d. Berg, wie aansprakelijk is voor
den' toestand vair den weg in dan La-
gewaard, die 'door dan aanleg van het
paardenpad in een minder gunstigem
toestand is gaa.11 verkeeren.
De Voorzitter maakt daarop uit
het contract duidelijk, dat da aannemer
tot twee maanden 11a de voltooiing van
het Paardenpad aansprakelijk is voor
hef vullen 'van. eventueel ontstane gaten
in den weg. Wat echter de wielsporen
betreft, wanneer 'daar thans na de
hevige regens vaii verleden week iets
'aan mankeert, kan men er weinig van
Zéggen.
Er "ontwikkelt zich nog een heel ge
sprek over h©t Paardenpad, waarbij de
Voorzitter betreffende 'de aanbesteding
mededeelt, dat het werk aan den. beer
Verhoeven te Leiden is gegund voor
den prijs van f 0,50 per strekkenden
M. met bijlevering van zand. Dit was
verreweg de laagste' inschrijver en waar
het een nogal groot werk betrof, meen
den B. én W., dat het verschil te
groot 1 werd. om hét toch aan ©en inge
zetene te gunnen.
Verder sprak de heer ,0ppela.ar j
nog over wegverharding, waarbij hij
het gebruik van grint aanbeval boven
dat van 'basalt.
Aan deskundigen zullen hierover in
lichtingen worden gevraagd.
Daarna sluiting.
HONDERD JAAR GELEDEN.
Den vijf en twintigsten September
van het jaar 1825, aldus het „Hbld."
reed de eerst trein van Stockholm
naar Darlington; en de sensatie, die
dit feit veroorzaakte, lijkt ons, die de
wereM nooit anders gekend hebben
dan met rails en locomotieven, met
onbewaakte en bewaakte overwegen,
met seinhuisjes en wisselstations, vrij
belachelijk.
Degenen, die de heuglijke gebeurte
nis in 1825 meemaakten toonden,
naast groo.te belangstelling, 'n zekeren
ongeloovigen angst, en velen zullen in
die dagen belangstellend het bericht
gelezen hebben, dat getuigt van de eer
ste, goedgeslaagde proef. Want 'daarin
werd de tocht, die drie uur en zevery
minuten precies duurde, zorgvuldig
beschreven, en het bleek, dat in Stock
ton niet minder dan zeshonderd per
sonen, plus een muziekkapel uit en
van den trein klommen.
De eerste treinen moesten nog wel
eens een enkelen keer met behulp van
andere dan eigen kracht voortgeholpen
worden. Niet zelden gebeurde het, dat
tusschen de rails, tien, twaalf, ja soms
wel dertig of veertig paarden liepen,
die machine en wagens voorttrokken.
Dat er, heel wat op- en aanmerkin
gen werden gemaakt, dien eersten tijd-,
spreekt vanzelf. Stephenson, de baan
breker voor de nieuwe vinding, zag
zich aan alle kanten gedwarsboomd,
en had, zooals de meeste knappe kop
pen. te kampen met.zijn tijdgenooten.
die het ingenieueze van zijn uitvinding
niet wilden erkennen. ,.De menschen
zullen hun leven niet in dit nieuwe
vervoermiddel wagen" schreef een be
kend, nog bestaand, tijdschrift. Liever
zullen zij zich op een vuurpijl laten
wegschieten die bereikt wellicht
nog grooter snelheid dan dertig kilo
meter per uur!
Ook werd Stephenson voor het ver
zamelde Lagerhuis geroepen, om een
kruisverhoor te ondergaan, waarhij hij
echter toonde, dat louter en alleen de
spoorweg hem heilig was. Op de vraag
van één der leden, of het niet een pijn-
dijk geval zou zijn, als ©r, bij een krom
ming van den weg, plotseling een koe
op de rails stond, antwoordde bij: „In
derdaad, dat zou pijnlijk zijnvoor
de koe!"
Het onheil, dat de „helsche machi
ne" over de wereld brengen zou,
scheen niet te overzien.
„Wat" zoo klaagde een ander Lager
huislid, „wat moét ér worden van de
mooie rijkswegen, waaraan zooveel ten
koste is gelegd? Wat moeten paarden
fokkers wagen en zadelmakers be
ginnen? Om niet te spreken van koet
siers en postiljons van herbergiers van
hoefsmeden? De prijzen van het ijzer
zullen hooger worden, en het is niet
onmogelijk, dat binnen korten tijd de
ijzermijnen uitgeput zullen zijn. Boven
dien zullen de menschen geestelijk en
lichamelijk achteruit gaan door deze
rustverstoring. Het is de slechtste uit
vinding, die ooit gédaan is."
