CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
6e JAARGANG
MAANDAG 12 OCTOBER 1925
NUMMER 1641
MANT
ABONNEMENTSPRIJS'
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 22'/j cent
Ingezonden Mededeelingen, dnbbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
ven ten hoogste 30 woorden, worden dage-
lijks geplaatst sd 40 cent
V Wauters en Colijn.
Wie Minister Colijn is, behoeven we
onzen lezers niet te vertellen.
.En dat de heer Wauters deel uit
maakt van het. Belgische Kabinet, zal
waarschijnlijk "velen niet onbekend
zijn.
Twee ministers dus.
Twee vooraanstaande figuren.
Met- dit verschil echter, dat de een
antirevolutionair is en dat de ander
een der meest vooraanstaande figuren
is van de Belgische S D.A.P.
Beide ministers hebben met de finan
cieele moeilijkheden te kampen.
Met het gevolg dat de heer Colijn
verklaarde dat in de eerste jaren aan
sociale maatregelen, die groote finan-
cieele offers, eischen niet kan worden
gedacht en dat de lieer Wauters op 'n
socialistisch congres van ziekenkassen
verklaarde, dat de regeering geen radi
cale maatregelen kan nemen.
„De begrooting over 1926, aldus mi
nister Wauters, zal een tekort hebben
van 800 millioen!
Men weet, hoe moeilijk het zal zijn
deze bres te sluiten. Het zou.dus tot
niets dienen plannen, te maken als er
geen •mogelijkheid bestaat' ze uit te/
voeien. We moeten steeds de waar
heid tot de werklieden zeggen. Voor de
regeering is het op dit oogenblik hoofd
zaak den frank te verdedigen."
Bij alle verschil tusschen deze bei
de ministers is er dus veel overeen
komst.
Beiden verklaren, dat de stabilisatie
van het geld beslist noodzakelijk is.
Beiden spreken het uit, dat het in
het belang van een volk is, dat niet
met mooie beloften wordt gewerkt,
maar dat de waarheid gezegd wordt.
Er is echter dit onderscheid, dat de
heer Colijn vóór de verkiezingen zijne
waarschuwende stem liet hoo.en, ter
wijl de heer Wauters dat na (Ie verkie
zingen doet.
En voorts dat de heer Colijn des
wege als arbeidersvijandig wordt ver
guisd en gesmaad en dat de heer .Wau
ters voor zijn voorzichtige politiek ge
prezen wordt.
STADSNIEUWS.
Een dnbbel Zonóingsjubilé.
Gisteravond had in de zoo goed als
geheel gevulde Hooglandsche Kerk de
herdenking plaats van het reeds ver
melde jubilé van Zendeling Eggink en
van het 70-jarig bestaan van het Java-
Comité. Als spr. trad op Ds. Buenk
van Amsterdam, voorzitter van het Ja-
va-Comité, na door Ds. Groot Enze-
rink te zijn ingeleid.
Ds. Groot Enzerink begon met er op
te wijzen, hoe- in 't bijzonder in Lei
den, deze dienst moest plaats hebben,
omdat het Java-Comité en de Zending
der Classis Leiden beiden in den jubi
laris hun zendeling begroeten. Zich
persoonlijk richtend tot den 'heer Eg
gink en dan tot het Bestuur, om bei
den geluk te wenschen geeft spr. uiting
aan de sympathie voor het J. C. omdat
het zich plaatst op den hechten grond-
slag der belijdenis van Jezus Christus
naar onzen Bijbel. Aan de hand. van
Ps. 117 wijst spr. er op, hoe in dezen
psalm ten opzichte van het zendings
werk liefde, geloof en hoop tot uiting
komen. Ds. Buenk, ook wijzende op
den nauwen hand tusschen het Comi
té en deze Classis, wil iets zeggen tot
den heer E., ook over het Java-Com.,
maar vooral is spr. dankbaar op deze
plaats een woord in 't belang der zen
ding te mogen spreken. Voor hij dit
deed. 'richtte Z.E. zich ''eerst met een
hartelijk waardeerend woord tot den-
zendeling en ook tot diens, om gezond
heidsredenen afwezige echtgenoote.
