WAT DE BLADEN ZEGGEN. NT£UWE LEÏDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 OCTOBER 1925 TWEEDE BLAD. Het bioscoopdebat. Naar aanleiding van de behandeling van de bioscoopwet in de Tweede Ka mer, schrijft de Standaard: Een discussie en een stemming als thans plaats hadden, stellen dit feit weer eens in een helder licht en heb ben daardoor groote waarde. Dat de Rechterzijde zich tengevolge der hierdoor ontstane scherpe verhou dingen niet laat verleiden het belang der zaak, die aan de orde is, maar eenigermate uit het oog te verliezen, bleek duidelijk uit de vriendelijke hou ding, die men tegenover de amende menten uit de oppositie aannarg. Hoe wel men wist, dat de voorstellers straks toch als één man tegen de wet zouden stemmen, werd elk amende ment op zijn eigen waarde onderzocht en getoetst aan het belang er van voor de wet. Een amendement-Marchant, van geen geringe beteekenis, werd zelfs met hulp uit de Rechterzijde, aan vaard. Men zal ter Linkerzijde niet kunnen ontkennen, dat de goede parlementai re zede bij de meerderheid ook thans weer een veilige schuts vond. En de smadelijke opmerkingen om trent het overleg door de meerderheid met den Minister gevoerd, hadden stel lig geenerlei goeden grond en konden alleen verklaard uit het begrijpelijke misnoegen bij onze tegenstanders over den goeden gang van zaken. Als men daar tevreden is over de Rechterzijde, dan deugt het er gewoon lijk niet. De gang van zaken was inderdaad goed. De verdediging door den Minis ter mocht uitnemend heeten. De leiding ter Rechterzijde bij de be handeling gegeven, het goed overleg om een regeeringswijziging in goede banen te leiden, het eendrachtig sa mengaan bij de hoofdmomenten, bood weer eens een beeld van samenwer king, waarop geen vlekje viel aan te wijzen. Het liep alles zooals het behoort. En ook in dit opzicht kunnen wü zeggen, dat de eerste week, dat de in zet goed was. Het resultaat van dat alles kan ook niet anders dan goed zijn. In de Bios coopwet wordt nu allereerst een cen trale keuring gegeven, terwijl de weg voor een gemeentelijke openblijft, zoo ter bescherming van de jeugd als van de volwassenen. De gemeentelijke au tonomie werd geëerbiedigd. En de splitsing der leeftijden inzake de jeugdbescherming lijkt ons ratio neel, terwijl, nu voor beide gevallen voor de keuring een zelfde criterium, dat der toelaatbaarheid der films; ge geven is, de praktijk voor den goeden inhoud en de toepassing van dit be grip wel kan zorgen. Wij twijfelen niet, of in de Eerste Kamer zal het ontwerp een goede ont vangst genieten. En als het dan de vei lige haven heeft bereikt, is er een wet tot stand gebracht, die, naar wij mogen hopen voor het volksleven een goede vrucht zal afwerpen, nu de weg is gebaand om de gevaren van de bi oscoop, die inderdaad groot zijn, zoo veel mogelijk te keeren. Onder de pantoffel. £e zitten, zegt onze R o 11 e r d. on der de pantoffel, de vrijzinnige hee- ren, Als ze neiging hebben zich aan de „rechten der vrouw" te vergrijpen, dan worden ze door de „neutrale" vrouwen-organisaties flink herihnerd aan hun plicht. Vóór de verkiezingen stelde 't hoofd bestuur der Nederlandsche Vereeni- ging van Staatsburgeressen een 'pro gram op van zeven punten waarvan FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 73) „Ik hoop, dat je er van avond op bet paleis goed uitziet" zei hij, „ver moei je nu niet, zooals zooveel an dere dames doen door van te vore'n allerlei andere plaatsen te bezoeken." Doch zij stelde hem gerust. Een rijtoer door de stad naar Hunt en Roskell zou haar geen kwaad doen en het bezoek bij Vle bekwame mo diste kon geen uitstel lijden. Om elf uur kwam het rijtuig voor en Lady Arden ging op weg. Het was een mooie heldere