De inwerking op lichaam en geest
van den mensch wérd meermalen over
wogen, i Zelfs gaf een college van ge-
neesheeren' in overweging de spoorba
nen te omheinen met hooge schuttin
gen, opdat toeschouwers niet opge
schrikt zouden worden door het snel
heidsmonster, en ten prooi vallen aan
het delirium Turiosum, waaraan ook
de roekejooze passagiers bloot staan..
De schutting heeft den trein niet
kunnen tegenhouden.
Op het heele continent werd het ijze
ren paard bekend; en in 1843 schrijft
Heinrich, Heine, die destijds in Parijs
woonde, geestdriftig over de wereldge
beurtenis:
„Onze generatie mag er trotsch op
zijn, dat zij deze evolutie meemaakt.
Zelfs de grondbegrippen van tijd en
ruimte zijn veranderd. Want door den
spoorweg wordt de ruimte gedood en
de tijd blijft voor ons gespaard. Het
heele menschelijke leven wordt op een
andere basis overgebracht....
jHoe zal het worden, als de eerste
verbindingen met- het buitenland geo-
pènd worden? Als men naar België
en" naar Duitschland reizen kan? Het
is mij, alsof bergen en bosschen van
mijn vaderland nader komen. Ik ruik
den lindebloesem; voor mijn deur
bruist de Noordzee....
Zóó schreef Heinrich Heine over den
spoorweg.
Een eeuw is voorhij gegaan. Geen
kind is meer bang voor het ijzeren
paard en men tracht den spoortrein
met „wuivende rookpluim" zooveel
mogelijk te vervangen door nog snel
lere, electrische wagens.
Wij vinden een trein al bijna ouder-
wetsch, wij denken aan luchtverkeer
en vlugge auto's.
RECHTZAKEN.
KANTONGERECHT HEIDEN.
Voor de openbare zitting stonden op
de rol 58 zaken, voor niet-openbaar
3 zaken.
In de zaak Jac. v. d. H. die te Lei
den, op de Uiterstegracbt te snel zou
gereden hebben en daarbij eenige kin
deren aangereden, werd nu nog ge
hoord als getuige Izaak Bekooy, beton
werker te Leiden, die de aanrijding
had gezien, doch getuige verklaarde
dat beklaagde niet anders heeft kun
nen doen.
Eisch i 10 of 10 dagen.
In de zaak van F. J. L. te Leiden,
thans gedetineerd, wien ten laste ge
legd is. het verkoopen van sterken
drank zonder daartoe bevoegd te zijn,
in een perceel te Leiden, werd nu ge
hoord de destijds niet verschenen ge
tuige van Leeuwen te Leiden. Deze
verklaarde gehoord te hebben, dat er
's nachts daar gelegenheid was 'n bor
reltje te krijgen, waarom hij er in ge
zelschap van anderen heen was ge
gaan, en hem was werkelijk consump
tie verstrekt in den vorm van citroen-
bitter. Getuige, diens broeder en een
vriend, alsmede de zich daar bevin
dende jonge dame hadden allen iets
gebruikt, wat getuige betaald, had met
f 3.50. Beklaagde ontkent pertinent iets
ontvangen te hebben; dat deed hij
nooit. De Kantonrechter vond het nog
al een duur borreltje. In een sociëteit
is het altijd duur, zegt getuige. Maar
het is daar ook een eigenaardige so
ciëteit. Tot beklaagde zegt de Kanton
rechter, dat het goed was dat slechts
enkelen wisten dat hij gratis tapte, an
ders was, zijn huis te klein geweest.
Eisch T15 of 15 dagen.
K. L. koopman te Leiden, is ten
laste gelegd een anderen koopman met
een hondenkar te hebben aangereden
op de Vischmarkt. Deze Singeling, die
zeer doof blijkt, verklaart alles ge
daan te hebben om een aanrijding te
voorkomen, doch beklaagde reed den.
verkeerden kant. Getuige Segijn ver
klaart ook, dat de schuld bij beklaag
de ligt.
Eisch f5 of 5 dagen.