Gelukkig, dat eenige verbetering valt
te constateeren en zoo moet 't dezen
dag wel feest zijn van blij herdenken
van gezegend arbeiden en van hoopvol
vooruitzien als st.aks in Angkola tyet
werk weer roept. Een woord van wee
moedige herinnering wijdde spr. aan
den juist op S6-jarigen leeftijd overle
den br. Dammerboer, die de familie
Eggink zoo vaak 't heeft gezegd en
doen zien, dat de dienst van God een
".alige dienst is. 't Voorbeeld van br. D.
vel e mee op onder Gods zegen ver
derte arbeiden.
Als loket koos Ds. Buenk. Gen. 49:13.
Zebulon had door zijn ligging open aan
de zee een .roeping tegenover de Hei
denen. Van Zebulon meest een zegen
uitgaan.. Die is er uitgegaan toen de
Heere Jezus 30 jaar in Zebulon woon
de en werkte en daar Zijn discipelen
koos Ons land met zijn koloniaal be
zit heeft ook zulk een roeping tegen
over Keidenéom en Mohammedanisme
Ook elk geloovige bijzonder. Toen Ze
bulon geen invloed naar buiten uitoe
fende, kwam de invloed van Sidon. Bij
ons is 't niet anders, ais we.nu reeds
modern heidendom 'en tegenzending
zien.
Spr. vraagt of er wel reden tot feest*
vie, en is'nu 't .zendingswerk dat plicht
der ksrk is" nog door vereenigir.gen als
het Java-Comité wordt gedaan. Dat
moet anders worden. En 't verheugt
spr. dat Leiden ook anders gaat doen
en in den zendeling E. zijn classicalen
zendeling benoemde Maar binnen moet
nog meer kracht ontwikkeld, om naar
buiten meer te kunnen doen. De zen*
dingsvelderi roepen om meer arbeiders
waartoe spr. met aandrang opwekte
Nederland mag niet alleen den over
vloed der zeeën zuigen. Nederland
heeft in de zending een heilige piicht.
Met gespannen aandacht werd deze
rede gevolgd. Na 't dankgebed werd
den jubilaris nog Ps. 134: 3 toegezon
gen, terwijl na aflo.op van den dienst
nog velen in de consistorie den zende
ling persoonlijk kwamen feliciteeren.
Ook ten zijnen huize gaven velen
van hunne belangstelling blijk. Reeds
Zaterdagmiddag kwam een deputatie
van de afd .den Haag van het Java-Co
mité hem complimenteeren. Een en
nader vergezeld van zeer gewaardeer
de cadeaux. Op den feestdag zelve liep
het druk O.m. Ds. Bollee van Katwijk
als vertegenwoordiger der Classis Lei
den, die ook een fraai geschenk aan
bood en daarna de heeren Ds. Buenk,
Duyker en Baron v. Lijnden als be*
stuursleden van ft Java-Comité, waar
bij Ds. Buenk in zeer waardeerende
woorden den jubilaris en diens vrouw
huldigde. Namens liet J. C. bood hij ook
een geschenk aan, vergezeld van een
felicitatie-brief namens het heele Best.
In den loop der vorige \yeek'waren
reeds van veel liefde getuigende brie
ven van Bataksche Christenen inge
komen, waaronder eèn, onderteekend
door vele kamponghoofden.
Zondag 11 October is voor het Java-
Comité en voor de 'zendingsfamilie Eg
gink een onvergetelijke dag geworden.
Qutilerliiigeii-Gtraferertflie Gerof. kerken
Naar wij vernemen wordt cp Woens
dag 28 October a.s. de Ouderlingen-
conferentie der Geref. Kerken gehou
den in de Kerkeraadskamer aan de
Hooigracht te Leiden.
De vergadering vangt aan des nam.
te half drie uur.
In deze cohferêntie zal Ds. A M.