Meimorgen; zij zelf zag er frisch en gezond uit en zij voel de zich vroolijk en opgewekt. Zij was gekleed in een modern Parijsch cos- tuum van dof-grijs fluweel, dat als 'n handschoen sloot om haar slank fi guurtje. Een klein hoedje van dezelf de stof en met veeren van dezelfde kleur versierd, maakte haar toilet af. Zij zag er op haar bekoorlijkst uit, de tint van haar costuum paste zoo goed bij de frissche gelaatskleur en 't blauw harer oogen. Gezeten in het fraaie rijtuig, bespan- Den met twee vurige rossen, was zij een elegante, lieve verschijning. het tweede luidde: vrijheid van ar beid en beroepskeuze, ook voor de ge huwde vrouw. Hoofdbesturen van Vrijheidsbond en Vrijzinnig Democratischen Bond leg den op dit program den eed van trouw af. Nu werd na de wijziging der Lager Onderwijswet de kwestie van het ont slag 'der gehuwde onderwijzeres in en kele gemeenteraden behandeld. Nuchter denkende vrijzinnig raads leden plegen over dat vraagstuk wel eens meer onbevangen te oordeelen als de hooge politieke heeren. Aldus geviel het dat in Apeldoorn en Winschoten raadsleden tot Vrij heidshond en Vrijzinnig-democratische partij behoorend hun stem uitbrach ten ten gunste van verordeningen, die de huwende onderwijzeres met ontslag bedreigen. Aanstonds was het hoofdbestuurder Vereeniging voor Staatsburgeressen op zijn post en verzocht de besturen 'der vrijzinnige partijen dringend om de afgedwaalde leden aan de begin selen hunner partij te herinneren en alles in het werk te stellen om herha ling te voorkomen. Zou de pantoffel het zinrijk sym bool worden van de fiere vrijzinnig heid? Zouden pantoffelhelden gevonden worden in de organisatie, die nog pas bij de Bioscoopwet zoo onverschrok ken moedig den vrijheidseisch liet weerklinken? In naam van Thorbecke immers neen? Adeldom verplicht. Een royaal opgevatte rekening van een bestuur eener Christelijke school te Arnhem heeft de socialistische en een deel van de vrijzinnige pers over stuur gemaakt. Op de eploitatierekening, die het van de gemeente trachtte vergoed te krij gen,. bracht het schoolbestuur kosten voor tractatie van kinderen op ouder avonden, als bruidsuikers, kwatta, si garen. Daar hebt ge de parasieten op da overheidskas zegt de een. Struikrooverspolitiek! zegt de an der. Nobele „Christenen"! besluit „De Vrijheid". De verontwaardiging, merkt „De Rotterd.", terecht op, doet zonderling aan bij de socialisten die de overheids kas voor de zorg van alle maatschap pelijk belang aanspreken. De verontwaardiging misstaat vrij zinnigen en socialisten, die tientallen jaren vrijelijk putten uit de schatkist voor het onderwijs dat zij begeerden, cloch de voorstanders van Christelijk onderwijs met niets of eene sobere noodpenning afscheepten. Hoe zeer dus ook een toon als door de linksche critici wordt aangeslagen alle bestaansrecht mist, toch zouden wij praktijken als te Arnhem werden gesignaleerd niet gaarne voor onze rekening durven nemen. Formeel was het schoolbestuur wel licht gerechtigd zich te beroepen op het «wetsartikel dat aan eene bijzondere school in totaal evenveel toekomt als eene gelijksoortige openbare school in dezelfde gemeente. De royaliteit van de openbare school kan zoo de bijzondere school in verzoeking brengen om den post uit gaven „tot instandhouding" abnor maal op te voeren. Toch moet aan die verleiding weer stand worden geboden. In naam van ons beginsel, in naam van de glorieus© geschiedenis van den schoolstrijd. In naam van ons beginsel, dat ver foeit een praktijk die zich laat leiden door de gedachte; halen uit de staats kas wat er uit te halen is! In naam van onze roemvolle histo rie: immers de geschiedenis van den schoolstrijd is het verhaal van dienst- Haar oogen straalden en haar