CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN öitraer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 6e JAARGANG NUMMER 1472 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 Per weeks). I 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 BUREAU: Hooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiSn per regel 22(/t cent Ingezonden Mededeelingen, dobbel tarief. Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiSn bij Vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent Christelijk Historisch. Sinds de Christelijk Historische Unie tot stand kwam wordt de Antirevolu tionaire partij zelden meer als Chris telijk Historisch aangeduid. Om verwarring te voorkomen moet dit gedeelte van den naam onzer par tij wel achterwege worden gelaten Maar daarom dan ook alleen en niet omdat de Antirevolutionairen er geen prijs op zouden stellen dezen naam te blijven dragen. Het tegendeel is het geval. Men krijgt nu door de wijze waarop de verschillende namen worden ge bruikt, meermalen den indruk dat we hier staan voor een tegenstelling: aan de eene zijde de Christelijk-Histori- schen en aan de andere zijde de anti revolutionairen. Die opvatting is echter verkeerd en we moeten ons wel wachten daaraan geen voet te geven. Wij hebben hier tè doen met twee woorden die eenzelfde zaak aanduiden Wie waarlijk antirevolutionair wil zijn is tevens Christelijk-Historisch en omgekeerd. Groen van Prin9terer kwam er in zijne dagen reeds tegenop dat men» wel Christelijk-Historisch wilde zijn. maar niet antirevolutionair. „Deze dis tinctie, zoo schreef hij. verwerp ik." En niet minder verwerpelijk is de gedachte, dat men wel antirevolutio nair zou willen zijn, maar niet Chris telijk-Historisch en wij moeten er dan ook wel op bedacht zijn, dit gedeelte van onzen naam niet prijs te gevén. De Antirevolutionairen willen den band met de historie niet verbreken. Zij houden vast aan het: „daar staat geschreven" maar ook aan het: „daar is geschied." „Daar staat geschreven" dat is het eerste en het voornaamste. Voor het gezag van' Gods Woord buigen wij ons onvoorwaardelijk. Maar daar is ook geschied. Wij kun nen en willen ons niet losmaken van het verleden, maar wij wenschën re kening te houden, met de leiding Gods met ons land en volk in den loop der historie. Vandaar dan ook, dat in artikel 2 van ons Program van Beginselen ge zegd wordt: „De antirevolutionaire of christelijk-historische richting verte genwoordigt, voor zooveel ons land aangaat, den grondtoon van ons volks karakter. gelijk dit, door Oranje geleid onder invloed der Hervorming om streeks 1572,- zijn stempel ontving en wenscht dit, overeenkomstig den ge- wijzigden volkstoestand, in een vorm die aan de behoeften van dezen tijd voldoet, te ontwikkelen." Wij zijn antirevolutionair, omdat wij ons keeren tegen het beginsel der re volutie, dat bedoelt een volkomen emancipatie der volkeren van onder het souverein gezag van den almachti- gen God. Dat revolutiebeginsel verwerpen wij, waar en onder welken vorm het zich dah ook mag voordoen. Wij verwerpen het in de staatkun de, maar ook in het sociale leven. Daarmee is uitgedrukt wat wij niet willen En daarom noemen we ons tevens Christelijk-historisch om daarmee uit te drukken, dat wij het leven wen- schen te reformeeren overeenkomstig de Christelijke beginselen, zooals Gods Woord ons die leert. De Christelijke beginselen, waarvan de Apostolische geloofsbelijdenis zulk een kostelijke samenvatting geeft. Ik geloof in God. Niet maar in een God, dien een ieder zich kan vormen naar zijn gedachten, maar zooals de Heilige Schrift het ons leert in God den Vader, dep Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. Hij is alleen de opperste Souvereis. Alles is van Hem