Getuige Singeling wiens vader is
meegekomen vertelt nog, dat beklaag
de zijn zoon al eens gedreigd heeft te
verdrinken, en beklaagde vertelt, dat
ze hem er onder willen concurreeren.
„Het blijken althans geen bevriende
collega's" aldus maakt de Kantonrech-,
ter er een einde aan.
M. v. d. P. motorschipper te Hazers-
woude, zou links rijdend met een rij
wiel een anderen wielrijder, zekeren
Pomus, scholier uit den Haag. aange
reden hebben, die daardoor is geval
len, waarbij zijn fiets onder een autoj
kwam en nogal schade opliep. De scha
d'e van f 16 wilde hij wel vergoed: heb
ben.
E. A. Eekelhart, poelier te Leiden en
Ha verhoek te Leiden zijn dicht bij die;
plaats (Hoogewoerd) geweest, toen het
onheil plaats greep en vertellen wat
zij er van gezien hebben.
De Ambtenaar constateert schuld bij j
beklaagde en eischt f 20 of 4 dagen.
A. C. bloemist te Voorhout, zou
volgens het verhaal bij het Motorhuis,
te Leiden met een auto achteruit ge-j
reden zijn, zonder een signaal te ge-:
ven, waarhij hij een handkar met kalk1
kuipen zou hebben omgereden.
Voor de verloren kalk werd een i
eisch van schadevergoeding ingediend, j
Getuige Keereweer en Wagemans, dié
dén wagen hadden neergezet om te
schuilen voor den regen, verklaarden.
de schuld bij bekl. Getuige v. d. Hoog
te Rotterdam heeft er hij gestaan en
diens costuum is „door de beroering"
der kalk bespat, wat hem f 7 heeft gé-
kost. Ook deze wil de schade ter-
goed hebben. s
Bekl. weet het niet en wil het daar
om niet ontkennen). Eerst een paar uur
later is hij teruggekomen en toen had
hij het vernomen. Eisch f10 of 5 d.'
J. H. L. monfeur te Amsterdam heeft?
bij den wissel van de tram tusschen1
Postbrug en Groene Kerkje onder
Oegstgeest een met hout beladen auto
aangereden, dié daardoor in den wal--
kant is geschóvenj en nogal schade; be
komen heeft.
Bekl. zoo goéd als getuige Rompel-j
man uit Santpoort, die naast den be
stuurder heeft gezeten, bekennen in
zooverre, dat hun auto bij het uit de
trambaan komen, op zij geschoven is
en zoo met het achterwiel het voor
wiel van de houtauto raakten.
De eigenaar van deze houtauto wordt
gehoord. Deze, Hasemeijer uit Rille-
gom, acht schuld aanwezig bij bekl.
en heeft nog' al schade gehad. Ook get.
Rosier, koopman te Leiden, en) Stikkel,'
koopman te Alkmaar, die het gezien
hebben, zijn van die meening. Eisch
10 of 10 dagen. j
A. H. landbouwer te Oegstgeest, zou
te NoordVijk op land van D. Parle-
vliet hebben loopen jagen. Hét bleek
echter, dat !dit J. H. moet zijn geweest,
die ook verschenen, nu gehoord werd,
voor het ten laste gelegde.
De eigenaar Parlevliqt van Noord-
wijk, had uit zijn woning bekl. zien loo
pen op met kool beplant land. Hij had
eerst zijn knecht er op uitgezonden en
was later zelf gegaan.
Bekl. beweert er niet geSoopen te
hebben, wat Arie Balk en 'A. Hooger-
vorst te Oegstgeest kunnen (bevestigen,
alsook de derde getuige aj decharge
J. van Rijn, van Katwijk.
Getuige Achterberg te Noordwijk
weet niet welke H. er geloOpen heeft.
Het blijkt, dat dit de meejagjende broe
der van bekl. is geweest. De eisch
luidde vrijspraak.
De vrijgesprokene zal nu 'echter een
civiele vordering tegen Parlevliet in
stellen, die hem f 300 schalie berok
kend heeft.
J. S. koopman, heeft te Voorschoten
lompen gekocht, zonder een register
te hebben. Eisch fl of 1 datg.
Hierna komen nog een aantal per
sonen voor het verzuimen van hun
kiesplichjt op 1 Juli, voor den rechter.
Er waren er, die hoofdpijn hadden
gehad, verhuisd waren, het 'in Gods
'Woord verboden achten, enz.
De eisich liep van zonder&atraf tot
fl ten lïoogste.