mond glimlachte licht. De prachtige Mei morgen deed haar denken aan al de heerlijkheden thuis; aan de bloeiende seringen en de gele gouden regen, die zij in Arden Towers had moeten ach terlaten. Zacht en bijna geluidloos reed het rijtuig door de straten, door menigeen met bewonderende blikken, soms met jaloerschheid vermengd nageoogd. Plotseling hield het rijtuig stil in 'n smalle straat en Lady Arden keek ver wonderd op, wat er toch de reden van was. Toen kwam een der livreiknech ten haar zeggen, dat er een versper ring was in de straat en dat het wel vijf of zes minu.ten zou duren eer zij verder konden. De koetsier vroeg of hij terug zou rijden en een anderen weg nemen. Maar Alice antwoordde, dat het niet hinderde en dat zij ver koos om te blijven wachten woor den waarover zij later diep berouw zou hebben. Maar zij had geen haast en het was geen groote straf om daar stil te zit ten in het liefelijke licht der Meizon. Zooals het steeds gaat in een groote stad, verzamelden zich spoedig een menigte menschen, die kwamen kij ken naar wat er gebeurd was. Jon gens met fietsenJ kleine bloemenver- jaren zonder soldij, van heroïsch ge dragen opoffering, van ontroerende zelfverloochenende liefde. Adeldom verplicht! KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Opeind e, cand. E. Pot tei Hilltegom.n Te IVarder, G. W. Noordecnhout, em. pred. te Aalsmeer. Aangenomen: Naar Urmond, H. S tegenga te .Wagenborgen. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Wierden, J. S. Schaafsma te< Gasselternijeveen. Aangenomen: Naar Nieuwveen, J D. Speelman te Sellingen. Naar Zeg- waart, H. Versluys te Klundert. Bedankt: Voor Raard (FJ, E. J. v. Voorst te Kootwijk. Voor Gerkes- klooster-Stroobos, T. Geroer te Assen. CHR. GEREF. IIZRII. Tweetal: Te Arnhem, N. Bijdemast te Rotterdam en C. S. v. d. Ven te Lisse De studenten en Dr, Geelkerken. De heer W. T. M. Lindeboom, Ab Actis van de Theologische Faculteits- vereeniging aan |de Vrije Universiteit, schrijft aan de „Rotterd.": Naar aanleiding ,van het bericht uit „Het Vaderland", idoor U, van een vraag teeken voorzien, overgenomen in „De Rotterdammer", als zouden de studen ten aan de Vrije Universiteit hun mee ning in de zaak Dr. Geelkerken, op wat wijze dan ook, aan hun hoog leraren hebben kenbaar gemaakt, is het wellicht niet overbodig hier nog eens openlijk te verklaren, dat ge noemd oericht van A tot Z onwaar is. Die 6 tudenten sprake'n zich tot dus ver over de zaak Geelkerken in het (geheel niet uit en zullen zich er wel voor wachten dit te doen op teen. wijze als door „Het Vaderland" wordt voor gesteld. Ze-er terecht werd door U teigen een dergelijke berichtgeving .geprotesteerd. Ned. Zendmgs-Vereenigiiig. Dinsdag hield de Ned. Zendings- Vereeniging te Rotterdam met de at- deelingen hare najaarsvergadering on der leiding van Ds. H. J. de Zwart'. Aan de vergadering was vopfgegaani een gebedsure, onder leiding van den Zendmgsdirector Dr. K. J. Rrouwer. Welkom werd geheeten dhr. H. M. de Koek, de penningmeester van "de Ned. Zend.schooi en verschillende zen- cTingscorporaties, die als gast tegen woordig waren. Tot leden van het hoofdbestuur wer den herbenoemd: Ds. H. J. de Zwart van Scheveningen, de heer M. van Randwijk te Rotterdam. Ds. Wl- iW'. van Haaften te Noordwijk-Binnen, Ds L!. D. Poot en Ds. N. van Schouwen burg te Amsterdam,' Ds. J. C. Schul- ler te 's-Gravenhage. Benoemd werd Ds. Mondt van Njjega, die in het 'hoofdbestuur de Glassicale .Cofnmissie ,van Snoek zal vertegenwoordigen', Ds. Rijnders gat"een overzicht van den financieelen toestand der Nerf. Zend.-Vereen., "Ds. Rauws van dien der zes samenwerkende "CorporaTies. iVoor de Ned. Zend.