afhankelijk en heeft naar Zijne wetten te leven. En in Jezus Christus, zijnen eenig- geboren Zoon, onzen He ere, Wien is gegeven alle macht in hemel en op aarde. De Antirevolutionaire partij spreekt zich echter niet alleen negatief, maar ook positief uit. Wij noemen ons Christelijk, en his torisch .tevens, omdat wij wenschen voort te bouwen op het historisch ge worden e, omdat wij rekening wen schen te houden met de gangen Gods in de historie. Want' zoo schreef de Standaard nu een halve eeuw geleden wie het recht der historie eerbiedigt, stelt zich onder een wet; erkent dat zijn wil aan dien der vorige geslachten en het be lang van de geslachten, die daarna komen zullen, gebonden is. Kortom met het waarmerk der his torie op mijn arbeid, is de eerst voor mij zeiven geroofde kroon weer afge legd, en kniel ik, met de vaderen die voor ons waren, met hen. die o m mij zijn en met wie we dus den toon zul len aangeven als de stofjes aan de weegschaal" in het majestueus geheel neer, om eere te geven, niet aan het schepsel dat niets is, maar aan Hem, wiens heiligen voetstap ge ruischen hoort heel het pad der historie door." Wij zijn en blijven antirevolutionair, maar blijven tevens aanspraak diaken op den naam Christelijk Historisch. V Niets nieuws. De vorige week hebben wij gewezen op de wijze waarop Groen van Prin- sterer door zijne tegenstanders beje gend werd en op den smaad waarmede men hem als overlaadde. Wat Minister Colijn deze week in de Tweede Kamer wedervoer, is dan ook niets nieuws. Mr. Marchant heeft slechs herhaald wat anderen voor hem gedaan hadden. In 1840 werd Groen van Prinsterer beschuldigd van „heimelijk Catholi- cisme." In 1847 werd hij in verband met de verschijning van Ongeloof en Revo lutie" aangeduid als de schrijver, van een vuilaardig boek. Mr. Wintgens noemde zijn optreden in dem schoolstrijd „daemonisch"'; spottend vergeleek hij Groen met „Si meon den Stylist." De ..Amhemsche Courant" schold hem voor Jezuïet en de dichter Bb- gaerts zag in hem iemand die het land vervulde met cretensen en idioten, schijnheilige booswichten. Vanaf zijn ziekbed, dat zijn sterfbed werd, schreef Da Costa aan Groen van Prinsterer om.: „Zij hebben u noch mij vertroeteld, onze lieve, hoogwijze, alles ontwassene Nederlanldsche tijd- genooten." Zóó schandelijk was de wijze waar op men den Antirevolutionairen leids man durfde bejegenen dat hij zelf ver klaarde: „Ik heb, om de beginselen van wier deugdelijkheid ik overtuigd ben, zoovele beleedigingen verduurd, dat ik soms behoefte aan smaad ge voel, ten bewijze, dat ik op het recht^ pad ben." Het moet ons daarom niet al te zeer verwonderen, dat de man die thans het Antirevolutionaire vaandel draagt, zelfs door een man als Marchant op een meer dan schandelijke wijze be jegend en beleedigd wordt. Er zou veel meer reden van onge rustheid zijn, indien men van die zij de met wierook kwam aandragen. Gelukkigt intusschen dat de positie van Minister Colijn toch niet precies klopt met die van Groen. Moest Groen van Prinsterer klagen dat zij, op wier steun hij in de eerste plaats meende te mogen rekenen, tel kens weer blijk gaven hem niet te be grijpen en dat het zijne vrienden wa ren, die hem de grootste teleurstelling bereidden, de heer Colijn mag zich van den steun en het vertrouwen van het Antirevolutionaire volk verzekerd houden. Een vertrouwen dat grooter wordt, naarmate de Marchants onbeschaam der en schaamteloozer optreden. Chr. Nat Werkmansbond. Gisteravond had de afd Leiden van den Chr. Nat Werkmansbond in de Oosterkerk haar kerkelijke jaarverga dering, die zeer slecht bezocht was. Spreker was Ds. J. W. Groot Enze- rink, die tot onderwerp van zijn rede had. „De Ned. Herv. Kerk en de Chr. Nat. Werkmansbond." Nadat gezongen was Gez. 2:1 en 5, las sur. Jao. 1.19 e.v„ ging voor in gebed en gaf daarna gelegenheid aan Mej. Tilly Leenihg en het zangkoor „Hallelujah" tot het zingen van eeni- ge liederen. Vervolgens bracht spr. het jaarver slag uit, waaruit bleek, dat de afdee- ling 313 leden telt tegen 315 bij het eind van het vorig* boekjaar. 