Eoeijinga van Sassenheim als spreker
optreden met het onderwerp: „Het
huisbezoek en de Zielkunde."
Ongetwijfeld een onderwerp 'dat vele
ambtsdragers de conferentie zal doen
bij .venen.
DE STORMRAMP
Bij den Penningmeester van het
Stormramp-Comité zijn weder de vol
gende giften ingekomen:
Voor Boreulo f2.50 S f 5, Uit het var
ken van de E. L. S. f 10, Van orderoffi
cieren en dienstplichtige soldaten van
het 4e Regiment Infanterie, bijeenge
bracht tijdens de vervclgoofeningen te
Ede f67.53
Giften werden nog gaarne inge
wacht bij den Penningmeester, den
heer S. Muys van de Moer, Plantsoen
49. Gironummer 57471
Stedalijke wsrküuricllt&ig.
In de stedelijke werkinrichting war
den de vorige weck opgenomen 193 per
scnen, waa: onder G kinderen.
jjJaruo."
Onder enorme belangstelling trad
Zondagmorgen 's middags efi 's avonds
het Haarlemsch gemengd koor .,Eben
Haëzer" op in de bijeenkomsten van
de Stadsevangelisatie „Jeruël." Mid-
delstegracht. Telkens was de zaal ei
vol, des middags zelfs wel wat te vol.
Door de heeren J. Plu Jr. en de Tombe
van Leiden werden verscheidene stuk
ken op viool en orgel uit Handel, Bach
op schoone wijze er mede ten gehoo-
re gebracht.
Des morgéns sprak 'de heer van d
Horst over Gen. 22 4 „Aan den der
den dag zag Abraham de plaats van
verre.'
Des avonds sprak de heer J. Snoeks
de directeur, die op verdienstelijke wij
ze de leiding van Eben Haëzer" blijkt
te voeren.
Het publiek ging telkens met merk
bare dankbaarheid huiswaarts. Entree
werd niet geheven.
Zaterdagmorgen werd op den Wit
te Singel de 68-jarige heer C. K. uit
Zoeterwoude, terwijl hij met zijn rij
wiel den weg wilde oversteken, aan
gereden door een motorrijwiel, bereden
door den heer H. J. v. N
I De wielrijder kwam te vallen en be
kwam verwondingen aan het linker
oog en het linkerbeen. Na in een wo
ning in de nabijheid door dr. D. te zijn
verbonden, werd hij per atuo van den
Eerste Hulpdienst naar het Academ.
Ziekenhuis overgebracht.
De aangeredene stemde toe dat den
motorrijder geen schuld trof, daar hij
onmogelijk meer had kunnen stoppen.
De hqer H. W. is Zaterdagavond
op 'den Zoeterwoudsche Singel met z'n
rijwiel komen te vallen, doordat een
hond onder zijn voorwiel schoot. Bi]
'ien val dien hij maakte geraakte zijn
linkerarm uit de kom. welk gebrek
ten ziekenhuize werd verholpen, waar
na W. weer naar zijn woning terug-
keeren kon.
Zondagmorgen zijn op den Nieu
we Rijn 2 vaten en 'n kist met deszelfs
inhoud onbeheerd aangetroffen. Waar
schijnlijk zijn ze Zaterdagavond door
een of anderen expediteur vergeten
mede te nemen of af te geven. Inlich
tingen geeft de politie.
Op de Botermarkt tis Zaterdag
avond de kap van de koekkraam der
fa. v. d. Wijngaard, doordat een ben
zinelamp er te dicht hij stohd, in brand
gevlogen.
Door het brandende doek eraf te
trekken wist men den brand tot een
einde te brengen. De knecht Joh. P.
lep daarbij een geschroeid gelaat en
idem handen op. De brandweer, die
ook aanwezig -was, behoefde geen
dienst te doen.
Intrede Ds. K. Schilder ie
Oegsigeest.
Gisteren was voor de Gereformeerde
Kerk alhier de blijde dag: aangebro
ken, waarop zrj haar eersten eig-.n her
der eii leeraar zou ontvangen en wal
in Ds. K. Schilder, gekomen van Delft.