-Vereen. is nog f'64.000 noodig aan buitengewone 'in komsten, om dit jaar zonder tekort te kunnen sluiten; voor ae gemeen schappelijke samenwerkende. Corpora ties is dit bedrag f 340.000. Gevraagd werd hoeveel de onder bouw van het zendingswerk hier te lande kost. Geantwoord werd, dat als algemeene regel in de wereld-zending feldt, dat de binnenlandsche kosten 3 pet. van het geheel mogen .be dragen, en dat de samenwerkende Corporaties slechts 16 k 17 pet. vooï dit doel besteden, terwijl ziji ër naar streven dit percentage nog te vermin deren. De zendingsdirector Rauws gaf eéo1 overzicht van den zendingsarbeid op, West-Java, waarbij'hij1 vooral aandacht schonk aan de problemen, die daar om oplossing vragen en waarmee de Conferentie op West-Java en de zen dingsconsul eenerzijds, het "hoofdbe stuur en de directie anderzijds bezig zijn. Daitsche Zendingsarbeid. Nadat de Noord-Duitsche en de Baseier Zending door de Engelschte koopsters, baliekluivers, vrouwen met boodschapmandjes en voorbijgangers, die evenals Alice gestremd waren in hun weg. Er waren ook kinderen, meest arm en haveloos, die met open mond staarden naar de aanzienlijke dame in het rijtuig. Alice glimlachte hen toe, maar de kleintjes durfden niet terug te glimlachen. Met ernsti ge, verlegen gezichtjes keken zij haar aan, alsof zij een verschijning uit een andere wereld ware! Alice's hart was vervuld van blijheid en geluk. Zij ge voelde voor zich het leven zoo mooi. En in dat gewoel opende zij haar beurs en strooide wat zilvergeld on der de kinderen om hen wat af te lei den en dat strakke staren te doen op houden. Joelend en juichend krioel den ze nu 'door een en grabbelden wat zij konden om de kleine geldstukken te bemachtigen. Op enmaal voegde zich ongemerkt een man bij de steeds aangroeiende menigte. Het was niet een jonge man en ook geen oude; het was een man die sporen van zwaar drankmisbruik op zijn gelaat droeg, dit zeiden u zijn waterige, bloedbeloopen oogen en be vende handen. Hij was vuil en have loos gekleed, geheel liet uiterlijk van een man, die verslaafd was aan den drank. Hij rookte uit een korte, sme- regeering wederom toegelaten werden lot den zendingsarbeid op de Goud kust van Afrika, is nu oök aan de JBerlijnsche, de Leipziger en de Bethel Zending eenzeTïde verlot Verleend. Haar werd het oude gebiecf harer werkzaamheid, nf. het Engelsche ge bied van Oost-Afrika, teruggegeven, met Eenzelfde vrijheid van handelen, als zij voor den oorlog daar hadden. Sinds ik het weet Ds. G. Hulsman verbelt in „De Her vorming" van den man, dien men trof aan het strand Hij keek bijna nooit naar de zee, hg was verdiept in zijn boeken, maar de zeewind, de strandlucht, het opwekkende en verrrisschende van zan gerige golven en winden, de geheele boulevard-entourage, het vroolijke, la chende blije van groote menschen en kleine kinderen, dat alles deed hem goed, schiep atmosfeer, was een stimu lans voor zijn energie. Zóó vond ik hem dikwgls, den gelukkigen, den levenslus tiger, den in alles belangstellenden man die het „Carpe Diem" van Horatius in zgn schild had geschreven, zóó vond ik hem honderden malen, jaren lang op alle mooie zomerdagen. Maar op teens \vas hjet uit Hg bleef hetzelfde plekje bezoeken, maar hij kwam zonder bladen en boeken. Het viel mg op, dat zijn gelaat van dag tot dag begon te verbleeken, en stil met een trek van weemoed kon hij uren en uren naar de zee staren. Vroeger keek hij nauwelijks naar de zee en hg zocht slechts haar nabijheid omdat zon - en zeewind zijn zenuwen staalden en zgn energie verhoogden: echterde lectuur was hem alles, de boeken brachten hem de volheid van het leven. Nu was het anders. Hij las niet meer. Hij staarde onafgebroken naar den einder. Het was mg reeds dikwijls opgevallen, maar ik vermoedde een tijdelijke