2 leden moesten om financieele nalatigheid worden geroyeerd. 5 vertrokken naar elders en 3 werden door den dood weg genomen. Daartegenover traden tien nieuwe leden toe. Spr. noemde de ver schillende onderafdeelingen op: het ziekenfonds, de fondsen voor uitkee- ring hij ongelukken en hulp in nood, de zondagsschool, de gemengde zang- vereeniging „Hallelujah", de Meisjes- krans „Zusterliefde" en de Naaikrans „Bid en werk", ten slotte het bouw fonds. Daarna hield spr. zijn rede over het aangekondigde onderwerp. Spr. toonde allereerst uit de statu ten en het beginselprogram van den Chr. Nat. Werkmansbond aan, dat bij dezen bond de Hervormde kerk in hét middelpunt, der belangstelling staat. Er zijn vele menschen, die de ver binding van kerk en arbeidersbewe ging verkeerd achten, omdat de kerk toch niets voor de arbeiders doet. De arbeidswereld is scheef gegroeid, in de atbeidersbeweing is langzaam maar zeker een geest binnengedron gen van stofvergoding; godsdienst is privaatzaak. Toch laat men dien gods dienst niet met rust, maar rusteloos bestrijdt men hem en een nieuwe we reldbeschouwing is opgekomen tegen over den geopenbaarden godsdienst; het evangelie van den arbeid in so- cialistischen zin. Veel van die nieuwe idealen is ech ter aan 't Woord Gods ontleend, denk aan den psalm: ,,'tis de Heer, die 't recht der armen, Dev verdrukten gel den doet." Wie is meer dan Christus opgekomen voor de waarde van één menschenziel? Men lette ook op de ge- geschiedenis. Toen het liberalisme, dat alles van de ontwikkeling en. de ver lichting verwachtte, fiasco had gele den, kwam het socialisme: de hoogge roemde democratie zou dus den hemel op aarde brengen. Maar ook die be lofte is niet vervuld, en toen kwam hei communisme op. dat aanstuurt op 'een wereldrevolutie. Men vraagt wel eens: wat hebben 20 eeuwen Christendom ons gebracht; doch laat men liever vragen: wat heb ben 60 eeuwen revolutie ons gebracht? Toch is door het Christendom het gelaat des aardrijks in menig opzicht omgekeerd; als voorheelden noemt spr de positie van de vrouw, van den slaaf, van den zwakke. Maar het Christendom heeft nooit beloofd, van de aarde een paradijs te maken; het paradijs komt hoven. Doch wel moet het Evangelie als 'n zuurdeesem alle levensverhoudingen doortrekken. Rome kan ons hier ten voorbeeld zijn, maar, zegt spr. Rome heeft wel een kerk, maar geen waarheid, en het" Protestantisme heeft wel waarheid, maar geen kerk. Rome treedt als een eenheid op, maar het predikt het Evangelie niet; het brengt de menschen tot gehoor zaamheid aan den Paus en niet aan Christus; het wint ze voor de kerk, niet voor het koninkrijk Gods. Dr. Kuyper heeft gesproken van de pluriformiteit der kerk. Hij heeft de reformatie te hand genomen, maar daardoor een slag toegebracht aan den invoeld, dien de kerk kan uitoe fenen op de wereld. De Hervormde kerk is nog de nati onale kerk in one vaderland; zij is nog de ,groote kerk" in tegenstelling met de kerken en kerkjes, die na haar zijn opgekomen. De Herv. kerk heeft een geschiede nis. Men weet wie de z.g. kerk der Scheiding van '34 en de zg. kerk der Doleantie van '86 gesticht heeft, dat waren Hendrik de Cock en Dr. Kuyper maar vraagt men wie de Hervormde kerk gesticht heeft, dan wijst spr. naar boven: dat heeft de Potentaat aller po tentaten gedaan. Die vaderlandsche kerk kan weer een zegen voor ons volksleven worden maar dan moet er in haar midden liefde komen in plaats