Cn "er veel L-eiaogst.Hing had in den
morgan. I: .,st do bevestiging plaats, wel-,
ke geleid werd door den consulent,
Ds. W. Bouwman van Leiden, die daar
bij tot tekst had 2 Cor. 11:2.
Na de bevestiging werd Ds. Schilder
de zegenbede uit Ps. 134 toegezongen.
Voor de intreeplechtigheid die des
•avonds plaats vond, was enorm veel
belangstelling, in weerwil van den nieu
wen uitbouw slaagde men er ternauwer
nood in allen binnen de Rehcfcoth-kapel
to ontvangen.
Na te hebben geleeen Jesaja 63:7
64:4, koos Ds. Schilder tot thema voor
zijn intreerede 1 Cor. 2:9: Maar gelijk
geschreven is: Hetgeen het oog niet
Heeft gezien en het oor niet heeft ge
hoord* en in het hart des menschen niet
is opgeklommen, hetgeen God bereid
heeft dien, die Hem liefhebben.
Nu wij gereed staan, aldus spr., om
de prediking van Christus, den Gekruiste
onder u aan te vangen, is er bij het
échec dat de gereld het Christendom
toeschrijft en bij de vrees die ons zelf
soms bekruipt ten aanzien yan de mo
gelijkheid eener Christusprediking in de
toekomst, reden voor de vraag: Wat
doen wij hier?
Maar dan mogen wij ons herinneren,
dat de toestanden eerder geweest zijn
zooals ze nu zijn, en dat ook Paulus,
toen hij tevergeefs' de Atheensche filo-
sophen van de redelijkheid des Evan
gelies had getracht te overtuigen zich
tot de Corinthen-gemeente richtte met
een schrijven, waarin hij het Evangelie
een verborgenheid moest noemen.
Over die verborgenheid wil spr. in
dit uur handelen, als:
1. gepredikt door de dragers der bij
zondere openbaring:
2. Voorbijgezien door de dragers der
algemeene openbaring;
3. Medegedeeld aan de dragers def
bijzondere genade.
Spr. begon met verband te leggen
tusschen 1 Cor. 2:9 en Jesaja 63 en
64. Wat Paulus aan dè Corinthen
(schrijft is niet nieuw7. Het gaat bij
Paulus en bij Jesaja om één worsteling.
BH den proleet en bij den apostel.
De eerste ziet de zonde van het volk,
de oorzaak van de diepste ellende als
een groot raadsel. Zij is ook het meest
onlogischer din^. „Waarom", zoo vraagt
hjj, „verstokt Gij onze harten, dat inj*
U niet vreezen?"
Wis alleen kan het ongerijmde in de
zonde breken? God alleen, als Hij het
ongerijmde brengt in de genade.
Jesaja verwacht slechts oplossing van
het raadsel der ellende door een ander
raadsel: dat Gjj de hemelen scheurdet,
dat Gij nederkwaamt
En nu mag Paulus staan achter de
verhoering van dit gebed. Want in het
Kind Jezus .Christus is God almachtig!
neergekomen om Zijn volu te verlossen.
En nu mogen de Grieken zeggen: het
Evangelie is een dwaasheid. Paulus
wordt niet moede met te herhalen, dat
het is een kracht Go,ts tot zaligheid,
een iegelijk die gelooft.
Het 'oog heeft liet niet gezien, he. oor
heeft het niet .gehoord, eiv in het hart
des menschen is het niet opgeklommen.
Dat is de algemeene op. soaring.
Die spreekt wel van dea e.iiigen God
maar openbaart Hem niet als in Chris
tus iet ens neergekomen. Zij niet
in staat de prediking van Paulus t. uij~
pen, temeer daar de dragers 2If 011-
willig zqn zijn .Het bedenken des v.se-
sches is vijandschap.
Het natuurlpk oog ziet in het wereld
gebeuren slechts een niet ein iigendén
circelloop, als de wateren, die sl-Ws af
vloeien naar de zee, en ai deze dingen,
zegt Salomo, zijn zóq moede, dat nie
mand liet kan uitspreken.