vermoeidheid des gees- ttes. Een toevallige ontmoeting bracht de lontknooping van het raadsel. Toen ik weer eens kwam langs het plekje, waar ik hem zoo. dikwijls had aangetroffen, verdiept in zijn schatten, en de vraag ■opperde: „Waar de bopken gebleven waren?" toen kwam het antwoord los en dit antwoord was bitter. „De dokter". zoo werd zonder eenige te rughouding gezegd „heeft mij onder- Eocnt, en hrj geeft mij nog een paar maanden maarik heb een kwaal. Het is met mij gedaan, en sinds ik dit weetis mij de aardigheid aan de dingen verbaan.... Bladen, en boe- en en tijdschriftenwetenschap, en kunstpolitiek en handel. Toorop, Debussy, Mahler, De Volkenbond en Hugo de Groot en alles, wat men denkt, en schrijft en hoopt en verwacht het is alles hesl mooi voor de gezonden ten allen, die het leven kunnen genie ten, maarkomt de doodhet is alles zoo akelig klein, en zoo mise rabel kinderachtig, speelgoed, pruts werk. Ik wil er niet meer van hooren. Ik wil alleen nog de zeewant de zee is de eeuwigheid, en wat die eeuwig beid zal brengenik weet het niet ik heb vele vragen en op de mees te vragen weet ik geen antwoord te vin den. Het eenige, wat ik kan zeggen is: Sinds ik weet, dat het met mij gedaan isinteresseert de aarde mij niet meer Het eenige, wat- mij interesseert is de zeeis de eeuwigheid En terwijl hij dit zeide, staarde hij weemoe •dig naar den einder. Zoo lang het hem mogelgk was, is hij zijn oude plekje blijven bezoeken, maarmet boe ken of bladen werd hij niet meer ge zien. V/at de menschen zeiden en wat zij deden, het had voor hem alle waar de verloren. Hij zocht alleen de zee de eeuwigheid "'Nu is hrj heengegaan, .maar zijn woord „Sinds ik het weet", brengt in herinnering teen ander woord, het woord van de !d.iohteres.. die eens hetzelfde heeft gezegd, doch die deze weemoedige zekerheid heeft opgeheven in de hooge regionen van het geloof, en die daarom kon verklaren: „Sinds ik h,et weet ik weet het wel, ofschoon Nog onder ons angstvallig wordt ont- l weken Het boo ze woord te noemen, dat bij 't spreken Licht ruw of wat onzuiver klinkt van toon. rige pijp en keek naar alle kanten, blijkbaar om te zién, wat er gebeurd was. In het eerst merkte hij de dame in het rijtuig niet op, maar hij wend de zich tot zijn naasten buurman. „Wat is er gebeurd, vriend?" vroeg hij. En het antwoord was: „Er is weer een van die ellendige gaspijpen kapot. De rijtuigen en de menschen zullen straks nog over el kaar heen moeten." Bij het woord rijtuig keerde de man met de korte pijp zijn oogen naar het rijtuig en daar bleven ze gevestigd zij schenen als met magnetischekracht aangetrokken door dat schoone gelaat en werden steeds grooter en dieper van verbazing. De pijp viel' hem uit de 'handen, hij merkte niet, dat zijn buur man hem toesprak, en staarde onaf gebroken in klimmende verbazing naar de dame in het rijtuig. Een bedelvrouw ging naar haar toe met het gewone gejammer, zij liet wat zilvergeld vallen in de uitgestoken hand der vrouw. Een paar bloemen meisjes boden haar de narcissen en viooltjes uit haar manden. Zij kocht met een glimlach van ieder van baar enkele bloemen. En al dien tijd hield de man zijn oogen op haar gericht. Er kwam beweging in de menigte Sinds ik het weet werd mij de over vloed, De schoonheid en de zoetheid aller din gen, Die mij alom omgeuren en omringen Nog wel zoo liefelijk en wel zoo zoet. Sinds ik het weet treed ik, wien ik ontmoet. Den vreemden en den vrienden ODmifn W££en, ■Ontroerder ten vertrouwelijker tegen. En groet zè m©£ een vriendelijker groet. Sinds ik fret weet is God mg meer, nabg; En vaak in d' ernst van 't aardsche spel verloren, Zoo ernstig en zoo djep als ooit te voren, Gevoel ik plots Gods glimlach over mij. BINNENLAND. J. J. van