van onver schilligheid. D'e menschen der scheiding, zoovel van '34 als van '86, hebben 'n handje doodsbeenderen mee genomen en daar het etiket „Gereformeerd" op ge- plakt, in de hoop, dat er dan wel le ven in zou komen. Spr. hoort thans in die kerken den do oden dans van die beenderen, hetgeen spr. zegt zon der leedvermaak te zeggen. De Herv. kerk i9 de historische open baring van het lichaam van Christus. Spr. eindigt zijn rede met op te wek ken tot trouw aan die kerk. De samenkomst werd opgeluisterd door het zingen van verschillende meest middeleeuwsche katholieke liederen, zoowel in het oud-Hollandsch als in het Latijn. Nadat gezongen was Ps. 68.10 en 16, ging spr. in dankgebed voor. Geref. Bond. Voor een talrijk gehoor trad gister avond op uitnoodiging van de afd. v. d. Geref. Bond alhier in gebouw Pre diker op Ds. F. Kijftenbelt, Ned. Herv. predt. te Rotterdam. Aangevangen werd met het zingen, van Psalm 33: 7, het lezen van Amos 7 en gebed, waarna de spreker als het thema voor zijn rede bekend maakte Amos 7 vers 7 en 8. Spr. begon met te constateeren, dat er onder de menschen zoo dikwijls ver keerd wordt gedacht en gesproken over Gods rechvaardigheid. Men ver; eenzelvigt die dikwijls met hardheid en stelt dan de rechtvaardigheid te genover de liefde. Ten onrechte evenwel, want de Hee- re is in'Zijn recht wanneer Hij van het schepsel blijft vragen wat Hij een maal vragen mocht uit hoofde van de eigenschappen die Hij den mensch bij de schepping had geschonken. Tot zijn onderwerp komend zei 9pr. dit in vier gedeelten te willen behan delen en achtereenvolgens te willen stilstaan bij een muur naar het pas lood gemaakt, naar het paslood onder zocht, naar het paslood afgekeurd en ten slotte bij den muur die aan den eisch van God zal beantwoorden. Spr. vergelëek den muur dien Amos in zijn visoen zag. bij het volk dat God zich van de wereld heeft afgezonderd, en dat ten tijde van Amos vertegen woordigd was in het volk Israël. In tegenstelling met de heidensche volken die het omringden was bij het volk Israël, dat een theocratisch volk was, alles opgebouwd naar het pas lood. Op geestelijk, zoowel als op maat schappelijk gebied was alles opgetrok ken naar Gods bijzondere wetten en wees alles loodrecht naar boven. Toen met den val des menschen de oorspronkelijke gerechtigheid wegviel, heeft God uit genade besloten den muur toch weer naar het paslood op te trekken en stelde hij voor de geval lene een andere gerechtigheid in de plaats: de gerechtigheid uit genade, geopenbaard in de Kerk, de nieuwe muur. Tot dien muur behooren alle kinde ren Gods. Daarom worden zij dikwijls genoemd de stijve steile Calvinisten met wie niet te delibereeren en te plooien valt. In het midden van Zijn volk beeft God I-et paslood gesteld. Hij meet niet zoo als wij dikwijls, bij de opper vlakte. maar middendoor. Tot bet mid dea toe echter leidt de toets van dat paslood tot veroordeeling, want ér is veel in de kerk dat er niet bij door kan. Maar daarbij mogen wij niet blij ven staan. Niet over den treurigen toe stand spreken om dan straks weer doodkalm ter ruste te gaan. Neen, wij moeten ook streven naar verbetering, te beginnen bij onszelf; van binnen uit. Gezongen wordt dan Ps. 79:4: Ge denk niet meer aan 't kwaad dat wij bedreven De ware kerk van Christus zal door alle eeuwen heen aan den eiscb van bet paslood blijven voldoen. Maar hoe staat het nu met haar uit wendige openbaring? Gelijken wij wer kelijk als geheel op een „Israël van het Westen?" Misschien naar de ge breken wel, maar naar de goede ei genschappen? Wat is er gebleven van onzen etrijd tegen bet bijgeloof van Rome en het ongeloof der vrijzinnigen? En geen van de zonden der groote volkeren is ons belaas, als klein volk, vreemd. Wat