Maar er is volgons de Sehriit een.
opwaartsche lijn, die den cirkel van den
tpd verslaat. En ia Jezus Christus ko
men tie Vermoaidaai tot rust. In Hem
gaat het rer^.t- van den sterkste onder,
in de sterkte van het recht. Hjj is het
recht en de genade beide.
Al die dingen, welke de wereld niet
begrepen heeft, heeft God gereed ge
maakt voer hen, die Hem liefhebben.
Van alle belijdenissen is het juist
de Gereformeerde, die in staat is de
diepte van dit woord te grijpen.
Beide, het Woord van Christus, en de
liefde, die van het hart naar het woord
uitgaat, zjjn voorwaarden voor de zalig
heid. Slechts die beiden stellen in staat
de bovennatuurlijke openbaring te grij-N
pen.
De natuurlijke wetenschap kan Chris
tus niet liefhebben, omdat zij slechts
liefhebben kan, wat de vrucht is van
eigen geestes worsteling.
De natuur zegt: Neen. De liefde zegt:
ja.
God geve u en mn genade om daar
van geen duimbreed te wiik n.
Maar de gemeente mag de uit ge
nade geschonken openbaring ook niet
voor zichzelf houden. Er moet ook Zen
:ding zijn. Een krachtige spanning der
ziel die het Evangelie, schoon voor d-
natuur een raadsel, doet roepen van d
daken.
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
64)
Er was. maar een ding, dat een scha
duw wierp op deze vroolijke feeste
lijkheid
De terraswind woei, zachtjes, dat
is waar, maar met een klagelijk ge
luid, dat allen die het hoorden, angst
aanjoeg. De huishoudster was bijna in
wanhoop. Zij raadpleegde den huisbe
waarder, die grijs geworden was in
den dienst van de Ardens, maar wat
kon hij zeggen?
De morgen van den dag, die hen
thuis zou brengen, brak aan met blij
den zonneschijn, maar de bedienden
haastten zich haar te vertellen, dat de
wind woei.
Zij legde hen met booze woorden
het zwijgen op, maar daarna zond zij
om den ouden huisbewaarder en zij
beiden gingen tezamen op het terras.
„Natuurlijk kunnen wij er niets aan
doen, Orthon" zei zij. „Ik ben niet zoo
dwaas om te denken, dat wij de win
den des hemels kunnen stillen, maar
ik zou alles hebben willen geven, als
dat niet was gebeurd juist nu."
„Ik ook" zuchtte de oude man „want
dit geluid komt nooit zonder onheil
te brengen over het huis van Arden.'
„Wat kan het beteekenen?" vroeg
Juffrouw Streworth, die, ofschoon zij
anderen er -op een gezonde manier
over' betrafte, zelf een van de meest
bijgeloovige vrouwen onder hen was.
„Beteekent het leed, ziekte, schande
of dood?"
„Wie zal het zeggen?' antwoordde
de oude man. „Ik hoop, ziekte, dat i3
het geringste kwaad Ik heb heel wat
menschen hooren zeggen, dat het op
geheel natuurlijke wijze is te verkla
ren, maar ik heb nooit in heel de
natuur een dergelijk geluid gehoord.
Kijk eens, hoe rustig de bladeren han
gen en luister dan."
En de twee trouwe, oude bedienden,
die zoozeer gehecht waren aan het
huis, dat zij bedienden, voelden zich
bezwaard van hart.
Verder was er niets, dat dien dag 'n
schaduw wierp op de feestvreugde.
Zulk een verwelkoming was er niet
geweest sedert de dagen van graaf Ar
thur, die was teruggekeerd van den
oorlog, waarin hij het leven van zijn
koning ha'd gered. Toen hij weer thuis
kwam, bracht hij een vrouw van ko
ninklijken bloede als bruid met zich
mee. Het halve graafschap was Ar
thur tegemoet gegaan om hem te ver
welkomen; de mannen hadden de paar
den van de wagens gespannen en die
naar de Towers getrokken, temidden
van het gewapper der vlaggen en het
schieten der kanonnen. De geestdrift
had geen grenzen gekend.