de Sande Bakhnyzenf Gisteren is te 's-Gravenhage overle-r den de kunstschilder J. J van de San- de Bakhuysen. De overledene was rid der in de orde van de Ned. Leeuw. De teraardebestelling is Zaterdag op de Algemeene Begraafplaats. Uit de Chr. Hist. Unie. De heeren Dr. J. Scbokking en Jhr. Dr. D. J. de Geer, hebben aan het Hoofdbestuur der Chr. Hist. Unie me degedeeld, in verband met bun optre den in het Kabinet, te bedanken als lid van het Hoofdbestuur der Chr. Hist. Unie. Het voorzitterschap en het penning meesterschap der Unie komen door dit bedanken vacant. Het voorzitterschap wordt tijdelijk waargenomen door Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine. Ie vice-voorzitter; het penningmeester schap wordt waargenomen door den 2en penningmeester Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg. De heeren Schokking en De Geer verklaarden beiden op verzoek van het dagelijksch bestuur der Unie zich be reid, lid te blijven van de commissie van advies inzake vraagstukken van godsdienst, kerk en staat, welke com missie zich thans met de samenstel ling van baar rapport bezig houdt. v Verblindende autolichten. Vlak bij Leeuwarden zijn twee jon- gemenschen doodelijk getroffen door dien een autobestuurder door het ver blindende licht van een hem passee- rende auto het bestuur over zijn wa gen verloor. Talrijk zijn de slachtoffers, die het verblindende autolicht op zijn reke ning heeft. De verwachting dat de autobestuur ders op kritieke momenten hun licht zullen temperen of uitdoen, wordt in de practijk niet verwezenlijkt en kan ook ten deele niet worden verwezen lijkt. Toch, zegt de Rotterd zou het roekeloos zijn indien de bestaande staat van zaken werd gehandhaafd. - Engeland geeft Nederland het voor beeld. Daar wordt een wetsontwerp aangekondigd, volgens hetwelk het schijnsel der lantarens lager moet val len of voorgeschreven wordt het ge bruik van geheel of gedeeltelijk ge kleurde lampjes, die het verblindend effect wegnemen. Ook bij ons zal van hooger hand de ze zaak moeten worden aangepakt. Hier geldt het een domperstactiek waartegen zelfs de vurigste bewonde raar van licht en verlichting geen be zwaar zal koesteren. Postagentschappen in winkels. Naar aanleiding van het bericht in de „Tel." dat waarschijnlijk binnen korten tijd door de Posterijen 'n proef zal worden genomen met het vestigen van postagentschappen In winkel3. heeft de H. Ct. zich te bevoegder plaat se om inlichtingen gewend. Vooropgesteld dient te worden, dat het hoofdbestuur der Posterijen er naar streeft, het publiek zooveel mo- en het rijtuig deed een paar stappen vooruit. De man volgde het. steeds met dienzelfden, wilden starenden blik in zijn oogen. „Ik ken haar!" zei hij bij zichzelf. Zij is als opgestaan uit de dooden! Ik zou haar herkend hebben, al had ik haar onder duizenden moeten uitvin den. Ik ken haar!" Een klein kind, verdwaald tusschen al die menschen, begon .te huilen en de dame in het rijtuig boog medelij dend haar hoofd naar buiten, terwijl de man nog altijd naar haar keek. „Zóó heb ik baar toch nog nooit ge zien. Ik heb haar nooit zien glimla chen. Ik zag haar verontwaardigd en boos; ik heb haar minachtend en trots zien kijken. Ik heb haar gezien bleek van ellende vervolgd en verstooten door ieder verlaten en tot vertwij feling gebracht maar ik heb haar nooit zien glimlachen. Toch zou ik haar herkend hebben, al was het der tig jaar geleden dat zij gezegd hebben: dat zij dood was!" Weer was er eenige beweging en ging het rijtuig een pas vooruit. Hii liep mee en toevallig vielen de hel dere blauwe oogen van de dame vol op zijn gelaat, toen zij ze achteloos liet dwalen over de menigte. tWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5