verslapping op politiek gebied. Maar de toestand in de kerk zelve is ook treurig, 't Is waar. de wereld veegt graag de voeten af aan de kerk, maar is er geen reden voor critlak? Men noemt onze kerk tegenwoordig in zekere kringen de „nationale, his torische openbaring van het lichaam van Christus." Maar zijn zulke men schen niet Roomscb? WU kynnwn tocfc Buitenland. Het Partijbestuur der Duitsch-natl- onalen heeft het verdrag van Locarno verworpen. Ook de democraten en socialisten zullen vermoedelijk tegen het pact stemmen. Chamberlain zal Groot-Britannië op de a.s. Maandag te honden Volken bondsvergadering te Parijs vertegen woordigen. voor de Hervormde kerk van onze da gen niet alles afëischen. Zeker, er is een kern die naar het paslood is gebouwd. Maar is het niet schande wat er gebeurt als b.v. in de kwestie-Ds. Borger of door een profa- neerend predikant dien men toelaat te zeggen dat Christus in Berlijn is ver schenen. En heeft ons, om eens bij anderen te kijken, de kwestie-Geelkerken niet veel te zeggen? We verblijden er ons niet in, maar de feiten zijn er toch. Het christendom van velen doet te genwoordig denken aan oude scheef gezakte muren, die hun tijd hebben gehad. Er kan over de uitwendige kerk wel eens een ^waar oordeel komen. Zij mag zich althans wel zeer noodig bid dende herzien. Maar waar is nu de muur die aan den eisch voldoet? Want die ie er en blijft er. Gods werk kan niet verbro ken worden. Dien muur vormen alle kinderen Gods met elkaar. Als levende steenen die aan een bepaalde plaats niet ge bonden zijn. OVeral waar belijdenis van zonden wordt gevonden is een begin van den muur die naar het pas lood is gemaakt, en bij een pleiten op de gerechtigheid van Christus zal e* ook voortgang zijn, zoo zelfs dat de ziel haar God, maar dan ook God al leen, kan loven. De spreker besloot hierna met een opwekking aan de hoorders öm zich nauwkeurig te onderzoeken ten aan zien van de vraag of zij voldoen aan den eisch van het paslood. Geëindigd werd met het zingen van Psalm 89:13. Er werd geoollecteerd voor de kas van de af deeling en voor het leerstoel- fonds van den Gerëf. Bond. Verkiezing van ambtsdragers Gisterenavond heeft het Kiescollege van de Ned. Herv. Gemeente verga derd voor de verkiezing van ouder lingen en diakenen, deels wegens pe riodieke aftreding, gedeeltelijk ook in vacatures, ontstaan door vertrek of definitief aftreden. Herkozen werden de ouderlingen J. van Polanen, A. J. de Lange. J F. de Heer en J. Montenberg. Als diakenen werden herkozen de heeren A. A. Smits. F. H. Barnard, G. J. Visser, J. de Roode, W. C J. Pera en A. Knetsch. Verder werden benoemd tot ouder-, ling in de vacature-C. de Graaff (over leden) de heer A. van Roy en. in de vacature-Jansen de heer P. A. Lefeber en in de vacature G. v. Wijk de beer H. Kokkedee. Tot diaken werd ibenoemd in de va cature D. Stigter de heer H Gijsmaa Jr. en ip de vacature-Batist de heer M. Brinks. Voor de vervulling van de vacature- A. v. d. Baan, (ouderling) zal nog een herbenoeming gehouden moeten wdr- den. Hildebr and-avond Op veelvuldig verzoek zal Woens dag 11 November a.s. alhier in de St.- gehoorzaal een 2e opvoering worden gegeven door de Hildebrandclub van ,De Familie Kegge" uit de Camera Obscura, vrij bewerkt door .een der le den dier club. Medegedeeld kan worden dat „de Verguldpartij bij bakker de Groot" thans ook in het stuk is verwerkt, zoo dat het geheele verhaal nu zoo volle dig mogelijk te zien zal zijn Het batig saldo komt ditmaal ten goede aan de vereeniging voor Schooi en werktuinen alhier. Gesiei^ het groot succes der Ie op voering vermoeden we, dat de Hilde brandclub ook ditmaal wel weer een Wttt IN* tal trekken. Om Koef^jdig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1