Sedert dien tijd was er zulk een
thuiskomst niet meer geweest. Langs
de wegen en lanen stonden rijen men
schen en toen de graaf met zijn don
ker gelaat en fiere houding, de gravin
in haar stralende schoonheid werden
gezien, weerklonken het 'gejuich en
de welkomsgroeten ver over de velden.
Lady Ardens werd bleek van ontroe
ring, toen zij het huis, dat voor haar
was ingericht, naderden.
„Ik had geen idee, dat Arden To-
werè zulk een groot kasteel was" zei
zij. „O. Leo, denk je datv ik ooit een
'geschikte meesteres zal worden over
zulk een huis?"
„Jij zou zelfs passen op een troon",
riep hij met ontroerde stem en betraan
de oogen. „Mijn lieveling, hoe zal ik
God danken, dat ik jou heb gevonden
en naar mijn huis mag brengen."
De wagen stopte aan de groote in
gangdeur en Lord Avd enstond op om
een korte toespraak te houden tot het
volk. Hij dankte hen hartelijk voor het
welkom dat zij hem en Lady Arden
hadden gegeven en zei hun, hoe zij
gekomen was om onder hen te wonen
en dat hij en de gravin hadden beslo
ten de rest van hun leven op Arden
Towers door te bréngen.
Zijn toespraak werd met gejuich en
hoera-geroep beantwoord.
Langs de zijkanten v. de groote hal
stonden de bedienden in afwachtende
houding. De graaf 1 wendde zich tot
zijn vrouw, toen zij den drempel over
schreed, en zonder zich te storen aan
de toeschouwers, kuste hij haar op het
voorhoofd.
„Welkom thuis" zei hij. „Welkom,
gravin van Arden!"
Toen stelde hij met enkele vriende
lijke woorden mejuffrouw Streworth,
de huishoudster en Orthon, den huis
bewaarder, aan hun nieuwe meesteres
voor. Hij fluisterde haar toe:
Zij waren beiden een jongen en
meisje toen mijn vader mijn moeder
naar huis bracht."
„Gelukkig" zei de huishoudster bij
zichzelf, „kan niemand hier den ter
raswind hooren."
Toen al de voorstellingen, die de
graaf noodig vond waren afgeloopen,
wendde hij zich weer tot Lady Arden.
„Je zult wel moe zijn, Alice" zei hij.
„Zou je niet liever naar je kamer wil
len gaan en daar wat thee drinken?"
„Ja, dat zou ik nu het liefst willen"
antwoordde zij.
„Hoe laat eten we Orthon?" vroe:
de graaf.
„Om acht uur mijnheer" was he
antwoord.
„Dan heb je nog een goed. uur on
te rusten, Alice" zei Lord Arden. „Juf
frouw Streworth, wilt u mevrouw naa
haar kamer brengen?"
„Uw kamers mevrouw, zijn in der
westelijken vleugel" zei juffrouw Stre
worth met een diepe buiging, „hetzijr
de beste en de vroolijkste van heel d<
Towers."
Voorafgegaan door de huishoudste
en gevolgd door haar kamenier, gin:
Lady Arden naar de prachtige kamer.-
die door haar in orde waren gemaaki
Toen bracht de huishoudster haa
eigenhandig thee, geurig en fijn va:
smaak, gezet in een kostbaar klei:
serviesje van Sèvres porcelein, da-
naar men zei eens aan Marie Antoi
nette had toebehoord Lady Arden ha-,
liaar reismantel afgelegd en de huis
houdster was vol bewondering over ck
schoonheid van haar nieuwe meeste
res. Zij kon haar oogen niet van haa:
afhouden en daar zij hier in dit hui:
reeds oude rechten had, begon zij or
bescheiden wijze een gesprek met La
dy Arden, die genoot van haar heer
lijke thee.
f Wordt vervolgd!